Het. Nuttige-info-boekje

Transcriptie

1 Het Nuttige-info-boekje

2

3 Nuttige-info-boekje 1 1 De KKK2009 Geachte KKK2009-deelnemers, Net als in de vorige edities van de Klim Kampeer Kampioenschappen ( ) zullen jullie je ook nu weer gesteund weten door het onvolprezen KKK2009-nuttige-infoboekje. Lees het door en laat alle nuttige info tot in je diepste poriën doordringen, zodat je op het KKK-weekend alle beproevingen fluitend doorstaat. De opzet van het weekend is beschreven in de volgende paragrafen. Lees deze info zorgvuldig door en let vooral op de samenvatting, daar hier de te ondernemen acties nog eens kort op een rijtje zijn gezet. 1.1 De opzet van de KKK2009 Vrijdag 5 juni worden alle equipes vanaf 19:00 uur op de KKK-locatie verwacht. Na op het terrein te zijn gearriveerd wordt elke equipe geacht een locatie te zoeken voor het opzetten van een basiskamp. 's Avonds wordt in ieder geval de tent opgezet zodat er kan worden overnacht. Is er tijd over om meer terrein op te bouwen dan kan dat. Hiervoor is echter ook nog de zaterdagochtend ingeruimd. De rest van de avond valt buiten de selectieprocedure, zodat er ongedwongen kennis gemaakt kan worden met een ieders rivalen. 1.2 Het basiskamp Zaterdagochtend, als vermeld, wordt het basiskamp verder opgezet door de equipes. Een basiskamp bestaat uit de volgende onderdelen: Een tent Een tafel om aan te eten Een vuurtafel om aan te koken Overig: een zeiltje boven tafel en vuurtafel, een plek voor de equipe-kist en een ton water Alles dient te worden gebouwd met de door ons geleverde pionierpalen en touwen. Voor enkele voorbeelden verwijzen we naar het katern "Spoedcursussen" Alle materialen (hout, touw, tent, kist) worden door het O.O. verstrekt.

4 2 1.3 KKK2009 Presentatie Op enig moment in het weekend zullen de equipes zichzelf moeten presenteren. In 5 minuten (en niet meer) zal je equipe zich moeten profileren en verklaren wat de sterke en zwakke kanten zijn en waarom je denkt deze wedstrijd te gaan winnen. 1.4 De kennistest Een van de onderdelen van het welbekende I.K.W.-model is het testen van de ontwikkeling van de kandidaten. Om dit te testen zal er een vragenronde worden gehouden, waarin aandacht zal worden besteed aan de volgende onderwerpen: -Atletiek -Slowakije -Insecten -De gouden eeuw -Licht 1.5 De maaltijd Zaterdagavond dient er per equipe een warme maaltijd op houtvuur klaar gemaakt te worden. Deze maaltijd kan punten scoren door een hoge mate van inventiviteit, maar zal tenminste moeten bestaan uit: Eventueel een voorgerecht Een lekker stuk vlees (of alternatief daarvoor) Verse groenten (dus geen blik) Aardappelen, rijst, pasta, o.i.d. Een nagerecht Uiteraard mag er ook een originele saus bij de pasta of rijst worden gemaakt. Echter het gebruik van pakjes en potjes is taboe, ook zelf geprefabriceerde klare maaltijden zijn uit den boze. Nogmaals: originaliteit scoort! Tijdens het eten komt er iemand van het O.O. langs om wat te komen proeven. Voor de rest van het weekend hoef je niets specifiek voor te bereiden. Tenzij je de tochttechnieken nog even wilt doornemen.

5 Nuttige-info-boekje 1.6 De te ondernemen acties samengevat: Vrijdag 5 juni 2009 vanaf 19:00 uur verzamelen. Zaterdag de equipe voorstellen (denk aan de naam) Zaterdagavond een warme maaltijd bereiden op houtvuur (vergeet geen boter, zout, e.d.) Wat neem je mee: Slaapzak, luchtbed, toiletspullen enzo 3 broodmaaltijden Theedoek (gewoon om mee af te drogen) Een klapstoeltje, tenzij je op de grond wilt zitten Je zwemspullen (geen flauw geintje) Een klaver-aas De ingrediënten voor de warme maaltijd van zaterdag 1.7 De kosten De inschrijfkosten van dit weekend zijn gesteld op 20,- per persoon. De overige kosten bestaan uit de warme maaltijd die je met de equipe moet verzorgen. De benzine die wordt verreden moet je zelf verrekenen met je meelifters. Zorg dus dat je met een volle tank vertrekt. Verder zullen de genuttigde dranken (fris of bier) betaald moeten worden volgens hetzelfde principe als de after-groepsraad of de vervolgavonden. 3

