OPLEIDINGSSTATUUT BACHELOROPLEIDING CREATIEVE THERAPIE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "OPLEIDINGSSTATUUT BACHELOROPLEIDING CREATIEVE THERAPIE"

Transcriptie

1 OPLEIDINGSSTATUUT BACHELOROPLEIDING CREATIEVE THERAPIE GEWIJZIGDE VERSIE 20 OKTOBER 2016

2 2

3 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 3 Inleiding... 7 Deel 1: Studiegids... 9 Hoofdstuk 1 Visie op het onderwijs Uitgangspunten van het onderwijs Hoofdstuk 2 Lesdagen en vakanties Lesdagen en lestijden Jaarplanning studiejaar Hoofdstuk 3 Doelen van de opleiding Waartoe CTO opleidt Opleidingsvarianten en afstudeerrichtingen Waar werken vaktherapeutische professionals Beroepstaken en eindkwalificaties/competenties Eindniveau en Dublindescriptoren Differentiatie specifieke vaardigheden en kennis Hoofdstuk 4 Opbouw van de opleiding Onderwijsaanbod van de opleiding Drie opleidingsniveaus Praktijk als leerbron Propedeuse Hoofdfase Hoofdfase Hoofdfase Minoraanbod van de opleiding Toetsing Tentamens Integrale toetsen Examens Toetsen van de Nederlandse taal als onderdeel van professionele communicatie Overzicht toetsprogramma Aanwezigheidsregeling Hoofdstuk 5 Professionele ontwikkeling en studieloopbaanbegeleiding Hoofdstuk 6 Praktische informatie Hoofdstuk 7 Interne organisatie Faculteiten, domeinen en instituten FGGM: management en organisatie op faculteits- en instituutsniveau Examencommissie en Commissie Toelatingsonderzoek FGGM (leden) Medezeggenschap en inspraak van studenten en medewerkers op HAN-, faculteits- en instituutsniveau (leden) Kwaliteitszorg Hoofdstuk 8 Studentenvoorzieningen op faculteits- en instituutsniveau

4 8.1 Voorzieningen op locatie Kapittelweg Studentenondersteuning Studenteninformatievoorziening Overige voorzieningen Taalondersteuning Studeren met een functiebeperking of chronische ziekte Deel 2: Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Onderwijs- en examenregeling bacheloropleiding Creatieve Therapie Paragraaf 1 Algemene Bepalingen Paragraaf 2 Toelating tot de opleiding Paragraaf 3 Opbouw van de opleiding Paragraaf 4 Propedeutische fase van de opleiding Paragraaf 5 Studieadvies in de propedeutische fase van de opleiding Paragraaf 6 Postpropedeutische fase van de opleiding Paragraaf 7 Tentamens, integrale toetsen en examens van de opleiding Paragraaf 7A Schakelprogramma s Paragraaf 8 Examencommissies Paragraaf 9 Studieloopbaanbegeleiding Paragraaf 10 Judicium Abeundi Paragraaf 11 Slotbepalingen Bijlage 1 bij OER: Gelijkgestelde onderwijseenheden propedeutische fase Bijlage 2 bij OER: Gelijkgestelde onderwijseenheden postpropedeutische fase Bijlage 3 bij OER: Gelijkgestelde onderwijseenheden minoren Bijlage 4 bij OER: Erratumdocument Reglement examencommissie Instituut voor Vaktherapeutische en Psychologische Studies Regeling externe toezichthouders bij BA-examens FGGM Regeling tentamenbureau FGGM (HAN) Reglement opleidingscommissies Instituut voor Vaktherapeutische en Psychologische Studies Deel 3: Beschrijving van het onderwijs Hoofdstuk 1 Curriculumoverzichten Samenstelling propedeutische fase Samenstelling postpropedeutische fase Hoofdstuk 2 Onderwijseenheden en integrale toetsen propedeutische fase Onderwijseenheden, niveau 1, 1e studiejaar Integrale toets propedeuse, niveau 1, 1e studiejaar Hoofdstuk 3 Onderwijseenheden en integrale toetsen postpropedeutische fase Onderwijseenheden beeldende therapie, dramatherapie en muziektherapie, niveau Onderwijseenheden psychomotorische therapie voltijd, niveau Onderwijseenheden beeldende therapie, dramatherapie en muziektherapie, niveau Onderwijseenheden psychomotorische therapie niveau Integrale toets hoofdfase 1, niveau

5 3.2.2 Integrale toets hoofdfase 3, niveau Hoofdstuk 4 Verkorte programma s Hoofdstuk 5 Gecertificeerd minoraanbod van de opleiding Lichaam en geest: behandeling in beweging (M_ISS20) Hoofdstuk 6 Opsomming onderwijseenheden van AD-graad naar Bachelorgraad Bijlagen Bijlage 1: Competentieprofiel CTO, propedeuse en hoofdfase Competentieprofiel propedeuse Competentieprofiel hoofdfase 1 t/m Bijlage 2: Begrippenlijst Opleidingsstatuut en Studentenstatuut Bijlage 3: Relevante namen en adressen Bijlage 4: Plattegrond

6 6

7 Inleiding In dit opleidingsstatuut geven wij je informatie over de gang van zaken tijdens je studie aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Je treft ook informatie aan over bijvoorbeeld de jaarplanning, uitgangspunten voor ons onderwijs, studieopbouw, ondersteunende faciliteiten, de examenregeling en de procedures met betrekking tot jouw rechtsbescherming. Volgens de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW, artikel 7.59) dient een hbo-instelling een studentenstatuut vast te stellen en aan alle studenten bekend te maken. Het studentenstatuut bestaat uit twee delen: het instellingsspecifieke deel (dus: de HAN) en het opleidingsspecifieke deel (dus: de opleiding), zie figuur 1. Het instellingsspecifieke deel - we noemen dat het studentenstatuut - bevat een beschrijving van jouw rechten en plichten, zoals die voortvloeien uit de wet, en een overzicht van de regelingen die jouw rechten beschermen: een beschrijving van de procedures voor bezwaar en beroep binnen de instelling, een beschrijving van de beroepsrechten die zijn ontleend aan de WHW en andere wettelijke regelingen, en een beschrijving van aanvullende procedures die door de HAN zijn getroffen ter bescherming van jouw rechten. Dit instellingspecifieke deel kun je terugvinden op HAN Insite. Het opleidingsspecifieke deel we noemen dat verder het opleidingsstatuut (OS) bestaat uit drie delen: 1. Studiegids In de studiegids vind je informatie over de opbouw van de opleiding en over de beroepstaken en competenties die in je opleiding centraal staan. Verder krijg je informatie over de organisatie van de opleiding, de invulling van studieloopbaanbegeleiding en de faciliteiten die er binnen de opleiding, het instituut of de HAN voor jou zijn. Ook krijg je de algemene informatie die voor alle HAN-studenten geldt, zoals de jaarplanning, de vakanties en de tentamen- en herkansingsperiodes. 2. Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Hier vind je met name de regels voor de uitvoering van het onderwijs en de tentamens en examens. 3. Beschrijving van het onderwijs In deel 3 vind je onder andere informatie over het curriculum van jouw opleiding, de onderwijseenheden en tentaminering, de integrale toetsen en de minoren van jouw opleiding. De informatie in dit deel hoort bij de Onderwijs- en examenregeling (OER) die in deel 2 van het opleidingsstatuut is gepresenteerd. 7

8 Figuur 1 Studentenstatuut en opleidingsstatuut Algemene bepalingen Dit statuut is het opleidingsspecifieke deel van het studentenstatuut als bedoeld in artikel 7.59 lid 4 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW), hierna te noemen opleidingsstatuut. Dit opleidingsstatuut is van toepassing op de opleiding Creatieve Therapie (CTO) van het Instituut voor Vaktherapeutische en Psychologische Studies (IVPS), hierna te noemen de opleiding, in het studiejaar In dit opleidingsstatuut zijn jouw rechten en plichten enerzijds en van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen anderzijds zo goed mogelijk vastgelegd. Dit opleidingsstatuut omvat onder andere een beschrijving van de studieopbouw en de ondersteunende faciliteiten die je door de instelling worden aangeboden, de vastgestelde Onderwijs- en examenregeling en de procedures voor je rechtsbescherming in aanvulling op die van de instelling. Dit opleidingsstatuut is vastgesteld door de faculteitsdirectie GGM bij besluit d.d. 11 juli De faculteitsraad GGM heeft daaraan voorafgaand op 17 juni 2016 ingestemd met de tekst van het opleidingsstatuut. Op is een erratum behorende bij dit opleidingsstatuut vastgesteld bij besluit van de directie van de faculteit GGM. De faculteitsraad heeft op ingestemd met de tekst van het erratum. Zie verder: Bijlage 4 bij OER: Erratumdocument. Wijzigingen van dit opleidingsstatuut worden door de faculteitsdirectie bij afzonderlijk besluit vastgesteld. Wijzigingen gedurende het lopende studiejaar vinden uitsluitend plaats indien dit noodzakelijk is voor de bescherming van de belangen van studenten. Wijzigingen kunnen al eerder genomen beslissingen op basis van het opleidingsstatuut, of één van de daarin opgenomen reglementen, niet ten nadele van studenten beïnvloeden. De faculteitsdirectie draagt zorg voor een passende bekendmaking van dit opleidingsstatuut, de daarin opgenomen reglementen en van eventuele wijzigingen van deze documenten. Een belangstellende kan het opleidingsstatuut raadplegen op HAN Scholar, de website van de HAN en HAN Insite. 8

