WOONVISIE VOORTGANG tot en met 2014

Transcriptie

1 Bijlage 1 WOONVISIE VOORTGANG tot en met 2014 Inleiding Doelstelling Woonvisie Doelstelling van de gemeente Oosterhout is om via een gevarieerd aanbod van woningen de ambities van Oosterhout Familiestad te ondersteunen en te versterken. Op die manier wordt ervoor gezorgd dat Oosterhout een aantrekkelijke woongemeente blijft met een gevarieerd woningaanbod voor alle categorieën inwoners. Reden / doel voortgangsrapportage In de Woonvisie zijn per hoofdstuk aanbevelingen opgenomen die gedurende de looptijd uitgewerkt dienen te worden. Door de voortgang van de Woonvisie tussentijds te rapporteren wordt in beeld gebracht welke aanbevelingen reeds gerealiseerd zijn of wanneer verwacht wordt dat dit plaats zal vinden. De rapportage geeft onze partners zicht op de voortgang binnen het woonbeleid. Per aanbeveling is aangegeven of deze wel, niet of deels behaald is. Iedere afzonderlijke aanbeveling is genummerd in zwarte tekst weergegeven. In een blauwe tekst is de huidige stand van zaken in beeld gebracht. Koppeling met prestatieafspraken Thuisvester In de rapportage wordt bij aantal aanbevelingen verwezen naar de uitwerking in de prestatieafspraken met Thuisvester ( ). Voor de voortgang van deze aanbevelingen wordt in het vervolg verwezen naar de voortgangsrapportage van de prestatieafspraken zelf (zie bijlage 2). Aanbevelingen woningbouwprogramma Gemeentelijke ambitie Een belangrijk onderdeel in de Woonvisie vormt het (meerjaren) woningbouwprogramma. Dit programma geeft niet alleen zicht op het aantal woningen dat aan de woningvoorraad toegevoegd mag worden, maar biedt ook inzicht in de locaties waar gebouwd wordt. Tot en met 2021 mag Oosterhout op basis van de provinciale taakstelling woningen bouwen. Tevens zijn de (richtinggevende) verdelingspercentages in goedkope, middeldure en dure koop- en huurwoningen voor die periode vastgelegd. 1. Jaarlijks vindt er aan de hand van de toetsingscriteria een evaluatie van het woningbouwprogramma plaats, om te bezien of bijstelling van het programma nodig is. Jaarlijks maakt de gemeente in de regio en met de provincie afspraken over het aantal woningen dat de gemeenten de komende 10 jaren aan de voorraad mag toevoegen. Deze afspraken vloeien voort uit de provinciale Verordening Ruimte en zijn mede van belang bij een ruimtelijke ontwikkelingsprocedure voor de toets aan de Ladder voor duurzame verstedelijking ( is er wel behoefte aan deze woningen? ) en worden vastgelegd in het Regionaal Ruimtelijk Overleg (RRO). De uitkomst van de 10-jaarsafspraken wordt met name gevormd door de provinciale bevolkingsprognoses die eenmaal per 3 jaar worden herijkt. Daarnaast speelt het aantal feitelijk opgeleverde woningen (in de 10-jaarsperiode voorafgaand aan de afspraken) een rol in de uitkomst van hetgeen de gemeente aan haar woningvoorraad mag toevoegen. In het najaar van 2014 zijn de uitkomsten van de nieuwste provinciale bevolkingsprognoses gepresenteerd en door de provincie vertaald in aantallen op te leveren woningen per regio en per gemeente. Uitkomst van de nieuwste prognoses is dat onze gemeente de komende 10 jaren (2014 t/m 2023) in totaal woningen aan de voorraad mag toevoegen. Ten opzichte van de afspraken in 2013 (toevoegen woningen) betekent dit een forse teruggang van woningen met in totaal een kleine 400 (omgerekend derhalve 40 per jaar). De in de regio en met de provincie te maken afspraken zijn van belang om in het kader van de evaluatie / voortgang van onze woningbouwplannen te kunnen bepalen of er (getalsmatig)ruimte ontstaat voor nieuwe initiatieven, respectievelijk flexibiliteit binnen het programma. 1

