OBSERVATIE VITALE PARAMETERS BIJ KRITISCH ZIEKE KINDEREN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "OBSERVATIE VITALE PARAMETERS BIJ KRITISCH ZIEKE KINDEREN"

Transcriptie

1 OBSERVATIE VITALE PARAMETERS BIJ KRITISCH ZIEKE KINDEREN K. Staelens,Universitair Ziekenhuis Antwerpen, Edegem Inleiding De mortaliteit van kinderen is de afgelopen 100 jaar wereldwijd significant gedaald door evolutie naar een goede neonatale zorg en betere acute zorgverlening voor het ernstige zieke kind [1,2]. De WHO i geeft in de wereldgezondheidsstatistieken aan dat de 5-jaar mortaliteitsgraad ii gedaald is van 10 in 1990 naar 4 in 2010 [1]. Daarnaast heeft een correcte handeling en kwaliteitsvolle reanimatie voor, tijdens en na een cardiaal arrest en een goede observatie van de vitale parameters ervoor gezorgd dat er een verbeterde overlevingskans is voor kinderen met een cardiaal arrest in het ziekenhuis. Deze overlevingskans is gestegen van 9% in 1987 tot 16-30% gedurende de afgelopen jaren [3]. Bij kinderen zal een cardiopulmonair arrest zelden primair veroorzaakt worden door een cardiaal arrest of er is een onderliggende cardiale afwijking aanwezig [2]. Een hartstilstand is vaak het eindresultaat van progressieve shock of ademhalingsinsufficiëntie en cardiopulmonale decompensatie. Voor de circulatoire stilstand zal het kind reeds tekenen tonen van beperkte systeemperfusie en dyspneu. Belangrijk bij de intensieve zorgen die verstrekt worden aan het ernstig zieke kind is de anticipatie op de achteruitgang in de vitale parameters. Hierbij is het essentieel dat de bijhorende behandeling correct en efficiënt wordt uitgevoerd [2,4]. Deze anticipatie is enkel mogelijk bij correcte observatie van vitale parameters. Pediatric Early Warning Scores Scoresystemen zoals Pediatric Early Warning Score (PEWS) identificeren kritisch zieke kinderen sneller. Hierdoor worden ze tijdig getransfereerd naar de PICU voor meer intensieve monitoring en opvolging van de vitale parameters [3]. Ondermeer op de pediatrieafdeling van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen wordt gebruik gemaakt van dit systeem om kinderen met bedreigde vitale parameters tijdig te identificeren en, indien nodig, te transfereren. In een invasieve omgeving (zoals intensieve zorgen) kan de PEWS niet gebruikt worden daar dan steeds alle kinderen de meest ernstige code krijgen toegedeeld. Wel wordt momenteel onderzocht of automatische meldsystemen de kwaliteit aan zorg kunnen verbeteren door een automatische melding bij afwijkende parameters in het elektronisch dossier. Indien de patiënt een hemoglobine heeft van <7 mg/dl verschijnt automatisch een pop-up scherm om de verpleegkundige hierop attent te maken. i World Health Organisation. ii De waarschijnlijkheid dat een kind sterft voordat het de leeftijd van 5 jaar bereikt per 1000 levend geboren.

2 Overzicht normale vitale parameters De ademhalings- en hartfrequentie van kinderen zijn afhankelijk van de leeftijd. Deze frequenties zijn het hoogst bij pasgeborenen en zullen afnemen als de leeftijd van het kind toeneemt. De normale vitale parameters worden weergegeven in tabel 1. Tabel 1: Normale vitale parameters volgens de leeftijd van het kind [2]. Leeftijd (in jaren) Ademhalingsfrequentie (ademhalingen/minuut) Hartritme (slagen/minuut) Systolische Bloeddruk (mmhg) < > Kinderen met onderliggende aandoeningen kunnen afwijkende parameters hebben die voor hen volstrekt normaal zijn. Tijdens de observatie van de patiënt dient de verpleegkundige dit in overweging te nemen. Een goede anamnese en een correcte observatie is daarom belangrijk. Afwijkende vitale parameters Luchtweg en ademhaling Hypoxie heeft ernstige gevolgen. In eerste instantie ontwikkelt het kind iii een tachycardie. Indien de hypoxie blijft aanhouden ontwikkelt zich een bradycardie. Dit is een preterminaal tekenen en vereist onmiddellijk ingrijpen [2]. Hypoxie heeft ook invloed op de huidskleur en de mentale status van kinderen. Door vasoconstrictie vertoont het kind in eerste instantie een bleekheid. Bij een saturatie van <70% vertoond het kind pas cyanose (enkel bij de afwezigheid van anemie) [2,5,6]. Tenslotte zijn kinderen met hypoxie of hypercapnie vaak geagiteerd of slaperig. Zonder ingrijpen zal de slaperigheid zich geleidelijk aan voortzetten met coma tot gevolg [2,5,6]. Het is dus belangrijk om een potentieel respiratoir falen tijdig te herkennen. Daarom moet de ademhalingsarbeid, de efficiëntie en het effect van de ademhaling, bij een spontaan ademende patiënt, steeds geobserveerd worden [2,5]. Vrije luchtweg De meest voorkomende oorzaak van het cardiopulmonale arrest bij kinderen buiten het ziekenhuis is de niet-vrije luchtweg. Ook bij gemonitorde kinderen moet men hierop alert zijn. Bij een verminderd bewustzijn kan de tong achterwaarts in de keelholte vallen waarbij ze de pharynx blokkeert. iii Uitzondering bij zuigeling. Zij ontwikkelen onmiddellijk een bradycardie bij hypoxie.