9 Deel 1: Studiegids 9

10 Hoofdstuk 1 Visie op het onderwijs 1.1 Uitgangspunten van het onderwijs Beroepsonderwijs In elke opleiding van de hogeschool word je, als student, opgeleid tot startbekwaam beroepsbeoefenaar. Maar je leert meer. Je doet gedurende de opleiding niet alleen kennis op, je spiegelt deze ook aan de mening van anderen. Op die manier leer je keuzes te maken en je een mening te vormen over je vakgebied. Dat geeft je de mogelijkheid vakkennis en vakbekwaamheid toe te passen in nieuwe, onbekende en deels onvoorziene situaties. De maatschappij / het werkveld heeft behoefte aan mensen die oplossingen bedenken voor nieuwe problemen. We leren je kennis, een professionele houding en vaardigheden aan die je helpen om je werk als professional goed te doen en om te blijven werken aan je professionele ontwikkeling. Als je dat bereikt, ben je bekwaam (competent) voor het beroep. Goed beroepsonderwijs is afgestemd op ontwikkelingen in de samenleving en in het beroepenveld. Continu wordt aansluiting gezocht bij wat er wordt gevraagd van afgestudeerden; vorm en inhoud van het onderwijs zijn permanent in ontwikkeling met als doel om je zo goed mogelijk voor te bereiden op de arbeidsmarkt. Leren via beroepstaken Een belangrijke kernwaarde binnen de HAN is de centrale rol van de beroepspraktijk in het onderwijs. Het is onze opdracht je op te leiden tot een startbekwame beroepsbeoefenaar. Het leren via beroepstaken is daarbij een sturend uitgangspunt. Beroepstaken zijn betekenisvolle, hele taken zoals deze in al hun complexiteit in de werkelijkheid door de beroepsbeoefenaar worden uitgevoerd. Hele taak wil zeggen dat deze niet wordt opgeknipt in deelaspecten maar door jou steeds in zijn totaal wordt geoefend. De meeste beroepstaken doen een beroep op meerdere competenties. Theorie en praktijk vormen de basis van je studie bij de HAN. De toepassing van de theorie in de dagelijkse praktijk staat daarbij centraal. In de opleiding werk je aan opdrachten die rechtstreeks aan de praktijk zijn ontleend. Je oefent ook in de praktijk zelf met de beroepstaken uit de praktijk. Wij richten ons daarom op realistische beroepstaken. Door te werken met beroepstaken die representatief zijn voor het beroep, ontwikkel je in de loop van de opleiding de competenties waarmee je na het behalen van je bachelordiploma als beginnend beroepsbeoefenaar op hbo-niveau kunt werken. De competenties en de beroepstaken komen door de hele opleiding als een rode draad terug, steeds op een hoger niveau. De opleidingsniveaus vind je in paragraaf 4.2 van deel 1. Zelfsturing Met ons onderwijs willen wij je leren om zelfstandig beroepstaken uit te voeren, je beroepshandelen te verbeteren en zelfstandig je loopbaan te ontwikkelen. Het gaat niet alleen om het succesvol afronden van je studie, maar ook om het blijvend succesvol functioneren in het werkveld. Voor jou zal het neerkomen op een geleidelijke ontwikkeling van minder naar meer zelfsturing en van afnemende sturing door docenten. Je leert in de opleiding hoe je door een actieve inzet optimaal kunt leren en je leert vaardigheden die je helpen om ook na je studie te blijven werken aan je professionele ontwikkeling. Aan het einde van je opleiding verwachten we meer zelfsturing van je dan aan het begin. Logisch, want het is natuurlijk de bedoeling dat je groeit in je ontwikkeling. Uiteindelijk ben je zelf verantwoordelijk voor je eigen groeiproces, maar waar nodig staat je studieloopbaanbegeleider je met raad en daad terzijde. Zelfsturing gaat over HOE je leert (steeds zelfstandiger) en over WAT je leert: het kiezen van de inhoud. Verderop kun je lezen welke keuzemogelijkheden er zijn. Flexibilisering Flexibilisering is een belangrijk uitgangspunt. Je hebt in ieder geval 30 studiepunten vrije keuzeruimte in je opleiding om je opleiding te verbreden of te verdiepen. Wij noemen die keuzeruimte een minor. Hierdoor heb je de mogelijkheid je te richten op specifieke vragen van de arbeidsmarkt en je geeft vorm aan eigen profilering. Daarnaast zijn er mogelijkheden voor excellente studenten om extra onderwijs te volgen in de vorm van een extra minor of extra onderwijseenheden. Zie ook: Onderwijs- en examenregeling, Artikel 3.7 Uitbreiding studielast. 10

11 Internationale oriëntatie De sociale opleidingen willen professionals afleveren die in staat zijn om te gaan met culturele diversiteit en die hun beroep in internationaal perspectief kunnen ontwikkelen, zowel wanneer deze professionals werkzaam zijn in eigen land als in het buitenland. Onderdeel van je opleiding is dan ook dat je je voorbereidt op een steeds intercultureler wordende beroepspraktijk. Wanneer je in je opleiding tot sociale professional een oriëntatie aangeboden krijgt op de internationale aspecten van je toekomstige beroep en/of ook vanuit een internationaal perspectief naar je beroep leert kijken, maakt dat jou een betere en kritischer professional. Een blik op het buitenland is noodzakelijk, omdat kennis en ervaring vanuit het buitenland het handelen vanuit je eigen cultuur relativeert. Ook leidt het ertoe dat je als reflectieve professional flexibeler bent en meer open kunt staan voor feedback. Kennis over en ervaring met het sociale beroep in andere landen helpen je om kritisch te kijken naar het beroep in Nederland en stimuleren je om actief te zoeken naar innovaties. Internationalisering en interculturalisering komen in je opleiding op verschillende manieren aan bod. Er is in het onderwijs ruimte gemaakt voor kennis van de internationale context van het beroep. Je krijgt te maken met internationale casuïstiek, anderstalige literatuur, internationale gastdocenten en uitwisseling met buitenlandse studenten. Deze uitwisseling vindt bijvoorbeeld plaats in een international classroom, maar ook in de International Week voor tweedejaars studenten en op de World Social Work Day, die beide jaarlijks georganiseerd worden. Deze uitwisseling kan ook online plaatsvinden: via Collaborative Online International Learning is het bijvoorbeeld mogelijk om met studenten van internationale universiteiten en hogescholen samen te werken aan opdrachten. Daarnaast is er uiteraard de mogelijkheid om een deel van je stage en/of studie (bijvoorbeeld de minor) in het buitenland te volgen. International Week. In studiejaar wordt de International Week georganiseerd van 6 tot en met 9 februari Het doel van deze International Week is om jou in contact te brengen met de internationale context van het sociale werk. Tijdens deze week wordt alle tweedejaars studenten een programma aangeboden vol lezingen en workshops over internationale ontwikkelingen in het werkveld, cultuurverschillen, (internationale) organisaties en de door hen gebruikte methoden. Deze lezingen en workshops worden verzorgd door (internationale) gastdocenten. Daarnaast wordt er een uitwisseling tussen eigen studenten en internationale studenten tot stand gebracht. Om te zorgen dat je volop van deze week kunt leren, heeft je opleiding een opdracht gekoppeld aan de International Week. Instructie ontvang je in een voorbereidende bijeenkomst en de week wordt afgesloten met een presentatie van de resultaten. Onderwijsleergemeenschappen De opleidingen van het instituut werken aan het inrichten van onderwijsleergemeenschappen. Dit zijn kleinschalige samenwerkingsverbanden waarin studenten, docenten en werkveld samen een optimale leeromgeving voor de studenten realiseren. Zo n leeromgeving is uitdagend en stimulerend: studenten, docenten, lectoren en werkveld gaan samen actief op zoek naar actuele ontwikkelingen in het werkveld en het beroep en de rol van de professional daarin. De onderwijsleergemeenschap zoekt uit hoe studenten zich daarop goed kunnen voorbereiden en hoe docenten en praktijkbegeleiders hen daarbij kunnen ondersteunen. Er bestaan al onderwijsleergemeenschappen binnen lectoraten, waarin studenten, docenten, professionals uit het werkveld en lectoren onderzoek doen rondom een gemeenschappelijk thema. Bijvoorbeeld het project HAN BOOTcamp waarin op locatie gewerkt wordt aan wijk- en buurtverbeteringen. Toetsing en beoordeling Of je in voltijd, in deeltijd of duaal studeert, je wordt getoetst op dezelfde, voor de opleiding geformuleerde eindkwalificaties. Daarbij wordt gestreefd naar een maximale validiteit en betrouwbaarheid. Bij validiteit stellen we ons de vraag of het tentamen dat meet wat hij zou moeten meten. Bij betrouwbaarheid kijk je naar de vergelijkbaarheid van de resultaten. Onderwijseenheden Onderwijseenheden zijn georganiseerd rondom beroepstaken. Onderwijseenheden hebben als basis een omvang van 2,5 studiepunten of een veelvoud daarvan. Zij worden geprogrammeerd binnen de vier onderwijsperioden van het HAN-jaarrooster. 11

12 Studieloopbaanbegeleiding De HAN hecht er aan je zorg en ondersteuning te bieden bij het studeren aan de HAN en bij het inrichten van je studie. Studieloopbaanbegeleiding is daarom een belangrijk aspect van het HAN-onderwijs. De studieloopbaanbegeleider helpt je bij het ontwikkelen van de zelfsturing die je nodig hebt om je studie te volbrengen. Naast het bovengenoemde is hij voor jou het eerste aanspreekpunt in bijzondere situaties, bijvoorbeeld als de studie niet zo verloopt als je gepland had of bij langdurige ziekte of functiebeperking. De studieloopbaanbegeleider kan je helpen wegen te zoeken om je resultaten bij de studievoortgang te verbeteren. Een bijzondere taak van de studieloopbaanbegeleider is het ondersteunen bij het kiezen van een minor in de hoofdfase van je opleiding. Zie verder in deel 1: Hoofdstuk 5 Professionele ontwikkeling en studieloopbaanbegeleiding. Wat wordt van de student gevraagd De vraag of je je doelen bereikt, is voor een belangrijk deel afhankelijk van je eigen inzet. Wij verwachten dat je doordachte keuzes maakt in je leerproces, dat je actief deelneemt aan het onderwijs, dat je aanwezig bent en je tijd vrijmaakt voor zelfstudie. Alleen dan kun je je studie succesvol afronden. Je krijgt het druk, maar de beloning is hoog: je beheerst straks een prachtig vak waar je je hele leven plezier van hebt. 12

13 Hoofdstuk 2 Lesdagen en vakanties 2.1 Lesdagen en lestijden Voor de studie moet de student op maandag t/m vrijdag, inclusief de avond, beschikbaar zijn. In onderstaande tabel is te zien wat de stagedagen zijn voor het eerste t/m het derde studiejaar. De overige dagen zijn lesdagen. Studiejaar Stagedagen 1 e jaar beeldende, drama-, Woensdag (periode 2, 3 en 4) muziektherapie 1 e jaar psychomotorische therapie Donderdagmiddag, vrijdagmiddag 2 e jaar beeldende, drama-, Vrijdag (periode 2, 3 en 4) muziektherapie 2 e jaar psychomotorische therapie Maandagmiddag, dinsdag, vrijdagochtend 3 e jaar beeldende, drama-, muziek-, psychomotorische therapie Maandag t/m donderdag In het vierde studiejaar volgt de student in het eerste semester een minor. De les- en eventuele stagedagen verschillen per minor. In het tweede semester doet de student een onderzoek. Overzicht van lesuren en lestijden Lesuur Lestijd 0 08:00 08: :45 09: :30 10:15 pauze 3 10:30 11: :15 12: :00 12: :45 13: :30 14: :15 15:00 pauze 9 15:15 16: :00 16: :45 17: :30 18: :15 19: :00 19: :45 20: :30 21: :15 22:00 13

14 2.2 Jaarplanning studiejaar Week Datum P/week Onderwijsweek Bijzonderheden aug-16 start 1 Opstart CTO en introductie aug-16 start 2 HAN-Introductie 36 5-sep Start studiejaar / 1 e semester sep sep Diploma-uitreikingen sep okt okt okt okt-16 herfstvakantie 22 t/m 30 oktober okt november: HAN-brede scholingsdag 45 7-nov nov nov nov dec dec dec dec-16 kerstvakantie Kerstmis, zondag 25 + maandag 26 december 1 2-jan-17 kerstvakantie Nieuwjaar, zondag 1 januari jan jan jan jan feb Start 2 e semester. International Week feb feb feb-17 voorjaarsvakantie Carnaval, 26 t/m 28 februari 10 6-mrt mrt mrt mrt apr apr Goede vrijdag, 14 april apr Pasen, zondag 16 + maandag 17 april apr-17 meivakantie Koningsdag, donderdag 27 april 18 1-mei Bevrijdingsdag, vrijdag 5 mei 19 8-mei mei mei Hemelvaartsdag, donderdag 25 mei mei jun Pinksteren, zondag 4 + maandag 5 juni jun jun jun jul jul-17 afsluit 42 Jaarafsluiting jul-17 zomervakantie aug-17 start 1 Opstart 14

