sa p SCHOONDERBEEK EN PARTNERS A D V I E S B V M I L I E U, G E L U I D, B O U W A D V I E S, B R A N D V E I L I G H E I D, R U I M T E L I J K E O R

Transcriptie

1

2 sa p SCHOONDERBEEK EN PARTNERS A D V I E S B V M I L I E U, G E L U I D, B O U W A D V I E S, B R A N D V E I L I G H E I D, R U I M T E L I J K E O R D E N I N G, B E L E I D S A D V I E S R01 Grondveen BV in Veenendaal Panhuis 4 in Veenendaal - geuronderzoek datum: 15 augustus 2012 Opdrachtgever: Grondveen BV Standaardruiter PW Veenendaal telefoon : contactpersoon : De heer F. van Woerden Contactpersoon Schoonderbeek en Partners Advies BV: de heer ir. R.J.P. Henderickx EDE Klinkenbergerweg 30a, 6711 MK Ede T F E Ede@spaede.nl TERNEUZEN Oostelijk Bolwerk 9, 4531 GP Terneuzen T F E Terneuzen@spaede.nl Handelsregister: Arnhem Btw: NL B.01 I Triodos Bank: [IBAN: NL41TRIO , BIC: TRIONL2U] Branchevereniging van advies-, management- en ingenieursbureaus

3 R01 INHOUD Blz. 1. Inleiding 3 2. Situatie 3 3. Uitgangspunten en gegevens Gebruikte literatuur en rapporten Geuronderzoek Klachten Emissiepunten geur Emissies vluchtige organische stoffen Geuremissie 6 4. Verspreidingsmodel Algemeen Modellering emissiepunten Gebouwinvloed 8 5. Resultaten Uitvoer percentiel 8 6. Beoordeling geurbelasting Interpretatie Discussie Conclusie 10 Figuren: 1 : Situatie 2 : Ligging bronnen en rekenpunten 3 : 98-percentiel contouren Bijlagen: 1 : Eigenschappen emissiepunten 2 : Eigenschappen rekenpunten 3 : Eigenschappen grid 4 : Resultaten rekenpunten Niets uit dit rapport mag worden vermenigvuldigd door middel van druk, fotokopiëren, microverfilming of enige andere methode, of worden vrijgegeven aan derden voor bestudering zonder uitdrukkelijke toestemming van de directie van: Schoonderbeek en Partners Advies BV.

4 R01 1. INLEIDING In opdracht van Grondveen BV is een indicatief geuronderzoek uitgevoerd dat zich heeft gericht op de emissies van oplosmiddelen van Ardagh Aluminium Packaging Netherlands, verder Ardagh in Veenendaal, voorheen bekend als Boxal. Naast oplosmiddelen zijn er geen andere relevante geurbronnen binnen het bedrijf aanwezig die in dit onderzoek aandacht verdienen. De aanleiding voor dit onderzoek is de gewenste ontwikkeling van woningbouw direct ten zuiden van het terrein van Ardagh. Dit woningbouwplan wordt aangeduid als Panhuis 4. Het doel van het onderzoek is inzicht te geven in de mogelijke geurimmissie die optreedt ter plaatse van het plangebied. Daarbij is uitgegaan van de emissies van oplosmiddelen in de huidige bedrijfssituatie (nul-situatie). 2. SITUATIE In figuur 1 is de ligging gegeven van het plangebied en het bedrijfsterrein van Ardagh. Ardagh is een bedrijf voor de productie van aluminium spuitbussen. Bij het lakken en coaten worden vluchtige organische stoffen (VOS) gebruikt wat leidt tot emissies naar de buitenlucht. In de BREF Oppervlaktebehandeling met organische oplosmiddelen en het Oplosmiddelenbesluit zijn eisen opgenomen voor het gebruik van organische oplosmiddelen. In de BREF Oppervlaktebehandeling met organische oplosmiddelen wordt de vermindering van de emissie van oplosmiddelen als BBT beschouwd. Deels is en wordt er door Ardagh overgeschakeld op poedercoaten en watergedragen lakken. Dit is in de lijn met de BREF. Het Oplosmiddelenbesluit is van toepassing bij andere coatingprocessen met een verbruik van meer dan 15 ton oplosmiddel per jaar. Het verbruik bij Ardagh is vergund op 480 ton/jaar, zodat het Oplosmiddelenbesluit van toepassing is. Genoemd besluit stelt eisen aan de emissie van oplosmiddelen en eist onder meer dat een oplosmiddelenboekhouding wordt gevoerd waaruit blijkt of voldaan wordt aan de eisen uit het besluit. De voorschriften uit het Oplosmiddelenbesluit hebben directe werking. 3. UITGANGSPUNTEN EN GEGEVENS 3.1 Gebruikte literatuur en rapporten 1. Meetplan en beheersprogramma VOS Emissies, 8 juni 2012, Tauw. 2. Boxal Netherlands B.V. Emissieonderzoek cyclonen, 22 maart, Tauw. 3. Boxal Netherlands B.V. Emissieonderzoek schoorsteen en katalysatoren, 22 maart, Tauw. 4. Dossier Vluchtige organische stoffen, 17 april Mogelijkheden tot beperking van de emissie van vluchtige organische stoffen bij de straal en spuithal van Huisman Schiedam, januari 2012, Bèta Wetenschapswinkel Rijksuniversiteit Groningen.

