Adviesnota voor de raad

Transcriptie

1 Adviesnota voor de raad Onderwerp : Planologische instrumenten Wabo voor afwijkingen van bestemmingsplan + wijziging Bouwverordening Datum collegebesluit : dinsdag 31 augustus 2010 Datum raadsvergadering : donderdag 7 oktober 2010 Agendapunt : Portefeuillehouder : Wethouder Bragt Nummer postregistratie : 10ink03661 Naam programma : Inlichtingen bij Tel.nr. : : Pieter-Floor Bassa plfbassa@zaltbommel.nl Voorstel 1. De beleidsregels Criteria voor verlenen medewerking aan verzoeken om bestemmingsplanherziening, wijziging of uitwerking of projectbesluiten alsmede het delegatiebesluit t.b.v. het nemen van een projectbesluit (inclusief delegatie bijbehorende exploitatieplan) in te trekken; 2. De beleidsregels Criteria voor verlenen medewerking aan verzoeken om bestemmingsplanherziening vast te stellen; 3. Op basis van artikel 6.5, lid 3 Besluit omgevingsrecht de volgende categorieën van gevallen aan te wijzen: a. aanvragen, die passen binnen de Lijst categorieën gevallen, waarvoor verklaring van geen bedenkingen niet is vereist (deze lijst wordt daarmee ook als zodanig vastgesteld); b. aanvragen, die in strijd zijn met door de raad of het college van burgemeester en wethouders vastgesteld beleid; 4. De bevoegdheid tot het vaststellen van een exploitatieplan aan het college van burgemeester en wethouders te delegeren voor die aanvragen omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.12 eerste lid onder a sub 3 Wabo; 5. De Verordening tot wijziging van de Bouwverordening 2010 vast te stellen. Inleiding De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) Op 1 oktober 2010 treedt de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking. De Wabo is één van de omvangrijkste en ingrijpendste wijzigingen op het gebied van dienstverlening van het afgelopen en komende jaren. Hoofddoel van de Wabo is een betere, snellere en professionelere dienstverlening. Een dienstverlening, die bovendien leidt tot minder administratieve lasten voor burgers en bedrijven. Alle vergunningen en ontheffingen, die nu nog vallen onder de werking van de Wro worden geïntegreerd in de Wabo.

2 Mogelijkheden om af te wijken van het bestemmingsplan. Met de invoering van de Wabo veranderen de mogelijkheden om af te wijken van bestemmingsplannen. Er is sprake van twee categorieën: 1. Kleine afwijkingen van het bestemmingsplannen kunnen mogelijk worden gemaakt op grond de limitatieve lijst voor planologische kruimelgevallen; 2. Grotere afwijkingen. Waar onder de Wet ruimtelijke ordening nog sprake was over een projectbesluit, creëert de Wabo een andere manier om ruimtelijke projecten mogelijk te maken. Het projectbesluit komt hiermee te vervallen. De nieuwe figuur staat in artikel 2.12 lid 1 onder a onder 3 van de Wabo. Gemakshalve noemen wij dit een Wabo-projectbesluit. Deze nieuwe figuur gaat straks deel gaat uitmaken van de te verlenen omgevingsvergunning voor de aangevraagde activiteit. Het bevoegde gezag, het college, verleent dan een omgevingsvergunning op voorwaarde dat de aangevraagde activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat. In de onderstaande tabel is het oude en het nieuwe wettelijke regime weergegeven. Wro (oud) 1 Buitenplanse ontheffing: planologische kruimelgevallen (artikel 3.23 Wro) Wabo Afwijkingen; planologische kruimelgevallen (artikel 2.12 eerste lid onder a sub 2 en Besluit Omgevingsrecht (Bor), bijlage II, artikel 4) 2 Projectbesluit (artikel 3.10 Wro) Wabo-projectbesluit (artikel 2.12 eerste lid onder a sub 3) Voor wat betreft de planologische kruimelgevallen (categorie 1) kunnen