15 Hoofdstuk 3 Doelen van de opleiding 3.1 Waartoe CTO opleidt Sinds 2006 is de term creatief therapeuten vervangen door de term vaktherapeutische beroepen of disciplines. Allen beeldende, dans-, drama-, muziek- en psychomotorisch therapeuten worden sinds 2006 gerekend tot de vaktherapeutische beroepen. De term vaktherapeutische beroepen is inmiddels aardig ingeburgerd. De meeste opleidingen gebruiken de term creatieve therapie nog steeds omdat destijds het CROHO-nummer is toegekend onder deze naam. 1 Het zal nog enige tijd duren voordat in alle geledingen de term creatieve therapie is verdwenen en er overal gesproken zal worden over de afzonderlijke disciplines van de vaktherapeutische beroepen: beeldende therapie, danstherapie, dramatherapie, muziektherapie en psychomotorische therapie. De opleiding Creatieve Therapie (CTO) van Hogeschool Arnhem en Nijmegen is een bacheloropleiding binnen het Instituut voor Vaktherapeutische en Psychologische Studies (IVPS), dat onderdeel is van de faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij (FGGM). Het IVPS bestaat sinds september 2015 en brengt de opleidingen Creatieve Therapie en Toegepaste Psychologie onder in één instituut. CTO leidt op tot beeldende, drama-, muziek- of psychomotorisch therapeut. Vanuit een in grote lijnen gedeelde basis (kennis, vaardigheden en houding) specialiseren studenten zich in één van de vaktherapeutische disciplines tot bachelor niveau. De disciplines hebben met elkaar gemeen dat ze een handelende, ervaringsgerichte werkwijze hebben om individuele doelstellingen te verwezenlijken van verandering, ontwikkeling, stabilisatie of acceptatie op emotioneel, gedragsmatig, cognitief, sociaal, neuropsychologisch of lichamelijk gebied. Ze werken daarbij met doelgerichte en systematische inzet van kunstvormen en/of technieken, beweging en lichaamsbeleving. De problematiek van de cliënt wordt zichtbaar in het handelen, de vaktherapeutische professionals leiden het handelen doelgericht naar ervaringen die de problematiek beïnvloeden. De vaktherapeutische disciplines werken specialistisch, maar zijn wel breed inzetbaar. De vaktherapeutische professionals bieden signalering, preventie, ondersteuning, observatie, diagnostiek, behandeling en/of training, en werken vanuit een specifieke expertise eerder specialistisch dan generalistisch. Ze zetten hun expertise ook breder in: in coaching of in training of behandeling van specifieke medische problematiek vanuit recente inzichten in het neurologische domein (motorische revalidatie, cognitieve revalidatie en spraak/taalrevalidatie). Zij zijn een T-shaped professional waarbij de verticale streep van de T staat voor specifieke kennis, vaardigheden, ervaring en competenties en de horizontale streep voor de brede inzetbaarheid (LOO VTB, 2016) 2. Er zijn beroepstaken in drie segmenten aanwijsbaar. De student levert een bijdrage aan de indicatiestelling, het behandelplan (en/of de behandelvisie) en de uitvoering en evaluatie van de behandeling van cliënten (segment 1). Daarbij werkt de student nauw samen met andere disciplines (segment 2). Tot slot draagt de student bij aan de verdere ontwikkeling van het vakgebied (segment 3). Beroepsvereniging en registratie De vaktherapeutische beroepen hebben zich verenigd in de Federatie Vaktherapeutische Beroepen (FVB), zie: De Stichting Register Vaktherapeutische Beroepen toetst de initiële opleidingen aan de criteria van het register van vaktherapeuten, zie: Opleidingsvarianten en afstudeerrichtingen Opleidingsvarianten De opleiding wordt alleen verzorgd in een voltijd opleidingsvariant. De opleiding heeft geen februariinstroom. Afstudeerrichtingen De opleiding kent vier afstudeerrichtingen: beeldende, drama-, muziek- of psychomotorische therapie (beweging): 1 Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs (CROHO) 2 LOO VTB (2016). Landelijk Domeinprofiel Bacheloropleidingen Vaktherapeutische beroepen. Nijmegen: LOO VTB 15

16 Beeldende therapie Beeldende therapie maakt op methodische wijze gebruik van beeldende middelen, zoals teken- en schildertechnieken, hout, klei, textiel, steen en metaal. De problemen van de cliënt worden door middel van beeldende middelen zichtbaar en behandelbaar. De cliënt krijgt tevens nieuwe ervaringen door het beeldende proces. Dramatherapie Dramatherapie maakt op methodische wijze gebruik van drama- en theatervormen. Middels dramatische en theatrale werkvormen kan de cliënt zijn problematiek ervaren en vormgeven. In dramatherapie komt een wisselwerking tot stand tussen (dramatisch) spel en ervaringen uit het eigen leven. Muziektherapie Muziektherapie is een methodische vorm van hulpverlening, waarbij met muzikale middelen binnen een therapeutische relatie geprobeerd wordt verandering, ontwikkeling, stabilisatie of acceptatie te bereiken op emotioneel, gedragsmatig, cognitief, sociaal of lichamelijk gebied. Psychomotorische therapie Psychomotorische therapie maakt op methodische wijze gebruik van interventies gericht op lichaamsbeleving en het bewegingsgedrag. In psychomotorische therapie kan de cliënt zowel letterlijk als figuurlijk in beweging komen, hij kan stilstaan bij de betekenis van interactief bewegingsgedrag en hij kan zich richten op de beleving van het eigen lichaam Waar werken vaktherapeutische professionals Vaktherapeutische professionals zijn in allerlei settings werkzaam, vaak met meerdere vaktherapeutische disciplines binnen een behandelteam of zorgprogramma. Steeds meer vaktherapeutische professionals werken in een zelfstandige praktijk. De meeste vaktherapeutische professionals werken in de geestelijke gezondheidszorg, inclusief de kinder- en jeugdpsychiatrie (42%), de zorg voor verstandelijk gehandicapten (12%), de jeugdzorg (10%) en de forensische psychiatrie (5%) (LOO VTB, 2016). Het werkveld is sterk in ontwikkeling. Zo is vanaf 1 januari 2014 in de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) de zogeheten basis-ggz ingevoerd en is vanaf 1 januari 2015 het nieuwe jeugdstelsel in werking en zijn gemeenten verantwoordelijk voor nagenoeg de hele jeugdzorg en -bescherming. Hierdoor vindt er een verschuiving plaats van werkplekken voor de vaktherapeutische professionals en worden er nieuwe doelgroepen aangesproken. Daar waar de vaktherapeutische professionals voorheen in de klinische praktijk werkten, zijn zij nu ook te vinden in wijkgerichte teams, het regulier en het bijzonder onderwijs, het medisch werkveld, de verpleeghuiszorg, eigen praktijken en in training- en coachingsactiviteiten. De veranderingen in het werkveld weerspiegelen maatschappelijke trends die het hele sociale en medische domein raken. Zo moet er steeds goedkoper worden gewerkt door korter of minder te behandelen. Tegelijkertijd vertonen veel problemen van cliënten een sterke samenhang, zodat er meer interprofessioneel moet worden gewerkt. Vaktherapeutische interventies hebben evidentie nodig. Hiervoor bestaan zorgstandaarden. Voor het werk gelden daarom multidisciplinaire richtlijnen of zorgstandaarden. De eigen kracht van cliënten staat centraal bij vaktherapeutische interventies: die vormt het vertrekpunt, op de stoornis zelf komt steeds minder het accent te liggen. 3 De actuele veranderingen in het werkveld vragen ook om het versterken van competenties die tot dusver minder aan bod kwamen. We herkennen bij CTO het belang van profilering, ondernemendheid en onderzoekend vermogen van startbekwame afgestudeerden die hun professionele effectiviteit steeds meer moeten kunnen onderbouwen, onderzoeken en expliciteren. Het onderwijs van CTO sluit daarop aan door studenten beter te leren netwerken: bijvoorbeeld in lessen over Kwaliteitsverbetering en beleidsontwikkeling (KBO) die een ondernemende houding stimuleren, in therapeutische vaardighedenlessen en in de lessen Professionele ontwikkeling (PON) waarin persoonlijke visie-ontwikkeling op het beroep in een maatschappelijke en organisatiecontext centraal staat. 3 Een uitvoerig overzicht van de actuele ontwikkelingen in het werkveld is te vinden in het domeinprofiel voor vaktherapeutische beroepen (LOO VTB, 2016). 16

17 3.2 Beroepstaken en eindkwalificaties/competenties Beroepstaken Beroepstaken zijn betekenisvolle, hele taken zoals deze in al hun complexiteit in de werkelijkheid door de beroepsbeoefenaar worden uitgevoerd. Hele taak wil zeggen dat deze niet wordt opgeknipt in deelaspecten, maar door de student steeds in zijn totaal wordt geoefend. De meeste beroepstaken doen een beroep op meerdere competenties. CTO biedt onderwijs aan de hand van de volgende zes beroepstaken. 1. Indiceren Op basis van diagnostiek en/of classificatie een indicatie voor een creatief therapeutische of psychomotorisch therapeutische behandeling opstellen. Daartoe de voorwaarde van een werksituatie scheppen waarin kennismaken, observeren, diagnosticeren en indiceren aan de orde komen. 2. Behandelplan ontwerpen Op basis van een indicatiestelling een ontwerp maken voor een creatief-therapeutisch of psychomotorisch therapeutisch behandelplan. 3. Behandeling uitvoeren Op basis van een behandelplan een serie van creatief therapeutische of psychomotorisch therapeutische sessies uitvoeren, individueel of met groepen. 4. Kwaliteitsverbetering en beleidsontwikkeling 5. Onderzoek en innovatie Een praktijkgericht onderzoek doen en op basis daarvan voorstellen voor verbetering of vernieuwing formuleren. 6. Professionele ontwikkeling Eindkwalificatie/competenties Indiceren/Behandelplan ontwerpen in het tweede leerjaar is een combinatie van de beroepstaken 1 en 2. Creatief therapeutisch/psychomotorisch therapeutisch behandelen in het derde leerjaar is een combinatie van de beroepstaken 1, 2 en 3. Om deze beroepstaken uiteindelijk uit te kunnen voeren, moet de student zich tien competenties eigen maken in de opleiding. 1. Contact maken, diagnosticeren en indiceren; contact leggen met cliënten, oriënteren op de hulpvraag en mogelijkheden van de cliënt, therapeutisch analyseren en bijdragen aan diagnostiek en indicatie 2. Behandelplan ontwerpen; therapeutische doelen formuleren op basis van de indicaties en een therapeutisch behandelplan ontwerpen 3. Methodisch behandelen; zelfstandig een behandelplan methodisch uitvoeren, oftewel cliënten therapeutisch behandelen en dit voortdurend evalueren volgens een bepaalde methode 4. Signaleren en ondernemen; factoren (in ontwikkeling) signaleren in omgeving en maatschappij die van invloed zijn op het ontstaan van psychosociale, psychosomatische en psychologische problemen, en deze factoren waar mogelijk beïnvloeden door zelf initiatief te nemen tot (preventieve) activiteiten en belangenbehartiging door de factoren onder de aandacht te brengen en het behandelaanbod erop af te stemmen 5. Samenwerken; al dan niet multidisciplinair samenwerken met medewerkers en functionarissen, zowel binnen als buiten de arbeidsorganisatie 6. Verantwoordelijkheid nemen en aansturing geven; leiding en begeleiding geven aan medewerkers en stagiairs 7. Beheren en organiseren; maken van een werkbare omgeving voor therapeuten en onderzoekers en de daarvoor noodzakelijke beheersmatige activiteiten verrichten 8. Beleid ontwikkelen en kwaliteit beheren; in en vanuit de eigen arbeidsomgeving een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het beleid met betrekking tot therapie en aan de zorg voor kwaliteit van de therapeutische behandeling 9. Professionaliseren en profileren; de eigen professionaliteit blijvend ontwikkelen door reflectie op en verantwoording van het eigen beroepsmatig handelen en door actief zoeken naar en benutten van nieuwe ontwikkelingen 10. Onderzoeken en innoveren, een bijdrage leveren aan de ontwikkeling en profilering van beroep en beroepsuitoefening van de therapie met behulp van praktijkgericht onderzoek. 17