3 Daarnaast kan aspiratie van een vreemd voorwerp eveneens voorkomen in een ziekenhuisomgeving [2]. Ademhalingsarbeid De ademhalingsarbeid kan worden ingeschat door observatie van ademhalingsfrequentie, ritme en diepte van de ademhaling. Deze parameters kunnen echter beïnvloed worden door lichamelijke inspanning, angst, onrust, pijn, inspanning en infecties [2,5]. Ademhalingsfrequentie Evolutie is het belangrijkste bij de opvolging van de ademhalingsfrequentie. Verschillende metingen zeggen vaak meer dan één enkele meting. Door het opvolgen van de evolutie kan deze parameter gebruikt worden als indicator voor verbetering of verslechtering van de algemene toestand van het kind [2]. Bij ernstige hypo- of hyperventilatie dient onmiddellijk te worden ingegrepen [2,5]. Hulpademhalingsspieren Het gebruik van hulpademhalingsspieren (intercostaal, subcostaal, sternaal) duidt op verhoogde ademhalingsarbeid. Bij zuigelingen zal het gebruik van deze hulpademhalingsspieren frequenter voorvallen daar zij een soepelere thoraxwand hebben. Vaak gaat het gebruik samen met neusvleugelen. Indien het gebruik van hulpademhalingsspieren aanwezig is bij grotere kinderen (ouder dan 6 à 7 jaar) dan is dit een indicatie voor de aanwezigheid van ernstige respiratoire problemen [2]. Onmiddellijk ingrijpen is noodzakelijk. Wees daarnaast steeds alert voor uitputting. Het afnemen van het gebruik van de hulpademhalingsspieren kan duiden op verbetering van de algemene respiratoire toestand, maar kan ook duiden op uitputting [2,4,5]. Respiratoire geluiden Inspiratoire en expiratoire geluiden Stridor is een teken van laryngeale of tracheale obstructie. Het typische geluid wordt normaal veroorzaakt bij inspiratie. Bij ernstige obstructie zal de stridor zowel bij in- en uitademing voorkomen. Wheezing geeft een indicatie van een vernauwing van de lagere luchtwegen en zal meestal veroorzaakt worden bij uitademen. Een verlengde expiratoire fase geeft eveneens een indicatie voor een vernauwing van de lagere luchtwegen [2,5]. Kreunen Kreunen wordt veroorzaakt bij uitademing tegen een gedeeltelijk gesloten epiglottis. Hierdoor verkrijgt het kind auto PEEP waardoor de alveolen niet verkleven. Een nieuwe inademing is daardoor makkelijker. Kreunen is bij respiratoir bedreigde kinderen, een ernstig teken van uitputting. Een kreunend kind moet daarom steeds gemonitord worden. Meestal wordt kreunen veroorzaakt door een ernstige pneumonie of pulmonair oedeem. Daarnaast kan het ook voorkomen bij kinderen met verhoogde intracraniële druk, pijn, peritonitis of abdominale overdruk [2,5,6].

