Werkboekje op school. 1. Boerderijen in het Gooi en de Vechtstreek. Opdrachten: lezen, X aankruisen, invullen, doe-opdracht.

Transcriptie

1 Opdrachten: lezen, X aankruisen, invullen, doe-opdracht. 1. Boerderijen in het Gooi en de Vechtstreek In de Gooi en Vechtstreek houden veel boeren koeien voor de melk. Dit noemen we een melkveebedrijf. Ook is er een aantal bedrijven dat de koeien niet melkt, maar fokt voor het vlees. Dat zijn vleesveebedrijven. De huisjes die op de kaart staan ingetekend zijn boerderijen. a) Hoe is onze regio opgebouwd? X Kruis de goede antwoorden aan. Kijk voor de grondsoort in je atlas! Plaatsen Naam van het gebied Grondsoort Naarden, Bussum, Huizen, Hilversum, Laren, Blaricum Muiden, Weesp, Wijdemeren, Abcoude het Gooi de Vechtstreek het Gooi de Vechtstreek Zand Klei Veen Zand Klei Veen 1

2 b) In welk deel van de regio zie je de meeste bedrijven? X het Gooi de Vechtstreek c) Als je denkt aan de grondsoort, waarom vind je de bedrijven dan vooral daar?

3 2. Werkzaamheden op een veehouderij Vroeger zag het werk van een melkveehouder er heel anders uit dan nu. Zoek de tekeningen van vroeger en nu bij elkaar door de cijfers in te vullen. A hoort bij B hoort bij C hoort bij D hoort bij E hoort bij F hoort bij 3

4 De werkzaamheden op een vleesveehouderij zijn net weer even iets anders. Schrijf naast de afbeeldingen wat de boer doet. 4

5 3. Wat eten koeien Eten is voor ons belangrijk. We moeten voldoende goede voedingsstoffen binnen krijgen zoals eiwitten, calcium, vitaminen, mineralen, vezels.. Dieren op een boerderij hebben deze voedingsstoffen ook nodig om goed te groeien en melk te geven! Ruwvoer Een koe eet gras in de zomer en gedroogd gras in de winter. Een koe krijgt ook snijmaïs. Sommige boeren telen zelf snijmaïs voor eigen gebruik. Snijmaïs, hooi en kuilgras noemt de boer ruwvoer, dat is voer met veel vezels. Krachtvoer Koeien krijgen ook krachtvoer. Dat koopt de boer bij de voerfabriek. De fabrieken kopen hun grondstoffen voor dat voer in binnen- en buitenland. Het zijn brokjes die de boer bewaard in een hoge toren. Deze toren noemen we een silo. Veel boeren hebben een voercomputer voor deze brokjes. Bij deze boeren herkent de computer de koe door een chip in haar halsband. Als de koe haar kop in de voerbak met brokjes steekt, weet de computer hoeveel krachtvoer zij mag eten en of ze nog brokjes mag die dag. Verder moet een koe ook heel veel drinken. In het voer worden ook allerlei bijproducten van de voedingsmiddelenindustrie. Daarin zitten waardevolle voedingsstoffen die anders niet meer gebruikt zouden worden. Uit binnen- en buitenland Een kwart van de grondstoffen voor het diervoeder uit de mengvoerfabriek zijn akkerbouwproducten uit eigen land zoals graan, erwten, bonen en bijproducten van de aardappelverwerkende industrie, van de bierbrouwerij en van de suikerfabriek. Driekwart van de grondstoffen komt uit het buitenland. Uit Noord- en Zuid-Amerika komt soja. Graan komt uit Noord-Amerika, Frankrijk, Polen, Oekraïne en Rusland. Uit Thailand komt tapioca, het meel van de fijngemalen cassavewortel. Uit de Filippijnen komt kokosschroot (een restproduct van de verwerking van kokosnoten). De grondstoffen worden met grote zeeschepen aangevoerd via de haven van Rotterdam en vandaar veelal per schip naar de verschillende diervoederfabrieken. Vanaf de fabriek gaat het diervoeder per vrachtwagen naar de boerderij. 5

6 OPDRACHT 3.A Je hebt het al gelezen: sommige delen van producten eten wij zelf en sommige delen worden als veevoer voor koeien en varkens gebruikt. Vul hieronder de namen van de producten in: Product Dit maken we voor mensen Patat Vruchtvlees, sap Snelkookrijst Suiker Maïs Kaas Dit blijft over voor dieren Schillen Schillen, pulp Kookwater Pulp waar de suiker uit is gehaald Reststukjes van de kolf en de plant Wei OPDRACHT 3.B Kijk nog even in de tekst. Kleur dan de landen waar grondstoffen voor veevoer vandaan komen. Trek lijnen over de kortste routes naar Nederland. 6

7 4. Hoe eet een koe Een koe kan heel snel eten zonder veel te kauwen. Dat komt omdat een koe vroeger in het open veld een prooi was voor roofdieren. Dus de koe at heel snel veel gras en ging dan op een veilig plekje het voer weer opboeren en herkauwen. Slim hè? Als de koe haar voer doorslikt zonder te kauwen komt het in haar pens. Dat is een grote voorraadzak. Dan gaat de koe het eten herkauwen en dan komt het via de netmaagboekmaag in de lebmaag. Een koe heeft dus 4 magen: pens, netmaag, boekmaag en lebmaag. OPDRACHT 4.A Kleur de pens rood, de netmaag blauw, de boekmaag geel en de lebmaag groen. Geef met potlood aan hoe het voedsel gaat bij het herkauwen. OPDRACHT 4.B Een koe is een herbivoor, dat wil zeggen een planteneter. Kleur de vakjes met de planteneters groen. Kleur de vakjes met de vleeseters rood Kleur de vakjes met de alleseters blauw. KIP KOE SCHAAP GEIT VARKEN PAARD KONIJN MENS HOND 7

8 5. Koe in de Kringloop In het voedsel voor koeien zitten veel voedingsstoffen. Die worden niet allemaal door het lichaam opgenomen. Een deel komt terecht in de poep en plas. De voedingsstoffen in koeienmest zijn weer voeding voor planten. Mest maakt het land vruchtbaar en de planten gaan er beter van groeien. Met de mest telen boeren de maïs en het gras voor de koeien. Zo is de kringloopcirkel mooi rond. a. Schrijf de zinnen hiernaast onder de goede afbeeldingen. b. Teken zelf een plaatje in het lege vak. c. Teken pijlen in de goede richting op de cirkel. De hieronder in te vullen zinnen: - De koe poept per dag 6 emmers vol mest. - De koe eet per dag 60 kg gras. - Het gras groeit van de mest. - De koe verteert het gras in 4 magen. 8