Artikel 10.3: De eerste drie zinnen ( Ten teken aangegeven) ) vervallen en worden vervangen door:

Transcriptie

1 Voorstel aan Bondsraad Uitwerking in reglementsartikelen Toelichting 1 De arbiter start de partij met het in werking stellen van de klok van wit, behalve als de zwartspeler er niet is en de witspeler wel. In dat geval wordt de klok van de zwartspeler in werking gesteld. Artikel 10.3: De eerste drie zinnen ( Ten teken aangegeven) ) vervallen en worden vervangen door: Ten teken van het begin van de partij, wordt de klok van de witspeler in werking gesteld, tenzij de zwartspeler niet aanwezig is én de witspeler wel. In dat geval wordt de klok van de zwartspeler in werking gesteld. Voor beide spelers geldt dat de bedenktijd in gaat nadat de eigen vlag is gevallen (danwel dat dit op andere wijze is aangegeven) Artikel 17 letter c lid 3: zwartspeler vervangen door witspeler dan wel zwartspeler. Artikel 19.4: In de eerste zin wordt zwartspeler vervangen door witspeler. De tekst luidt dan: ( ) zoals geregistreerd op de lopende klok van de witspeler ( ). De laatste zin van dit artikel wordt vervangen door: De klok wordt vervolgens weer in werking gesteld op de wijze zoals aangegeven in artikel Artikel 19.5 wordt gewijzigd als volgt: De laatste bijzin ( de lopende klok blijft hierbij lopen ) komt te vervallen. Toegevoegd wordt: de klok wordt vervolgens weer in werking Welke klok moet worden aangezet: - wit en zwart aanwezig: wit - alleen wit aanwezig: zwart - alleen zwart aanwezig: wit - geen van beide aanwezig: wit, waarbij na aankomst van één van beide partijen de verstreken tijd wordt verdeeld. Het begrip aanwezig is gehanteerd in 10.3 naar analogie van hetgeen in 19.4 bedoeld is. Artikel 19.5 heeft de bedoeling om de klok (en dus de bedenktijd) bij overmacht in een dusdanige positie te brengen als ware de betreffende speler aanwezig bij de aanvang van de wedstrijd. Na de correctie wordt de klok weer in werking gesteld conform artikel 10.3, dus de klok van wit wordt aangezet tenzij zwart nog afwezig is.

2 2 In tijdnood wordt alleen de notatieplicht van de betreffende speler opgeschort. 3 Als van beide spelers de notatieplicht opgeschort is, wordt na het vallen van de vlag de notatie door beiden bijgewerkt. De hiervoor benodigde tijd wordt door de arbiter over beide spelersklokken verdeeld. 4 (ingetrokken) 5 (opgenomen bij nummer 17) gesteld op de wijze zoals aangegeven in artikel 10.3 Artikel 11.4: eerste zin wordt gewijzigd in: Indien een speler over minder dan vijf minuten bedenktijd beschikt (tijdnood), wordt de notatieplicht van die betreffende speler opgeschort. Artikel 11.4: De derde zin wordt gewijzigd in: Indien van beide spelers de notatieplicht is opgeschort geweest, wordt de voor het bijwerken van de notatie benodigde tijd door de arbiter gelijkelijk over beide spelersklokken verdeeld. Als van slechts één van beide spelers de notatieplicht is opgeschort geweest, geschiedt het bijwerken van de notatie in de bedenktijd van de speler wiens bedenktijd is verstreken. De formulering beide spelers is vervangen door een speler resp. betreffende speler. Opgeschorte notatieplicht: - beide spelers: benodigde tijd wordt verdeeld. Elkaar helpen is dus toegestaan en wordt ook feitelijk gestimuleerd - één van beide spelers: diegene die in tijdnood zat moet zijn notatie hebben bijgewerkt vóórdat hij mag zetten.

