Bachelor opleiding Geschiedenis

Transcriptie

1 Onderwijs- en Examenregeling Bachelor opleiding Geschiedenis Erasmus School of History, Culture and Communication Erasmus Universiteit Rotterdam Rotterdam, September 2016

2 Inhoudsopgave Pagina Paragraaf 1 Algemene Bepalingen 3 Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling 3 Artikel 1.2 Begripsbepalingen 3 Artikel 1.3 Doel van de opleiding 4 Artikel 1.4 Voltijds / deeltijds 5 Artikel 1.5 Studielast 5 Artikel 1.6 Taal van het onderwijs en tentamens van de Nederlandstalige specialisatie 5 Geschiedenis Artikel 1.7 Taal van het onderwijs en tentamens van de Engelstalige specialisatie 5 International Bachelor History Artikel 1.8 Deelname aan onderwijsgelieerde activiteiten 6 Paragraaf 2 Opbouw van de opleiding 6 Artikel 2.1 Samenstelling van het bachelorexamen 6 Artikel 2.2 Practica 6 Artikel 2.3 Aanwezigheids- en inspanningsverplichting 6 Artikel 2.4 Honours Class 7 Paragraaf 3 Toetsing 7 Artikel 3.1 Algemeen 7 Artikel 3.2 Inhoud van tentamens 7 Artikel 3.3 Volgorde van tentamens en doorstroming 7 Artikel 3.4 Tijdvakken en frequentie tentamens 8 Artikel 3.5 Tentaminering 9 Artikel 3.6 Mondelinge tentamens 9 Paragraaf 4 Tentamenuitslag 9 Artikel 4.1 Vaststelling en bekendmaking tentamenuitslag 9 Artikel 4.2 Geldigheidsduur 10 Artikel 4.3 Inzagerecht 10 Paragraaf 5 Vrijstellingen 10 Artikel 5.1 Vrijstelling 10 Paragraaf 6 Examen 11 Artikel 6.1 De uitslag van het examen 11 Artikel 6.2 Judicium cum laude 11 Artikel 6.3 Graad 11 Artikel 6.4 Honours 11 Artikel 6.5 Getuigschrift 11 Paragraaf 7 Vooropleiding 11 Artikel 7.1 Vooropleiding 11 Artikel 7.2 Toelating voor 1 mei 12 Artikel 7.3 Toelating na 1 mei 12 Artikel 7.4 Colloquium doctum 12 Paragraaf 8 Studiebegeleiding 13 Artikel 8.1 Studievoortgang 13 Artikel 8.2 Studiebegeleiding 13 Paragraaf 9 Nadere regels omtrent het Bindend Studieadvies 13 Artikel 9.1 Afwijzing 13 1

3 Artikel 9.2 Normen 13 Artikel 9.3 Tijdstippen 13 Artikel 9.4 Studievoortgangscontrole 13 Artikel 9.5 Persoonlijke omstandigheden 14 Artikel 9.6 Inhoud en vorm van het studieadvies 14 Paragraaf 10 Hardheidsclausule 14 Artikel 10.1 Hardheidsclausule 14 Paragraaf 11 Beroepsrecht 14 Artikel 11.1 Beroepsrecht 14 Paragraaf 12 Overgangsbepalingen 14 Paragraaf 13 Slot- en invoeringsbepalingen 15 Artikel 13.1 Wijziging 15 Artikel 13.2 Bekendmaking 15 Artikel 13.3 Vaststelling en inwerkingtreding 15 Bijlage 1 Onderwijsprogramma bacheloropleiding Geschiedenis 16 2

4 Paragraaf 1 Algemene Bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van de bacheloropleiding Geschiedenis. De opleiding wordt verzorgd door de Erasmus School of History, Culture and Communication (ESHCC) van de Erasmus Universiteit Rotterdam, verder te noemen: de faculteit. De opleiding valt onder de bepalingen van de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW). De studiegids en de website van de bacheloropleiding Geschiedenis maken integraal deel uit van de onderhavige regeling, waar het de vermelding en uitwerking van vakken betreft. Artikel 1.2 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: Afdelingshoofd Bacheloropleiding. Beschikking Credit Deeltoets Examen Examencommissie Examinator Herkansing Major Minor Onderwijsdirecteur Practicum degene die belast is met de leiding van het onderwijs binnen een afdeling de opleiding Geschiedenis als bedoeld in artikel 1, welke wordt afgesloten met het behalen van het bachelorexamen; een besluit van de examencommissie of examinator betreffende een bezwaar of verzoek van een student op grond van deze Examenregeling of de Regels en Richtlijnen; eenheid waarin de integrale studielast wordt uitgedrukt, waarbij één credit gelijk staat aan 28 studiebelastinguren (conform het European Credit Transfer System - ECTS); toets die gedurende de onderwijsperiode van een vak wordt afgelegd en waarvan de beoordeling wordt meegewogen bij het vaststellen van het resultaat voor dat vak. Voor een deeltoets bestaat geen aparte herkansingsmogelijkheid. het totaal van alle door de student met goed gevolg afgelegde onderwijseenheden, dat recht geeft op het verlenen van de bachelorgraad; een door de decaan van de faculteit ingestelde commissie die is belast met het op objectieve en deskundige wijze vaststellen of een student voldoet aan de voorwaarden die de onderwijs- en examenregeling stelt ten aanzien van kennis, inzicht en vaardigheden die nodig zijn voor het verkrijgen van een graad. Contactgegevens een aan de faculteit verbonden docent of een externe docent die, daartoe aangewezen door de examencommissie, bevoegd is om tentamens c.q. toetsen af te nemen; de mogelijkheid om een eindcijfer te verbeteren door middel van het opnieuw maken van de afsluitende toets; een samenhangend onderwijsprogramma van 90 credits binnen de bachelor rond een hoofdvakgebied; samenhangend onderwijsprogramma van 15 credits binnen de bachelor rond een bijvakgebied; degene die belast is met de algemene leiding van het onderwijs binnen de faculteit; een praktische oefening, als bedoeld in de WHW, artikel 7.13, in een van de volgende vormen: o het maken van een werkstuk, verslag of een thesis o het volgen van werkgroepbijeenkomsten of seminars o het uitvoeren van een opdracht of het houden van een referaat o het doorlopen van een stage o het deelnemen aan een andere onderwijsleeractiviteit die gericht is op het verwerven van bepaalde vaardigheden. 3

