UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD

Transcriptie

1 Provincie Limburg Arrondissement Hasselt Gemeente Zutendaal UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD Zitting van : 28 april 2016 Aanwezig: Robben Martens - voorzitter Raymond Thijs, Ann Schrijvers, Harry Vanherf, Dirk Smits - schepenen Matty Coninx - OCMW voorzitter - schepen Veerle Remans, Marina Seurs, Sandra Stulens, Marcella Herremans-Bijnens, Eric Niesten, Raf Beuls, Servaas Dreesen, Petra Beerts, Bart Fransen, Anita Muffels-Nijssen, Yannick Eurlings - gemeenteraadsleden Marc Vanhengel - gemeentesecretaris Verontschuldigd: Jef Bobbaers - burgemeester Mannus Hermans - gemeenteraadslid Aanpassing subsidiereglement kleine landschapselementen DE GEMEENTERAAD: Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 18 december 2008 waarbij een subsidiereglement voor het aanplanten van kleine landschapselementen werd goedgekeurd; Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 27 maart 2014 waarbij een overeenkomst afgesloten werd tussen de v.z.w. Nationale Boomgaardenstichting (NBS), Leopold BI-straat 8, 3724 Vliermaal-Kortessem en de gemeente Zutendaal; Gelet op het doel van het subsidiereglement en de overeenkomst met de Nationale Boomgaardenstichting, namelijk de inwoners te stimuleren om hoogstammige fruitbomen van oude rassen aan te planten; Overwegende dat het subsidiereglement het subsidiebedrag voor het aanplanten van hoogstammige fruitbomen beperkt tot 350 euro, zijnde de aanplant van 10 bomen; Overwegende dat in het verleden en ook in 2016 subsidieaanvragen werden ingediend voor het aanplanten van meer dan 10 bomen; Overwegende dat inwoners overeenkomstig het doel van dit subsidiereglement, moeten beloond en niet gestraft worden voor de inspanningen die ze leveren voor het aanplanten van hoogstammige fruitbomen; Overwegende dat het subsidiereglement kleine landschapselementen, vastgesteld door de gemeenteraad op 27 maart 2014, dient aangepast te worden om het aanplanten van meer dan 10 bomen te stimuleren, liefst met terugwerkende kracht voor dit begrotingsjaar; Na beraadslaging, met eenparigheid van stemmen; BESLUIT: ART, 1. De gemeenteraad gaat over tot de aanpassing van het subsidiereglement van 27 maart 2014 zodat het nieuwe reglement als volgt is:

2 Gemeentelijk subsidiereglement voor de aanleg van kleine landschapselementen Artikel 1 Binnen de perken van de jaarlijks op de begroting goedgekeurde kredieten verleent het college van burgemeester en schepenen een subsidie voor de aanleg en het onderhoud van kleine landschapselementen, met name voor hagen, heggen, hoogstamboomgaarden, houtkanten, poelen, loofbomen en knotbomen. Artikel 2 Definities: Haag: een dichte en doorlopende rij houtige, streekeigen planten. De haag wordt door regelmatige en frequente snoei in vorm gehouden. Heg: een dichte en doorlopende rij houtige streekeigen planten en struiken met een minimaal onderhoud. Houtkant: bestaat uit een doorlopende rij streekeigen boom- en struilcvormende soorten, die eventueel met tussenpozen van minimaal 8 jaar tegen de grond gedeeltelijk of volledig kunnen worden afgezet. Houtwal: idem als houtkant maar op een verhoogde berm of wal. Hoogstamfruitboom: elke wilde en gecultiveerde kersen-, appelen-, peren-, pruimen-, noten- en tamme kastanjeboom. Een hoogstamboom heeft een stamlengte van 1,80 meter tot 2,30 meter. Vanaf die hoogte wordt de kruin (takken) gevormd. Poel: natuurlijke of door de mens gegraven watervlakken, oorspronkelijk bedoeld als drenkplaats voor het vee. Een poel is een stilstaand water, meestal op een lager gelegen plaats in het landschap met een oppervlakte van 50 tot 150 m2. Loofboom: streekeigen boom, kan solitair (alleen) of in rij staan. Knotboom: streekeigen loofboom waarbij minimaal om de 6 jaar de kruin wordt gekapt, waarna deze weer uitloopt. Algemene voorwaarden Artikel 3 De betoelaagbare kleine landschapselementen zijn gelegen op het grondgebied van de gemeente Zutendaal in de volgens het gewestplan Hasselt-Genk natuurgebieden, bosgebieden, natuurontwikkelingsgebieden, parkgebieden, agrarische gebieden, alle gebieden met als nabestemming één van de voornoemde bestemmingen en de met die gebieden vergelijkbare bestemmingsgebieden aangewezen in de plannen van aanleg of de ruimtelijke uitvoeringsplannen van kracht in de ruimtelijke ordening. Artikel 4 De aanvrager kan eveneens beroep doen op de gemeentelijke subsidie als de aanvrager voor hetzelfde landschapselement in aanmerking komt voor een (beheer)overeenkomst van de Vlaamse Landmaatschappij of een andere overheidsinstantie. Artikel 5 De werken mogen niet als voorwaarde opgenomen zijn bij de toekenning van een verkavelings-, stedenbouwkundige, natuur- of milieuvergunning of kapmachtiging tenzij het gaat om het herstel of het bijplanten van een bestaande hoogstamboomgaard.