4 Gaspen Als kinderen gaspen is dit veelal een teken van ernstige hypoxie met (onderliggende) neurologische aantasting. Door de geleden neurologische schade is dit vaak een preterminaal teken. [2,5,6]. Belangrijke uitzonderingen bij observatie van de respiratoire parameters Tijdens de observatie van kinderen met onderstaande aandoeningen moet men alert zijn voor de afwezigheid van tekens van verhoogde ademhalingsarbeid terwijl zij wel respiratoire distress ervaren [2,5,6]: 1. Een zuigeling of kind dat al enige tijd ernstige ademhalingsproblemen heeft kan uitgeput geraken. De tekenen van verhoogde ademhalingsinspanning zullen dan opnieuw afnemen. Uitputting is een preterminaal teken. 2. Kinderen met ernstige cerebrale aandoeningen zoals verhoogde intracraniële druk, vergiftiging of encephalopathie. Bij deze aandoening wordt de respiratoire insufficiëntie veroorzaakt door een verminderde respiratoire drive in de hersenen. 3. Kinderen met neuromusculaire aandoeningen. Doeltreffendheid van de ademhaling De doeltreffendheid van de ademhaling kan snel worden ingeschat door de aan- of afwezigheid van thoraxexpansies. Daarnaast wordt door het ausculteren van de thoraxwand waardevolle informatie verschaft. Men moet alert zijn op verminderd, asymmetrisch of bronchiaal ademgeruis. Een stille thorax, zonder de aanwezigheid van enig ademgeruis, is een belangrijk verontrustend teken [2]. Een saturatiemeter meet de perifere zuurstofsaturatie. Hierbij is het belangrijk dat er een goede polscurve gevormd wordt zodat er een correcte meting is. Slechte metingen zijn te verwachten bij ernstige shock en hypothermie [2,5]. Een saturatiemeting is minder betrouwbaar bij bewegingsartefact, fel omgevingslicht en de aanwezigheid van koolstofmonoxide in het bloed van de patiënt. Vanaf een saturatie van 70% en lager is er een groot artefact op de meting waardoor de meting minder betrouwbaar wordt [2]. De normale saturatie bij kinderen en zuigelingen op zeeniveau ligt tussen 97 en 100% [2]. Respiratoire opvolging van de beademde patiënt Bij de beademing van kinderen dienen teugvolumes en ademhalingsfrequentie nagestreefd te worden in functie van de leeftijd, de fysiologie en de pathologie van het kind. Daarnaast dient continu de end - tidal CO2 en de saturatie gemeten te worden voor een continue opvolging van de oxygenatie- en de ventilatietoestand. Bij ernstige afwijkingen van de continue parameters en op vaste tijdstippen dient de arteriële zuurstofspanning en de arteriële koolstofdioxidespanning op gevolgd te worden. Circulatie Bij een slechte circulatie vertoont het lichaam tekenen van een verminderde systeemperfusie. De patiënt ontwikkelt koude extremiteiten door perifere vasoconstrictie. Daarnaast ontstaat er een

5 klamme of bleke huid en een vertraagde capillaire refill [4]. Bij onvoldoende circulatie van het lichaam ontstaat eveneens een verminderde diurese iv. Ook bij deze parameter is tijdig observeren en herkennen van potentieel circulatoir falen belangrijk. Deze vroegtijdige herkenning is enkel mogelijk door een doorgedreven observatie van de circulatoire status waarbij cardiovasculaire status en bloeddruk worden gemonitord. Cardiovasculaire status Hartritme Bij een verminderde cardiovasculaire status stijgt initieel het hartritme. Enerzijds wordt dit veroorzaakt door het vrijkomen van catecholamine. Anderzijds zal het lichaam de daling van het slagvolume op deze manier trachten te compenseren [2,5]. Indien een bradycardie v optreedt moet men snel handelen want dit is een preterminaal teken [2]. Palpatie van pulsaties Voor het dalen van de bloeddruk zijn, via palpatie, reeds verminderde perifere pulsaties waarneembaar. Dit wordt veroorzaakt door vasoconstrictie. Indien er geen perifere pulsaties of slechts zwakke centrale pulsaties meer waarneembaar zijn is dit een teken van ernstige shock waarbij reeds hypotensie aanwezig is [2]. Capillaire refill De capillaire refill wordt gemeten op het sternum, een vinger of een teen. Gedurende 5 seconden wordt een percutane druk gegeven. Na 2 seconden moet de huid, vinger of nagelbed terug normaal gekleurd zijn voor een goede capillaire refill [2]. Een tragere capillaire refill is vaak een vroeg teken van een ernstige (septische) shock. Koorts heeft geen invloed op de capillaire refill, koude omgeving vertraagt daartegen de capillaire refill aanzienlijk. Bij onderkoelde kinderen of bij kinderen die recent uit een koude omgevingstemperatuur komen (vb. kinderen met een ernstig trauma) mag de capillaire refill dus niet gebruikt worden [2,4]. Bloeddruk Een juiste maat van bloeddrukmanchet is noodzakelijk bij het niet-invasief meten van de bloeddruk. De breedte van de cuff moet meer dan 80% van de lengte van de bovenarm omvatten en de manchet moet de omtrek van de arm goed omsluiten [2]. Bij invasief meten van de bloeddruk moet men letten op een correcte morfologie van de curve. Bij een gedempte curve zal de gemeten bloeddruk te laag zijn, bij een spitse curve zal de gemeten bloeddruk te hoog zijn. De normaalwaarden voor bloeddruk volgens de leeftijd zijn terug te vinden in tabel 1, overzicht van de normale vitale parameters. Hypotensie treedt bij kinderen pas laat op en is dus een preterminaal teken van circulatoir falen. Een bloeddrukdaling bij een kind moet daarom steeds aanzien worden als iv Minimale diurese bij kind 1ml/kg/u bij zuigeling 2 ml/kg/u. v Hartritme van minder dan 60 slagen per minuut.