5 Regels en Richtlijnen Student Studiehandleiding Studiejaar Studiewijzer Tentamen Themagebied Vak Website de Wet het reglement van de examencommissie met regels en aanwijzingen voor tentamens en examens als bedoeld in de WHW, artikel 7.12, lid 4; degene die is ingeschreven aan de universiteit voor het volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de tentamens en de examens van de bacheloropleiding; een schriftelijk of digitaal document volgens een vast format met daarin informatie over onder andere de doelstellingen van een vak, de werkwijze en organisatie, de wijze van toetsing, de verplichte literatuur en de contactgegevens van de docent; de periode die loopt van 1 september tot en met 31 augustus; Dit document geeft studenten belangrijke informatie over de opzet, de inhoud, de regelgeving en de aangeboden voorzieningen van de opleiding; een schriftelijk, mondeling of ander onderzoek - waaronder inbegrepen practica - of een combinatie hiervan, naar het inzicht, de kennis en de vaardigheden van de student, alsmede de beoordeling van de resultaten van dat onderzoek; een samenhangend onderwijsprogramma binnen de major; een onderwijseenheid, in de zin van de wet, van de bacheloropleiding, waarvoor studiepunten worden toegekend; de websitepagina met alle onderwijsinformatie over de bacheloropleiding Geschiedenis. de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek: WHW (Staatsblad ); later nog gewijzigd. Artikel 1.3 Doel van de opleiding Met de opleiding wordt beoogt zodanige kennis, inzichten en vaardigheden bij te brengen op het gebied van geschiedwetenschappen, dat de afgestudeerde in staat is tot het vervullen van een functie op de arbeidsmarkt op bachelor niveau en in aanmerking komt voor een masteropleiding, tenminste op het gebied van geschiedwetenschappen. De doelstelling is als volgt gespecificeerd in eindtermen. Kennis en inzicht De afgestudeerde: 1. heeft kennis van en inzicht in de grote lijnen van de geschiedenis van verschillende samenlevingen in mondiale context vanaf 1500; 2. kan lokale, regionale en mondiale historische verschijnselen analyseren en in een langetermijnperspectief plaatsen; Toepassing kennis en inzicht De afgestudeerde: 3. kan zelfstandig verschillende types bronmateriaal vinden, kritisch beoordelen vanuit specifieke historische contexten en koppelen aan relevante geschiedtheoretische en sociaalwetenschappelijke concepten; 4. beheerst historische en sociaalwetenschappelijke methoden en technieken; 5. is in staat historische vaardigheden toe te passen in het beroepenveld in veranderende multiculturele samenlevingen; Oordeelsvorming De afgestudeerde: 6. is in staat om vanuit verschillende historiografische en geschiedtheoretische kennis een standpunt in te nemen over historische gebeurtenissen en processen; Communicatie De afgestudeerde: 7. kan mondeling en schriftelijk wetenschappelijk rapporteren over bevindingen uit literatuurstudie en eigen onderzoek; 4

6 8. heeft kennis van de doorwerking van historische processen in multiculturele samenlevingen en is in staat die kritisch in verschillende maatschappelijke discussies in te brengen; Leervaardigheden De afgestudeerde: 9. kan in een academische context en in maatschappelijke functies zelfstandig een kleinschalig onderzoek opstellen, beoordelen en uitvoeren. Artikel 1.4 Voltijds / deeltijds De opleiding kan uitsluitend voltijds worden gevolgd. Artikel 1.5 Studielast De opleiding heeft een studielast van 180 credits. Elk studiejaar omvat 60 credits Artikel 1.6 Taal van het onderwijs en tentamens van de Nederlandstalige specialisatie Geschiedenis 1. Met inachtneming van de door het College van Bestuur van de Erasmus Universiteit Rotterdam vastgestelde gedragscode worden de hoorcolleges in de bachelor verzorgd in de Engelse taal. De werkgroepen worden in ieder geval in Bachelor 1 in de Nederlandse taal aangeboden. In Bachelor 2 en 3 worden in principe alle werkgroepen in het Engels aangeboden, tenzij de docent anders bepaald heeft in de course manual. 2. Tentamens en werkstukken in de Bachelor mogen geschreven worden in de Nederlandse taal, tenzij de docent anders bepaald heeft in de course manual. 3. Voor deelname aan het onderwijs en de toetsen van de opleiding is een voldoende beheersing van de Nederlandse taal vereist. Aan deze eis wordt voldaan als de student a. in het bezit is van een diploma voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo) en het vak Nederlands deel uitmaakte van het examen ter verkrijging van dat diploma, of, b. de toets Nederlands als tweede taal, tweede niveau (NT-2, Examen II) met goed gevolg heeft afgelegd. 4. Voor deelname aan het onderwijs en de tentamens van de Engelstalige onderdelen van de opleiding wordt voldoende beheersing van het Engels geadviseerd. Dit kan op de volgende manieren: a. in het bezit zijn van een diploma voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo), of een diploma hoger beroepsonderwijs (hbo), waarbij het vak Engels deel uitgemaakt heeft van het examen ter verkrijging van dat diploma, of: b. in het bezit zijn van een diploma van voortgezet onderwijs, behaald aan een Engelstalige instelling van voortgezet onderwijs in en buiten Nederland, of; c. in het bezit zijn van een diploma vierjarig hoger beroepsonderwijs (hbo) waarbij het vak Engels deel heeft uitgemaakt van het examen ter verkrijging van dat diploma, of d. het hebben afgelegd van een van de onderstaande toetsen: a. internet-based TOEFL met een score van 90 of hoger, waarbij geldt dat alle subscores minimaal 20 moeten zijn b. IELTS met een score van 6.5 of hoger. Artikel 1.7 Taal van het onderwijs en tentamens van de Engelstalige specialisatie International Bachelor History (IB History) 1. Met inachtneming van de door het College van Bestuur van de Erasmus Universiteit Rotterdam vastgestelde gedragscode wordt in de Engelstalige specialisatie van de opleiding het onderwijs verzorgd en de toetsen afgenomen in het Engels. 5