6 4 KKK2009

7 Nuttige-info-boekje 5 2 Spoedcursussen 2.1 Pionieren Bij de opbouw van je kampterreintje op de KKK2009 maak je hoofdzakelijk gebruik van de KRUISSJORRING. Een kruissjorring begin en eindig je met een MASTWORP, daarom hier eerst iets over: Een mastworp wordt gebruikt om een touw aan een paal vast te maken. Je kunt een mastworp op verschillende manieren maken. De eerste manier zie je in figuur 2.1 Figuur 2.1: De mastworp een mastworp die om een paal wordt gelegd, heeft vaak de neiging om weer los te gaan zitten. De versie die beter blijft zitten is de MASTWORP MET VOORSLAG. (Zie fig. 2.2) Het verschil met de mastworp zit in het begin. Er wordt twee keer om de paal heen gedraaid in plaats van één keer bij de mastworp. Met behulp van deze worp kun je een touw stevig aan een paal bevestigen zonder dat de worp gaat verschuiven als er een kracht op wordt uitgeoefend. Let er bij beide mastworpen op dat je ze precies volgens de tekeningen legt, de twee uiteinden moeten daarbij tussen de andere windingen terechtkomen en niet ernaast. Om te kijken of je de worp goed hebt gelegd trek je de uiteinden tegen de trekrichting in zoals die staat aangegeven in de tekening, de mastworp mag dan niet losschieten.

8 6 KKK2009 Figuur 2.2: Mastworp met voorslag Dit was slechts het begin, nu komen we bij de eigenlijke kruissjorring. De kruissjorring is uitstekend geschikt voor het maken van dwarsverbindingen en kan veel kracht verwerken, als hij tenminste goed wordt uitgevoerd. Je begint de kruissjorring met een mastworp. De mastworp moet een deel van de druk kunnen opvangen. Komt de druk op de horizontale paal van boven, dan komt de worp net onder de horizontale paal op de verticale paal te zitten. Je slaat het touw nu drie of vier keer om de palen heen zoals in figuur 2.3 is aangegeven. Leg elke slag netjes naast de vorige slag en trek elke slag aan. Figuur 2.3: Begin van een kruissjorring Daarna ga je WOELEN, je slaat het touw tussen de palen door om de slagen heen. Elke woeling trek je weer strak aan, je maakt net zoveel woelingen als slagen. Zie ook figuur 2.4.

9 Nuttige-info-boekje 7 Figuur 2.4: Woelen Tot slot werk je de sjorring af met een mastworp op de horizontale paal. Let er tijdens het leggen van de hele sjorring op dat je het touw goed onder spanning houdt, anders wordt de sjorring nooit stevig. De laatste mastworp die je nu gelegd hebt is van redelijk cruciaal belang, deze wordt echter door menigeen verkeerd gelegd. Controleer de laatste mastworp door het uiteinde van het touw tegen de windingen in te trekken. Net als de eerste mastworp mag ook deze niet losschieten. E.e.a. moet er uitzien als in figuur 2.5 Figuur 2.5: De eindknoop Bij het sjorren van een tafel zul je een horizontale paal aan een flinke boom moeten bevestigen, dit gaat vrijwel precies hetzelfde in zijn (m/v) werk. De mastworp aan het begin wordt dan echter niet om de boom gelegd, want dan zou er weinig van de worp over blijven. Begin hier dus de sjorring met een mastworp om de horizontale paal. In de figuren 2.6, 2.7 en 2.8 staat e.e.a. uitgetekend zoals de keuken-onderdelen er ongeveer uit moeten komen te zien.

10 8 Figuur 2.6: De vuurtafel KKK bouw een frame als hiernaast. 2. leg hierop een vloertje van stevige takken. 3. steek ergens een aantal plaggen uit de grond en leg ze op de tafel. (gras aan de onderzijde) 4. indien er geen plaggen mogen worden gestoken, kan dit onderdeel worden vervangen door een halve ton. 5. bedek het geheel met zand. Figuur 2.7: De vuurtafel in vol ornaat Figuur 2.8: De tafel span er een zeiltje boven, neem hiertoe één van de staanders iets langer. (3 meter) plaats het geheel op een open plek. De horizontale balken moeten op ongeveer kniehoogte komen, anders kun je uiteindelijk niet meer in de pan kijken.