18 In Deel 3 Beschrijving van het onderwijs wordt specifiek vermeld hoe er aan de ontwikkeling van de competenties binnen de beroepstaken wordt gewerkt. Competentieprofiel Het competentieprofiel is uitgangspunt voor het inrichten en het beoordelen van het leertraject van de student. Voor het uitgewerkte competentieprofiel, zie: Bijlage 1. In aansluiting op de veranderingen in het werkveld is de opleiding sterk in ontwikkeling. In dit kader is onderzoek & innovatie nu sterker verankerd in ons onderwijs. Dat wat ons onderscheidt van andere zorgverleners het medium of de werkvormen waar we mee werken is explicieter aanwezig in de competenties. Om deze reden zijn de beoordelingscriteria en indicatoren aangepast. Het nieuwe competentieprofiel voor de propedeuse (niveau 1) is afgeleid van de in 2014 vastgestelde eindkwalificaties niveau Eindniveau en Dublindescriptoren Tijdens de studieloopbaan ontwikkelt de student beroepscompetenties, in ieder geval tot het niveau dat is vastgelegd in de zogeheten Dublindescriptoren (DD), de internationale normen voor het hoger onderwijs. Descriptor 1: Kennis en inzicht Kennis en inzicht hebben in het vakgebied waarin de student wordt opgeleid. Kennis hebben van recente ontwikkelingen op het vakgebied van de student. Descriptor 2: Toepassen van kennis en inzicht Kennis en inzicht op het vakgebied van de student op professionele wijze kunnen toepassen. Argumentaties voor het oplossen van complexe problemen op het vakgebied van de student kunnen opstellen en verdiepen. Descriptor 3: Oordeelsvorming Relevante gegevens (op het vakgebied van de student) kunnen verzamelen en interpreteren. Relevante sociaal-maatschappelijke, wetenschappelijke of ethische aspecten kunnen afwegen in de oordeelsvorming van de student. Descriptor 4: Communicatie Informatie, ideeën en oplossingen kunnen overbrengen op zowel specialisten als leken op het vakgebied van de student. Sociaal en communicatief handelen. Multidisciplinair samenwerken. Descriptor 5: Leervaardigheden De leervaardigheden bezitten om zich zelfstandig verder te ontwikkelen en te scholen. Reflecteren op eigen handelen. Deze descriptoren krijgen bij CTO als volgt vorm en inhoud. Kennis en inzicht De bij CTO opgeleide vaktherapeutische professionals beschikken over kennis over en inzicht in vaktherapeutische methoden, technieken en psychologische kennis, inzicht in ziektebeelden, organisatietheorie en onderzoekstheorie. In de opleiding krijgt de student dan ook kennistoetsen over theoretische onderdelen of werkt de student schriftelijke producten uit (behandelplan, essay, onderzoeksverslag of beleidsproduct) waarbij de student beoordeeld wordt op kennis en inzicht. Toepassen van kennis en inzicht De student past kennis en inzicht toe wanneer hij een vaktherapeutische werkrelatie opbouwt en onderhoudt, ervaringsgericht intervenieert met inzet van het vaktherapeutische middel. Hierop wordt de student beoordeeld tijdens bijvoorbeeld performance assessments en tijdens praktijkleren (stages). Juist omdat de kern van het vak bestaat in het ervaringsgerichte kader, is dit een cruciale descriptor. Die krijgt dan ook veel aandacht in de opleiding. 18

19 Oordeelsvorming Gedurende de studie vormt de student op meerdere momenten een oordeel door gegevens te verzamelen en te interpreteren, gebaseerd op psychologische, maatschappelijke, wetenschappelijke of ethische aspecten, bijvoorbeeld wanneer de student een keuze maakt tussen interventies en deze verantwoordt binnen (gesimuleerde) therapiesituaties. Maar ook moet de student een visie op het vak ontwikkelen en onderzoeksresultaten kritisch kunnen interpreteren. Communicatie Aan het einde van de opleiding wordt van de student verwacht dat hij kan overbrengen wat hij doet en waarom hij dat doet. Dat laat de student bijvoorbeeld zien in verantwoordingen bij diverse opdrachten, bij performance assessments, praktijkleren, onderzoek en beleidsopdrachten. Ook in de samenwerking met andere disciplines tijdens het praktijkleren, in de samenwerking binnen de opleiding met medestudenten en docenten komt communicatie sterk naar voren. Leervaardigheden De student toont leervaardigheden door tijdens de gehele opleiding een constructieve, (zelf)kritische en reflectieve houding te laten zien. Bij de toetsing let de opleiding op bijvoorbeeld het kunnen geven van een kritische reflectie op het eigen onderzoek en het tonen van een goede werkhouding: het nakomen van afspraken, een betrokken aanwezigheid tijdens de lessen, en het eigen maken van lesstof op integratief niveau waarbij een transfer naar andere doelgroepen of behandelgebieden gelegd wordt. 3.4 Differentiatie specifieke vaardigheden en kennis Beeldende, drama- en muziektherapeuten zetten bij de behandeling van cliënten een kunstzinnig middel in. 4 Psychomotorische therapeuten gebruiken werkvormen die zijn gericht op de beweging of lichaamservaring. Binnen de opleiding leert de student deze differentiatie-specifieke vaardigheden beheersen. Body of Psychomotoric Skills (BOPMS) De Body of Psychomotoric Skills beschrijft een aantal vaardigheden die studenten binnen de differentiatie psychomotorische therapie dient te beheersen om de beroepstaken van de psychomotorisch therapeut startbekwaam uit te kunnen voeren. De BOPMS richt zich daarbij met name op die vaardigheden die te maken hebben met de eigen bewegingsvaardigheid, de eigen mate van lichaamsbewustwording, het oefengericht, ervaringsgericht en persoonsgericht kunnen aanbieden van een bewegingsgeoriënteerde werkvorm dan wel lichaamsgeoriënteerde werkvorm of methodiek en, last but not least, het zelf ervaren van en reflecteren op de oefengerichte, ervaringsgerichte en persoonsgerichte werking van de verschillende lichaamsgeoriënteerde en bewegingsgeoriënteerde werkvormen en methodieken. De benodigde bewegingsgeoriënteerde en lichaamsgeoriënteerde vaardigheden worden gedurende de PMT-opleiding gefaseerd aangeboden. In het eerste leerjaar ligt het accent op het oefengericht en deels op het ervaringsgericht werken met groepen. Verder in de opleiding verschuift het accent van het ervaringsgericht werken naar het meer persoonsgericht werken (zie visiedocument BOPMS, 2015). Body of artistic skills (BOAS) en mediumontwikkeling De Body of artistic skills beschrijft de vaardigheden die studenten binnen de differentiaties beeldende, drama- en muziektherapie dienen te beheersen om de beroepstaken van hun vak startbekwaam uit te kunnen voeren. Bij de differentiaties beeldende, drama- en muziektherapie gebeurt dit binnen vakken die gerelateerd zijn aan de Body of artistic skills en mediumontwikkeling. De Body of artistic skills gerelateerde vakken en de mediumontwikkeling zijn hieronder per discipline en niveau uitgewerkt. Per niveau kent het aspect een aantal algemene criteria. De bijbehorende handelingscriteria maken duidelijk waar het om gaat bij de betreffende competentie op het betreffende niveau. De criteria dienen als basis voor de invulling van het onderwijsprogramma, de toetsing van de competenties en het realiseren van de eindkwalificaties. 4 Met middelen wordt verwezen naar het geheel van werkvormen, materialen en technieken dat gebruikt wordt om de problematiek of stoornis van de cliënt te behandelen (FVB, 2015). 19

