Uw Aruba 651 configureren voor gebruik met de portalfunctionaliteit

Transcriptie

1 A : Auke Vleerstraat 6D I : PG Enschede E : info@quarantainenet.nl T : B : Rabobank F : KvK : Uw Aruba 651 configureren voor gebruik met de portalfunctionaliteit van Qmanage

2 1 Disclaimer Quarantainenet biedt deze documentatie aan ter ondersteuning van de taken die u binnen het implementatietraject uitvoert. Hierbij is het van belang om op te merken dat, vanwege het standaardkarakter van de documentatie, de juiste werking voor uw specifieke situatie niet gegarandeerd kan worden. Raadpleeg in geval van twijfel altijd de documentatie van uw apparatuur of software, of roep de hulp in van een expert. De implementatiebegeleiders van Quarantainenet zijn geen experts op het gebied van configuratie van uw apparatuur of software en bieden hiervoor slechts ondersteuning op best-effortbasis. Pagina 2 van 24

3 2 Inhoudsopgave 1 Disclaimer Inhoudsopgave Inleiding Leeswijzer Gebruikte opmaak in deze handleiding Configuratie van uw wireless controller VLAN s aanmaken en configureren RADIUS-instellingen SSID aanmaken AAA-profiel aanmaken Virtueel AP-profiel aanmaken SNMP-community aanmaken Virtuele AP-profiles uitrollen Apparaat aan Qmanage toevoegen Pagina 3 van 24

4 3 Inleiding Met deze handleiding kunt u de Aruba 651 configureren, zodat deze te gebruiken is in combinatie met Qmanage: er wordt een SSID geconfigureerd met Portalfunctionaliteit. Allereerst worden de stappen besproken die u moet doorlopen op de interface van de Aruba 651. Tot slot vindt u in hoofdstuk 5 hoe u uw geconfigureerde wireless controller(s) toevoegt aan Qmanage. Enkele opmerkingen vooraf: Er wordt in deze handleiding vanuit gegaan dat u in kunt loggen op de webinterface van uw controller. Als in deze handleiding bepaalde instellingen of opties niet genoemd worden, betekent dit dat de standaardinstellingen na een factory reset correct zijn. U dient deze instellingen ongewijzigd te laten. 3.1 Leeswijzer Deze handleiding is geproduceerd met alle afbeeldingen op de even pagina s. Voor het grootste leesgemak kunt u uw PDF-lezer instellen om twee pagina s tegelijk weer te geven. 3.2 Gebruikte opmaak in deze handleiding Cursief: een element waarop geklikt moet worden, bijvoorbeeld een knop, menu-item, link, etcetera. Vet: De naam van een aan te passen waarde. Pagina 4 van 24

5 4 Configuratie van uw wireless controller Alle configuratie vindt plaats in de web-interface van uw Wireless Controller. Per paragraaf vindt u een korte uitleg van wat u gaat doen, en waarom dat noodzakelijk is om uw apparatuur met Qmanage te laten werken. 4.1 VLAN s aanmaken en configureren Om Qmanage in staat te stellen het juiste VLAN aan de eindgebruiker uit te reiken, dienen deze VLAN s op de wireless controller aanwezig te zijn, inclusief het QNET- en UNREGISTERED-VLAN. Indien u deze handleiding doorloopt tijdens uw Qmanage-implementatieweek, vindt u de betreffende VLAN s in het Technisch Implementatieplan. Zie Figuur Ga boven in het menu naar Configuration 2. Klik links in het menu op VLANs, onder Network 3. Druk op de knop Add Bulk VLANs onderaan de pagina 4. Vul achter Add VLAN Range: in welk bereik VLAN s u wilt aanmaken. (Figuur 2) Voorbeeld: , levert de VLAN s 200 tot en met 230 en 300 tot en met 303 op. 5. Klik op OK Nu de VLAN s aangemaakt zijn moeten deze nog geconfigureerd worden; de controller moet een adres krijgen in elk VLAN. Zie Figuur Kies in het linkermenu voor IP, onder Network. 7. Klik achter een van de zojuist aangemaakte VLAN s op Edit 8. Een nieuw scherm wordt geopend, zie Figuur 4. Zorg dat Use the following IP address geselecteerd is en vul de volgende gegevens in: IP Address: het IP-adres dat de controller in het betreffende VLAN in gebruik dient te nemen Net Mask: het netmask van het betreffende subnet 9. Klik onderaan de pagina op Apply 10. Herhaal stap 7 tot en met 9 voor elk aangemaakt VLAN Pagina 5 van 24