7 2. Voor deelname aan het onderwijs en de tentamens is voloende beheersing van het Engels vereist en de student moet daartoe minimaal aan een van onderstaande punten voldoen: a. Diploma vwo met voor Engels minimaal een 7.0; b. Engels is de moedertaal van de student; c. De student is in het bezit is van een diploma van een International of European Baccalaureaat in English d. De student in het bezit is van een diploma voor voortgezet onderwijs behaald in Australië, Canada (uitgezonderd Quebec), Nieuw Zeeland, de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk of Ierland; e. De student heeft een van de onderstaande toetsen heeft afgelegd en behaald TOEFL met een score van 90 of hoger, waarbij geldt dat alle sub scores minimaal 20 moeten zijn. IELTS met een score van 6.5 of hoger (sub scores minimaal 6.0). CAE (Cambridge ESOL Certificate of Advanced English): grade B CPE (Cambridge ESOL Certificate for Proficiency in English): grade C 3. De testuitslagen van de taaltoetsen mogen niet ouder zijn dan twee jaar ten tijde van de aanmelding Artikel 1.8 Deelname aan onderwijsgelieerde activiteiten Studenten worden verondersteld deel te nemen aan elke aan het onderwijs gelieerde activiteit die het programma aanbiedt. Dit betreft niet alleen colleges, maar ook studiebezoeken, specifieke workshops of onderwijsevaluaties. Paragraaf 2 Opbouw van de opleiding Artikel 2.1 Samenstelling van het bachelorexamen 1. De onderdelen van het onderwijsprogramma die deel uitmaken van het bachelorexamen worden door de decaan vastgesteld. Het volledige examenprogramma met de daarbij behorende studielast staat vermeld in bijlage 1 bij deze OER. 2. De uitwerking van de in het eerste lid genoemde examenonderdelen, is opgenomen in de studiegids van de faculteit, 3. De opleiding kent een compensatiemogelijkheid voor vakken in het eerste, tweede en derde studiejaar. De inhoud van deze facultaire compensatieregel staat vermeld in paragraaf 3.3 lid 4 en op de website van de faculteit. Artikel 2.2 Practica 1. Alle vakken in het eerste bachelorjaar omvatten naast hoorcolleges ook practica in de vorm van werkgroep bijeenkomsten. 2. Tweede- en derdejaars vakken kunnen practica omvatten in de vorm van seminars, research workshops of onderzoekscolleges, etc. Artikel 2.3 Aanwezigheids- en inspanningsverplichting 1. Van elke student wordt actieve deelname verwacht aan de cursus waarvoor hij/zij staat ingeschreven. 2. Bij alle practica is aanwezigheid verplicht. Dit houdt in dat een tentamen van een vak zoals genoemd in lid 1 en 2 van dit artikel pas is behaald als alle practica zijn gevolgd. 3. Naast de algemene eis dat de student aanwezig is en actief participeert, worden de aanvullende eisen met betrekking tot dit onderwerp in de studiehandleiding beschreven. 4. Wanneer een student niet aanwezig kan zijn bij een practicum dient hij dit de docent voorafgaande aan het practicum te melden. 5. Een student die éénmaal afwezig is bij een practicum voldoet toch aan de aanwezigheidsverplichting indien de student wel aan alle andere practicumbijeenkomsten heeft deelgenomen. Wel dienen gemiste, reguliere opdrachten alsnog te worden gemaakt. 6

8 6. Een student die voor een tweede keer afwezig is, ontvangt een extra opdracht van de docent. Deze extra opdracht is een individuele opdracht en biedt de student de mogelijkheid alsnog aan de aanwezigheidsverplichting te voldoen. De docent wijst de student er per op dat er bij een derde keer afwezigheid uitsluiting van het vak plaatsvindt. De docent stuurt een cc van deze mail aan de studieadviseur. 7. De extra opdracht dient binnen 10 werkdagen na de gemiste bijeenkomst digitaal te worden ingeleverd. Als de extra opdracht als voldoende is beoordeeld, volgt alsnog de aftekening van de aanwezigheidsverplichting. 8. Een student die niet heeft voldaan aan de aanwezigheidsplicht van de practicumbijeenkomsten heeft in dat academisch jaar geen recht op een eindcijfer voor het desbetreffende vak. In principe wordt de student die meer dan twee keer afwezig is, uitgesloten van het vak en zal het vak in een volgend jaar opnieuw gevolgd moeten worden. 9. Indien het een BA-1 student betreft, brengt de studieadviseur advies uit aan de Examencommissie over de vraag of er al dan niet een hardheidsclausule van toepassing is. Indien dit het geval is, kan de Examencommissie toestemming geven het vak in het volgend studiejaar opnieuw te volgen. 10. De regels en procedures ten aanzien van aanwezigheid worden ook in de studiehandleiding en studiewijzer vermeld. Artikel 2.4 Honours Class Het Geschiedenis Honours Class is een extra uitdaging voor excellente studenten. Selectie vindt plaats op grond van studieresultaten en motivatie. De regels met betrekking tot de aanmelding en toelating staan vermeld op de website. Het programma: wordt aangeboden in blok 2, 3 en 4 van het tweede jaar en bestaat uit 15 credits bestaat uit lezingen, seminars of andersoortige sessie over actuele vraagstukken binnen de geschiedwetenschap, belicht vanuit verschillende invalshoeken door de vaste staf en professionals van buiten de faculteit. Paragraaf 3 Toetsing Artikel 3.1 Algemeen 1. Tijdens de opleiding wordt de student op academische vorming getoetst en wordt getoetst of de student in voldoende mate de gestelde leerdoelen heeft bereikt. 2. In de studiehandleiding staat beschreven aan welke prestaties de student moet voldoen om het vak met succes af te ronden en wat de criteria zijn waarop de student wordt beoordeeld. 3. De student is zelf verantwoordelijk voor een juiste en tijdige inschrijving voor de tentamens waaraan hij/zij deelneemt. Studenten die zich inschrijven voor een vak, schrijven zich automatisch ook in voor het tentamen. Voor hertentamens moeten studenten zich apart inschrijven en wel vanaf 35 tot 7 dagen voorafgaand aan de datum van het hertentamen. 4. Wanneer de examencommissie de mogelijkheid biedt tot inschrijving voor (her)tentamens buiten de reguliere inschrijfperiode, kunnen er administratiekosten in rekening worden gebracht van maximaal 20,00 per tentamen. 5. In de Regels en Richtlijnen van de examencommissie staat de gang van zaken rondom toetsing beschreven. Artikel 3.2 Inhoud tentamens 1. Een tentamen wordt steeds afgenomen over de stof die in het meest recente academische jaar is aangeboden 2. Voor vakken die zijn vervallen, kan de examinator of de examencommissie een individuele regeling treffen tot uiterlijk 1 jaar na het studiejaar waarin dit vak voor het laatst werd gegeven. 7