11 Nuttige-info-boekje Het kompas De basis Om te beginnen volgen hier een paar punten waar je op moet letten als je nauwkeurig kompas wilt schieten: Je moet het kompas (als je aan het schieten bent) altijd horizontaal houden, anders kan de naald niet vrij draaien en wijst hij niet precies naar het noorden. Je moet er op letten dat er geen grote magneten in de buurt zijn (bijvoorbeeld een trafo-huisje) omdat die de kompasnaald natuurlijk ook aantrekken. Ook metalen voorwerpen als een flinke pen zijn van invloed. Op de kompassen die wij gebruiken (vloeistofkompassen van het merk Recta) zit een draaibare ring, dit noemen we de kompasroos. Op de kompasroos staan een aantal streepjes aangegeven, tussen twee streepjes zit steeds 2º. De hele kompasroos is in 360º verdeeld. Er staan ook een aantal wit-gele streepjes op de kompasroos, we gebruiken alleen de twee streepjes die vlak naast elkaar staan. Hier past precies de kompasnaald tussen. Als je het kompas ondersteboven houdt en je kijkt goed, dan zie je een klein zwart pijltje zitten. (zie figuur 2.9 ) Dit pijltje draait niet mee als je aan de kompasroos draait. Verder zit er in het doosje ook nog een spiegeltje, dit gebruik je als je aan het kompasschieten bent om tegelijkertijd vooruit te kijken en op te letten of de kompasnaald wel tussen de streepjes staat. Figuur 2.9: Het kompas (onderste-boven)

12 10 KKK2009 Wat moet je nu doen om bijvoorbeeld 120º te schieten: Stel het aantal graden op het kompas in met de kompasroos, let op: De cijfers die bij de streepjes staan zijn gedeeld door 10, je stelt dus in op 12. Draai de kompasroos tot de 12 boven het kleine zwarte pijltje staat. Hou het kompas met gestrekte arm voor je (zie figuur 2.10 ) en draai rond je as totdat de rode punt van de kompasnaald tussen de twee witte streepjes staat. Als je nu over het kompas heen kijkt (door de groef die ervoor gemaakt is) kijk je precies naar de weg die je in moet lopen. Figuur 2.10: Het kompasschieten Hemelsbreed schieten Dit wordt ook wel de kompasdoorsteek genoemd. Je gebruikt deze techniek om grote open terreinen over te steken. (Ook wel eens door een dichtbegroeid stuk bos) Je moet bijvoorbeeld 80º schieten over een stuk open veld totdat je een weg tegenkomt. Je neemt nu je kompas en schiet 80º. Vraag één van je (vele) makkers of hij (m/v) een flink stuk vooruit wil lopen in de goede richting. Als hij een goed eind weg is blijft hij staan en dan stuur je hem naar links of naar rechts zodat 'ie precies op 80º staat. Als dat gelukt is gaan jullie allemaal naar je makker en doe je het nog een (paar) keer, totdat je het punt hebt bereikt.

13 Nuttige-info-boekje Kaartlezen We zullen er hier maar van uit gaan dat je al vaker een kaart voor je neus hebt gehad en dat je dus weet wat bepaalde kleuren, tekens en lijnen. betekenen. (Dit kan je natuurlijk ook in de legenda vinden) Waar we het hier over gaan hebben is het gebruik van coördinaten, het oriënteren van de kaart en het uitzetten van een lijn onder een bepaalde hoek op de kaart Coördinaten Je hebt ze vast wel eens gezien: de horizontale en verticale lijnen op de kaart. Ze vormen van die mooie hokjes waar je zo lekker lang in kan zoeken naar een bepaalde straat. Welnu... op de stafkaarten die we bij de KKK2009 gebruiken (en die verder overal bij scouting worden gebruikt) hebben al die lijnen een NUMMER, hiermee en met de KAARTHOEKMETER kunnen we elk punt op de kaart tot op de vierkante millimeter nauwkeurig beschrijven. We volgen dan de regels zoals die in de brugklas tijdens de wiskundelessen zijn geleerd: Het eerste getal geeft de waarde op de horizontale lijn aan (De X-as) en het tweede getal geeft de waarde op de verticale lijn aan (De Y-as). We beginnen met een simpel voorbeeld: In figuur 2.11 staan vier coördinaten uitgetekend. Figuur 2.11: Coördinaten

