Gsiw Beleidsgroep Verslag 27/8/2013

Transcriptie

1 Gsiw Beleidsgroep Verslag 27/8/2013 Tijdstip 14u OCMW UCO site Maïsstraat Aanwezig Rudy Coddens, Voorzitter Marc Cloet, kabinet Rudy Coddens Elke Decruynaere, ondervoorzitter Marieke Stubbe, Dienst Werk Gsiw (verslag) Gudrun Van der Gucht, Dienst Werk Klaas Ballegeer, Dienst Werk (verslag) Michaël Leemans, VDAB Gent Yoeri Van Hullebusch, VDAB Mil Kooyman, Beroepenhuis Lesley Arens, Wonderwijs consortium CVO Luc Henau, GTB Joke Dirckx, SLN Gent (niet commerciële derdenorganisaties) Brenda Van Deurzen, Vooruitzenden Els Piqueur, Provincie Oost-Vlaanderen Joris De Wildeman, Unizo Gent-Meetjesland Guido De Baere, OCMW Geert Gille, FVB André Raemdonck, Resoc Gent-Rondom Gent Afwezig met kennisgeving Arne Theylaert, VDAB Marc Buysse, ACV Gent-Eeklo Katrien Neyt, ABVV Ewald Serraes, ACLVB Dirk Opsomer, RVA Johan Broways, VOKA Dany Neudt, De Punt Marijke Mahieu, Departement Werk&Economie Eddy Van de Walle, kabinet R. Coddens Algemene vergadering Vzw gsiwprojecten Kennisgeving: vertegenwoordiging van het OCMW in de algemene vergadering van de vzw Gsiw-projecten. - Guido De Baere vervanging Sabrina Coppens (diensthoofd OTC) - Yeliz Güner raadslid OCMW Beslissingspunt: De gemeenteraad besliste om Rudy Coddens en Elke Decruynaere in de Algemene Vergadering af te vaardigen en beiden als bestuurder voor te dragen in de Raad van Bestuur. Hun aanstelling als bestuurder werd reeds goedgekeurd op een vorige Algemene Vergadering. Daarnaast draagt de gemeenteraad ook Marnix Vandenbulcke voor als kandidaat bestuurder van de vzw. De heer Vandenbulcke is Open Vld provincieraadslid en zaakvoerder van een dienstenchequebedrijf. De Algemene vergadering vraagt of met de toetreding van Marnix Van Den 1

2 Bulcke als bestuurder, de Stad dan met drie personen als stemgerechtigd bestuurder in de Raad van Bestuur zetelt. Dit wordt nog eens nagegaan bij de Juridische dienst van de Stad. Agenda Beleidsgroep Verslag van BG 18/6/2013 wordt goedgekeurd 3. Goedkeuring projectverlenging Word Wijs! Lesley heeft twee opmerkingen over de projectverlenging van Word Wijs. 1. Dat een project twee jaar na elkaar kan worden gefinancierd door Gsiw is nieuw voor haar. Maar als de beleidsgroep daar niets op tegen heeft dan is dat zo. 2. Volgens haar leunt dit project dicht aan bij reguliere werking van de Stap. Via-educatie doet hetzelfde als Word Wijs, maar dan met een andere doelgroep. VIA-educatie was voor haar ook een valabel voorstel + vraag naar meer samenwerking met organisaties die gelijkaardige werking hebben. Reacties: - Voorzitter: Op de vorige vergadering was er een uitgebreide rapportage met de medewerkers van De Stap. De specifieke projectwerking van Word Wijs en de tussentijdse resultaten zijn heel positief en het project kreeg alle vertrouwen voor een verlenging, ook omdat een structurele inbedding (financiering) van het project verder onderzocht wordt. - Mil: Uit ondervinding kan hij aangeven dat ook bij goedlopende projecten - een 2 de projectjaar aangewezen is om degelijke beleidsaanbevelingen en conclusies te kunnen formuleren. - Luc H.: Er zouden bij de VDAB extra middelen worden uitgetrokken voor een 2500 (?) trajecten met jongeren (5 miljoen euro), mogelijks dezelfde doelgroep. De voorzitter geeft aan dat dit misschien de structurele oplossing is waar hij op doelde. Met de huidige middelen is Word wijs een druppel op de hete plaat. Indien er Vlaamse ( VDAB)middelen beschikbaar worden, zou de methodiek kunnen uitgebreid en uitgedragen worden. De vraag van de scholen is al heel groot. - Lesley: bekijken om alle projecten rond de thematiek schoolverlaters te bundelen in één organisatie en zo middelen samen leggen om meer te kunnen doen. Beslissing: 1. De beleidsgroep beslist dat Word Wijs (De Stap)een tweede jaar projectfinanciering krijgt. Aanbeveling: maximale samenwerking nastreven tussen Word Wijs en VIA-educatie. 2. Indien er VDAB middelen zijn om ongekwalificeerde uitstroom aan te pakken voor die doelgroep, moeten we in Gent zeker beroep kunnen doen op die middelen. Dit zou een belangrijke structurele 2

