. / iiiziri - ../J" <f.d. RAADSVERGADERING. Voorstel. Uitwerking Voorstel. Bijlagen. : 5 oktober Datum raadsvergadering.

Transcriptie

1 & Gemeente eente ff jnbero Bergen op Zoom Raadsvoorstel RAADSVERGADERING <f.d.. / Djró^f'jjl../J" iiiziri - Datum raadsvergadering Nummer Onderwerp : 5 oktober 2004 : GRIF/04/10 : Verordening vertrouwenscommissie benoeming burgemeester 2004 Aan de gemeenteraad, Voorstel 1. In te stellen een commissie ad hoc, genaamd vertrouwenscommissie benoeming burgemeester Vast te stellen de 'Verordening vertrouwenscommissie benoeming burgemeester 2004". Uitwerking Voorstel In het kader van de benoemingsprocedure voor de nieuwe burgemeester van onze gemeente dient de raad te komen tot het instellen van een vertrouwenscommissie, belast met de beoordeling van de kandidaten. De raad regelt de taak, samenstelling en werkwijze van de vertrouwenscommissie, alsmede de geheimhouding. De vertrouwenscommissie zal namens de raad de gesprekken voeren met de door de Commissaris van de Koningin geselecteerde kandidaten en - met de door uw raad vastgestelde profielschets als leidraad - daaruit een selectie maken. Vervolgens moet de vertrouwenscommissie aan uw raad een verslag voorleggen met daarbij gevoegd een conceptaanbeveling met ten minste twee namen van kandidaten die naar het oordeel van de commissie in aanmerking komen om te worden benoemd tot burgemeester van onze gemeente. De raad stelt vervolgens in een besloten vergadering de aanbeveling vast. Indien uw raad instemt met het voorstel om geen raadplegend referendum te houden, moet de aanbeveling van de raad binnen vier maanden na het openstellen van de vacature aan de minister worden aangeboden. Op basis van hetgeen is bepaald in de Gemeentewet en de relevante ministeriële circulaires heeft het fractievoorzittersoverleg een conceptverordening opgesteld. Bijlagen De volgende bijlage is, als onderdeel van dit raadsvoorstel, bijgevoegd: 'Verordening vertrouwenscommissie benoeming burgemeester 2004". De volgende bijlagen zijn, als achtergrondinformatie voor dit raadsvoorstel, ter inzage gelegd: - circulaire van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksreiaties d.d. 21 november 2001, nr. bk01/96073; - circulaire van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 12 juni 2002, nr. BK02/76225.

2 Gemeente J Eergen op Zoom Een ontwerpbesluit treft u ter vaststelling aan. Het fractievoorzittersoverleg uit de raad van de gemeente Bergen op Zoom, De griffier, De waarnemend v raad, F.P.deVos. M.J.P. van Hekelen.

3 Gemeente (f Eergen op Zoom De raad van de gemeente Bergen op Zoom; gezien het voorstel van het fractievoorzittersoverleg van 29 september 2004, nr. GRIF/04/10; gelet op het terzake bepaalde in de Gemeentewet, alsmede op de circulaires van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d, 21 november 2001, nr. bk01/96073 en 12 juni 2002, nr. BK02/76225; BESLUIT: 1. In te stellen een commissie ad hoc, genaamd vertrouwenscommissie benoeming burgemeester Vast te stellen de 'Verordening vertrouwenscommissie benoeming burgemeester 2004", conform de bijlage die bij dit besluit behoort en als zodanig is gewaarmerkt. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Q l De griffier, F.P.deVos

4 Dé raad van de gemeente Bergen op Zoom; Gezien het voorstel van het fractievoorzittersoverleg van 29 september 2004, nr. GRIF/04/10 gelet op het terzake bepaalde in de Gemeentewet, alsmede op de circulaires van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 21 november 2001, nr. bk01/96073 en 12 juni 2002, nr. BK02/76225; Vast te stellen de navolgende verordening: BESLUIT: Verordening vertrouwenscommissie benoeming burgemeester 2004 Hoofdstuk 1 Samenstelling Artikel 1 In deze verordening wordt onder commissie verstaan: de vertrouwenscommissie benoeming burgemeester Artikel 2 1. De commissie bestaat uit: - de heer A.J.F.M. Linssen de heer CA van Pul de heer F.A.C. Mouws - mevrouw M.J.P. van Kemenade - de heer D.A. van den Kieboom - de heer A.J. Hagenaars - mevrouw Y.J.M.M. Kammeijer- Luycks - de heer A. Harijgens 2. De waarnemend voorzitter van de raad, de heer M.J.P. van Eekelen, treedt op als voorzitter van de commissie. Hij fungeert als technisch voorzitter en heeft geen stemrecht in de commissie. 3. De commissie wijst uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter aan. 4. De commissie laat zich bijstaan door de navolgende vertegenwoordiger van het college die de vertrouwenscommissie adviseert: - de heer C.W.M, van der Weegen, loco-burgemeester Deze adviseur is geen lid en heeft geen stemrecht in de commissie. 5. Een lid van de commissie houdt op lid van de commissie te zijn, indien hij ontslag heeft genomen als raadslid of niet meer voldoet aan de vereisten voor het raadslidmaatschap als bedoeld in de artikelen 10 en 13 van de t Gemeentenet. 6. De adviseur jhoudt op adviseur te zijn indien hij ontslag heeft genomen of is ontslagen als wethouder of niet meer voldoet aan de vereisten voor het wethouderschap als bedoeld in de artikelen 36a en 36b van de Gemeentewet. 7. Bij een tussentijdse vacature benoemt de gemeenteraad een nieuw lid of een nieuwe adviseur. 8. Het lidmaatschap van de commissie is van persoonlijke aard. Plaatsvervanging is niet toegestaan. Dit geldt ook voèf dé adviseur. 9. De commissie laat zich bijstaan door de griffier, de heer F.P. de Vos, en de plaatsvervangend griffier, de heer P.J.C,Th.M. Vergouwen. De griffier fungeert als secretaris van de commissie en draagt zorg voor de ambtelijke bijstand. De griffier is geen lid en heeft geen stemrecht in de commissie. Artikels De uitgaande stukken van de commissie worden door de voorzitter en de secretaris van de commissie getekend.

