Minidisco. Copyright Vakcollege Groep B.V Alle rechten voorbehouden.

Transcriptie

1 Minidisco Copyright Vakcollege Groep B.V Alle rechten voorbehouden.

2 Minidisco De smurfen willen mee met de tijd. Feesten rond een vuur met een gitaar is niet meer interessant. Lichtslangen, LED verlichting, UV lampen, ze willen ook flitsende lichteffecten. Het is bijna kerstfeest en de smurfen willen feest! Help de smurfen, dat is jullie taak. Maak een complete disco voor ze met licht, geluid en decor in miniformaat. Je bouwt een minidisco. Je werkt in groepjes van vier aan de opdracht, Je hebt twintig lesuren de tijd. Waar moet de opdracht aan voldoen? De opdracht moet voldoen aan eisen. De eisen zijn: De disco is maximaal 60 x 60 x 30 (lengte x breedte x hoogte) centimeter groot; Je hebt eerst een maquette gemaakt; Je bedient het geluid met computers en mp3 spelers; Er zijn meerdere lichteffecten, waaronder een draaiende discobol en een verlichte kerstboom; De minidisco werkt. Bespreken Schrijf in je eigen woorden op wat er gedaan moet worden: 2

3 Moeilijke woorden Moeilijk woord Wat betekent dit woord? Maquette Regel elektronica Leren Dit moet je kennen en kunnen om deze opdracht goed te kunnen doen: Samenwerken; Een kist timmeren; Een geluidsinstallatie bouwen. Voorbereiden Regel tweedehands speakers en zoek naar kleine lampjes op batterijen, kleine discolampen enzovoort. Lichtslangen vind je in winkels (Action), of zoek op internet naar afbeeldingen en maak zelf de verlichting; Zoek bij de kerstspullen naar kerstballen enzovoort om het geheel leuk aan te kleden; Zoek naar discomuziek met een kersttintje! Uitvoeren Werkkaart 1. Wat moet je doen? Verzamel informatie over lichteffecten, geluid en decor in disco s. Brainstorm over de minidisco. Bedenk de minidisco. 2. Ontwerp de minidisco. 3. Maak de minidisco. 4. Presenteer de werking van de minidisco. Presenteren Een DJ zorgt voor muziek en een lichttechnicus voor de bediening van de lichten. De anderen uit het groepje doen een stoere discodans. 3

4 Werkkaart 1 Onderzoek de minidisco 1. Informatie verzamelen Verzamel informatie over verschillende lichteffecten in disco s. Let op: voor het beantwoorden van de eerste twee vragen hebben jullie 50 minuten. Voor vraag 3 moet je een afspraak maken. Neem daarna een half uur de tijd. a. Ga naar nl.wikipedia.org/wiki/lichtslang en geef antwoord op de vragen: Schrijf in eigen woorden op wat een lichtslang is: Welke verlichting gebruik je in een lichtslang en welk effect heeft een lichtslang in een disco? Hoe zouden jullie zelf een lichtslang kunnen maken? Geef aan welke materialen je hiervoor nodig hebt: 4

5 In een disco wordt ook veel gebruik gemaakt van knipperend licht. Schrijf een paar ideeën op over hoe jij knipperend licht kunt maken. In disco s gebruiken ze ook vaak neonlichten. Bekijk het filmpje op Schrijf hieronder op wat neonlicht is en of jullie het kunnen gebruiken in de disco. Hoe kun je het gebruiken? b. Ga naar Hier vinden jullie informatie over het maken van een verlichte kerstboom. Print de informatie. Je hebt deze later nog nodig. Lees alles goed door. Waar moeten jullie bij het maken echt op gaan letten? Maak een lijstje in Word met aandachtspunten. c. Bel naar een disco in de buurt. Vraag of jullie een gesprek kunnen hebben met iemand die het licht regelt. Jullie kunnen ook een lichttechnicus vragen. Maak van te voren vijf vragen. Jullie vragen ook naar tips voor de minidisco. Maak hiervan een kort verslag in Word

6 2. Brainstormen Je weet al heel wat van lichteffecten, maar als je aan een disco denkt, denk je ook aan geluid en aan de sfeer. Om alvast in de sfeer te komen, doe je de brainstorm met een muziekje erbij. Neem alles op met een MP3-speler. a. Kies met elkaar inspirerende discomuziek voor deze brainstorm. Titel: Artiest:: b. Brainstorm 3 minuten lang over verlichting, sfeer, dansmuziek, gevoelens, inrichting van de ruimte, versiering, hoekjes en meer. Neem alles op, terwijl jullie luisteren naar de muziek die je bij punt 1 hebt gekozen. c. Luister dan de MP3-speler af. 6

