39HQ Airovision Luchtbehandelingscentrales

Transcriptie

1 39HQ Airovision Luchtbehandelingscentrales Instructiefolder samenbouwen 1

2 INHOUDSOPGAVE 1 - TRANSPORT EN HIJSVOORSCHRIFTEN Algemeen Transport en Opslag Transportbescherming van dakrand buitenopstelling Verticaal transport Horizontaal transport VOORBEREIDING SAMENBOUW HIJSINSTRUCTIES Algemeen Certificering hijspijpen Bevestiging van de hijspijpen SAMENBOUWEN Samenbouwen van LKB s Koppelen van kasten met gelijke breedte en hoogte Koppelen van kasten met ongelijke hoogte STAPELEN VAN KASTEN Unit zonder (gelijke breedte) Unit met (gelijke breedte) Unit van ongelijke breedte BUITENLUCHT AANZUIGROOSTER DAKBEDEKKING

3 1. TRANSPORT EN HIJSVOORSCHRIFTEN Algemeen Het transporteren en hijsen van de Luchtbehandelingscentrale 39HQ (verder aangeduid als LBK) dient te allen tijde te geschieden volgens de hieronder vermelde instructies. Indien er anders wordt gehandeld dan voorgeschreven kan er onherstelbare schade aan het product worden aangebracht. Tevens brengt men de mensen in de directe omgeving in gevaar. Carrier Holland Heating accepteert geen enkele verantwoording voor werkzaamheden uitgevoerd door derden. Het transporteren en hijsen dient te geschieden door deskundig personeel. De LBK mag alleen met behulp van de door Carrier Holland Heating geleverde hijspijpen worden gehesen. Het hijsen dient te gebeuren volgens de plaatselijke voorschriften en met behulp van gecertificeerde hijsmiddelen Verticaal transport Afhankelijk van de afmetingen van de LBK en de transportmogelijkheden ter plaatse, wordt de LBK s afgeleverd in tevoren overeengekomen transportdelen. Alvorens tot transport en opstelling van de kastdelen over te gaan, dient men altijd de betreffende maatschets te raadplegen waarop de afmetingen en gewichten van de delen, alsmede de volgorde van de afleveringsdelen zijn aangegeven. Op het transportdeel staat het gewicht aangegeven. Het transportdeel is voorzien van een onderframe waarin op vier of zes punten hijsvoorzieningen kunnen worden aangebracht. Deze punten worden middels onderstaande sticker gemarkeerd. Fig. 3 - Hijspunt Transport en Opslag Het onderstoppen van de LBK mag alleen onder de hijsvoorzieningen. Het onderstoppen onder de dwarsbalken is verboden. Dit geldt zowel voor transport als voor opslag. Op de dwarsbalk wordt dit aangegeven door middel van de volgende sticker. Fig. 1 - Hijsen verboden Voor het lossen dan wel het verticaal transport van de LBK worden de volgende methodes aangeraden: Methode 1 Bevestig de hijskabels (hijsbanden) aan de hijspijpen. Met behulp van afstandhouders (effenaars) tussen de hijskabels (hijsbanden) moet worden voorkomen dat de centrale aan de bovenzijde wordt beschadigd en de een te grote zijdelingse druk op de zijwand wordt uitgeoefend Transportbescherming van dakrand buitenopstelling Fig. 4 - Verticaal transport effenaars Fig. 2 - Transportbescherming dakrand Dakrand transport bescherming Tijdens het transport per vrachtwagen worden de units vastgezet op de laadbak door middel van spanbanden die over de unit naar de zijkanten van de truck getrokken worden. Methode 2 Bevestig de hijskabels (hijsbanden), die aan de hijstraverse zitten, aan de hijspijpen. Gebruik hiervoor een gecertificeerde hijstraverse. Ter bescherming van de dakrand van de buitenopstellingscentrales worden ter plaatse van de banden profielen aangebracht die verbuigen van de dakrand moeten voorkomen. 3