5 Hoofdstuk 2 Taak en werkwijze Artikel 4 1. De commissie heeft tot taak de geschiktheid van kandidaten voor het ambt van burgemeester van de gemeente Bergen op Zoom vastte stellen en haar opvattingen daarover schriftelijk en gemotiveerd ter kennis te brengen van de gemeenteraad van Bergen op Zoom en de Commissaris van de Koningin. 2. De commissie gaat bij de beoordeling van de geschiktheid van de kandidaten als is bedoeld in het eerste lid van dit artikel in ieder geval uit van de eisen zoals die door de gemeenteraad zijn vastgesteld in de bij raadsbesluit van 5 oktober 2004 vastgestelde profielschets voor de burgemeester van Bergen op Zoom. 3. De commissie voert gesprekken met de door de Commissaris van de Koningin geselecteerde kandidaten en eventueel andere op de lijst van sollicitanten voorkomende kandidaten, die hetzij zich eigener beweging tot de commissie hebben gewend, hetzij door de commissie worden uitgenodigd. 4. Indien de commissie besluit een door de Commissaris van de Koningin geselecteerde kandidaat niet te ontvangen, worden de Commissaris van de Koningin en de kandidaat door haar schriftelijk, met vermelding van de redenen van de beslissing, op de hoogte gesteld. 5. Indien de commissie een andere dan door de Commissaris van de Koningin geselecteerde kandidaat wenst te ontvangen dan wordt de Commissaris van de Koningin daarvan schriftelijk op de hoogte gebracht. 6. De commissie verschaft zich slechts door tussenkomst van de Commissaris van de Koningin de door haar nodig geachte informatie over de kandidaten. Artikel 5 1. De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of tenminste twee leden van de commissie dit noodzakelijk achten. 2. De voorzitter bepaalt dag, uur en plaats van de vergadering. 3. De vergaderingen van de commissie zijn besloten. 4. De commissie vergadert niet en voert geen gesprekken met kandidaten indien niet tenminste vijf leden aanwezig zijn. Artikel 6 1. De commissie stelt een werkwijze vast waarmee de vertrouwelijkheid van de gesprekken met kandidaten wordt gewaarborgd. 2. Alle stukken bestemd voor de commissie worden gericht aan de voorzitter en gezonden aan het privéadres van de secretaris en aldaar bewaard tot het moment van ontbinding van de commissie. 3. Alle stukken die van de commissie uitgaan worden vanaf het privé-adres van de secretaris verzonden. 4. De voorzitter van de commissie treedt op als contactpersoon naar buiten. 5. Alle perscontacten ten aanzien van het werk van de commissie lopen via de voorzitter. 6. De kandidaten worden door de voorzitter, of namens de voorzitter door de secretaris van de commissie, voor de gesprekken uitgenodigd. Artikel? 1. Nadat de commissie haar standpunt over de geschiktheid van de door haar ontvangen kandidaten heeft bepaald, brengt zij schriftelijk en gemotiveerd verslag uit aan de raad en aan de Commissaris van de Koningin. 2. Het verslag als bedoeld in het eerste lid wordt uiterlijk drie maanden nadat de gelegenheid tot sollicitatie voor de functie is gegeven aan de raad en de Commissaris van de Koningin aangeboden. 3. De commissie brengt haar in het eerste lid van dit artikel bedoeld verslag uit op basis van de door de Commissaris van de Koningin verstrekte informatie over de kandidaten en op basis van de informatie ontleend aan het gesprek met de door haar ontvangen kandidaten, zulks na afweging van een en ander.

6 4. De commissie doet het verslag aan de raad vergezeld gaan van een conceptaanbeveling van tenminste twee kandidaten die naar haar oordeel voor de benoeming in aanmerking komen. De commissie vermeldt daarbij voor iedere kandidaat de motieven die tot haar oordeel hebben geleid. 5. Indien geen raadplegend referendum zal worden gehouden, geeft de commissie in haar verslag tevens een beredeneerde volgorde van de kandidaten aan. Artikel 8 1. Besluiten in de commissie worden bij meerderheid van stemmen genomen. 2. Voor de toepassing van het eerste lid van dit artikel geldt dat ieder lid van de commissie één stem heeft. 3. Het verslag aan de raad en de Commissaris van de Koningin, zoals bedoeld in artikel 7, eerste lid en de conceptaanbeveling aan de raad, zoals bedoeld in artikel 7, vierde lid, worden bij meerderheid van stemmen vastgesteld. 4. In het verslag aan de raad en de Commissaris van de Koningin kunnen leden van de commissie van minderheidsstandpunten blijk geven. 5. Bij staking van stemmen over het uit te brengen verslag aan de raad en de Commissaris van de Koningin worden in het verslag de verschillende meningen binnen de commissie ter kennis gebracht van de raad en de Commissaris van de Koningin. 6. De commissie kan de Commissaris van de Koningin vragen in de gelegenheid te worden gesteld de op schrift gestelde opvattingen mondeling toe te lichten. Hoofdstuk 3 Geheimhoudingsplicht Artikel 9 t. De leden van de commissie, alsmede zij die haar bijstaan, zijn tegenover eenieder gehouden tot volstrekte geheimhouding van al datgene wat in verband met het lidmaatschap direct of indirect aan hen ter kennis is gekomen. 2. De geheimhoudingsplicht van de commissie geldt ook ten opzichte van raadsleden die geen lid van de commissie zijn of lid van de commissie zijn geweest, 3. Deze geheimhouding geldt zowel tijdens het bestaan van de commissie als na de ontbinding daarvan. 4. Noch de commissie noch de gemeenteraad zal de geheimhouding opheffen. 5. De voorzitter legt bij aanvang van elke vergadering, met toepassing van artikel 86 van de Gemeentewet, geheimhouding op omtrent de inhoud van de stukken en het behandelde tijdens de vergadering en ziet erop toe dat dit in de notulen van de vergadering tot uitdrukking komt. Hoofdstuk 4 Overige bepalingen Artikel De commissie wordt geacht te zijn ontbonden met ingang van de dag volgende op die, waarop aan het gemeentebestuur bekend is gemaakt dat in de vacature is voorzien. 2. De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er zorg voor dat, op het tijdstip bedoeld in het eerste lid, alle archiefbescheiden die de commissie zelf heeft opgemaakt onverwijld in een verzegelde enveloppe en gerubriceerd als "geheim" worden overgebracht naar de krachtens de wet aangewezen archiefbewaarplaats. Zij dragen er eveneens zorg voor dat uitvoering wordt gegeven aan het bepaalde in de volgende leden van dit artikel. 3. Van de in het tweede lid bedoelde overbrenging wordt een verklaring van overbrenging als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel 15, eerste lid, sub a en c, van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar.