6 een dreigend cardiaal arrest [2]. Hypertensie kan veroorzaakt worden door coma, gestegen intracraniële druk en pijn. Cardiaal falen Soms lijden kinderen aan primair cardiaal falen. Vaak is er dan een aangeboren cardiale aandoening. Volgende tekens zijn suggestief voor de aanwezigheid van primair cardiaal falen: cyanose die niet verbetert met zuurstofbehandeling, een tachycardie die niet in verhouding staat met de ademhalingsarbeid, aanwezigheid van gallopritme of hartgeruis, vergrote lever, verhoogde centraal veneuze druk of de afwezigheid van femorale pulsaties. Dit cardiaal falen dient verder in kaart gebracht te worden voor een optimale cardiale ondersteuning en therapie [2,3,4,5]. Neurologisch monitoring Zowel respiratoir als cardiaal falen hebben gevolgen voor de neurologische toestand van de patiënt. Omgekeerd kunnen ernstige neurologische aandoeningen (meningitis, verhoogde intracraniële druk en status epilepticus) ook nadelige respiratoire of circulatoire gevolgen geven [2,4,6]. De neurologische evaluatie zal in acute situaties pas plaatsvinden nadat het ABC vi gecontroleerd is. Er zijn geen neurologische problemen die belangrijker zijn dan deze evaluatie [2]. Doch kan een correcte neurologische observatie niet ontbreken bij een goede observatie van de vitale parameters van het kritisch zieke kind. Het dient dan ook een onderdeel te zijn van het (elektronisch) patiëntendossier. Voor een correcte neurologische monitoring worden bewustzijn, houding en pupilreactie geobserveerd [2]. Bewustzijn en houding Een snelle beoordeling van het bewustzijn kan gemaakt worden door gebruik te maken van AVPU vii. Deze schaal wordt vaak gebruikt door verpleegkundigen en artsen op spoed omdat ze snel een idee geeft van het bewustzijn van de patiënt. Een kind dat een score U of P heeft, heeft een ernstige graad van coma. Deze score is vergelijkbaar met een Glasgow Coma Scale (GCS) van 8 of minder. In een minder acute maar toch kritische setting (zoals op de kinderintensieve zorgen) is het noodzakelijk dat het bewustzijn van het kind frequent klinisch geëvalueerd wordt. De objectieve evaluatie van de diepte van het bewustzijn gebeurt standaard aan de hand van de GCS. De score kan variëren tussen de 3 en 15 en ze is belangrijk om behandelingen in te stellen. Standaard wordt aangenomen dat geen vrije luchtweg meer gegarandeerd kan worden als de GCS lager of gelijk is aan 8 op 15. Hierdoor is intubatie en mechanische ventilatie noodzakelijk. Daarna zal bijkomend neurologisch onderzoek noodzakelijk zijn om een behandeling in te stellen [4]. Doordat kinderen volop in ontwikkeling zijn is de GCS is aangepast aan deze kinderen en zuigelingen (tabel 2). De maximale score is afhankelijk van de leeftijd. vi A(irway), B(reathing), C(irculation). vii A(alert), V(responds to Voice), P(responds only to Pain), U(Unresponsive to all stimuli).

7 Tabel 2. De pediatrische Glasgow Coma Scale: aangepaste schaal voor kinderen en zuigelingen [5]. Ogen openen Beste verbale reactie Beste motorische reactie Score Gehoorzaamt op bevel 6 Stemgeluiden, Terugtrekken op aanraking/ pijn 5 brabbelen/georiënteerd lokaliseren Spontaan Geïrriteerd huilen/verward Terugtrekken op pijn 4 Op aanspreken Huilen, schreeuwen bij pijn Decorticatie/abnormaal buigen 3 op stimuli Op pijnprikkel Kreunt bij Decerebratie / abnormaal 2 pijnprikkel/onverstaanbaar strekken op stimuli Niet Geen Geen/slappe houding 1 De GCS is gevoelig voor verschillen in evaluatieprocedure. Voor het opvolgen van de evolutie van het kind is het belangrijk dat de respons op eenzelfde manier uitgelokt en geïnterpreteerd wordt. Daarnaast kunnen omstandigheden het soms moeilijk maken om de GCS te scoren. Bij hevige zwelling van de oogleden kan het kind deze niet openen of bij intubatie kan het kind niet antwoorden door de aanwezigheid van de endotracheale tube. Op deze manier wordt de ernst van de toestand soms overschat. Zo krijgt het kind met de gezwollen ogen score 1 bij het openen van ogen terwijl hij eigenlijk door een fysiek ongemak niet in staat is om dit bevel uit te voeren [4]. Daarnaast kunnen soms subtiele veranderingen die een voorbode zijn van veranderend bewustzijn niet worden gescoord via de GCS. Een kind dat vertraagt maar correct en gericht antwoordt zal een maximale score kunnen behalen, hoewel er onderliggend vaak een neurologisch probleem aanwezig is. De getrainde verpleegkundige zal deze subtiele verandering vaak wel observeren. Het is belangrijk dat deze bemerkingen genoteerd worden in het (elektronisch) patiëntendossier en gemeld aan de arts. Bij gesedeerde patiënten is het onmogelijk om een correcte GCS af te nemen. Zij hebben een verminderd bewustzijn door sedatie. Indien neurologische opvolging noodzakelijk is voor de verdere therapie of beleid moet een wake-up test worden uitgevoerd. Pupilreactie Bij het meten van de pupilreactie wordt gekeken naar lichtreactie, symmetrie en grootte van de pupil. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een lampje. Verschillende drugs en cerebrale letsels hebben invloed op de pupilreactie. De belangrijkste tekens die moeten worden nagegaan zijn dilatatie, lichtstijfheid en ongelijkheid omdat, bij afwijking, ernstige hersenletsels of zelfs inklemming mogelijk zijn [2,4]. Overige parameters Tenslotte zijn er nog enkele parameters die mee geobserveerd moeten worden bij de vitale parameters. Door hun interactie met deze parameters geven zij extra informatie over de algemene

