1 Inleiding. 1.1 De Nederlandse strafwetgeving

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "1 Inleiding. 1.1 De Nederlandse strafwetgeving"

Transcriptie

1 1 Inleiding 1.1 De Nederlandse strafwetgeving Art. 107 van de Grondwet bepaalt dat het strafrecht en het strafprocesrecht in algemene wetboeken moeten worden ondergebracht, behoudens de bevoegdheid voor de wetgever bepaalde onderwerpen in afzonderlijke wetten te regelen. Aan deze opdracht tot codificatie heeft de wetgever voldaan. Het strafrecht is te vinden in het in 1886 in werking getreden Wetboek van Strafrecht, het strafprocesrecht in het uit 1926 stammende Wetboek van Strafvordering. Het door de grondwetgever gemaakte onderscheid tussen strafrecht en strafprocesrecht stemt overeen met het in de dogmatiek gemaakte onderscheid tussen materieel strafrecht en formeel strafrecht. Het materiële strafrecht regelt in abstracto in welke gevallen een persoon vanwege de staat kan worden gestraft en welke sancties dan mogen worden opgelegd. Tot het materiële strafrecht behoren dan ook in elk geval de verbodsbepalingen en de strafbedreigingen. Het formele strafrecht heeft betrekking op de wijze waarop in een concreet geval moet worden vastgesteld of de strafwet is overtreden en of een bepaald persoon deswege dient te worden gestraft. Het gaat hier in het bijzonder om de te volgen procedure, om de bevoegdheden van de bij de strafrechtspleging betrokken overheidsorganen en om de rechten van de verdachte. Het trekken van de precieze grens tussen strafrecht en strafprocesrecht is niet eenvoudig. 1 De wetgever heeft in grensgevallen knopen moeten doorhakken. Het resultaat kan moeilijk anders dan enigszins willekeurig zijn. Zo is de verjaring in het Wetboek van Strafrecht geregeld, terwijl dit instituut in bijvoorbeeld Duitsland tot de strafvordering wordt gerekend. Dat een verdachte na een vrijspraak in beginsel niet opnieuw mag worden vervolgd is neergelegd in art. 68 Sr, dat een zogenaamde kennisgeving van niet verdere vervolging in de regel een nieuwe vervolging blokkeert is echter te vinden in art. 255 Sv. Het ne bis in idem-beginsel vindt dus deels in het Wetboek van Strafrecht, deels in het Wetboek van Strafvordering uitwerking. 1 Zie daarover J.F. Nijboer, De doolhof van de Nederlandse strafwetgeving, Groningen

2 Hoofdstuk 1 Het recht met betrekking tot de tenuitvoerlegging van opgelegde straffen en maatregelen past niet zo goed in de tweedeling in materieel en formeel strafrecht. Er is dan ook wel voor gepleit dit penitentiaire recht in een apart wetboek onder te brengen. 2 Nu is de regeling verspreid over de beide wetboeken (zie Boek I, titels II en IIA, Wetboek van Strafrecht en Boek V, Wetboek van Strafvordering) en nader uitgewerkt in afzonderlijke regelingen, waarvan de Penitentiaire beginselenwet de belangrijkste is. Het penitentiaire recht wordt behandeld in deel 3 van Ons Strafrecht, het strafprocesrecht in deel 2. In dit eerste deel zal het materiële strafrecht worden behandeld, en dan in het bijzonder de algemene leerstukken die dat recht beheersen. De grondwetgever heeft er rekening mee gehouden dat niet het gehele materiële strafrecht in één wetboek zou kunnen worden onder gebracht. Art. 107 GW laat de wetgever de ruimte om bepaalde onderwerpen in afzonderlijke wetten te regelen. Van die mogelijkheid is dankbaar gebruik gemaakt. Het aantal delicten buiten het Wetboek van Strafrecht is een veelvoud van de hoeveelheid strafbaarstellingen die in het wetboek zelf is te vinden. Bij wijze van voorbeeld kunnen worden genoemd de Wegenverkeerswet 1994, de Wet wapens en munitie en de Opiumwet. Aparte vermelding verdient de Wet economische delicten (WED), een raamwet die een waslijst van wetten op sociaal-economisch terrein en op het gebied van de milieubescherming centraal sanctioneert. Art. 107 GW spreekt van afzonderlijke wetten, dat wil zeggen: wetten in formele zin. Toch schept ook de lagere wetgever strafrecht. Uit de gedachtewisseling over de strekking van art. 107 GW bij de behandeling van dit artikel in de Tweede Kamer blijkt dat het de bedoeling is dat misdrijven alleen mogen worden geformuleerd in wetten in formele zin. De wet in formele zin dient voorts de basis te verschaffen voor regelingen van lagere orde waarin overtredingen zijn opgenomen. 3 Zo machtigt art. 154 lid 1 van de Gemeentewet de gemeentewetgever overtredingen van door hem gegeven verordeningen strafbaar te stellen. Daarbij is bepaald welke straffen mogen worden bedreigd: hechtenis van ten hoogste drie maanden, een geldboete van de tweede categorie, 4 en als bijkomende straf openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak. De gemeente wetgever wordt dus een zekere keuzevrijheid gelaten. Een strenger regime geldt ten aanzien van de algemene maatregelen van bestuur (AMvB s), die door de Kroon worden uitgevaardigd. Art. 89 lid 2 GW schrijft voor dat de wet (in formele zin) de op te leggen straffen bepaalt. Bovendien mogen door straffen te handhaven voorschriften alleen krachtens de wet gegeven worden. Dat betekent dat dergelijke voorschriften alleen gegeven mogen worden als de bevoegdheid daartoe door de wetgever aan de Kroon is gedelegeerd. Een voorbeeld levert de Wegenverkeerswet C. Kelk, Recht voor gedetineerden, Alphen aan den Rijn 1978; Nijboer, a.w., p. 203 e.v. 3 Zie C.A.J.M. Kortmann, De Grondwetsherziening 1983, p. 273 en Zie art. 23 lid 4 Sr. 2

3 Inleiding Art. 13 bepaalt dat bij AMvB verkeersregels kunnen worden vastgesteld (het RVV). Art. 177 stelt overtreding van die regels strafbaar voor zover die overtreding (in die AMvB) uitdrukkelijk als strafbaar feit is aangemerkt. Het artikel bepaalt de bedreigde straf daarbij op maximaal twee maanden hechtenis of een geldboete van de tweede categorie. 1.2 Ongeschreven recht, verdragsrecht, supranationaal recht Strafbaarstellingen moeten een basis hebben in een wet in formele zin. Deze gedachte is ook terug te vinden in art. 16 GW, dat luidt: Geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling. Het gaat hier om een grondregel van Nederlands strafrecht waarmee het Wetboek van Strafrecht al sinds zijn inwerkingtreding in 1886 opent (art. 1 lid 1). In 1983 werd deze zogenaamde nulla poena-regel tot grondrecht gepromoveerd. Op de betekenis van deze regel zal in hoofdstuk 3 nader worden ingegaan. Hier is van belang dat het vereiste van een wettelijke strafbepaling bestraffing op grond van gewoonterecht uitsluit. Dit is bijvoorbeeld anders in Engeland, waar de strafbaarheid in veel gevallen niet is gebaseerd op statute law (wettenrecht), maar op common law, op in de jurisprudentie bezegeld gewoonterecht. Dat in Nederland voor strafbaarheid een wet is vereist, betekent niet dat voor ongeschreven recht geen plaats is. De strafbaarheid mag niet op ongeschreven recht worden gebaseerd, maar op de wet gebaseerde strafbaarheid mag wel op grond van ongeschreven recht worden ingeperkt. Zo is een belangrijk ongeschreven beginsel van Nederlands strafrecht het beginsel geen straf zonder schuld. Dit beginsel heeft, zoals wij nog zullen zien, geleid tot de aanvaarding van een buitenwettelijke strafuitsluitingsgrond, afwezigheid van alle schuld (avas). Zie hierna, onder Een steeds belangrijker wordende rechtsbron wordt gevormd door de internationale verdragen waarbij Nederland partij is. Daarbij kunnen in de eerste plaats de rechtstreeks werkende (art. 94 GW) mensenrechtenverdragen genoemd worden: het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) en het Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBPR). Deze verdragen spelen vooral op het terrein van het strafprocesrecht een rol. Dat neemt niet weg dat zij ook voor het materiële recht van betekenis zijn. In het bijzonder kan art. 7 EVRM (zie ook art. 15 IVBPR) genoemd worden, dat de internationale versie van de nulla poena-regel bevat. Daarover meer hierna, onder En het EVRM brengt ook zogenoemde positieve verplichtingen met betrekking tot het materiële recht met zich. Mensenrechten, zoals het recht op leven (art. 2 EVRM) en het recht op privacy (art. 8 EVRM), kunnen de wetgever 3