beleidsregels vastgesteld worden. Het college is bevoegd om deze vast te stellen. Deze beleidsregels liggen in september voor twee weken ter inzage, waarna wij zij vaststellen. De onderhavige adviesnota heeft betrekking op categorie 2. Omdat hiervoor in de wet geen gemakkelijke uitspreekbare term is opgenomen, noemen wij dit Wabo-projectbesluit. Eerdere besluitvorming. Op 1 juli 2008 is de Wet op de ruimtelijke (Wro) ordening in werking getreden. Voor die tijd gold de Wet Ruimtelijke Ordening (WRO) Bij besluit van 26 juni 2008 heeft u in het kader van de naderende nieuwe wetgeving besloten : De diverse beleidsregels, die een wettelijke grondslag vonden in de WRO in te (laten) trekken en deze zo spoedig mogelijk op basis van de nieuwe Wro weer vast te (laten stellen); De huidige praktijk op basis van de in te trekken beleidsregels te handhaven tot op het moment dat de nieuwe beleidsregels zijn vastgesteld. Door middel van uw besluit van 10 september 2009 heeft u besloten: de beslissingsbevoegdheid op een aanvraag om een projectbesluit inclusief het bijhorende exploitatieplan aan ons college te delegeren; aan de betreffende delegatie de voorwaarden te verbinden dat: o Toetsing plaatsvindt aan de beleidsregels Criteria voor verlenen medewerking aan verzoeken om bestemmingsplanherziening, wijziging of uitwerking o U binnen 2 weken na besluitvorming hierover door ons wordt geïnformeerd door middel van een informatienota. Doel / meetbaar effect Informeren over planologische instrumenten voor het afwijken van bestemmingsplannen; Komen tot een logische en efficiënte inzet van deze planologische instrumenten. 2

3 Argumenten Een nadere toelichting van de argumenten is (per argument) opgenomen in bijlage I Als gevolg van nieuwe wetgeving (waardoor geen sprake meer is van een projectbesluit) zijn criteria gedateerd Criteria hebben slechts betrekking op verzoeken tot herziening bestemmingsplannen Criteria voor het overige enigszins aangepast Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd gezag voor het nemen van een Waboprojectbesluit 3.2 U bent bevoegd om in kader Wabo-projectbesluit verklaring van geen bedenkingen te geven 3.3. U kunt op basis van artikel 6.5, lid 3 Bor besluiten dat u in bepaalde gevallen het geven van een verklaring van geen bedenkingen niet noodzakelijk acht. 3.4 Verlenen verklaring van geen bedenkingen enorme belasting voor gemeenteraad, college, ambtelijke apparaat, en burger 3.5 Voorkomen overschrijden beslistermijn 3.6 Voorkomen kosten als gevolg van Wet dwangsom 3.7. Correcte juridische verankering 3.8 Het ligt voor de hand inhoudelijk aan te sluiten bij de voormalige vrijstellingslijst ex artikel 19, lid 2 WRO van de provincie Gelderland. 3.9 U ontvangt het eerste jaar één maal in de zes maanden een overzicht van de ontwikkelingen, waarvoor wij hebben besloten een Wabo-projectbesluit te nemen Wij verlenen medewerking aan aanvragen - die passen binnen reeds door u inhoudelijk geaccordeerde beleidskaders - door middel van het nemen van een Wabo-projectbesluit. 4.1 Noodzakelijk om bevoegdheid vaststellen exploitatieplan wederom vast te leggen. 5.1 In raadsvergadering 15 juli 2010 is actualisatie bebouwde komgrenzen Bouwverordening toegezegd. Het is wenselijk om de bevoegdheid tot wijzigen van de grenzen bij burgemeester en wethouders te leggen Wijziging artikel op verzoek van Brandweer Bommelerwaard. Kanttekeningen Financiën N.v.t. Uitvoering Planning 3

