Weidevogelvisie Noord-Holland

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Weidevogelvisie Noord-Holland"

Transcriptie

1 Weidevogelvisie NoordHolland Provincie NoordHolland Haarlem, maart 2009

2 Inhoud 1. Waarom een visie? 1 2. Weidevogels in NoordHolland: stand van zaken 3 3. Beoogde trendbreuken in het provinciale weidevogelbeleid 8 4. Doelen en ambities Inzet provincie Prioriteit 1: houden wat we hebben Prioriteit 2: investeren in leefgebieden Prioriteit 3: realiseren groei, vernieuwen beleid Financiën Verwachte inzet andere partijen 28 Bijlagen (apart document) 1. Weidevogels in NoordHolland Begrenzingen Programma Beheer Huidige contracten en uitgaven weidevogelbeheer Geschikte leefgebieden voor weidevogels Kerngebieden voor weidevogels Dichtheden en trends in kerngebieden Aandeel weidevogelpopulaties binnen en buiten kerngebieden Verspreiding van enkele zeer kritische soorten Financiële scenario s voor het toekomstige weidevogelbeheer 50

3 Gebruikte termen en afkortingen Natuurgebied Gebieden die zijn begrensd met een hoofdfunctie natuur. Deze gelden als gerealiseerd natuurgebied als ze zijn verworven door een terreinbeherende organisatie of als er particulier natuurbeheer (functiewijziging) is gerealiseerd Beheersgebied Gebieden met hoofdfunctie landbouw waar de subsidieregeling agrarisch natuurbeheer (SAN) is opengesteld Ruime jas Gebieden die ruimer zijn begrensd (voor toepassing van de subsidieregelingen voor natuur en landschapsbeheer) dan het areaal dat daadwerkelijk kan worden gecontracteerd: een ruim zoekgebied met een vast hectarequotum SNL (nieuwe) Subsidiestelsel Natuur en Landschapsbeheer; vervangt Programma Beheer natuurgebiedsplan provinciaal plan waarin staat waar welke typen natuur en landschapsbeheer subsidiabel zijn (in de subsidieregeling natuurbeheerplan genaamd) collectief beheerplan regionaal plan, opgesteld door de plaatselijke beheerders, waarin het beoogde natuur en landschapsbeheer is weergegeven. Gaat vooraf aan subsidieaanvraag ILG Investeringsbudget Landelijk Gebied (provinciaal budget voor beheer in inrichting) LNH Landschap NoordHolland SBB Staatsbosbeheer NM Vereniging Natuurmonumenten NPW Natuurlijk Platteland West (koepel van agrarische natuurverenigingen in WestNederland) ANV s agrarische natuurverenigingen Programma Beheer voormalige stelsel van subsidieregelingen voor natuur en landschapsbeheer (SAN en SN) SAN (voormalige) Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer SN (voormalige) Subsidieregeling natuurbeheer SANOS (voormalige) Subsidieregeling Organisatiekosten Samenwerkingverbanden (t.b.v. het agrarisch natuur en landschapsbeheer) Weidevogelverbond samenwerkingsverband van overheden, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties t.a.v. weidevogels Nederland Weidevogelrijk driejarig experiment met uitgekiende beheermozaïeken in landbouw en natuurgebied kuikenland land waarvan het beheer gunstig is voor opgroeiende weidevogelkuikens Verantwoording De cijfers in deze visie zijn geleverd door: Landschap NoordHolland, afdeling Onderzoek, waar het gaat om de cijfers, grafieken en kaarten t.a.v. weidevogels. Daarbij heeft LNH informatie gebruikt van de provinciale natuurinventarisatie en van de terreinbeheerders en agrarische natuurverenigingen in NoordHolland; DR en DLG waar het gaat om de oppervlakten aan natuur en landschapscontracten en de daarmee gemoeide bedragen. Het rekenwerk ten aanzien van de kosten van optimaal weidevogelbeheer is in het kader van deze visie uitgevoerd op basis van (een selectie van) deze gegevens, maar op grond van eigen provinciale aannamen.

4

5 1. Waarom een visie? NoordHolland is rijk aan weidevogels. Van de 14 soorten waarop deze visie zich toespitst 1, broeden paartjes in onze provincie. Van een deel daarvan (zoals grutto, tureluur, kemphaan en slobeend) broedt meer dan 20% van de landelijk populatie in NoordHolland. Van de grutto broedt zelfs 15% van de NoordwestEuropese populatie hier. Hoewel het ook in NoordHolland niet goed gaat met veel soorten weidevogels, vinden we plaatselijk nog steeds hoge dichtheden. Daarom kunnen we nog steeds trots zijn op onze weidevogels en wil de provincie zich inspannen om de stand te behouden en uiteindelijk weer te doen groeien. Daarbij blijft de provincie alle beheerders (agrariërs, terreinbeheerders, vrijwilligers) hard nodig hebben, maar is er tegelijkertijd de overtuiging dat er trendbreuken in het weidevogelbeleid nodig zijn om de doelmatigheid van de bescherming te verhogen. Deze nota bevat de provinciale visie daarop. Waarom wil de provincie de terugloop tot staan brengen? Hoewel zich de afgelopen decennia veel mensen hebben ingespannen voor weidevogels, lopen de meeste soorten in de meeste gebieden terug. De plekken met stabiele of zelfs groeiende populaties worden steeds minder talrijk en kleiner van oppervlakte. Is die terugloop een probleem? De provincie vindt van wel: NoordHolland is van substantiële betekenis voor de Nederlandse populaties en voor wat betreft de grutto zelfs voor de NoordwestEuropese populatie. De provincie is op dit punt verplichtingen aangegaan in het kader van het landelijke project Nederland Weidevogelrijk, Nederland heeft dat in internationaal verband gedaan in het kader van het Europees actieprogramma voor de grutto; weidevogels staan model voor het type cultuurlandschappen waarvan de provincie het behoud nastreeft; weidevogelbeheer is mensenwerk: er zijn verschillende terreinbeheerders, duizend agrariërs en duizenden vrijwilligers bij betrokken. Daarmee heeft weidevogelbescherming een breder (bijv. ook educatief) belang dan louter het biodiversiteitsaspect; er is de afgelopen 30 jaar veel in geïnvesteerd (met name in beheer en onderzoek); er bestaat een breed maatschappelijk draagvlak voor behoud en versterking van weidevogelpopulaties. Om al deze redenen wil de provincie blijven investeren in weidevogelbescherming, maar veel gerichter dan in het verleden. NoordHolland heeft daarvoor ook betere mogelijkheden nu de belangrijkste regelingen voor weidevogelbeheer (Programma Beheer) per 1 januari 2010 helemaal op provinciale leest zijn geschoeid. Daarnaast heeft de provincie op andere beleidsterreinen (ruimtelijke ordening, waterbeleid, faunabeleid) mogelijkheden om iets voor weidevogels te doen. Visie beschrijft provinciale ambities en beleidsmaatregelen Deze visie beschrijft: de provinciale ambities om de geschiktheid als broedgebied en de reproductie van weidevogelgezinnen te vergroten; 1 Onder weidevogels verstaan we soorten die primair broeden in grasland en deels (secundair) ook in bouwland. De visie richt zich met name op de kievit, scholekster, grutto, tureluur, kemphaan, watersnip (steltlopers), zomertaling, wintertaling, kuifeend, krakeend, slobeend (eenden) en veldleeuwerik, graspieper en gele kwikstaart (zangvogels). 1

6 de wijze waarop het beheer effectiever gestalte kan en zal krijgen om de ambities te kunnen realiseren. Die kwaliteitsslag gaat onder meer van bescherming va legsels naar bescherming van leefgebieden en overleving van weidevogelgezinnen (reproductie); de wijze waarop de provincie wil omgaan met de grotere verantwoordelijkheid die de beheerders in het nieuwe stelsel krijgen; de wijze waarop de leefgebieden van weidevogels beter kunnen worden beschermd en de inzet van de provincie op andere beleidsterreinen dan het natuurbeleid; de inzet die de provincie van andere partijen verwacht. Deze visie vormt het kader voor de gebiedsplannen (door de provincie op te stellen) en de collectieve beheerplannen voor weidevogels (door de regionale beheerders op te stellen). Daarbij wordt in eerste instantie uitgegaan van de huidige instrumenten. In de komende jaren zal worden gewerkt aan nieuwe instrumenten gericht op een weidevogelbescherming met maximale duurzaamheid en effectiviteit. Instrumentele verbeteringen zullen zo snel mogelijk worden doorgevoerd. Wat beschrijft de visie níet? De visie behelst niet: een toekomstvisie op een belangrijk weidevogelbiotoop het veenweidegebied als zodanig. De provincie zal naast deze weidevogelvisie een visie op de toekomst van de veenweiden opstellen; het detailniveau van concrete beheerplannen (natuurgebiedsplan, collectief beheerplan, Natura 2000beheerplannen). De visie vormt voor de eerste twee wel de inhoudelijke basis de inzet voor nietbroedende weidevogels, dus de betekenis van NoordHolland als foerageer en rustgebied; de inzet van de provincie voor specifieke akkervogels. De inzet voor akkervogels zal worden bepaald in het kader van de nieuwe natuurgebiedsplannen. In beginsel geldt hiervoor dat bestaand beleid wordt ongezet naar het nieuwe subsidiestelsel, waarin overigens het scala aan akkervogelpakketten is uitgebreid. Positie van Staatsbosbeheer Hoewel Staatsbosbeheer een andere financieringsrelatie heeft (niet met de provincie, maar met LNV), is de positie van SBB in deze visie als volgt: SBB conformeert zich aan het provinciale weidevogelbeleid zoals beschreven in deze visie; daar waar dat financiële gevolgen heeft die de financiële afspraken tussen SBB en LNV overschrijden, zal het ministerie meewerken aan oplossingen. Zodoende zijn de SBBterreinen met weidevogelbeheer integraal onderdeel van deze visie. Relatie met andere beleidstrajecten De visie heeft duidelijke relaties met, c.q. is afgestemd met: het omgevormde Programma Beheer en de daarbij behorende planvormen: natuurgebiedsplan (die de begrenzing en openstelling van pakketten regelen) en het collectieve beheerplan (een regionaal plan dat op basis van de nieuwe subsidieverordening elke aanvraag voor weidevogelbeheer moet vergezellen); de provinciale herijking van de EHS; de beheerplannen voor Natura 2000gebieden; de Weidevogelimpuls

7 2. Weidevogels in NoordHolland: stand van zaken In dit hoofdstuk beschrijven we in het kort de stand van zaken ten aanzien van: de weidevogels in NoordHolland; de huidige begrenzingen, contracten en budgetten (SAN, SN en SBB); de betrokken beheerders (TBO s, agrariërs) en vrijwilligers; de resultaten van het beheer tot dusverre; de oorzaken van de terugloop; de kennis en kennislacunes ten aanzien van weidevogelbeheer. Weidevogels in NoordHolland Van de 14 soorten die we onderscheiden, broeden er in NoordHolland naar schatting paar, waarvan bijna paar steltlopers (zie bijlage 1). Van grutto, tureluur, kemphaan, slobeend en krakeend broedt meer dan 20% van de Nederlandse populatie in NoordHolland. Van de grutto broedt zelfs ruim 15% van de NoordwestEuropese populatie in Noord Holland. Binnen NoordHolland is Laag Holland van speciaal belang voor de steltlopers en eenden en het noordelijk deel (Texel en Kop) voor de zangvogels (zie bijlage 1). Met de steltlopers ging het in NoordHolland anders dan in de rest van Nederland tot aan het einde van de jaren 90 nog relatief goed. Alleen de scholekster werd ook toen al minder talrijk (zie bijlage 1 voor de trends per afzonderlijke soort). Voor de kievit en de grutto zette de terugloop pas tien jaar geleden in, voor de tureluur nog recenter deze soort is nu nog steeds talrijker dan in De stijging bij de eenden komt geheel voor rekening van de krakeend, die explosief is toegenomen. De slobeend neemt af, de kuifeend is gemiddeld stabiel. De zangvogels nemen het sterkst af, en dan vooral de veldleeuwerik en de gele kwikstaart. Bron: Jaarboek Weidevogels NoordHolland 2008 Qua ontwikkeling van de weidevogelstand ontlopen natuurgebieden en landbouwgebieden elkaar niet: de terugloop is verhoudingsgewijs gelijk (zie bijlage 1). Natuurgebieden herbergen wel ongeveer tweemaal zo hogere dichtheden aan weidevogels. Daarin zijn uiteraard verschillen per soort: voor de kievit is het verschil kleiner, voor de zangvogels groter. In Laag Holland blijkt beheersgebied grofweg een derde rijker aan weidevogels dan regulier gebruikt agrarisch land, en natuurgebied (met SAN of SN) 40 à 50% rijker dan beheersgebied. Bron: Atlas van de weidevogels in Laag Holland (2008) 3