6 Figuur 1: VLAN s aanmaken Figuur 2: VLAN s aanmaken Figuur 3: VLAN s configureren Figuur 4: VLAN s configureren Pagina 6 van 24

7 4.2 RADIUS-instellingen Qmanage communiceert onder andere via het RADIUS-protocol met uw wireless controller. Het is daarom van belang dat uw controller Qmanage herkent als RADIUS-server en authenticatieverzoeken van eindgebruikers doorzet naar Qmanage. In dit hoofdstuk wordt de controller zo geconfigureerd dat dat gebeurt. Zie Figuur Klik links in beeld onder Security op Authentication 12. Klik op RADIUS Server 13. Vul onder Instance een beschrijvende naam voor de RADIUS-server in, bijvoorbeeld Qmanage 14. Druk op Add 15. Klik op de zojuist aangemaakte instance en vul de volgende gegevens in (Figuur 6): Host: het IP-adres van Qmanage. Indien u een redundante Qmanage-opstelling heeft, dient u het virtuele IP-adres te gebruiken. Als u deze handleiding doorloopt tijdens uw Qmanageimplementatieweek, vindt u de betreffende IP-adressen in het Technisch Implementatieplan. Key: het shared secret van de RADIUS-server. Indien u deze handleiding doorloopt tijdens de Qmanage-implementatieweek, is dit secret afgesproken tijdens de informatieverzamelingsfase. Zorg er in ieder geval voor dat het shared secret hetzelfde is als het secret dat u later invoert in de administratieve interface van Qmanage. Retype: nogmaals ditzelfde shared secret 16. Klik onderaan de pagina op Apply 17. Kies links voor Server Group, zie Figuur Voer een beschrijvende naam in voor de Server Group, bijvoorbeeld Qmanage 19. Druk op Add 20. De zojuist aangemaakte Server Group wordt toegevoegd aan het lijstje. Klik op de nieuwe Server Group Pagina 7 van 24

8 11. Figuur 5: RADIUS-instellingen Figuur 6: RADIUS-instellingen Figuur 7: RADIUS-instellingen Pagina 8 van 24

9 21. Klik op New, zie Figuur Selecteer bij Server Name de eerder aangemaakte RADIUS-server, in ons voorbeeld Qmanage, zie Figuur Klik op Add Server 24. Druk op Save As Zie de volgende bladzijde voor de volgende configuratiestappen. Pagina 9 van 24

10 Figuur 8: RADIUS-instellingen Figuur 9: RADIUS-instellingen Pagina 10 van 24

11 4.3 SSID aanmaken In deze paragraaf wordt het SSID aangemaakt waarop de Qmanage Portal beschikbaar zal zijn. Zie Figuur Klik links in het scherm op All Profiles, onder Advanced Services 26. Vouw Wireless Lan uit 27. Klik op SSID Profile 28. Kies een naam voor het profiel, bijvoorbeeld Qmanage-mac 29. Druk op Add 30. Klik op de naam van het zojuist toegevoegde profiel 31. Een scherm als in Figuur 11 opent zich 32. Kies een naam voor het SSID 33. Stel Network Authentication in op None 34. Stel Encryption in op Open 35. Klik helemaal onderaan de pagina op Apply Zie de volgende bladzijde voor de volgende configuratiestappen. Pagina 11 van 24

12 36. Figuur 10: SSID aanmaken Figuur 11: SSID aanmaken Pagina 12 van 24

13 4.4 AAA-profiel aanmaken In deze paragraaf wordt een zogeheten AAA-profiel aangemaakt. Dit wordt in de volgende paragraaf gebruikt om Qmanage als RADIUS-server te koppelen aan het portal-ssid. Zie Figuur Kies voor AAA Profile 37. Voer een naam in voor het AAA-profiel, bijvoorbeeld Qmanage-macradius 38. Druk op Add 39. Klik op de naam van het zojuist aangemaakte profiel 40. Kies links, onder de naam van het AAA-profiel, voor MAC Authentication Profile. Zie Figuur Kies bij MAC Authentication Profile voor default 42. Klik helemaal onderaan de pagina op Apply Zie de volgende bladzijde voor de volgende configuratiestappen. Pagina 13 van 24