4 Hoofdstuk 1 verplichten tot het creëren van een strafbaarstelling en de rechter dwingen tot een bepaalde interpretatie van een delictsomschrijving. 5 In de tweede plaats kunnen verdragen genoemd worden die Nederland verplichten tot het strafbaar stellen van bepaalde feiten. Dergelijke verplichtingen zijn in de eerste plaats tot de nationale wetgever gericht. De overeengekomen delictsomschrijvingen moeten door de wetgever in de nationale wetgeving worden geïncorporeerd. Die wetgeving wordt vervolgens door de strafrechter toegepast en bij de interpretatie van de wet kan het achterliggende verdrag een rol spelen. Een voorbeeld is de Opiumwet, die gebaseerd is op het in 1961 gesloten Enkelvoudig Verdrag van New York. In de derde plaats kunnen verdragen genoemd worden waarbij Nederland een deel van zijn strafrechtelijke autonomie prijs geeft. Men spreekt dan wel van supranationaal strafrecht. Als een voorbode van de ontwikkelingen op dit terrein kan de Herziene Rijnvaartakte (ook wel Akte van Mannheim, Trb. 1955, 161) worden genoemd. 6 Op grond van dit verdrag spreken de nationale rechters als Rijnvaartrechters recht over schippers die op wateren, behorend tot het gebied waarover de Rijnvaartakte geldt, overtredingen begaan van de door de Centrale Commissie voor de Rijnvaart vastgestelde scheepvaartreglementen. Art. 32 stelt thans als straf op deze overtredingen een boete van 25000,-. Vervangende hechtenis kan niet worden opgelegd. 7 Hoger beroep staat open op hetzij de Kamer van Beroep van de Centrale Commissie te Straatsburg, hetzij de hogere nationale rechter. Art. 37 laat de schipper hier de keus. Aan deze indeling van de verdragen moet niet een te groot gewicht worden toegekend. Het gaat om typeringen, waarbij zich allerlei varianten en mengvormen kunnen voordoen. In dit verband moet vooral gewezen worden op het recht van de Europese Unie (EU), dat voor het strafrecht van zeer groot (en nog steeds toenemend) belang is. 8 Op vele terreinen beïnvloedt het Unie-recht het nationale strafrecht. Wat betreft het materiële recht heeft de EU de bevoegdheid bij richtlijnen minimumvoorschriften vast te stellen betreffende de bepaling van strafbare feiten en sancties op een breed terrein van criminaliteit (art. 83 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie). Inmiddels zijn tal van dergelijke richtlijnen tot stand gekomen, bijvoorbeeld met betrekking tot mensenhandel en terrorisme. Nederland moet er dus voor zorgen dat de strafwetgeving aan de in deze richtlijnen opgenomen minimumvoorschriften voldoet. Naast deze positieve invloed van de EU op het nationale strafrecht, is er ook een negatieve invloed die uitgaat van de vrije verkeersrechten, zoals het vrij verkeer van 5 Zie bijv. F. Vellinga-Schootstra & W. Vellinga, Positive obligations en het Nederlandse straf(proces)recht, Deventer Zie daarover W.E. Haak, Nederlandse Rijnvaartovertredingen onder de Akte van Mannheim, in: Rede en recht, Liber amicorum N. Keijzer, Deventer 2000, p. 41 e.v. Het supranationale karakter van de Herziene Rijnvaartakte is nog eens bevestigd in HR 10 december 1996, NJ 1997, Vgl. HR 9 juni 1981, NJ 1981, 472 en HR 9 juni 1998, NJ 1998, Zie voor een uitvoeriger beschrijving van het Europese recht en de invloed daarvan op het strafrecht De Hullu, m.n. p. 42 e.v.; A.H. Klip, European Criminal Law (2nd edition), Antwerpen

5 Inleiding diensten en het vrij verkeer van goederen. Daarmee wordt bedoeld dat de nationale wetgeving, en dus ook de strafwetgeving, geen inbreuk mag maken op deze rechten. Wetgeving die dat wel doet, moet worden ingetrokken of aangepast. Deze invloeden van het EU-recht raken ook de strafrechter. Hij moet nationale wetgeving ter uitvoering van een richtlijn uitleggen in het licht van de bewoordingen en het doel van de desbetreffende richtlijn (richtlijnconforme interpretatie). Ook wordt van de strafrechter verlangd dat hij de nationale regelgeving aan het EU-recht toetst en in geval van strijd buiten toepassing laat. De interpretatievragen die in dat kader rijzen, dienen in de vorm van prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie in Luxemburg te worden voorgelegd. Het EU-recht heeft door dit alles sterk supranationale trekken. Niet al het internationale recht heeft een verdragsrechtelijke basis. Rekening moet ook worden gehouden met de ongeschreven regels en beginselen van het volkenrecht. Dat is in het bijzonder voor de strafmacht van belang. Nederland kan bijvoorbeeld niet zo maar gedragingen strafbaar stellen die in het buitenland door buitenlanders worden begaan. Dat zou immers een inbreuk betekenen op de soevereiniteit van andere mogendheden. In art. 8d Sr wordt daarmee uitdrukkelijk rekening gehouden. Zie nader hoofdstuk 13, waarin de regeling van de strafmacht zal worden besproken. In dit verband kan ook gewezen worden op de berechting van oorlogsmisdrijven en misdrijven tegen de menselijkheid na de tweede wereldoorlog. De strafbaarheid werd hier gebaseerd op eerst achteraf in wetten en verdragen geconcretiseerde algemene rechtsbeginselen die door beschaafde volken worden erkend (vgl. art. 7 lid 2 EVRM). Die algemene beginselen bleken sterker dan de nationale nulla poena-regel. Zie daarover ook hierna, onder Aan het Neurenbergse Gerechtshof (ingesteld bij het Charter of the International Military Tribunal behorende bij het Agreement van Londen van 8 augustus 1945) werd de berechting van de grote Duitse oorlogsmisdadigers opgedragen. Dit bij verdrag ingestelde Tribunaal sprak recht over onderdanen van een staat die zelf geen partij was bij het verdrag. Het supranationale karakter van dit gerecht was derhalve mee gebaseerd op ongeschreven volkenrecht. 1.3 Het Wetboek van Strafrecht; Algemeen deel Het Wetboek van Strafrecht neemt in het geheel van de Nederlandse strafwetgeving een centrale plaats in. Dat komt doordat het algemene bepalingen bevat die ook van toepassing zijn op de talloze strafbare feiten die niet in het wetboek staan, maar in bijzondere wetten en verordeningen zijn opgenomen. Bovendien heeft de strafrechtelijke dogmatiek zich vooral laten inspireren door de klassieke misdrijven (zoals moord en doodslag) die in het wetboek zijn opgenomen. Het wetboek verdient daarom afzonderlijke aandacht. 5