5 R01 6. Omgevingsplan Groenhovenpark te Gouda, 16 augustus 2010, GGD Rotterdam- Rijnmond. 7. Richtlijn voor luchtmetingen voor de risicobeoordeling van bodemverontreiniging, 2007 RIVM. 3.2 Geuronderzoek 1992 In 1992 is een geuronderzoek verricht waaruit bleek dat de destijds gestelde normen werden overschreden. Nadien zijn diverse maatregelen genomen om de emissie van oplosmiddelen en daarmee geur te verminderen: Reinigen met perchloorethyleen is vervangen door reinigen met water. Toepassen van nageschakelde technieken (twee naverbranders). Voorkomen diffuse emissie. Gedeeltelijk overschakelen op watergedragen lakken en poedercoaten. Het geuronderzoek uit 1992 is vanwege aanpassingen in meet- en analysemethodes inmiddels achterhaald. Bovendien is de bedrijfssituatie zodanig gewijzigd dat deze zich niet laat vergelijken met de emissiesituatie die in dit onderzoek in beeld wordt gebracht. Om die reden zijn de resultaten van het in het verleden uitgevoerde geuronderzoek verder niet gebruikt. 3.3 Klachten Uit dossieronderzoek blijkt dat er in de periode 2000 tot en met 2005 jaarlijks één klacht is ontvangen over geurhinder die gekoppeld is aan Ardagh. In 2004 waren er twee geurklachten, maar die bleken een duidelijke oorzaak te hebben (lekkage in de afvoer naar de buitenlucht). Na 2005 zijn er geen geurklachten bekend. 3.4 Emissiepunten geur Het bedrijf heeft de volgende gekanaliseerde VOS- en tevens geurrelevante emissiepunten: 1. Centrale schoorsteen, waarop onder andere de KNV is aangesloten 2. Catox 3. Cyclonen, van lijn 6, 9 en 10, die elk een eigen emissiepunt hebben 4. Dakventilatoren, ruimte afzuiging productiegebouw 5. Afzuiging aftapruimte oplosmiddelen, die onder de overkapping aanwezig is Daarnaast zijn nog de volgende emissiepunten aanwezig: Spaanafzuiging (ca m 3 /u) Waterwassers (2 stuks, samen m 3 /u) Voor geur zijn de waterwassers mogelijk nog relevant. De waterwasser dienen ervoor om de lucht van de stofafzuiging te reinigen. Afhankelijk van de standtijd van het water in de wassers kan er microbiologische vervuiling optreden, met als gevolg daarvan eventueel geur. De kans daarop wordt gering geacht en gezien de aard van de eventuele geur die de waterwassers kunnen verspreiden, zijn deze bronnen waarschijnlijk van ondergeschikt belang. De waterwassers zijn daarom niet meegenomen in dit onderzoek. Diffuse emissies van oplosmiddelen zijn meegenomen in de vracht van de dakventilatoren en afzuiging aftapruimte, zie de volgende paragraaf.