14 Figuur 12: AAA-profiel aanmaken Figuur 13: AAA-profiel aanmaken Pagina 14 van 24

15 43. Kies links nu voor MAC Authentication Server Group, zie Figuur Stel MAC Authentication Server Group in op de eerder aangemaakte Server Group, in dit voorbeeld Qmanage 45. Klik helemaal onderaan de pagina op Apply 46. Kies links voor RADIUS Accounting Server Group, zie Figuur Stel RADIUS Accounting Server Group in op de eerder aangemaakte Server Group, in dit voorbeeld Qmanage 48. Klik helemaal onderaan de pagina op Apply Zie de volgende bladzijde voor de volgende configuratiestappen. Pagina 15 van 24

16 49. Figuur 14: AAA-profiel aanmaken Figuur 15: AAA-profiel aanmaken Pagina 16 van 24

17 4.5 Virtueel AP-profiel aanmaken In deze paragraaf wordt een Virtual AP profile aangemaakt. Dit koppelt de eerder aangemaakte AAA-profielen aan het portal-ssid. Zie Figuur Kies links voor Virtual AP profile 50. Voer een naam in voor het profiel, bijvoorbeeld Qmanage-mac-ap 51. Druk op Add 52. Klik op de naam van het zojuist aangemaakte profiel 53. Kies links onder de naam van het profiel voor AAA Profile. Zie Figuur Kies bij AAA Profile voor het eerder aangemaakte AAA-profiel, in dit voorbeeld Qmanage-mac-radius 55. Klik helemaal onderaan de pagina op Apply Zie de volgende bladzijde voor de volgende configuratiestappen. Pagina 17 van 24

18 Figuur 14: Virtueel AP-profiel aanmaken Figuur 15: Virtueel AP-profiel aanmaken Pagina 18 van 24

19 56. Kies links voor SSID Profile. Zie Figuur Selecteer bij SSID Profile het eerder aangemaakte SSID-profiel, in dit voorbeeld Qmanage-mac 58. Klik onderaan de pagina op Apply 4.6 SNMP-community aanmaken Behalve RADIUS communiceert Qmanage ook via het SNMP-protocol met uw controller. Hiervoor is het van belang dat er een zogenaamde SNMP-community voor Qmanage beschikbaar is. In deze paragraaf wordt deze aangemaakt. Zie Figuur Klik in het linkermenu op SNMP, onder Management 60. Vul een System Contact in 61. Voer een System Location in 62. Vul achter Read Community Strings een door Qmanage te gebruiken SNMP-community in. Het maakt niet uit wat u hier invult, als u dezelfde tekst later maar invoert bij het toevoegen van uw controller aan Qmanage 63. Klik op Add 64. Druk op Apply Zie de volgende bladzijde voor de volgende configuratiestappen. Pagina 19 van 24

20 65. Figuur 16: Virtueel AP-profiel aanmaken Figuur 17: SNMP-community aanmaken Pagina 20 van 24

21 4.7 Virtuele AP-profiles uitrollen Nadat alle voorbereidingen getroffen zijn moet het SSID met de bijbehorende profielen nog daadwerkelijk aangezet worden, en tenslotte de configuratie opgeslagen worden. Zie Figuur Klik links in het menu op AP Configuration, onder Wireless. 66. Klik achter de AP Group default op Edit 67. Ontvouw Wireless LAN. Zie Figuur Kies voor Virtual AP 69. Klik achter het Virtuele AP default op Delete, indien dit Virtuele AP nog aanwezig is 70. Kies achter Add a profile voor het eerder aangemaakte Virtuele AP, in dit voorbeeld qmanage-mac-ap 71. Druk op Add 72. Klik onderaan de pagina op Apply 73. Klik helemaal bovenaan de pagina op Save Configuration Zie de volgende bladzijde voor het toevoegen van de controller aan uw Qmanage-installatie Pagina 21 van 24

22 Figuur 18: Virtueel AP-profiel aanmaken Figuur 19: Virtueel AP-profiel aanmaken Pagina 22 van 24

23 5 Apparaat aan Qmanage toevoegen Een wireless controller wordt via Qadmin aan Qmanage toegevoegd. Zie Figuur Ga naar Infra Devices; 75. Vul onder het tabblad Add Device de volgende informatie in: IP address: het IP-adres van de controller SNMP community: de eerder in deze handleiding aangemaakte community 76. Klik op Next step; 77. Doorloop de wizard en vul de gevraagde informatie in. Pagina 23 van 24

24 Figuur 20: Toevoegen aan Qmanage Pagina 24 van 24