7 3. Keuzes maken Na de brainstorm kijken jullie wat haalbaar is. Jullie maken keuzes uit alles wat is gezegd. a. Wat zijn de belangrijkste dingen die jullie hebben gezegd over lichteffecten? Lichteffecten minidisco b. Wat zijn de belangrijkste dingen die jullie hebben gezegd over de inrichting? Intichting/aankleding minidisco c. Wat hebben jullie gezegd over geluid/muziek? Geluid/muziek minidisco d. Schrijf nu op hoe jullie de disco willen gaan maken en wat jullie erin willen verwerken. Doe dit in Word. PRINT HET DOCUMENT EN OVERLEG MET JE DOCENT OF JULLIE IDEEEN UITVOERBAAR ZIJN! 7

8 4. Het werk plannen Straks gaan jullie de minidisco maken. Maar wie doet wat wanneer? Maak daarvoor een planning. Wat Wie Stappen Startdatum Einddatum Voorbereiden, werk in groepjes Uitvoeren, werk in groepjes Werktekening maken Afronden, werk in groepjes DJ en lichttechniek Dans Presentatie Werk evalueren 8

9 Werkkaart 2 Ontwerp de minidisco 1. Schetsen Jullie gaan de minidisco ontwerpen. a. Jullie maken eerst een maquette. In de maquette kun je uitproberen hoe je de disco in gaat richten: wat komt waar? Hou je genoeg loopruimte (en dansruimte!) over, als de kerstboom en de verlichting zijn geplaatst? Voor de maquette heb je nodig: stevig karton, papier en materialen waarmee je gemakkelijk vormen maakt (bijvoorbeeld blokjes hout, piepschuim, touw). Je bouwt de disco later in een houten kist, je maakt de maquette daarom op ware grootte of op schaal 1:2. De afmetingen van de disco zijn maximaal 60 x 60 x 30 (lengte x breedte x hoogte) centimeter. b. Maak dan een schets van de installatie. Daarin teken je hoe je het licht en het geluid gaat aansluiten en hoe je dat van buitenaf bedient. Voor de schets van de installatie heb je nodig: potlood, gum, een liniaal en papier. 9

10 2. De werktekening a. Bekijk de maquette en de schets goed. Zijn jullie tevreden? Is er ruimte gemaakt voor licht, discobal, kerstboom? Moet er nog iets worden aangepast? b. Laat je werk zien aan de docent. Verwerk eventuele opmerkingen. c. Maak nu de werktekening in Sketchup. De tekening moet compleet zijn met de maten van de disco: maximaal 60 x 60 x 30 (lengte x breedte x hoogte) centimeter groot. d. Geef aan waar de verschillende lichteffecten en de boxen komen. Denk ook aan de kerstversiering en andere decordelen. 3. De materialen- en gereedschapslijst Je gaat vaststellen wat je nodig hebt voor het maken van de minidisco. Gebruik daarvoor je werktekening en de informatie in de bijlagen. OPDRACHT: Maak een lijst van de materialen en de gereedschappen. OPDRACHT: Bereken de kosten. Materialenlijst Materiaal Hoeveelheid Bewerking Kosten Totaal Gereedschapslijst Gereedschap Waarvoor heb je het nodig Hoe je het gebruikt

11 Werkkaart 3 Maak de minidisco 1. Maak de minidisco volgens de planning a. Maak eerst de houten kist volgens de planning. In bijlage 1 lezen jullie hoe dat moet. Denk aan de afmetingen! Luister goed naar verdere instructies van de docent. Werk met elkaar en denk aan de tijd! b. Verf de kist aan de binnenkant. Welke kleur kiezen jullie voor de minidisco? c. Maak nu de verlichting. Volg de aanwijzingen die je van internet hebt gehaald voor de verlichte kerstboom. Zie ook bijlage 2. Denk aan de juiste afmetingen, vraag hiervoor om meer uitleg van de docent. d. Maak een knipperlicht. Instructies vind je via vul in bij zoek knipperlicht. Vraag voor meer instructies over de stroomkring je docent. e. Andere verzamelde minilichtjes, lichtslangen en meer mogen ook! f. Maak een mini-discobol. Ga zelf op zoek naar materiaal. Denk aan aluminium-folie, een piepschuimbol, oude CD s. Maak ook andere versieringen om alles op te fleuren. g. Zoek uit hoe jullie de lampjes monteren en hoe jullie het geluid van buitenaf aansluiten. Gebruik hiervoor bestaande regelelektronica, bijvoorbeeld voor de LEDjes. TIP: RICHT EEN SPOTJE OP EEN ZELFGEMAAKTE ZILVEREN KERSTBAL! 11