6 Hoofdstuk 1 Het Wetboek van Strafrecht is tot stand gekomen bij de Wet 2 maart 1881, Stb. 35 en het trad in werking op 1 september 1886, krachtens de Invoeringswet van 15 april 1886, Stb. 64. Een hele lijdensgeschiedenis was daaraan voorafgegaan. In 1813 waren de Franse Code pénal en de Code d instruction criminelle als geldend recht gehandhaafd. Men wilde toen per se niet terug naar de toestand van vóór 1795, met een grote verscheidenheid van plaatselijke regelingen. Het was echter ook een verre van ideale oplossing om de Franse wetboeken, die hier in de Napoleontische tijd kracht van wet hadden gekregen, te handhaven. Het gelukte in 1838 de Code d instruction criminelle te vervangen door een eigen Nederlands Wetboek van Strafvordering, dat echter geen wezenlijke verandering aanbracht in de structuur van het procesrecht. Verschillende pogingen om te geraken tot een eigen Nederlands Wetboek van Strafrecht mislukten. Eindelijk werd in 1870 een staatscommissie voor de samenstelling van een Wetboek van Strafrecht benoemd met als voorzitter de Leidse hoogleraar J. de Wal en als secretaris A.A. de Pinto. Deze commissie bood in 1875 een ontwerp voor een wetboek met toelichting en bijlagen aan de koning aan. 9 Bij de invoering van het nieuwe Wetboek van Strafrecht moest het Wetboek van Strafvordering van 1838 worden herzien, onder meer omdat in het nieuwe Wetboek van Strafrecht de driedeling van de strafbare feiten in misdaden, wanbedrijven en overtredingen uit de Code pénal was vervangen door een tweedeling in misdrijven en overtredingen. Aan een aparte rechtelijke instantie voor de berechting van misdaden was geen behoefte meer. Het Wetboek van Strafrecht bracht als gezegd een tweedeling in misdrijven en overtredingen. De misdrijven werden ondergebracht in het Tweede Boek, de overtredingen in het Derde Boek. De plaatsing van het strafbare feit (in het tweede of in het derde boek) is dus beslissend voor de vraag of men met een misdrijf of overtreding van doen heeft. Het was de bedoeling van de ontwerpers alle misdrijven, uitgezonderd de militaire en de fiscale, in het nieuwe Wetboek van Strafrecht op te nemen. 10 Maar die gedachte moest de wetgever prijsgeven toen de steeds ingewikkelder wordende samenleving vroeg om meer ordening en reglementering. Het aantal voorschriften breidde zich enorm uit, en aan sommige regelingen tilde de wetgever zo zwaar dat hij met (de voor misdrijven gereserveerde) gevangenisstraf meende te moeten dreigen. Het bleek onpraktisch de 9 De notulen van deze commissie met bij lagen zijn bewaard gebleven en zijn voor de uitleg van een aantal artikelen nog steeds van belang. Men zie het proefschrift van A.G. Bosch, Het ontstaan van het Wetboek van Strafrecht, 1965, en de uitgave in fotokopie van die notulen met bijlagen, verzorgd door de sectie strafrecht van de vakgroep strafrecht en criminologie van de Katholieke Hogeschool Tilburg, thans Tilburg University. 10 Zie Smidt, I, p. 43; H.J. Smidt, die als minister het ontwerp voor het wetboek heeft ingediend, verzorgde een uitgave van alle stukken betreffende de totstandkoming van het Wetboek. De 2e druk, waaruit telkens geciteerd zal worden, werd door J.W. Smidt en E.A. Smidt bewerkt. 6

7 Inleiding misdrijven uit de wettelijke regeling die zij sanctioneerden, los te maken en over te brengen naar het Wetboek van Strafrecht, dat trouwens lang niet altijd een plaats had waar zij logisch zouden hebben gepast. Wetten die veelvuldig vervolgde misdrijven bevatten, zijn de Wegenverkeerswet 1994, de Opiumwet en de Wet wapens en munitie. Men heeft zich nooit de illusie gemaakt dat alle overtredingen in een Wetboek bij elkaar gebracht zouden kunnen worden. Het derde boek van het Wetboek van Strafrecht biedt slechts een kleine selectie voor een groot deel bestaande uit overtredingen die familie zijn van de in het tweede boek opgenomen misdrijven. Het leeuwendeel van die misdrijven wordt gevormd door de zogenaamde klassieke of commune misdrijven. Het gaat daarbij om overtredingen van normen die hecht verankerd zijn in de positieve moraal. Men denke aan doodslag, verkrachting, mishandeling, vrijheidsberoving, diefstal en oplichting. De strafbaarheid van dergelijke gedragingen is bijna van alle tijden en alle plaatsen. De vanzelfsprekendheid van de strafbaarheid weerspiegelt zich in de gevolgde techniek van strafbaarstelling. De wetgever heeft het niet nodig gevonden om doodslag, verkrachting enz. met zoveel woorden te verbieden. Het wetboek bevat geen verbodsbepalingen, maar delictsomschrijvingen. Er worden feiten (gedragingen) omschreven die tot bestraffing aanleiding kunnen geven. 11 In die strafbaarstelling ligt impliciet besloten dat het gedrag verboden (wederrechtelijk) is. De techniek van strafbaarstelling die in de bijzondere wetten wordt gevolgd, is doorgaans een andere. Hier treft men juist wel expliciete verbods- en gebodsbepalingen aan. De sanctionering wordt daarbij in aparte, dikwijls aan het slot van de wet geplaatste bepalingen geregeld. Strafbaar gesteld wordt dan de overtreding van de bij (of krachtens) de wet gegeven voorschriften. Kenmerkend voor deze wijze van strafbaarstelling is dus dat de verbods- of gebodsbepaling gescheiden is van de strafbepaling. De klassieke misdrijven bepalen nog steeds het gezicht van het strafrecht. Ook de strafrechtelijke dogmatiek is van oudsher daarop gericht. Het is goed om voor ogen te houden dat de algemene leerstukken met betrekking tot opzet, schuld, wederrechtelijkheid en causaliteit zijn ontwikkeld aan de hand van de modelmisdrijven uit het commune strafrecht. Oorspronkelijk bestond het strafrecht uit een reeks afzonderlijke strafbare feiten. Omstreeks het einde van de 13e eeuw werden, voor het eerst door Italiaanse juristen, regels opgesteld, die aan alle strafbepalingen of althans aan een belangrijk aantal daarvan gemeen zijn. Zo ontstond het zogenaamde algemene deel van het strafrecht, dat zich van de 14e tot de 19e eeuw verder heeft ontwikkeld. Door de codificaties, tot stand gekomen aan het einde van de 18e en in het begin van de 19e eeuw, kreeg dit algemeen deel nog vastere vorm en in de 19e eeuw wijdden de strafrechtsgeleerden er zelfs veel meer 11 De gebezigde terminologie ( wordt gestraft ) houdt geen rekening met de strafuitsluitingsgronden, met art. 9a Sr en met het opportuniteitsbeginsel, volgens welke het OM van vervolging kan afzien (art. 167 Sv). Niet elk strafbaar feit wordt dus gestraft. 7