8 Het gaat niet overal in NoordHolland slecht met de weidevogels (zie bijlage 6): plaatselijk vinden we nog hoge tot zeer hoge dichtheden (meer dan 100 broedparen per 100 ha), met name in dele van Laag Holland en Amstelland. Omdat we alleen dichtheidscijfers hebben voor de weidevogelgroep exclusief kievit, graspieper en krakeend, nemen we voor de dichtheid zonder deze soorten 75 broedparen als uitgangspunt. Er is in NoordHolland dan ca ha met zeer hoge dichtheden; plaatselijk zijn de populaties stabiel of zelfs toenemend. Binnen de weidevogelkerngebieden die we later zullen introduceren, gaat het om bijna ha (bijna 40% van de gebieden waarvan gegevens bekend zijn). Verderop in deze paragraaf komen de succes en faalfactoren voor weidevogelbeheer aan de orde, die deels zijn gelegen in het beheer en deels in de omgeving. Begrenzingen en beheer In de zes gebiedsplannen die nu voor NoordHolland zijn opgesteld (vanaf volgend jaar worden dat er zeven, één voor elk ILGgebied), is in totaal ha begrensd voor toepassing van het Programma Beheer. Het gaat hierbij niet alleen om weidevogelbeheer, maar om alle natuur en landschapsbeheer. Niet op deze hele oppervlakte is een contract mogelijk: in veel gebieden is een ruim zoekgebied begrensd waarbinnen een vastgesteld aantal hectares kan worden gecontracteerd (de zogeheten ruime jas methode). Voor de zes gebiedsplannen tezamen bedraagt het hectarequotum ha. Voor de provincie als geheel geldt dus een ruimejasfactor 5. Deze verschilt per plangebied van 3 tot 12 (zie bijlage 2). Het hectarequotum van ha bestaat uit: ha natuurgebied, waarvan ha in de vorm van een ruimejasbegrenzing (een groter zoekgebied met een vast haquotum); ha beheersgebied, waarvan ha met ruime jas. De helft van het hectarequotum ligt in Laag Holland. Bij de weidevogelcontracten moeten we onderscheid maken tussen: de werkelijk gecontracteerde hectares (waar feitelijk weidevogelbeheer plaatsvindt); de nettobeleidshectares : het deel hiervan dat meetelt in het hectarequotum, c.q. voor de realisering van de EHS. Voor de omrekening van bruto naar nettooppervlakte is een sterk gedifferentieerde sleutel bedacht, waarbij lichtere vormen van weidevogelbeheer slechts voor een deel meetellen als beleidshectares. Op dit moment vindt in NoordHolland betaald weidevogelbeheer (SAN en SN) plaats op ha. Hiermee is een bedrag gemoeid van 4,7 mln., ofwel gemiddeld 165, per ha. Het gaat om ha SANbeheer 3,9 mln. en ha SNbeheer à 0,8 mln. Gerekend in nettobeleidshectares gaat het om ha, waarvan ha SANbeheer. Bijlage 2 geeft een verdere specificatie van de huidige contracten en kosten. Kijken we naar de ILGovereenkomst tussen LNV en NoordHolland, dan overschrijdt de totaal gerealiseerde beheeroppervlakte ( ha SAN + SN) reeds de oppervlakte uit de ILGovereenkomst ( ha) met enkele honderden hectares. Hierin is het weidevogelbeheer niet uitgesplitst. Omdat de gerealiseerde oppervlakten in de ILGovereenkomst jaarlijks toenemen, is in de laatste jaren van de ILGperiode nog enige groei mogelijk. Deze groei beslaat in totaal ca 400 ha. Nemen we een gemiddelde ILGbijdrage van 500, per ha als uitgangspunt, dan gaat het om een aanvullend budget van pakweg ,. Daarmee zou er vanuit het ILG voor de komende jaren 4,9 mln. per jaar aan weidevogelgeld beschikbaar zijn. 4

9 Daarnaast vindt weidevogelbeheer plaats op de terreinen van Staatsbosbeheer. De kosten hiervan komen niet ten laste komen van de provinciale begroting, maar worden rechtstreeks door LNV betaald. Het gaat volgens opgave van SBB om ha met weidevogelbeheer (excl. terreinen die door derden worden beheerd, zoals Spaarnwoude). De gemiddelde LNVbijdrage aan de graslanden die SBB als weidevogelgrasland beheert, is ca 134, per ha. Daarmee komt het totale bedrag dat SBB van het ministerie ontvangt voor weidevogelbeheer op , per jaar. In totaal vindt dus in NoordHolland weidevogelbeheer plaats op ha. Hiermee is op dit moment een bedrag gemoeid van 5,2 mln. Doordat het ILG met enige groei rekent, zal voor de komende jaren een bedrag van grofweg 5,5 mln. beschikbaar zijn. Betrokken beheerders en vrijwilligers Bij het weidevogelbeheer in NoordHolland zijn betrokken: drie grote terreinbeherende organisaties (Staatsbosbeheer, Landschap NoordHolland en Vereniging Natuurmonumenten), een enkele kleinere (zoals de Stichting Hooge Weide die 35 ha weidevogelgrasland tussen Castricum en Uitgeest beheert) en een recreatieschap (Spaarnwoude; beheert in opdracht van SBB het gelijknamige recreatiegebied waarin bijna ha grasland is gelegen); ongeveer agrariërs. Hiervan is een groot deel verenigd in de tien agrarische natuurverenigingen die NoordHolland telt; ongeveer duizend vrijwilligers, betrokken bij het opsporen, markeren en monitoren van legsels. Resultaten beheer De resultaten van het beheer kunnen we op verschillende manieren benaderen: a. de mate waarin de doelen van de gecontracteerde beheerpakketten zijn gehaald. Evaluaties laten zien dat in NoordHolland tot op grote hoogte de pakketdoelen worden gehaald. Dit is echter geen bewijs dat het beheer werkt; b. de dichtheden aan vogels bij verschillende vormen van beheer. Zoals gezegd laat onderzoek in Laag Holland zien dat de dichtheden op percelen met weidevogelbeheer hoger zijn dan op percelen zonder. Ook deze vergelijking is geen zuiver bewijs van effectiviteit: vanwege hun weidevogeldichtheden zijn gebieden destijds immers begrensd als beheers of natuurgebied. Bovendien is de trend in landbouw en natuurgebieden vrijwel gelijk; c. paarsgewijze vergelijking van percelen met en zonder beheer. Onderzoeken in deze sfeer laten doorgaans weinig beheereffect zien, maar zijn methodologisch ook aanvechtbaar; d. de trend op percelen met en zonder weidevogelbeheer. Uit dergelijk onderzoek blijkt een licht positief beheereffect op weidevogels; e. de effecten van afzonderlijke beheermaatregelen. Uit onderzoek hiernaar komt het volgende beeld naar voren: nestbescherming werkt ter verhoging van het broedsucces, maar is als zelfstandige maatregel voor kritische soorten (grutto, tureluur, watersnip, kemphaan etc.) niet afdoende. In het onderzoek in Laag Holland bleek nestbeschermingsland overigens nog behoorlijk hoge dichtheden (97 broedpaar per 100 ha) te herbergen; uitstel van de eerste maaidatum verhoogt de overleving van kuikens door het bieden van dekking en voedsel. Op percelen met een late maaidatum worden hogere dichtheden gevonden dan op land met nestbescherming. Zeer late maaidata hebben voor een soort als de grutto weinig toegevoegde waarde; 5

10 plasdras werkt goed als foerageer en rustplek, maar onduidelijk is of er extra vogels in de omgeving gaan broeden. Beheer werkt dus wel, maar de mate waarin laat nog te wensen over en de mechanismen zijn niet altijd volledig doorgrond. Daar waar de beheerresultaten ontoereikend zijn, kunnen (als we louter kijken naar de ingezette beheermaatregelen) de volgende oorzaken een rol spelen: a. een tekort aan kuikenland, en wel op twee manieren: kwantitatief: te weinig kuikenland (c.q. te veel land met louter nestbescherming); kwalitatief: te weinig geschikt kuikenland (van de goede kwaliteit en/of op het juiste moment in het broedseizoen). Louter lang gras is niet per definitie goed kuikenland; b. een onvoldoende effectief beheermozaïek : het behalen van voldoende reproductie stelt hoge eisen aan de ruimtelijke rangschikking van het beheer. Het beheer moet: op plekken liggen die geschikt zijn als weidevogelleefgebied. Landelijk ligt een substantieel deel van het beheer op percelen die ongeschikt zijn voor weidevogels; ruimtelijk zo zijn gerangschikt dat recht wordt gedaan aan de actieradius van weidevogelgezinnen; voldoende gebiedsdekkend zijn. Zoals we later zullen zien, heeft NoordHolland een tekort aan beheerde oppervlakte om zijn weidevogelpopulaties doelmatig te beheren. Oorzaken terugloop Naast een soms onvoldoende doelmatig beheer zijn er andere factoren die de terugloop van veel weidevogelsoorten veroorzaken: verstening: de afgelopen decennia is een aanmerkelijke oppervlakte goed weidevogelgrasland verloren gegaan als biotoop door rode functies (bebouwing, infrastructuur); verstoring: de verstorende werking van de aanleg van infrastructuur reikt verder dan de oppervlakte die de aanleg zelf inneemt; predatie: deze is de afgelopen jaren sterk toegenomen, mede als gevolg van landschappelijke veranderingen (zie hierna); verdichting en verruiging van het landschap. De openheid, een belangrijke factor in de geschiktheid voor weidevogels, is plaatselijk sterk afgenomen. Daarnaast zijn percelen plaatselijk verruigd (ongewenste groei van riet, pitrus etc.); toegenomen drooglegging, c.q. een afname in de diversiteit in de graslandvochtigheid. Het effect op vogels is overigens meestal indirect: via een intensiever graslandgebruik; ontwikkelingen in agrarisch grondgebruik. In de laatste tien jaar gaat het dan met name om de wijze van voederwinning, waarbij steeds sneller en grootschaliger wordt gewerkt. Uit een evaluatie van het mozaïekbeheer blijkt dat als het beheer grofweg op orde is externe factoren als openheid, predatie en weersomstandigheden veel belangrijker zijn dan beheerfactoren. Kennis en kennislacunes Weidevogels zijn één van de best onderzochte soortgroepen van Nederland. Sinds de jaren 70 zijn er vele studies aan gewijd. Sinds enkele jaren is er een landelijke Kenniskring Weidevogels (getrokken door het ministerie van LNV), die een nieuwe impuls heeft gegeven aan het weidevogelonderzoek. NoordHolland heeft zijn eigen Kenniscentrum Weidevogels, een initiatief van de gezamenlijke beheerders. Daarnaast beschikt NoordHolland al jaren over een weidevogelmeetnet, waardoor de ontwikkeling over een lange periode bekend is. In Laag Holland, waar 44% van de NoordHollandse vogels broedt, is in 2006 een gebiedsdekkende telling gehouden, gekoppeld aan onderzoek. Ook in andere gebieden worden periodiek 6