3 ondersteuning kunnen zijn. Dienst Werk en VDAB houden die oproep zeker nauwlettend in het oog. 3. Opmaak strategisch plan Planning opmaak strategisch plan : zie bijlage. Het najaar 2013 staat volledig in het teken van de opmaak van een nieuw strategisch plan. We starten met een presentatie van de omgevingsanalyse opgemaakt door Lieven Tusschans (dep. Werk&Economie) en Tomas Quathoven ( VDAB). Omgevingsanalyse: De presentatie bevat zeven onderdelen. In vergelijking met de vorige omgevingsanalyse zijn er onderdelen toegevoegd (Gentse cijfers over vroege schoolverlaters, sociale economie, tewerkstellingsmaatregelen) en onderdelen weggelaten (demografie, werkzaamheid, werkgelegenheid). Bedoeling is dat we hieruit eerste conclusies kunnen nemen over beleidsprioriteiten De presentatie werd in hand-outs uitgedeeld (zie bijlage). In het verslag zijn alleen bijkomende uitleg/reacties of vragen opgenomen. 1.Stand van de werkloosheid Stand werkloosheid: ongeveer werkzoekenden in Vlaanderen. We halen nog niet de recordhoogte van Gent telt zo n werklozen. De evolutie van de werkloosheid in Gent is gelijklopend met Vlaanderen in tegenstelling tot Antwerpen (een groeiende kloof vanaf 2009 en 2010). Een kwart van de werkzoekenden in Oost-Vlaanderen woont in Gent. Wat de evolutie van de werkloosheidsgraad betreft, is het zo dat die voor Gent convergeert naar die van Vlaanderen, terwijl er met Antwerpen een grotere kloof ontstaat. 2.Kansengroepen werkloosheid Aandeel allochtonen hoger in Gent dan in Vlaanderen. Voor de andere kansengroepen is dit vrij gelijklopend. Er is wel een kleiner aandeel van 50+ers in Gent. De stad heeft immers een jonge leeftijdsstructuur. Tegen de 70% van de mensen in de werkloosheid in Gent behoort tot 1 van de 4 kansengroepen. Opmerking: We kunnen geen werkgelegenheidsgraad of werkloosheidsgraad van allochtone gemeenschap Gent geven. Die cijfers zijn niet voorhanden omdat we niet weten wie werkt. Instroom nieuwe EU-landen: De groei van werkzoekenden uit de nieuwe EU-landen in de bestanden van de VDAB blijft stijgen (zowel naar nationaliteit als naar origine). De groei van het aantal inwoners uit de nieuwe EU-landen in het rijksregister is afgevlakt sinds Voor de inwoners van Roemenië en Bulgarije geldt tot eind december