8 toestand van de patiënt. De drie belangrijkste die besproken worden zijn diurese, temperatuur en glycemie van de patiënt. Diurese Bij een slechte vullingsstatus of een slechte circulatoire toestand zal de diurese van de patiënt daar snel onder lijden. Daarom moet de diurese van kritisch zieke kinderen strikt opgevolgd worden. Bij afname of abnormaal volume van de diurese moet de oorzaak snel geïdentificeerd en behandeld worden [2,4]. Temperatuur Door de invloed van de temperatuur op de neurologische outcome, bij ondermeer ernstig neurotrauma, moet deze adequaat opgevolgd worden. Het is niet noodzakelijk dat kinderen postreanimatie of postneurotrauma actief worden afgekoeld [2,4,5,6]. Wel moet minimaal hyperthermie (>38 C) behandeld worden met antipyretica en actieve afkoelingstechnieken. Ernstige hypothermie (<32 C) dient eveneens behandeld te worden daar het kan leiden tot aritmieën en herhaalde cardiale arresten [6]. In praktijk zal men steeds streven naar een normothermie rond 36 C. Daarnaast is het opvolgen van de temperatuur belangrijk voor het tijdig afnemen van hemoculturen bij de optimale behandeling van een sepsis. Glycemie Don t ever forget glucose wordt algemeen gebruikt om het belang van glycemiecontrole bij behandeling van het kritisch zieke kind te benadrukken. Ernstige hypoglycemie kan eenzelfde klinisch beeld geven als een fulminante shock. Bij kritisch zieke kinderen of kinderen met plotse achteruitgang van de neurologische toestand, dient dan ook steeds een glycemie gecontroleerd te worden. Meestal verdwijnen de symptomen van zodra de glycemie genormaliseerd is [2]. De behandeling van hyperglycemie is verschillend op de pediatrische intensieve zorgenafdelingen in Vlaanderen. De behandeling varieert van een strikte glycemiecontrole viii tot behandeling van glycemie vanaf 180mg/dl. Uit onderzoek is echter geen algemene wetenschappelijke evidentie voor een betere outcome bij één van de beide glycemiebehandelingen voor elk kritisch ziek kind. Daarnaast is er onvoldoende onderzoek verricht naar de effecten van hypoglycemie op lange termijn [7,8]. Door de complexiteit en het reële gevaar voor hypoglycemie wordt in het UZA momenteel hyperglycemie getolereerd tot 180 mg/dl. Indien deze waarde overschreden wordt moet dit behandeld worden met snelwerkende insuline. Belangrijk hierbij is dat hypoglycemie steeds voorkomen wordt [2]. Besluit Een gestructureerde observatie van de vitale parameters en een correct tijdig ingrijpen bij afwijkende parameters zijn belangrijk bij het verstrekken van een veilige en kwalitatieve zorg van het kritisch zieke kind. Op niet-kritische diensten maakt men voor de identificatie van ernstig zieke kinderen viii Kinderen > 1 jaar: mg/dl; kinderen >1 jaar: mg/d

9 gebruik van PEWS. Op kritische diensten kan deze schaal niet gebruikt worden omdat al de opgenomen kinderen afwijkende parameters vertonen. Het is de verpleegkundige die instaat voor de verzorging van het kind die aandacht moet hebben voor de observatie van alle vitale parameters die werden omschreven. Daarnaast moet zij over voldoende kennis en ervaring beschikken zodat zij deze parameters correct kan interpreteren. Literatuurlijst [1] World health Organisation. World Health statistics, Geraadpleegd via op 1 september [2] Samuels M., Wieteska S. Advanced Paediatric life support the practical approach. West- Sussex: Wiley-Blackwell [3] Topijan A, Berg R, Nadkarni V. Advances in Recognition, Resuscitation, and Stabilisation of the Critically Ill Child. Pediatric Clin N Am 2013;60: [4] dienst intensieve geneeskunde UZ Leuven. Vademecum PICU. Antwerpen: Standaard uitgeverij [5] Van den Brink G.T.W.J., Tol T.N.C. Van Vught E.M. Leerboek intensive-care verpleegkunde kinderen. Amsterdam: Elsevier gezondheidszorg, [6] American College of Surgeons, Commitee on Trauma. Advanced Trauma Life Support for doctors Student Course Manual. Chicago: American College of Surgeons: [7] Macrae D., Grieve, R., Allen E., Sadique Z., Morris K., Pappachan J., Parslow R., Robert C. Tasker R.C. en Elbourne D. A Randomized Trial of Hyperglycemic Control in Pediatric Intensive Care, The new England Journal of medicine, Vol 370, nr 2, januari [8] Van Herpe T., Vanhonsebrouck K., Dieter Mesotten D., De Moor B. en Van den Berghe G. Glycemic Control in the Pediatric Intensive Care Unit of Leuven: Two Years of Experience, Journal of Diabetes Science and Technology, Volume 6, nr.2, januari 2012.