11 gebiedsdekkende tellingen gehouden. In 2009 worden alle weidevogelgebieden in Noord Holland integraal geteld. Deze telling is mede de nulmeting voor het nieuwe Programma Beheer, maar fungeert als zodanig ook voor deze visie. We beschrijven hier niet alle beschikbare onderzoekresultaten. Een deel hiervan is al vermeld onder resultaten beheer. Op dit moment richt het onderzoek zich vooral op de volgende aspecten van weidevogelbeheer: a. de ruimtelijke aspecten, c.q. een gebiedsmatige aanpak. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om: de dynamiek van populaties in relatie tot het gewenste beheermozaïek; de relatie tussen beheer in natuurgebied en agrarisch gebied, op basis van het onderzoek in Laag Holland kruispunten in beheer genoemd en die althans in dat gebied één van de succesfactoren blijken voor weidevogels; b. een optimaal beheer met het oog op voldoende reproductie. Hier worden uit onderzoek twee sporen zichtbaar: de beleidsadviezen van het Weidevogelverbond richten zich op een norm voor de hoeveelheid kuikenland gerelateerd aan het aantal gruttobroedparen. Onder de noemer kuikenland vallen diverse beheertypen gericht op een bepaalde graslengte (dekking) en de aanwezigheid van voldoende voedsel, met name voor gruttogezinnen. De wetenschappelijke hardheid van de voorgestelde norm (minimaal 1,4 ha kuikenland per gruttobroedpaar, waarvan minimaal 0,4 ha kruidenrijk grasland) is nog voor verbetering vatbaar; ander onderzoek van de Kenniskring (Weidevogels op landschapsschaal, sterk gebaseerd op Laag Holland) wijst uit dat succesvolle weidevogelgebieden een mix van voldoende nestland en kuikenland hebben en dat een aandeel van ca 70% aan laatgemaaid en beweid land daarin één van de factoren is; c. factoren op de trekroute die de overleving bepalen; d. invloed van bodemleven (wormen, emelten) en bodemchemie. De provincie kan op slechts een deel van deze factoren invloed uitoefenen. Waar het gaat om kuikenland, is de norm van het Weidevogelverbond voor het provinciaal beleid operationeler dan een oppervlakteaandeel laatgemaaid en beweid land. Bodemleven en bodemchemie kunnen ook met eenmalige investeringen ( kwaliteitsimpulsen ) worden beïnvloed. Nog enigszins een kennislacune is de rol van beweiding in het weidevogelbeheer. Hoewel er sterke signalen dat beweiding van cruciaal belang is (zie Weidevogels op landschapsschaal), kent het nieuwe subsidiestelsel in deze sfeer slechts één (nieuwe) beheermaatregel: extensieve beweiding. De rol van andere vormen van beweiding is nog onderbelicht. 7

12 3. Beoogde trendbreuken in het provinciale weidevogelbeleid Met de weidevogelvisie en het nieuwe stelsel Programma Beheer treedt met ingang van 2010 een provinciaal weidevogelbeleid in werking dat op verschillende punten een trendbreuk inhoudt met het verleden. Deze vormen deels al een samenvatting van belangrijke punten uit de visie: 1. Mede om de gewenste kwaliteitsslag te bereiken, gaat de provincie het beheer op een andere manier aansturen: de provincie identificeert gebieden waar met voorrang op weidevogels zal worden ingezet. Deze gebieden zijn selectiever gekozen dan nu het geval is; vervolgens stuurt zij vooral op budgetten en op de kosteneffectiviteit van de inzet van die budgetten; om de kosteneffectiviteit te waarborgen, komen er spelregels voor de situering van het beheer op gebiedsniveau; het beheer zal niet langer aanbodgestuurd zijn (iedereen binnen een begrenzing kan aanvragen wat hij wil), maar vraaggestuurd: op basis van een afgewogen plan wordt een optimale deelname gezocht. In het verlengde daarvan komt de verantwoordelijkheid voor het uitstippelen van het beheer veel sterker dan vroeger bij de beheerders in de streek te liggen; de provincie zal het proces om te komen tot integrale weidevogelplannen intensief aansturen/begeleiden en introduceert beheerregie op het gevoerde beheer; de provincie evalueert systematisch de bereikte resultaten en stelt het beleid zo nodig periodiek bij. 2. Er worden alleen middelen ingezet in gebieden die geschikt zijn of op korte termijn geschikt kunnen worden gemaakt. Hiertoe wordt een provinciale geschiktheidskaart opgesteld. Deze kaart wordt leidend voor de situering van weidevogelbeheer in de nieuwe natuurgebiedsplannen en krijgt in de Structuurvisie ook een planologische status. Voor de begrenzing betekent dit een aanmerkelijke indikking van de nu relatief ruime begrenzing: in reële oppervlakten van grofweg 1:5 naar 1:2 en in de toekomst bij toenemend weidevogelareaal zelfs naar 1:1,5. 3. De inzet van middelen (maatregelen en budgetten) wordt geconcentreerd in weidevogelkernen: gebieden met substantiële dichtheden aan weidevogels. Minimaal 90% van het budget zal in deze kernen worden ingezet. De beheerders in weidevogelgebieden zijn primair aan zet om een doelmatig beheer gestalte te geven. Zij krijgen daarmee meer ruimte voor regionaal maatwerk. De provincie geeft de beheerders daarbij wel spelregels mee voor de inzet van maatregelen, met name voor gruttogebieden, om voldoende reproductie van weidevogelgezinnen te waarborgen. 4. Voor een optimaal beheer van de NoordHollandse weidevogelkernen liggen er voor de komende jaren de volgende opgaven: vergeleken met de nu gecontracteerde oppervlakte is er een beheertekort van ca ha. In combinatie met een krappere ruime jas en de kwalitatieve opgaven (zie hierna), is het van groot belang te werken aan draagvlak en deelname; daarnaast is er in het agrarisch gebied een forse opgave om het areaal, de ruimtelijke rangschikking en de kwaliteit van zogeheten kuikenland (beheer gericht op dekking en voedsel voor weidevogelgezinnen) te verbeteren. Bij een kuikenlandnorm van 1,0 ha 8

13 per gruttogezin (de ondergrens van de bandbreedte die de provinciale vereist) is er qua areaal voldoende kuikenland, bij een norm van 1,4 ha (de bovengrens) is er een tekort van ruim ha; de opgave in natuurgebieden is vooral gelegen in het creëren van meer mozaïek in beheer en een betere afstemming tussen het beheer hier en in het omringende agrarisch gebied (ze ook punt 5). De provincie zal de collectieve beheerplannen van de beheerders hierop nauwgezet toetsen. Hoewel de mogelijkheid bestaat om onderbouwd af te wijken van de provinciale spelregels, zullen aanvragen die geen perspectief bieden op optimaal beheer, niet worden gehonoreerd. 5. In het verlengde daarvan gaan beheerders op gebiedsniveau nauwer samenwerken. Daar waar op de schaal van een collectief beheerplan meer beheerders betrokken zijn, vereist de provincie onderlinge afstemming van beheer. 6. Er komt meer ruimte voor regionaal en locaal maatwerk ten aanzien van: de doelformulering. Anders dan in het verleden mikt de provincie niet alleen op de grutto, maar gaat qua doelformulering en inzet van maatregelen onderscheid maken in drie soortgroepen; de ruimtelijke inzet van maatregelen. De beheerders zijn zelf aan zet om met inachtneming van de provinciale spelregels het beheermozaïek uit te stippelen en er komen meer mogelijkheden voor jaarlijkse aanpassingen in het beheer; de pakketinhoud en vergoeding (op basis van de catalogus groenblauwe diensten). Mits daarvoor financiële ruimte is, zijn regionale pakketten of toeslagen (bijv. vaarvergoeding) mogelijk. 7. De provincie investeert veel meer dan in het verleden in het geschikt(er) maken van leefgebieden. Hiertoe zal zij de resterende investeringsbehoefte in kaart brengen en zich inspannen de benodigde middelen bijeen te brengen. 8. De provincie zal ook langs andere beleidsterreinen sterker bijdragen aan een doelmatige weidevogelbescherming: het ruimtelijk beleid zal een stringentere bescherming bieden aan de leefgebieden van weidevogels. Cruciale landschapskenmerken als openheid zullen worden gehandhaafd. Als hieraan (in de maatschappelijke belangenafweging) toch geweld wordt gedaan, is compensatie vereist. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor bepaalde (schadelijke) vormen van waterberging in weidevogelgebieden; waar nodig kan een hoogwaterpakket worden geïntroduceerd; het faunabeleid gaat mogelijkheden scheppen voor extra schadepreventie / predatiebeperking in weidevogelgebieden en voor het achterwege laten van preventieve maatregelen die weidevogels verstoren; het landschapsbeleid zal mede worden gericht op weidevogellandschappen. 9

14 4. Doelen en ambities Ambities In het Actieprogramma Weidevogels (2006) van het landelijke Weidevogelverbond is de volgende ambities overeengekomen: stabilisatie van de neerwaartse trend (voor elke soort) in 2010, daarna realiseren van groei. Om dat te realiseren, komt er ha leefgebied voor zeer kritische soorten (niveau kemphaan), ha voor kritische soorten (niveau grutto) en op het overige areaal (1,2 mln. ha) ruimte voor overige weidevogels (niveau kievit). Er is berekend dat hiervoor jaarlijks ca 30 mln. extra beheergeld nodig is en eenmalig 18 mln. extra aan inrichtingsgeld. Deze ambities zijn inmiddels niet realistisch gebleken. NoordHolland volgt wel de ambitie, maar met een andere tijdplanning: : bereiken van stabilisatie op provinciaal niveau, en wel door: in gebieden met afname anno 2009: afremmen afname, ombuigen naar stabilisatie in stabiele en groeigebieden: ombuigen naar groei, resp. behoud groei : bereiken van groei op provinciaal niveau. De provinciebrede inventarisatie die in 2009 zal plaatsvinden, zal worden gebruikt als nulmeting voor de vorderingen in de jaren daarna. De mogelijkheden voor het verwezenlijken van de ambities hangen nauw samen met: het realiseren van voldoende draagvlak en deelname; het realiseren van een optimale samenwerking tussen beheerders; de beschikbaarheid van afdoende budget. Daarom zal de provincie ook investeren in draagvlak en gebiedsprocessen. Ook worden financiële scenario s opgesteld (zie ook 9) voor de relatie tussen ambities en budgetten. Van ambities naar operationele doelen Omdat op de populatieontwikkeling vele externe factoren van invloed zijn en de provincie alleen kan sturen op beheer en inrichting, fungeren de ambities als streefbeeld en niet als hard afrekenbare doelen. Als afrekenbare doelen formuleren we: verbeteren van de kwaliteit van leefgebieden voor weidevogels, c.q. van de randvoorwaarden voor optimaal beheer. Niet alleen door een brede insteek in het provinciale beleid (zie 5), maar ook door een betere doorwerking van het provinciale beleid in plannen van andere partijen; realiseren van het optimale areaal aan weidevogelbeheer (groei met ca ha ten opzichte van 2009), dus van een groei in de deelname; realiseren van een optimale samenstelling en situering van het beheer, met name voor de gruttogroep (goede verhouding tussen nestland en kuikenland in een doelmatige ruimtelijke configuratie); verbeteren van de samenwerking tussen beheerders (af te meten aan het aantal collectieve beheerplannen dat door meer dan één beheerder is opgesteld); in stand houden en zo mogelijk vergroten van het voor weidevogelbeheer beschikbare budget. Drie prioriteiten De provinciale inspanning is gericht op: duurzame weidevogelpopulaties; duurzaam beheer; 10