8 Hoofdstuk 1 aandacht aan dan aan het zogenaamde bijzonder deel (de eigenlijke delictsomschrijvingen). Ook in Engeland, waar nimmer een codificatie van het algemene deel van het strafrecht heeft plaatsgevonden, bevatten de leerboeken een algemeen deel, waarin de grondbeginselen en algemene begrippen van het strafrecht aan de hand van de rechtspraak worden besproken. In Nederland is dit Algemeen Deel neergelegd in het Eerste Boek van het Wetboek van Strafrecht. Compleet is dat boek overigens niet. Algemene bepalingen met betrekking tot opzet of causaliteit zal men daarin vergeefs zoeken. De ontwikkeling van deze en andere algemene leerstukken heeft de wetgever ook bij ons aan rechtspraak en literatuur overgelaten. Zijn algemene karakter ontleent Boek I aan de slotbepaling, art. 91 Sr. Dit artikel luidt: De bepalingen van de titels I-VIIIA van dit boek zijn ook toepasselijk op feiten waarop bij andere wetten of verordeningen straf is gesteld, tenzij de wet anders bepaalt. Op grond van dit artikel vinden dus de bepalingen van het Eerste Boek ook toepassing ten aanzien van strafbare feiten die niet in het wetboek zelf zijn opgenomen. Zo kan bij overtreding van de Opiumwet een beroep worden gedaan op overmacht (art. 40 Sr). Zo ook zijn de regels met betrekking tot verjaring (art. 70 Sr e.v.) van toepassing als de verdachte wordt vervolgd wegens een verkeersmisdrijf. De bijzondere wetgever kan anders bepalen. Art. 91 Sr erkent dit uitdrukkelijk. Daarbij verdient aandacht dat met wet wordt bedoeld: wet in formele zin. De lagere wetgevers mogen dus geen regels geven die met de regels van Boek I in strijd zijn. Zij zijn aan het algemeen deel gebonden. Art. 91 Sr zondert Titel IX van boek I van de algemene toepassing uit. Op deze zogenaamde betekenissentitel, waarin aan bepaalde woorden of uitdrukkingen een bepaalde uitleg of uitbreiding wordt gegeven, kan bij de uitleg van bijzondere wetten dus geen beroep worden gedaan. Ook de lagere wetgever mag daarvan afwijken. Hij kan dus een begrip anders definiëren dan in het algemeen deel van het wetboek is gebeurd. 1.4 Bescherming van rechtsgoederen en handhaving van normen; krenkings- en gevaarzettingsdelicten Strafbepalingen worden in het leven geroepen met het oog op de bescherming van bepaalde rechtsbelangen (ook wel rechtsgoederen genoemd). In het klassieke strafrecht komt dat duidelijk naar voren. Veel van de in het wetboek strafbaar gestelde feiten zijn gedragingen die rechtstreeks inbreuk maken op het beschermde rechtsgoed. Zo vormen de delicten doodslag (art. 287 Sr) en dood door schuld (art. 307 Sr) inbreuken op het rechtsgoed (menselijk) leven. Delicten als diefstal (art. 310 Sr) en verduistering (art. 21 Sr) maken inbreuk op de eigendom. Het delict wederspannigheid (art

9 Inleiding Sr) tast het door de wet beschermde openbaar gezag aan. Deze delicten worden krenkingsdelicten genoemd. Zoals reeds onder 1.3 werd opgemerkt staat als gevolg van de in het wetboek gehanteerde techniek van strafbaarstelling niet de (overtreden) norm, maar de gedraging voorop. Dat brengt mee, dat niet iedere overtreding van de achterliggende norm en niet iedere inbreuk op het beschermde belang strafbaar is gesteld. Strafbaar gesteld zijn alleen bepaalde (precies omschreven) inbreuken. Dat zou anders zijn als de wetgever te werk was gegaan als in de bijzondere wet en dus de verbodsbepaling voorop had gesteld (bijvoorbeeld: het is verboden een ander te doden) en vervolgens op overtreding straf had gesteld. Dan zou in beginsel iedere doding (een beroep op een strafuitsluitingsgrond als avas daargelaten) strafbaar zijn. Aparte strafbaarstelling van dood door schuld was dan niet nodig geweest. De gehanteerde methode van strafbaarstelling is, zo blijkt hier, niet alleen een kwestie van techniek. De wetgever wilde niet iedere doding over één kam scheren, maar onderscheid maken al naar gelang de ernst van de inbreuk op het beschermde rechtsgoed. Hij wilde tot uitdrukking brengen dat moord (art. 289 Sr) zwaarder moet worden gestraft dan doodslag, en doodslag weer zwaarder dan dood door schuld. Bovendien wilde de wetgever recht doen aan de gedachte dat het strafrecht ultimum remedium is. Minister Modderman stelde zich bij de behandeling van het Wetboek van Strafrecht op het standpunt dat alleen onregt bestraft diende te worden, waarvan de ervaring heeft geleerd dat het ( ) door geene andere middelen behoorlijk is te bedwingen. De strafbedreiging moet blijven een ultimum remedium. Men moest erop toezien dat niet de straf worde een geneesmiddel erger dan de kwaal. 12 Deze gedachte leidt tot terughoudendheid. Niet iedere krenking van het rechtsgoed behoort met straffen te worden gekeerd. Naast de krenkingsdelicten staan de gevaarzettingsdelicten. Men onderscheidt daarbij in concrete en abstracte gevaarzettingsdelicten. Een voorbeeld van een concreet gevaarzettingsdelict uit het Wetboek van Strafrecht is art. 164 Sr: het opzettelijk veroorzaken van gevaar voor het spoorwegverkeer. Voldoende voor strafbaarheid is hier dat een gevaarlijke situatie is geschapen; niet vereist is dus dat het gevaar zich heeft verwerkelijkt. Abstracte gevaarzettingsdelicten treft men veelvuldig aan in bijzondere wetten. Een duidelijk voorbeeld vormt de strafbaarstelling van het bezit van allerhande wapens in de Wet wapens en munitie. De wetgever treedt hier als het ware preventief op. Hij verbiedt gedragingen die mogelijk tot krenkingen van het beschermde rechtsgoed zouden kunnen leiden. Concreet gevaar is dan ook niet vereist. Strafbaar is ook degene die al lang weer vergeten is dat hij op zolder nog ergens een pistool heeft liggen. Bij abstracte gevaarzettingsdelicten is het onverschillig of het beschermde rechtsgoed daadwerkelijk is gekrenkt of in gevaar gebracht. De wetgever 12 Smidt, I, p

10 Hoofdstuk 1 vaardigt voorschriften uit die het gedrag zonder meer verbieden. Daardoor verschuift het accent van de bescherming van rechtsgoederen naar de handhaving van normen. Iedere gedraging die met de norm strijdt, is strafbaar. De in bijzondere wetten veelal gevolgde techniek van strafbaarstelling past daarbij. De reglementering van het gedrag staat voorop. De wetgever formuleert geboden en verboden, en somt de uitzonderingsgevallen (faits d excuse) op waarvoor de voorschriften niet gelden. Vervolgens wordt overtreding van de voorschriften strafbaar gesteld. Daarbij wordt nauwelijks genuanceerd. Iedere overtreding van de norm wordt in beginsel met dezelfde straf bedreigd. Als verschil wordt gemaakt is dat meestal alleen met betrekking tot het opzet van de dader. De opzettelijke overtreding van de norm is dan een misdrijf, de niet-opzettelijke een overtreding. 13 Het onderscheid tussen krenkings- en gevaarzettingsdelicten is een product van het klassieke strafrecht, waarin het accent ligt op de bescherming van rechtsgoederen. In de bijzondere wetten schuiven die rechtsgoederen naar de achtergrond. Bovendien gaat het dikwijls om rechtsbelangen die abstracter, minder grijpbaar zijn dan die in het commune strafrecht. Het gemaakte onderscheid is daardoor niet meer verhelderend. Levert bijvoorbeeld een overtreding van de Prijzenwet een krenking of een gevaarzetting op van wat art. 2 lid 1 het algemeen sociaal-economisch belang noemt? Het beantwoorden van die vraag vergroot het inzicht niet en kan daarom achterwege blijven: het maken van onderscheid is geen doel op zich. Zeker is, dat voor strafbaarheid zo n krenking of gevaarzetting van het rechtsbelang niet hoeft te worden vastgesteld. Dat neemt uiteraard niet weg dat ook bij de bijzondere strafwetten voor ogen moet worden gehouden dat zij zijn geschreven om bepaalde belangen te beschermen. Bij de uitleg en de toepassing van de wet moet daarmee rekening worden gehouden. 1.5 Verhouding tot het burgerlijk recht: disharmonieën De rechtsgoederen die het klassieke strafrecht beschermt, vinden voor een niet onbelangrijk deel ook bescherming in het civiele recht. Zo kan de bestolene het ontvreemde goed revindiceren, en kan de mishandelde vergoeding van de letselschade vorderen op grond van onrechtmatige daad. Omdat echter die civielrechtelijke bescherming te kort schiet, is óók een strafsanctie in het leven geroepen. De bescherming die de strafwet biedt, komt hier als het ware boven op de bescherming die het civiele recht al bood. Anders gezegd: strafrecht en civiel recht staan hier naast elkaar. Dat maakt dat het strafrecht niet gebonden kan zijn aan de in het civiele recht gehanteerde terminologie. De noodzaak van een effectievere bescherming vraagt dikwijls juist om eigen begrippen en onderscheidingen. Wat onder het strafrecht wordt gebracht moet opspoorbaar, vervolgbaar en bewijsbaar zijn. 13 Zie bijvoorbeeld art. 2 jo. 6 Wet op de economische delicten. 10