Gestructureerde benadering van het zieke kind door de huisarts

Gestructureerde benadering van het zieke kind door de huisarts Gestructureerde benadering van het zieke kind 15 mei 2013 Elkerliek ziekenhuis - Helmond Eric Brouwer, kinderarts HUISARTS & WETENSCHAP 2011 Wat is anders Nummer 1 Maart 2011 Obstructie ademweg Ademdepressie

Nadere informatie

A, B, C of run away? LVIZ symposium 17 april 2015 Drs. Monique Engel - Kinderarts-intensivist

A, B, C of run away? LVIZ symposium 17 april 2015 Drs. Monique Engel - Kinderarts-intensivist A, B, C of run away? LVIZ symposium 17 april 2015 Drs. Monique Engel - Kinderarts-intensivist Circulatiestilstand bij kinderen Etiologie/Pathofysiologie Vochtverlies Redistributie Toegenomen ademarbeid

Nadere informatie

1 Het acuut zieke kind

1 Het acuut zieke kind 1 Het acuut zieke kind C.M.P. Buysse, E.N. de Jager, M. de Hoog 1.1 Inleiding In de acute kindergeneeskunde is de grootste uitdaging niet een succesvolle reanimatie, wél de tijdige herkenning en adequate

Nadere informatie

Kinderen met acute neurologische problematiek

Kinderen met acute neurologische problematiek Kinderen met acute neurologische problematiek Thomas van Veen, Kinderarts 06-07-2015 Anne, 9 jaar aangereden door een auto Zij is aangereden door een auto voor het ziekenhuis Vader draagt haar de SEH op

Nadere informatie

ABCDE methodiek Biedt een vaste volgorde van het benaderen van het slachtoffer

ABCDE methodiek Biedt een vaste volgorde van het benaderen van het slachtoffer ABCDE methodiek Biedt een vaste volgorde van het benaderen van het slachtoffer Indien een stoornis in de vitale functie wordt waargenomen direct handelen (Treat as you go) A AIRWAY AND C-SPINE (= vrije

Nadere informatie

De herkenning van het acuut zieke kind. Dr. Kristel Delanghe

De herkenning van het acuut zieke kind. Dr. Kristel Delanghe De herkenning van het acuut zieke kind Dr. Kristel Delanghe Inleiding: waarom zijn kinderen anders? Spectrum van ziekten is anders Bij de geboorte: immature immuniteit De respons op ziekten is anders:

Nadere informatie

Als het mis gaat. Stoornissen bewustzijn. Frans Rutten Anesthesioloog/spoedarts

Als het mis gaat. Stoornissen bewustzijn. Frans Rutten Anesthesioloog/spoedarts Als het mis gaat. Stoornissen bewustzijn Frans Rutten Anesthesioloog/spoedarts Casus 1 Vrouw, 74 jaar diep bewusteloos gevonden in de tuin Bekend met diabetes type II Langzame snurkende ademhaling Langzame

Nadere informatie

Klinisch redeneren in acute situaties. Ijbelien Jungen

Klinisch redeneren in acute situaties. Ijbelien Jungen Klinisch redeneren in acute situaties Ijbelien Jungen Alarm criteria Acute verandering in: Fysiologie Airway -bedreigde luchtwegen (b.v. Bij stridor, zwelling van de hals, sputumretentie) Breathing - (verandering

Nadere informatie

Reanimatie van de pasgeborene

Reanimatie van de pasgeborene Reanimatie van de pasgeborene Anne Debeer, neonatale intensieve zorgen, UZ Leuven Katleen Plaskie, neonatale intensieve zorgen, St Augustinus Wilrijk Luc Cornette, neonatale intensieve zorgen, AZ St-Jan

Nadere informatie

TREAT FIRST WAT KILLS FIRST

TREAT FIRST WAT KILLS FIRST TREAT FIRST WAT KILLS FIRST Tools voor een praktische benadering van de vitaal bedreigde patiënt V&VN VS jaarcongres 2019 Silvie van Doorn, VSAZ Isabelle Nooijen, VSAZ RAV Brabant Midden West Noord Belangenverstrengeling:

Nadere informatie

Doel. Definities. Indicatie. Werkwijze/beslisboom. Uniforme opvang van de trauma patiënt op de Intensive care

Doel. Definities. Indicatie. Werkwijze/beslisboom. Uniforme opvang van de trauma patiënt op de Intensive care Doel Uniforme opvang van de trauma patiënt op de Intensive care Definities Het protocol begint met hetgeen de patiënt het meest bedreigd (treat first what kills first). Treft men tijdens de opvang een