15 duurzame inzet / motivatie beheerders. De provincie hanteert daarbij drie prioriteiten 1. Houden wat we hebben, maar tegelijk anticiperen op groei. 2. Investeren in leefgebieden. 3. Realiseren van groei en vernieuwen van beleid. In de periode zal het beleid worden gericht op de twee eerste prioriteiten. De prioriteiten zullen in de komende paragrafen nader worden uitgewerkt. Indeling in drie soortgroepen In de natuurgebiedsplannen zullen de ambities per soortgroep worden vastgelegd en zal de maatregelkeuze hierop worden afgestemd (regionaal maatwerk). Hierbij wordt onderscheid gemaakt in drie soortgroepen: de gruttotureluurgroep; de kievitscholekstergroep; de zangvogelgroep (veldleeuwerik, graspieper en gele kwikstaart). Op twee andere soortgroepen (zeer kritische soorten en eenden) komen we hierna nog kort terug. De driedeling speelt een rol waar het gaat om de spelregels voor het beheer (zie 6). Waar het gaat om het identificeren van kerngebieden (zie eveneens 6) onderscheiden we slechts twee typen gebieden: gruttokerngebieden en weidevogelkerngebieden. De laatste gebieden zijn niet zonder meer gelijk aan de leefgebieden van de twee laatste soortgroepen, maar weerspiegelen wel de gebieden die voor àndere soorten dan grutto en tureluur van belang zijn. In de collectieve beheerplannen geven de regionale beheerders aan op welke soortgroep(en) zij mikken. De beheerders op Texel hebben dat bijvoorbeeld in het Weidevogelplan Texel al in detail gedaan. Zeer kritische soorten en watervogels Er zijn nog twee andere soortgroepen die in NoordHolland voorkomen: a. De groep van de zeer kritische soorten zoals kemphaan, watersnip en zomertaling. Deze soorten komen goeddeels voor in de geïdentificeerde weidevogelkernen, en met name in de gruttokernen (zie bijlage 9). Voor deze groep is het provinciale beleid als volgt: daar waar deze soorten voorkomen, is het streven gericht op behoud/verbetering van het leefgebied. De regionale collectieve beheerplannen moeten aangeven welke maatregelen hiervoor worden genomen. In beginsel staat hiervoor in het nieuwe stelsel Programma Beheer en breed scala aan beheermaatregelen en inrichtingssubsidies ter beschikking; daar waar de soort broedt in een Natura 2000gebied (zo zijn kemphaan en/of watersnip doelsoort in de N2000gebieden Wormer en Jisperveld en Ilperveld, Varkensland, Oostzanerveld en Twiske), zullen de N2000beheerplannen voorzien in passende maatregelen. Daarbij staan overigens dezelfde maatregelen ter beschikking als hiervoor genoemd; ook zijn maatregelen mogelijk vanuit het provinciale soortenbeschermingsbeleid (nu leefgebiedenbeleid). b. De groep van de watervogels (eenden). De provincie voert hiervoor geen apart beleid. Deels broeden deze soorten in de slootkanten en zijn ze meer geholpen met slootkantbeheer dan met beheer op de percelen zelf. Waar het gaat om soorten die in het grasland broeden (bijv. slobeend), liften ze mee op de maatregelen voor andere graslandbroeders (met name de maatregelen voor de gruttogroep). 11

16 5. Inzet provincie De provincie wil breed inzetten op weidevogels. daarbij gaat het niet alleen om optimaal beheer, maar ook om andere randvoorwaarden voor een duurzaam behoud en beheer. In deze paragraaf schets de provincie zijn inzet voor een effectief en gedragen weidevogelbeheer. In de paragrafen daarna gaan we in detail in op de inzet van de provincie waar het gaat om beheer in inrichting. In 10 beschrijven we welke inzet de provincie van andere partijen verwacht. Inzet van middelen beter toespitsen De provincie gaat veel meer dan in het verleden financiële en inhoudelijke sturing toepassen: de provincie past het nieuwe subsidiestelsel (SNL) voor weidevogels alleen toe in geschikte leefgebieden. Het merendeel van het budget (minimaal 90%) wordt besteed in zogeheten weidevogelkerngebieden. Het uitgebreide en waardevolle gegevensbestand van NoordHolland maakt een verantwoorde en doelmatige toespitsing van de ingezette maatregelen goed mogelijk; er komen spelregels voor de samenstelling en ruimtelijke situering van het beheer. Het gebied (de gezamenlijke beheerders) is aan zet om hiervoor een solide plan op te stellen als basis voor de subsidieaanvraag. Dit wordt door de provincie getoetst. De werkwijze met leefgebieden en kerngebieden beschrijven we uitgebreid in de volgende paragraaf. Ook bij deze doelgerichte aanpak is extra geld nodig voor het beheer van de NoordHollandse weidevogelkerngebieden. De provincie zal zich inspannen om hiervoor extra budget te creëren. Optimale organisatie van het beheer De provincie zal een goede organisatie van het beheer bevorderen door te investeren in: vakmanschap van beheerders (aanvullend op mogelijkheden hiertoe in het nieuwe subsidiestelsel); inzet en opleiding van vrijwilligers (via Landschap NoordHolland); samenwerking tussen beheerders, bijvoorbeeld door het oprichten van weidevogelkringen. De provincie blijft dus investeren in (de organisatie van) vrijwillige weidevogelbescherming (veelal nestbescherming), maar verwacht dat in de communicatie en contacten hierover ook het belang van maatregelen voor kuikens wordt benadrukt. Vernieuwing beheer De provincie wil een actieve rol spelen in de verdere vernieuwing van het weidevogelbeheer door: een gedegen monitoring en evaluatie van het gevoerde beheer (zie hierna); experimenten met nieuwe vormen van beheer; bijdragen aan kennisontwikkeling, bijvoorbeeld door het provinciale Kenniscentrum; begeleiding van gruttobedrijven, bedrijven die omschakelen naar weidevogelbeheer als primaire tak. In 8 zijn enkele onderdelen wat nader uitgewerkt. Verbeteringen in het weidevogelinstrumentarium zullen zo snel mogelijk (zo nodig en mogelijk ook in lopende contractperioden) worden doorgevoerd. Monitoring en evaluatie Voortzetten van intensieve monitoring en evaluatie. In 2009 zullen de weidevogels in de gehele provincie worden geïnventariseerd. Deze inventarisatie fungeert tevens als nulmeting 12

17 voor het realiseren van de visiedoelen. In de jaren daarna zal het reguliere inventarisatieschema (jaarlijks meetnetplots en selecte roulerende gebiedsdekkende inventarisaties) worden voortgezet. Mede op basis van de inventarisaties zullen elke drie jaar beleidsevaluaties plaatsvinden, in 2015 en 2021 (een jaar voor het einde van elke beheerperiode) grondiger dan in 2012 en 2018 (tussentijds). Landschapsbeleid Het provinciale landschapsbeleid zal sterker worden gekoppeld aan behoud en versterking van weidevogellandschappen. Daarbij kan het gaan om substantiële overheidsfinanciering (bijvoorbeeld door koppelen van EUlandbouwgelden aan maatschappelijke doelen zoals landschapsbeheer), maar ook om bevordering van private financiering en nieuwe economische dragers voor weidevogellandschappen. Regeling probleemgebieden In het verlengde daarvan: op dit moment is toepassing van de regeling probleemgebieden, een regeling voor compensatie van landbouwbedrijven voor natuurlijke handicaps, gekoppeld aan toepassing van actief natuur en landschapsbeheer. Omdat de toepassing van de SAN sterker wordt geconcentreerd in kerngebieden, maar de provincie het omringende landschap graag intact wil houden, verdient het in het kader van deze visie overweging om de koppeling op te heffen. In dat geval zal de provincie op dit punt afwijken van de modelverordening Programma Beheer zoals het IPO die heeft opgesteld. Ruimtelijke ordening De kaart met weidevogelleefgebieden wordt opgenomen in het ruimtelijk beleid (Structuurvisie) en krijgt daarmee een planologische status. In de Structuurvisie zal overigens nog wel een integrale afweging plaatsvinden met andere ruimtelijke belangen. Inzet is dat weidevogelleefgebieden zoveel mogelijk worden gevrijwaard van voor weidevogels verstorende ruimtelijke ingrepen. Als die onvermijdelijk zijn, geldt een compensatieplicht. De provincie zal de weidevogelbelangen regelen via de Provinciale Ruimtelijke Verordening. Faunabeleid De provincie draagt voor zover dat nog niet het geval is zorg voor een goede juridische basis voor populatiebeheersing van predatoren en verstorende soorten (met name vos en overzomerende ganzen). Voor deze soorten is het faunabeleid in beginsel goed geregeld. Voor ganzen komt de provincie echter binnenkort met een uitvoeringskader, waarin: het mogelijk wordt om extra populatiebeheersende maatregelen te treffen in belangrijke weidevogelgebieden. Voorgenomen maatregelen moeten overigens wel in het Faunabeheerplan beargumenteerd zijn; het gemakkelijker wordt om in weidevogelgebieden preventieve maatregelen (nu verplicht om schade te kunnen claimen, maar verstorend voor weidevogels) achterweg te laten. De provincie volgt daarin de landelijke lijn van het Faunafonds. Waterbeleid In het waterbeleid neemt de provincie de weidevogelbelangen als volgt mee: daar waar de doelen vooral zijn gericht op de gruttotureluurgroep of de zeer kritische soorten, is het voor de weidevogels gewenst om de kerngebieden te vrijwaren van peilverlaging. In de meeste veenweidegebieden is dit overigens al staand beleid. In de besluitvorming zal hierbij in landbouwgebieden uiteraard ook rekening worden gehouden met de agrarische functie; 13

18 daar waar peilverhoging gewenst is, kan een speciaal beheerpakket ( hoogwaterpakket ) worden geïntroduceerd. De beheerders kunnen in hun collectieve beheerplan voorstellen doen voor zo n nieuwe maatregel, die valt onder het maatwerk waarover we eerder spraken; waar waterberging in weidevogelgebieden aan de orde is, wordt aan de hand van monitoring vastgesteld of er sprake is van synergie of strijdigheid. In het laatste geval is compensatie verplicht. Grondbeleid Daar waar draagvlak is, zal de provincie investeren in beheergrondbanken (nu al in Laag Holland en de Vechtstreek, mogelijk ook op Texel) om het weidevogelbeheer en het natuurbeheer in brede zin extra impulsen te geven. Inzet naar LNV en andere provincies De provincie zet zich in voor: een LNVbijdrage in de gestegen beheervergoedingen (in IPOverband). Komt die er niet, dan is de provincie genoodzaakt zijn ILGtaakstelling aan te passen; een verhoging van de LNVbijdrage aan Staatsbosbeheer als het provinciale weidevogelbeleid voor SBB tot hogere kosten leidt; een optimale afstemming met andere weidevogelprovincies waar het gaat om de instrumenten en financiën voor weidevogelbeheer; een efficiënte verdeling van de geldmiddelen voor weidevogelbeheer tussen de weidevogelprovincies. De tussentijdse evaluatie van het ILG in 2010 is daarvoor de eerstkomende gelegenheid. 14