20 BEELDENDE THERAPIE BODY OF ARTISTIC SKILLS De student heeft een brede theoretische basis op het vakgebied van de beeldende vormgeving; hij beheerst op technisch en artistiek niveau gereedschappen, materialen en werkvormen. Niveau 1 ERVAREN, IK Algemene criteria 1. De student heeft basiskennis van materialen en gereedschappen. 2. De student heeft basiskennis van beeldende werkvormen. 3. De student heeft theoretische kennis op het beeldende therapeutisch vakgebied. 4. De student beheerst een beperkt aantal materialen en middelen technisch vaardig. 5. De student onderzoekt en experimenteert op basaal niveau (artistieke beheersing). Algemene criteria 1. De student heeft uitgebreide kennis van materialen en gereedschappen. 2. De student heeft uitgebreide kennis van beeldende werkvormen. 3. De student heeft uitgebreide theoretische basiskennis op het beeldende therapeutisch vakgebied. Handelingscriteria 1. De student heeft basiskennis van in de lesstof behandelde materialen en gereedschappen. 2. De student heeft uitvoerig kennis van een aantal machines en de werking en bediening ervan, waardoor veiligheid gewaarborgd is. 3. De student herkent appèlwaarden van materialen en kan deze benoemen. 1. De student heeft basiskennis van in de lesstof behandelde werkvormen die passen bij materialen en technieken. 1. De student kent de beeldgrammatica volgens voorgeschreven literatuur en past deze toe in beeldend werk. 2. De student kan een beeld morfologisch analyseren volgens een voorgeschreven analysemethode. 3. De student kent een aantal in de lesstof aangeboden stijlen, perioden, kunstenaars en thema s in de geschiedenis van de kunst. 4. De student kent relevante literatuur over het beeldend vakgebied, onder andere beeldende middelen en zintuiglijkheid (review), handelen in het medium, ontwikkeling van creativiteit, ervaringsleren, enzovoort. 1. De student is technisch vaardig met een aantal in de lesstof aangeboden materialen op twee- en driedimensionaal gebied. 2. De student is technisch vaardig met een aantal in de lessen aangeboden gereedschappen die gebruikt worden bij het twee- en driedimensionaal werken. 3. De student is technisch vaardig in het omgaan met een aantal in de lessen aangeboden machines. 4. De student is technisch vaardig op het gebied van een aantal werkvormen met specifieke materialen en gereedschappen. 1. De student onderzoekt, experimenteert met materialen, gereedschappen en werkvormen vanuit het handelen. 2. De student onderzoekt mogelijkheden en onmogelijkheden in het omgaan met aangeboden materialen, gereedschappen en werkvormen en vindt meerdere oplossingen. 3. De student kan spelen met materiaal, meerdere oplossingen bedenken, bezit beeldende flexibiliteit, en kan divergent denken. 4. De student benoemt specifieke beeld- en vormelementen en past deze toe in het onderzoek met materialen en technieken in de gegeven opdrachten. Niveau 2 PROFESSIONEEL ONTWIKKELEN, IK & RELATIE Handelingscriteria 1. De student heeft kennis van een uitgebreid repertoire van materialen en gereedschappen, en past deze toe in het werken met medestudenten. 2. De student heeft gedegen kennis van een groot aantal machines en de werking en bediening ervan, waardoor veiligheid gewaarborgd is. 3. De student kent de appèlwaarden van materialen en maakt doelbewuste keuzes voor specifiek gebruik in eigen werk, bij zijn medestudenten en (gesimuleerde) beroepssituaties. 1. De student kent een ruim aanbod aan werkvormen dat past bij materialen en technieken, en past deze toe in het werken met medestudenten. 1. De student heeft inzicht in de beeldgrammatica en de toepassing ervan in beeldend werk. 2. De student kan een beeld zowel morfologisch als iconologisch analyseren volgens een voorgeschreven analysemethode. 3. De student heeft overzicht over en inzicht in een groot aantal stijlen, perioden, kunstenaars en thema s in de geschiedenis van de kunst en kan deze verbinden aan thema s in de beroepspraktijk. 4. De student gebruikt en onderzoekt relevante literatuur over handelen in het medium, creativiteit en ervaringsleren, en gebruikt dit ter onderbouwing van zijn handelen. 20

21 4. De student is technisch vaardig op gevorderd niveau met een groot aantal materialen en middelen. 5. De student onderzoekt en experimenteert op gevorderd niveau (artistieke beheersing). Algemene criteria 1. De student heeft uitvoerig kennis van materialen en gereedschappen. 2. De student heeft uitvoerig kennis van beeldende werkvormen. 3. De student heeft uitvoerig theoretische kennis op het beeldende therapeutisch vakgebied. 4. De student beheerst een uitgebreid aantal materialen en middelen technisch vaardig. 5. De student onderzoekt en experimenteert op het niveau van een beroepsbeoefenaar (artistieke beheersing). 1. De student is technisch vaardig met een groot aantal materialen op twee- en driedimensionaal gebied. 2. De student is technisch vaardig met een groot aantal gereedschappen die gebruikt worden bij het twee- en driedimensionaal werken. 3. De student is technisch vaardig in het omgaan met een groot aantal machines. 4. De student is technisch vaardig in een groot aantal werkvormen met specifieke materialen en gereedschappen. 1. De student onderzoekt, experimenteert met materialen, gereedschappen en werkvormen, en komt tot variaties in vormgeving vanuit het handelen; de student maakt vanuit dit ervaringsgerichte onderzoek een specifieke keuze voor gebruik in (gesimuleerde) beroepssituaties. 2. De student onderzoekt mogelijkheden en onmogelijkheden in het omgaan met materialen en gereedschappen, en laat in de vormgeving zien dat hij grenzen kan verleggen. 3. De student kan spelen met materiaal en meerdere oplossingen bedenken, bezit beeldende flexibiliteit, en kan divergent denken en dit toepassen in het werken met de ander. 4. De student benoemt specifieke beeld- en vormelementen, past deze toe in het onderzoek met materialen en technieken en kan deze inzetten in (gesimuleerde) beroepssituaties. Niveau 3 VAKVISIE UITDRAGEN, POSITIONERING, IK & DE PROFESSIONAL Handelingscriteria 1. De student heeft kennis van een uitvoerig repertoire van materialen en gereedschappen, en past deze kennis toe in het werken met medestudenten en in de beroepspraktijk. 2. De student heeft uitvoerig kennis van alle machines en de werking en bediening ervan, waardoor veiligheid gewaarborgd is, en past deze kennis toe in het werken met medestudenten en in de beroepspraktijk. 3. De student kent de appèlwaarden van materialen en maakt doelbewuste keuzes voor specifiek gebruik in eigen werk, bij medestudenten en in beroepssituaties. 1. De student heeft uitvoerig kennis van de appèlwaarde en inzetmogelijkheden van werkvormen die passen bij materialen en technieken, en zet deze in de beroepspraktijk in. 1. De student heeft inzicht in de beeldgrammatica en de toepassing ervan in beeldend werk en beroepssituaties. 2. De student kan een beeld zowel morfologisch als iconologisch analyseren volgens een voorgeschreven analysemethode en kan verbinding leggen naar de beroepspraktijk. 3. De student heeft een breed inzicht in stijlen, perioden, kunstenaars en thema s in de geschiedenis van de kunst en kan deze gebruiken in adviezen aan anderen en verbinden aan thema s in de beroepspraktijk. 4. De student kan relevante literatuur over het vakgebied, handelen in het medium en creativiteit onderzoeken, gebruiken, analyseren en interpreteren, en een eigen visie vormen op het handelen in de beroepspraktijk. 1. De student is technisch vaardig met een uitgebreid aantal materialen op twee- en driedimensionaal gebied en kan deze toepassen in de beroepspraktijk. 2. De student is technisch vaardig met een verscheidenheid aan gereedschappen die gebruikt worden bij het twee- en driedimensionaal werken, en kan deze toepassen in de beroepspraktijk. 3. De student is technisch vaardig in het omgaan met alle machines en kan deze vaardigheid toepassen in de beroepspraktijk. 4. De student is technisch vaardig in een uitgebreid aantal werkvormen met specifieke materialen en gereedschappen en kan deze toepassen in de beroepspraktijk. 1. De student maakt specifieke keuzes voor gebruik van materialen, technieken en werkvormen op grond van ervaringsgericht onderzoek in specifieke beroepssituaties. 2. De student gebruikt de opgedane ervaring en kennis met materialen, gereedschappen en werkvormen in een zelf opgezet onderzoek met een zelfgekozen thema. 3. De student kan spelen met materiaal en meerdere oplossingen bedenken, bezit beeldende flexibiliteit en kan divergent denken, en dit alles toepassen in de beroepspraktijk. 4. De student benoemt specifieke beeld- en vormelementen, past deze toe in het onderzoek met materialen en technieken en kan ze inzetten in de beroepspraktijk. 21

OPLEIDINGSSTATUUT BACHELOROPLEIDING CREATIEVE THERAPIE

OPLEIDINGSSTATUUT BACHELOROPLEIDING CREATIEVE THERAPIE OPLEIDINGSSTATUUT 2017-2018 BACHELOROPLEIDING CREATIEVE THERAPIE 2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 3 Inleiding... 7 Deel 1: Studiegids... 9 Hoofdstuk 1 Visie op het onderwijs... 10 1.1 Uitgangspunten van

Nadere informatie

Onderwijs aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Onderwijs aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleidingsstatuut Associate degree programma Directievoering Civieltechnische Projecten (DCP) Associate degree programma Projectvoorbereiding en Realisatie (PVR) Studiejaar 2014 2015 Deel 1 Onderwijs aan

Nadere informatie

1a Onderwijs aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

1a Onderwijs aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleidingsstatuut Instituut Engineering Bacheloropleidingen (en Ad-programma s): - Elektrotechniek - Industrieel Product Ontwerpen - Technische Bedrijfskunde - Werktuigbouwkunde Studiejaar 2015 2016 Deel

Nadere informatie

Informatie werkplekleren

Informatie werkplekleren Informatie werkplekleren Pabo Venlo 2014-2015 Inhoudsopgave Inleiding Blz. 3 Stagedagen Blz. 4 Stageweken Blz. 4 Jaaroverzicht 2014-2015 Blz. 5 Opleidingsprogramma Blz. 6 Propedeusefase Hoofdfase Afstudeerfase

Nadere informatie

STUDIEGIDS 2015-2016 Opleiding Creatieve Therapie DEEL 1 EN 3 VAN HET OPLEIDINGSSTATUUT IVPS

STUDIEGIDS 2015-2016 Opleiding Creatieve Therapie DEEL 1 EN 3 VAN HET OPLEIDINGSSTATUUT IVPS STUDIEGIDS 2015-2016 Opleiding Creatieve Therapie DEEL 1 EN 3 VAN HET OPLEIDINGSSTATUUT IVPS 2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 3 Inleiding... 5 Deel 1: Studiegids... 6 Hoofdstuk 1 Visie op het onderwijs...

Nadere informatie

Creatieve Therapie Opleidingen Praktijkleren hoofdfase 2

Creatieve Therapie Opleidingen Praktijkleren hoofdfase 2 Creatieve Therapie Opleidingen Praktijkleren hoofdfase 2 December 2015 1 Beste lezer, Voor u ligt de brochure praktijkleren hoofdfase 2 van de opleiding Creatieve Therapie in Nijmegen. Deze brochure geeft

Nadere informatie

OPLEIDINGSSTATUUT 2016-2017 BACHELOROPLEIDING TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE

OPLEIDINGSSTATUUT 2016-2017 BACHELOROPLEIDING TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE OPLEIDINGSSTATUUT 2016-2017 BACHELOROPLEIDING TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE 2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 3 Inleiding... 5 Deel 1: Studiegids... 7 Hoofdstuk 1 Visie op het onderwijs... 8 1.1 Uitgangspunten

Nadere informatie

STUDIEGIDS Maatschappelijk Werk en Dienstverlening

STUDIEGIDS Maatschappelijk Werk en Dienstverlening STUDIEGIDS 2016-2017 Maatschappelijk Werk en Dienstverlening DEEL 1 EN 3 VAN HET OPLEIDINGSSTATUUT INSTITUUT IMSS VOLTIJD GEWIJZIGDE VERSIE 20 OKTOBER 2016 2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 3 Inleiding...