4 Zie voor het overige communicatie. Communicatie Beslispunt 1: het concept van de beleidsregels planologische kruimelgevallen Wabo ligt in september 2010 voor 2 weken ter inzage. Gedurende deze termijn kan een inspraakreactie worden ingediend. De inspraakreacties worden door ons college beoordeeld en er wordt bezien of dit tot aanpassing van de beleidsregels zou moeten leiden; beslispunten 2 t/m 5: de zakelijke inhoud van uw besluit wordt gepubliceerd in de Toren. Bijlagen Bijgevoegd Concept algeheel raadsbesluit; Concept raadbesluit inzake Lijst categorieën gevallen, waarvoor verklaring van geen bedenkingen niet is vereist ; Concept raadsbesluit inzake Criteria voor verlenen medewerking aan verzoeken om bestemmingsplanherziening (opgenomen in een apart raadsbesluit); Verordening tot wijziging van de Bouwverordening 2010 (inclusief kaarten bebouwde komgrenzen). Ter inzage in de leeskamer Uw besluit van inzake werkwijze afhandeling aanvragen projectbesluiten en bestemmingsplannen incl. delegatie beslissingsbevoegdheid projectbesluit; Criteria voor verlenen medewerking aan verzoeken om bestemmingsplanherziening, wijziging of uitwerking of projectbesluiten (in te trekken); Beleidskader hergebruik vrijgekomen agrarische bedrijfsbebouwing in het buitengebied Kadernota huisvesting tijdelijke buitenlandse werknemers Beleidskader mantelzorg (Wabo-projectbesluit); Beleidskader inzake warmte-opslagtanks (Wabo-projectbesluit). BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ZALTBOMMEL de secretaris, de burgemeester, drs. L.H. Derksen A. van den Bosch 4

5 BIJLAGE I: TOELICHTING ARGUMENTEN 1.1. Als gevolg van nieuwe wetgeving (waardoor geen sprake meer is van een projectbesluit) zijn criteria gedateerd. Per 1 oktober 2010 vervalt artikel 3.10 van de Wet op de ruimtelijke ordening (het projectbesluit). 2.1 Criteria hebben slechts betrekking op verzoeken tot herziening bestemmingsplannen. In de Wabo is een opvolger voor het projectbesluit opgenomen, die wij gemakshalve Waboprojectbesluit 1 noemen. Het college is bevoegd tot het nemen van een Wabo-projectbesluit. Hoewel de criteria geen betrekking hebben op het Wabo-projectbesluit (er is immers sprake van een collegebevoegdheid), zullen wij die in het kader van de afweging of wij een Wabo-projectbesluit nemen deze criteria wel gewoon toepassen. In die zin is voor ons college net als voor u bij bestemmingsplannen sprake van een motiveringsplicht voor het Wabo-projectbesluit. 2.2 Criteria voor het overige enigszins aangepast. Naar de letter waren de oude criteria te stringent, waardoor het in de meeste gevallen niet mogelijk was om (ondanks grote maatschappelijke belangen en aangetoonde urgentie) vooruitlopend op een integrale bestemmingsplanherziening, een postzegelbestemmingsplan in procedure te brengen. De criteria zijn hierop aangepast. 3.1 Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd gezag voor het nemen van een Waboprojectbesluit 3.2 U bent bevoegd om in kader Wabo-projectbesluit verklaring van geen bedenkingen te geven Indien de activiteit niet in strijd is met de goede ruimtelijke ordening en het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat, kan de omgevingsvergunning worden verleend. Voorwaarde voor deze verlening is dat deze niet verleend wordt, dan nadat de gemeenteraad van de gemeente waar het project geheel of in hoofdzaak wordt uitgevoerd, heeft verklaard dat hij daartegen geen bedenkingen heeft.. De nieuwe bevoegdheid van de raad houdt dus in dat de raad een verklaring van geen bedenkingen af dient te geven aan het college over de planologische aspecten en pas dan kan de omgevingsvergunning voor die activiteit door het college verleend worden. Deze verklaring kan slechts worden geweigerd in het belang van een goede ruimtelijke