14 12 KKK2009 Dit was natuurlijk nog makkelijk te volgen, maar we zijn er ook nog niet. Met dit systeem kan je alleen nog maar de kruispunten van de lijnen weergeven, wil je ook de punten tussen de lijnen aangeven, dan zal je preciezer te werk moeten gaan. Dat doen we dus als volgt: In figuur 2.12 staan een aantal coördinaten gegeven die niet op een kruispunt vallen. Figuur 2.12: Nog meer coördinaten Hoe zoek je zo'n punt nu op: Hier komt de kaarthoekmeter in het spel. De kaarthoekmeter is een doorzichtig stukje plastic waarop een gradenboog (gebruiken we zelden) en een aantal maatverdelingen staan. Er zijn twee maatverdelingen, behorend bij de schalen 1:25000 en 1: In figuur 2.13 staat zo'n ding afgebeeld en je kan meteen zien hoe je hem moet gebruiken.

15 Nuttige-info-boekje 13 Figuur 2.13: De kaarthoekmeter (in gebruik) Nu kunnen we dus elk punt op de kaart beschrijven, een coördinaat zal er dan bijvoorbeeld zó uitzien: Om het nu allemaal iets moeilijker te maken zijn er verschillende manieren om zo'n coördinaat op te schrijven: zonder tussenstreepje de eerste cijfers later we weg (zo'n eind gaan we toch niet weg) zoals hierboven, maar dan zonder tussenstreepje. DECFJ-EIGDE zoek dit zelf maar uit. Dit wetende kan je zonder problemen elk willekeurig coördinaat op elke willekeurige kaart opzoeken: Kinderspel dus Het oriënteren van de kaart Ofwel: De kaart op het noorden leggen. Waarom zou je de kaart op het noorden leggen? Stel nu dat je in een donker bos midden op een lang recht pad bent uitgekomen en je ziet geen herkenningspunten. (Niet ondenkbaar als wij de tocht hebben uitgezet.) Je hebt een kaart bij je en je hebt een

16 14 KKK2009 coördinaat gekregen waar je je op de kaart bevindt. Dit punt kan je nu feilloos vinden. Je moet nu waarschijnlijk naar een ander punt op de kaart lopen en je hebt de kortste route op de kaart uitgestippeld. Welke kant moet je nu uitlopen? (Als je midden op een lange weg staat kan je twee kanten op.) Wanneer je de kaart op het noorden legt lopen alle wegen op de kaart precies in dezelfde richting als ze in werkelijkheid ook doen, zo ook het pad waar je op staat en je weet dus welke richting je moet lopen. Je gaat als volgt te werk: Alle verticale lijnen op de kaart wijzen naar boven naar het noorden. (voor de krentenwegers: Oké, niet precies) Stel nu je kompas in op 0º(het noorden) en leg je kompas strak langs een verticale lijn. Draai nu net zolang met de kaart (met het kompas erop) tot de kompasnaald tussen de twee witte streepjes staat. (zie: Het kompas, vanaf pag.9) That's it, nu is de kaart georiënteerd Een lijn op de kaart Stel je weer eens voor: Je staat aan de rand van een grote open vlakte. (Bijvoorbeeld een heideveld) Op de kaart heb je gevonden waar je staat en waar je heen moet, je kan nu echter niet netjes de paden volgen want die zijn er niet. Hoe ga je te werk: Je legt de kaart op het noorden zoals hiervoor beschreven staat. (Zorg er vanaf nu voor dat de kaart niet meer verdraait!) Trek nu een lijn tussen het punt waar je staat en het punt waar je heen moet (de lijn die je dus moet gaan lopen), leg het kompas langs deze lijn en draai net zo lang met de KOMPASROOS (dus niet met het kompas of de kaart!!!) tot de witte streepjes om de rode punt van de kompasnaald liggen. Voor de duidelijkheid: de kompasroos is de draaibare ring op het kompas. Nu mag je het kompas van de kaart nemen en kijken op welke waarde je het kompas hebt ingesteld, in deze richting moet je dus de vlakte oversteken. (Zie ook: Hemelsbreed schieten vanaf pag.10)