2 Het aantal woningen (en locaties) waar (op dit moment) onherroepelijke bestemmingsplannen voor zijn (en daarmee een directe bouwtitel binnen de 10-jaarsperiode) zo n woningen. Voor wat betreft de (contractuele) afspraken met ontwikkelaars voor (her)ontwikkeling van woningbouwlocaties die nog in procedure gebracht moeten worden, gaat het over zo n woningen (binnen de 10- jaarsperiode). Dit betekent dat er een claim ligt voor zo n woningen terwijl daar volgens de laatste prognoses en op grond daarvan te maken (regionale) afspraken slechts ruimte is voor woningen. De uitkomsten van deze cijfers betekenen dat er (getalsmatig) - de komende tijd - geen ruimte is voor het toevoegen van nieuwe initiatieven. Sterker nog de gemeente zal keuzen moeten gaan maken om de lokale afspraken / ambities meer in lijn te brengen met de provinciale prognoses. Met de regio en provincie is afgesproken dat besluitvorming over de woningbouwaantallen voor de komende 10 jaren zal gaan plaatsvinden in het RRO van juni De gemeente heeft tot die tijd de gelegenheid om aan te geven op welke wijze zij haar (meerjaren) programma meer in lijn van de prognose gaat brengen. Hiertoe zijn al verkennende gesprekken gevoerd met de provincie. Een mogelijkheid die nadrukkelijk verder onderzocht zal worden is het - in overleg met ontwikkelende partijen - verder in de tijd uitfaseren van plannen die nu nog in procedure. gebracht moeten worden. Overigens is te melden dat over 2014 in totaal 252 woningen netto aan de voorraad zijn toegevoegd en er momenteel een kleine 260 woningen in aanbouw zijn. Dit zijn duidelijk meer woningen dat die we de afgelopen jaren hebben gerealiseerd. Zeker kijkend naar de projecten die op dit moment lopen zoals de Contreie en Loevepark. 2. De Woonmonitor wordt als primaire basis voor de differentiatie in de nieuwbouwplannen uit de woningbouwplanning toegepast. De enquête voor de Woonmonitor is in 2014 uitgezet en rapportage vindt in de loop van 2015 plaats. 3. Bij woningbouw de volgende procentuele verdeling en hoofdcriteria (de kwaliteitselementen grondgebonden / gestapeld, huur / koop) en de verschillende prijsklassen toepassen: - 30% goedkoop (indicatief 15% koop en 15% huur) - 40% middelduur (indicatief 30% koop en 10% huur) - 30% duur (indicatief 25% koop en 5% huur) Prijsgrenzen per 1 januari 2014: Koop: Huur: Goedkoop: tot ,- Goedkoop: tot 596,75 Middelduur: ,- tot ,- Middelduur: 596,75 tot 699,48 Duur: vanaf ,- Duur: vanaf 699,48 Bij projectadvisering wordt de differentiatie uit de Woonvisie als richtinggevend per locatie toegepast. Afhankelijk van de locatie (grootte, ligging etc) kan in overleg onder gegronde beredenering van deze differentiatie afgeweken worden. In 2014 zijn geen concrete nieuwe initiatieven in behandeling genomen waardoor de woningdifferentiatie niet is toegepast. In onderstaande tabel is het aantal opgeleverde woningen sinds Ook is het aantal woningen dat per 1 januari 2015 in aanbouw is in beeld gebracht. De toegevoegde woningen zijn als volgt in prijsklasse verdeeld: 2