9 Artikel 3.3 Volgorde van tentamens en doorstroming 1. Nadat een student alle vakken van het Bachelor 1 programma heeft afgerond mogen tentamens en de stage in het BA-2/3 programma worden afgelegd. Een uitzondering vormt lid 2 van dit artikel. 2. Een student wordt door de examencommissie toegelaten tot het afleggen van één of meer tentamens in BA-2/3 nog voordat hij Bachelor 1 heeft afgerond, indien de student een aangehouden studieadvies heeft ontvangen in overeenstemming met de artikelen 9.2 t/m 9.6. Hierbij zijn de volgende regels van toepassing: De toelating geldt niet voor de Stage, het Onderzoekscollege, de Bachelor s thesis class, en de Bachelor s thesis. Voor vakken waarvoor een beperkte toelating bestaat, geldt dat degene die Bachelor 1 heeft afgerond, voorrang heeft boven degene die deze op moment van inschrijving niet heeft behaald. De toelating geldt voor een termijn van ten hoogste twaalf maanden. 3. Aan de tentamens van de hierna te noemen vakken van BA-2/3 kan niet eerder worden deelgenomen dan nadat de tentamens van de daarbij vermelde vakken zijn behaald: Voorwaarde voor deelname aan het Onderzoekscollege is dat BA-1 is afgerond en 40 credits binnen het BA-2/3 programma zijn behaald, waaronder 25 credits aan themavakken. Voorwaarde voor deelname aan de Bachelor s thesis class is dat BA-1 is afgerond en 45 credits van het BA-2 jaar zijn behaald, waaronder 22,5 credits voor de Focus Area (3 vakken). De Bachelor s thesis kan niet worden ingediend alvorens het Onderzoekscollege of de Bachelor s thesis class is afgerond. Voor het volgen van de stage geldt dat op het moment van de start van de stage tenminste 52,5 credits van het BA-2/3 programma zijn behaald, waaronder alle verplichte vakken. Voor het volgen van vakken aan een buitenlandse universiteit geldt dat op het moment van vertrek het eerste bachelorjaar moet zijn afgerond en eveneens alle vakken van het eerste en tweede blok van jaar twee van het bachelor programma. 4. In het bachelor-1 programma en in het bachelor-2/3 programma mag een onvoldoende (minimaal een 5.0) worden gecompenseerd met een 7.0 of hoger. a. In BA-1 mogen maximaal twee vijven gecompenseerd worden. b. In BA-2/3 mogen maximaal twee vijven gecompenseerd worden. c. Een onvoldoende voor een vak (min. 5.0) dient gecompenseerd te worden door een voldoende voor één of meer vakken (min. 7.0) waarvoor in totaal minimaal hetzelfde aantal credits is toegekend. d. De volgende onderdelen kunnen niet worden gecompenseerd: Onderzoekscollege, Bachelor s thesis class, Bachelor s thesis en Stage. Deze onderdelen kunnen ook niet worden gebruikt om onvoldoendes van andere vakken te compenseren. Artikel 3.4 Tijdvakken en frequentie tentamens 1. Tot het afleggen van een tentamen en het behalen van een resultaat voor het vak wordt per studiejaar tweemaal de gelegenheid gegeven: dat wil zeggen een regulier tentamen na afsluiting van de collegecyclus en een herkansing. a. Het reguliere tentamen vindt plaats direct na afsluiting van de college cyclus. De herkansing voor schriftelijke tentamens vindt plaats in juni/juli direct volgend op de tentamenperiode van blok 4. b. In afwijking van het vorige lid geldt dat een tussentijdse toets maar eenmaal per jaar wordt aangeboden en dus geen herkansing kent. 2. Voor een tentamen in de vorm van een werkstuk, waarvoor een onvoldoende is behaald, wordt in hetzelfde studiejaar een mogelijkheid tot herkansen aangeboden. De student heeft 15 werkdagen, geteld vanaf het moment van inzage van het werkstuk, de tijd om 8