4 Fig. 5 - Verticaal transport hijstraverse Buitenlucht aanzuigrooster Warmtewielregeling Stoomopwekker + toebehoren Voorschrift minihelic en imbussleutel Deursleutel Controleer of alle benodigde onderdelen zijn meegeleverd met de LBK. Meet de locatie na en zorg dat deze opgeruimd is. De vloer van de ruimte waar de LBK geplaatst moet worden dient waterpas en vlak te zijn om problemen met het koppelen te voorkomen. Eventuele oneffenheden dienen vlak gemaakt te worden met opvulplaatjes. Let op: Controleer bij het verticaal transport de gelijk-matige verdeling van het gewicht van de LBK Horizontaal transport Voor het horizontaal transport kunnen onder het opstellingsframe, palletwagens of zogenaamde transporttankjes geplaatst worden. Het is belangrijk dat de gebruikte horizontale verplaatsers dragen onder de hijspunten. Het is te allen tijde verboden om de horizontale verplaatsers te gebruiken onder de tussenbalken van de LBK. DUS BIJ HORIZONTAAL TRANSPORT ALTIJD ONDERSTEUNEN ONDER HIJS- PUNTEN. Het gebruik van buizen, als rollers, kan leiden tot beschadigingen van het opstellingsframe. Fig. 6 - Horizontaal transport rollers Bepaal de volgorde waarop de kastdelen dienen te worden geplaatst. Houdt hierbij rekening met de locatie en de meest logische volgorde van samenbouwen. Begin met het kastdeel wat gepositioneerd moet worden op het hoogste deel van de vloer, zodat de overige kastdelen hier op uitgevuld kunnen worden. 3. HIJSINSTRUCTIES Algemeen Op de LBK is een voorschrift aangebracht waarop is aangegeven hoe te handelen tijdens transporteren en hijsen. 3.2 Certificering hijspijpen De meegeleverde hijspijpen zijn voor eenmalig gebruik en zijn gecertificeerd volgens de Machine Richtlijn 98/37/EG, bijlage II-A. Het samenstellen, het onderzoek en de beproeving van de hijspijpen is uitgevoerd door een bevoegd persoon onder zijn toezicht, volgens de EKH werkvoorschriften. Registratie merk en nummer: LCH1 + 1A LCH2 + 2A Bevestiging van de hijspijpen Verwijder aan één zijde van de hijspijp de bout en de arreteerplaat. Fig. 7 - Bevestiging hijspijpen 1 2. VOORBEREIDING SAMENBOUWEN De volgende materialen worden door Carrier Holland Heating standaard meegeleverd: Installatie-, onderhouds- en bedieningsvoorschriften Hijsinstructies II A verklaring Kit Koppelbouten/parkers Koppelstrips/parkers Hijspijpen De volgende materialen worden optioneel door Carrier Holland Heating meegeleverd: Sifon Trillingsdempende matjes 4

5 Schuif de hijspijp in het daarvoor bestemde gat in het onderframe. Fig. 8 - Bevestiging hijspijpen 2 de hijspijpen bij het zesde kastdeel niet meer aan de rechterkant worden verwijderd, door de dichtbijstaande muur en de lengte van de hijspijpen. De hijspijpen zouden wel aan de linkerkant verwijderd kunnen worden als het derde kastdeel nog niet geplaatst zou zijn. Let erop dat bij het plaatsen van het zesde kastdeel de bout en de arreteerplaat ook nog van de rechterzijde van de hijspijp verwijderd dienen te worden. Fig Situatieschets hijspijp Monteer na plaatsing van de hijspijp de bout en de arreteerplaat op hun plek. M U U R Fig. 9 - Bevestiging hijspijpen 3 4. SAMENBOUWEN Samenbouwen van LBK s Plaats de trillingsdempende matjes op de plek wat het eerste kastdeel komt te staan. Positioneer het eerste kastdeel op de geplaatste trillingsdempende matjes. Verwijder na plaatsing de hijspijpen. Positioneer de hijsbanden aan de hijspijpen (4 of 6 stuks). Met behulp van afstandhouders (effenaars) tussen de hijsbanden moet worden voorkomen dat de LBK aan de bovenzijde beschadigd raakt en dat een grote zijdelingse druk op de zijwand wordt uitgeoefend. Fig Trillingsdempende matjes Fig Verticaal transport effenaars Plaats vervolgens trillingsdempende matjes op de plek waar het volgende kastdeel komt te staan, waarna deze gepositioneerd kan worden. Controleer voor het hijsen de gelijkmatige verdeling van het gewicht en of de vorige stappen correct zijn uitgevoerd. Door gebrek aan ruimte kunnen de hijspijpen eventueel niet meer verwijderd worden. In het onderstaande voorbeeld kunnen Voordat de kasten tegen elkaar worden geplaatst dient tussen de kastdelen het meegeleverde afdichtband geplakt te worden. Dit dient te gebeuren in vier stukken waarbij de afdichtband op de hoeken overlapt. Zie afbeelding of Let op: Breng het meegeleverde afdichtband maar op één van de twee kastendelen die samengevoegd worden aan. 5