3 Opgeleverde woningen In aanbouw 2015 huur goedkoop huur middelduur huur duur koop goedkoop koop middelduur koop duur Totaal: De differentiatie is qua procentuele verdeling niet gelijk aan die van Woonvisie (zie aandachtspunt 1). Reden hiervoor is dat afspraken hierover met ontwikkelaars zijn gemaakt, voorafgaand aan het vaststellen van de Woonvisie. 4. De uitwerking van het begrip kwaliteit in regionaal overleg te laten plaatsvinden. In regionaal verband is afgesproken het begrip kwaliteit niet sec verder uit te werken, maar te integreren in de (lokale en regionale) activiteiten om de woningmarkt los te trekken. De basiskwaliteit van iedere woning wordt gevormd door het Bouwbesluit. Daarnaast is door ondertekening van het Convenant duurzaam bouwen een extra kwaliteitsimpuls ingebracht. Het begrip kwaliteit zal daarnaast een plaats krijgen in de (regionale) uitwerkingsopdracht wonen-zorgwelzijn. Vanuit het woningaspect zal hierbij worden gekeken naar geschikt, verzorgd en beschermd wonen. Per 1 januari 2015 heeft een wetswijziging Wmo plaatsgevonden. De gemeente Breda is wettelijk de centrumgemeente voor de opvang van kwetsbare groepen. Binnen de lokale Stuurgroep Maatschappelijk Steun Systeem (MASS) wordt afstemming geregeld van kwetsbare doelgroepen in Oosterhout, mede op basis van het Beleidskader kwetsbare groepen Regio Breda. Sinds het najaar van 2014 wordt in een werkgroep van het MASS de huisvesting van kwetsbare groepen, waaronder via beschermd wonen, nader uitgewerkt op basis van het regionaal beleidskader. 3

4 Doelgroepen en thema s Gemeentelijke ambitie De gemeente wil door middel van een gevarieerd woningaanbod Oosterhout aantrekkelijk houden voor diverse categorieën bewoners. De doelgroepen die extra aandacht nodig hebben zijn de starters, senioren, statushouders en arbeidsmigranten. Via beleid rond de thema s (collectief) particulier opdrachtgeverschap, betaalbaarheid, duurzaamheid en leefbaarheid en met behulp van samenwerking met partners wordt gestreefd naar het verbeteren van de woonkwaliteit in Oosterhout. Aanbevelingen starters 5. In prestatieafspraken met Thuisvester is opgenomen dat 20% van de sociale huurwoningen wordt verhuurd aan starters (18 tot en met 29 jaar). Zie voortgangsrapportage van de prestatieafspraken met Thuisvester (Hoofdstuk 2 Doelgroepen). 6. Met behulp van een pilot met ontwikkelende partijen de mogelijkheden onderzoeken om woningen tot ,- te bouwen. Deze aanbeveling is nog niet uitgewerkt. In het verslagjaar was de gemeente nog geen eigenaar van de gronden om deze pilot uit te werken. De gronden aan de Burgemeester Huijbregts-Schiedonlaan die beschikbaar komen door middel van de onteigeningsprocedure in de Contreie zijn bestemmingsplanmatig bestemd voor CPO-ontwikkeling. De gemeenteraad heeft in september 2013 een bedrag van euro beschikbaar gesteld om via de starterslening voor bestaande woningen starters te ondersteunen bij het verwerven van de eerste koopwoning. Vanaf 1 oktober 2013 tot en met 31 december 2014 heeft de gemeente Oosterhout in totaal 28 startersleningen verstrekt. In het laatste kwartaal 2013 zijn 4 leningen en in 2014 zijn 24 leningen verstrekt. Aanbevelingen senioren 7. Het begrip levensloopbestendigheid : a) toevoegen aan de toetsingscriteria voor het woningbouwprogramma respectievelijk nieuwe initiatieven. b) in regionaal verband nog verder concretiseren. Het toevoegen van het begrip levensloopbestendig als toetsingscriterium voor nieuwe woningbouwinitiatieven kan pas worden geëffectueerd nadat een heldere en toepasbare definitie is vastgelegd. Gelet op de landelijke ontwikkelingen rondom wonen-zorg-welzijn en de in regionaal (West-Brabantse schaal) verband gestarte uitwerkingsopdracht op dit thema, verdient het aanbeveling de begripsuitwerking 'levensloopbestendig' in te kaderen in deze regionale opdracht. Op regionaal niveau is het begrip niet nader uitgewerkt. Op lokaal niveau is in 2014 het begrip levensloopbestendigheid nader besproken met enkele partners, waaronder Thuisvester. Er bleek hieruit voldoende draagvlak om het begrip verder vorm te geven. De deelnemers van het Bouwberaad hebben op 16 oktober 2014 aangegeven dat zij tijdens een volgend Bouwberaad levensloopbestendigheid in de woningbouw willen bespreken en op basis hiervan mogelijk via een te vormen werkgroep nader uit kunnen werken. 