4 een uitzonderingsbepaling op het algemeen principe van vrij verkeer van personen. De inwoners van deze landen die wensen loonarbeid in België te verrichten moesten voorafgaand over een arbeidskaart beschikken. Het opheffen van deze uitzonderingsregeling kan aanleiding geven tot een verdere stijging van het aantal Bulgaren en Roemenen in Gent. Ook als dat niet gebeurt (ten gevolge van de crisis) zal hun aantal in de bestanden van de VDAB stijgen. Aandeel NWWZ uit nieuwe EU + allochtone NWWZ Het aandeel van de NWWZ uit de nieuwe EU is gestegen van 2% naar 9% voor Gent. Aandeel allochtonen (niet EU) bij de NWWZ is gestegen van 30% naar 35%. Ligt niet aan de Turkse werkzoekenden (blijft constant), maar aan een amalgaam van nationaliteiten. Samen (35% en 9%) vormt dit een 45% van de mensen met een andere origine in de werkzoekendenpopulatie. Jeugdwerkloosheid: Gent en Ronse kennen de hoogste graad van jeugdwerkwerkloosheid. Dit fluctueert tussen de 20% en 25%. Het verschil met Vlaanderen is aanzienlijk en is stijgend. Bij jeugdwerkloosheidsgraad is het verschil tussen Antwerpen en Gent veel kleiner dan bij de algemene werkloosheidsgraad Het aandeel laaggeschoolden (= geen derde graad secundair onderwijs) bij NWWZ jongeren is 56%. Dit aandeel is zeer hoog en stijgt nog. Bij de andere leeftijdsgroepen daalt het aandeel laaggeschoolde NWWZ. Opm Geert Gille: - Jongeren zijn dan wel niet een van de vier officiële kansengroepen, maar in de feiten zijn ze wel een kansengroep. Dit geldt zeker voor de laaggeschoolden (kansengroep), maar ook voor de midden geschoolden (geen officiële kansengroep): - Er zijn nu 440 jongeren in opleiding bouw. Jongeren die na 6 e of 7 e jaar willen uitstromen naar de arbeidsmarkt. Slechts 70 van hen zijn aan het werk geraakt, terwijl wij jongeren aanmoedigen in die richtingen te gaan studeren omdat dit kansen biedt op de arbeidsmarkt. We moeten er attent voor zijn dat die jongeren ook effectief aan het werk geraken anders zal er weer snel een beweging zijn om geen technische/beroeps richting te kiezen, met het bekende watervalsysteem als gevolg. Schoolverlaters De schoolverlatersstudie van de VDAB is na twee jaar afwezigheid opnieuw uitgebracht. De studie bevat cijfers voor Vlaanderen en de provincies. De studiedienst van de VDAB heeft evenwel ook cijfers voor de stad Gent vrijgegeven. In Gent is 19% van de schoolverlaters laaggeschoold. Dit ligt een stuk hoger dan Vlaanderen. In Gent zijn er minder middengeschoolden dan in Vlaanderen maar wel meer hooggeschoolden. Het aandeel schoolverlaters dat na een jaar (nog) werkzoekend is, blijkt hoger in Gent dan in Vlaanderen en dit voor alle niveaus. Voor midden geschoolden is dit verschil het grootst (5% hoger dan gemiddeld in Vlaanderen). 4

5 3.Vroege schoolverlaters secundair onderwijs: BGVerslag 27/8/2013 Het Steunpunt Studie- en Schoolloopbanen maakt op basis van administratieve gegevens per leerling statistieken over de ongekwalificeerde uitstroom. Dit jaar publiceerde het Steunpunt het jaarlijks percentage vroege schoolverlaters niet alleen voor Vlaanderen, maar ook voor afzonderlijke gemeenten. Daarenboven zijn er nu ook cijfers naar de opleiding van de moeder en de moedertaal. 14% van de jongeren in Vlaanderen verlaat het secundair onderwijs zonder diploma. In Gent is dat 22% (jongeren wonend in Gent). Wanneer de vestigingsplaats van de school (dus school gelegen in Gent) als criterium nemen, dan is het 19%. Dit is omdat dan leerlingen van gezinnen buiten Gent, die school lopen in Gent, worden meegeteld. Dit cijfers is het totaalcijfer, als we de cijfers voor meisjes en jongens afzonderlijk bekijken, dan zien we dat voortijdig schoolverlaten vooral een probleem is bij jongens. Opleidingsgraad moeder (naar vestigingsplaats). Voor Gent geeft de grafiek aan dat er relatief weinig schoolverlaters met laaggeschoolde moeders zouden zijn (28% t.o.v. 27% gemiddeld in Vlaanderen), maar dit gaat niet enkel over Gentse gezinnen. Ook de leerlingen die van uit de rand in Gent school lopen, tellen mee in deze cijfers. Bijna een op drie van de Gentse schoolverlaters met een laagopgeleide moeder verlaat het secundair onderwijs zonder diploma (23% is het Vlaamse gemiddelde). Vanuit het perspectief van het onderscheid tussen schoolverlaters met een hoog of laag opgeleide moeder, roept het verschil tussen Gent en Vlaanderen als geheel drie vragen op: (1) Komt dit doordat er meer leerlingen met een laag opgeleide moeder zijn in Gent?; (2) hebben de leerlingen met een laag opgeleide moeder in Gent een grotere kans om de school voortijdig te verlaten dan in Vlaanderen?; (3) is er een hoger percentage vroege schoolverlaters onder de leerlingen met een hoog opgeleide moeder in Gent dan in Vlaanderen? In Antwerpen kan op de drie vragen ja geantwoord worden. In Gent is de indicator van vroege schoolverlaters hoger dan het Vlaamse cijfer doordat de kans op voortijdig schoolverlaten hoger is in elk van beide deelgroepen, maar nauwelijks door een hogere concentratie aan leerlingen met een laag opgeleide moeder. Andere moedertaal (naar vestigingsplaats). 16% van de schoolverlaters secundair onderwijs heeft andere moedertaal dan het Nederlands (tegenover 11% gemiddeld in het Vlaamse onderwijs). Bij deze anderstalige schoolverlaters haalt bijna 40% geen diploma (tegenover 30% gemiddeld in Vlaanderen) We kunnen bij het verschil tussen de Vlaamse en de Gentse indicator opnieuw drie vragen stellen: (1) Ontstaat het verschil doordat er meer anderstalige leerlingen zijn in Gent?; (2) Lopen de anderstalige leerlingen in Gent een groter risico de school voortijdig te verlaten dan in Vlaanderen?; (3) Is er een hoger percentage vroege schoolverlaters onder de Nederlandstalige leerlingen in Gent dan in Vlaanderen? De cijfers van het Steunpunt tonen dat deze drie afzonderlijke vragen in het geval van Gent positief beantwoord moeten 5