ordening. Wordt de verklaring van geen bedenkingen geweigerd, dan dient ook de omgevingsvergunning geweigerd te worden. De verklaring van geen bedenkingen is een integraal onderdeel van het besluit omtrent een omgevingsvergunning U kunt op basis van artikel 6.5, lid 3 Bor besluiten dat u in bepaalde gevallen het geven van een verklaring van geen bedenkingen niet noodzakelijk acht. De Wabo biedt, net als de Wro, mogelijkheden om de duur van procedures terug te dringen. De Wabo voorziet hierin door middel van de mogelijkheid voor u als raad om categorieën van gevallen aan te wijzen, waarin u het geven van een verklaring van bedenkingen niet noodzakelijk acht. In artikel 6.5 lid 3 Besluit omgevingsrecht (Bor) is deze mogelijkheid opgenomen. Door gebruik te maken van deze mogelijkheid verbetert de dienstverlening aan de burger en wordt de werkbelasting voor uw raad, het college en het ambtelijk apparaat teruggedrongen (zie bijlage II voor een korte beschrijving van de procedure van de verklaring van geen bedenkingen). 3.4 Verlenen verklaring van geen bedenkingen enorme belasting voor gemeenteraad, college, ambtelijke apparaat, en burger 1 Dit betreft artikel 2.12 eerste lid onder a sub 3 Wabo 5

6 Als u ervoor kiest om geen gebruik te maken van de bevoegdheid tot het aanwijzen van categorieën gevallen, waarin het verlenen van de verklaring van geen bedenkingen niet vereist is, heeft dat tot gevolg dat uw raad een standpunt moet innemen over alle ontwikkelingen (van groot tot klein), die niet realiseerbaar zijn rechtstreeks op grond van een bestemmingsplan of met toepassing van een buitenplanse ontheffing (na inwerkingtreding Wabo afwijking van het bestemmingsplan genaamd). Dit betekent onder meer dat uw raad nogmaals formeel een standpunt moet innemen over onderwerpen,waarover u beleidsmatig al een standpunt heeft ingenomen. Het verlenen van een verklaring van geen bedenkingen is daarmee een enorme belasting voor zowel raad, college als ambtelijk apparaat qua tijd en hiermee ook financieel en is zeer burger-onvriendelijk. De burger moet immers lang op een raadsstandpunt (dat is: de verleende verklaring van geen bedenkingen) wachten. Een voorstel aan de raad moet minimaal anderhalve maand van tevoren worden aangeleverd, in bepaalde maanden wordt niet vergaderd. Ook moet u zowel een ontwerp als een definitieve verklaring afgeven. 3.5 Voorkomen overschrijden beslistermijn Als gevolg van de inwerkingtreding van de Wabo zullen de termijnen waarbinnen de gemeente een besluit over een aanvraag om omgevingsvergunning moet nemen drastisch veranderen. Over een formele aanvraag voor een Wabo-projectbesluit moeten burgemeester en wethouders uiterlijk binnen 26 weken besluiten (met mogelijkheid van verlengen met 6 weken). Hierdoor ontstaat ten aanzien van het onderwerp verklaring van geen bedenkingen het volgende knelpunt. Mede door de lange voorbereidingstijd, die gemoeid is met het aanleveren van raadsvoorstellen en -besluiten ontstaat het gevaar van het niet tijdig kunnen beslissen. Zeker, omdat u zowel een ontwerpverklaring van geen bedenkingen als de definitieve verklaring van geen bedenkingen af dient te geven. Hoewel geen sprake is van een fatale termijn, kan wel sprake zijn van aan de aanvrager te vergoeden kosten op basis van de Wet dwangsom (zie punt 3.6). Ook vanuit dat oogpunt ligt het derhalve voor de hand categoriëen van gevallen aan te wijzen, waarvoor geldt dat u geen verklaring van geen bedenkingen afgeeft. 