17 Nuttige-info-boekje Tochttechnieken De stripkaart Een van de makkelijkste tochttechnieken waar toch de meeste fouten mee worden gemaakt is de stripkaart. Als je echter goed snapt waar je mee bezig bent, is er geen kunst meer aan om zonder fouten een stripkaart van begin tot eind te lopen. Hoe ontstaat nu een stripkaart? Simpel... Figuur 2.14: Ontstaan van een stripkaart Figuur 2.14 geeft een stukje Oudhollands landschap waarop gestippeld de route staat aangegeven die je moet lopen. Die route wordt nu getekend en daarbij worden alle zijwegen aangegeven. Nu pakken we het begin en het eind van de route en trekken hem tot een rechte lijn. Dat is alles! Wat we nu hebben is een rechte lijn waar alle wegen opstaan die we NIET in moeten slaan, gesnapt? (Geeft niks, lees verder) Een stripkaart begin je altijd aan de onderkant te lezen en elke kruising of zijweg staat aangegeven. Bij elke kruising, zijweg of splitsing moet je je dus afvragen: Hoeveel wegen moet ik aan mijn linkerhand laten liggen? Hoeveel wegen moet ik aan mijn rechterhand laten liggen? Ruiterpaden worden NIET aangegeven op een stripkaart, tenzij anders vermeld. Om een voorbeeld te geven: (figuur 2.15) Je komt op een kruising

18 16 KKK2009 en op de stripkaart staan twee streepjes aan de linkerkant, wat dus betekent dat je twee wegen aan je linkerhand moet laten liggen, dus ga je naar rechts. Bekijk zelf de overige voorbeelden. Figuur 2.15: Voorbeelden stripkaart Figuur 2.16: Voorbeelden kruispuntroute De kruispuntroute Ook dit is een simpele tochttechniek, behoeft ook weinig uitleg. Bij de kruispuntroute worden gewoon alle kruisingen, splitsingen en zijwegen getekend die je op de tocht tegenkomt en daarin staat netjes de richting aangegeven die je op moet gaan. De kruispuntroute is nauw verwant aan de volgende tochttechniek: De kruispunt-pijltje-route Dit is precies hetzelfde principe als de kruispuntroute, met het verschil dat

19 Nuttige-info-boekje 17 alle kruisingen met de te lopen richtingen niet levensecht worden getekend, maar geschematiseerd worden weergegeven. In figuur 2.17 staat een voorbeeld van een kruispuntroute met een kruispunt-pijltje-route ernaast. Figuur 2.17: Verschil kruispuntroute met kruispunt-pijltje-route Bolletje-pijltje Dit wordt ook wel de bolletjes-route genoemd. Voor deze tochttechniek is enige kennis van de windrichtingen nodig, ook moet je met een kompas om kunnen gaan. Wat is namelijk het geval: Per kruising en zijweg die je op de route tegenkomt krijg je een aantal tekens gegeven. Het geheel kan er uitzien als in figuur Figuur 2.18: Voorbeeld Bolletje-pijltje-route

20 18 KKK2009 De betekenis van de bolletjes is: streepje omhoog: Noord streepje naar rechts: Oost streepje naar beneden: Zuid streepje naar links: West Je leest de tekens van onder naar boven. Er staat dus: NNO (1); ONO (2); ZW (3); 0 (4). Wat moet je dus doen: Je komt op een kruising en de bolletje-pijltje-route zegt NNO; Dit is 22,5º, dit stel je in op je kompas en je schiet, je zal zien dat je precies (of bijna precies) naar een weg wijst en deze moet je dus inlopen tot je weer een zijweg tegenkomt. Vervolgens lees je de tweede bolletje-pijltje-combinatie en doe je hetzelfde, etc, etc, etc... Voor degenen die nog niet zo vertrouwd zijn met de windrichtingen staan in figuur 2.23 op pagina 20 alle windrichtingen met het bijbehorende aantal graden De vliegkoers Hoe een vliegkoers eruit ziet zie je in figuur Figuur 2.19: Vliegkoers Ook hiervoor heb je het kompas nodig. Wat moet je hiermee namelijk doen: Je begint links te lezen, er staat 40º, tussen de twee punten ligt een lijnstuk van 2cm (Dit meet je op met de kaarthoekmeter), de schaal is 1:1000 dus 2cm is 20 meter in werkelijkheid. Je schiet nu met je kompas 40º en loopt 20 meter, dan schiet je 325º en je loopt 1,5 maal 1000cm = 15 meter. Zo ga je de hele vliegkoers af. Het is wel belangrijk dat je de lijnstukjes een beetje precies (... ) opmeet, anders kan het wel eens voorkomen dat je de verkeerde weg inloopt als er twee vlak naast elkaar liggen.