10 een herkanst werkstuk in te leveren. Het cijfer voor deze herkansing zal altijd maximaal een 6.0 zijn. Tenzij er sprake is van persoonlijke omstandigheden (artikel 9.5). 3. Te laat ingeleverde werkstukken worden niet meer beoordeeld. 4. In afwijking van lid 2 geldt voor het onderzoekscollege, de bachelor s thesis class, de bachelor s thesis en de stage een ander traject en beoordelingsproces. De gang van zaken staat beschreven in de desbetreffende studiehandleidingen 5. Het aantal herkansingen is gelimiteerd: a. In de BA-1 mogen maximaal drie vakken worden herkanst. Het gaat hier om de schriftelijke hertentamens in de zomerperiode. b. In BA-2/3 mogen elk academisch jaar drie vakken worden herkanst. Het gaat hier om de schriftelijke hertentamens in de zomerperiode en om vakken die binnen de ESHCC worden aangeboden. c. Ook een schriftelijk tentamen dat als voldoende is beoordeeld kan worden herkanst, waarbij de regel is dat het hoogst behaalde resultaat geldt. 6. Een tentamen, in de vorm van een werkstuk, dat als voldoende is beoordeeld (5,5 of hoger) kan niet worden herkanst. Artikel 3.5 Tentaminering 1. Tentamens van vakken worden schriftelijk, mondeling of op een andere wijze afgelegd. Het tentamen vindt plaats op de wijze zoals in de studiehandleiding en de website onder toetsvorm is vermeld. 2. Op verzoek van de student kan de examencommissie in bijzondere gevallen toestaan dat een tentamen op een andere wijze wordt afgelegd dan in de studiehandleiding en op de website staat vermeld. 3. Op verzoek van de docent kan de examencommissie in bijzondere gevallen toestaan dat een tentamen op een andere wijze wordt afgelegd dan in de studiewijzer en website staat vermeld. Het besluit moet minimaal vijf weken voorafgaand aan het bedoelde tentamen bekend worden gemaakt via het vakchannel en De herkansingen in de zomerperiode (direct na het laatste blok van het jaar) bestaan in principe uit schriftelijke tentamens. 5. De Bachelor s thesis is het product van een door de individuele student zelfstandig uitgevoerd onderzoek en dient individueel te worden beoordeeld. 6. De examencommissie draagt zorg voor een correct verloop van de tentaminering en treft daartoe de nodige maatregelen. De examencommissie kan deze bevoegdheid delegeren aan de daartoe meest geëigende instantie of persoon. 7. Aan studenten met een functiebeperking wordt binnen de door de Erasmus Universiteit aangeboden faciliteiten de gelegenheid geboden de tentamens op een zoveel mogelijk aan hun individuele beperking aangepaste wijze af te leggen. De aanpassing(en) mag (mogen) evenwel de kwaliteit of de moeilijkheidsgraad van een tentamen niet doen veranderen. Artikel 3.6 Mondelinge tentamens 1. Mondelinge tentamens worden altijd individueel afgenomen. 2. Mondelinge tentamens zijn openbaar, tenzij de student daartegen bezwaar heeft gemaakt Paragraaf 4 Tentamenuitslag Artikel 4.1 Vaststelling en bekendmaking tentamenuitslag 1. De examinator stelt na afloop van het mondeling tentamen de uitslag vast. 2. De examinator stelt de uitslag van een schriftelijk tentamen vast binnen 15 werkdagen na de dag waarop het is afgelegd en legt de resultaten vast in Osiris, het universitaire studenten administratiesysteem. In geval van overmacht kan de examencommissie afwijking van deze termijn toestaan. 3. De examinator stelt deelresultaten van een vak zo spoedig mogelijk vast en draagt er zorg voor dat ze uiterlijk voor aanvang van het tentamen van het vak bekend worden gemaakt. 9

11 4. De examencommissie controleert of de nakijktermijn als bedoeld in lid 1 en 2 wordt nageleefd en zal, indien nodig, stappen ondernemen om overschrijding van de nakijktermijn te voorkomen. 5. De sectie Examens ESHCC van het Bureau Examenadministratie draagt zorg voor de registratie van de graadverlening, het bachelor examen en het vervaardigen van het diploma. Artikel 4.2 Geldigheidsduur 1. De geldigheidsduur van behaalde eindresultaten van vakken is zes jaar na het tijdstip van registratie. 2. Als deze termijn verstreken is kan de examencommissie als naar haar oordeel de kennis, inzichten en vaardigheden met betrekking tot het betreffende vak verouderd zijn een aanvullend dan wel vervangend tentamen opleggen, alvorens de student wordt toegelaten tot het afleggen van het desbetreffende examen. 3. De student kan na het verlopen van de geldigheidsduur van behaalde resultaten een verzoek bij de examencommissie indienen tot verlenging van de geldigheidsduur. 4. De resultaten van deeltoetsen vervallen uiterlijk aan het eind van het studiejaar waarin ze behaald zijn. Artikel 4.3 Inzagerecht 1. Gedurende 20 werkdagen na de bekendmaking van de uitslag van een tentamen krijgt de student op zijn/haar verzoek inzage in het beoordeeld werk en desgewenst een nabespreking bij de examinator. 2. Gedurende de in het eerste lid genoemde termijn kan elke student kennis nemen van de vragen en opdrachten van het desbetreffende tentamen, evenals van de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden. 3. De examencommissie of de examinator kan bepalen dat de inzage of de nabespreking geschiedt op een vaste plaats en tijdstip. Indien de betrokkene aantoont door overmacht verhinderd te zijn of te zijn geweest op de aldus vastgestelde plaats en tijdstip te verschijnen, wordt op korte termijn een andere mogelijkheid geboden. 4. De examencommissie kan bij hoge uitzondering afwijkingen toestaan van het bepaalde in het eerste, tweede en derde lid. Paragraaf 5 Vrijstellingen Artikel 5.1 Vrijstelling 1. De examen commissie kan, op verzoek van de student, vrijstelling verlenen van een in artikel 2.1 bedoelde onderwijseenheid op grond van: hetzij een met voldoende resultaat afgeronde onderwijseenheid van een andere universitaire opleiding in Nederland, mits dit naar het oordeel van de examencommissie naar inhoud, studielast en niveau gelijkwaardig of vergelijkbaar is; hetzij een met voldoende resultaat afgeronde onderwijseenheid van een hogere beroepsopleiding in Nederland, met uitzondering van het propedeutisch jaar, mits dit naar het oordeel van de examencommissie naar inhoud, studielast en niveau gelijkwaardig of vergelijkbaar is; hetzij een met voldoende resultaat afgeronde onderwijseenheid van een opleiding behorend tot het hoger onderwijs buiten Nederland, mits dit naar het oordeel van de examencommissie naar inhoud, studielast en niveau gelijkwaardig of vergelijkbaar is; 2 De examencommissie kan de desbetreffende examinator(en) om advies vragen alvorens een beslissing te nemen. 10