12 2. Testen Na het maken test je de minidisco. a. Werkt het knipperlicht? Werkt het geluid? Brandt de kerstverlichting?: b. Gaan jullie nog iets verbeteren aan de minidisco? Schrijf op wat jullie gaan verbeteren en waarom. We gaan verbeteren: 3. Bijstellen minidisco Na de test breng je de veranderingen aan. Je hoopt dat dit ook leidt tot verbeteringen a. Welke veranderingen hebben jullie aangebracht? We hebben veranderd: b. Heeft dit tot verbeteringen geleid? Schrijf per verandering tot welke verbetering dit heeft geleid: Door de verandering is de minidisco: beter hetzelfde slechter 12

13 Werkkaart 4 Presenteer de minidisco Nu gaan jullie de disco presenteren. Jullie weten inmiddels al wie de DJ is, wie het licht van de minidisco bedient en wie er iets vertelt over de inrichting van de disco. Dat stukje van de presentatie gaat jullie niet meer dan vijf minuten kosten. Maar dan zijn jullie er nog niet! Voetjes van de vloer: jullie beginnen of eindigen de presentatie met een zelf verzonnen super disco dans. Waar moet die dans aan voldoen: Het discolied of de aankleding heeft iets te maken met smurfen; Zelf verzonnen pasjes zijn een grote pré; Een glimlach is verplicht; Ritmegevoel ook. Daarna evalueer je het werk samen met de docent. 1. Presenteren van de minidisco Bereid de presentatie voor. Denk na over wat je wilt vertellen over de minidisco. 2. Terugblik Bespreek met je docent het werk na. a Bij welk domein past het werk wat je gedaan hebt: maakindustrie energie bouw mobiliteit procesindustrie b. Heb je de planning kunnen volgen bij de uitvoering van het werk? Ja / Nee, want: 13

14 c. Je hebt samen gewerkt: Wat was jouw bijdrage aan het werk? Noem twee voorbeelden. Denk aan: informatie verzamelen, ideeën bedenken, ontwerpen, uitvoeren en testen, presenteren. Ik heb de volgende bijdrage geleverd: d. Ben je tevreden met de minidisco die je hebt gemaakt? Waarom wel of niet? Ik ben wel / niet tevreden, want: e. Hoe ging je presentatie? Was je zenuwachtig? Wat ging er goed? Ik was wel / niet zenuwachtig. Dit ging goed: Dit kan de volgende keer beter: f. Wat heb je geleerd van de opdracht? Ik kan aangeven wat de minidisco met Ik licht en warmte te maken heeft: OPDRACHT: Vul evaluatieformulier 1 in op de volgende bladzijde. 14