Inleiding. 1 Strafrecht

Inleiding. 1 Strafrecht Inleiding 1 Strafrecht Plaats van het strafrecht Het strafrecht is, net als bijvoorbeeld het staatsrecht en het bestuursrecht, onderdeel van het publiekrecht. Het publiekrecht regelt de betrekkingen tussen

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord. xiii. Lijst van afkortingen. Verkort aangehaalde werken

Inhoudsopgave. Voorwoord. xiii. Lijst van afkortingen. Verkort aangehaalde werken Voorwoord Lijst van afkortingen Verkort aangehaalde werken v xiii xv 1 Inleiding 1 1.1 De Nederlandse strafwetgeving 1 1.2 Ongeschreven recht, verdragsrecht, supranationaal recht 3 1.3 Het Wetboek van

Nadere informatie

Inleiding Strafrecht: Hoofdstuk 2

Inleiding Strafrecht: Hoofdstuk 2 Inleiding Strafrecht: Hoofdstuk 2 Voorwoord Beste student(e), Voor je ligt een (voorbeeld)samenvatting van het vak Inleiding Strafrecht. Dit stuk is gebaseerd op Hoofdstuk 2 van het boek Strafrecht met

Nadere informatie

Voorwoord. Lawbooks Grondslagen van Recht ( ) Beste student(e),

Voorwoord. Lawbooks Grondslagen van Recht ( ) Beste student(e), Grondslagen van Recht Week 3 2018 2019 Voorwoord Beste student(e), Voor je ligt de samenvatting van de stof van Hoofdstuk 14 van het boek Hoofdlijnen, dat voorgeschreven wordt in week 3. Aanvankelijk hebben

Nadere informatie

Wetboek van Strafrecht in het algemeen. Hoofdstuk 15 Lesboek Basisbekwaamheid Buitengewoon Opsporingsambtenaar

Wetboek van Strafrecht in het algemeen. Hoofdstuk 15 Lesboek Basisbekwaamheid Buitengewoon Opsporingsambtenaar Wetboek van Strafrecht in het algemeen Hoofdstuk 15 Lesboek Basisbekwaamheid Buitengewoon Opsporingsambtenaar Casus Een Belgische passagier aan boord van een Nederlands vrachtschip, haalt uit de koffer

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord Chantage (art. 318 Sr) Verduistering (art. 321 Sr) Oplichting (art. 326 Sr) 37 4.

Inhoud. Voorwoord Chantage (art. 318 Sr) Verduistering (art. 321 Sr) Oplichting (art. 326 Sr) 37 4. Inhoud Voorwoord 5 Afkortingen 9 1 Inleiding strafrecht 11 1.1 Inleiding 11 1.2 Inhoud en doel van het strafrecht 11 1.3 De bescherming van art. 1 Sr 12 1.4 Materieel en formeel strafrecht 14 1.5 De rechtsbronnen

Nadere informatie

Auteurs SlimStuderen.nl is altijd op zoek naar auteurs! Stuur je motivatie en cv naar als je interesse hebt!

Auteurs SlimStuderen.nl is altijd op zoek naar auteurs! Stuur je motivatie en cv naar als je interesse hebt! Voorwoord Dit is een voorbeeldverslag van de onderwijsgroepen Inleiding Strafrecht. Dit verslag is bedoeld om kennis te maken met de verslagen van SlimStuderen.nl en wordt gratis aan studenten ter beschikking

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord / 5. Lijst van gebruikte afkortingen / 13. Het materiële strafrecht. 1. Inleiding / 17

Inhoudsopgave. Voorwoord / 5. Lijst van gebruikte afkortingen / 13. Het materiële strafrecht. 1. Inleiding / 17 Inhoudsopgave Voorwoord / 5 Lijst van gebruikte afkortingen / 13 Deel I Het materiële strafrecht 1. Inleiding / 17 2. Straffen / 19 2.1 Hoofdstraffen ex artikel 9 Sr / 19 2.2 Bijkomende straffen / 20 3.

Nadere informatie

Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht

Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht Mr. J. Kronenberg Mr. B. de Wilde Vijfde druk Kluwer a Kluwer business Deventer - 2012 Inhoudsopgave Voorwoord 13 Aanbevolen literatuur 15 Afkortingenlijst 17

Nadere informatie

DE GRONDWET - ARTIKEL HANDHAVING BESTAANDE REGELGEVING

DE GRONDWET - ARTIKEL HANDHAVING BESTAANDE REGELGEVING DE GRONDWET - ARTIKEL 140 - HANDHAVING BESTAANDE REGELGEVING Bestaande wetten en andere regelingen en besluiten die in strijd zijn met een verandering in de Grondwet, blijven gehandhaafd, totdat daarvoor

Nadere informatie

16542/2/09 REV 2 eek/mak/mv 1 DG H 2B

16542/2/09 REV 2 eek/mak/mv 1 DG H 2B RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 27 november 2009 (30.11) (OR. en) 16542/2/09 REV 2 JAI 868 DROIPEN 160 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Raad nr. vorig doc.: 16542/1/09 REV 1 JAI 868 DROIPEN 160

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Inleiding recht

Samenvatting Maatschappijleer Inleiding recht Samenvatting Maatschappijleer Inleiding recht Samenvatting door M. 714 woorden 27 oktober 2016 0 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Inleiding Recht Wat is recht Recht geheel van overheidsregels Komen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 182 Besluit van 15 mei 2015 tot wijziging van het Besluit internationale verplichtingen extraterritoriale rechtsmacht in verband met de implementatie

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord 13. Aanbevolen literatuur 15. Afkortingenlijst 17. Hoofdstuk 1 Inleiding 19

Inhoudsopgave. Voorwoord 13. Aanbevolen literatuur 15. Afkortingenlijst 17. Hoofdstuk 1 Inleiding 19 Inhoudsopgave Voorwoord 13 Aanbevolen literatuur 15 Afkortingenlijst 17 Hoofdstuk 1 Inleiding 19 1.1 Eerste kennismaking 19 1.2 Plaats van het strafrecht 19 1.3 Doelen van straffen 22 1.4 Materieel strafrecht,

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING. 1. Inleiding

MEMORIE VAN TOELICHTING. 1. Inleiding Implementatie van de richtlijn 2014/62/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de strafrechtelijke bescherming van de euro en andere munten tegen valsemunterij en ter vervanging

Nadere informatie

Geheimhoudingsverklaring ambtenaren Stichtse Vecht

Geheimhoudingsverklaring ambtenaren Stichtse Vecht Geheimhoudingsverklaring ambtenaren Stichtse Vecht Verklaring met betrekking tot de geheimhoudingsplicht Ondergetekende, Werkzaam bij gemeente Stichtse Vecht Verklaart hierbij : a. dat hij/zij op de hoogte

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de economische delicten met het oog op het vergroten van de mogelijkheden tot opsporing, vervolging, alsmede het voorkomen

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2, Rechtsstaat

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2, Rechtsstaat Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2, Rechtsstaat Samenvatting door een scholier 1842 woorden 10 november 2010 5,4 12 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Hoofdstuk 2: Geen willekeur,

Nadere informatie

Verbod van terugwerkende kracht en de tenuitvoerlegging van de straf

Verbod van terugwerkende kracht en de tenuitvoerlegging van de straf Hoorcollege 5A, 01-10-2018, Legaliteitsbeginsel Het legaliteitsbeginsel staat beschreven in art. 1 Sr en 7 EVRM en houdt in dat geen feit strafbaar is zonder een voorafgaande wettelijke strafbepaling.

Nadere informatie

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R.

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R. 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Suggesties voor een volgende editie, zijn welkom bij de auteur op Alle constructieve opmerkingen worden in dank aanvaard.