6 R Emissies vluchtige organische stoffen In 2011 is Ardagh gestart met VOS emissiemetingen om aan te tonen dat aan het Oplosmiddelenbesluit wordt voldaan. Uit de eerste meetresultaten bleek dat nog niet werd voldaan aan de normen en aanvullende reductiemaatregelen noodzakelijk zijn. Door het treffen van maatregelen om aan het Oplosmiddelenbesluit te voldoen, wordt ook de geuremissie verlaagd. In tabel 1 zijn de jaarvrachten voor de gekanaliseerde emissiepunten weergegeven die zijn berekend met gegevens uit de rapportages van de VOS emissiemetingen. Tabel 1 VOS vrachten van gemeten emissiepunten Debiet in Nm 3 /s Bedrijfsuren per jaar Centrale schoorsteen Katalysatoren Cyclonen Totaal KNV* CATOX lijn 6 lijn 9 lijn 10 gekanaliseerd Emissie in mgc/m Emissie in mgvos/m VOS vracht 381 7* in ton/jaar * KNV is aangesloten op de centrale schoorsteen en in die vracht verwerkt, zodat de deelvracht niet afzonderlijke in de totale som is meegenomen Naast de emissiepunten waaraan is gemeten, zijn er nog restemissies aan VOS. Door Ardagh is opgegeven dat deze restemissies 8% van de totale VOS emissie is. De diffuse restemissie bestaat uit de ruimte afzuiging van de productiehal en de afzuiging van de aftapruimte oplosmiddelen (overkapping). Voor de restemissies tussen de ruimte afzuiging en de aftapruimte is, op basis van fluxen, de volgende verdeling aangehouden: 99% ruimte afzuiging (ca m3/u) 1% bij de aftapruimte (ca m3/u) In de tabel 2 zijn de jaarvrachten VOS voor de overige gekanaliseerde emissiepunten weergegeven. Tabel 2 VOS vrachten resterende emissiepunten diffuus totaal ruimte afzuiging productie aftapruimte VOS vracht in ton/jaar 32,2 31,83 0,32

7 R Geuremissie Voor het bepalen van de geuremissie is in literatuur gezocht naar een voor Ardagh passende relatie tussen gemeten VOS- en geurconcentraties. Gebleken is het volgende: Er zijn geen onderzoeken beschikbaar die qua gebruikte oplosmiddelen voldoende goed vergelijkbaar zijn met de situatie bij Ardagh. Er bestaan tussen onderzoeken grote verschillen in gevonden relaties tussen VOS- en geurconcentraties. Er zijn geen onderzoeken te vinden die onbekritiseerd zijn. Door gebrek aan referentiemateriaal is ervoor gekozen de geurconcentraties af te leiden uit vastgestelde geurdrempels 1 voor oplosmiddelen. Ook daarin bestaan verschillen en om die reden is gekeken naar laagste waarden, waarmee een conservatieve benadering is gevolgd. In tabel 3 staan diverse waarden voor geurdrempels van bij Ardagh gebruikte stoffen vermeld. Tabel 3 Geurdrempelwaarden, laagste waarden (bron 8: RIVM) Stof Geurdrempel (mg/m 3 ) Methylethylketon (MEK) 0,7 Xyleen 0,8 Ethylbenzeen 9 Ethylacetaat 0,02 Methyl-t-butylether (MTBE) 0,9 Isopropanol 8 Butanol 0,4 Op basis van de informatie uit tabel 3 (gemiddelde geurdrempel), de vele onzekerheden en het doel van dit onderzoek is voor de vaststelling van een nulsituatie voor geur ervan uitgegaan dat 2 mg totaalvos per m 3 gelijkstaat aan 2 ge/m 3 ofwel 1 ou E /m 3. Daarbij wordt opgemerkt dat deze relatie arbitrair is, ondanks dat deze zijn gerelateerd aan de meetresultaten van de afzonderlijke oplosmiddelen. Gezien het doel van het onderzoek, namelijk de nulsituatie vastleggen, maakt het feitelijk echter niet veel uit welk verhoudingsgetal er precies gebruikt wordt. De uitkomsten van de verspreidingsberekeningen dienen namelijk in het licht van de gegevens over het (ontbreken) van geurklachten bij bestaande woningen te worden geïnterpreteerd. In tabel 4 zijn de op voorgaand beschreven wijze afgeleide geuremissies per emissiepunt weergegeven. 1 De geurdrempel van een gasvormige stof is de laagste concentratie van die stof in lucht waarbij de geur ervan nog waarneembaar is door de mens. Per definitie is de geurdrempel gelijk aan één geureenheid (ge) per m 3 of een halve odour unit (ou E) per m 3