12 3 Voor onderwijseenheden uit Bachelor 1, het Onderzoekscollege en de Bachelor s thesis worden geen vrijstelling verleend; 4 Een verzoek om vrijstelling dient uiterlijk acht weken voor aanvang van de desbetreffende onderwijseenheid bij de examencommissie te worden ingediend. Paragraaf 6 Examen Artikel 6.1 De uitslag van het examen 1. De examencommissie stelt de uitslag van het examen vast en reikt het getuigschrift als bedoeld in art. 6.5 uit zodra de student aan de eisen van het examenprogramma heeft voldaan. 2. Alvorens de uitslag van het examen vast te stellen, kan de examencommissie zelf een onderzoek instellen naar de kennis van de student met betrekking tot een of meer onderdelen of aspecten van de opleiding, indien en voor zover de uitslagen van de desbetreffende toetsen haar daartoe aanleiding geven. 3. Als datum voor het examen geldt de dag waarop de examencommissie vaststelt dat de student het examen met goed gevolg heeft afgelegd. 4. Voor het behalen van het examen en de afgifte van het getuigschrift geldt tevens als voorwaarde dat de student ingeschreven was voor de opleiding in de periode dat de toetsen zijn afgelegd. Artikel 6.2 Judicium cum laude Het judicium cum laude wordt toegekend aan het bachelorexamen, indien het gewogen gemiddelde van alle behaalde resultaten binnen het bachelor programma 8,25 of hoger is. Artikel 6.3 Graad 1. Aan degene die het examen met goed gevolg heeft afgelegd, wordt de graad van Bachelor of Arts verleend. 2. De verleende graad wordt op het getuigschrift aangetekend. Artikel 6.4 Honours Indien een honours programma als bedoeld in art.2.4 met goed gevolg is afgesloten, wordt een afzonderlijk certificaat uitgereikt waarop dit is vermeld. Artikel 6.5 Getuigschrift 1. Ten bewijze dat het examen met goed gevolg is afgelegd wordt door de examencommissie een getuigschrift uitgereikt. Per opleiding wordt één getuigschrift uit gereikt, ook al rondt een student meerdere programma s binnen een opleiding af. 2. De examencommissie voegt aan dit getuigschrift de cijferlijst en het diploma supplement toe, waarmee (internationaal) inzicht wordt verschaft in de aard en inhoud van de afgeronde opleiding. Paragraaf 7 Vooropleiding Artikel 7.1 Vooropleiding 1. Voor het Nederlandstalige programma geldt dat toelating wordt verleend op basis van een diploma van de volgende opleidingen Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs (vwo), Propedeuse van een wetenschappelijke opleiding in Nederland of een bachelorof masterdiploma van een wetenschappelijke opleiding in Nederland (wo) Studenten zonder vwo getuigschrift, maar met een afgeronde hbo-propedeuse hebben toegang tot de opleiding mits zij voldoen aan de criteria die vermeld staan op de website 11

13 2. Daarnaast dient de student voor het Nederlandstalige programma te voldoen aan de taaleis uit artikel 1.6 punt tot en met Voor het Engelstalige programma IB History geldt dat toelating wordt verleend op basis van een diploma van de volgende opleidingen: Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs (vwo), Propedeuse van een wetenschappelijke opleiding in Nederland of een bachelorof masterdiploma van een wetenschappelijke opleiding in Nederland (wo) Studenten zonder vwo getuigschrift, maar met een afgeronde hbo-propedeuse hebben toegang tot de opleiding mits zij voldoen aan de criteria die vermeld staan op de website. Een internationaal of Europees Baccalaureaat diploma Een diploma van voorgezet onderwijs in een ander land dat gelijkwaardig is aan het Nederlandse vwo diploma en dat toegang geeft tot een universiteit (wo). 4. Daarnaast dient de student voor het Engelstalige programma IBHistory te voldoen aan de taaleis uit artikel 1.7. Artikel 7.2 Toelating voor 1 mei Studenten die zich voor de eerste maal voor deze bacheloropleiding aanmelden kunnen deelnemen aan studiekeuzeactiviteiten. De student ontvangt naar aanleiding van de studiekeuzeactiviteiten een studieadvies. Artikel 7.3 Toelating na 1 mei 1. Studenten die zich voor de eerste maal voor deze bacheloropleiding aanmelden moeten deelnemen aan studiekeuzeactiviteiten. De student ontvangt naar aanleiding van de studiekeuzeactiviteiten een studieadvies. 2. Bovengenoemde verplichting geldt niet voor studenten die vanwege een negatief bindend studieadvies elders niet in de gelegenheid waren om zich voor 1 mei aan te melden voor de bacheloropleiding. Artikel 7.4 Colloquium doctum 1. Bij het toelatingsonderzoek, als bedoeld in de WHW artikel 7.29, behoort de kandidaat blijk te geven van voldoende algemene ontwikkeling, kennis en geschiktheid voor het volgen van onderwijs en het afleggen van examens in de opleiding Geschiedenis. 2. Het onderzoek omvat een toets van: Voldoende beheersing van de Nederlandse taal en schrijfvaardigheid. Dit wordt getoetst door het maken van een opstel naar aanleiding van een of meer artikelen uit een landelijk dag-, week- of maandblad dan wel het verklaren van een dergelijk artikel. Passieve beheersing van de Engels taal. Dit wordt getoetst door het vertalen van een stuk eenvoudig proza uit een Engelstalig landelijk dag-, week- of maandblad, waaruit blijkt dat de tekst naar inhoud en strekking begrepen is. Het blijk geven van kennis en inzicht in de algemene en vaderlandse geschiedenis van de 19e en 20e eeuw door op dat gebied een aantal schriftelijke vragen te beantwoorden. 3. De eindbeoordeling wordt, eventueel na een herkansing, uitgedrukt in toegelaten of niet toegelaten. De kandidaat ontvangt binnen vier weken na het afleggen van het colloquium doctum bericht over de resultaten. 4. Nadat de student is geslaagd voor het colloquium doctum, mag de student starten met de bacheloropleiding Geschiedenis. Op het moment dat de student start met de opleiding moet hij/zij 21 jaar zijn. 5. Het colloquium doctum wordt tenminste twee maal per jaar schriftelijk afgenomen op nader aan te geven data. 6. De examencommissie is bevoegd om desgevraagd vrijstelling te verlenen van een of meer van de in lid 2 van dit artikel genoemde toetsen. 7. De uitslag van een colloquium doctum is twee jaar geldig. 12