7 4. Originele bescheiden die de commissie van derden heeft ontvangen worden onmiddellijk aan hen teruggezonden. 5. Alle overige bescheiden en alle kopieën van de in dit artikel bedoelde bescheiden worden onmiddellijk vernietigd. Artikel 11 In alle gevallen waarin de wet of deze verordening niet voorziet, beslist de commissie bij meerderheid van stemmen en binnen de grenzen zoals gesteld in de circulaires van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 21 november 2001, nr. bk01/96073 en 12 juni 2002, nr. BK02/ Artikel Deze verordening treedt in werking een dag na bekendmaking en vervalt op de dag, bedoeld in het eerste lid van artikel Onverminderd het bepaalde in het eerste lid blijft de volstrekte geheimhouding, bedoeld in artikel 9, gelden na het vervallen van deze verordening. 3. Deze verordening kan worden aangehaald als: "Verordening vertrouwenscommissie benoeming burgemeester 2004". Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van: De griffier, De voorzitter, F.P.deVos

8 Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Datum 12 juni 2002 Ons kenmerk BK02/76225 Po commiscariccon van de Kpningin PROV. NOORD-BRABANT Zaaknr.: Onderdeel DGOB/KZ Inlichtingen mr.drs. A. J. Vos T (070) F (070) Briefnr.: d.: afd: bur.: 6nderwerp Nieuwe benoemingsprocedure burgemeesters Uw kenmerk Blad 1 vanl Sinds de inwerkingtreding van de nieuwe wettelijke regeling van de aanstellingswijze van de burgemeester hebben wij in ons maandelijks overleg gesproken over diverse onderdelen die relevant zijn voor het functioneren van het selectieproces in de praktijk. De conclusies hebben hun neerslag gevonden in de circulaire en in het ontwerp van een handreiking voor vertrouwenscommissies, gemeenteraden en kandidaten. Bezoekadres Schedeldoekshaven 200 '2511 EZ l Postadres Postbus EA Den Haag De problematiek van de effecten van de openbaarheid van de meervoudige aanbeveling is via de evaluatie geagendeerd voor verdere politieke discussie. Twee meer specifieke punten vragen om een afronding op dit moment -De mogelijkheid om wethouders te betrekken in het selectieproces. Tijdens ons overleg op 27 mei in Overijssel heb ik daarover al een uitspraak gedaan die nu zijn neerslag krijgt in paragraaf 1.4. van de genoemde handreiking; -De informatievoorziening ten behoeve van selectie door commissaris resp. door de vertrouwenscommissie. Daarvoor bevat de bijgaande tekst in hoofdstuk 2 van de handreiking mijns inziens nu een werkbare oplossing. Bij het opstellen hiervan is gebruik gemaakt van de overwegingen die door uw kabinetschefs zijn aangereikt. Hiermee kunnen we de handreiking voor dit moment afronden en door uw tussenkomst beschikbaar stellen aan gemeenten en kandidaten die in een selectieproces zijn betrokken. Ik zal zorg dragen dat uw kabinetten daartoe de beschikking krijgen over deze handreiking. MINISTER VAN BINNENLANSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES, i-k-g. de Vries

9 Juni 2002 procedure benoeming burgemeesters

10 Inhoudsopgave Inleiding....5 Hoofdstuk 1 De procedure, 7 1. Afspraken over procedure en tijdschema 7 2. Openbare profielschetsvergadering gemeenteraad 7 3. Vaste structuur van informatie rond vacature en kandidaten 8 4. Instelling, samenstelling en werkwijze vertrouwenscommissie De commissaris van de Koningin verzoekt de minister van BZK om de vacature open 6. Overleg kabinetschef en BZK over tekst advertentie Sollicitatiebrieven Bevestiging ontvangst sollicitaties Overzicht sollicitanten, Inwinnen inlichtingen over sollicitanten : Keuze uit te nodigen sollicitanten : Ontvangst sollicitanten door commissaris van de Koningin en kabinetschef Doorgeleiding selectie naar de vertrouwenscommissie De werkzaamheden van de vertrouwenscommissie De bevindingen van de vertrouwenscommissie De bespreking in de raad van het advies van de vertrouwenscommissie Het raadplegend referendum De aanbeveling van de raad Toezending aanbeveling aan de minister Rapportage commissaris van de Koningin aan de minister over de procedure Voorbereiden voordracht Het motiveren van de afwijking van de aanbeveling van de raad Mededeling benoeming Eed/belofte en installatie 16 Hoofdstuk 2 Het verwerven van informatie 19 Hoofdstuk 3 Verkenning bestuurscompetenties 21

11 Inleiding De juridische grondslag van de benoeming van burgemeesters is in de Gemeentewet te vinden. In een circulaire van het ministerie van BZK van 21 november 2001, bk01/96073, is de procedure globaal uitgewerkt. Deze brochure beschrijft stap voor stap de procedure voor de benoeming van burgemeesters. Het gedeelte waarin de benoeming wordt beschreven, wordt gevolgd door een uitgebreide toelichting op twee belangrijke aspecten van het benoemingsproces: de informatie-uitwisseling tussen betrokkenen en de rol van de bestuurscompetenties. Aan de bestuurscompetenties zelf is een aparte brochure gewijd.

12 Hoofdstuk 1 De procedure 1. Afspraken over procedure en tijdschema De eerste stap in het vervullen van een burgemeestersvacature is het geven van voorlichting en advies door de commissaris van de Koningin/kabinetschef aan de gemeente. Centraal staan de te volgen procedure en het tijdschema daarvan. De gesprekspartners van de commissaris/kabinetschef zijn in de praktijk de locoburgemeester en/of de gemeentesecretaris. In dit eerste contact worden de volgende zaken afgesproken: - Het globale tijdschema. - Het opstellen van de profielschets. Deze wordt voorafgaand aan de profielschetsvergadering aan de commissaris/kabinetschef gestuurd. - Het opstellen van een verordening op de vertrouwenscommissie. Hierin wordt vooral de vertrouwelijkheid van de procedure geregeld. :De keuzeom gebruik te maken van bestuureajmp^tetflie^tïirltet opstelterrvan het profiel en het beoordelen van kandidaten. - De datum van de profielschetsvergadering, mede in verband met het bepalen van de datum waarop de vacature wordt opengesteld. - De mogelijkheid om een referendum te houden ten behoeve van de aanbeveling van de raad. - Het aanleveren van informatiemappen door de gemeente voor de sollicitanten. Deze informatiemappen zouden kunnen bevatten: een profiel van de gemeente, inzicht in de financiële positie van de gemeente (beleidsbeschouwing bij de begroting en het verslag van de laatste algemene beschouwingen) en algemene informatie over relevante/actuele beleidsstukken. Het is aan te raden om de samenstelling van deze map af te stemmen met de kabinetschef. - Hoe om te gaan met (spontane) zelfmelders. - Huisvesting van de nieuwe burgemeester. 2. Openbare profielschetsvergadering gemeenteraad In overleg met de commissaris van de Koningin wordt de datum van de profielschetsvergadering vastgesteld. In deze vergadering overlegt de commissaris met de raad over het profiel en de procedure. Hij kan tevens aangeven welke andere bovenlokale factoren bij zijn selectie een rol kunnen spelen, zoals de benoeming van vrouwelijke burgemeesters en van (ex-) burgemeesters die met een herindeling zijn of worden geconfronteerd. De profielschetsvergadering moet plaatsvinden voordat de vacature wordt opengesteld. Zo zijn de specifieke eisen die de raad stelt al meteen aan de sollicitanten bekend. Dit' leidt tot een efficiëntere procedure.