8 R01 Tabel 4 Geuremissies gebruik Bron nr 1 Bron Centrale schoorsteen VOS vracht (ton/jaar) Emissie (mgvos/m 3 ) Emissie (ou e/m 3 ) Bedrijfstijd (uur) Geurvracht (ton ou e/j) , ,4 2 Catox , ,6 3 Lijn , ,1 4 Lijn , ,3 5 Lijn , ,6 6 Dakventilatoren 31,8 17,3 8, ,9 7 Aftapruimte 0,3 0,3 0, , VERSPREIDINGSMODEL 4.1 Algemeen Voor de verspreidingsberekeningen is gebruikgemaakt van het software pakket Geomilieu, versie 1.91 (Programmapakket Nieuw Nationaal Model voor de verspreiding van luchtverontreiniging, met als rekenhart Kema Stacks+). Met behulp van het verspreidingsmodel zijn de geurconcentraties op leefniveau bepaald, berekend als 98-percentiel. Het 98-percentiel is geselecteerd vanwege de nagenoeg continue geuremissie die optreedt. Naast het gebruik van een receptorgrid voor geurcontouren zijn bij enkele woningen in de omgeving rekenpunten gelegd. Deze rekenpunten worden gebruikt voor een meer preciezere bepaling van de geurconcentraties. 4.2 Modellering emissiepunten De zeven eerder aangegeven geurbronnen zijn opgenomen in het geurmodel dat voor de (huidige) bedrijfssituatie is gemaakt. De invoergegevens voor al de bronnen zijn in bijlage 1 weergegeven. Voor de positionering van de emissiepunten is, indien mogelijk, aangesloten bij gegevens uit akoestisch onderzoek en voor de overige parameters is gebruikgemaakt van de beschikbare rapporten van de emissiemetingen. Hierna wordt ingegaan op enkele specifieke aspecten ten aanzien van de modellering voor enkele emissiebronnen Centrale schoorsteen De centrale schoorsteen heeft een hoogte van 30 meter en een inwendige diameter van 2 meter. Door de positie ten opzichte van de 12 meter hoge hal ter plaatse, is de schoorsteen gemodelleerd als een gebouwgebonden bron Catox De flux (debiet) is op de laagst mogelijke waarde gezet (0,1 m 3 /s), omdat een verticale impuls ontbreekt als gevolg van de horizontale uitworprichting van deze bron.

9 R Dakventilatoren Vanwege het grote aantal dakventilatoren zijn deze als één emissiepunt op het zwaartepunt van het gebouw gemodelleerd Aftapruimte overkapping De overkapping is open en de afzuiging mondt uit onder het dak van de overkapping. Om die reden is het emissiepunt als een gebouwgebonden bron met dezelfde hoogte als de overkapping gemodelleerd. Deze oppervlaktebron op hoogte benadert de (diffuse) emissies die via diverse openingen van de overkapping optreden. 4.3 Gebouwinvloed De productiehal bestaat uit een gebouw waarvan het dak van enkele delen in hoogte verschilt. Het dak van het noordelijk deel van het gebouw is het hoogst (12 m) en modelmatig relevant voor de gebouwinvloed. Om die reden is enkel dit deel van het gebouw gemodelleerd. In dit verband is eveneens de ruwheidslengte van belang. Deze is door het model bepaal en bedraagt voor het studiegebied 1 m. 5. RESULTATEN 5.1 Uitvoer De berekende verspreidingscontouren zijn in figuur 3 opgenomen en de resultaten op rekenpunten bij woningen in de omgeving in bijlage percentiel Voor de interpretatie van de resultaten zijn de contouren van de geurconcentraties op de rand van het plangebied en bij bestaande en toekomstige woonbebouwing afgebeeld. Uit de contouren in figuur 3 blijkt het volgende: In de huidige bedrijfssituatie is de maximale geurconcentratie ter hoogte dichtstbijzijnde woonbebouwing: - ten noorden van Ardagh 0,3 ou E /m 3 als 98-p - ten westen van Ardagh 0,2 ou E /m 3 als 98-p - ten oosten van Ardagh 0,2 ou E /m 3 als 98-p - ten zuiden van Ardagh 0,5 ou E /m 3 als 98-p. De hoogst berekende geurconcentratie bij de dichtstbijzijnde woning binnen het plangebied is 0,3 ou E /m 3 als 98-p. Het hoogst berekende geurconcentratie ligt binnen de inrichtingsgrens en is 0,74 ou E /m 3 als 98-p. Er zijn twee gebieden met hogere geurconcentratie; één ten noordwesten van de inrichting, wat overeenkomt met de verwachting vanwege de overheersende windrichting en één binnen de inrichtingsgrens, waar tevens de hoogste concentratie is berekend.