6 Plaats de kastdelen zo dicht mogelijk tegen elkaar aan. Zorg ervoor dat met beide kastdelen geschoven kan worden. Plaats in beide kastdelen een hijspijp zodat deze verder naar elkaar toe getrokken kunnen worden Koppelen van kasten met gelijke breedte en hoogte Fig Unit van gelijke breedte en hoogte Het naar elkaar toe trekken van kastdelen kan op twee manieren gebeuren: Methode 1 Met behulp van spanbanden, bevestigd aan de hijspijpen kunnen de beide kastdelen naar elkaar toegetrokken worden. Deze handeling dient aan beide zijden van de LBK gelijkmatig uitgevoerd te worden. Fig Samenvoegen kastdelen spanbanden Voor het koppelen van de kastdelen zijn volgende methodes gangbaar. Welke methode gebruikt moet worden is afhankelijk van de constructie van de LBK. Methode 1 Deze constructiemethode geldt voor kastdelen die eindigen met halve stijlen: Controleer of er vier hoeken in de kast zijn bevestigd. Fig Halve stijlen met koppelhoeken Methode 2 Met behulp van een draadeind door de beide gaten van de hijspijpen. Hier aan de uiteinden een moer opzetten en deze vervolgens aan te draaien. Deze handeling dient ook aan beide zijden van de LBK gelijkmatig uitgevoerd te worden. Fig Samenvoegen kastdelen draadeind Controleer voordat de kastdelen tegen elkaar aangeschoven worden of er op één van de twee delen het meegeleverde afdichtband is geplakt. Fig Plaatsen afdichtband halve stijlen Let op: Horizontale en verticale uitlijning dient voor het koppelen te geschieden door middel van opvulplaatjes. Indien de ondergrond niet volledig waterpas is wordt aangeraden om als eerste het kastdeel te plaatsen dat op het hoogst liggende deel van de ondergrond komt te staan. Gebruik de voorgemonteerde hoeken om de kasten definitief te positioneren en zet deze hoeken vast met een bout. Indien de kastdelen niet volledig recht ten opzichte van elkaar uitkomen moeten deze beter worden uitgevuld. 6

7 Fig Koppelen hoeken Fig Plaatsen afdichtband hele stijlen Koppel beide kastdelen aan elkaar door de voorgemonteerde hoeklijsten te verbinden met bouten en moeren (M6). Verwijder de eerste twee hoeken en monteer de aluminium koppelstrip op de bodem. Verwijderde volgende twee hoeken en monteer de koppelstrip tegen de zijwand. Voer dezelfde handelingen uit voor de andere hoeken van de LBK. Fig Koppelen hele stijlen Fig Bevestigen koppelstrip Als er meer dan twee kastdelen zijn, de reeds eerder doorlopen stappen herhalen. Bij een buitenopstelling dienen alle uitwendige deelnaden afgekit te worden. Is er sprake van een buitenopstelling dan moet de dakbedekking afgewerkt worden volgens de in hoofdstuk 7 beschreven methode. Methode 2 Deze constructiemethode geldt voor kasten die eindigen met hele stijlen. Fig Hele stijlen met koppelprofiel Let op: Indien de LBK moet voldoen aan luchtdichtheidsklasse L1 (LuKa C) dienen ook de inwendige naden van de koppelstrippen en/of profielen afgekit te worden Koppelen van kasten met ongelijke hoogte Fig Unit van ongelijke hoogte Controleer voordat de kastdelen tegen elkaar aangeschoven worden of er op één van de twee delen het meegeleverde afdichtband is geplakt. Een binnenopstelling behoeft na het inwendig koppelen van de kastdelen (zie paragraaf 4.2) geen verdere uitwendige afwerking. Voor het uitwendig afwerken van een buitenopstelling zijn de volgende methodes gangbaar: 7