8. De behoeften aan de diverse woonvormen onderzoeken. Welke woningen dienen toegevoegd te worden en wat dient er aangepast te worden aan de huidige woningvoorraad? Tot en met 2014 zijn de volgende woonvormen gerealiseerd of wordt bekeken in hoeverre bepaalde locaties geschikt zijn voor de realisatie van een bepaalde woonvorm: -Slotjesveld: Slotjesveste (De Riethorst) is in december 2013 opgeleverd. 4

5 In het kader van de herinvulling van gemeentelijke locaties wordt voor de volgende locatie onderzocht welke woonzorgvoorzieningen er gevestigd kan worden: -Voormalig buurthuis Heidehof / De Wieken: Amarant heeft interesse voor de locatie om een woonzorgvoorziening en onderzoekt de mogelijkheden voor begeleid wonen voor jongeren te realiseren (ter vervanging van een woonvoorziening in Vrachelen 2). 9. Nieuwbouw voor de doelgroep senioren dient geschikt te zijn, zonder dat aanpassingen door middel van individuele voorzieningen op basis van de Wmo noodzakelijk zijn. Status onveranderd ten opzichte van eerste evaluatie: Nieuwbouw voor de doelgroep senioren voldoet aan de normen uit het Bouwbesluit en zal zo veel mogelijk voorzieningen bevatten om nadere woningaanpassingen te voorkomen dan wel het wonen zo gemakkelijk mogelijk te maken. Het aanbrengen van nadere noodzakelijke individuele voorzieningen is overigens nooit volledig uit te sluiten, respectievelijk te voorzien omdat deze afhankelijk zijn van de individuele situatie. Prestatieafspraken met Thuisvester In het kader van de uitwerking van de nu geldende prestatieafspraken (cursieve tekst) zijn met Thuisvester de volgende afspraken gemaakt op het vlak van geschikte woningbouw en de individuele voorzieningen uit de Wmo. Doel hiervan is de zelfredzaamheid van de bewoners te vergroten zodat zij langer zelfstandig te wonen in de bestaande en de nieuwbouw. Zie voor aanbevelingen 9a tot en met 9d de voortgangsrapportage van de prestatieafspraken met Thuisvester (Hoofdstuk 4 Wonen, zorg en welzijn). a. Op basis van het zelfredzaamheidsbeginsel hebben partijen per 1 maart 2012 voor de periode van één jaar een samenwerkingsovereenkomst gesloten voor be- en afhandeling van de woningaanpassingen via de Wmo. De samenwerking betreft eenvoudige woningaanpassingen in het kader van de Wmo, tot een bedrag van 1.250,- per voorziening. In de loop van deze periode zal op basis van een evaluatie bekeken worden of deze aanpak voortgezet, of eventueel aangepast of in onderling overleg (bij beperkt resultaat) stopgezet wordt. b. Partijen maken in 2012 afspraken over hoe er bij nieuwbouw voor de doelgroep senioren ontworpen en gebouwd wordt (onder andere door het vooraf aanbrengen van woningaanpassingen) zodat de woning geschikt is voor de doelgroep senioren. De nadere vormgeving van de afspraak wordt meegenomen bij het uitwerken van het begrip levensloopbestendigheid Zie antwoord bij aanbeveling 7. c. Daarnaast biedt Thuisvester huurders de mogelijkheid om woningaanpassingen- of voorzieningen die buiten de vergoedingen van de Wmo vallen, aan te brengen tegen een redelijke huurverhoging. d. Thuisvester en de gemeente Oosterhout voeren overleg over de toewijzing van vrijgekomen aangepaste woningen met als doel deze woningen beschikbaar te houden voor de doelgroep. Op basis van de Wmo-verordening hebben de gemeente Oosterhout en Thuisvester op caseniveau intensief contact over de aan te passen en al aangepaste woningen. 