Nadere informatie

OPLEIDINGSSTATUUT 2015-2016 INSTITUUT VOOR VAKTHERAPEUTISCHE EN PSYCHOLOGISCHE STUDIES

OPLEIDINGSSTATUUT 2015-2016 INSTITUUT VOOR VAKTHERAPEUTISCHE EN PSYCHOLOGISCHE STUDIES OPLEIDINGSSTATUUT 2015-2016 INSTITUUT VOOR VAKTHERAPEUTISCHE EN PSYCHOLOGISCHE STUDIES 2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 3 Inleiding... 5 Deel 1: Studiegids... 8 Deel 2: Regelingen betreffende het onderwijs

Nadere informatie

STUDIEGIDS 2015-2016 Maatschappelijk Werk en Dienstverlening

STUDIEGIDS 2015-2016 Maatschappelijk Werk en Dienstverlening STUDIEGIDS 2015-2016 Maatschappelijk Werk en Dienstverlening DEEL 1 EN 3 VAN HET OPLEIDINGSSTATUUT INSTITUUT IMSS DEELTIJD 2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 3 Inleiding... 5 Deel 1: Studiegids... 6 Hoofdstuk

Nadere informatie

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten PR 180724 V1 Beroepscompetentie- profiel Afgeleid van de niveaubepaling NLQF, niveau 6 heeft RBCZ kerncompetenties benoemd voor de complementair/alternatief therapeut. Als uitgangspunt zijn de algemene

Nadere informatie

STUDIEGIDS 2015-2016 Culturele en Maatschappelijke Vorming DEEL 1 EN 3 VAN HET OPLEIDINGSSTATUUT INSTITUUT IMSS

STUDIEGIDS 2015-2016 Culturele en Maatschappelijke Vorming DEEL 1 EN 3 VAN HET OPLEIDINGSSTATUUT INSTITUUT IMSS STUDIEGIDS 2015-2016 Culturele en Maatschappelijke Vorming DEEL 1 EN 3 VAN HET OPLEIDINGSSTATUUT INSTITUUT IMSS 2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 3 Inleiding... 5 Deel 1: Studiegids... 6 Hoofdstuk 1 Visie

Nadere informatie

STUDIEGIDS 2015-2016 Toegepaste Psychologie DEEL 1 EN 3 VAN HET OPLEIDINGSSTATUUT IVPS

STUDIEGIDS 2015-2016 Toegepaste Psychologie DEEL 1 EN 3 VAN HET OPLEIDINGSSTATUUT IVPS STUDIEGIDS 2015-2016 Toegepaste Psychologie DEEL 1 EN 3 VAN HET OPLEIDINGSSTATUUT IVPS 2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 3 Inleiding... 5 Deel 1: Studiegids... 6 Hoofdstuk 1 Visie op het onderwijs... 7

Nadere informatie

STUDIEGIDS Culturele en Maatschappelijke Vorming DEEL 1 EN 3 VAN HET OPLEIDINGSSTATUUT INSTITUUT IMSS

STUDIEGIDS Culturele en Maatschappelijke Vorming DEEL 1 EN 3 VAN HET OPLEIDINGSSTATUUT INSTITUUT IMSS STUDIEGIDS 2016-2017 Culturele en Maatschappelijke Vorming DEEL 1 EN 3 VAN HET OPLEIDINGSSTATUUT INSTITUUT IMSS GEWIJZIGDE VERSIE 20 OKTOBER 2016 2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 3 Inleiding... 5 Deel

Nadere informatie

STUDIEGIDS 2015-2016. Pedagogiek DEEL 1 EN 3 VAN HET OPLEIDINGSSTATUUT INSTITUUT ISPS VOLTIJD

STUDIEGIDS 2015-2016. Pedagogiek DEEL 1 EN 3 VAN HET OPLEIDINGSSTATUUT INSTITUUT ISPS VOLTIJD STUDIEGIDS 2015-2016 Pedagogiek DEEL 1 EN 3 VAN HET OPLEIDINGSSTATUUT INSTITUUT ISPS VOLTIJD 2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 3 Inleiding... 5 Deel 1: Studiegids... 6 Hoofdstuk 1 Visie op het onderwijs...

Nadere informatie

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR 2015-2016 Deel B: opleidingsspecifiek deel 1. Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen Artikel 1.2

Nadere informatie

STUDIEGIDS Maatschappelijk Werk en Dienstverlening

STUDIEGIDS Maatschappelijk Werk en Dienstverlening STUDIEGIDS 2017-2018 Maatschappelijk Werk en Dienstverlening DEEL 1 EN 3 VAN HET OPLEIDINGSSTATUUT INSTITUUT IMSS VOLTIJD 2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 3 Inleiding... 5 Deel 1: Studiegids... 6 Hoofdstuk

Nadere informatie

STUDIEGIDS 2015-2016. Pedagogiek DEEL 1 EN 3 VAN HET OPLEIDINGSSTATUUT INSTITUUT ISPS DEELTIJD

STUDIEGIDS 2015-2016. Pedagogiek DEEL 1 EN 3 VAN HET OPLEIDINGSSTATUUT INSTITUUT ISPS DEELTIJD STUDIEGIDS 2015-2016 Pedagogiek DEEL 1 EN 3 VAN HET OPLEIDINGSSTATUUT INSTITUUT ISPS DEELTIJD 2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 3 Inleiding... 5 Deel 1: Studiegids... 6 Hoofdstuk 1 Visie op het onderwijs...

Nadere informatie

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf Format samenvatting aanvraag Opmerking vooraf Mocht u de voorkeur geven aan openbaarmaking van de gehele aanvraag in plaats van uitsluitend onderstaande samenvatting dan kunt u dat kenbaar maken bij het

Nadere informatie

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) Masteropleiding Leraar Engels. Studiejaar

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) Masteropleiding Leraar Engels. Studiejaar Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) Masteropleiding Leraar Engels Deeltijd Studiejaar 2018-2019 Citeertitel Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) Masteropleiding Leraar Engels Deeltijd Datum

Nadere informatie

STUDIEGIDS 2015-2016 Sociaal Pedagogische Hulpverlening

STUDIEGIDS 2015-2016 Sociaal Pedagogische Hulpverlening STUDIEGIDS 2015-2016 Sociaal Pedagogische Hulpverlening DEEL 1 EN 3 VAN HET OPLEIDINGSSTATUUT INSTITUUT ISPS VOLTIJD 2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 3 Inleiding... 5 Deel 1: Studiegids... 6 Hoofdstuk

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE... 2 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1.2 Informatie en communicatie... 4 1.3 Inwerkingtreding en duur... 4 1.

INHOUDSOPGAVE... 2 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1.2 Informatie en communicatie... 4 1.3 Inwerkingtreding en duur... 4 1. 1 INHOUDSOPGAVE... 2 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1.2 Informatie en communicatie... 4 1.3 Inwerkingtreding en duur... 4 1.4 Onderwijs- en examenregeling... 4 2. TOELATING TOT DE OPLEIDING...

Nadere informatie

STUDIEGIDS 2015-2016 Sociaal Pedagogische Hulpverlening

STUDIEGIDS 2015-2016 Sociaal Pedagogische Hulpverlening STUDIEGIDS 2015-2016 Sociaal Pedagogische Hulpverlening DEEL 1 EN 3 VAN HET OPLEIDINGSSTATUUT INSTITUUT ISPS DEELTIJD/DUAAL 2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 3 Inleiding... 5 Deel 1: Studiegids... 6 Hoofdstuk

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek Studiejaar 2013-2014 Algemeen 1. Deze bijlage bij het algemene gedeelte van de Onderwijs- en examenregeling van Codarts is van toepassing

Nadere informatie

Beoordelen in het HBO

Beoordelen in het HBO Beoordelen in het HBO Eef Nijhuis Saxion Joke van der Meer HAN RIZO 12 maart 2013 Competentiegericht leren Competenties bepalen de inhoud van leren en toetsen Leren en beoordeling zijn gericht op effectief

Nadere informatie

Leraar voortgezet onderwijs

Leraar voortgezet onderwijs Sport en Bewegen HAN Leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Lichamelijke Opvoeding Opleidingsstatuut voor de bacheloropleiding Studiejaar 2015-2016 1 Sport en Bewegen HAN Inleiding 4 Deel 1:

Nadere informatie

Opleidingsstatuut Voor de gedeeltelijk aan het experiment leeruitkomsten deelnemende deeltijdse bacheloropleiding Chemie van de Hogeschool van Arnhem

Opleidingsstatuut Voor de gedeeltelijk aan het experiment leeruitkomsten deelnemende deeltijdse bacheloropleiding Chemie van de Hogeschool van Arnhem Opleidingsstatuut Voor de gedeeltelijk aan het experiment leeruitkomsten deelnemende deeltijdse bacheloropleiding Chemie van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Studiejaar 2016-2017 1 2016-2017 Inhoud

Nadere informatie

Sport, Gezondheid en Management

Sport, Gezondheid en Management Opleidingsstatuut voor de bacheloropleiding Sport, Gezondheid en Management Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Sport en Bewegen studiejaar 2014-2015 Inhoud Deel 1: Onderwijs aan de HAN 5 Algemene bepalingen

Nadere informatie

Opleidingsstatuut. voor de Bacheloropleiding. Opleidingskunde. van het Instituut voor Leraar en School. van de. Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Opleidingsstatuut. voor de Bacheloropleiding. Opleidingskunde. van het Instituut voor Leraar en School. van de. Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Onderwerp: domein Educatie, OS Opleidingskunde van het ILS Kenmerk: 15/N124/fv Datum: 10 juli 2015 Opleidingsstatuut voor de Bacheloropleiding Opleidingskunde van het Instituut voor Leraar en School van

Nadere informatie

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2015-2016

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2015-2016 Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 05-06 Master Pedagogiek CROHO-nummer 443 variant: deeltijd NHL Hogeschool Afdeling: Zorg en Welzijn Versie: Concept besproken met AO-M.Peda 8-4-5 / definitief

Nadere informatie

Competentieprofiel. Instituut voor Interactieve Media. Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006

Competentieprofiel. Instituut voor Interactieve Media. Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006 Competentieprofiel Instituut voor Interactieve Media Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006 Aangepast in maart 2009 Inleiding De opleiding Interactieve Media

Nadere informatie

OPLEIDINGSSTATUUT 2015-2016 INSTITUUT VOOR MAATSCHAPPELIJKE EN SOCIAAL-CULTURELE STUDIES

OPLEIDINGSSTATUUT 2015-2016 INSTITUUT VOOR MAATSCHAPPELIJKE EN SOCIAAL-CULTURELE STUDIES OPLEIDINGSSTATUUT 2015-2016 INSTITUUT VOOR MAATSCHAPPELIJKE EN SOCIAAL-CULTURELE STUDIES 2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 3 Inleiding... 5 Deel 1: Studiegids... 8 Deel 2: Regelingen betreffende het onderwijs

Nadere informatie

STUDIEGIDS Sociaal Pedagogische Hulpverlening

STUDIEGIDS Sociaal Pedagogische Hulpverlening STUDIEGIDS 2016-2017 Sociaal Pedagogische Hulpverlening DEEL 1 EN 3 VAN HET OPLEIDINGSSTATUUT INSTITUUT ISPS VOLTIJD GEWIJZIGDE VERSIE 20 OKTOBER 2016 2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 3 Inleiding... 5

Nadere informatie

Deze versie treedt in werking op 1 september 2013 en vervangt alle voorgaande versies.