Suggesties voor een volgende editie, zijn welkom bij de auteur op Alle constructieve opmerkingen worden in dank aanvaard. Voorwoord Dit leerboek vormt een goede basis voor het opleidingsonderdeel strafrecht binnen een professionele bacheloropleiding. We denken hierbij in het bijzonder aan de afstudeerrichting Rechtspraktijk

Nadere informatie

Introductie in het recht

Introductie in het recht Introductie in het recht mr. A.J. Wierenga Introductie in het recht Hoofdstuk 1 Recht in het algemeen Programma Actualiteiten Rechtsbronnen Rechtsgebieden Indelingen 1 Wortels in de maatschappij Acties

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 685 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de economische delicten met het oog op het vergroten

Nadere informatie

Particulier onderzoeker Wettelijke kaders

Particulier onderzoeker Wettelijke kaders Particulier onderzoeker Wettelijke kaders ex:pla n smart educational tools Mannelijk/vrouwelijk Er bestaat in Nederland een dilemma als het gaat over het gebruik van woorden die als mannelijk en vrouwelijk

Nadere informatie

Inleiding tot Recht. Uit Praktisch Burgerlijk Recht

Inleiding tot Recht. Uit Praktisch Burgerlijk Recht Inleiding tot Recht Uit Praktisch Burgerlijk Recht 1. Wat is recht? Een exacte definitie is niet te geven. Elke klassieke definitie bevat vier elementen: Gedragsregels, normen Doel = maatschappelijk leven

Nadere informatie

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 TITEL I TOEPASSINGSGEBIED Artikel 1 Deze wet regelt een

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 3 Materieel strafrecht: opzet en schuld Inleiding 45

Inhoudsopgave. 3 Materieel strafrecht: opzet en schuld Inleiding 45 Inhoudsopgave 1 Algemene inleiding: wat is strafrecht? 15 1.1 Inleiding 15 1.2 Strafrecht: begripsvorming 16 1.2.1 Materieel en formeel strafrecht 16 1.2.2 Commuun en bijzonder strafrecht 17 1.2.3 Wat

Nadere informatie

Hoofdstuk 1,2, en 4 van het boek Straf(proces)recht begrepen.

Hoofdstuk 1,2, en 4 van het boek Straf(proces)recht begrepen. Week 1 Inleiding in het strafrecht Het karakter van het strafrecht. De geschiedenis van de codificatie van het Nederlandse Wetboek van Strafrecht. Waarom bestaat het strafrecht? Hoe verwordt een bepaalde

Nadere informatie

https://www.rechtspraak.nl/sitecollectiondocuments/orientatiepunten-en-afspraken-lovs.pdf 2

https://www.rechtspraak.nl/sitecollectiondocuments/orientatiepunten-en-afspraken-lovs.pdf 2 34 846 Voorstel van wet van het lid Markuszower tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de invoering van minimumstraffen bij bepaalde gewelds- en zedendelicten (Wet hoge minimumstraffen)

Nadere informatie

1.1 De noodzakelijke algemeenheid van wettelijke voorschriften, en billijkheidsuitzonderingen

1.1 De noodzakelijke algemeenheid van wettelijke voorschriften, en billijkheidsuitzonderingen 1 INLEIDING EN ONDERZOEKSOPZET 1.1 De noodzakelijke algemeenheid van wettelijke voorschriften, en billijkheidsuitzonderingen 1.1.1 Aristoteles inzicht 1.1.2 Billijkheidsuitzonderingen 1.1.3 Rechtswetenschap

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet dieren met het oog op de versterking van het instrumentarium ten behoeve van de opsporing, vervolging en bestuursrechtelijke

Nadere informatie

1.21 Verkeer: dood/zwaar lichamelijk letsel door schuld in het verkeer (art. 6 WVW 1994)

1.21 Verkeer: dood/zwaar lichamelijk letsel door schuld in het verkeer (art. 6 WVW 1994) Titelpagina Copyright Pagina Voorwoord HOOFDSTUK 1 Delicten 1.1 Afpersing 1.2 Bedreiging 1.3 Belaging 1.4 Belediging 1.5 Deelname aan een criminele organisatie 1.6 Diefstal 1.7 Heling 1.8 Huisvredebreuk

Nadere informatie

is een domme zet 1 Inleiding in het recht 1.1 Inleiding

is een domme zet 1 Inleiding in het recht 1.1 Inleiding 1 Inleiding in het recht 1.1 Inleiding Om de samenleving rechtvaardig te ordenen zijn er regels nodig die door de overheid zijn gemaakt. Al die (gedrags)regels bij elkaar noemen we recht. Het is de taak

Nadere informatie

Enkele achtergronden bij de beslissing om geen onderzoek in te stellen tegen Jorge Zorreguieta. Voorgeschiedenis. Aangifte 2001

Enkele achtergronden bij de beslissing om geen onderzoek in te stellen tegen Jorge Zorreguieta. Voorgeschiedenis. Aangifte 2001 Enkele achtergronden bij de beslissing om geen onderzoek in te stellen tegen Jorge Zorreguieta Voorgeschiedenis Aangifte 2001 Eerder werd aangifte gedaan tegen Jorge Zorreguieta in 2001 ter zake van foltering

Nadere informatie

1 Inleiding recht. 1.1 Inleiding. 1.2 Omschrijving en doel

1 Inleiding recht. 1.1 Inleiding. 1.2 Omschrijving en doel 1 Inleiding recht 1.1 Inleiding Wie het jeugdrecht wil leren kennen, moet iets weten over het recht in het algemeen. Daarom in dit hoofdstuk een korte introductie in het recht met een definitie van recht,

Nadere informatie

WKPV I Lesboek 2018/2019

WKPV I Lesboek 2018/2019 WKPV I Lesboek 2018/2019 Inhoud Wettelijke Kaders Publieke Veiligheid I Lesboek Inhoud Geschreven door: Dirk van den Heuvel 3 Colofon Copyright Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/04/2017

Datum van inontvangstneming : 07/04/2017 Datum van inontvangstneming : 07/04/2017 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN 23. 11. 2016 ZAAK C-115/17 een voordeel verband houdende met de uitvoer te verkrijgen en de zeven andere verdachten

Nadere informatie

Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet 1998

Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet 1998 JU Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet 1998 Categorie: Strafvordering Rechtskarakter: Aanwijzing i.d.z.v. artikel 130 lid 4 Wet RO Afzender: College van procureurs-generaal Adressaat:

Nadere informatie

Datum 29 januari 2010 Onderwerp WODC-onderzoek 'Strafrechtelijke ontzetting uit beroep of ambt'

Datum 29 januari 2010 Onderwerp WODC-onderzoek 'Strafrechtelijke ontzetting uit beroep of ambt' > Retouradres Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.justitie.nl Onderwerp WODC-onderzoek

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 463 Wijziging en aanvulling van het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met terroristische misdrijven (Wet terroristische

Nadere informatie

Strafrecht. Bronnenboek. Mr. Lydia Janssen. Serienummer: Licentie: Voor het activeren van de licentie kijk op pagina 10 van dit boek.