10. In prestatieafspraken met Thuisvester worden afspraken gemaakt over toepassing van domotica en technologische hulpmiddelen. Zie voortgangsrapportage van de prestatieafspraken met Thuisvester (Hoofdstuk 2 Doelgroepen). 5

6 11. Initiatiefgroepen met een specifieke woonwens faciliteren bij locatiekeuze. Gemeente Oosterhout heeft (in de opstartfase) een groep senioren begeleid die de wens hebben om samen appartementen te realiseren, waarbij zij gebruik zullen maken van gemeenschappelijke ruimten en voorzieningen. De initiatiefgroep wil door samen te leven en te wonen langer zelfstandig wonen. De groep heeft in de loop van 2013 en 2014 met Thuisvester een aantal gesprekken gevoerd met als doel te onderzoeken welke mogelijkheden Thuisvester binnen haar locaties heeft om hen te faciliteren. Door de diversiteit aan woonwensen en mogelijkheden van de initiatiefgroep (uiteenlopend van sociale huur tot en met dure koop) heeft dit initiatief tot op heden nog niet tot een concreet resultaat geleid. De initiatiefgroep is inmiddels in contact getreden met aan aantal in Oosterhout actieve ontwikkelende partijen. Aanbevelingen statushouders 12. In de prestatieafspraken opnemen dat Thuisvester zich zal inspannen om voldoende woningen voor de doelgroep beschikbaar te stellen, zodat aan de taakstelling kan worden voldaan. Zie voortgangsrapportage van de prestatieafspraken met Thuisvester (Hoofdstuk 2 Doelgroepen). 13. Met andere partners / corporaties de bereidheid tot huisvesting van de doelgroep bespreekbaar maken. Gemeente Oosterhout heeft tot en met de eerste helft van 2014 in samenwerking met Thuisvester nagenoeg voldaan aan de taakstelling. In 2014 had de gemeente Oosterhout een taakstelling voor 50 te huisvesten statushouders. Hiervan zijn er 37 gehuisvest. De taakstelling van de overige 13 schuift door naar Gezien de verhoogde taakstelling voor 2015 zal de gemeente Oosterhout in samenwerking met Thuisvester onderzoeken welke alternatieven er zijn om aan de taakstelling te voldoen. Aanbeveling arbeidsmigranten 14. Op basis van de regionale uitwerking zal de gemeente lokaal beleid ontwikkelen en dit toepassen in afspraken met partners, waaronder Thuisvester. Zie voortgangsrapportage van de prestatieafspraken met Thuisvester (Hoofdstuk 2 Doelgroepen). Aanbevelingen (collectief) particulier opdrachtgeverschap 15. Particulier opdrachtgeverschap en CPO nog meer benutten als manier om burgers meer zeggenschap te bieden bij de ontwikkeling van hun woningen op vrije kavels. In de Contreie worden sinds september 2013 in de eerste fase (ten noorden van IJzertijd) 67 kavels te koop worden aangeboden. Op 1 januari 2015 zijn er: - 13 kavels verkocht (waarvan 5 kavels verkocht onder voorbehoud); - 34 kavels in optie. -Om de verkoop te stimuleren biedt de gemeente Oosterhout kavelkopers in de Contreie de helpende hand. De gemeente stelt een kavelcoach beschikbaar die kopers begeleidt in het proces na de aankoop van een kavel, van ontwerp en aanbesteding tot en met het aanvragen van vergunningen. Deze handreiking gaat gepaard met een financiële stimulans. De eerste twintig kavelkopers krijgen een financiële bijdrage van 10% van de kavelprijs, tot een maximum van ,-. Dit bedrag kan aan twee doeleinden worden besteed: 1. Minimaal de helft van de bijdrage is bedoeld als tegemoetkoming in te treffen duurzaamheidsmaatregelen. 6