10 R01 6. BEOORDELING GEURBELASTING 6.1 Interpretatie De resultaten van dit geuronderzoek zijn, vanwege vele onzekerheden en aannames, indicatief en kunnen daarom enkel kwalitatief worden gebruikt. Met andere woorden, de hoogte van de uitkomsten is minder van belang dan de verschillen die in de omgeving rond het bedrijf berekend zijn. In de huidige bedrijfssituatie is er de laatste jaren geen sprake van (geregistreerde) geurklachten. De geurconcentraties die in dit onderzoek zijn berekend bij de bestaande woningen geven wat dat betreft een indicatie van de eventueel te verwachten geurhinder bij de nieuwe woningen, die in het plangebied zijn geprojecteerd. Om die reden zijn de geurconcentraties op de afzonderlijke rekenpunten bij de relevante woningen, namelijk ten zuiden en oosten van Ardagh, in tabel 5 gepresenteerd. Tabel 5 Geurconcentraties bij woningen in ou E/m 3 als 98-percentiel Woningen Geurconcentratie Dichtstbijzijnde geprojecteerde woning in plan (rekenpunt 1) 0,3 Dahliastraat 34 (rekenpunt 5) 0,5 Rozenstraat 13 (rekenpunt 3) 0,2 Uit de resultaten in tabel 5 kan opgemaakt worden dat de geurconcentraties bij de nieuwe woningen in dezelfde orde van grootte liggen of lager zijn dan bij de bestaande woningen. Gelet op het ontbreken van geurklachten in het recente verleden tot op heden, kan aangenomen worden dat de actuele geurimmissies in de omgeving geen verstoring van het woonen leefklimaat tot gevolg hebben. Op grond daarvan is de verwachting dat dit ook voor het plangebied geldt. 6.2 Discussie De vraag is of de wijze van redeneren die bij de interpretatie van de resultaten is gevolgd voor de nieuwe bewoners opgaat. Uit literatuur blijkt dat een aantal factoren het hindergevoel beïnvloed hebben. Deze zijn (niet in volgorde van belang): sociaal niveau: dure of goedkope huizen, huurhuizen of eigen huizen; geschiedenis: was of is er een relatie met het bedrijf of niet (werknemers)?; binding bedrijf met de omgeving: in Zaandam bijvoorbeeld accepteert men van oudsher stank van cacaofabrieken, want die fabrieken horen bij de stad; leeftijd bewoners; allochtonen of autochtonen; samenhang met andere verstoring: geluidhinder, verkeersoverlast, veiligheid. Echter, bij het schatten van de hindergevoeligheid en de bepaling van een acceptabel hinderniveau gaat het bijna altijd om een intuïtieve benadering.