6 worden. Opm. voorzitter: Het aandeel anderstalige schoolverlaters geldt voor 2010, maar kan nu al wel hoger zijn. Als we kijken naar de huidige verhouding anderstaligen in de basisscholen, moeten we ons ernstig zorgen maken over de toekomst. Opmerkingen: - Mil: moeten scholen niet begeleid worden om de ondersteuning, die moeders niet geven, wel te bieden aan leerlingen? Lesley geeft aan dat hier al projecten zijn rond opgezet. - Veroorzaakt het geven van huiswerk niet meer ongelijkheid? Kinderen, van wie de ouders laaggeschoold zijn, krijgen wellicht niet dezelfde ondersteuning bij taken als hoger opgeleide ouders. Scholen verwachten vandaag meer inzet van ouders om hun kinderen te helpen dan vroeger het geval was. In het stedelijk onderwijs wordt om die reden weinig tot geen huiswerk wordt meegegeven aan de allerjongsten. Aan de andere kant verwachten ouders wel dat scholen huiswerk geven, anders is het geen goede school. 4. Werkaanbod spanning knelpuntberoepen Ontvangen vacatures (NEC, zonder uitzendopdrachten): meer groei in vacatures in Gent dan Vlaanderen. Gent heeft een 36% van Oost-Vlaamse vacatures. Gevraagd studieniveau: 50% van de werkgevers vraagt geen studievereiste. Dit betekent niet dat dit vacatures voor laaggeschoolden zijn. Het is daarom moeilijk om het juiste beeld te krijgen van het vacature-aanbod voor laag geschoolden. Opmerking: Meer bedrijven stellen geen studievereiste om kandidaten niet af te schrikken en omdat men liever kijkt naar attitude, ervaring en competenties Vacatures voor middengeschoolden maken 14% uit van de ontvangen vacatures. Middengeschoolden gaan ook solliciteren voor vacatures zonder studievereiste. Zij nemen hier meer dan de helft ervan in. Dit is een probleem: er zijn veel laaggeschoolde werkzoekenden en relatief weinig laaggeschoolde arbeid. Werkzoekende per openstaande vacature: Daling na 2006 is niet puur economisch te verklaren. Dit heeft te maken met het feit dat de VDAB een overeenkomst heeft met de interimsector, die ook vacatures mag plaatsen (voor het normaal economisch circuit). Een spanningsgraad onder 4 werkzoekenden per vacature wordt beschouwd als een zeer krappe arbeidsmarkt of een knelpunteconomie. Hoewel de economische crisis zorgt voor een lichte ontspanning (de indicator is gestegen tot net boven de 4), blijven we spreken over een knelpunteneconomie (er zijn vandaag met eenzelfde spanning dan enkele jaren geleden meer openstaande vacatures en meer werkzoekenden). Spanningsgraad per gevraagd studieniveau Verdringing door middengeschoolden van de laaggeschoolden voor de jobs 6