8 Methode 1 Controleer of de afwerklijst op het uitstekende kastdeel op de juiste hoogte is aangebracht. Fig Dakafwerking unit ongelijke hoogte methode 2 Schroef de kunststof afwerklaag vast in de bovenstaande afwerklijst met de daarvoor bestemde parkers. Monteer een tweede afwerklijst op de zojuist aangebrachte parkers. Positioneer de kastdelen dusdanig tegen elkaar zodat de hoekstijlen van de beide kasten tegen elkaar staan en koppel de kasten eerst inwendig zoals beschreven in paragraaf 4.2. De uitstekende strook dakfolie dient over het koppelprofiel van het lagere kastdeel geföhnd te worden. Fig Dakafwerking unit ongelijke hoogte methode 1 8 mm 50 mm 10 mm Let op: Alle ontstane uitwendige naden dienen afgekit te worden. 5. STAPELEN VAN KASTEN Unit zonder (gelijke breedte) Fig Unit zonder Let op: Alle ontstane uitwendige naden dienen afgekit te worden. Methode 2 Controleer of de afwerklijst en het afschermprofiel op de juiste hoogte op het uitstekende kastdeel zijn gemonteerd. Breng het meegeleverde afdichtband aan op het koppelprofiel van het lagere kastdeel. Positioneer het lagere kastdeel met voorgemonteerd koppelprofiel zo tegen het uitstekende kastdeel aan dat de hoekstijlen van beide kasten tegen elkaar staan en koppel de kasten eerst inwendig zoals beschreven in paragraaf 4.2. Schroef het koppelprofiel van het lagere kastdeel vast in de afwerklijst en verwijder eventueel de boorkrullen. Binnenopstelling Positioneer de kastdelen zo op elkaar dat de hoekstijlen evenwijdig en in hetzelfde vlak liggen. Monteer de meegeleverde profielen op de hieronder aangegeven wijze. Bij kasten van gelijke lengte dienen deze profielen rondom gemonteerd worden. Bij eventuele kortere of langere bovendelen behoeft de kopkant geen verdere afwerking. 8

9 Fig Bevestigen profiel binnenopstelling zonder Indien het bovendeel korter is dan het onderste kastdeel dient de kopkant afgewerkt te worden op de hieronder aangegeven wijze. Fig Unit met korter bovendeel zonder Fig Dakafwerking korter bovendeel zonder Buitenopstelling Positioneer de kastdelen zo op elkaar dat de hoekstijlen evenwijdig en in hetzelfde vlak liggen. Monteer de meegeleverde profielen op de hieronder aangegeven wijze. Bij kasten van gelijke lengte dienen deze profielen rondom gemonteerd worden. Fig Bevestigen profiel buitenopstelling zonder Een eventueel langer bovendeel behoeft aan de kopkant geen verdere afwerking. Fig Unit met langer bovendeel zonder Let op: Kit bij een buitenopstelling alle, door de gemonteerde profielen, ontstane naden af. Dit geldt voor zowel hoek- als stuiknaden. 9