3 6 De remisebepalingen voor 3 maal dezelfde stand en 25 zetten regel in spelreglement opnemen, daar waar ook de 16 zetten regel voor de 1 om 3 en de 5 zetten regel voor 1 om 2 of 1 om 1 staan opgenomen. Dus altijd geldig en niet alleen in wedstrijden met notatie. 7 Het claimen van remise gebeurt door de arbiter erbij te halen. Dit mag ook nadat de speler een zet heeft gedaan, maar dan wel als zijn eigen klok loopt. Artikel 9.2 wordt als volgt uitgebreid: c. dat een stand is ontstaan die reeds twee keer eerder in de partij is ontstaan met dezelfde speler aan zet; d. dat aan weerszijden de laatste vijfentwintig opeenvolgende zetten alleen met dammen is gespeeld en geen stukken zijn geslagen. Artikel 13.3 komt te vervallen; artikel 13.4 wordt vernummerd tot 13.3 en luidt als volgt: In de gevallen, bedoeld in artikel 9.2, wordt de gegrondheid van de remise-eis onderzocht in de bedenktijd van de eiser. Blijkt zijn eis correct, dan is de partij remise, ook al zou de eiser inmiddels de bedenktijd overschreden hebben. Blijkt de eis incorrect, dan wordt de partij voortgezet. Als na het onderzoeken en ongegrond bevinden van de remise-eis de bedenktijd van de eiser inmiddels is verstreken, is artikel 12.1 normaal van toepassing. In artikel 17 c lid 6 wordt gewijzigd in: het onderzoeken van de gegrondheid van een remise-eis volgens artikel 9.2 (artikel 13.3) en artikel (de verwijzing naar artikel 20.5 vloeit voort uit de verwerking van voorstel 16). Het claimen van remise op grond van artikel 9.2.c mag zowel voorafgaand aan het doen van een zet, als ná het doen van een zet, maar wel in de eigen bedenktijd. De oude situatie sub 13.3.b ( na het uitvoeren van een zet ontstaat een reglementaire remisestand ) is nu vervangen door de verplichting éérst de betreffende zet uit te voeren en dan vóór het indrukken van de klok de remise op te eisen.

4 Artikel 13.5 wordt vernummerd tot 13.4 (zie ook voorstel 5/17). 8 Bij bepaalde wedstrijden kan in de wedstrijdbepalingen worden opgenomen dat de arbiter of een door hem aangewezen persoon de plicht heeft in de eindfase van de partij zodanig aantekening te maken van de gespeelde zetten dat hij in staat is om een eventuele remiseclaim te controleren en honoreren. De arbiter tracht het verloop van partijen waarin niet genoteerd wordt, zodanig te volgen dat hij te nemen beslissingen over een reglementaire remise zoveel mogelijk op eigen waarneming kan baseren. 9 Als tijdens de partij blijkt dat het bord verkeerd ligt, wordt de partij ongeldig verklaard en moet opnieuw worden begonnen. Artikel 17 lid c 7 invoegen (nr. 7 wordt nr. 8): het zodanig volgen van het verloop van de partijen waarin niet genoteerd wordt, dat hij te nemen beslissingen over een reglementaire remise zoveel mogelijk op eigen waarneming kan baseren. Artikel 24: artikel 24.6 wordt 24.7; 24.7 wordt 24.8; 24.8 wordt 24.9 en 24.9 wordt Artikel 24.6 toevoegen: In de wedstrijdbepalingen kan worden opgenomen dat de arbiter (of een door hem aangewezen persoon) de plicht heeft in de eindfase van de partij zodanig aantekening te maken van de gespeelde zetten dat hij in staat is om een eventuele remiseclaim te controleren en honoreren. Artikel 7.1: Tweede deel van de zin (na de komma) komt te vervallen. Het artikel luidt dus: Als het bord verkeerd ligt (zie artikel 2.3) is de partij ongeldig en moet opnieuw worden begonnen. Dit voorstel is nu in twee varianten opgenomen: een altijd geldende inspanningsverplichting (in artikel 17) en een resultaatverplichting (in artikel 24) waar de betreffende wedstrijd dit nodig maakt. Indien zich op meerdere borden een tijdnoodsituatie voordoet, moet de arbiter de mogelijkheid hebben om waarnemers aan te wijzen, omdat hij nu eenmaal niet overal aanwezig kan zijn. Hij neemt echter zelf de beslissing en blijft daarvoor als enige verantwoordelijk. In alle gevallen wordt de partij opnieuw begonnen als het bord verkeerd ligt.