15 Onderzoeken (voor het ontwerp) Ontwerp tekenen Ontwerp maken Planning maken Testen en verbeteren Berekening maken Installeren (plaatsen, monteren, in gebruikstellen volgens veiligheidsvoorschriften) Evaluatieformulier 1. Wat vind je zelf? Kruis aan waar jij staat: 1, 2, 3 of 4. 4 (Junior Vakman) (beginner) Ik kan zelf een onderzoek opzetten en uitvoeren om te komen tot keuzes voor een ontwerp. Ik kan met behulp van CAD zelf een werktekening (2D en/of 3D) maken, compleet met maten. Ik kan zelf een product maken met de juiste zelfgekozen (materiaal)vaardigheden. Ik kan zelf een planning maken en uitvoeren. Ik kan met een zelf opgestelde checklist een product testen en indien nodig verbeteren. Ik kan rekenvaardigheden toepassen waaronder schattend en exact rekenen. Ik kan zelf een apparaat installeren. Ik kan op aanwijzingen van een docent een onderzoek opzetten en zelf uitvoeren om te komen tot keuzes voor een ontwerp. Ik kan een ruimtelijke (werk)tekening maken, compleet met maten. Ik kan zelf een product maken met door de docent voorgeschreven (materiaal)vaardigheden. Ik kan zelf een planning maken en met hulp van een ander uitvoeren. Ik kan met een checklist een product testen en vervolgens uitleggen hoe het product verbeterd kan worden. Ik kan berekeningen uitvoeren met behulp van (woord)formules. Ik kan op aanwijzingen van een ander of met aanwijzingen op papier een apparaat installeren. Ik kan op aanwijzingen van een docent een onderzoek opzetten en uitvoeren om te komen tot keuzes voor een ontwerp Ik kan op aanwijzingen van de docent een (werk)tekening maken. Ik kan op aanwijzingen van een docent een product maken met de juiste zelfgekozen (materiaal)vaardigheden. Ik kan op aanwijzingen van een docent een planning maken en uitvoeren. Ik kan op aanwijzingen van een ander een product na een test verbeteren. Ik kan rekenen met grootheden en eenheden. Ik kan op aanwijzingen van een docent een apparaat installeren. Ik kan op aanwijzingen van een docent een onderzoek opzetten en uitvoeren om te komen tot minimaal één keuze voor een ontwerp Ik kan een schets maken op aanwijzingen van de docent. Ik kan op aanwijzingen van een docent een product maken met voorgeschreven (materiaal)vaardigheden. Ik kan op aanwijzingen van een docent een gegeven planning uitvoeren. Ik kan controleren of een product werkt en met hulp van een docent verbeteren. Ik kan basisrekenvaardigheden toepassen. Ik kan samen op aanwijzingen van een ander een apparaat plaatsen en monteren. 15

16 Evaluatieformulier 2. Wat vindt de docent? Product (beroepsvaardigheden) Score Max Uit het ontwerp blijkt wat ik wil maken. 5 Het model is duidelijk en laat zien wat ik wil. 10 De minidisco is getest op gebruik. 10 De opmerkingen voor verbeteringen zijn verwerkt. De minidisco is gemaakt volgens de eisen: Ik heb een bijdrage geleverd aan alle onderdelen van de minidisco. De minidisco heeft de goede afmetingen. De disco heeft licht- en geluidseffecten. 20 In de presentatie is goed samengewerkt 15 Ik heb meegedaan met de dans. 10 Totaal

17 Bijlage 1. De kist Materialen en gereedschap: een potlood en gum een liniaal of rolmaat een blokhaak een handzaag of kapzaag een hamer en spijkers een drevel een schaaf een (hout)vijl vurenhout triplex Werkbeschrijving: Vraag aan je docent een plank vurenhout. Deze plank is 18 mm dik (= 1.8 cm) en ongeveer 96 mm (= 9.6 cm) breed. De plank is minstens 120 cm lang (= 1.2 m). De uiteinden van de plank moeten haaks zijn: hoe controleer je dat? Zaag de uiteinden zo nodig haaks af. Teken een stuk van 37 cm (=370 mm) haaks af. (Zie figuur 1.) Dit wordt de zijkant van het kistje. liniaal Figuur 1: het aftekenen met de blokhaak. Houd het blok goed tegen de zijkant van het hout. Zaag het stuk van 37 cm af. o Zaag aan de afvalkant. o Zorg dat de aftekenlijn net zichtbaar blijft. Zie figuur 2. 17

18 Figuur 2. Controleer na het afzagen weer of het eind van de plank haaks is. Zaag nog een stuk van 37 cm af. Volg weer de werkwijze uit stap 1 en 2: je hebt de twee zijkanten af. Nu ga je de voorkant en de achterkant maken. Die zijn allebei 215 mm (= 21.5 cm) lang. Aftekenen en zagen doe je zoals stap 1 en 2. Let er wel op dat de voor- en de achterkant korter zijn: 21,5 cm! Controleer steeds of je haaks hebt afgezaagd. Controleer of de zijkanten even lang zijn. Doe dit ook met de voor- en achterkant. Als ze niet even lang zijn: gelijk schuren, vijlen of zagen. Schuur de afgezaagde kanten mooi glad. Voordat je met stap 7 begint laat je de afgezaagde planken door de docent controleren. De spijkers zijn 40 mm lang. Sla met een hamer de punt van de spijker bot. Dan splijt het hout niet zo snel. Zie figuur 3. Figuur 3: sla de spijker bot (zie rechterspijker). 18