7 2. Het resterende bedrag is een stimuleringsbijdrage voor de verkoop van de eigen woning. Een eventueel verlies op de verkoop van de woning kan hiermee worden gecompenseerd. -Om beter op de vraag vanuit de markt in te spelen is er in de Contreie herverkaveld. Tien kavels die oorspronkelijk bestemd waren voor vrijstaande woningen en tweekappers zijn herverkaveld ten behoeve van de realisatie van 12 bungalowwoningen, met name voor de doelgroep senioren. Hierin kunnen de primaire woonruimten (woonkamer, slaapkamer, keuken en badkamer en toilet) gelijkvloers worden ingedeeld. 16. Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO) als mogelijk kostenbesparende manier van woningbouw bespreekbaar maken met partners en ontwikkelende partijen, met als uitwerkingsopdracht bekijken waar in het woningbouwprogramma nog ruimte is binnen de verschillende locaties. Na het wegvallen van een initiatief voor starters is in samenspraak met Thuisvester gezocht naar een mogelijke herstart. Er is in 2013 een overeenkomst met Thuisvester gesloten om de mogelijkheden voor CPO in De Contreie verder te onderzoeken. Deze poging heeft vanwege gebrek aan belangstelling niet tot een concreet project geleid. In het eerste kwartaal van 2015 zal duidelijk worden of Thuisvester en de gemeente de overeenkomst voortzetten of vanwege geringe vraag naar CPO zal worden beëindigd. Aanbevelingen om betaalbaarheid te vergroten 17. Maatschappelijk Gebonden Eigendom (waar mogelijk) toepassen in de nieuwbouw. Met Thuisvester de mogelijkheden voor MGE in de bestaande voorraad onderzoeken. Vanaf 1 januari 2014 ontwikkelt Thuisvester woningen voor starters tot maximaal ,-- v.o.n. Het product Maatschappelijk Gebonden Eigendom is wettelijk niet meer toegestaan. Hiervoor in de plaats kunnen koopstarters gebruik maken van de Thuisvester Starterslening of de starterslening van de gemeente. (Hoofdstuk 2 Doelgroepen). Tevens biedt Thuisvester aan zitten huurders de mogelijkheid tot aankoop van de huurwoningen (tegen taxatiewaarde). Bij opzegging van de huur worden deze verkocht (tegen marktwaarde). In de looptijd van de Woonvisie (en prestatieafspraken) verwacht Thuisvester circa 300 bestaande huurwoningen (afhankelijk van complexbeheerplannen) te koop aan te bieden. De taxatiewaarde is hetzelfde als de marktwaarde. Wel kan het zo zijn dat de vraagprijs toch hoger wordt gesteld. In 2012 zijn totaal 31 woningen verkocht, waarvan 2 aan zittende huurders. Gemiddeld liggen de taxatiewaarde en marktwaarde van deze woningen gelijk over In 2013 en 2014 heeft Thuisvester 22, respectievelijk 26 bestaande woningen verkocht. (Hoofdstuk 3 Betaalbaarheid). 18. De doelgroep met een inkomen tussen ,- (prijspeil 2014) en ,- voldoende mogelijkheden bieden binnen: -de vrije huursector (boven 699,48,-): (3). door met Thuisvester te bekijken welke mogelijkheden bestaan om de nieuwe doelgroep beter te faciliteren, bijvoorbeeld door sociale huurwoningen te verhuren net boven de 699,48 en bij nieuwbouw in te zetten op dure huur. (Hoofdstuk 3 Betaalbaarheid). 7