3 Artikel 6 De aanvrager moet voor het desbetreffende perceel over de nodige vergunningen beschikken (bouwvergunning, milieuvergunning,...) en gerechtigd zijn om de aanlegwerken/onderhoudswerken te verrichten waarvoor de aanvraag wordt ingediend. Indien de grondgebruiker geen eigenaar is van de percelen waarop het klein landschapselement aangelegd gaat worden, moet de aanvrager over een schriftelijke toestemming van de eigenaar beschikken. Artikel 7 De aangevraagde werken moeten in overeenstemming zijn met en uitgevoerd worden volgens de bestaande regelgeving en gebruiken. De aanplant en het onderhoud moeten gebeuren volgens de code van goede natuurpraktijk. Artikel 8 Bij de aanplant en het onderhoud moet het steeds gaan om streekeigen boom- en struiksoorten, waarbij een positieve bijdrage wordt geleverd aan het voor de streek typische landschap en de natuur. Artikel 9 Het klein landschapselement moet gedurende minstens 15 jaar intact en integraal op dezelfde plaats behouden blijven. Artikel 10 De aanvrager moet zorgen voor de instandhouding van de kleine landschapselementen waarvoor een toelage wordt verkregen (vervangen van afgestorven exemplaren in het eerstvolgend plantseizoen, juiste snoei,...). Specifieke bepalingen met betrekking tot de aanplant/aanleg Artikel 11 Algemene bepalingen: Het gebruik van bestrijdingsmiddelen en kunstmeststoffen is verboden. Bepalingen aanplant hagen of heggen: Minimumlengte: 25 meter. Plantafstand in de rij voor een haag: maximum 0,35 m Plantafstand in de rij voor een heg: maximum 1,00 m Minimumformaat plantgoed: cm. Er moet gebruik gemaakt worden van de volgende soorten: meidoorn, sleedoorn, haagbeuk, hazelaar, zomereik, wintereik, es, inlandse vogelkers, linde, zwarte els, lijsterbes, vlier, boskers, veldesdoom, hondsroos, hulst, wilde liguster of een andere door het gemeentebestuur goedgekeurde soort. Bepalingen aanplant houtkant/houtwal: Minimumoppervlakte: 150 m2. Breedte: minstens 3 meter met een maximum van 10 meter. Plantdichtheid: minstens 1 plant per m2. Minimumformaat plantgoed: cm.