Nadere informatie

Adequate herkenning van het acuut zieke kind

Adequate herkenning van het acuut zieke kind Adequate herkenning van het acuut zieke kind Samenvatting Corinne Buysse, Elsbeth de Jager en Matthijs de Hoog De grootste uitdaging in de acute kindergeneeskunde is niet een succesvolle reanimatie, maar

Nadere informatie

Herkennen acuut ziek kind

Herkennen acuut ziek kind Herkennen acuut ziek kind Inleiding Kinderen zijn geen kleine volwassenen. Zowel de anatomie als pathofysiologische processen zijn anders bij kinderen. Voordat ingegaan wordt op de specifieke anatomie

Nadere informatie

Oorzaken shock. Hypovolemie Compressie van hart en vaten (tamponade) Cardiogene shock (hartfalen) Sepsis Neurogeen (verlies autonome bezenuwing)

Oorzaken shock. Hypovolemie Compressie van hart en vaten (tamponade) Cardiogene shock (hartfalen) Sepsis Neurogeen (verlies autonome bezenuwing) Oorzaken shock Hypovolemie Compressie van hart en vaten (tamponade) Cardiogene shock (hartfalen) Sepsis Neurogeen (verlies autonome bezenuwing) Diagnose Klinische omstandigheden Klinisch onderzoek Hemodynamisch

Nadere informatie

Reanimatie bij hypothermie / verdrinking. Marlies Morsink SEH-arts KNMG Radboudumc

Reanimatie bij hypothermie / verdrinking. Marlies Morsink SEH-arts KNMG Radboudumc Reanimatie bij hypothermie / verdrinking Marlies Morsink SEH-arts KNMG Radboudumc Hypothermie Na expositie aan kou! Wanneer hypothermie? lichaamstemperatuur < 35 gr. C. Classificatie: Lichte hypothermie

Nadere informatie

De meerwaarde van een early warning system op een standaard verpleegafdeling

De meerwaarde van een early warning system op een standaard verpleegafdeling De meerwaarde van een early warning system op een standaard verpleegafdeling Auteurs : Dr. Gillis Marc Mevr. Reynders Nicole Dhr. Knaepen Stefan 1 Doelstelling EWS systeem Het EWS systeem is een wetenschappelijk

Nadere informatie

HET ERNSTIG ZIEKE KIND

HET ERNSTIG ZIEKE KIND DEEL III HET ERNSTIG ZIEKE KIND 7:1 Hoofdstuk 7 De gestructureerde aanpak van het ernstig zieke kind Leerdoelen In dit hoofdstuk leer je hoe een ernstig ziek kind te herkennen een gestructureerde aanpak

Nadere informatie

het kind in acute nood 11

het kind in acute nood 11 bsl - ongevallen bij kinderen 02-03-2007 12:56 Pagina 11 1 Het kind in acute nood Definitie en etiologie Incidentie Acuut overlijden bij kinderen is meestal het gevolg van hypoxie door (a) luchtwegobstructie,

Nadere informatie

(potentiële) belangenverstrengeling

(potentiële) belangenverstrengeling (potentiële) belangenverstrengeling Geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium of andere (financiële) vergoeding Aandeelhouder Andere relatie

Nadere informatie

Intensieve Zorgen Pediatrie. Studentenbrochure

Intensieve Zorgen Pediatrie. Studentenbrochure Intensieve Zorgen Pediatrie Studentenbrochure 01. Inleiding Beste student, Met deze brochure willen we je goed informeren over onze afdeling, medewerkers en patiënten ter voorbereiding van je stage. Uiteraard

Nadere informatie

INHOUD Dit protocol is gebaseerd op de NVN richtlijn 2011 Prognose van post-anoxisch coma. 1 september 2012

INHOUD Dit protocol is gebaseerd op de NVN richtlijn 2011 Prognose van post-anoxisch coma. 1 september 2012 INHOUD Dit protocol is gebaseerd op de NVN richtlijn 2011 Prognose van post-anoxisch coma. 1 september 2012 Inleiding: Een post-anoxisch coma wordt veroorzaakt door globale anoxie of ischemie van de hersenen,

Nadere informatie

De vroege herkenning en behandeling van de vitaal bedreigde patiënt op een SVE

De vroege herkenning en behandeling van de vitaal bedreigde patiënt op een SVE Beter de pols in de hand dan de MUG op de vlucht De e.mews Door Lauwaert Prof dr Ives Hubloue Spoedgevallendienst UZ Brussel of met andere woorden. De vroege herkenning en behandeling van de vitaal bedreigde

Nadere informatie

Is er nog ruimte voor de EMV op de IC? Peter Muller Neural Practitioner Topics in Intensive Care 8 december 2016

Is er nog ruimte voor de EMV op de IC? Peter Muller Neural Practitioner Topics in Intensive Care 8 december 2016 Is er nog ruimte voor de EMV op de IC? Peter Muller Neural Practitioner Topics in Intensive Care 8 december 2016 Inhoud van de presentatie: - test - inleiding - strekken en buigen - voldoet de EMV/GCS