Strafrecht. Bronnenboek. Mr. Lydia Janssen. Serienummer: Licentie: Voor het activeren van de licentie kijk op pagina 10 van dit boek. Strafrecht Bronnenboek Mr. Lydia Janssen Serienummer: Licentie: Voor het activeren van de licentie kijk op pagina 10 van dit boek. Te activeren tot: Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl

Nadere informatie

Typeren van zaken en personen naar soort delict

Typeren van zaken en personen naar soort delict Typeren van zaken en personen naar soort delict Bij het typeren van een strafzaak, verdachte, veroordeelde of gedetineerde naar soort delict doet zich een probleem voor. In een strafzaak kan een verdachte

Nadere informatie

De uitvoering van het jeugdstrafrecht

De uitvoering van het jeugdstrafrecht Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet De uitvoering van het jeugdstrafrecht 1 De uitvoering van het jeugdstrafrecht 2 Inleiding Deze

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2003 2004 28 463 Wijziging en aanvulling van het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met terroristische misdrijven (Wet terroristische

Nadere informatie

Inleiding. Hoofdstuk Eerste kennismaking. 1.2 Plaats van het strafrecht

Inleiding. Hoofdstuk Eerste kennismaking. 1.2 Plaats van het strafrecht Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Eerste kennismaking Het strafrecht is zonder twijfel een van de meest tot de verbeelding sprekende rechtsgebieden. Dit blijkt onder andere uit de aandacht die eraan geschonken

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 494 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht met betrekking tot valsheid in muntspeciën en munten bankbiljetten (eurovalsemunterij) Nr. 3 MEMORIE

Nadere informatie

Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013

Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013 Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013 Rechtsmachtrecht Misdrijven op Belgisch grondgebied gepleegd Misdrijven buiten het grondgebied van het Rijk gepleegd Territorialiteitsbeginsel

Nadere informatie

2012 STAATSBLAD No. 169 VAN DE REPUBLIEK SURINAME

2012 STAATSBLAD No. 169 VAN DE REPUBLIEK SURINAME 2012 1 2012 STAATSBLAD VAN DE REPUBLIEK SURINAME WET van 29 oktober 2012, houdende goedkeuring van de toetreding van de Republiek Suriname tot de International Convention for the Suppression of the Financing

Nadere informatie

strafrecht.book Page 1 Tuesday, June 17, :08 PM

strafrecht.book Page 1 Tuesday, June 17, :08 PM strafrecht.book Page 1 Tuesday, June 17, 2008 2:08 PM 1 Inleiding 1.1 Inleiding Van alle verschillende rechtsgebieden spreekt het strafrecht het meest tot de verbeelding. Schokkende strafzaken halen regelmatig

Nadere informatie

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van, nr. ;

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van, nr. ; Besluit van, tot wijziging van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 in verband met een vergoeding voor de beurtelingse verlening van rechtsbijstand in het kader van politieverhoren Op de voordracht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 213 Uitvoering van het op 31 januari 1995 te Straatsburg tot stand gekomen Verdrag inzake de sluikhandel over zee, ter uitvoering van artikel

Nadere informatie

Aangenomen en overgenomen amendementen

Aangenomen en overgenomen amendementen Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie Betreffende wetsvoorstel: 34126 Wijziging van het Wetboek

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 463 Wijziging en aanvulling van het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met terroristische misdrijven (Wet terroristische

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 433 Besluit van 30 oktober 2007, houdende regels ter uitvoering van de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging strafrechtelijke sancties

Nadere informatie

CONCEPTWETSVOORSTEL VERSTERKING BESTRIJDING COMPUTERCRIMINALITEIT

CONCEPTWETSVOORSTEL VERSTERKING BESTRIJDING COMPUTERCRIMINALITEIT Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering in verband met ontoegankelijkmaking van gegevens op het internet, strafbaarstelling van het wederrechtelijk overnemen van gegevens

Nadere informatie

INHOUD. Voorwoord... v. Hoofdstuk I. De toetsing van sancties door de rechter: algemeen kader Beatrix Vanlerberghe... 1

INHOUD. Voorwoord... v. Hoofdstuk I. De toetsing van sancties door de rechter: algemeen kader Beatrix Vanlerberghe... 1 INHOUD Voorwoord............................................................ v Hoofdstuk I. De toetsing van sancties door de rechter: algemeen kader Beatrix Vanlerberghe............................................

Nadere informatie

STUDIE Rechtsgeleerdheid. VAK Inleiding Strafrecht. ONDERDEEL Voorbeeldverslag

STUDIE Rechtsgeleerdheid. VAK Inleiding Strafrecht. ONDERDEEL Voorbeeldverslag STUDIE Rechtsgeleerdheid VAK Inleiding Strafrecht ONDERDEEL Voorbeeldverslag Jaar: 2017 Periode: Blok 4, Inleiding Strafrecht Uitgifte: Januari 2017 2 Voorwoord Wij van EasyLecture willen het graag easy

Nadere informatie

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Inleiding Dit memo heeft betrekking op de uitvoering van het jeugdstrafrecht na de invoering

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING Uitvoering van de op 10 en 11 juni 2010 te Kampala aanvaarde wijzigingen van het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof (Trb. 2011, 73) MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN 1. Inleiding Dit wetsvoorstel

Nadere informatie

Algemene toelichting. Hoofdstuk 2 Herstellend traject

Algemene toelichting. Hoofdstuk 2 Herstellend traject Algemene toelichting Hoofdstuk 2 Herstellend traject In een herstellend traject zijn verschillende stappen te onderscheiden. Indien de aard van de overtreding hiertoe aanleiding geeft, kan het college

Nadere informatie

Inleiding tot het recht

Inleiding tot het recht 1ste bach PSW Inleiding tot het recht Prof. Janvier Q uickprinter Koningstraat 13 2000 Antwerpen www.quickprinter.be R B08 3,50 Online samenvattingen kopen via www.quickprintershop.be Inleiding tot het

Nadere informatie

A 94/4/9. Arrest van 12 februari 1996 in de zaak A 94/ Inzake : OPENBAAR MINISTERIE. tegen

A 94/4/9. Arrest van 12 februari 1996 in de zaak A 94/ Inzake : OPENBAAR MINISTERIE. tegen BENELUX-GERECHTSHOF COUR DE JUSTICE BENELUX A 94/4/9 Arrest van 12 februari 1996 in de zaak A 94/4 --------------------------- Inzake : OPENBAAR MINISTERIE tegen 1. VAN DER HAEGEN Raymond 2. ROUAEN Denise

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 8 juli 1999 *

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 8 juli 1999 * ARREST VAN 8. 7. 1999 ZAAK C-186/98 ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 8 juli 1999 * In zaak C- 186/98, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van het

Nadere informatie

Toetstermen Theorie-examen HTV openbare ruimte

Toetstermen Theorie-examen HTV openbare ruimte Onderwerp: recht en regelgeving rond de APV 1.2 Kan zaken die een gemeente in de APV kan regelen noemen Netjes en ordelijk houden van de gemeente, door iets toe te staan, aan regels te binden of door iets

Nadere informatie

Bijlage behorende bij Eilandsverordering vaststelling diverse ontwerp-landsverordeningen land Curaçao (A.B no. 87)

Bijlage behorende bij Eilandsverordering vaststelling diverse ontwerp-landsverordeningen land Curaçao (A.B no. 87) Bijlage behorende bij Eilandsverordering vaststelling diverse ontwerp-landsverordeningen land Curaçao (A.B. 2010 no. 87) Landsverordening houdende bepalingen betreffende de uitoefening van de vrijheid

Nadere informatie

Studieboek materieel strafrecht

Studieboek materieel strafrecht Studieboek materieel strafrecht Schilderij op het omslag: het Tribunaal (1989) van Constant Studieboek materieel strafrecht Prof. mr. C. Kelk emeritus hoogleraar strafrecht aan de Universiteit Utrecht

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 292 Wet van 10 juli 2013 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafrecht BES, en enkele andere wetten in verband met

Nadere informatie

Strafrecht. Theorie- en werkboek. Mr. Lydia Janssen Joan Kruitwagen-Winter. Licentie:

Strafrecht. Theorie- en werkboek. Mr. Lydia Janssen Joan Kruitwagen-Winter. Licentie: Strafrecht Theorie- en werkboek Mr. Lydia Janssen Joan Kruitwagen-Winter Licentie: Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteurs: mr. Lydia Janssen en Joan

Nadere informatie

Toelichting. Algemene toelichting. Hoofdstuk 2 Herstellend traject

Toelichting. Algemene toelichting. Hoofdstuk 2 Herstellend traject Toelichting Algemene toelichting Hoofdstuk 2 Herstellend traject In een herstellend traject zijn verschillende stappen te onderscheiden. Stap 1: aanwijzing, artikel 1.65 lid 1 Wet kinderopvang Het college

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde Nr. 129 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

WET van 5 januari 1952, tot regeling van de verantwoordelijkheid van de ministers (G.B no. 3).