3.6 Voorkomen kosten als gevolg van Wet dwangsom Het niet tijdig nemen van een besluit heeft als gevolg dat, in het geval van de reguliere procedure, een vergunning van rechtswege wordt verleend of dat, op verzoek van de aanvrager, op basis van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen een dwangsom wordt opgelegd. Doelstelling van deze laatstgenoemde wet overigens is (ook) om tot een snelle beslissing van de overheid te komen. De aanvrager moet het college wel in gebreke stellen. Dit heeft de volgende financiële consequenties: Periode overschrijden beslistermijn Bedrag Eerste 14 dagen 20,- per dag Daarop volgende 14 dagen 30,- per dag Overige 14 dagen 40,- per dag Er kan hierdoor maximaal sprake zijn van een bedrag van 1.260, Correcte juridische verankering Op 10 september 2009 heeft uw raad de bevoegdheid tot het weigeren of het nemen van een projectbesluit (op basis van artikel 3.10 lid 4 Wro) en het vaststellen van een exploitatieplan (op basis van artikel 6.12 lid 3 Wro) reeds gedelegeerd aan het college. Met ingang van de inwerkingtreding van de Wabo vervalt artikel 3.10 Wro en wordt als het ware vervangen door artikel 6.5 lid 3 Besluit omgevingsrecht (Bor). Het is dus zaak om de bevoegdheden vanaf de inwerkingtreding van de Wabo juridisch correct te verankeren. 3.8 Het ligt voor de hand inhoudelijk aan te sluiten bij de voormalige vrijstellingslijst ex artikel 19, lid 2 WRO van de provincie Gelderland. 6

7 Wij stellen voor om in hoofdzaak aan te sluiten op de voormalige vrijstellingslijst ex artikel 19, lid 2 WRO van de provincie Gelderland. In feite herstelt u dan de mogelijkheid die de WRO (oud) tot 1 juli 2008 rechtstreeks bood. Op basis van artikel 19 lid 2 WRO waren burgemeester en wethouders bevoegd om (zonder tussenkomst van GS en zonder dat uw raad hierover een standpunt innam) vrijstelling te verlenen van het bestemmingsplan in door GS aangegeven categorieën van gevallen. In de praktijk werkte dit goed en vele bouwprojecten zijn hierdoor versneld mogelijk gemaakt. Wel was het opstellen van een goede ruimtelijke onderbouwing een verplichting (net als nu het geval is en in de toekomst het geval blijft). GS hadden voor toepassing van artikel 19 lid 2 WRO een lijst van gevallen vastgesteld. Met de inwerkingtreding van de Wro (nieuw) verviel deze mogelijkheid. De voormalige vrijstellingslijst is door ons vereenvoudigd. De reden hiervan ligt onder andere in het feit dat het provinciale beleid in deze lijst was verwerkt. Dit is in dit geval overbodig. Aanvragen om een Wabo-projectbesluit zullen wij logischerwijs ten alle tijd toetsen aan geldende weten regelgeving (incl. provinciaal beleid). 3.9 U ontvangt het eerste jaar één maal in de zes maanden een overzicht van de ontwikkelingen, waarvoor wij hebben besloten een Wabo-projectbesluit te nemen. De gekozen lijst is gebaseerd is op de voormalige vrijstellinglijst ex artikel 19, lid 2 WRO van de provincie. Aanvragen, die binnen deze lijst pasten, kreeg u niet onder ogen. Desondanks, kunnen wij ons voorstellen dat u in eerste instantie vanuit de praktijk inzicht wil hebben in de gevallen, waarvoor u geen verklaring van geen bedenkingen noodzakelijk achtte. Op basis daarvan kunt u als u dat wenst - de Lijst categorieën gevallen, waarvoor verklaring van geen bedenkingen niet is vereist aanpassen Wij verlenen medewerking aan aanvragen - die passen binnen reeds door u inhoudelijk geaccordeerde beleidskaders - door middel van het nemen van een Wabo-projectbesluit. Het betreft in ieder geval de volgende kaders: beleidskader hergebruik vrijgekomen agrarische bedrijfsbebouwing in het buitengebied (in uw vergadering van 11 oktober 2007 vastgesteld); de Kadernota huisvesting tijdelijke buitenlandse werknemers ; (Op 26 november 2009 heeft u ingestemd met de bovengenoemde kadernota (definitieve versie 14 oktober 2009); Beleidskader mantelzorg (was als gevolg van de nieuwe Wro per ingetrokken); Beleidskader inzake warmte-opslagtanks (was als gevolg van de nieuwe Wro per ingetrokken). 