13 In de officiële profielschetsvergadering van de gemeenteraad komen aan de orde: - Het vaststellen van een reeds voorbereide verordening op de vertrouwenscommissie, de samenstelling van de vertrouwenscommissie en het vaststellen van de profielschets. Dit alles gebeurt meestal aan het begin van de vergadering - De inhoud van het profiel van de kandidaat. De procedure en het tijdschema. Hiertoe horen ook de ontvangst van de sollicitanten door de vertrouwenscommissie en het uitbrengen van het verslag van haar bevindingen aan de raad en aan de commissaris. - De communicatie van de vertrouwenscommissie met de commissaris. Hierbij wordt de wenselijkheid besproken van een tweede gesprek tussen vertrouwenscommissie en de commissaris nadat de vertrouwenscommissie haar standpunt over de geschiktheid van de door haar ontvangen kandidaten heeft bepaald, doch voordat zij schriftelijk verslag uitbrengt aan de raad en aan de commissaris. =.Sanctie^ als de geheimhouding wordt geschonden, bijvoorbeeld het inschakelen van het openbaar ministerie. De vraag of de raad een raadplegend referendum wil houden - de wet bepaalt dat deze beslissing aan het begin van de procedure moet worden genomen. Belangstellenden kunnen de'profielschets en het verslag van de profielschetsvergadering opvragen bij het kabinet van de commissaris, De sollicitanten krijgen de profielschets toegestuurd met het verslag van de profielschetsvergadering. 3. Vaste structuur van informatie rond vacature en kandidaten Om de selectieprocedure zo objectief en efficiënt mogelijk te laten verlopen, is het van belang dat alle informatie over de functie volgens een vast stramien wordt geordend. Bij voorkeur worden hiervoor de bestuurscompetenties gebruikt (zie verder de desbetreffende handreiking). Bestuurscompetenties bevorderen het objectieve karakter van de informatie. Doordat een selectieprocedure per definitie over mensen gaat, ligt een subjectieve, gekleurde hantering van informatie immers altijd op de loer. Zie verder hoofdstuk Instelling, samenstelling en werkwijze vertrouwenscommissie De raad regelt bij verordening de taak van de vertrouwenscommissie, de samenstelling, werkwijze en geheimhouding. Dit alles wordt ook aan de commissaris van de Koningin meegedeeld, in de profielschetsvergadering. Om een vertrouwenscommissie goed in te bedden in de procedure moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:

14 - De raad stelt een verordening in tot instelling van de vertrouwenscommissie. Deze verordening schrijft voor dat de gesprekken met en de oordeelsvorming over de sollicitanten zullen plaatsvinden in aanwezigheid van en door de leden van de vertrouwenscommissie. - De raad kan bepalen dat een wethouder als adviseur aan de vertrouwenscommissie wordt toegevoegd. Daaraan kan behoefte bestaan om inbreng vanuit het college te realiseren. De adviseur is geen lid en heeft ook geen stemrecht - De griffier verleent ambtelijke bijstand aan de vertrouwenscommissie. - De raad moet de werkwijze van de vertrouwenscommissie zo inrichten dat gedurende de hele procedure volstrekte geheimhouding is gegarandeerd. Dit betekent bijvoorbeeld dat inlichtingen over sollicitanten slechts door tussenkomst van de commissaris kunnen worden ingewonnen. Overleg met derden is uitgesloten. Deze geheimhouding geldt voor de griffier, de wethouder/adviseur en voor alle leden van de vertrouwenscommissie, ook nadat de vertrouwenscommissie is ontbonden. = Eerreetfd&^org als voor de^el^einflhoudirjg^jsjiqdig voor de priyacy^yande sollicitanten. Dit is bijvoorbeeld van belang bij het bepalen van plaats en tijdstip van de gesprekken en bij de manier waarop de correspondentie wordt gevoerd. - De vertrouwenscommissie zal de selectieprocedure moeten voorbereiden. Dat kan met behulp van de bestuurscompetenties. Indien nodig worden de leden van de vertrouwenscommissie getraind in het gebruik van de bestuurscompetenties, evenals in het voeren van gesprekken met de sollicitanten. - De vertrouwenscommissie bepaalt een locatie waar de selectiegesprekken worden gevoerd. - De vertrouwenscommissie stelt een vorm vast van haar advies aan de raad (de wet spreekt van "verslag van bevindingen"). In elk geval wordt elke sollicitant, die door de vertrouwenscommissie is ontvangen, besproken. Het is wenselijk dat na afloop van de gesprekken met de sollicitanten een gesprek tussen de commissaris en de vertrouwenscommissie plaatsvindt over de wederzijdse bevindingen. Daarover kunnen vertrouwenscommissie en commissaris een afspraak maken aan het begin van de procedure bij het eerste contact. Als de geheimhouding wordt geschonden of indien er sprake is van grove schending van de procedureregels, kan dat reden zijn voorde minister om, de commissaris gehoord, in te grijpen in de procedure en de vertrouwenscommissie resp. de raad buiten spel te zetten. 5. De commissaris van de Koningin verzoekt de minister van BZK om de vacature open te stellen De advertentie wordt vervolgens in de Staatscourant geplaatst. Als de raad besluit een referendum te houden, wordt dit in de advertentietekst opgenomen met een bepaalde