Deze versie treedt in werking op 1 september 2013 en vervangt alle voorgaande versies. III FACULTEIT Maatschappij & Recht vastgesteld door de faculteitsdirectie op 26-02-2013 instemming van de facultaire medezeggenschapsraad op. 2013. Deze versie treedt in werking op 1 september 2013 en

Nadere informatie

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014 PEER REVIEWS Managementgroep Interactum September 2014 Met peer review wordt een systeem bedoeld waarbij de betreffende opleidingen structureel gebruik maken van elkaars deskundigheid en elkaars critical

Nadere informatie

Programma van toetsing

Programma van toetsing Programma van toetsing Inleiding In samenwerking met onderwijskundige experts hebben we ons programma van toetsing ontworpen. Het programma van toetsing is gevarieerd en bevat naast kennistoetsen en beoordelingen

Nadere informatie

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING MEDIA EN CULTUUR

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING MEDIA EN CULTUUR DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING MEDIA EN CULTUUR 05-06 Deel B: opleidingsspecifiek deel. Algemene bepalingen Artikel. Begripsbepalingen Artikel. Gegevens opleiding Artikel.3

Nadere informatie

Begrippenlijst Studentenstatuut (belangrijkste begrippen in alfabetische volgorde) 1

Begrippenlijst Studentenstatuut (belangrijkste begrippen in alfabetische volgorde) 1 Begrippenlijst Studentenstatuut (belangrijkste begrippen in alfabetische volgorde) 1 In het HAN Studentenstatuut en de bijgevoegde reglementen wordt verstaan onder: A B C Ambtelijk secretaris: een medewerker

Nadere informatie

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2014-2015

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2014-2015 Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 014-015 Master Pedagogiek CROHO-nummer 44113 deeltijd 1 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE... 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1. Informatie en communicatie...

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

Donderdag 28-jan 6:30 8:27 11:54 12:54 15:34 17:23 19:20

Donderdag 28-jan 6:30 8:27 11:54 12:54 15:34 17:23 19:20 Januari 2016 Vrijdag 1-jan 6:44 8:50 11:41 12:44 14:55 16:41 18:45 Zaterdag 2-jan 6:44 8:50 11:41 12:45 14:56 16:42 18:46 Zondag 3-jan 6:44 8:50 11:42 12:45 14:57 16:43 18:47 Maandag 4-jan 6:44 8:49 11:42

Nadere informatie

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF CONTEXT Context Instroom Een bekende, stabiele leef- en leeromgeving. 1 Een herkenbare leef- en werkomgeving. Tussen niveau 1 en 2 is geen verschil in context;

Nadere informatie

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ITALIAANSE TAAL EN CULTUUR

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ITALIAANSE TAAL EN CULTUUR DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ITALIAANSE TAAL EN CULTUUR 015-016 Deel B: opleidingsspecifiek deel 1. Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen Artikel 1. Gegevens

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding 9. 5 Planning 83 5.1 Leerdoelen en persoonlijke doelen 84 5.2 Het ontwerpen van het leerproces 87 5.3 Planning in de tijd 89

Inhoud. Inleiding 9. 5 Planning 83 5.1 Leerdoelen en persoonlijke doelen 84 5.2 Het ontwerpen van het leerproces 87 5.3 Planning in de tijd 89 Inhoud Inleiding 9 1 Zelfsturend leren 13 1.1 Zelfsturing 13 1.2 Leren 16 1.3 Leeractiviteiten 19 1.4 Sturingsactiviteiten 22 1.5 Aspecten van zelfsturing 25 1.6 Leerproces vastleggen 30 2 Oriëntatie op

Nadere informatie

Programma van toetsing

Programma van toetsing Programma van toetsing Programma van toetsing Versie 1.1 Con Amore B.V. Inleiding In samenwerking met onderwijskundige experts hebben we een nieuw programma van toetsing ontworpen. We zijn afgestapt van

Nadere informatie

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld BEOORDELINGSFORMULIER / Artistieke Praktijk II jaar 4 Blad 1 Toetscode: Datum: Handtekening student: Beoordelaar 1: Handtekening beoordelaar 1: Beoordelaar 2: Handtekening beoordelaar 2: Extern deskundige:

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2015-2016 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt

Nadere informatie

Midden-Oostenstudies CROHO 60842

Midden-Oostenstudies CROHO 60842 Faculteit der Letteren Onderwijs- en Examenregeling (OER) Deel B: Masteropleiding Midden-Oostenstudies CROHO 60842 Programma Midden-Oostenstudies voor het studiejaar 2016-2017 Inhoud: 1. Algemene bepalingen

Nadere informatie

De 6 Friesland College-competenties.

De 6 Friesland College-competenties. De 6 Friesland College-competenties. Het vermogen om met een open enthousiaste houding nieuwe dingen aan te pakken. Het vermogen jezelf steeds beter te leren kennen. Het vermogen om in te schatten in welke

Nadere informatie

Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar 2015 2016. Regeling Externe toezichthouders bij examens

Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar 2015 2016. Regeling Externe toezichthouders bij examens Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar 2015 2016 Regeling Externe toezichthouders bij examens Inhoudsopgave 1. Positie en benoeming externe toezichthouders... 3 2. Taak externe toezichthouder

Nadere informatie

Praktijkopleider agrotechniek

Praktijkopleider agrotechniek Associate degree Deeltijd 2018-2019 Praktijkopleider agrotechniek Ontwikkel uw vaardigheden als praktijkopleider in de agrotechnische sector met deze tweejarige opleiding 2 De agrarische sector is continu

Nadere informatie

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen, 2014-2015

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen, 2014-2015 DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen, 2014-2015 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling bestaat uit

Nadere informatie

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Competentie 1: Creërend vermogen De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Concepten voor een ontwerp te ontwikkelen

Nadere informatie

Neerlandistiek CROHO 60849

Neerlandistiek CROHO 60849 Faculteit der Letteren Onderwijs- en Eamenregeling (OER) Deel B: Masteropleiding CROHO 60849 voor het studiejaar 2017-2018 Inhoud: 1. Algemene bepalingen 2. Toelating 3. Inhoud en inrichting van de opleiding

Nadere informatie

Deel B: Bacheloropleiding Nederlandse Taal en Cultuur voor het studiejaar 2015-2016 Inhoud:

Deel B: Bacheloropleiding Nederlandse Taal en Cultuur voor het studiejaar 2015-2016 Inhoud: FACULTEIT DER LETTEREN ONDERWIJS- EN EAMENREGELING (OER) Deel B: Bacheloropleiding Nederlandse Taal en Cultuur voor het studiejaar 2015-2016 Inhoud: 1 Algemene bepalingen 2 Vooropleiding 3 Inhoud en inrichting

Nadere informatie

vastgesteld door de faculteitsdirectie op 19 maart instemming van de facultaire medezeggenschapsraad op 5 april 2012.

vastgesteld door de faculteitsdirectie op 19 maart instemming van de facultaire medezeggenschapsraad op 5 april 2012. III FACULTEIT Maatschappij en Recht vastgesteld door de faculteitsdirectie op 19 maart 2012. instemming van de facultaire medezeggenschapsraad op 5 april 2012. A. Hieronder is voor zover van toepassing

Nadere informatie

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE DUALE PROGRAMMA NEDERLANDS ALS TWEEDE TAAL FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE DUALE PROGRAMMA NEDERLANDS ALS TWEEDE TAAL FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE DUALE MASTEROPLEIDING TAALWETENSCHAPPEN 90 EC PROGRAMMA NEDERLANDS ALS TWEEDE TAAL FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN 2015-201 Deel

Nadere informatie

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2014-2015

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2014-2015 Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2014-2015 Master leraar Algemene Economie Croho: 45275 deeltijd 1 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE... 2 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1.2 Informatie

Nadere informatie

Opleidingsstatuut. voor de bacheloropleiding. Fiscaal Recht en Economie voltijd. Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. studiejaar 2014 2015

Opleidingsstatuut. voor de bacheloropleiding. Fiscaal Recht en Economie voltijd. Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. studiejaar 2014 2015 Opleidingsstatuut voor de bacheloropleiding Fiscaal Recht en Economie voltijd Hogeschool van Arnhem en Nijmegen studiejaar 2014 2015 Versie 11-11-2014 (inclusief errata) Inhoud Deel 1: Onderwijs aan de

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO 2018-2019 Opleidingsdeel voor de bachelor lerarenopleidingen voortgezet onderwijs van Driestar hogeschool (onderdeel van Driestar educatief)

Nadere informatie

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Teamscan op accreditatiewaardigheid Teamscan op accreditatiewaardigheid De Teamscan accreditatiewaardigheid (in vervolg: scan) geeft inzicht in hoe het opleidingsteam ervoor staat met betrekking tot de opleidingsaccreditatie. De scan bestaat

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2017 Opleidingsspecifieke deel: Bacheloropleiding: Kunstgeschiedenis Deze onderwijs- en examenregeling is gebaseerd op de Wet op het hoger onderwijs

Nadere informatie

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING NIEUWGRIEKSE TAAL EN CULTUUR

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING NIEUWGRIEKSE TAAL EN CULTUUR DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING NIEUWGRIEKSE TAAL EN CULTUUR 2015-2016 Deel B: opleidingsspecifiek deel 1. Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen Artikel

Nadere informatie

OER Master facultair hoofdstuk 10 Maatschappij & Recht Vastgesteld d.d

OER Master facultair hoofdstuk 10 Maatschappij & Recht Vastgesteld d.d III FACULTEIT Maatschappij & Recht vastgesteld door de faculteitsdirectie op 13-02- 2014 instemming van de facultaire medezeggenschapsraad op 24-04 2014. Deze versie treedt in werking op 1 september 2014

Nadere informatie

IPS EXCELLENTIEPROGRAMMA S STUDIEJAAR 2014-2015. Domein Health Instituut Paramedische Studies

IPS EXCELLENTIEPROGRAMMA S STUDIEJAAR 2014-2015. Domein Health Instituut Paramedische Studies IPS EXCELLENTIE STUDIEJAAR 2014-2015 Domein Health Instituut Paramedische Studies 2 Instituut Paramedische Studies Domein Health Excellentieprogramma s Paramedische Studies Uitdagende talentprogramma s

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool NAO nederlands- vlaamse accreditatieorganisatie Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool Datum: 1 oktober

Nadere informatie

STUDIEGIDS Sociaal Pedagogische Hulpverlening

STUDIEGIDS Sociaal Pedagogische Hulpverlening STUDIEGIDS 2017-2018 Sociaal Pedagogische Hulpverlening DEEL 1 EN 3 VAN HET OPLEIDINGSSTATUUT INSTITUUT ISPS VOLTIJD 2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 3 Inleiding... 5 Deel 1: Studiegids... 6 Hoofdstuk

Nadere informatie

type week datum week 32 7-aug 8-aug 9-aug 10-aug 11-aug 12-aug 13-aug aug T5 15-aug 16-aug 17-aug 18-aug 19-aug 20-aug

type week datum week 32 7-aug 8-aug 9-aug 10-aug 11-aug 12-aug 13-aug aug T5 15-aug 16-aug 17-aug 18-aug 19-aug 20-aug Basis jaarrooster Aeres Hogeschool Dronten/A onderwijsinfo, basis jaarrooster vastgesteld week datum type week 32 7-aug 8-aug 9-aug 10-aug 11-aug 12-aug 13-aug 33 14-aug T5 15-aug 16-aug 17-aug 18-aug

Nadere informatie

Ontwerpkaders: Leeruitkomsten. Versie 1.0/ november Ontwerpkaders: Leeruitkomsten/versie 1.0/november