11 R01 Het aantal geurklachten biedt in de praktijk een goede indicatie voor de door omwonenden ervaren hinder en wordt ook in de Nederlandse emissierichtlijn lucht (NeR) gebruikt om tot een beoordeling te komen. Om die reden zijn de, in dit onderzoek indicatief berekende, geurconcentraties ondanks alle onzekerheden naar onze mening toch goed bruikbaar als voorspeller van eventueel in de toekomst te verwachten geurhinder in het plangebied. Aangezien in de reguliere bedrijfssituatie geen sprake is van geurklachten (ongeveer één per jaar tot 2005 en daarna niet meer), is het aspect geur waarschijnlijk zelfs van ondergeschikt belang voor het optreden van hinder. 6.3 Conclusie De resultaten van het indicatief geuronderzoek, dat zich heeft gericht op de emissies van oplosmiddelen door Ardagh in de huidige bedrijfssituatie (nul-situatie), geven geen aanleiding te veronderstellen dat door de toekomstige bewoners van de nieuw te realiseren woningen geurhinder wordt ervaren. Voor het woningbouwplan Panhuis 4 wordt voor geur namelijk een aanvaardbaar woon- en leefklimaat verwacht. In dat verband bestaat er geen belemmering voor de voorgenomen ontwikkeling. Schoonderbeek en Partners Advies BV De heer ir. R.J.P. Henderickx De heer ir. R. van den Dungen

12 Schoonderbeek en Partners Advies BV R01 Figuur 1 SITUATIE

13 woning grens 1 Woning grens 2 7 woning Luchtkwaliteit - STACKS-G, [versie van Panhuis 4 Veenendaal - model Ardagh geur emissie geurdrempel 2 mg/m3 = 1ouE/m ], Geomilieu V1.91 van model Ardagh geur emissie geurdrempel 18 jun 2012 woning 2 grens 3 woning 3 Gebouw Gebouwbron Grid Gridpunt Toetspunt 0 m 100 m schaal = 1 : 2500 Figuur 2 Schoonderbeek en Partners Advies BV R01

14 Schoonderbeek en Partners Advies BV R01 Figuur 3 CONTOUREN 98 PERCENTIEL In het geel is de 0,5 ou E /m 3 contour weergegeven.

15 Schoonderbeek en Partners Advies bv R01 bijlage 1 Model: model Ardagh geur emissie geurdrempel 2 mg/m3 = 1ouE/m Groep: (hoofdgroep) Lijst van Gebouwbronnen, voor rekenmethode Luchtkwaliteit - STACKS-G Naam Omschr. X Y Hoogte Int. dia. Flux Gas temp. Bedr. uren Geur 1 centraal schoorsteen , ,05 30,00 2,00 41,70 338,0 8424, ,50 2 uitlaat Catox , ,99 8,75 0,50 0,10 499,0 8424,00 19,10 3 Cycloon van lijn , ,09 6,20 0,28 0,40 325,0 8424,00 200,30 4 Cycloon van lijn , ,29 6,20 0,29 0,20 311,0 8424,00 77,00 5 Cycloon van lijn , ,24 13,50 0,18 0,20 313,0 8424,00 51,30 6 geboste ventilatie op zwaartepunt , ,36 9,50 0,30 0,70 285,0 8424,00 524,80 7 afzuiging tapruimte , ,23 5,50 0,75 0,10 285,0 8242,00 0,09 Geomilieu V :56:02

16 Schoonderbeek en Partners Advies bv R01 bijlage 2 Model: model Ardagh geur emissie geurdrempel 2 mg/m3 = 1ouE/m Groep: (hoofdgroep) Lijst van Toetspunten, voor rekenmethode Luchtkwaliteit - STACKS-G Naam Omschr. X Y grens 1 plangrens noord toetspunt , ,69 grens 2 plangrens noord toetspunt , ,38 grens 3 plangrens noord toetspunt , ,95 woning 1 dichtsbijzijnde woning toetspunt nieuw , ,88 woning 2 bestaande woning noord , ,81 woning 3 bestaande woning oost , ,68 woning 4 bestaande woning west , ,59 Woning 5 bestaande woning zuid , ,26 Geomilieu V :56:56

17 Schoonderbeek en Partners Advies bv R01 bijlage 3 Model: model Ardagh geur emissie geurdrempel 2 mg/m3 = 1ouE/m Groep: (hoofdgroep) Lijst van Grids, voor rekenmethode Luchtkwaliteit - STACKS-G Naam Omschr. X-1 Y-1 Min.lengte Max.lengte DeltaX DeltaY X-aantal Y-aantal grid 1 indicatie , ,00 500,00 600, Geomilieu V :57:29