19 Zet de voorkant (korte plank) rechtop in de houtbankschroef. Doe wat lijm op de bovenkant. Spijker de zijkant haaks op de voorkant. o Begin eerst met de middelste spijker. Denk na hoever je van de rand af moet spijkeren. o Laat je leraar weten op welke afstand je gaat spijkeren. o Sla niet door tot op het hout. o Gebruik een drevel voor het laatste stukje. Op 10 mm van de zijkanten komt ook een spijker. Zie figuur 4. De buitenste spijkers wijzen een beetje naar binnen. Figuur. 4: het spijkeren Controleer of de hoek tussen voor en zijkant haaks is. Zet de planken haaks vast met een hulplatje en 2 spijkertjes. Zie figuur 5. 19

20 Figuur 5 Lijm en spijker nu de andere zijkant en de achterkant vast. Leg nu de twee delen strak tegen elkaar: zie figuur 6. Figuur 6: de twee delen van het werkstuk haaks vastgezet. Zet nu ook het tweede deel met twee spijkertjes vast op het hulplatje. De beide delen zijn nu haaks! Laat de lijm drogen en ga naar de volgende stap. Terwijl je wacht tot de lijm droog is, kun je de bodem zagen. De bodemplaat is 370 mm (= 37 cm) lang en 241 mm (= 24.1 cm) breed. Zie figuur 7. Het materiaal is triplex: het is ongeveer 6 mm dik. Teken de bodemplaat haaks af op het triplex. Laat dit door je leraar controleren voordat je gaat zagen. Zaag aan de afvalkant: de getekende lijnen moeten zichtbaar blijven. 20

21 Figuur 7: de bodemplaat Schuur de afgezaagde kanten mooi glad. Spijker en lijm nu de twee houten hoeken aan elkaar. Het wordt een houten rand. Zie figuur 8. Controleer of alle hoeken haaks zijn. Figuur 8 Controleer of de bodemplaat goed past. Als de randen uitsteken moet je die pasmaken. Lijm en spijker nu de bodem op de houten rand. Gebruik spijkers van 20 mm lang. Je spijkert verder volgens figuur 10. Spijker bij elk kruisje. En spijker in totaal vijf spijkers in de zijkant. En vier spijkers in de voor- en achterkant. Vergeet de lijm niet! Denk na hoe je dit gaat doen. Figuur 9: Spijker eerst op de hoeken. 21

22 Spijker de bodem goed vast. Zet kruisjes waar je gaat spijkeren. Op elke x komt een spijker. Laat dit nu eerst controleren voordat je verder gaat. Drevel nu alle spijkers dieper in het hout. Nu kun je het kistje gaan schuren. Daarna kun je lakken of flamberen. 22

23 Bijlage 2. De kerstboom 1. Materialen: 2 plaatjes triplex, een voorkant en een achterkant 2 zijkanten triplex, 4x40x230 4 klosjes multiplex, 10x40x40 1 bodemplaat multiplex, 10x90x170 1 set LED verlichting 2. Werkbeschrijving Teken de twee plaatjes triplex af volgens de mal; Teken alleen op de voorkant ook de gaten voor de LEDjes; Zaag alles netjes uit met de figuurzaagmachine; Boor de gaten voor de LEDjes, 5 mm; Laat zien wat je gedaan hebt; Schuur alles netjes glad en splintervrij; Teken de klosjes 10 x 40 x 40 af; Zaag deze klosjes op de lintzaag, de figuurzaagmachine of met de hand; Teken de zijkanten 4 x 40 x 230 af; Zaag de zijkanten op de lintzaag, de figuurzaagmachine of met de hand; Schuur alles mooi, splintervrij en op de juiste maat; Laat zien wat je gedaan hebt; boor twee gaatjes 3 mm aan de voor- en achterkant om de boom op de bodemplaat vast te zetten; Monteer de klosjes en de zijkanten met lijm op de voorkant (dit eerst goed laten drogen); Monteer in het midden van de bodemplaat een klosje, zet deze vast met lijm en spijkertje; Boor drie gaatjes 3 mm in de achterkant en zorg ervoor dat de gaatjes mooi op de klosjes komen; Plaats de tien LEDjes in de gaten van de voorkant, controleer of ze het doen; Monteer de achterkant vast met schroefjes 3 x 15; Maak alles mooi naar eigen inzicht, overleg wel even met de docent. 23