15 standaardtekst. Indien de raad daartoe besluit wordt in de advertentie ook een passage opgenomen over voorkeursbeleid voor vrouwen. 6. Overleg kabinetschef en BZK over tekst advertentie Dit overleg zal in principe schriftelijk plaatsvinden. Mondeling overleg kan volgen als er bijzondere omstandigheden zijn, zoals een herindeling. Aandachtspunten bij deze fase zijn; - Plaatsingsdatum van de advertentie en sluitingsdatum voor inzending sollicitaties. - De advertentie wordt standaard door BZK in de Staatscourant geplaatst en toegezonden aan andere bladen, zoals VNG Magazine en Binnenlands Bestuur. - BZK stuurt standaard een persbericht uit over de vacature. - De vacature wordt door BZK op de BZK-internetsite geplaatst na publicatie van de advertentie in de Staatscourant ( Standaard wordt in de advertentie opgenomen: 'Sollicitanten kunnen bij het Kabinet van de commissaris van de Koningin in... (de desbetreffende provincie) de profielschets opvragen, het verslag van de profielschetsvergadering en het tijdschema van de procedure'. De ondervertegenwoordiging van vrouwen in het burgemeestersambt - indien de raad daartoe besluit wordt in de advertentie de volgende tekst opgenomen: 'Vanwege de ondervertegenwoordiging van de vrouwen in het ambt van burgemeester gaat bij gelijke geschiktheid de voorkeur uit naar een vrouw'. Indien de raad daartoe besluit wordt de volgende tekst over een te houden referendum in de advertentie opgenomen: 'De raad heeft besloten dat een raadplegend referendum zal worden gehouden ten behoeve van zijn aanbeveling inzake de benoeming.' 7. Sollicitatiebrieven De sollicitatiebrieven worden gericht aan Hare Majesteit de Koningin. De sollicitanten sturen hun brief binnen de daarvoor gestelde termijn aan de commissaris van de Koningin. 8. Bevestiging ontvangst sollicitaties De commissaris van de Koningin/kabinetschef bevestigt de ontvangst van de sollicitatie. Tegelijk met deze bevestiging ontvangt de sollicitant een beschrijving van de procedure, de profielschets, de notulen van de profielschetsvergadering en het tijdschema van de procedure. Ook krijgt hij/zij een informatiemap over de gemeente. 9. Overzicht sollicitanten

16 Na sluiting van de sollicitatietermijn verstrekt de kabinetschef aan de gemeente en aan de Tweede Kamerleden die burgemeestersbenoemingen in hun portefeuille hebben, een overzicht van het aantal sollicitanten, hun politieke kleur en globale achtergrond. In overleg met de gemeente wordt ook de pers hiervan in kennis gesteld. Voor zover mogelijk worden deze gegevens ook op internet gezet. 10. Inwinnen inlichtingen over sollicitanten Alleen over de kandidaten die passen in het profiel, maar ook over eventuele twijfelgevallen', wint de commissaris van de Koningin/kabinetschef inlichtingen in, vooral bij andere commissarissen van de Koningin en bij burgemeesters. Daarbij geeft hij aan wanneer de informatie uiterlijk binnen moet zijn. Deze inlichtingen zullen voor zover het sollicitanten betreft die de vertrouwenscommissie in haar beoordeling gaat betrekken en derhalve ontvangt, ook aan de vertrouwenscommissie beschikbaar worden gesteld (zie ook 15). Jtoorde verdere uitwerking zie hoofdstuk 2 van deze brochure. 11. Keuze uitte nodigen sollicitanten De commissaris van de Koningin bepaalt welke sollicitanten worden uitgenodigd voor een gesprek met hem. Bij deze selectie gaat het om personen van wie de commissaris vindt dat ze in aanmerking kunnen komen voor een benoeming. De commissaris kan afzien van een gesprek als hij recent met een sollicitant sprak. Bijzondere aandacht wordt gegeven aan vrouwen en herindelingsburgemeesters die op de vacature hebben gereageerd, mits ze voldoen aan de eisen, het profiel en de bestuurscompetenties, indien de raad daarvan gebruik heeft gemaakt. Het Kabinet van de commissaris zorgt voor een formulier om de reiskosten bij BZK te declareren. Dit wordt opgestuurd of ter plekke overhandigd. 12. Ontvangst sollicitanten door commissaris van de Koningin en kabinetschef Hierbij zijn de volgende aandachtspunten van belang: - Duur van de gesprekken. In de praktijk is dat gemiddeld een half uur. - Paraferen reisdeciaratieformulier door de kabinetschef; het formulier is bedoeld om alle reiskosten van de gevoerde gesprekken in één keer te declareren. De sollicitant zendt het formulier na afloop van de procedure door aan BZK. 13. Doorgeleiding selectie naar de vertrouwenscommissie De commissaris van de Koningin selecteert een aantal kandidaten ten behoeve van de vertrouwenscommissie. Dit zijn in de praktijk gemiddeld zes tot acht kandidaten. Het uitgangspunt is dat elke kandidaat die in de selectie wordt opgenomen, objectief gezien zonder meer benoembaar is.

17 De commissaris bericht sollicitanten dat ze tot zijn selectie behoren en dat hij naam en gegevens vertrouwelijk aan de vertrouwenscommissie zal verstrekken. De^ nietgeselecteerden krijgen eveneens bericht van het feit dat ze niet tot zijn selectie behoren. Betrokkenen kunnen mondeling informatie inwinnen bij de kabinetschef. De commissaris wint op basis van artikel 2 Besluit inlichtingen justitiële documentatie zo spoedig mogelijk gegevens in uit de algemene documentatieregisters over degenen die tot zijn selectie behoren. Dit zal ook gebeuren voor sollicitanten die door de vertrouwenscommissie zelf in de beoordeling worden betrokken. Wanneer de informatie daartoe aanleiding geeft zal de commissaris, indien de selectie inmiddels aan de vertrouwenscommissie bekend is, de vertrouwenscommissie direct in kennis stellen van het feit dat een kandidaat zijns inziens niet langer benoembaar moet worden geacht. Indien de commissaris twijfelt hoe de resultaten van de screening van sollicitanten moet worden gewogen, pleegt hij overleg met een of enkele collega-cdk's en - eveneens in de eerste fase van kennisneming van de resultaten - met dé minister van De commissaris mag de justitiële informatie niet aan de vertrouwenscommissie beschikbaar stellen. De commissaris verschaft de vertrouwenscommissie een opgave van degenen die naar het ambt van burgemeester hebben gesolliciteerd, vergezeld van zijn oordeel over kandidaten die hij in beginsel geschikt acht voor benoeming (zijn selectie). De bespreking tussen commissaris en de vertrouwenscommissie kan ertoe leiden dat de selectie wordt aangevuld en/of aangepast. Daarbij blijft voorop staan dat de commissaris een eigen oordeel over de al dan niet benoembaarheid van kandidaten zal hebben. Als de vertrouwenscommissie besluit naast de door de commissaris geselecteerde kandidaten ook andere kandidaten die gesolliciteerd hebben, bij haar beoordeling te betrekken, meldt zij dit direct aan de commissaris. Indien de commissie besluit een door de commissaris geselecteerde kandidaat niet te ontvangen, worden de commissaris en de kandidaat door haar schriftelijk, met vermelding van de redenen van de beslissing, op de hoogte gesteld. Het ligt in de rede dat de vertrouwenscommissie dit direct kenbaar maakt bij het overleg met de commissaris over diens selectie. Een niet-geselecteerde sollicitant kan zich rechtstreeks tot de vertrouwenscommissie wenden met het verzoek om door haar te worden uitgenodigd. De vertrouwenscommissie beslist zo spoedig mogelijk op het verzoek en stelt de verzoeker schriftelijk op de hoogte van haar beslissing. Indien de vertrouwenscommissie besluit deze sollicitant alsnog uit te nodigen voor een gesprek, doet zij daarvan mededeling aan de commissaris, die voor zoveel nodig zijn oordeel over deze sollicitant ter kennis brengt van de vertrouwenscommissie..