7 zonder diplomavereisten (voor zover ze kunnen ingenomen worden door laaggeschoolden) Opmerking: er wordt eenzijdig op scholingsniveau gekeken voor wat betreft invulling van de knelpuntvacatures. De reden ligt soms anders dan een verkeerd scholingsniveau. De VDAB geeft 3 grote categorieën aan: - Kwantitatief tekort: er is een te lage uitstroom uit het onderwijs, bijvoorbeeld omdat te weinig studenten die richting kiezen of omdat er geen schoolse opleiding voor bestaat. - Kwalitatief tekort: de kandidaten beschikken niet over de bekwaamheden die de werkgevers vragen. - Ongunstige arbeidsomstandigheden: de job heeft onaantrekkelijke arbeidsomstandigheden (zoals bijvoorbeeld weekendwerk, een laag loon, belastend werk...) waardoor er minder kandidaten geïnteresseerd zijn. Ontvangen vacatures. Knelpuntberoepen Voor Vlaanderen zijn 56% van de ontvangen vacatures knelpuntberoepen, voor Gent is dit 60%. Opmerking: VDAB heeft op een deel van de vacatures geen zicht (er wordt gewag gemaakt van 25% van de vacatures). Bedrijven adverteren lokaal in een krant of aan het bedrijf zelf. Dit is ook zo voor knelpuntberoepen. Meest gevraagde beroepen: De dia (2 de op blz 16) is niet helemaal duidelijk: Kolom 1 is NEC, de 2 e kolom uitzendsector, derde kolom de som van beiden. In het oranje zijn de knelpuntberoepen aangegeven. Schoonmaker staat zowel voor Vlaanderen als voor Gent bovenaan. Dit gaat in concreto over de dienstenchequesector. Opvallende uitschieter voor Gent is onderhoudsmechanicien. Hiervoor organiseert VDAB Gent speciale opleidingen. 5. Sociale economie (blz 17) De cijfers/statistiek betreft enkel de Vlaamse maatregelen (dus niet de federale). Beschutte werkplaatsen zijn weliswaar een Vlaamse maatregel en qua omvang het belangrijkste, maar hierover verstrekt de WSE monitor helaas geen gemeentelijke cijfers. In Gent zitten 0,5% van alle loontrekkende jobs in de sociale economie. Gent scoort hiermee niet hoog in Vlaanderen. Als we kijken naar de woonplaats en vergelijken met het aantal werkzoekende, dan Gent scoort ook niet hoog. Dit heeft niet alleen te maken met het beperkt aantal jobs in Gent, maar ook met het feit dat Gent relatief meer werkzoekenden heeft. Gent scoort wel hoger dan Antwerpen. Merk op dat Gent veel mensen van buiten Gent aantrekt in de sociale economie terwijl Antwerpen de mensen uitbesteedt aan de randgemeenten. Beide steden voeren hun centrumfunctie dus op totaal andere manier uit. Opmerkingen 7

8 - Luc: er moet voorzichtig omgegaan worden met deze cijfers. Er zijn immers heel wat kanttekeningen te maken. Rond arbeidszorg is er een probleem met registratie. Welke definitie wordt hier gebruikt? Beschutte werkplaatsen zitten er ook niet bij. Voor invoeg is het een momentopname, want die jobs zijn na een jaar regulier en verdwijnen dus terug uit de statistieken. De WSE-monitor behandelt inderdaad slechts één segment van de arbeidszorginitiatieven, namelijk de arbeidszorg die aansluit bij sociale of beschutte werkplaatsen. Het programma invoegbedrijven beoogt de creatie van duurzame tewerkstelling voor kansengroepen binnen de reguliere economie. Gedurende het eerste jaar bedragen de loonsubsidies 50% à 35% naargelang de grootte van de onderneming, in het tweede jaar zakt dit tot 30% respectievelijk 15%. Daarna verdwijnen deze invoegmedewerkers uit de statistieken (voor invoeg kan beter met instroomgegevens gewerkt wordt zie ook meting voor Masterplan Sociale Economie Gent). Er zijn wel fundamentele verschillen tussen de verschillende centrumsteden en dit biedt leerperspectieven. 6. Tewerkstellingsprogramma s (blz 19) In de WSE monitor zijn ook de Vlaamse maatregelen werk opgenomen. Het gaat nu niet over een momentopname (einde van het jaar), maar over de instroom gedurende een gans jaar. Instroom tewerkstellingsprogramma s per loontrekkende jobs: - IBO Gent is absolute koploper. (VOLVO neemt 25 % voor zijn rekening) Instroom tewerkstellingsprogramma s per 100 werkzoekenden naar woonplaats. - er is cumul in de cijfers mogelijk. Iemand kan tegelijk in verschillende maatregelen zitten. - opnieuw worden veel mensen van buiten Gent komen in Gent in tewerkstellingsprogramma s opgenomen. Opmerkingen - Luc: dit zijn aanbodgerichte cijfers (naargelang beschikbare budgetten en contingenten) die niets zeggen over de noden aanwezig in de steden. En het aanbod is lang niet behoeftendekkend. 6. OCMW (blz 20) - Aantal leefloners in Gent: (april 2013). - Bijna 30% van de leefloners zit in leeftijdscategorie Activering 14% minder dan vier maanden steun van OCMW (niet direct te plaatsen) 11% is al langer in steun en zit in de hulpverlening en is om allerlei redenen niet activeerbaar. 10% zijn studenten. De helft van die studenten zit in het secundair onderwijs. 27% zit in taalactivering. Dit zijn die leefloners die enkel taalactivering 8