4 Er moet gebruik gemaakt worden van de volgende soorten: meidoorn, sleedoorn, haagbeuk, hazelaar, zomereik, wintereik, es, inlandse vogelkers, linde, zwarte els, lijsterbes, vlier, boskers, veldesdoorn, hondsroos, hulst, wilde liguster of een andere door het gemeentebestuur goedgekeurde soort. Bepalingen aanplant loofbomen en knotbomen: Minimumaantal: 5 bomen Plantgoed: hoogstammig en geworteld plantgoed met een stamomtrek van minimum 8 tot 10 cm of een 2,5 tot 3 m lange rechte tak van een bestaande, gezonde knotwilg. Er moet gebruik gemaakt worden van volgende soorten: zomereik, wintereik, es, linde, tamme kastanje, okkernoot, zwarte els, veldesdoorn, haagbeuk, wilg, lijsterbes of een andere door het gemeentebestuur goedgekeurde soort. Voor knotbomen: zomereik, wintereik, es, zwarte els, haagbeuk, wilg of een andere door het gemeentebestuur goedgekeurde soort. Bepalingen aanplant hoogstamfruitbomen: Minimumaantal: 5 bomen De eerste 5 jaar moet een vormsnoei uitgevoerd worden. Deze vormsnoei moet gebeuren via een onderhoudscontract met gespecialiseerde personen of firma. Deze snoei mag ook zelf gedaan worden, mits voorlegging van het bewijs van opleiding of ervaring. Bepalingen aanleg poel: De poel mag enkel gegraven worden in de maanden september of oktober, volgend op het tijdstip van de aanvraag en na het verkrijgen van de stedenbouwkundige vergunning. De zonbeschenen oever moet zacht hellend (1:2 tot 1:3) uitgegraven worden. Grootte: tussen 25 m2 en 150 m2 wateroppervlak, waarbij een poel van 25 tot en met 50 m2 een kleine poel is, een poel van meer dan 50 m2 tot en met 100 m2 een middelgrote poel genoemd wordt en een poel van meer dan 100 m2 tot en met 150 m2 een grote poel is. Diepte: tussen 0,5 men 1,5 m (diepste gedeelte vorstvrij in de winter). Bij beweiding moet de oever van de poel beschermd worden tegen vertrappeling van het vee door op minstens 1 m van de poel over een lengte van minstens 3/4de van de poelomtrek een afsluiting te plaatsen. De poel moet van nature water kunnen houden. Er moet een goede waterkwaliteit verzekerd worden (grondwater, kwelwater, bronwater, hellingwater, ondoordringbare kleilaag). Er mogen enkel inheemse planten in en rond het water staan die spontaan ontwikkelen. Exoten moeten verwijderd worden. Het is niet toegelaten vis, eenden, waterplanten en andere organismen in te brengen in de poel. Specifieke bepalingen met betrekking tot het onderhoud Artikel 12 Algemene bepalingen: Het gebruik van bestrijdingsmiddelen en kunstmeststoffen is verboden. Bepalingen onderhoud haag of heg: Minimumlengte: 25 meter. Minimumhoogte haag: 1 meter. Minimumhoogte heg: 3 meter Minimumbreedte heg: 1 meter Gaten moeten opgevuld worden met soorten waaruit de haag/heg is opgebouwd. De haag moet minstens 1 keer binnen een periode van 2 jaar en maximaal 2 keer in 1 jaar geschoren worden. Bepalingen onderhoud houtkant: De houtkant moet voldoen aan de bepalingen uit artikel 11. Gaten moeten tijdig opgevuld worden met soorten waaruit de houtkant is opgebouwd.

5 De houtkant of houtwal heeft een oppervlakte van minstens 150 m2 en is nergens breder dan 10 meter. De houtkant of houtwal mag jaarlijks maximaal voor 1/4 van de totale lengte worden afgezet. Bepalingen onderhoud knotbomen: Knotbomenrijen worden gespreid over verschillende jaren geknot. Het knotten gebeurt in de periode tussen 1 november en 1 maart. Bepalingen onderhoud hoogstamfruitbomen: Het onderhoud moet gebeuren door een specialist, onder de juiste omstandigheden en met de juiste technieken. Het onderhoudscontract of de factuur moet worden toegevoegd aan de gemeentelijke subsidieaanvraag. Zelf snoeien mag ook, mits het voorleggen van een bewijs van opleiding of ervaring. Bepalingen onderhoud poel: Het onderhoud gebeurt in september en oktober. De poel moet voldoen aan de bepalingen uit artikel 11. Overtollige plantengroei moet verwijderd worden. Ruiming van organisch materiaal op de bodem van de poel wordt periodiek en bij voorkeur gespreid over minstens 2 jaar uitgevoerd om verlanding te voorkomen. De beplanting moet gesnoeid worden zodat minstens de helft van de poel niet beschaduwd is. Subsidiebedragen Artikel 13 De subsidies zijn éénmalig per eigenaar en per kadastraal perceel aan te vragen bij aanplant of aanleg. Ze worden als volgt toegekend en zijn cumuleerbaar: Aanleg/aanplant Aanleg haag: 4,00 euro per lopende meter met een maximum van 250 euro. Aanleg heg: 3,00 euro per lopende meter met een maximum van 250 euro. Aanplant hoogstamfruitboom: 35 euro per boom met een maximum van euro. Aanplant houtkant: 0,75 euro per vierkante meter met een maximum van 250 euro. Aanplant loof- en knotboom: 25 euro per boom of 12,50 euro per stek met een maximum van 250 euro. Aanleg poel: afhankelijk van de grootte 150 (kleine), 250 (middelgrote) of 350 (grote) euro per poel..4anvtattorocedurs Artikel 14 De aanvraag wordt opgemaakt door de aanvrager, die ze aan de hand van een standaardformulier minstens 30 dagen voor de aanplant/aanleg met de nodige bijlagen indient bij het college van burgemeester en schepenen. De aanvraag omvat: Ingevuld aanvraagformulier (standaardformulier) Topografische kaart (schaal 1/10 000) met aanduiding van de locatie Kadasterplan met aanduiding van maten en situering van het klein landschapselement Minstens 2 foto's Onderhoudscontract/getuigschrift of dergelijke (enkel voor aanplant/onderhoud hoogstatnfruitbomen)