19 6. Prioriteit 1: houden wat we hebben Inzet voor hele provincie: wettelijke vereisten en vrijwillige bescherming Voor een optimale weidevogelbescherming is de volgende getrapte insteek van belang: overal gelden uiteraard de wettelijke vereisten voor bescherming, zoals vastgelegd in de Flora en Faunawet. Voor landbouwgebieden wordt in het kader van die wet momenteel een Gedragscode weidevogelbescherming ontwikkeld waarin de (onbetaalde) basiseisen aan de bescherming zijn vastgelegd. Die gelden in de hele provincie, overal waar weidevogels voorkomen. De provincie zal bevorderen dat deze gedragscode voortvarend wordt vastgesteld (zie ook 10); onbetaalde bescherming vindt ook plaats door het ontzien van legsels die tevoren (veelal door vrijwilligers) zijn opgespoord en gemarkeerd. De provincie blijft zoals gezegd in 5 investeren in de coördinatie van deze bescherming. Deze bescherming vormt de onbetaalde basis voor de betaalde weidevogelbescherming, waarover het later in deze paragraaf met name zal gaan. Identificeren van geschikte leefgebieden Anders dan in het verleden zal de provincie de komende twaalf jaar veel gerichter investeren in gebieden die geschikt zijn (of zijn te maken), waar zich bepaalde minimum dichtheden aan weidevogels bevinden (de zogeheten kerngebieden) en waar een effectieve maatregelmix wordt ingezet. Eerste stap daarin is het identificeren van geschikte weidevogelleefgebieden. Deze worden leidend voor het sluiten van contracten in het kader van de nieuwe natuurgebiedsplannen: subsidieaanvragen van buiten geschikte leefgebieden worden in beginsel niet gehonoreerd. Let wel: het gaat hier alleen om aanvragen voor weidevogelbeheer, niet voor eventuele andere natuurtypen. De leefgebieden zijn ruimer dan de later te definiëren weidevogelkerngebieden. De provincie vindt een ruimere begrenzing dan alleen de kerngebieden van belang: omdat een deel van de weidevogels zich buiten de kerngebieden blijkt te bevinden (zie verderop). De provincie wil (bij voldoende financiën) een zo groot mogelijk deel van de huidige populaties adequate bescherming bieden; de provincie wil anticiperen op de beoogde populatiegroei; weidevogelpopulaties zijn dynamisch en verplaatsen zich soms binnen een gebied. De provincie heeft een kaart opgesteld van weidevogelleefgebieden. Bijlage 4 bevat niet alleen de voorlopige kaart, maar ook een verantwoording van de totstandkoming daarvan. De leefgebiedenkaart beslaat een oppervlakte van ha, waarvan bijna ha grasland (83%) en ruim ha bouwland (17%). De leefgebieden beslaan tweemaal de oppervlakte waarvoor nu contracten zijn gesloten en tevens tweemaal het hectarequotum in het kader van het Programma Beheer. Vergeleken met de huidige begrenzingen betekent de nieuwe kaart een indikking met ha (let wel: niet op de gehele ha is nu weidevogelbeheer mogelijk). Niettemin blijft er gemiddeld over de provincie een werkbare ruime jas van 1:2 over. In het optimale scenario waarin het beheerde areaal met ha groeit, wordt de jas krapper en bedraagt die gemiddeld 1 : 1,5 (zie bijlage 4). In gebieden die als niet geschikt zijn aangemerkt, zullen in beginsel geen weidevogelpakketten worden opengesteld. Dat wil niet altijd zeggen dat hier geen vogels zitten die beschermingswaardig zijn. Soms zal hier gebruik kunnen worden gemaakt van 15

20 andere pakketten, zoals die voor akkervogels. Soms zal vrijwillige (onbetaalde) bescherming voldoende zijn. En soms zal nauwelijks actieve bescherming nodig zijn, zoals op een deel van het akker en bollenland. Als daarvoor goede redenen zijn, kunnen beheerders in gebieden die in eerste instantie niet als leefgebied zijn aangemerkt, hiertoe bij het opstellen van het natuurgebiedsplan alsnog een verzoek indienen, mits dat vergezeld gaat van een solide onderbouwing. Dat kan bijvoorbeeld gelden voor stroken land die in het model als ongeschikt zijn geclassificeerd door hun afstand tot bebouwing of beplanting, maar waar in de praktijk wel vogels blijken te broeden. Definitief ongeschikte landbouwgebieden zullen niet langer worden begrensd als weidevogelgebied. Definitief ongeschikte natuurgebieden met een primaire weidevogeldoelstelling zullen als ze nog niet zijn verworven worden ontgrensd als natuurgebied, tenzij een andere kansrijke doelstelling kan worden gevonden. Voor definitief ongeschikte gebieden die zijn verworven, zal in samenspraak met de beheerder (zij leveren de provincie binnenkort nieuwe voorstellen voor natuurdoeltypen toe) een andere doelstelling (landschap, botanisch etc.) worden gezocht, zodanig dat het weidevogelbeheer in de aanpalende kern(en) optimaal wordt ondersteund. Zo nodig zullen hiervoor nieuwe beheerpakketten worden ontwikkeld. De leefgebiedenkaart krijgt twee functies: a. hij begrenst de mogelijkheden om weidevogelsubsidie aan te vragen; b. hij krijgt een planologische status: hij zal worden opgenomen in de provinciale Structuurvisie om ontwikkelingen tegen te gaan die schadelijk zijn voor weidevogels zie ook 9. De leefgebieden kaart zoals opgenomen in bijlage 4 is een voorlopige kaart die in 2010 zal worden herzien. Dat heeft drie hoofdredenen: de leefgebiedenkaart is mede gebaseerd op de kaarten met kerngebieden (zie hierna). Deze zijn in sommige gebieden gebaseerd op onvolledig gegevens. Met de integrale telling van 2009 worden deze lacunes grotendeels opgevuld. De resultaten van deze telling zullen eind 2009 worden verwerkt in definitieve kaarten, die een plek zullen krijgen in de nieuwe natuurgebiedsplannen (leefgebieden en kerngebieden) resp. de Structuurvisie (leefgebieden); de leefgebiedenkaart is mede gebaseerd op de gruttogeschiktheidskaart van Alterra. Alterra werkt momenteel aan een verbeterde versie van deze kaart. Die komt in de loop van 2009 beschikbaar; de Alterrakaart is mede gebaseerd op grondwatertrappen. Dat is een nogal grove benadering als het gaat om geschiktheid voor weidevogels. Voor Laag Holland heeft de provincie wel de beschikking over meer gedetailleerde gegevens over de drooglegging, daarbuiten nog niet. Identificatie van kerngebieden De provincie onderscheidt twee typen kerngebieden: gruttokerngebieden en weidevogelkerngebieden. Conform de beleidsadviezen van het Weidevogelverbond zijn gruttokerngebieden gedefinieerd als gebieden met minimaal 10 gruttobroedparen per 100 ha en weidevogelkerngebieden als gebieden met minimaal 20 broedparen per 100 ha van alle soorten behalve kievit, krakeend en graspieper (deze soorten zijn door hun verspreiding minder geschikt voor het definiëren van kerngebieden). Hoewel NoordHolland landelijk gezien relatief hoge dichtheden kent, volgt de provincie de ondergrenzen van het Weidevogelverbond. De provincie vindt het van belang om substantiële delen van de 16

Notitie Weidevogels Noord-Holland, 20 mei 2010

Notitie Weidevogels Noord-Holland, 20 mei 2010 Notitie Weidevogels Noord-Holland, 20 mei 2010 Kees (C.) J.G. Scharringa, 19 mei 2010 Inleiding De notitie geeft beknopte informatie over de verspreiding, aantallen en trends van weidevogels in Noord-Holland

Nadere informatie

Provinciaal weidevogelonderzoek in de regio Amstel-, Gooi- en Vechtstreek Uit het Jaarboek Weidevogels 2007

Provinciaal weidevogelonderzoek in de regio Amstel-, Gooi- en Vechtstreek Uit het Jaarboek Weidevogels 2007 Provinciaal weidevogelonderzoek in de regio Amstel-, Gooi- en Vechtstreek Uit het Jaarboek Weidevogels 2007 Inleiding In 2005 verschenen alarmerende berichten over een snelle teruggang van weidevogels

Nadere informatie

Weidevogelvisie Provincie Utrecht

Weidevogelvisie Provincie Utrecht Weidevogelvisie Provincie Utrecht Weidevogelvisie Provincie Utrecht 1 Colofon Uitgave Provincie Utrecht, januari 2012 Vormgeving/DTP Del Puerto Design Grafische begeleiding MultiMediaCentrum provincie

Nadere informatie

Selectief maar voortvarend investeren in effectief agrarisch natuurbeheer

Selectief maar voortvarend investeren in effectief agrarisch natuurbeheer Selectief maar voortvarend investeren in effectief agrarisch natuurbeheer De breedte van het speelveld Betaald beheer (SNL): 179.000 ha, 64 mln. (excl. ganzen) 13.500 bedrijven = 27% van grondgebonden

Nadere informatie

WEIDEVOGELS LOPIKERWAARD

WEIDEVOGELS LOPIKERWAARD WEIDEVOGELS LOPIKERWAARD 214 Er is goed nieuws en er is slecht nieuws WEIDEVOGELS LOPIKERWAARD 214: ER IS GOED NIEUWS EN ER IS SLECHT NIEUWS Sinds 211 telt DNatuur voor ANV Lopikerwaard hoeveel Grutto

Nadere informatie

Voorlichtingsavonden SNL Fryslan Vragen en antwoorden

Voorlichtingsavonden SNL Fryslan Vragen en antwoorden Voorlichtingsavonden SNL Fryslan Vragen en antwoorden 1. Ik heb in 2007 subsidie aangevraagd, moet ik nu opnieuw aanvragen? Antwoord: U kan overstappen per 1 januari, maar dat hoeft niet. 2. Mijn contracten

Nadere informatie

ffi SrnTEN '?",iffhorrand ETf,E Lid Gedeputeerde Staten 2,0 MEI 1016 Nulmeting Aan Provinciale Staten

ffi SrnTEN '?,iffhorrand ETf,E Lid Gedeputeerde Staten 2,0 MEI 1016 Nulmeting Aan Provinciale Staten Lid Gedeputeerde Staten SrnTEN Mr. J.F. (Han) Weber Contact 070 441 61 96 jf.weber@pzh.nl '?",iffhorrand Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441 66 11 www.zuid-holland.nl Aan Provinciale

Nadere informatie

Weidevogels in Noord-Holland Jaarboek 2009

Weidevogels in Noord-Holland Jaarboek 2009 Weidevogels in Noord-Holland Jaarboek 2009 2 Wintertaling Foto: Jan Vink / Foto Natura Inhoud Voorwoord 4 1. Kenniscentrum Weidevogels 5 2. Het provinciaal weidevogelmeetnet in 2009 7 2.1 Inleiding 7 2.2

Nadere informatie

Weidevogelbeheerevaluatie Gelderland 2017

Weidevogelbeheerevaluatie Gelderland 2017 Weidevogelbeheerevaluatie Gelderland 2017 Collectief Rivierenland Beeld: Shutterstock Datum: 15-11-2017 In opdracht van De agrarische collectieven Gelderland 1 Duivense broek Een deel van het Duivense

Nadere informatie

Beheerevaluatie 2018 weidevogels

Beheerevaluatie 2018 weidevogels Beheerevaluatie 2018 weidevogels Auteur Opdrachtgever Status Stichting Landschapsbeheer Gelderland VALA Definitieve versie Datum 06-11-2018 1 Inhoudsopgave 1 Inhoudsopgave 2 Inleiding... 3 3 Beltrumse

Nadere informatie

SCAN. Checklist Beheerstrategie

SCAN. Checklist Beheerstrategie STICHTING COLLECTIEF AGRARISCH NATUURBEHEER SCAN Checklist Beheerstrategie In de beheerstrategie legt het collectief uit welke keuzen het heeft gemaakt uit de overheidsdoelen, hoe deze doelen mede op basis

Nadere informatie

De kern ligt bij plasdras

De kern ligt bij plasdras 7-3-2014 Inleiding presentatie Weidevogelbeheer Vereniging Noardlike Fryske Wâlden Weidevogelaantallen 2009-2012 Plasdras voor meer weidevogels Netwerken voor vitale populaties De kern ligt bij plasdras

Nadere informatie

Weidevogels in midden Noord-Holland

Weidevogels in midden Noord-Holland Weidevogels in midden Noord-Holland Analyse van veldresultaten uit 2013 in relatie tot het provinciale weidevogelbeleid Foto: Joke Huijser-Spekken 2 Colofon Status uitgave: Rapport nr.: Datum uitgave:

Nadere informatie

Fig. 4.3a. Dichtheden weidevogels in het reservaatsgebied Giethoorn-Wanneperveen 1987-2010 (229 ha)

Fig. 4.3a. Dichtheden weidevogels in het reservaatsgebied Giethoorn-Wanneperveen 1987-2010 (229 ha) Lichte groei weidevogelstand Giethoorn-Wanneperveen in 2010 Obe Brandsma De belangrijkste resultaten samengevat: Het onderzoeksgebied Giethoorn-Wanneperveen (229 ha) is één van de weinige gebieden in Nederland

Nadere informatie

Subsidiestelsel Natuur- en Landschapsbeheer provincie Utrecht Invulling regionaal maatwerk

Subsidiestelsel Natuur- en Landschapsbeheer provincie Utrecht Invulling regionaal maatwerk Subsidiestelsel Natuur- en Landschapsbeheer provincie Utrecht Invulling regionaal maatwerk 1. Aanleiding en doel De huidige subsidieregelingen voor natuur- en landschapsbeheer worden als bureaucratisch