21 Nuttige-info-boekje De kruispeiling Dit is een tamelijk ingewikkelde techniek, die je in de praktijk vrij weinig toe zal kunnen passen, omdat je niet ver genoeg kunt kijken. Je maakt namelijk gebruik van de herkenningspunten uit de omgeving om te bepalen waar je staat op de kaart. De werking zal worden uitgelegd aan de hand van een voorbeeld: (zie ook figuur 2.20) Wanneer je een kaart van de omgeving hebt en je niet weet waar je je op die kaart bevindt, probeer dan tenminste twee herkenningspunten te vinden. Vooral kerktorens zijn erg bruikbaar omdat ze op de kaart zijn terug te vinden. (zie hiervoor de legenda van de kaart) Wat doe je nu: Je kijkt met je kompas op hoeveel graden deze herkenningspunten liggen. Stel nu dat de twee punten op 57º en op 306º liggen, trek dan twee lijnen op de kaart in deze richtingen. (Zie hiervoor de paragrafen Het oriënteren van de kaart en Een lijn op de kaart op resp. de blz. 13 en 14 ) Nu ben je klaar, want daar waar de lijnen elkaar kruisen bevind je je. Figuur 2.20: Voorbeeld kruispeiling

22 KKK2009 Het oleaat Hiervoor heb je je kennis nodig van de kaart. Je krijgt een stukje doorzichtig papier met een route erop. Hier kun je aanvankelijk niets mee, want er staat verder niets op. (Waar is het noorden, zijn er nog zijwegen, enz.) Als het goed is heb je een kaart bij je van het gebied waar je loopt, anders krijg je er één bij het oleaat. Je schuift nu net zo lang met het papiertje over de kaart tot je de route op de kaart hebt gevonden. Meestal krijg je een gekopieerde kaart mee en daar kan je dus de route gewoon op uittekenen. Vanaf nu is het niets anders dan een tocht lopen met behulp van de kaart. Wat je hierbij moet doen (zoals: de kaart op het noorden leggen) staat allemaal beschreven vanaf bladzijde 11. Er zijn natuurlijk verschillende moeilijkheidsgraden, zo kan je een oleaat krijgen met alleen de te lopen lijn (de moeilijkste) maar er kan ook een coördinaat bijgegeven worden, of een pijl die naar het noorden wijst. Het scheelt natuurlijk ook of je de kaart van Nederland moet afzoeken of de kaart van Oudwijk-noord De klokken-tocht Hier kunnen we kort over zijn, als de klok op 3 uur staat ga je naar rechts, 6 uur is rechtdoor en 9 uur is linksaf. Staat de klok op 12 uur, dan ben je aan het einde van de tocht. In figuur 2.21 staan enkele mogelijkheden afgebeeld. Figuur 2.21: Mogelijkheden klokkentocht De smiley-tocht Ook dit is niet zo moeilijk, volg de richting van de ogen, als het poppetje naar beneden kijkt ga je rechtdoor. Kijkt het poppetje naar boven, dan is dat het einde van de tocht. Zie ook figuur 2.22.

23 Nuttige-info-boekje 21 Figuur 2.22: Voorbeelden Smile-tocht De rest Er zijn natuurlijk vele variaties te bedenken op deze tochttechnieken, vaak is het geheel dan in een puzzeltje verwerkt. Zo is er bijvoorbeeld het coördinatendoolhof waar je eerst een doolhofje moet oplossen en waarbij je dan allemaal cijfers tegenkomt die tezamen een coördinaat vormen. Verder zijn er nog meer variaties, maar die zijn dermate simpel dat ze zonder ooit uitgelegd te zijn zonder problemen opgelost kunnen worden. (De zogenaamde Mickey-MouseTM-Technieken)

24 22 KKK De windrichtingen Figuur 2.23: De kompasroos

25 Nuttige-info-boekje 23 3 Dankwoord De KKK2009 kunnen niet gerealiseerd worden zonder de hulp van diverse personen. Het leveren van deze fysieke dan wel geestelijke bijstand is van onschatbare waarde en de organisatie wil bij deze al deze mensen van harte bedanken voor de getoonde of nog te tonen inzet. En uiteraard zijn er ook deze jaargang weer: De hoofdsponsors:

26 24 4 KKK2009 ruimte voor notities (werkelijk, overal is aan gedacht)