9 volgen (geen art. 60 of vrijwilligerswerk, zie verder) 10% activering derde partner: ingeschat cijfer (mensen begeleid door VDAB, GTB of interimarbeid en dienstencheques, die niet voldoende werken om uit leefloon te geraken). 5% sociale activering: mensen die als vrijwilliger werken, deelnemen aan het emancipatorisch groepswerk of emancipatorische opleiding volgen bij een derde. Dit is maar 5% omdat dit beperkt is door de beschikbare middelen. - 23% arbeidsactivering: dit zijn de mensen in het OTC. Ongeveer 400 van hen werkt in art 60. Opmerkingen Waarom wordt de arbeidsactivering bij OCMW georganiseerd en niet bij VDAB? Guido verwijst naar het proefproject samenwerking OCMW-VDAB in de Bloemekenswijk. De mensen die bij het OCMW in arbeidsbegeleiding zitten hebben een intensievere begeleiding nodig, die de VDAB-consulent niet kan bieden. Samenwerking tussen VDAB en OCMW is een antwoord maar er moet wel efficiënt worden gewerkt (wordt o.a. moeilijk gemaakt door privacytoestanden waardoor gegevens niet uitgewisseld worden) 14% van de leefloners is nog niet geactiveerd (minder dan 4 maanden leefloon) en 86% van de leefloners is geactiveerd op één of andere manier. Guido schuift hypothese naar voor dat minder dan 20% van de leefloners op korte termijn (binnen 6 maand) toeleidbaar is naar de reguliere arbeidsmarkt. Jongeren die taallessen volgen Jongeren zijn binnen de leefloners oververtegenwoordigd, maar het merendeel heeft geen nood aan taallessen. Zij zijn blijkbaar meer en meer in Gent geboren of op jonge leeftijd in Gent komen wonen. Conclusies omgevingsanalyse 1. Het aantal werkzoekenden nadert historisch hoge cijfers, de werkloosheidsgraad blijft daar voorlopig nog onder; 2. Het aandeel niet EU-15 werkzoekenden (allochtonen + nieuwe EU) stijgt en nadert de helft; 3. De werkloosheid onder laaggeschoolde jongeren is bijzonder hoog, net als het aantal jongeren dat zonder diploma het onderwijs verlaat, maar ook middengeschoolde jongeren hebben het moeilijk om een gepaste job te vinden; 4. Er zijn relatief minder vacatures specifiek voor middengeschoolden en bijzonder weinig vacatures voor laaggeschoolden, zij concurreren om vacatures waarvoor de werkgever geen studievereisten vermeldt; 5. De Vlaamse programma s zijn aanbodgestuurd en dekken maar een klein deel van de noden; 9