14 Paragraaf 8 Studiebegeleiding Artikel 8.1 Studievoortgangsadministratie 1. De faculteit registreert de individuele studieresultaten van de studenten en stelt deze via Osiris-student ter beschikking. 2. Bij de examenadministratie kan een gewaarmerkt studievoortgangsdossier worden verkregen. Artikel 8.2 Studiebegeleiding 1. De opleiding draagt zorg voor de introductie en de studiebegeleiding van de studenten die voor de opleiding zijn ingeschreven, mede ten behoeve van hun oriëntatie op mogelijke studiewegen in en buiten de opleiding. 2. De studiebegeleiding omvat: Een introductieweek kort voorafgaand aan de start van het eerste studiejaar; Groepsgewijze en individuele advisering over mogelijke studiewegen in en buiten de opleiding, mede met het oog op beroepsmogelijkheden na de bacheloropleiding of met het oog op het volgen van een masteropleiding; Groepsgewijze en individuele advisering over studievaardigheden, studieplanning en keuze voor het vervolgtraject; Het bieden van verwijzing naar een passender studie aan studenten die zich vóór 1 februari van een jaar van eerste inschrijving uitschrijven voor de opleiding; Een matchingsactiviteit voor aanvang van de studie waarmee inzicht wordt verkregen of de studie passen is Paragraaf 9 Nadere regels omtrent het Bindend Studieadvies Artikel 9.1 Afwijzing 1. Aan het studieadvies van de opleiding kan door de decaan op grond van de WHW artikel 7.8b, derde lid, een afwijzing worden verbonden, zolang de student nog niet alle onderdelen van Bachelor 1 van de opleiding met goed gevolg heeft afgelegd of vrijgesteld heeft gekregen. Deze afwijzing wordt slechts gegeven indien de student, met inachtneming van zijn persoonlijke omstandigheden, niet geschikt geacht wordt voor de opleiding, doordat zijn studieresultaten niet voldoen aan de normen zoals bedoeld in artikel 9.2 van deze regeling. De afwijzing geldt voor een termijn van drie studiejaren. Artikel 9.2 Normen 1. Aan het einde van het eerste jaar van inschrijving dienen de 60 credits van het eerste bachelorjaar te zijn behaald. 2. De examencommissie kan op basis van persoonlijke omstandigheden als bedoeld in het tweede lid van artikel 9.5 de norm uit het voorgaande lid aanpassen. Artikel 9.3 Tijdstippen Het Bindend Studieadvies van de opleiding wordt uitgebracht na de laatste herkansingen van de onderdelen van Bachelor 1 aan het einde van het studiejaar en uiterlijk vóór de aanvang van het nieuwe studiejaar. Artikel 9.4 Studievoortgangscontrole 1. Gedurende het eerste jaar van inschrijving wordt door de examencommissie van de opleiding driemaal een voorlopig advies uitgebracht aan studenten die onder het bindend studieadvies vallen. 2. De nadere regeling van de studiebegeleiding en studievoortgangscontrole gedurende Bachelor 1 wordt in de studiewijzer en op de website van de opleiding vermeld. 13

15 Artikel 9.5 Persoonlijke omstandigheden 1. De persoonlijke omstandigheden, die in acht worden genomen bij het uitbrengen van het studieadvies, zijn: ziekte, handicap of zwangerschap van betrokkene; bijzondere familieomstandigheden; lidmaatschap van de universiteitsraad, de faculteitsraad, het managementteam van de faculteit of een opleidingscommissie; overige omstandigheden als bedoeld in artikel 2.1 van het Uitvoeringsbesluit WHW (genoemd wordt het lidmaatschap van het bestuur van een studentenorganisatie van enige omvang). 2. De student die als gevolg van persoonlijke omstandigheden redelijkerwijze kan vermoeden studievertraging op te lopen, dient dit zo spoedig mogelijk (uiterlijk binnen 20 werkdagen na aanvang van de persoonlijke omstandigheden en sowieso vóór 1 juli) aan de studieadviseur te melden. Indien de omstandigheden zodanig zijn dat de student of diens zaakwaarnemer niet in de gelegenheid is dit binnen 20 werkdagen aan te melden, wordt het al dan niet tijdig kenbaar maken beoordeeld in het licht van de omstandigheden. Artikel 9.6 Inhoud en vorm van het studieadvies Het studieadvies is schriftelijk en omvat: 1. De norm die geldt voor de betrokken student, uitgedrukt in het aantal te behalen credits van Bachelor Het aantal behaalde credits van Bachelor Indien de norm niet is behaald, de persoonlijke omstandigheden die in acht zijn genomen. 4. Het al dan niet verbinden van een afwijzing zoals bedoeld in de WHW artikel 7.8b, derde lid. 5. Indien een afwijzing wordt verbonden aan het studieadvies: de mededeling dat de student zich in de volgende drie studiejaren niet mag inschrijven als student voor de opleiding, de mogelijkheid van beroep bij het College van Beroep voor de Examens en de termijn waarbinnen het beroep moet zijn ingediend. Paragraaf 10 Hardheidsclausule Artikel 10.1 Hardheidsclausule In individuele omstandigheden waarbij toepassing van een of meer bepalingen uit deze onderwijsen examenregeling leidt tot apert onredelijke en/of onbillijke situaties ten aanzien van een student, kan de examencommissie afwijken van bedoelde bepaling(en) ten gunste van de student. Paragraaf 11 Beroepsrecht Artikel 11.1 Beroepsrecht Tegen beslissingen van de examencommissie en examinatoren staat beroep open bij het College van Beroep voor de examens. Paragraaf 12 Overgangsbepalingen De overgangsbepalingen die zijn opgesteld in verband met de curriculumwijziging vanaf 2014 staan vermeld op de website (opleidingspagina). 14