18 De vertrouwenscommissie bepaalt zelf wanneer de gesprekken met de sollicitanten worden gevoerd en nodigt hen zelf daartoe uit. 14. De werkzaamheden van de vertrouwenscommissie De vertrouwenscommissie ontvangt kandidaten voor een gesprek en desgewenst voor een tweede gesprek. De vertrouwenscommissie verschaft zich door tussenkomst van de commissaris van de Koningin de door haar nodig geachte informatie over kandidaten. Het gaat om informatie die betrekking heeft op het functioneren van kandidaten in hun huidig of vorig beroep of functie. Het inwinnen van referenties vindt slechts plaats met toestemming van de sollicitant, die hiervoor de gegevens over de te raadplegen personen aandraagt (zie ook 10). Voor verdere uitwerking zie hoofdstuk 2 van deze brochure. Indien een raadplegend referendum zal worden gehouden overtuigt de vertrouwenscommissie zich uitdrukkelijk van de bereidheid van kandidaten om zich daaraan te "ondetwëtpeïtëïra^ blijkt dat de eerste voorkeur naar een andere kandidaat uitgaat. 15. De bevindingen van de vertrouwenscommissie Nadat de vertrouwenscommissie haar standpunt over de geschiktheid van de door haar ontvangen kandidaten heeft bepaald, brengt zij schriftelijk verslag uit van haar bevindingen aan de raad en aan de commissaris van de Koningin. Zij doet het verslag aan de raad vergezeld gaan van een concept-aanbeveling van tenminste twee kandidaten die naar haar oordeel voor de benoeming in aanmerking komen. De commissie vermeldt daarbij ten aanzien van alle door haar ontvangen kandidaten de motieven die tot haar oordeel hebben geleid. Indien geen raadplegend referendum zal worden gehouden geeft de vertrouwenscommissie in haar verslag tevens een beredeneerde volgorde van de kandidaten aan. In het verslag aan de raad kunnen leden van de vertrouwenscommissie van minderheidsstandpunten blijk geven. Voorde transparantie van het advies, dat na het vaststellen van de aanbeveling ook aan de minister wordt gezonden, is het verkieslijk een gestructureerde opzet te kiezen. 16. De bespreking in de raad van het advies van de vertrouwenscommissie De beraadslagingen in de raad over de bevindingen van de vertrouwenscommissie vinden plaats met gesloten deuren. Ten aanzien van de beraadslagingen en de stukken die aan de raad en de commissaris van de Koningin worden gezonden geldt een geheimhoudingsplicht. Het geniet de voorkeur om direct aansluitend aan deze vertrouwelijke beraadslagingen de aanbeveling van twee kandidaten vast te stellen, ook indien de raad ervoor kiest dit in een openbaar deel van de vergadering te laten plaatsvinden. In ieder geval worden kandidaten dje op de aanbeveling komen niet daarover geïnformeerd dan nadat de aanbeveling openbaar is geworden (zie ook 18).

19 17. Het raadplegend referendum De raad betrekt de uitslag van het raadplegend referendum bij de vaststelling van zijn aanbeveling inzake de benoeming, indien het referendum overeenkomstig de volgende eisen is gehouden: a. Gerechtigd tot deelname aan het referendum zijn zij die kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de leden van de raad en op de dag waarop het referendum gehouden wordt de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt. b. Het object van het referendum bestaat uit de namen van twee sollicitanten die door de vertrouwenscommissie zijn ontvangen en door de raad benoembaar worden geacht. De referendumgerechtigden wordt de vraag voorgelegd welke sollicitant zij als eerste op de aanbeveling wensen. c. De opkomst is ten minste dertig procent van het aantal referendumgerechtigden. een referendum. De VNG heeft een modelregeling opgesteld voor het houden van een referendum. 18. De aanbeveling van de raad De raad zendt een aanbeveling inzake de benoeming aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties binnen vier maanden nadat de gelegenheid tot sollicitatie voor de functie is gegeven, of, indien een raadplegend referendum ten behoeve van de aanbeveling is gehouden, binnen een maand nadat het raadplegend referendum is gehouden. Bij het opstellen van de aanbeveling betrekt de raad de bevindingen van de vertrouwenscommissie en, indien overeenkomstig de in paragraaf 16 gestelde eisen een raadplegend referendum is gehouden, de uitkomst van deze raadpleging. Het op schrift gesteld oordeel van de vertrouwenscommissie voegt hij bij zijn aanbeveling. Overeenkomstig artikel 61, vijfde lid, van de Gemeentewet omvat de aanbeveling twee personen. In bijzondere, door de raad te motiveren gevallen, kan worden volstaan met een aanbeveling waarop één persoon staat vermeld. In het licht van haar totstandkomingsgeschiedenis moet artikel 61, vijfde lid, als volgt worden uitgelegd: (a) Het uitgangspunt is de aanbeveling van twee personen, de meervoudige aanbeveling. (b) Alleen in bijzondere gevallen mag de gemeenteraad een enkelvoudige aanbeveling vaststellen. Van een bijzonder geval kan alleen sprake zijn bij herindeling en bij aan overmacht grenzende situaties, bijvoorbeeld de omstandigheid dat een kandidaat overlijdt of ernstig ziek wordt, of wanneer een kandidaat zich terugtrekt zodat de facto maar één kandidaat overblijft.