Ontwerpkaders: Leeruitkomsten. Versie 1.0/ november Ontwerpkaders: Leeruitkomsten/versie 1.0/november Ontwerpkaders: Leeruitkomsten Versie 1.0/ november 2016 1 Flexibel onderwijs Flexibel Onderwijs kenmerkt zich door tijd, plaats en tempo-onafhankelijk studeren. De route is individueel en past bij de uitgangssituatie

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologe en Religiewetenschappen. Deel 2 (opleidingsspecifiek deel): Bachelor Theologie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologe en Religiewetenschappen. Deel 2 (opleidingsspecifiek deel): Bachelor Theologie ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2016-2017 Faculteit der Filosofie, Theologe en Religiewetenschappen Deel 2 (opleidingsspecifiek deel): Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt in werking op 1 september

Nadere informatie

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Spaanse taal en cultuur, 2014-2015

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Spaanse taal en cultuur, 2014-2015 DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Spaanse taal en cultuur, 2014-2015 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling bestaat uit deel

Nadere informatie

REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS Instituut voor Toegepaste Biowetenschappen en Chemie. studiejaar

REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS Instituut voor Toegepaste Biowetenschappen en Chemie. studiejaar REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS Instituut voor Toegepaste Biowetenschappen en Chemie studiejaar 20172018 Inhoud REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS... 1 1. Positie en benoeming externe

Nadere informatie

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Duitse taal en cultuur, 2014-2015

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Duitse taal en cultuur, 2014-2015 DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding e taal en cultuur, 2014-2015 1 - Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling bestaat uit deel A en

Nadere informatie

Competentie 1 Ondernemerschap Initiëren en/of creëren van producten en/of diensten, zelfstandig en ondernemend.

Competentie 1 Ondernemerschap Initiëren en/of creëren van producten en/of diensten, zelfstandig en ondernemend. Naam student: Studentnummer: Evaluatieformulier meewerkstage CE In te vullen door de bedrijfsbegeleider van de stage biedende organisatie voorafgaand aan het eindgesprek met de stagedocent. De stagiair

Nadere informatie

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING SPAANSE TAAL EN CULTUUR

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING SPAANSE TAAL EN CULTUUR DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING SPAANSE TAAL EN CULTUUR 05-06 Deel B: opleidingsspecifiek deel. Algemene bepalingen Artikel. Begripsbepalingen Artikel. Gegevens opleiding

Nadere informatie

Sport, Gezondheid en Management

Sport, Gezondheid en Management Sport en Bewegen HAN Sport, Gezondheid en Management Opleidingsstatuut voor de bacheloropleiding Studiejaar 2015-2016 1 Sport en Bewegen HAN 2 HAN Inleiding 4 Deel 1: Studiegids 6 Uitgangspunten van het

Nadere informatie

Master Healthy Ageing Professional (MHAP)

Master Healthy Ageing Professional (MHAP) 1. Basisgegevens Soort aanvraag (kruis aan wat van toepassing is): Naam instelling(en) Contactpersoon/contactpersonen Contactgegevens Nieuwe Nieuw Ad programma X Nieuwe hbo master Nieuwe joint degree 1

Nadere informatie

Versie 26 januari 2016 Uitgave Centrum voor Bestuurlijke Activiteiten

Versie 26 januari 2016 Uitgave Centrum voor Bestuurlijke Activiteiten Procedure aangaande de Onderwijs- en examenregeling van Fontys Dit is een uitgave van het Centrum voor Bestuurlijke Activiteiten. Het CBA ondersteunt de medezeggenschap en inspraak binnen Fontys Hogescholen

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Opleidingsspecifiek deel Masteropleiding: Nederlandkunde/ Dutch Studies Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel

Nadere informatie

Toetsplan 2014-2015. Docent theater. M. Lammers

Toetsplan 2014-2015. Docent theater. M. Lammers Toetsplan 2014-2015 Docent theater M. Lammers Inhoudsopgave Inleiding... 3 1. Visie en uitgangspunten... 4 1.1 Visie op onderwijs... 4 Vaktraining en projecten... 4 Propedeuse en hoofdfase... 5 Actieve

Nadere informatie

STUDIEGIDS Pedagogiek DEEL 1 EN 3 VAN HET OPLEIDINGSSTATUUT INSTITUUT ISPS VOLTIJD

STUDIEGIDS Pedagogiek DEEL 1 EN 3 VAN HET OPLEIDINGSSTATUUT INSTITUUT ISPS VOLTIJD STUDIEGIDS 2017-2018 Pedagogiek DEEL 1 EN 3 VAN HET OPLEIDINGSSTATUUT INSTITUUT ISPS VOLTIJD 2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 3 Inleiding... 5 Deel 1: Studiegids... 6 Hoofdstuk 1 Visie op het onderwijs...

Nadere informatie

Bijlage 1 Begrippenlijst Opleidingsstatuut en Studentenstatuut (belangrijkste begrippen in alfabetische volgorde) 1

Bijlage 1 Begrippenlijst Opleidingsstatuut en Studentenstatuut (belangrijkste begrippen in alfabetische volgorde) 1 Bijlage 1 Begrippenlijst Opleidingsstatuut en Studentenstatuut (belangrijkste begrippen in alfabetische volgorde) 1 In het studentenstatuut en in het opleidingsstatuut en de daarin opgenomen reglementen

Nadere informatie

Sociaal Werk. Bachelor of Social Work - Voltijd

Sociaal Werk. Bachelor of Social Work - Voltijd 2019 2020 Sociaal Werk Bachelor of Social Work - Voltijd In het kort Als sociaal werker bied jij ondersteuning aan mensen die in de problemen zitten en er, ook met hulp van familie en bekenden, niet meer

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO 2016-2017 Opleidingsdeel voor de bachelor lerarenopleidingen voortgezet onderwijs van Driestar hogeschool (onderdeel van Driestar educatief)

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2010 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Slavische talen en culturen Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2017 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Russische studies Deze onderwijs- en examenregeling is gebaseerd op de Wet op het hoger onderwijs

Nadere informatie

Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster

Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster Uitwerking Domein Gezondheidszorg Hogeschool Utrecht Honoursforum GZ Onderwerp / thema: Naam student: Studentnummer: Opleiding: Studiejaar

Nadere informatie

FORMULIER STRATEGISCHE THEMA S OPLEIDING [NAAM]: INSTITUUT: (G)OC: INSTITUUTSDIRECTEUR: DATUM:

FORMULIER STRATEGISCHE THEMA S OPLEIDING [NAAM]: INSTITUUT: (G)OC: INSTITUUTSDIRECTEUR: DATUM: FORMULIER STRATEGISCHE THEMA S OPLEIDING [NAAM]: INSTITUUT: (G)OC: INSTITUUTSDIRECTEUR: DATUM: De (G)OC heeft als formele wettelijke vastgelegde taak het adviseren over de OER en het jaarlijks beoordelen

Nadere informatie

Ons. Onderwijs. Kwaliteit in onderwijs

Ons. Onderwijs. Kwaliteit in onderwijs Ons Onderwijs Kwaliteit in onderwijs Voorwoord Bij Marianum staat de ontwikkeling van de leerling voorop. Wij staan voor aantrekkelijk en afgestemd onderwijs, gemotiveerde leerlingen en goede eindresultaten.

Nadere informatie

AANMELDING VOOR DE DECENTRALE SELECTIE OPLEIDING TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE HOGESCHOOL VAN ARNHEM EN NIJMEGEN (HAN) STUDIEJAAR 2015-2016

AANMELDING VOOR DE DECENTRALE SELECTIE OPLEIDING TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE HOGESCHOOL VAN ARNHEM EN NIJMEGEN (HAN) STUDIEJAAR 2015-2016 AANMELDING VOOR DE DECENTRALE SELECTIE OPLEIDING TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE HOGESCHOOL VAN ARNHEM EN NIJMEGEN (HAN) STUDIEJAAR 2015-2016 Instructie Leuk dat je interesse hebt voor de opleiding Toegepaste Psychologie

Nadere informatie

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE DUALE MASTEROPLEIDING MEDIASTUDIES: JOURNALISTIEK EN MEDIA FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN 2016-2017 Deel B: opleidingsspecifiek

Nadere informatie

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk Op de HBOV van de Hogeschool Leiden wordt sinds het studiejaar 2013-2014 gewerkt met CBP s, Competentie Beoordelingen in de Praktijk. Gedachte hierachter is, dat

Nadere informatie

Opleidingsstatuut. voor de Bacheloropleiding. Opleidingskunde. van het Instituut voor Leraar en School. van de. Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Opleidingsstatuut. voor de Bacheloropleiding. Opleidingskunde. van het Instituut voor Leraar en School. van de. Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Onderwerp: domein Educatie, OS Opleidingskunde van het ILS Kenmerk: 16/N125/fv Datum: 1 september 2016 Opleidingsstatuut voor de Bacheloropleiding Opleidingskunde van het Instituut voor Leraar en School

Nadere informatie

OPSTELLEN EINDKWALIFICATIES OPLEIDING

OPSTELLEN EINDKWALIFICATIES OPLEIDING OPSTELLEN EINDKWALIFICATIES OPLEIDING MARIANNE KOK/HERBERT WOLDBERG/HVA Toelichting bij opt opstelellen van eindkwalificaties van een opleiding bij de HvA 1 Het opleidingsprofiel: De beroepspraktijk draagt

Nadere informatie

Algemene bepaling DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

Algemene bepaling DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE Algemene bepaling De specifieke vooropleidingseisen van elke opleiding zijn vermeld op de website van Zuyd Hogeschool bij de informatie van de desbetreffende

Nadere informatie

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ARABISCHE TAAL EN CULTUUR

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ARABISCHE TAAL EN CULTUUR DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ARABISCHE TAAL EN CULTUUR 05-06 Deel B: opleidingsspecifiek deel. Algemene bepalingen Artikel. Begripsbepalingen Artikel. Gegevens opleiding

Nadere informatie

Opleidingsstatuut. voor de bacheloropleiding Fiscaal Recht en Economie van. de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. studiejaar 2015 2016

Opleidingsstatuut. voor de bacheloropleiding Fiscaal Recht en Economie van. de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. studiejaar 2015 2016 Opleidingsstatuut voor de bacheloropleiding Fiscaal Recht en Economie van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen studiejaar 2015 2016 Versie 30 november 2015 1 INLEIDING... 5 DEEL 1: STUDIEGIDS... 7 1. VISIE

Nadere informatie

COMPETENTIETOETSEN DOMEIN APPLIED SCIENCE ANTOINETTE VAN BERKEL HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM 23 MAART 2017

COMPETENTIETOETSEN DOMEIN APPLIED SCIENCE ANTOINETTE VAN BERKEL HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM 23 MAART 2017 COMPETENTIETOETSEN DOMEIN APPLIED SCIENCE ANTOINETTE VAN BERKEL HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM 23 MAART 2017 1 DOCENTEN AAN HET WOORD Wat is adequaat bewijs om competenties aan te tonen? Hoe kom ik tot een intersubjectief

Nadere informatie