WET van 5 januari 1952, tot regeling van de verantwoordelijkheid van de ministers (G.B no. 3). WET van 5 januari 1952, tot regeling van de verantwoordelijkheid van de ministers (G.B. 1952 no. 3). Artikel 1 1 1. De ministers zorgen voor de uitvoering van de Grondwet, de verdragen en andere overeenkomsten

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Bevoegdheid en rollen

Hoofdstuk 1 Bevoegdheid en rollen Bekendmaking Rectificatie vaststelling beleid De burgemeester van Heemskerk maakt bekend een verbeterde versie van de Beleidsregel Gebiedsverboden Heemskerk vast te stellen. De daarin opgenomen verwijzingen

Nadere informatie

3 Onrechtmatige overheidsdaad

3 Onrechtmatige overheidsdaad Monografieen Privaatrecht 3 Onrechtmatige overheidsdaad Rechtsbescherming door de burgerlijke rechter Prof. mr. G.E. van Maanen Prof. mr. R. de Lange Vierde druk Deventer - 2005 Inhoud VERKORT AANGEHAALDE

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 FEBRUARI 2019 P.18.0793.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.18.0793.N B A, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Sven De Baere, advocaat bij de balie Brussel. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

Nadere informatie

Datum 5 november 2012 Onderwerp Antwoorden kamervragen over strafrechtelijke ontruiming van krakers

Datum 5 november 2012 Onderwerp Antwoorden kamervragen over strafrechtelijke ontruiming van krakers 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 475 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering, de Wet internationale misdrijven, de Wet overlevering inzake oorlogsmisdrijven

Nadere informatie

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Inleiding Deze factsheet heeft betrekking op de uitvoering van het jeugdstrafrecht na de invoering

Nadere informatie

Hoofdstuk 3.0 Wat is een democratische rechtsstaat?

Hoofdstuk 3.0 Wat is een democratische rechtsstaat? Scheiding der machten De rechters zijn gescheiden www.rechtvoorjou.nl Hoofdstuk 3.0 Wat is een democratische rechtsstaat? Maak de volgende oefeningen met behulp van de informatie op de website*. Naam Leerling:...Klas:...

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 28/12/2017

Datum van inontvangstneming : 28/12/2017 Datum van inontvangstneming : 28/12/2017 Samenvatting C-646/17-1 Zaak C-646/17 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 34 976 Wijziging van onder meer het Wetboek van Strafvordering BES in verband met aanpassing van de regeling van de bijzondere opsporingsbevoegdheden

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 086 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en het Wetboek van Strafrecht in verband met strafbaarstelling van zeer gevaarlijk rijgedrag en verhoging

Nadere informatie

Toetsmatrijs BOA OV Module 4 Rechtskennis 24 mei 2017

Toetsmatrijs BOA OV Module 4 Rechtskennis 24 mei 2017 walificatiedossier: BOA OV Module 4 Meer strafrecht Toetsvorm: 20 Gesloten vragen Toetsduur: 45 minuten Cesuur: 68% Onderwerp Begrip/Artikel Toetsterm I. Het functioneren binnen en als onderdeel van de

Nadere informatie

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 ... No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 Bij Kabinetsmissive van 18 juni 2012, no.12.001344, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, bij de Afdeling advisering

Nadere informatie

Inhoud. Beveiliger. Wettelijke kaders. Inhoud

Inhoud. Beveiliger. Wettelijke kaders. Inhoud Beveiliger Wettelijke kaders 1 Algemeen 5 1. Wet- en regelgeving 7 1.1 Soorten recht 8 1.2 De rechter 10 1.3 Kijkje in een strafzaak 11 1.4 Een civiele zaak (privaatrecht) 12 2. Wetboek van Strafvordering

Nadere informatie

Particulier onderzoeker Wettelijke kaders

Particulier onderzoeker Wettelijke kaders Particulier onderzoeker Wettelijke kaders ex:pla n ex:pla n smart smart educational educational tools tools Mannelijk/vrouwelijk Er bestaat in Nederland een dilemma als het gaat over het gebruik van woorden

Nadere informatie

HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER

HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER Tekst & Commentaar Strafrecht biedt een oriëntatie op de betekenis van de wettekst. Het idee dat de wet vanzelf spreekt, is al lang geleden achterhaald. Ook de artikelen van

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 Instantie Datum uitspraak 19-03-2013 Datum publicatie 19-03-2013 Zaaknummer 21-000368-12 Formele relaties Rechtsgebieden Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGRO:2009:BH3578,

Nadere informatie

Versoberen van de inkeerregeling: het strafrechtelijke legaliteitsbeginsel onder druk?

Versoberen van de inkeerregeling: het strafrechtelijke legaliteitsbeginsel onder druk? Versoberen van de inkeerregeling: het strafrechtelijke legaliteitsbeginsel onder druk? Inleiding In zijn ambtstermijn als staatssecretaris van Financiën opende Jan Kees de Jager de jacht op belastingplichtigen

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken parketnummer : 20.001938.96 uitspraakdatum : 29 april 1997 verstek dip GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken A R R E S T gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

7,2. Samenvatting door een scholier 1410 woorden 9 april keer beoordeeld. Maatschappijleer. Hoofdstuk 1

7,2. Samenvatting door een scholier 1410 woorden 9 april keer beoordeeld. Maatschappijleer. Hoofdstuk 1 Samenvatting door een scholier 1410 woorden 9 april 2005 7,2 36 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Hoofdstuk 1 Het Nederlands recht kent een driedeling: * Burgerlijk recht (civiel recht, privaatrecht):

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 17-12-2010 Datum publicatie 22-12-2010 Zaaknummer 24-002079-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Voeging ad informandum in strafzaken

Voeging ad informandum in strafzaken Voeging ad informandum in strafzaken A.A. Franken Gouda Quint BV (S. Gouda Quint - D. Brouwer en Zoon) Arnhem 1993 Inhoudsopgave Gebruikte afkortingen IX 1. Introductie 1.1 Het begin van de voeging ad

Nadere informatie

Datum 28 februari 2013 Onderwerp Beantwoording kamervragen over vervolgingen en veroordelingen wegens majesteitsschennis

Datum 28 februari 2013 Onderwerp Beantwoording kamervragen over vervolgingen en veroordelingen wegens majesteitsschennis 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 245 Wet van 12 juni 2009 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, Wetboek van Strafvordering en enkele aanverwante wetten in verband met

Nadere informatie

1 Algemene inleiding: wat is strafrecht?

1 Algemene inleiding: wat is strafrecht? 1 Algemene inleiding: wat is strafrecht? Het is een zonnige zondagochtend wanneer Horatio en zijn team op het plaatsdelict arriveren. Een jongedame van nog geen 23 jaar is dood aangetroffen op het strand

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 8 december 2011 Onderwerp Meerdaadse samenloop

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 8 december 2011 Onderwerp Meerdaadse samenloop 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

A 2014 N 55 (G.T.) PUBLICATIEBLAD. De Gouverneur van Curaçao, de Algemene overgangsregeling wetgeving en bestuur Land Curaçao;

A 2014 N 55 (G.T.) PUBLICATIEBLAD. De Gouverneur van Curaçao, de Algemene overgangsregeling wetgeving en bestuur Land Curaçao; A 2014 N 55 (G.T.) PUBLICATIEBLAD LANDSBESLUIT van de 3 de juni 2014, no. 14/1188, houdende vaststelling van de geconsolideerde tekst van de Sanctielandsverordening. De Gouverneur van Curaçao, Op de voordracht

Nadere informatie

Regeling toezicht verwerking persoonsgegevens door gerechten en het parket bij de Hoge Raad 1

Regeling toezicht verwerking persoonsgegevens door gerechten en het parket bij de Hoge Raad 1 Regeling toezicht verwerking persoonsgegevens door gerechten en het parket bij de Hoge Raad 1 Gelet op artikel 55 lid 3 Verordening EU 2016/679 en artikel 45 lid 2 van de Richtlijn EU 2016/680, gehoord

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 574 Wijziging van de Visserijwet 1963 in verband met de bestrijding van visstroperij en het vervallen van de akte, alsmede enkele andere wijzigingen

Nadere informatie