18 Schoonderbeek en Partners Advies bv R01 bijlage 4 Rapport: Resultatentabel Model: model Ardagh geur emissie geurdrempel 2 mg/m3 = 1ouE/m Resultaten voor model: model Ardagh geur emissie geurdrempel 2 mg/m3 = 1ouE/m Naam Omschrijving X-coördinaat Y-coördinaat 98% [oue/m3] grens 1 plangrens noord toetspunt , ,69 0,5 grens 2 plangrens noord toetspunt , ,38 0,4 grens 3 plangrens noord toetspunt , ,95 0,2 woning 1 dichtsbijzijnde woning to , ,88 0,3 woning 2 bestaande woning noord , ,81 0,3 woning 3 bestaande woning oost , ,68 0,2 woning 4 bestaande woning west , ,59 0,2 Woning 5 bestaande woning zuid , ,26 0,5 Geomilieu V :33:50

19 SPA, uw eigen adviseur voor: MILIEU Aanvraag vergunningen (Wabo) ABM toets/proteus II Afvalpreventie onderzoek Akoestisch- en of trillingsonderzoek BBT/IPPC Bedrijfsmilieuplan Biobrandstoffen Bio-energie Brandveiligheid en brandcompartimentering Brzo/VBS Duurzaamheid Energiebesparing onderzoek Externe veiligheid (PR, GR, risico-analyse) Gas/stofontploffing (ATEX) Geurhinder Luchtkwaliteit (NER, BEES, BEMS) Luchtkwaliteit op de werkplek Meldingen activiteitenbesluit (BARIM) Milieuverslagen Milieuzorgsysteem KAM-zorg Onderzoek Luchtkwaliteit Opslag gevaarlijke stoffen Reach Trillingsonderzoek Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) GELUID Advies geluidbelaste locaties Geluidonderzoek agrarische bedrijven Geluidonderzoek BARIM Geluidonderzoek Wabo Geluidwering van gevels Horecalawaai Geluid op de werkplek Productontwikkeling Railverkeerlawaai Referentieniveaumetingen Wegverkeerlawaai Zonering industrieterreinen Herzonering industrieterreinen Dezonering industrieterreinen BRANDVEILIGHEID Beoordeling en advies bestaande situaties Bouwbesluit/bouwvergunning Brand beheersen in grote compartimenten Brandoverslag stralingsberekeningen Industriële brandveiligheid Veilige ontvluchting RUIMTELIJKE ORDENING Archeologisch onderzoek Bestemmingsplanprocedures en projectbesluit Bodemonderzoek Bouwen op milieubelaste locaties Ecologisch onderzoek Externe veiligheid Geluidbelaste locaties Haalbaarheidscan Luchtkwaliteit onderzoek Milieuzonering Omgevingsvergunning Planschade risicoanalyse Quickscan locatieontwikkeling Ruimtelijke onderbouwing Spuitzones agrarische bedrijven Watertoets Weg- en railverkeerslawaai Wet geurhinder en veehouderij BELEIDSADVIES Beleidsregel luchtkwaliteit en RO Duurzaamheidprojecten Gebiedsgericht uitvoeringsgericht Geluidbeleid Geluidkaarten Hogere grenswaarden beleid Milieukundige begeleiding bij ruimtelijke plannen Provinciaal actieplan geluid BOUWADVIES Binnenmilieu Duurzaam bouwen Bouwfysica van gevels en daken Energiezuinigheid (epn) Bouwen op geluidbelaste locaties Contactgeluid Geluid van gebouwinstallaties Geluidisolatie Geluidwering gevels Luchtdichtheid Toetsing Bouwbesluit Vochtbeheersing Zaalakoestiek Zomercomfort. SPA Ede Postbus BJ EDE Klinkenbergerweg 30a 6711 MK EDE T: F: E: SPA Terneuzen Oostelijk Bolwerk GP TERNEUZEN T: F: E: Terneuzen@spaede.nl