5 10 Het notatiebiljet moet duidelijk zichtbaar op tafel liggen en voor de arbiter te allen tijde te raadplegen zijn. 18 Wie zijn notatiebiljet wil vergelijken met dat van zijn tegenstander (mits die accoord gaat!) moet dat doen in zijn eigen bedenktijd. Artikel 11.1: eerste zin aanvullen met: ( ) op een notatiebiljet. Het notatiebiljet moet duidelijk zichtbaar op tafel liggen en voor de arbiter te allen tijde te raadplegen zijn. Het bijwerken van de notatie aan de hand van het notatiebiljet van de tegenstander is uitsluitend toegestaan na diens uitdrukkelijke toestemming en in de eigen bedenktijd. 11 (ingetrokken) 12 Het is verplicht voor de speler die dam haalt zijn schijf te kronen, als onderdeel van zijn zet. (onreglementaire zet). Artikel 3.3 wordt: Een schijf promoveert tot dam als zij de bovenste rij ( damrij ) heeft bereikt en daar tot stilstand komt. De speler wiens schijf tot dam promoveert dient deze schijf in dezelfde zet te kronen door er een schijf van dezelfde kleur bovenop te plaatsen, die vervolgens onder meer voor de toepassing van artikel 6.6 beschouwd wordt als onderdeel van de dam en niet meer mag worden Het kronen moet in dezelfde zet gebeuren. Als de speler dit niettemin accepteert (bijvoorbeeld door het doen van een tegenzet), dan ligt het in de geest van het voorstel dat dan eerst alsnog gekroond moet worden voordat met de dam gespeeld kan worden.

6 13 Het spelen met een niet gekroonde dam is niet toegestaan (onreglementaire zet). 14 Bij het slaan mogen de stukken ook in de tegenovergestelde volgorde worden weggenomen. verwijderd. Deze handeling geldt niet als zet en dient te worden uitgevoerd in de bedenktijd van de betreffende speler (zie artikel 4). Een tot dam gepromoveerde schijf blijft een dam, ook al wordt deze niet gekroond. Artikel 3.4 (nieuw): Het is niet toegestaan met een niet gekroonde dam te spelen. Artikel 6.4 wordt gewijzigd in: Een zet is reglementair indien hij niet in strijd is met de artikelen 3.3, 3.4 en de artikelen 5.1 tot en met 6.3. Artikel 7.2: bij de sterretjes toevoegen: * het niet kronen van een tot dam gepromoveerde schijf * het spelen met een niet gekroonde dam. Daarnaast de eerste zin aanvullen als volgt: ( ) voltooid (zie artikel 3.3, 3.4, 4, 6.4 en 6.7, bijvoorbeeld ( ) Aan de laatste zin wordt toegevoegd: ( ) met uitzondering van het kronen van een tot dam gepromoveerde schijf. Beide spelers mogen, aan zet zijnde, deze fout herstellen. Artikel 6.1 wordt: Elke slag ( ) geslagen. Na de volledige slag worden de geslagen stukken in de volgorde waarin zij zijn geslagen, dan wel Het niet voldoen aan 3.3 (kronen in dezelfde zet) danwel 3.4 (spelen met een ongekroonde dam) is een onreglementaire zet. De tegenstander van de speler die dam haalt mag eisen dat deze speler in diens eigen bedenktijd eerst zijn dam kroont, alvorens hij doorgaat met spelen. Hij kan er ook voor kiezen om zelf de dam te kronen.