4.1 Noodzakelijk om bevoegdheid vaststellen exploitatieplan wederom vast te leggen. Bij de delegatie van de bevoegdheid tot de vaststelling van een projectbesluit heeft u in 2009 tegelijkertijd de bevoegdheid tot het vaststellen van een exploitatieplan aan ons gedelegeerd (art lid 3 Wro). Een dergelijke delegatie was (en is) noodzakelijk vanwege de vereiste gelijktijdige vaststelling van het projectbesluit en het exploitatieplan (art lid 1 Wro). Zoals gesteld wordt op basis van het Overgangsrecht ten behoeve van de invoering van de Wabo artikel 6.12 lid 3 Wro tekstueel aangepast. Het is dus zaak om de bestaande delegatiebevoegdheid opnieuw vast te stellen en zo juridisch correct te verankeren. 5.1 In raadsvergadering 15 juli 2010 is actualisatie bebouwde komgrenzen Bouwverordening toegezegd. Het is wenselijk om de bevoegdheid tot wijzigen van de grenzen bij burgemeester en wethouders te leggen. In de Bouwverordening wordt een onderscheid gemaakt tussen gronden binnen en buiten de bebouwde kom. De bebouwde komgrenzen waren enigszins gedateerd. Onder andere, omdat diverse inmiddels gerealiseerde woningbouwlocaties buiten de gehanteerde bebouwde komgrenzen vielen. Bebouwde komgrenzen kunnen als gevolg van ruimtelijke ontwikkelingen wijzigen. Daaraan ligt veelal een (wijziging van) een bestemmingsplan of een besluit als bedoeld in artikel 2.12 van de Wet 7

8 algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) ten grondslag. Het voorstel is om aan het college van burgemeester en wethouders de bevoegdheid toe te bedelen om de kaarten met de grenzen van de bebouwde kommen te actualiseren. Delegatie van deze bevoegdheid is logisch, omdat het actualiseren als een uitvoeringshandeling kan worden beschouwd. Gezien het voorgaande wordt de volgende wijziging doorgevoerd: Artikel 1.3 wordt als volgt gewijzigd: 1. het tweede lid, komt te luiden als volgt: Als gebied binnen de bebouwde kom gelden de gebieden, die op de bij deze verordening behorende kaarten als zodanig zijn aangegeven. 2. Toegevoegd wordt een derde lid, dat luidt: 3. Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van de kaarten als bedoeld in het tweede lid. De tekst van artikel 1.3 van de Bouwverordening luidt op dit moment als volgt: Artikel 1.3 Indeling van het gebied van de gemeente 1. Voor de toepassing van deze verordening geldt als indeling van de gemeente: a. het gebied binnen de bebouwde kom; b. het gebied buiten de bebouwde kom. 2. Als gebied binnen de bebouwde kom geldt het gebied, dat op de bij deze verordening behorende kaart als zodanig is aangegeven. De tekst komt na wijziging als volgt te luiden: Artikel 1.3 Indeling van het gebied van de gemeente 1. Voor de toepassing van deze verordening geldt als indeling van de gemeente: a. het gebied binnen de bebouwde kom; b. het gebied buiten de bebouwde kom. 2. Als gebied binnen de bebouwde kom gelden de gebieden, die op de bij deze verordening behorende kaarten als zodanig zijn aangegeven. 3. Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van de kaarten als bedoeld in het tweede lid Wijziging artikel op verzoek van Brandweer Bommelerwaard. Wettelijk is in het Gebruiksbesluit vastgelegd dat voor kamerverhuur sprake is van een vergunningplicht voor kamerverhuur aan meer dan 4 personen. Het is logisch om deze grens ook te hanteren voor het bedrijfsmatig of in het kader van verzorging verschaffen van nachtverblijf. Er was echter opgenomen: meer dan 5 personen. Daarnaast heeft de brandweer verzocht de tekst integraler op te nemen, waardoor de Bouwverordening op dit punt afzonderlijk leesbaar is. Gezien het voorgaande wordt de volgende wijziging doorgevoerd: De tekst van artikel van de Bouwverordening luidt op dit moment als volgt: Artikel Vergunningsplicht nachtverblijf. Bepaling aantal personen nachtverblijf In afwijking van het bepaalde in artikel 2.2, eerste lid, van het Besluit omgevingsrecht, wordt het aantal personen bepaald op 5. De tekst van artikel 2.2, eerste lid, van het Besluit omgevingsrecht luidt als volgt: Als categorieën gevallen als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de wet worden aangewezen het in gebruik nemen of gebruiken van een bouwwerk waarin bedrijfsmatig of in het kader van verzorging nachtverblijf zal worden verschaft aan meer dan 10 personen, dan wel het in 8

9 afwijking daarvan bij de bouwverordening, bedoeld in artikel 8 van de Woningwet, bepaalde aantal personen Artikel van komt na wijziging als volgt te luiden: Het is verboden zonder vergunning een project uit te voeren, voor zover dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit het in gebruik nemen of gebruiken van een bouwwerk waarin bedrijfsmatig of in het kader van verzorging nachtverblijf zal worden verschaft aan meer dan 4 personen; 9

10 BIJLAGE II: KORTE OMSCHRIJVING PROCEDURE VERKLARING VAN GEEN BEDENKINGEN Wanneer een omgevingsvergunning wordt aangevraagd zullen Burgemeester en Wethouders beoordelen of zij bevoegd gezag is. In de meeste gevallen is dit het geval. Vervolgens beoordeelt zij voor welke activiteiten vergunning wordt aangevraagd. Daarbij zal ook blijken welke procedure van toepassing is. Bij strijdigheid met het bestemmingsplan, waaraan ook geen medewerking verleend kan worden op basis van artikel 4 van Bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (voorheen planologische kruimelgevallen) zal het college moeten bekijken of er een mogelijkheid is om van het bestemmingsplan af te wijken. Indien dat niet mogelijk, dan zal het college tot de conclusie komen dat enkel met toepassing van een verklaring van geen bedenkingen-procedure de activiteit vergund kan worden. Op dat moment wordt uiteraard bekeken of sprake is van een geval dat past in de categorieën waarvan de raad heeft aangegeven hiervoor het niet noodzakelijk te achten een verklaring van geen bedenkingen af te geven. Zo ja, dan is het college bevoegd om de volledige aanvraag verder te behandelen en hierop te besluiten. Is er geen sprake van één van de hieronder genoemde gevallen, dan stuurt het college de aanvraag met alle benodigde gegevens naar de raad met het verzoek om een verklaring van geen bedenkingen. De raad beoordeelt dan of de activiteit in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening en legt een ontwerp verklaring van geen bedenkingen ter inzage. In praktijk zal de raad een voorstel worden gedaan, waarmee de raad al dan niet instemt. Tevens zal de ontwerpverklaring van geen bedenkingen samen met het ontwerpbesluit, dat ziet op de overige activiteiten, ter inzage liggen. Vervolgens bestaat er voor belanghebbenden gedurende zes weken de mogelijkheid om zienswijzen in te dienen. Vervolgens worden eventuele zienswijzen tegen de ontwerpverklaring aan de raad toegezonden en wordt een definitief besluit genomen over de verklaring van geen bedenkingen. Het college kan met behulp van de verklaring tenslotte het besluit op de omgevingsvergunning nemen. 10