10 5.2 - Unit met (gelijke breedte) Fig Unit met Fig Bevestigen profiel binnenopstelling met Binnenopstelling Bij een binnenopstelling worden koppelprofielen meegeleverd met een lengte van 240mm. Positioneer de kasten zo op elkaar dat de hoekstijlen evenwijdig en in hetzelfde vlak liggen. De ondersteuning van het bovenste kastdeel zal iets terugliggen ten opzichte van het onderste kastdeel. Bij het stapelen van een binnenopstelling dient men koppelprofielen te plaatsen tussen de verschillende delen van de unit. Houdt hiervoor de volgende montagewijze aan: Monteer op het einde van de kast een koppelprofiel, stop hierbij op de moduullijn (A) Monteer een koppelprofiel op de deelnaad (B) Monteer een koppelprofiel tegen de aangrenzende kast (C) Fig Stapelen binnenopstelling met max 960 mm 240 mm A B C Aan de kopkant van de unit hoeft er geen koppelprofiel bevestigd te worden. Let op: De maximale afstand tussen twee koppelprofielen mag 960 mm zijn. Daarnaast moeten de koppelprofielen zowel aan de bedienings- als niet bedieningszijde gemonteerd worden. Buitenopstelling Bij een buitenopstelling moeten de meegeleverde koppelprofielen nog op de juiste lengte gemaakt worden. Deze profielen dienen over de gehele lengte en breedte van de unit gemonteerd te worden. Fig Stapelen buitenopstelling Houdt er rekening mee dat in de lengte en breedte richting van de kast verschillende koppelprofielen worden toegepast. Lengterichting: Maak het meegeleverde koppelprofiel op de juiste lengte en monteer dit op de hieronder aangegeven wijze. 10

11 Fig Bevestigen profiel lengterichting unit met Doorsnede lengterichting (AA) Indien het bovendeel korter is dan het onderste kastdeel dient de kopkant afgewerkt te worden op de hieronder aangegeven wijze. Fig Unit met korter bovendeel met Maak het meegeleverde koppelprofiel op de juiste lengte en monteer dit, op de kopkant van de kast, op de hieronder aangegeven wijze. Aanzicht breedterichting bij een kortere kastlengte bovendeel Fig Dakafwerking korter bovendeel met Breedterichting: Maak het meegeleverde koppelprofiel op de juiste lengte en monteer dit op de hieronder aangegeven wijze. Aanzicht breedterichting bij gelijke kastlengte (B) Fig Bevestigen profiel breedterichting unit met Een eventueel langer bovendeel behoeft aan de kopkant geen verdere afwerking. Fig Unit met langer bovendeel met 11

12 Let op: Kit bij een buitenopstelling alle, door de gemonteerde profielen, ontstane naden af. Dit geldt voor zowel hoek- als stuiknaden Unit van ongelijke breedte Bij een unit van ongelijke breedte zijn er vier verschillende situaties te onderscheiden. Bij een binnenopstelling geldt voor al deze situaties de hieronder aangegeven methode. Positioneer het bovendeel zoals aangegeven op de maatschets. De positie van het bovendeel kan zijn als in één van de vier hieronder aangegeven situaties: Fig Unit ongelijke breedte situatie A Binnenopstelling Het bovendeel is voorzien van een uitstekende dwarsbalk, die nagenoeg even breed is als het onderste deel. Controleer of de afwerklijst op het dak van het onderste kastdeel op de juiste plaats is gemonteerd. Positioneer het bovendeel zoals aangegeven op de maatschets. Schroef de uitstekende dwarsbalk van het bovendeel in de hoekstijlen van het onderste deel. Fig Aanzicht breedterichting unit ongelijke breedte Zijde 1: Maak koppelprofiel op de juiste lengte en monteer het profiel op de betreffende zijde, zie tekening Zijde 2: Maak koppelprofiel op de juiste lengte en monteer het profiel op de betreffende zijde, zoals hieronder aangegeven: Fig Dakafwerking situatie A zijde 2 n x mod. 62 mm Fig Aanzicht lengterichting unit ongelijke breedte n x mod Zijde 3 en 4: Maak koppelprofielen op de juiste lengte en monteer deze profielen op de betreffende zijden, zie tekening Buitenopstelling Het bovendeel is voorzien van een uitstekende dwarsbalk, die nagenoeg even breed is als het onderste deel. Bij een buitenopstelling moeten de meegeleverde koppelprofielen nog op de juiste lengte gemaakt worden. Deze profielen dienen over de gehele lengte en breedte van de unit gemonteerd te worden 12