6 Artikel 15 Het college van burgemeester en schepenen beslist over de toekenning van de subsidie(s) (en eventuele extra voorwaarden m.b.t. soortensamenstelling, uitvoeringswijze, locatie,...). De aanvraag kan geweigerd worden als de voorgestelde werken landschappelijk of ecologisch Met gewenst zijn. Artikel 16 De beslissing van het college van burgemeester en schepenen wordt schriftelijk meegedeeld aan de aanvrager. Uitbetaling Artikel 17 Het gemeentebestuur moet door de aanvrager binnen de maand na voltooiing van de werken via het standaardformulier op de hoogte gebracht worden dat aan de voorwaarden voldaan is. Hierbij wordt een aanvraag tot uitbetaling gevoegd. Artikel 18 Het gemeentebestuur of toezichthoudende ambtenaar kan de werken controleren vooraleer de betaling uit te voeren. Wanneer de uitvoering onvolledig of gebrekkig is kan de betaling verminderd, uitgesteld of geweigerd worden. De subsidie wordt ook niet toegekend als het klein landschapselement wordt aangelegd/onderhouden op een wijze die in strijd is met de bestaande wetgeving, reglementen en gebruiken. Artikel 19 De toelage kan geheel of gedeeltelijk teruggevorderd worden in volgende gevallen: Bij gebrek aan zorg voor het klein landschapselement. Wanneer het gesubsidieerde klein landschapselement geen 15 jaar intact en integraal op dezelfde plaats blijft bestaan (het is verboden het landschapselement te verplaatsen, rooien, vellen of definitief te verwijderen binnen deze tijdsduur. Met vellen en rooien wordt gelijkgesteld: schade toebrengen, verminken of vernielen door ringen, ontschorsen, verschroeien, gebruik van chemische middelen, vraatschade,...). Als frauduleuze praktijken worden vastgesteld. In dit geval vervalt de subsidie en er kan een boete opgelegd worden die maximaal het dubbele bedraagt van de toegekende subsidie. Artikel 20 De uitbetaling van de subsidie gebeurt binnen de 60 dagen na de beslissing van het college en omvat een eerste schijf van 50% van het toegekende subsidiebedrag. Een tweede schijf van 50% wordt uitbetaald binnen de vijf jaar na de beslissing van het college. Artikel 21 Een uitzondering op de hoger vermelde artikels vormt de aanplant van hoogstamfruitbomen bij inwoners van Zutendaal door de Nationale Boomgaardenstichting, Leopold LII-straat 8, 3724 Vliermaal-Kortessem overeenkomstig de op 27 maart 2014 door de gemeenteraad bekrachtigde overeenkomst die in de zitting van 17 februari 2014 werd goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen. In dat geval betaalt de gemeente na goedkeuring van het jaarlijks verslag, dat de Nationale Boomgaardenstichting opmaakt ten behoeve van de uitbetaling, het bedrag van de subsidie voor iedere, in het kader van deze overeenkomst aangeplante en/of te onderhouden hoogstamfruitboom, met een maximum van 30 bomen per aanvrager, rechtstreeks uit aan de Nationale Boomgaardenstichting.

7 ART.2.- Het reglement wordt bekendgemaakt en gepubliceerd op de gemeentelijke website overeenkomstig artikelen 186 en 187 van het Gemeentedecreet. ART.3.- Dit reglement vervangt het reglement van de gemeenteraad met dezelfde inhoud van 27 maart Gedaan in voormelde zitting NAMENS DE GEMEENTERAAD: Op bevel: de gemeentesecretaris w.g.) Marc Vanhengel de voorzitter w.g.) Robben Martens de s retaris VOOR EENSLUIDEND UITTREKSEL: /our fr de burgemeester