8 -de koopsector: (4). door met ontwikkelende partijen te onderzoeken of het mogelijk is om kwalitatief goede woningen (lees: kleinere woningen) voor maximaal ,- te bouwen. -Met de ontwikkelende partijen die de komende jaren woningen op de markt gaan brengen heeft geen overleg plaatsgevonden over de mogelijkheden voor het realiseren van deze pilot. Dit zou namelijk ten koste gaan van de voortgang van het proces en vertraging van diverse projecten met zich mee brengen. Daar waar de gemeente de komende jaren toekomstige woningbouwgronden in eigendom zal verkrijgen zal voor de ontwikkeling van deze gronden nadrukkelijk worden gekeken naar de mogelijkheden om de pilot uit te voeren. Dit is echter pas mogelijk op het moment dat er nieuwbouwgrond in eigendom is (Zie antwoord bij aanbeveling 6). -De inschrijflijst voor goedkope koopwoningen tot ,- is per 1 januari 2015 opgeheven, waardoor alle inkomensgroepen in aanmerking komen voor een goedkope koopwoning. Thuisvester biedt sinds medio 2012 een starterslening aan voor nieuwbouwwoningen om koopstarters meer mogelijkheden te bieden. Inzet van de starterslening voor nieuwbouwwoningen in de Contreie en Nijenrode wordt overwogen. (Hoofdstuk 2 Doelgroepen) Aanbevelingen op het gebied van duurzaamheid 19. Het regionaal ambitieniveau als basis laten gelden voor lokale afspraken. (Hoofdstuk 1 Woningvoorraad) 20. Bij nieuwbouwprojecten met meer dan 200 woningen in overleg met ontwikkelende partijen streven naar 7-8 EPL (Energie Prestatie op Locatie). Bij projecten met meer dan 200 woningen wordt conform het Milieubeleidsplan vooraf een energievisie opgesteld. Hierbij dient een kanttekening te worden geplaatst bij het aantal van 200 woningen omdat projecten van dit aantal woningen in Oosterhout nauwelijks nog zullen worden gerealiseerd. Tevens worden aan de hand van het convenant duurzaam bouwen via het toepassen van de GPRmethodiek de duurzaamheidsambities nagestreefd. 21. Met partners en corporaties op het gebied van duurzaamheid afspraken maken die concreet en meetbaar zijn. Uitwerking: met Thuisvester het thema duurzaamheid in prestatieafspraken opnemen. (Hoofdstuk 1 Woningvoorraad) 22. In de prestatieafspraken met Thuisvester woningverbetering en onderhoud opnemen om woningen qua duurzaamheid te verbeteren en om lagere energielasten te bewerkstelligen. (Hoofdstuk 1 Woningvoorraad). 8

9 Aanbevelingen om samenwerking op regionaal en lokaal vlak te bevorderen 23. Het aangaan en onderhouden van allianties voor verdere concrete samenwerking op het gebied van het woonbeleid. -Op het vlak van het woonbeleid wordt binnen een aantal verbanden samengewerkt. Afhankelijk van het thema wordt binnen de Regio West-Brabant, de gemeenten Etten-Leur en Breda (BOEL-overleg) en in de Amerstreek met Drimmelen en Geertruidenberg samengewerkt. -De Regio West-Brabant stelt jaarlijks samen met de provincie een regionale agenda op, waarin uit te werken onderwerpen op het gebied van het wonen worden opgenomen. -Het Bouwberaad West-Brabant vond in oktober 2014 plaats. Regionale marktpartijen, gemeenten en provincie Noord-Brabant namen de aanwezigen mee in de laatste ontwikkelingen op de West- Brabantse woningmarkt. Onderwerpen die aan bod zijn gekomen zijn onder andere de doorstroming op de woningmarkt en de positie van corporaties. -De Denktank Wonen (vanuit de Regio West-Brabant) wil op een innovatieve wijze de regionale opgaven onderzoeken en daar verantwoordelijkheid voor nemen. Thema s die besproken worden zijn onder andere De ladder voor duurzame verstedelijking, energietransitie, de rol van overheden en corporaties en de kwalitatieve en kwalitatieve afstemming van de woningbouwplannen. Wethouder Wonen maakt deel uit van de Denktank Wonen. 