Nadere informatie

Weidevogels in West-Friesland in 2014

Weidevogels in West-Friesland in 2014 Weidevogels in West-Friesland in 2014 Analyse van weidevogelinventarisaties in relatie tot het provinciale weidevogelbeleid FOTO: JOKE HUIJSER-SPEKKEN 2 Colofon Status uitgave: Rapport nr.: Datum uitgave:

Nadere informatie

GEBIEDSBEHEERPLAN SNL ZUID-WEST RIJNLAND

GEBIEDSBEHEERPLAN SNL ZUID-WEST RIJNLAND GEBIEDSBEHEERPLAN SNL ZUID-WEST RIJNLAND Gebiedscoördinator SNL: ANV Haarlem/Spaarnwoude Contactpersoon: Mark Kuiper Adres: Oostermeerkade 6, 1184 TV Amstelveen Tel./email: 020 47 20 777; mark@natuurbeleven.nl

Nadere informatie

Was word tabel Natuurbeheerplan 2017 ontwerp Natuurbeheerplan tekstdeel

Was word tabel Natuurbeheerplan 2017 ontwerp Natuurbeheerplan tekstdeel Was word tabel Natuurbeheerplan 2017 ontwerp Natuurbeheerplan 2018 tekstdeel Algemeen: Overal waar 2017 stond is dit aangepast naar 2018 Natuurnetwerk Nederland is afgekort tot NNN. Specifiek per pagina:

Nadere informatie

Was - Wordt tabel Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2018

Was - Wordt tabel Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2018 Was - Wordt tabel Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2018 Was Wordt tabel tekstuele wijzigingen Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2018 Pagina Natuurbeheerplan 2017 Ontwerp Natuurbeheerplan 2018 Natuurbeheerplan

Nadere informatie

Subsidiestelsel Natuur en Landschap

Subsidiestelsel Natuur en Landschap Subsidiestelsel Natuur en Landschap Nederland is rijk aan waardevolle natuur- en cultuurlandschappen. De provincies zijn in Nederland verantwoordelijk voor het natuurbeheer en willen de natuurwaarden in

Nadere informatie

TOELICHTING WEIDEVOGEL- LEEFGEBIEDEN

TOELICHTING WEIDEVOGEL- LEEFGEBIEDEN TOELICHTING WEIDEVOGEL- LEEFGEBIEDEN Foto: Onno Steendam Landschap Noord-Holland Toelichting Weidevogelleefgebieden Over wie gaat het? Weidevogels zijn vogels die in uitgestrekte en kruidige graslanden

Nadere informatie

Greppel plas dras op Texel. Resultaten van een driejarig experiment

Greppel plas dras op Texel. Resultaten van een driejarig experiment Greppel plas dras op Texel Resultaten van een driejarig experiment ANLV De Lieuw Texel Siebold van Breukelen September 2015 ANLV De Lieuw Texel - Ottersaat 5-1792 CC Oudeschild - tel 0222 314072 -E mail

Nadere informatie

5 minuten versie voor Provinciale Staten

5 minuten versie voor Provinciale Staten 5 minuten versie voor Provinciale Staten Directie DLB Afdeling Water en Groen Registratienummer PZH-2015-511135845 (DOS-2014-0006785) Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum Geheim 14 april

Nadere informatie

Rapportage natuurbeheer. Weidevogels. Stichting Agrarische Bedrijven Spaarnwoude (SAS) Melkveebedrijf de Ettingen Zoogkoeienbedrijf de Koningshoeve

Rapportage natuurbeheer. Weidevogels. Stichting Agrarische Bedrijven Spaarnwoude (SAS) Melkveebedrijf de Ettingen Zoogkoeienbedrijf de Koningshoeve Rapportage natuurbeheer Weidevogels Stichting Agrarische Bedrijven Spaarnwoude (SAS) Melkveebedrijf de Ettingen Zoogkoeienbedrijf de Koningshoeve 2016 1 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Weidevogels... 5 2.a.

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (Partij voor de Dieren) (d.d. 27 september 2011) Nummer 2553

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (Partij voor de Dieren) (d.d. 27 september 2011) Nummer 2553 van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (Partij voor de Dieren) (d.d. 27 september 2011) Nummer 2553 Onderwerp Bescherming weidevogels en verbetering weidevogelstand Aan de leden van Provinciale

Nadere informatie

Subsidie voor het Texelse weidevogelgebied.

Subsidie voor het Texelse weidevogelgebied. Subsidie voor het Texelse weidevogelgebied. Algemene informatie Vanuit de SNL regeling is weidevogelbeheer op gemengde agrarische gebied mogelijk mits het voldoet aan de leefgebieden criteria voor weidevogels

Nadere informatie

Weidevogelbeheerevaluatie Gelderland 2017

Weidevogelbeheerevaluatie Gelderland 2017 Weidevogelbeheerevaluatie Gelderland 2017 Collectief Veluwe Beeld: Shutterstock Datum: 15-11-2017 In opdracht van De agrarische collectieven Gelderland 1 Polder Oosterwolde Delen van de polder Oosterwolde

Nadere informatie

Beheerevaluatie 2018 weidevogels

Beheerevaluatie 2018 weidevogels Beheerevaluatie 2018 weidevogels Auteur Opdrachtgever Status Stichting Landschapsbeheer Gelderland Collectief Rivierenland Definitief Datum 08-11-2018 1 Inhoudsopgave 1 Inhoudsopgave 2 Inleiding... 5 3

Nadere informatie

Het provinciaal weidevogelmeetnet in 2007 Uit het Jaarboek Weidevogels 2007

Het provinciaal weidevogelmeetnet in 2007 Uit het Jaarboek Weidevogels 2007 Het provinciaal weidevogelmeetnet in 7 Uit het Jaarboek Weidevogels 7 Al 21 jaar meetnetwerk Het weidevogelmeetnet Noord-Holland is één van de oudste in ons land. Vanaf 1987 zijn in 51 proefvlakken elk

Nadere informatie

Aantal gevonden legsels in 2008

Aantal gevonden legsels in 2008 10 1 Broedpaaraantallen 2. Reproductie Na terugkomst van weidevogels in hun broedgebied vormen zich paren en kiezen de vogels een plek om te gaan broeden: de vestiging. Daarna komen twee belangrijke reproductiefasen:

Nadere informatie

Rapportage natuurbeheer. Weidevogels. Stichting Agrarische Bedrijven Spaarnwoude (SAS) Melkveebedrijf de Ettingen Zoogkoeienbedrijf de Koningshoeve

Rapportage natuurbeheer. Weidevogels. Stichting Agrarische Bedrijven Spaarnwoude (SAS) Melkveebedrijf de Ettingen Zoogkoeienbedrijf de Koningshoeve Rapportage natuurbeheer Weidevogels Stichting Agrarische Bedrijven Spaarnwoude (SAS) Melkveebedrijf de Ettingen Zoogkoeienbedrijf de Koningshoeve 2015 1 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Weidevogels... 5 2.a.

Nadere informatie

Weidevogels en predatie. Wolf Teunissen Paul Goedhart Hans Schekkerman Maja Roodbergen

Weidevogels en predatie. Wolf Teunissen Paul Goedhart Hans Schekkerman Maja Roodbergen Weidevogels en predatie Wolf Teunissen Paul Goedhart Hans Schekkerman Maja Roodbergen kievit grutto tureluur wulp watersnip kemphaan scholekster slobeend krakeend kuifeend zomertaling tafeleend wintertaling

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Prins Clauslaan 8 Den Haag Postbus 20401 2500 EK Den Haag www.minlnv.nl

Nadere informatie

WAARNEMEN REGISTREREN ANALYSEREN COMMUNICEREN/RAPPORTEREN. Aad van Paassen, Landschapsbeheer Nederland/LandschappenNL

WAARNEMEN REGISTREREN ANALYSEREN COMMUNICEREN/RAPPORTEREN. Aad van Paassen, Landschapsbeheer Nederland/LandschappenNL BROEDEN OP WEIDEVOGELDATA VAN WAARNEMEN TOT REGISTREREN TOT ANALYSEREN TOT COMMUNICEREN/RAPPORTEREN Aad van Paassen, Landschapsbeheer Nederland/LandschappenNL VAN WAARNEMEN TOT REGISTREREN TOT ANALYSEREN

Nadere informatie

Voor Zuid-Holland zijn deze beleidsdoelen vastgelegd in de Beleidsvisie Groen.

Voor Zuid-Holland zijn deze beleidsdoelen vastgelegd in de Beleidsvisie Groen. Was-Wordt tabel Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2019 (versie 17 jan18) Was Wordt tabel tekstuele wijzigingen Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2019 Pagina Natuurbeheerplan 2018 Ontwerp Natuurbeheerplan 2019

Nadere informatie

Toekomst agrarisch natuurbeheer in West-Friesland in 2016. Boeren en weidevogels: vrienden voor het leven.

Toekomst agrarisch natuurbeheer in West-Friesland in 2016. Boeren en weidevogels: vrienden voor het leven. Toekomst agrarisch natuurbeheer in West-Friesland in 2016 Boeren en weidevogels: vrienden voor het leven. 1 2 Toekomst agrarisch natuurbeheer in West-Friesland in 2016 Boeren en weidevogels: vrienden voor

Nadere informatie

Uitleg flexibiliteit beheer ANLb

Uitleg flexibiliteit beheer ANLb Uitleg flexibiliteit beheer ANLb Het stelsel ANLb biedt het collectief op meerdere manieren flexibiliteit in de uitvoering van het agrarisch natuur- en landschapsbeheer. De gebiedsaanvraag, de toepassing

Nadere informatie

Beste Randy, Bedankt voor de medewerking. Met vriendelijke groet, Danny Eijsackers.

Beste Randy, Bedankt voor de medewerking. Met vriendelijke groet, Danny Eijsackers. Van: Danny Eijsackers [mailto:d.eijsackers@milieufederatie.nl] Verzonden: woensdag 10 mei 2017 14:58 Aan: Statengriffie Onderwerp: Bijeenkomst boerenlandvogels Beste Randy, Hierbij stuur ik je 2 documenten

Nadere informatie

Formulier ten behoeve van het indienen van schriftelijke vragen als bedoeld in artikel 37 van het Reglement van Orde Verenigde Vergadering Delfland

Formulier ten behoeve van het indienen van schriftelijke vragen als bedoeld in artikel 37 van het Reglement van Orde Verenigde Vergadering Delfland Formulier ten behoeve van het indienen van schriftelijke vragen als bedoeld in artikel 37 van het Reglement van Orde Verenigde Vergadering Delfland Peilbeheer en weidevogels Aanleiding De Algemene Waterschapspartij

Nadere informatie

Begrenzingenplan Ganzenfoerageergebieden Noord-Holland

Begrenzingenplan Ganzenfoerageergebieden Noord-Holland Begrenzingenplan Ganzenfoerageergebieden Noord-Holland (Begrenzingen Programma Beheer) 6.080 ha begrensd waarvan: - 2.121 ha in de Zeevang - 2.497 ha in Waterland-oost - 1.462 ha in de Vechtstreek Gedeputeerde

Nadere informatie

Naar een goed weidevogelbeheer. Cees Witkamp Senior beleidsmedewerker boerenlandvogels Vogelbescherming Nederland

Naar een goed weidevogelbeheer. Cees Witkamp Senior beleidsmedewerker boerenlandvogels Vogelbescherming Nederland Naar een goed weidevogelbeheer Cees Witkamp Senior beleidsmedewerker boerenlandvogels Vogelbescherming Nederland 1 Even iets over Vogelbescherming o Opgericht 1899 o C. 140.000 leden o C. 65 werknemers

Nadere informatie

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Verordening vastgesteld: 26-06-2003 In werking getreden: 15-09-2003 COMPENSATIEVERPLICHTING Artikel 1 Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan

Nadere informatie

Hoe kunt u meedoen? Help

Hoe kunt u meedoen? Help Agrariërs Weidevogelwerkgroepen snest Gemeenten Weidevogelwerkgroep Binnenveld-Oost, Weidevogelwerkgroep Binnenveld-West, de initiatiefnemers van het Weidevogelplan WERV-gemeenten Wageningen, Ede, Rhenen

Nadere informatie

Bescherming Weidevogels Zuid-Holland Versterken, ondersteunen en stimuleren van vrijwilligerswerk in het groen

Bescherming Weidevogels Zuid-Holland Versterken, ondersteunen en stimuleren van vrijwilligerswerk in het groen Bescherming Weidevogels Zuid-Holland 2018 Versterken, ondersteunen en stimuleren van vrijwilligerswerk in het groen Dit jaarverslag is tot stand gekomen in samenwerking met 17 actieve weidevogelgroepen

Nadere informatie

Zuid-Hollandse weide- en akkervogels in de knel, hernieuwde aanpak nodig

Zuid-Hollandse weide- en akkervogels in de knel, hernieuwde aanpak nodig Zuid-Hollandse weide- en akkervogels in de knel, hernieuwde aanpak nodig Inleiding Nederland heeft op grond van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn de verplichting om voor alle van nature voorkomende

Nadere informatie

Koersnotitie Weidevogels. Gedeputeerde Staten 17-12-2012

Koersnotitie Weidevogels. Gedeputeerde Staten 17-12-2012 Koersnotitie Weidevogels Gedeputeerde Staten 17-12-2012 1 1. Inleiding Weidevogels hebben zich altijd goed thuis gevoeld in Fryslân. Ze vormen een wezenlijk onderdeel van de beleving van het Friese platteland.

Nadere informatie

Toelichting flexibiliteit binnen het ANLB 2016

Toelichting flexibiliteit binnen het ANLB 2016 STICHTING COLLECTIEF AGRARISCH NATUURBEHEER SCAN Toelichting flexibiliteit binnen het ANLB 2016 Het nieuwe stelsel ANBL2016 biedt het collectief op meerdere manieren flexibiliteit in de uitvoering van

Nadere informatie

Weidevogelnieuws. Landbouwkundige situatie vroeger en nu. Rijswijkse Veld

Weidevogelnieuws. Landbouwkundige situatie vroeger en nu. Rijswijkse Veld Landbouwkundige situatie vroeger en nu Weidevogelnieuws Het Zoelense en Rijswijkse Veld vind je in het meest westelijke deel van het werkgebied van onze VANL. De bodem bestaat er overwegend uit laaggelegen

Nadere informatie

GWM SEP Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum 2 3, SEP.? Geheim 29 september 2009 Nee

GWM SEP Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum 2 3, SEP.? Geheim 29 september 2009 Nee GWM2009-215 5 -minuten versie voor Provinciale Staten Directie 2 9 SEP. 2999 DLB Afdeling Groen Registratienummer Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum 2 3, SEP.? 0 9 9 Geheim 29 september

Nadere informatie

ANTWOORDNOTA Ontwerp Natuurbeheerplan Flevoland 2016

ANTWOORDNOTA Ontwerp Natuurbeheerplan Flevoland 2016 FLEVOLAND R U I M T E VOOR OPLOSSINGEN ANTWOORDNOTA Ontwerp Natuurbeheerplan Flevoland 2016 ANTWOORDNOTA ONTWERP NATUURBEHEERPLAN FLEVOLAND 2016 Gedeputeerde Staten van Flevoland hebben op 16 december

Nadere informatie

Collectieve weidevogelpakketten SAN beheerspakketten 18 t/m 21

Collectieve weidevogelpakketten SAN beheerspakketten 18 t/m 21 Collectieve weidevogelpakketten SAN beheerspakketten 18 t/m 21 Dit document is een uitgave van Dienst Landelijk Gebied en Dienst Regelingen. De beschrijving heeft een informatieve functie en er kunnen

Nadere informatie

Onderstaand de belangrijkste onderlinge relaties en geformuleerde uitgangspunten bij verdere uitwerking:

Onderstaand de belangrijkste onderlinge relaties en geformuleerde uitgangspunten bij verdere uitwerking: Notitie Samenhang instrumenten in het ANLb2016 Uitgangspunten bij de uitwerking van de POP3+ fiche, de subsidieverordening, het format Natuurbeheerplan, de Index Natuur en Landschap, de Catalogus Groen

Nadere informatie

GLB, agrarisch natuurbeheer en de positie van de ANV s

GLB, agrarisch natuurbeheer en de positie van de ANV s GLB, agrarisch natuurbeheer en de positie van de ANV s Belangrijke veranderingen Oktober 2011: voorstellen nieuwe GLB; 30% van directe betalingen inruimen voor vergroening Oktober 2011: Natuurakkoord;

Nadere informatie

COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND

COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND 1. INLEIDING Aanleiding De gemeente Schagen is voornemens om het bedrijventerrein Kolksluis langs de Koning Willem II-weg in t Zand

Nadere informatie

Programma. 12.30 uur Lunch

Programma. 12.30 uur Lunch Programma 10.00 uur Opening 10.10 uur POP3, GLB en het vernieuwde stelsel 10.40 uur Sturings cyclus en doelrealisatie 11.10 uur Pauze 10.25 uur Doelenkader internationale doelen biodiversiteit 12.00 uur

Nadere informatie

Het Brabantse natuurbeleid onder de loep Bijstelling noodzakelijk?

Het Brabantse natuurbeleid onder de loep Bijstelling noodzakelijk? Het Brabantse natuurbeleid onder de loep Bijstelling noodzakelijk? Conclusie Er zijn veel ontwikkelingen in het natuurbeleid sinds 2010 Er zijn aanpassingen doorgevoerd of noodzakelijk Natuurbeleid in

Nadere informatie

Weidevogels in het zuidelijk deel van Waterland

Weidevogels in het zuidelijk deel van Waterland Weidevogels in het zuidelijk deel van Waterland Analyse van veldresultaten uit 2012 in relatie tot het provinciale weidevogelbeleid 2 Weidevogels in het zuidelijk deel van Waterland Analyse van veldresultaten

Nadere informatie

Weidevogels in Noord-Holland; ecologie, beleid en ontwikkelingen

Weidevogels in Noord-Holland; ecologie, beleid en ontwikkelingen Weidevogels in Noord-Holland; ecologie, beleid en ontwikkelingen 2 Weidevogels in Noord-Holland; ecologie, beleid en ontwikkelingen 3 Ron van t Veer, Niels Raes & Kees (C.)J.G. Scharringa 2010 Opdrachtgever

Nadere informatie

Onderhandelingsakkoord decentralisatie natuur

Onderhandelingsakkoord decentralisatie natuur Onderhandelingsakkoord decentralisatie natuur Tussen kabinet en IPO getekend 20 september 2011 INHOUDSOPGAVE 1. Visie van het Rijk 2. Inhoud onderhandelingsakkoord 3. Provincie Noord-Brabant 4. Vervolg

Nadere informatie

Weidevogels in Noord-Holland Jaarboek 2010

Weidevogels in Noord-Holland Jaarboek 2010 foto: astrid kant Weidevogels in Jaarboek Landschap Postbus 57 9 AG Castricum Tel. 88-6 www.landschapnoordholland.nl info@landschapnoordholland.nl GEDRUKT OP FSC PAPIER Keurmerk voor verantwoorde fondsenwervingen

Nadere informatie

Weidevogelcompensatie in Vechtstreek en Amstelland

Weidevogelcompensatie in Vechtstreek en Amstelland Weidevogelcompensatie in Vechtstreek en Amstelland Voorstellen voor invulling Paul Terwan m.m.v. Mark Kuiper November 2010 Colofon Uitgave: Paul Terwan onderzoek & advies Postbus 4135, 3502 HC Utrecht,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 576 Natuurbeleid Nr. 17 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,

Nadere informatie

Programma van Eisen kwaliteitshandboek Natuurbeheer

Programma van Eisen kwaliteitshandboek Natuurbeheer Programma van Eisen kwaliteitshandboek Natuurbeheer In dit Programma van Eisen geeft de subsidiegever (in dit geval de provincie) aan, aan welke eisen een beheerder moet voldoen om voor certificering in

Nadere informatie

WEIDEVOGELMANIFEST van het Weidevogelberaad Zuid-Holland

WEIDEVOGELMANIFEST van het Weidevogelberaad Zuid-Holland WEIDEVOGELMANIFEST 2014 van het Weidevogelberaad Zuid-Holland Inhoudsopgave Een vernieuwd agrarisch natuurbeheer voor het behoud van de weidevogels...3 Een nieuwe en betere aanpak...4 Het Weidevogelberaad

Nadere informatie

Vliegende Scholeksters Foto: Wim Klomp / Fotonatura. Weidevogels in Noord-Holland Jaarboek 2008

Vliegende Scholeksters Foto: Wim Klomp / Fotonatura. Weidevogels in Noord-Holland Jaarboek 2008 Vliegende Scholeksters Foto: Wim Klomp / Fotonatura Weidevogels in Noord-Holland Jaarboek 2008 2 tureluur in plas-dras Foto: Jan Vink / Fotonatura Inhoud Voorwoord 4 1. Kenniscentrum Weidevogels officieel

Nadere informatie

Bezoekeffecten en nestbescherming bij weidevogels. Paul Goedhart Wolf Teunissen Hans Schekkerman Maja Roodbergen

Bezoekeffecten en nestbescherming bij weidevogels. Paul Goedhart Wolf Teunissen Hans Schekkerman Maja Roodbergen Bezoekeffecten en nestbescherming bij weidevogels Paul Goedhart Wolf Teunissen Hans Schekkerman Maja Roodbergen Aantalveranderingen 200 180 160 140 Index 120 100 80 60 40 20 1960 1970 1980 1990 2000 2010

Nadere informatie

Vogels van weide/boerenland en plas-dras

Vogels van weide/boerenland en plas-dras Vogels van weide/boerenland en plas-dras Vogelherkenningscursus 2017 Bert Geelmuijden Waarnemen en kennis Kun je iets waarnemen dat je niet kent? (5 e symfonie van Beethoven als ezelsbrug voor zang van

Nadere informatie

Eindrapport TOETSING NATUURONTWIKKELING TEN NOORDEN VAN DE N201 AAN HET PROVINCIAAL NATUURBELEID

Eindrapport TOETSING NATUURONTWIKKELING TEN NOORDEN VAN DE N201 AAN HET PROVINCIAAL NATUURBELEID Eindrapport TOETSING NATUURONTWIKKELING TEN NOORDEN VAN DE N201 AAN HET PROVINCIAAL NATUURBELEID Eindrapport TOETSING NATUURONTWIKKELING TEN NOORDEN VAN DE N201 AAN HET PROVINCIAAL NATUURBELEID rapport

Nadere informatie

Groene diensten Leveren van biodiversiteit. Jetze Genee, 11 april 2019

Groene diensten Leveren van biodiversiteit. Jetze Genee, 11 april 2019 Leveren van biodiversiteit Jetze Genee, 11 april 2019 (ANLb pakketten) WAT zijn dat? 6-jarige pakketten natuur en landschapsbeheer Conform via de landelijke catalogus Groen Blauwe diensten vastgesteld.

Nadere informatie

Mededeling. Onderwerp Resultaten agrarisch natuurbeheer. Registratienummer Datum 9 september 2013 Auteur ing. A.B. de Graaf Afdeling/Bureau RM

Mededeling. Onderwerp Resultaten agrarisch natuurbeheer. Registratienummer Datum 9 september 2013 Auteur ing. A.B. de Graaf Afdeling/Bureau RM PROVINCIE FLEVOLAND Mededeling Onderwerp Resultaten agrarisch natuurbeheer Doel van deze mededeling: In opinieronde 3 van 15 mei 2013 heeft de portefeuillehouder u een overzicht toegezegd van de resultaten

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Openstellingsbesluit 2017 vernieuwd stelsel agrarisch natuur- en waterbeheer

PROVINCIAAL BLAD. Openstellingsbesluit 2017 vernieuwd stelsel agrarisch natuur- en waterbeheer PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Utrecht. Nr. 319 31 mei 216 Openstellingsbesluit 217 vernieuwd stelsel agrarisch natuur- en waterbeheer Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van

Nadere informatie

Het Agrarisch Natuurbeheer in vogelvlucht

Het Agrarisch Natuurbeheer in vogelvlucht Het Agrarisch Natuurbeheer in vogelvlucht Unit Natuurinformatie en Natuurbeheer BIJ12 Unit Natuurinformatie en Natuurbeheer BIJ12 Karin Cox 1 Aanleiding NATUURPACT 2013 -> Natuur- en biodiversiteitsbeleid

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Artikel 1 De Uitvoeringsregeling Natuur- en Landschapsbeheer Noord-Holland (SVNL) wordt als volgt gewijzigd: A

PROVINCIAAL BLAD. Artikel 1 De Uitvoeringsregeling Natuur- en Landschapsbeheer Noord-Holland (SVNL) wordt als volgt gewijzigd: A PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Noord-Holland. Nr. 2745 24 oktober 2014 Provincie Noord-Holland; Wijziging van de Uitvoeringsregeling subsidie natuuren landschapsbeheer Noord-Holland en

Nadere informatie

Voorblad Rapportage Fietspad Overleek-Broek in Waterland André Klaver I Ilpendam (februari 2014) B) Rapport weidevogels Waterland

Voorblad Rapportage Fietspad Overleek-Broek in Waterland André Klaver I Ilpendam (februari 2014) B) Rapport weidevogels Waterland Voorblad Rapportage Fietspad Overleek-Broek in Waterland André Klaver I Ilpendam (februari 2014) Bijlagen; A) Rapport bureau Tauw 2011 B) Rapport weidevogels Waterland + provinciaal beleid 2012 C) Brieven

Nadere informatie

Collectief Rijn en Gouwe Wiericke

Collectief Rijn en Gouwe Wiericke Mozaïekscan 2016-2018 Collectief Rijn en Gouwe Wiericke Monitoring van weidevogels door DNatuur Arjan van Duijvenboden, januari 2019 DNatuur rapport 011803 Weidevogels van Agrarisch Collectief Rijn en

Nadere informatie

WERKWIJZE ECOLOGISCHE EN FINANCIELE TOETS

WERKWIJZE ECOLOGISCHE EN FINANCIELE TOETS WERKWIJZE ECOLOGISCHE EN FINANCIELE TOETS INLEIDING Als onderdeel van de interne kwaliteitsborging voert het collectief een ecologische toets uit op het beheerplan dat in voorbereiding op de gebiedsaanvraag

Nadere informatie

Algemene Ledenvergadering

Algemene Ledenvergadering ELAN Agrarische Natuurverenigingen Zuidoost-Friesland Algemene Ledenvergadering Collectief ELAN Nijeholtpade, 28-06-2017 Opgericht in 2010 Vijf inliggende Agrarische natuurverenigingen (ANV s): Gagelvenne

Nadere informatie

Invulling vaartoeslag en graslandgebruiksplannen in Laag Holland in 2006

Invulling vaartoeslag en graslandgebruiksplannen in Laag Holland in 2006 Invulling vaartoeslag en graslandgebruiksplannen in Laag Holland in 2006 Ed Zijp Plan van aanpak opgesteld door de Vereniging Agrarisch Natuurbeheer Waterland in opdracht van het Nationaal Landschap Laag

Nadere informatie

Een kijkje in de SNL-keuken

Een kijkje in de SNL-keuken Een kijkje in de SNL-keuken Unit Natuurinformatie en Natuurbeheer BIJ12 Herman Cohen Stuart en Karin Cox 1 Twitter met ons mee! #Hogeschool_VHL #BIJ12 #SNL #ANLb2016 Over BIJ12 3 Even een testje! Voordat

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 33 576 Natuurbeleid Nr. 97 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (Partij voor de Dieren) (d.d. 2 november 2010) Nummer 2411

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (Partij voor de Dieren) (d.d. 2 november 2010) Nummer 2411 van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (Partij voor de Dieren) (d.d. 2 november 2010) Nummer 2411 Onderwerp Afschot kraaien en vossen Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting vragensteller

Nadere informatie

Beheerevaluatie 2018 weidevogels

Beheerevaluatie 2018 weidevogels Beheerevaluatie 2018 weidevogels Auteur Opdrachtgever Status Stichting Landschapsbeheer Gelderland Collectief Veluwe Definitief Datum 11-12-2018 Inhoud 1 Inleiding... 4 2 Polder Oosterwolde... 5 2.1 Gegevens

Nadere informatie

Toelichting bij Uitbreiding gebiedsaanvraag Agrarisch natuur- en landschapsbeheer (ANLb)

Toelichting bij Uitbreiding gebiedsaanvraag Agrarisch natuur- en landschapsbeheer (ANLb) Toelichting bij Uitbreiding gebiedsaanvraag Agrarisch natuur- en landschapsbeheer (ANLb) A1/A2. Gegevens rechtspersoon en gemachtigde De uitbreiding op de gebiedsaanvraag moet worden aangevraagd en ondertekend

Nadere informatie

nestbescherming, Inleiding Bescherming weidevogellegsels in Noord-Holland

nestbescherming, Inleiding Bescherming weidevogellegsels in Noord-Holland 14 Bescherming weidevogellegsels in Noord-Holland Frans Parmentier * Inleiding Sedert begin jaren tachtig houden ook in Noord-Holland vrijwilligers zich bezig met nestbescherming, de laatste jaren in toenemende

Nadere informatie

HANDLEIDING ECOLOGISCHE EN FINANCIELE TOETS

HANDLEIDING ECOLOGISCHE EN FINANCIELE TOETS HANDLEIDING ECOLOGISCHE EN FINANCIELE TOETS INLEIDING Als onderdeel van de interne kwaliteitsborging voert het collectief een ecologische toets uit op het beheerplan dat in voorbereiding op de gebiedsaanvraag

Nadere informatie

Hierbij biedt de Provinciale Adviescommissie Leefomgevingskwaliteit (PAL) u het advies Weidevogels aan.

Hierbij biedt de Provinciale Adviescommissie Leefomgevingskwaliteit (PAL) u het advies Weidevogels aan. Aan: Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten van Zuid-Holland Postbus 90602 2509 LP Den Haag Datum: 24 november 2017 Onderwerp: Aanbiedingsbrief PAL-advies Weidevogels Geachte leden van GS en PS, Hierbij

Nadere informatie

Visie op Zuid-Holland. Verordening Ruimte. Wijzigingsbesluit behorende bij ontwerpherziening Herijking EHS

Visie op Zuid-Holland. Verordening Ruimte. Wijzigingsbesluit behorende bij ontwerpherziening Herijking EHS Visie op Zuid-Holland Verordening Ruimte Wijzigingsbesluit behorende bij ontwerpherziening Herijking EHS GS 21 mei 2013 ONTWERP VERORDENING TOT WIJZIGING VAN DE VERORDENING RUIMTE Provinciale Staten van

Nadere informatie

Weidevogelinventarisatie ANV De Amstel 2009

Weidevogelinventarisatie ANV De Amstel 2009 Weidevogelinventarisatie ANV De Amstel 2009 CONCEPT juli Opdrachtgevers: ANV De Amstel Landschap Noord-Holland Uitvoering: NatuurBeleven bv René Reekers Ton Rewijk Mark Kuiper e.a. Van der Goes en Groot

Nadere informatie

GLB, agrarisch natuurbeheer en de positie van collectieven

GLB, agrarisch natuurbeheer en de positie van collectieven GLB, agrarisch natuurbeheer en de positie van collectieven GLB: stand van zaken In juni akkoord tussen Europese Commissie, Landbouwraad en Europees Parlement Op enkele punten nog onenigheid Nog veel keuzen

Nadere informatie

Weidevogelgebieden Teylingen

Weidevogelgebieden Teylingen analyse Weidevogelgebieden Teylingen Rapportnummer: 071802 15 november 2018 Arjan van Duijvenboden Inhoudsopgave AANLEIDING... 3 GEBRUIKTE METHODE... 4 INVENTARISATIEGEBIED... 4 BODEM EN LANDGEBRUIK...

Nadere informatie

Basiscursus aan de slag weidevogelbescherming

Basiscursus aan de slag weidevogelbescherming Agrarisch Basiscursus Natuurbeheer weidevogelbescherming vanaf 2016 Het collectief Noordwest-Overijssel Basiscursus aan de slag weidevogelbescherming Per 2016 gaat het samenwerkingsverband van 4 agrarische

Nadere informatie

Het nieuwe GLB en de positie van agrarisch natuurbeheer en ANV s

Het nieuwe GLB en de positie van agrarisch natuurbeheer en ANV s Het nieuwe GLB en de positie van agrarisch natuurbeheer en ANV s Paul Terwan Drachten, 14-12-2011 ALV BoerenNatuur Belangrijkste veranderingen EU-geldstroom naar NL neemt iets af, vooral in eerste pijler

Nadere informatie

KENNISBEHOEFTE GERAADPLEEGD TIJDENS WERKCONFERENTIES IN 2013

KENNISBEHOEFTE GERAADPLEEGD TIJDENS WERKCONFERENTIES IN 2013 Als eerste stap op weg naar het nieuwe stelsel voor het agrarisch natuur- en landschapsbeheer dat in 2016 van start gaat, zijn in de eerste helft van 2013 tien werkconferenties georganiseerd met betrokkenen:

Nadere informatie

Nieuwe kansen voor weidevogels in het Binnenveld

Nieuwe kansen voor weidevogels in het Binnenveld Nieuwe kansen voor weidevogels in het Binnenveld Januari 2017. Pleitnota t.b.v. de inrichting en het beheer van een zone met natuurinclusieve landbouw met weidevogelbeheer rond het nieuw in te richten

Nadere informatie

PROTOCOL BEHEERMONITORING WEIDEVOGELS

PROTOCOL BEHEERMONITORING WEIDEVOGELS STICHTING COLLECTIEF AGRARISCH NATUURBEHEER PROTOCOL BEHEERMONITORING WEIDEVOGELS VERSIE 25 MAART 2015 DIT PROTOCOL IS MEDE EEN PRODUCT VAN: Het protocol in kort bestek Een professionele monitoring is

Nadere informatie

ANTWOORDNOTA Ontwerp Natuurbeheerplan Flevoland 2016

ANTWOORDNOTA Ontwerp Natuurbeheerplan Flevoland 2016 FLEVOLAND R U I M T E VOOR OPLOSSINGEN ANTWOORDNOTA Ontwerp Natuurbeheerplan Flevoland 2016 ANTWOORDNOTA ONTWERP NATUURBEHEERPLAN FLEVOLAND 2016 Gedeputeerde Staten van Flevoland hebben op 16 december

Nadere informatie

Weidevogels Texel. Dorien Hoogeboom Dirk Tanger

Weidevogels Texel. Dorien Hoogeboom Dirk Tanger Weidevogels Texel 2015 Dorien Hoogeboom d.hoogeboom@natuurlijkezaken.nl Dirk Tanger d.tanger@natuurlijkezaken.nl Frank Visbeen f.visbeen@natuurlijkezaken.nl de zakelijke dienstverlening van Landschap Noord-Holland

Nadere informatie

WEIDEVOGELINVENTARISATIE WATERBERGING WOUDSE POLDER MIDDEN DELFLAND 2017

WEIDEVOGELINVENTARISATIE WATERBERGING WOUDSE POLDER MIDDEN DELFLAND 2017 WEIDEVOGELINVENTARISATIE WATERBERGING WOUDSE POLDER MIDDEN DELFLAND 2017 Opdrachtgever: Auteur: Datum: Hoogheemraadschap van Delfland Ferry van der Lans 2 juli 2017 I N H O U D S O P G A V E 1. Inleiding...

Nadere informatie

Indexen en trends van een aantal weidevogelsoorten uit het Weidevogelmeetnet. Periode

Indexen en trends van een aantal weidevogelsoorten uit het Weidevogelmeetnet. Periode Indexen en trends van een aantal weidevogelsoorten uit het Weidevogelmeetnet. Periode 1990-2004 a SOVON Vogelonderzoek Nederland b Centraal Bureau voor de Statistiek Wolf Teunissen a & Leo Soldaat b Inleiding

Nadere informatie