16 Paragraaf 13 Slot- en invoeringsbepalingen Artikel 13.1 Wijziging 1. Wijzigingen van deze regeling worden door de decaan en waar de WHW dit vereist na verkregen instemming van de Faculteitsraad, bij afzonderlijk besluit vastgesteld. 2. Geen wijzigingen vinden plaats die van toepassing zijn op het lopende studiejaar, tenzij de belangen van de studenten daardoor redelijkerwijs niet worden geschaad. 3. Wijzigingen kunnen voorts niet ten nadele van de studenten van invloed zijn op enige andere beslissing, welke volgens deze regeling door de examencommissie is genomen ten aanzien van een student. 4. Op voorstel van de examencommissie stelt de decaan vóór 1 september van het betreffende studiejaar bij belangrijke wijziging in het onderwijsprogramma van de opleiding een overgangsregeling vast. Deze regeling wordt dan in hoofdlijnen opgenomen in de Onderwijs- en Examen Regeling en de uitwerking in de Regels en Richtlijnen. Artikel 13.2 Bekendmaking 1. De decaan draagt zorg voor een passende bekendmaking van de Onderwijs- en Examenregeling en van de Regels en Richtlijnen die door de examencommissie zijn vastgesteld, evenals van wijzigingen van deze stukken. 2. Elke belanghebbende kan via de website de OER en de Regels en Richtlijnen bekijken of bij het Education Office een exemplaar van deze stukken inzien. Artikel 13.3 Vaststelling en inwerkingtreding Deze regeling is vastgesteld door de decaan na verkregen instemming van de Faculteitsraad, waar dat wettelijk vereist is en treedt in werking op 1 september

17 Programma bacheloropleiding Geschiedenis Het programma omvat de volgende verplichte onderdelen met de daarbij vermelde studielast: BACHELOR 1 vakcode 45 EC Global History Rethinking History 1 History of Early Modern Societies Heuristic Skills and Sources History of Modern Societies History and Social Sciences Dutch History in a Globalizing World Bachelor-1 Paper CH1101 CH1102 CH1103 CH1104 CH1105 CH1106 CH1107 CH1108 BACHELOR 2 MAJOR vakcode 45 EC Theory and Methods (verplicht) - Rethinking History 2 - Quantitative Historical Methods CH2217 CH2216 Focus Areas De student kiest één van de vier Focus Areas uit onderstaand overzicht met de bijbehorende vakken: Economic History (EH) - Economic History and International Relations - International Business and Nation-states - Emerging Economies and Global Labour - Capitalism and Inequality International Relations (IR) - Economic History and International Relations - International Business and Nation-states - Migration, Citizenship and Identity in Global History - Religion, Culture and Global Encounters Cultural History (CH) - Social and Cultural History - Historical Representation and Imagination - Migration, Citizenship and Identity in Global History - Religion, Culture and Global Encounters Social History (SH) - Social and Cultural History - Historical Representation and Imagination - Emerging Economies and Global Labour - Capitalism and Inequality CH2201 CH2202 CH2203 CH2204 CH2201 CH2202 CH2205 CH2206 CH2207 CH2208 CH2205 CH2206 CH2207 CH2208 CH2203 CH EC 16

18 BACHELOR 2 (vervolg) ELECTIVES Electives De student kiest twee electives uit, welke tezamen 15 EC zijn: Selectie van de mogelijke electives bij Geschiedenis/IBHistory zijn: - Total War - Representing War between Experience and Gaming - Urban History: Rotterdam in Global Perspective - Economic Crises - Erasmus and Grotius: Two Great Humanists - Historical Databases: Demography and Social Mobility - Paleography - Historical Representation and Imagination (elective for the Focus Areas EH and IR) - International Business and Nation-states (elective for the Focus Areas CH and SH) De student kan ook een vak kiezen uit een beperkt aanbod van de bacheloropleiding Algemene Cultuurwetenschappen or IBACS, IBCoM of van een andere opleiding van de Erasmus (of andere) universiteit. Voor zo n vak is vooraf toestemming nodig van de Examencommissie. Het vak mag niet van inleidend niveau zijn. EXTRA CURRICULAIR History Honours Class (extra-curriculair programma voor geselecteerde studenten) CH2209 CH2210 CH2211 CH2212 CH2213 CH2214 CH2215 CH2208 CH2202 CH EC 15 EC 15 EC 17

19 BACHELOR 3 MAJOR vakcode 22,5 EC Afstudeerproject - Bachelor Thesis Class binnen de in BA-2 gevolgde focus area - Bachelor Thesis Research CH EC OPTIE 1 vakcode 3 Minor: de student kiest één minor uit het aanbod van de EUR.* 15 EC The Public Role of Historians CH3051 Stage CH EC OPTIE 2 vakcode 3 Buitenland - Studieverblijf in het buitenland - Taalcursus ter voorbereiding op een buitenlands studieverblijf (max. 5 EC) Indien de student kiest voor een studieverblijf in het buitenland, vervalt de minor (15 EC). Afhankelijk van inhoud en omvang van het in het buitenland te volgen programma kunnen bepaalde vakken of de stage worden vervangen. Dit is ter beoordeling van de Examencommissie. 30 EC OF Educatieve minor Studenten kunnen ook kiezen voor de Educatieve Minor die een omvang heeft van 30 EC. De stage van 15 EC wordt dan vervangen door een praktijkstage van 10 EC als onderdeel van de Educatieve Minor. Daarnaast volgen zij 20 EC aan vakken binnen deze minor Eén keuzevak kiezende uit: - Emerging Economies and Global Labour (CH2203); - Migration, Citizenship and Identity in Global History (CH2205) De student kan ook een vak kiezen uit een beperkt aanbod van de bacheloropleiding Algemene Cultuurwetenschappen or IBACS, IBCoM of van een andere opleiding van de Erasmus (of andere) universiteit. Voor zo n vak is vooraf toestemming nodig van de Examencommissie. Het vak mag niet van inleidend niveau zijn. * Het aanbod van EUR minoren is te vinden op 18