24. Het instellen van een Bouwberaad waarin twee maal per jaar de voortgang van de Woonvisie en andere actuele thema s uit het wonen besproken worden. -Op 20 november 2013 vond het tweede Bouwberaad plaats. Tijdens dit Bouwberaad is ingegaan op een aantal activiteiten die in Oosterhout actieve marktpartijen ondernemen om de woningmarkt van een impuls te voorzien. Op basis van een groepsdiscussie is de werkgroep voor het Startersportaal in het leven geroepen. Op dit portaal staat handige informatie voor starters die een huur- en koopwoning zoeken. -De eerste resultaten van de werkgroep Startersportaal zijn besproken tijdens het derde Bouwberaad wat plaatsvond op 24 februari De werkgroep bestaande uit Oosterhoutse marktpartijen die samenwerken om de starters op de woningmarkt beter te informeren heeft haar eerste bevindingen gepresenteerd. Ook werd de middag benut om nieuwe leden voor het Startersportaal voor het Startersportaal te werven. Tevens is er ingegaan op de rol van de media ten aanzien van de berichtgeving over ontwikkelingen op de woningmarkt. Het thema levensloopbestendig bouwen is eveneens besproken. -Op 16 oktober 2014 heeft het vierde Bouwberaad plaatsgevonden. Tijdens dit Bouwberaad is officieel geopend en online gegaan. De ontwikkelingen op de Nederlandse woningmarkt gepresenteerd door de heer van Hoek, directeur van het Economisch Instituut voor de Bouw. Naar aanleiding van de presentatie vond een discussie plaats. De deelnemers van het Bouwberaad hebben aangegeven dat zij tijdens een volgend Bouwberaad levensloopbestendigheid in de woningbouw willen bespreken. Naar verwachting zal het volgende Bouwberaad in het voorjaar van 2015 plaatsvinden. 9

10 25. De samenwerking met Thuisvester via prestatieafspraken verder vormgeven en jaarlijks monitoren / evalueren en waar nodig de afspraken bijstellen. Op 16 juli 2012 zijn de prestatieafspraken met Thuisvester ondertekend. De prestatieafspraken zullen ieder jaar in het derde kwartaal gemonitord / geëvalueerd worden. De resultaten hiervan zullen met de raad worden gedeeld. De voortgang van de prestatieafspraken is in het voorjaar van 2014 gerapporteerd en per brief aan de raad aangeboden. Gezien de directe koppeling tussen de Woonvisie als beleidsnota en de uitwerking van een deel van deze aanbevelingen in de prestatieafspraken met Thuisvester zal de voortgang vanaf 2015 jaarlijks gelijktijdig met de Woonvisie worden gerapporteerd. De prestatieafspraken die in de Woonvisie opgenomen zijn, zijn eenmalig in de eerste tussentijdse voortgangsrapportage van de Woonvisie besproken. Vanaf deze rapportage zal de voortgang van deze aanbevelingen in beeld gebracht worden in de rapportage van de prestatieafspraken (over het voorafgaande jaar 2014). Conclusie: De aanbevelingen die in de Woonvisie opgenomen zijn voor het merendeel in uitvoering, of zijn inmiddels afgerond. Uit de voortgang van de aanbevelingen uit de Woonvisie tot en met 2014 blijkt dat het gevoerde beleid effect heeft. Omdat het woonbeleid een continu proces is zal een deel van de aanbevelingen nooit volledig af zijn maar gedurende de looptijd van de Woonvisie terug blijven keren of door blijven lopen. De doelstelling van de gemeente Oosterhout om een aantrekkelijke woongemeente met een gevarieerd woningaanbod voor alle categorieën inwoners te zijn en te blijven wordt via de uitwerking van deze aanbevelingen nagestreefd. Gemeente Oosterhout zal via doorlopende inspanningen via haar woonbeleid deze doelstelling blijven nastreven en zal dit doen in overleg samenwerking met haar partners, met name met Thuisvester en de onderlinge prestatieafspraken. 10