20 (c) In geen geval mogen politieke, beleidsmatige of bestuurlijke overwegingen een leidraad voor de raad vormen om af te wijken van het wettelijk vereiste dat de aanbeveling twee personen omvat. (d) De minister zal bij ontvangst van een enkelvoudige aanbeveling de door de raad gegeven motivering toetsen op de aanwezigheid van een bijzonder geval, zoals in het artikel bedoeld. Onverlet de algemene bevoegdheid van de minister om van de aan hem gedane aanbeveling gemotiveerd af te wijken, zat hij op een enkelvoudige aanbeveling die niet voldoet aan de criteria van een bijzonder geval geen acht slaan. Ten aanzien van de beraadslagingen in de raad over het verslag van de vertrouwenscommissie en de stukken die door de vertrouwenscommissie aan de raad worden gezonden geldt een geheimhoudingsplicht. Het besluit tot vaststelling van de aanbeveling kan desgewenst in het openbaar- zonder dat daarover beraadslaagd wordt - worden vastgesteld. De aanbeveling van de raad is openbaar. De raad stelt elke op de aanbeveling geplaatste kandidaat op de hoogte van het feit dat Tifofl3jl3p~dë~aaT^ gezonden, nadat de aanbeveling is vastgesteld. De raad stelt de andere door de commissie ontvangen sollicitanten schriftelijk op de hoogte van het feit dat zij niet op de aanbeveling zijn geplaatst. De raad zendt de commissaris van de Koningin ten behoeve van diens rapportage aan de minister over de inhoud en het verloop van de procedure (zie 9), het verslag van de beraadslagingen van de raadsvergadering waarin de aanbeveling is vastgesteld, alsmede overige relevante informatie. 19. Toezending aanbeveling aan de minister De raad verstrekt bij zijn aanbeveling aan de minister de sollicitatiebrieven van de aanbevolen kandidaten, de lijst van sollicitanten, de namen van de door de commissaris van de Koningin geselecteerde kandidaten, de profielschets en het verslag van de profielschetsvergadering, het verslag van bevindingen en de concept-aanbeveling van de vertrouwenscommissie, de uitkomst van het referendum indien gehouden, het verslag van de beraadslagingen van de raadsvergadering waarin de aanbeveling is vastgesteld, alsmede overige voor de beoordeling van de aanbeveling relevante informatie. Ten aanzien van de stukken die bij de aanbeveling door de raad aan de minister worden gezonden geldt een geheimhoudingsplicht. 20. Rapportage commissaris van de Koningin aan de minister over de procedure Zodra de raad zijn aanbeveling heeft vastgesteld rapporteert de commissaris van de Koningin aan de minister over de inhoud en het verloop van de procedure. Daarbij gaat hij in op zijn overleg met de raad.

21 21. Voorbereiden voordracht De minister van BZK beslist, na ambtelijk advies, om één, en in complexe gevallen twee (en mogelijk meer) kandidaten uit te nodigen voor een gesprek. Na deze beslissing wordt de uitnodiging zo spoedig mogelijk -afhankelijk van de agenda van de minister- en meestal telefonisch aan betrokkene(n) gedaan. Na het gesprek beslist de minister over dé voordracht aan de Koningin. Bij gemeenten boven de inwoners en bij provinciehoofdsteden is behandeling in de ministerraad vereist. Vervolgens wordt één kandidaat voorgedragen voor benoeming aan de Koningin, waartoe het Koninklijk Besluit wordt geslagen en gecontrasigneerd. Dan is de benoeming definitief. 22. Het motiveren van dé afwijking van de aanbeveling van de raad De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties volgt in zijn voordracht in ^eginsel-de-aanbevetingjtfaadejaad, met inbegrjdjvarlde tenzij zwaarwegende gronden aanleiding tot afwijking gegeven. Als bij de benoeming van de burgemeester is afgeweken van de aanbeveling, informeert de minister de raad schriftelijk over de motieven die aanleiding waren voor deze afwijking. -v- De minister stelt de niet ter benoeming voorgedragen kandidaat op de aanbeveling op de hoogte van het feit dat hij niet voor benoeming is voorgedragen. 23. Mededeling benoeming De commissaris van de Koningin en/of de kabinetschef deelt de benoeming aan de betrokkene mee. BZK informeert de niet-benoemde. Dit gebeurt zo mogelijk voordat de benoeming bekend is gemaakt. Vervolgens wordt de benoeming (eerst telefonisch) meegedeeld aan de voorzitter van.de vertrouwenscommissie en aan de loco-burgemeester/gemeentesecretaris. De kabinetschef meldt dit vervolgens terug aan BZK. Daarna wordt de (lokale) pers ingelicht. Het ministerie verzorgt op de gebruikelijke wijze de informatie aan de media. De commissaris van de Koningin deelt de benoeming ook mee aan de leden van GS. Tot slot stelt de commissaris van de Koningin de gemeente schriftelijk in kennis van de benoeming na ontvangst van het Koninklijk Besluit. De commissaris van de Koningin adviseert de minister van BZK over de bezoldiging van de nieuwe burgemeester. 24. Eed/belofte en installatie

22 De commissaris van de Koningin neemt de eed/belofte af. Het afsluitend moment van de benoemingsprocedure is de installatie van de burgemeester in de gemeente. Meestal vertegenwoordigt de kabinetschef de commissaris van de Koningin hierbij.

23 Hoofdstuk 2 Het verwerven van informatie Het verwerven van informatie over sollicitanten is een vitaal onderdeel van het selectieproces. De commissaris van de Koningin zal over voldoende informatie moeten kunnen beschikken voor het maken van zijn selectie. Nu het vaststellen van de aanbeveling een verantwoordelijkheid van de raad is en de vertrouwenscommissie daarvoor het voorbereidende werk verricht, dient de vertrouwenscommissie over voldoende informatie te kunnen beschikken om haar werk te kunnen doen. Zie in dit verband ook hetgeen over de justitiële gegevens is opgemerkt in hoofdstuk 1, paragraaf 13. Relevant is die informatie die iets zegt over de mate waarin een sollicitant geschikt is voor de specifieke vacature. Omdat het informatie over personen betreft, zal met de belangen van de sollicitant zeer zorgvuldig moeten worden omgesprongen. Uit deze aandacht voor de zorgvuldigheid van de informatievoorziening vloeit ook de rol voort die de commissaris van de Koningin daarbij vervult. Hij ziet immers steeds toe op het goed verloop van de procedure. Niet alleen de commissaris van de Koningin en de vertrouwenscommissie maar ook fègwrendietfeinforrnatie^erstrekken-zullen deze afweging met^or^ moetenjmakeik^, Voor bestuursorganen, die veelal aangesproken zullen worden op informatie, geldt daarbij het uitgangspunt dat zij verplicht zijn om informatie te verstrekken. De commissaris zal in het kader van zijn verantwoordelijkheid om een selectie te maken van zijns inziens benoembare kandidaten, veelal informatie in de vorm van ambtsberichten opvragen aan een collega-commissaris of een burgemeester die een bepaalde sollicitant in de huidige werksituatie ziet functioneren. Het verdient de voorkeur om de profielschets mee te zenden en de informatie in het licht van deze profielschets te wagen. Om zeker te zijn dat een sollicitant zich bewust is van deze vorm van informatieverzameling en zich daartegen niet verzet, zal dit worden gemeld in de ontvangstbevestiging die iedere sollicitant ontvangt. De commissaris zal de verkregen informatie betrekken in zijn selectieproces en deze dus ook gebruiken om zijn selectie toe te lichten aan de vertrouwenscommissie. Het is aan de commissaris om te bepalen op welke wijze hij dit doet De vertrouwenscommissie verschaft zich de informatie die zij van derden nodig heeft, door tussenkomst van de commissaris van de Koningin. Er zijn verschillende instrumenten of bronnen van informatie voor de vertrouwenscommissie die samen tot een beeld over de geschiktheid van een kandidaat dienen te leiden: - De sollicitatiebrief. Dit is de eerste mogelijkheid voor de sollicitant om zich te presenteren in het licht van de profielschets en de daarin verwoorde competenties. - Informatie van de commissaris van de Koningin. De commissaris van de Koningin voert veelal een gesprek met de sollicitanten ten behoeve van zijn selectie, tenzij hij de sollicitant uit eerdere contacten voldoende kent.