10 6. De cijfers voor de Vlaamse programma s tonen belangrijke verschillen tussen de centrumsteden; 7. Alle leefloners worden binnen een termijn van vier maanden op een of andere manier geactiveerd, maximaal 20% is op korte termijn (binnen 6 maand) toeleidbaar naar de reguliere arbeidsmarkt Opmerkingen Er zijn geen (demografische en economische) vooruitzichten opgenomen in de presentatie. - Opmerking Mil: de economische vooruitzichten (bedreigingen en opportuniteiten) voor Gent zullen ook moeten mee genomen worden in de oefening. De Beleidsgroep is aangenaam verrast door de volledigheid en de nieuwe gegevens die de presentatie omgevingsanalyse naar voor bracht. Afspraken verdere opmaak strategisch plan : - De omgevingsanalyse is de eerste stap in het traject. - Voorstel om via een mailbevraging, een insteek van de partners zelf te voorzien (cfr vorig strategisch plan): welke trends en uitdagingen men ziet binnen de komende drie jaar. Bevraging moet vooral troeven, opportuniteiten in Gent aangeven waarop partners willen inspelen Welke elementen werken nu goed en kunnen versterkt worden eerder dan de illusie te koesteren om knelpunten op te lossen. - Vraag om zeker Jobkanaal te betrekken bij de bevraging ( zou meer gegevens kunnen aanbrengen ivm kansengroepen / sociale economie) - Vraag om bij de mailbevraging zeker de mening van consulenten (cfr. uitzendsector bouwbaan front office dienstverlening ) te vragen. Dit is uiteraard de bedoeling maar het zijn o.m. aan de leden van de Beleidsgroep om de bevraging bij de juiste medewerkers neer te leggen. - Gezien het hoog percentage vroegtijdige schoolverlaters, graag ook onderwijs betrekken bij deze bevragingsronde. - Voorstel is om met een subgroep Beleidsgroep (werkgroep) de opmaak van het strategisch plan verder voor te bereiden zodat we op de volgende beleidsgroep (8/10) strategische doelstellingen kunnen bepalen. Marieke neemt contact met een aantal mensen om een werkgroep te kunnen samenstellen. Slotopmerking : De Beleidsgroep betreurt ten zeerste de afwezigheid van de vakbonden. Het is geen goede zaak dat zij niet betrokken zouden zijn de nieuwe strategische planning en breder gezien bij het partnerschap in zijn geheel. De voorzitter vraagt of ook actieve leden van de Beleidsgroep hen 10

11 hierop kunnen aanspreken. BGVerslag 27/8/ Feedback werkgroep voorbereiding partnerdag. Locatie: Zebrastraat (nieuwe expovleugel) Voorstel om Eric Corijn te vragen als gastspreker. Hij is sterk onderlegd om - in zijn eigenzinnige stijl de kansen/troeven van een stedelijke omgeving (economie, demografie ) te belichten. We voorzien ook een participatief gedeelte. Het is de bedoeling dat de presentatie van Prof. E. Corijn en het interactief gedeelte inspiratie oplevert voor het nieuwe strategisch plan. Eminenta plant op dezelfde dag/locatie ook een disseminatie-event om hun 3 de ESF-fase in te luiden, voorafgaand aan het programma van de partnerdag. Dit is budgettair en qua tijdsinvestering van het Eminenta publiek zeer efficiënt. 5. varia - Unizo: Nieuwe Jobkanaalmedewerker Tatyana Vitalyova voor regio: Gent- Meetjesland ( ) - Vakmansroute Unizo (Beroepsonderwijs): vindt plaats op 25 februari Drie Unizo-regio s worden één Unizo-regio Oost-Vlaanderen. - Donderdag 4/10/13: 10 jaar RTC in UFO. - Donderdag 10/10/13: 10 jaar de Stap - Vooruitzenden: Er werd een Interimspel gelanceerd. Bedoeling is om zowel begeleiders als jongeren te laten kennismaken met de uitzendsector. Er is een presentatie voor organisaties (directeurs, coördinatoren, teamverant-woordelijken en pedagogische stafmedewerkers).voorzien op 19/9/2013op donderdag 19 september 2013 om 9.00u bij VOKANS Frans Van Ryhovelaan Gent. Inschrijving: zie agenda 6. op te volgen Nr. Actie Wie neemt initiatief Deadline Opmaak strategisch plan 1 Mailbevraging partners Dienst Werk 2 Subgroep BG (werkgroep) Marieke opmaak strategisch plan 3 Aanwezigheid onderwijs in beleidsgroep Marieke 7. Volgende vergadering Tijdstip: 8/10/ u 16u30 Zoals aangekondigd op de laatste vergadering, wil de Beleidsgroep graag zijn bijeenkomsten bij partners laten plaatsvinden. Organisaties die kandidaat kunnen zijn, geven een seintje aan Marieke. Volgende vergadering vindt plaats bij : VOKA LAMMERSTRAAT GENT 11

12 12