13 Fig Unit ongelijke breedte Situatie B Fig Dakafwerking situatie C zijde 4 Zijde 1 en 2: Maak koppelprofielen op de juiste lengte en monteer deze profielen op de betreffende zijden, zie tekening Monteer over de uitstekende dwarsbalk van het bovenste kastdeel Z profielen zoals hieronder is aangegeven. Over deze profielen kan de dakfolie van het onderste kastdeel worden geföhnd. Fig Dakafwerking uistekende dwarsbalk Zijde 3 en 4: Maak koppelprofielen op de juiste lengte en monteer deze profielen op de betreffende zijden, zie tekening Fig Unit ongelijke breedte Situatie C Fig Unit ongelijke breedte Situatie D Zijde 1: Maak koppelprofiel op de juiste lengte en monteer het profiel op de betreffende zijde, zie tekening Zijde 2: Maak koppelprofiel op de juiste lengte en monteer het profiel op de betreffende zijde, zie tekening Zijde 3: Maak koppelprofiel op de juiste lengte en monteer het profiel op de betreffende zijde, zie tekening Zijde 4: Maak koppelprofiel op de juiste lengte en monteer het profiel op de betreffende zijde, zoals hieronder aangegeven: Zijde 1 en 2: Maak koppelprofielen op de juiste lengte en monteer deze profielen op de betreffende zijden, zie tekening Zijde 3: Maak koppelprofiel op de juiste lengte en monteer het profiel op de betreffende zijde, zie tekening Zijde 4: Maak koppelprofiel op de juiste lengte en monteer het profiel op de betreffende zijde, zie tekening Monteer over de uitstekende dwarsbalk van het bovenste kastdeel Z profielen zoals in tekening van deze paragraaf. Over deze profielen kan de dakfolie van het onderste kastdeel worden geföhnd. 13

14 6. BUITENLUCHT AANZUIGROOSTER Fig Dakafwerking methode 1 Het kan zijn dat het buitenlucht aanzuigrooster los met de LBK is meegeleverd. Indien dit het geval is moet het rooster ter plaatste worden bevestigd op de volgende wijze. Monteer het rooster met bijgeleverde parkers op de daarvoor bestemde plek. Het onderste gaasrooster dient vervolgens aan de hoekstijl te worden bevestigd. Fig Buitenlucht aanzuigrooster Methode 2 Breng afdichtband aan op de aan op de koppelprofielen. Boor om de 160mm gaten van ø10mm door de koppelprofielen. Let hierbij op dat na het boren de boorkrullen verwijderd worden. Bevestig met behulp van bouten en moeren (M8) de kastdelen aan elkaar. Kit de naad af aan de bovenzijde van de koppelprofielen. Let op: De aansluiting van het buitenlucht aanzuigrooster met de hoekstijl dient afgekit te worden. Fig Dakafwerking methode 2 7. DAKBEDEKKING Indien er sprake is van een buitenopstelling dient de dakbedekking afgewerkt te worden. Als de kast een plat dak heeft zijn er twee manier waarop dit kan gebeuren: Methode 1 Kort de meegeleverde strook dakfolie in op de juiste lengte. Houdt hierbij rekening met voldoende overstek zodat deze strook op de zijkant van de dakrand geföhnd kan worden. Zorg ervoor dat de reeds aanwezige dakbedekking op de beide te koppelen kastdelen schoon en stofvrij is. Föhn de strook dakbedekking vast over de volledige lengte van de deelnaad tot op de dakrand. Verwijder eventueel het overtollige dakfolie tot op de onderzijde van de dakrand. 14

15 15

16 Carrier Holland Heating BV Zanddonkweg NX Waalwijk Postbus AD Waalwijk Wijzigingen voorbehouden Nederland Geproduceerd door Carrier Holland Heating, Waalwijk, Nederland Tel: +31 (0) Gedrukt in Nederland op chloorvrij papier Fax: +31 (0) De foto op de voorzijde dient alleen ter illustratie en is niet contractueel bindend Order No.: