Jaarplanning voor de sprint. Erwin Mortier

Transcriptie

1 Jaarplanning voor de sprint Erwin Mortier

2 Erwin Mortier 2001-heden: Trainer Eindhoven Atletiek sprint Master in business administration Bachelor in international marketing management : Management- en marketingfuncties bij internationaal FMCG bedrijf Vanaf 2011: Docent Fontys Hogescholen Vanaf 2012: Coach en docent Johan Cruijff University Tilburg 2

3 Periodisering? 3

4 Makkelijk toe te passen? Nee Oorsprong: Sovjet-Unie of Oostbloklanden in jaren grootschalige staatsprogramma s Vaak gebaseerd op 1 factor: Vo2-max, lactaat, 1RM kracht. Adaptatie vindt praktisch altijd non-lineair plaats. Atleten zijn mensen met overtuigingen, emoties en privéfactoren. Geen universele wetten m.b.t. adaptatie en periodisering. Niet specifiek voor sprinten! 4

5 Mijn route 5

6 Belangrijkste overeenkomsten: Mechanics, mechanics en mechanics Niet volume of intensiteit, maar densiteit lijkt de meest bepalende factor. Periodisering: Voornamelijk verticaal. Stabiele trainingsprogramma s Volledig uitgewerkt per individu Weekindelingen op basis van neurologische beperkingen / uitdagingen Zeer gestructureerd Mesocycli: 3 of 4 weken Voorwaarde: Algemene atletische vorming Proactieve paramedische verzorging. 6

7 Charlie Francis Athletes should never be far away from competitive readiness 7

8 8

9 9

10 Interessant! Verticale periodisering. Kwantificering van de workload. Veel krachttraining en core training. Plyometrie: Belangrijk, maar altijd 2-benig. Sprint: Altijd minimaal 95% intensiteit, weinig variatie in volume. Tempo: Maximaal 75%, zone 75-90% wordt altijd vermeden. Weekindeling: Op basis van belasting Centraal Zenuwstelsel (CNS) 10

11 11

12 Dan Pfaff So, you must build a base first? A base of what? 12

13 13

14 Interessant! Belasting zenuwstelsel bepalende factor. Bewegingspatronen. Pro-actieve paramedische zorg. Sturing aan hormoonniveaus (voeding, krachttraining) Belangrijk: Opbouw van belastbaarheid / werkcapaciteit / atletisch vermogen. Verschillende typen kracht. Weinig schommelingen in volume, intensiteit maar densiteit is de sturende factor. Leermeester Tom Tellez: Eens: 100 meter moet vanuit een geleidelijke, energiezuinige acceleratie opgebouwd worden. Oneens: Geen plaats voor intensieve of extensieve tempo s Belasting per atleet wordt flexibel gemanaged d.m.v. een menukaartsysteem. 14

15 John Smith The central nervous system (CNS) plays an important role in the training set-up Setup week qua intensiteit: h-l-h-l-h-h-rust of h-lrust-h-l-h-rust. 4 maal per week krachtraining met veel cleans en snatches. Veel tempo (extensief én intensief) Weinig plyometrie, maar wel veel voetentraining. Weinig verschillende oefeningen. Opbouw 100 meter leidend in training: Reaction time, Block clearance, Drive phase, Transition, Max speed, Maintenance, Deceleration 15

16 Loren Seagrave Speed is a neurological skill Ontwikkeling van snelheid moet het gehele jaar plaatsvinden. Power en coördinatie = snelheid Nadruk op power (speed-strength) en elasticiteit (reactive strength) Train om zoveel mogelijk power te leveren in de beperkte tijd aan de grond. Belangrijk: Werkcapaciteit, kracht, power, elasticiteit, technische en neurologische capaciteit en integreer deze om start, acceleratie en snelheid te verhogen. Werkcapaciteit: Mogelijkheid om de kwaliteit en intensiteit hoog te houden: Wanneer het volume toeneemt. Om sneller te herstellen. En fit en gezond te blijven. (atletische vermogen) Lage en hoge intensiteit dagen afwisselend. Menukaarten systeem voor warming-ups en circuits. 16

17 Rana Reider Athletes have their individualised program based on test results, training background, strengths, weaknesses and experiences with adaptations from previous programs Vakman! Zeer gestructureerd: Boek vol circuits, protocollen en workouts. Volumes worden stabiel gehouden en intensiteit wordt gemanipuleerd d.m.v. afstanden en rustpauzes. Voorkeur voor cycli van 28 dagen (21-7). Belangrijk: Werkcapaciteit, d.m.v. lange warming-ups en medicinebal circuits. Mechanics! Veel testen. 17

18 Mijn route 18

19 En de Jamaicanen dan? Genen Cultuur Competitie (The Champs) Structuur Opleidingsbudget Géén indoor Relatief veel extensieve tempo s op gras in de winter Trainingsinput: IAAF opleidingscentrum en Bud Winters 19

20 Hoe kan ik dit toepassen? 20

21 Aanpak Filosofie Waar geloof ik in? Plan Wat zijn de doelstellingen voor komend jaar? Wat heeft de atleet nodig om dit te bereiken? Periodisering 1, 2 of 3 piekmomenten? Hoeveel trainingsblokken? En hoe lang? Hoe deel ik deze in? Wat wordt de weekindeling? Programma Wat doet de atleet vandaag? Hoe laat? Waar? Met wie? Stuart McMillan 21

22 Filosofie Waar geloof ik in? Snelheid is een vaardigheid vs. snelheid is aangeboren. Focus op kwaliteit vs. focus op volume. Opbouw jaarplanning: Short-to-long vs. long-to-short. De rol van maximale kracht / power / snelkracht / plyometrie / snelheid / acceleratie / snelheiduithouding / intensieve tempo / extensieve tempo is essentieel. (kies je top 3) Rol van specificiteit: Alleen oefeningen met wetenschappelijk bewezen transfer naar sprinten vs. denken vanuit scheppen van voorwaarden. Rol van overload: Hoeveel overload is nodig en in welke trainingsvormen? Etc. 22

23 Plan Wat zijn de doelstellingen voor komend jaar? Wat heeft de atleet nodig om dit te bereiken? 23

24 Periodisering 1, 2 of 3 piekmomenten? Hoeveel trainingsblokken? En hoe lang? Hoe deel ik deze in? Wat wordt de weekindeling? 24

25 Periodisering 1, 2 of 3 piekmomenten? Hoeveel trainingsblokken? En hoe lang? Hoe deel ik deze in? Wat wordt de weekindeling? 25

26 Mobiliteit (kort eigen programma) Programma Wat doet de atleet vandaag? Hoe laat? Waar? Met wie? Dinsdag: uur Eindhoven baan (met Judith) 5 fietsen Moveprep 2+11 Sprintdrills 2 Fitness circuit 10.4 hp5 26

27 Conclusie Zorg voor een filosofie! Waar geloof je in? Werk gestructureerd! Jaarplanning in Excel waarin je toewerkt naar een doel. Vul een mesoschema in op basis van duidelijk gedefinieerde trainingsmodaliteiten en bepaal de trainingsbelasting. Tip: Keuzemenu schema s voor alle voorwaardelijke trainingsvormen. (mobiliteit, stabiliteit, aerobe circuits, sprong circuits, fietstraining etc.) Kom erachter wat wel en niet werkt bij de individuele atleet. Belasting Centraal Zenuwstelsel. Welke trainingselementen zijn complementair en welke niet? En hoe lang blijven deze op peil? En het allerbelangrijkst 27

28 Conclusie Geniet van het feit dat je mag samenwerken met jonge mensen die gepassioneerd het maximale uit zichzelf proberen te halen! Geniet van het proces! Geniet van de progressie! 28

29 Interessante links