7 15 Bij het slaan van een schijf door een schijf mag ook eerst de schijf van de tegenstander worden weggenomen en dan de schijf verplaatst. 16 Bij sneldammen en rapid dammen zonder Fischer systeem heeft de speler met duidelijk voordeel recht op remise en worden bepaalde eindspelen (1 om 1, 1 om 2, 1 om 3 met beiden minstens een dam, mits niet direct winnend) niet gespeeld maar zijn direct remise. 5 Het is niet toegestaan om remise overeen te komen voordat de tegenovergestelde volgorde, van het bord genomen. Het is toegestaan om bij het slaan van één schijf door een schijf, eerst de geslagen schijf van het bord weg te nemen, alvorens de eigen schijf wordt verplaatst. Een slaande schijf ( ) niet tot dam (zie artikel 3.3). Artikel 20.5 wordt toegevoegd: Bij alle wedstrijden met een vaste bedenktijd voor de gehele partij van ten hoogste 30 minuten per speler heeft een speler met een duidelijk voordeel het recht om remise op te eisen. Daarnaast kan in een partijstand waarin beide partijen over tenminste één dam beschikken en géén van beide partijen over meer dan drie schijven of dammen beschikken, één van beide spelers remise opeisen. Dit geldt echter niet als de partijstand een directe winst bevat. Het opeisen van remise geschiedt door (in afwijking van artikel 10.4) de klok stil te zetten en de beslissing van de arbiter in te roepen. In artikel 17 lid c nr. 6(betreffende het onderzoeken van de remise-eis) wordt toegevoegd artikel (Deze wijziging is al opgenomen in het tekstvoorstel bij voorstel 6/7). Noot: op grond van voorstel 7 is artikel 13.5 vernummerd tot De arbitrageregeling ex artikel 20.3 blijft derhalve bestaan, naast deze regeling. Deze regeling geldt alleen voor sneldam- en rapidpartijen en dus bijvoorbeeld niet voor partijen met normale bedenktijd die na het verstrijken van een tijdcontrole in een vaste tijd worden uitgespeeld. Om die reden is een maximale bedenktijd voor de gehele partij van 30 minuten per speler aangehouden. De arbiter dient derhalve bij het beoordelen van de remise-eis na te gaan of sprake is van ofwel duidelijk voordeel, ofwel een remise-eindspel, waarbij geen sprake mag zijn van directe winst voor één van beide spelers. De remise komt derhalve pas tot stand ná beslissing door de arbiter of overeenstemming tussen partijen (dit is in tegenstelling tot 9.2).

8 wederzijds 40 zetten zijn gedaan. 17 Bij het sneldammen mag geen remise worden overeengekomen als er nog meer dan 10 stukken wederzijds op het bord staan. Artikel 13.4: Dit artikel wordt gewijzigd in: Een partij waarin remise wordt overeengekomen voordat wederzijds veertig zetten zijn gedaan, wordt voor beide spelers verloren verklaard. Artikel 13.5 (nieuw): Indien in de wedstrijdvoorwaarden sprake is van ontheffing van de notatieplicht ex artikel 11.1, is artikel 13.4 niet van toepassing, doch wordt in plaats daarvan een partij waarin remise wordt overeengekomen als er wederzijds meer dan 10 stukken op het bord staan, voor beide spelers verloren verklaard. 18 (opgenomen tussen punt 10 en 11 in dit voorstel) 19 Als per ongeluk de positie op het bord wordt veranderd dan kan dit niet worden gezien als een onreglementaire zet of als een verplichting in de zin van aanraken-is-zetten. Toevoegen artikel 6.8: Indien duidelijk blijkt dat de positie op het bord per ongeluk wordt veranderd wordt dit niet gezien als een onreglementaire zet in de zin van artikel 6.4, noch als een een verplichting tot het spelen van een bepaald stuk uit hoofde van artikel 6.6. De arbiter zal e.e.a. in discussiegevallen moeten beoordelen. Het moeten duidelijke ongelukjes betreffen. Voorbeelden zijn: het meenemen van een tweede schijf met een mouw of met de elleboog, het schudden aan de tafel, het laten vallen van een suikerlepeltje op het bord etc. AANVULLING Artikel 17 lid c nummer 8 (oud nummer 7): Dit is geen inhoudelijke maar een

9 wordt gewijzigd in: bij digitale klokken controleren of een Nederlandstalige handleiding in het speellokaal aanwezig is en minimaal eenmaal per uur de resterende bedenktijd van beide spelers noteren. tekstuele aanpassing: zoals het nu in het reglement staat zou ieder uur de aanwezigheid van de handleiding gecontroleerd moeten worden, hetgeen niet nodig is. Door het omdraaien van de bijzinnen wordt dit tekstueel rechtgezet. De cursieve tekst is toegevoegd naar aanleiding van de behandeling in de bondsraad van 24 juni.