24 - De informatie die de vertrouwenscommissie zich verwerft in het directe contact met de sollicitant. Per saldo is dit de belangrijkste bron en moet dat ook zijn. Juist daarom is een gestructureerde voorbereiding, uitvoering en evaluatie van gesprekken zo vitaal. Bestuurscompetenties kunnen daaraan in belangrijke mate bijdrage. - Het verzamelen van aanvullende informatie van derden in de vorm van referenties. Dit dient steeds het resultaat te zijn van een redelijke afweging tussen een reële, te motiveren informatiebehoefte en de belangen van de sollicitant. Voor het vragen van deze referenties zal steeds uitdrukkelijk toestemming van de sollicitant moeten worden verkregen. Het inwinnen van referenties gaat door tussenkomst van de commissaris van de Koningin. Het is niet uitgesloten dat een assessment deel uitmaakt van de procedure. In het algemeen zal met dit instrument zeer terughoudend moeten worden omgegaan. Het gebruik moet zorgvuldig worden afgewogen. De selectie is bij uitstek een bestuurlijk proces op één wettelijke basis en kan op geen enkele wijze worden uitbesteed aan derden. Denkbaar is dat de vertrouwenscommissie bij de afronding van haar werk een of enkele ^andidaten^en assessment wil laten^ndeqjaanjop^ profielschets alvorens tot een definitieve conclusie in de rapportage aan de raadté komen. Een raad kan dit in beginsel overwegen. Het gebeurt dan op initiatief van de vertrouwenscommissie, op kosten van de gemeente en door tussenkomst van de commissaris van de Koningin, die immers verantwoordelijk is voor de verwerving van informatie. De commissaris van de Koningin ziet dan toe op: o de kwaliteit van de inzet van het instrument; en o de zorg voor de geheimhouding. Met de uitvoerder van het assessment moeten zeer secure afspraken worden gemaakt om de geheimhouding in de procedure te kunnen garanderen. Dat de mogelijkheid van een assessment bestaat zal tevoren aan mogelijke sollicitanten bekend moeten zijn door vermelding in de ; advertentietekst. Ook voor deze vorm van informatievoorziening is de tussenkomst van de commissaris van de Koningin aangewezen. Deze kan adviseren over een aan te zoeken bureau. Hij leidt het verzoek voor een assessment van de vertrouwenscommissie naar het bureau en leidt de uitkomst van het assessment terug naar de commissie Zodoende kan hij zich een beeld vormen over de zorgyuldige toepassing van dit instrument Het uitvoeren yar^ een assesment kan alleen met instemming van de betreffende sollicitant. Kandidaten zullen als eersten geïnformeerd worden over de uitkomst van het assessment dat p hen betrekking heeft. Zij hebben de mogelijkheid om te kiezen of de rapportage over de uitkomst aan de vertrouwenscommissie wordt gezonden of niet.

25 Hoofdstuk 3 Verkenning bestuurscompetenties Het benoemingsproces van een burgemeester richt ach op het selecteren van de meest geschikte kandidaat voor een bepaalde gemeente in een bepaalde tijd. Dit proces verloopt beter als de betrokkenen zo helder mogelijk communiceren over de eisen die aan deze burgemeesterspost worden gesteld en over de beoordeling van de kandidaten. Hiertoe is er structuur nodig in de communicatie. Een hulpmiddel daarbij, dat al in veel organisaties wordt gebruikt, zijn vooraf beschreven bestuurscompetenties. Dit is een set van kwaliteiten en vaardigheden die voor een bepaalde beroepsgroep belangrijk kunnen zijn. Voor burgemeesters zijn de bestuurscompetenties in een aparte publicatie beschreven. Vooral vertrouwenscommissies kunnen hiervan gebruikmaken. Met behulp van de bestuurscompetenties ontstaat van begin af aan een scherper beeld van de specifieke eisen die aan de burgemeester van de gemeente in kwestie worden gesteld. Daartoe kiest een vertrouwenscommissie uit de hele set juist die competenties die zij het meest relevant acht. Dat vergt uiteraard de nodige investering Vooraf, maar dit lrin-de-volgende fasen^an betproces. IMaast de formele stappen in.de _ benoemingsprocedure kunnen de bestuurscompetenties ook het inhoudelijke selectieproces in belangrijke mate structureren. Het gebruik van bestuurscompetenties leidt tot een scherper gemeenschappelijk beeld in de raad en tussen de leden van de vertrouwenscommissie onderling. Dat wordt ook zichtbaar in de profielschets: deze wordt specifieker. Zo komt er meer structuur in de gesprekken met kandidaten. De commissaris van de Koningin krijgt een handvat om van een longlist van sollicitanten te komen tot een shortlist van niet alleen in het algemeen, maar ook in deze specifieke context benoembare kandidaten. Het bevordert tevens de communicatie tussen vertrouwenscommissie en commissaris van de Koningin en daarna van deze beiden met de minister. Als de commissaris van de Koningin inlichtingen aan derden (collega-commissaris van de Koningin's en burgemeesters) vraagt, kan hij dit scherper omschrijven. Dat helpt de informanten op twee manieren. Ten eerst is duidelijker welke informatie relevant is. Ten tweede is het minder belastend voor de onderlinge verhoudingen om een relatief oordeel over een kandidaat te geven, als dit oordeel is gerelateerd aan bepaalde bestuurscompetenties. Tenslotte bieden de gekozen bestuurscompetenties houvast in de feedback naar kandidaten die niet aan de vertrouwenscommissie worden doorgeleid. Geen verplichting Raden en vertrouwenscommissies zijn niet verplicht om de set bestuurscompetenties te gebruiken. Het is een handreiking en een hulpmiddel, dat pas gaat leven als het in een concreet proces wordt gebruikt.