Nadere informatie

Het kind in Acute Nood September Dennis van der Geld Ambulance verpleegkundige NRR Docent-instructeur BLS/AED/PBLS

Het kind in Acute Nood September Dennis van der Geld Ambulance verpleegkundige NRR Docent-instructeur BLS/AED/PBLS Het kind in Acute Nood September 2018 Dennis van der Geld Ambulance verpleegkundige NRR Docent-instructeur BLS/AED/PBLS Doel Herken het kind in acute nood Specifieke volgorde PBLS te begrijpen Nut van

Nadere informatie

Casus 3: De Intensieve patiënt OPLOSSING

Casus 3: De Intensieve patiënt OPLOSSING Casus 3: De Intensieve patiënt OPLOSSING Algemene regels Indien er naar een procedure/een verpleegplan wordt verwezen in de casus mag je er van uit gaan dat deze effectief aanwezig is en beschikbaar voor

Nadere informatie

Verdrinking: oorzaken, proces en gevolgen

Verdrinking: oorzaken, proces en gevolgen Verdrinking: oorzaken, proces en gevolgen A. Oorzaken van verdrinking Primair Onderdompeling Bewustzijnsverlies Verdrinking Secundair Bewustzijnsverlies Onderdompeling Verdrinking 75 % 25% 1. Primaire

Nadere informatie

Reanimatie richtlijnen. 25 mei 2002 Utrecht

Reanimatie richtlijnen. 25 mei 2002 Utrecht Reanimatie richtlijnen 25 mei 2002 Utrecht Reanimatie richtlijnen Marcel Bontje BHV Plus Simpel(er) Noodzakelijke handelingen Hogere retentie Verbeteren uitkomst Evidence Based Niveau van bewijsvoering:

Nadere informatie

Basisreanimatie volwassenen. CPR-werkgroep Heilig Hart Ziekenhuis Mol

Basisreanimatie volwassenen. CPR-werkgroep Heilig Hart Ziekenhuis Mol Basisreanimatie volwassenen CPR-werkgroep Heilig Hart Ziekenhuis Mol Overlevingsketen is de basis voor Advanced Life Support en een goede en snel begonnen is doorslaggevend voor het succes van de ALS en

Nadere informatie

Hoogteziekte. PHC cursus 1-6 april 2018 Stichting Kilimanjaro Paramaribo, Suriname

Hoogteziekte. PHC cursus 1-6 april 2018 Stichting Kilimanjaro Paramaribo, Suriname Hoogteziekte PHC cursus 1-6 april 2018 Stichting Kilimanjaro Paramaribo, Suriname Hoe hoog is hoog? High altitude : 1500-3000m Very high altitude : 3000-5000m Extreme altitude : above 5000m Death zone

Nadere informatie

Uitvoering van de ABCDE methode

Uitvoering van de ABCDE methode Uitvoering van de ABCDE methode Deze pagina beschrijft de uitvoering van de ABCDE methodiek. Om deze pagina goed te kunnen gebruiken, lees eerst de andere pagina's over het protocol, te beginnen bij de

Nadere informatie

Opnames wegens acute exacerbatie COPD

Opnames wegens acute exacerbatie COPD Opnames wegens acute exacerbatie COPD Acute exacerbatie COPD /Longaanval Toename dyspnoe Toename hoest Toename sputum 2 1 Opname criteria Onvoldoende reactie op thuis ingestelde behandeling met prednisolon

Nadere informatie

10-9-2014. r.ars 2013 1. Leerdoelen. BLS/Assisteren ALS module 1. Vaststellen circulatiestilstand. Circulatiestilstand vastgesteld.

10-9-2014. r.ars 2013 1. Leerdoelen. BLS/Assisteren ALS module 1. Vaststellen circulatiestilstand. Circulatiestilstand vastgesteld. BLS/Assisteren ALS module 1 Volgens de laatste richtlijnen van de ERC en NRR 2010 Leerdoelen Belang van vroegtijdige herkenning verslechterende patiënt/ ABCDE benadering Het ALS algo Belang van goed uitgevoerde

Nadere informatie

Quizzen met de Comascore Amsterdam Symposium 28/1 en 2/2 Margreet van der Pol

Quizzen met de Comascore Amsterdam Symposium 28/1 en 2/2 Margreet van der Pol Quizzen met de Comascore Amsterdam Symposium 28/1 en 2/2 Margreet van der Pol Doelen Na de les: kunt u het doel en de functie van de GCS formuleren; kunt u uiteenzetten hoe de GCS uitgevoerd moet worden;

Nadere informatie

REANIMATIE Art. 13 pag. 1 officieuze coördinatie. AFDELING 4. - Reanimatie.

REANIMATIE Art. 13 pag. 1 officieuze coördinatie. AFDELING 4. - Reanimatie. REANIMATIE Art. 13 pag. 1 AFDELING 4. - Reanimatie. "K.B. 17.7.1992" (in werking 1.9.1992) + "K.B. 12.8.1994" (in werking 1.1.1995) + "K.B. 7.10.2011" (in werking 1.1.2012) "Art. 13. 1. Worden beschouwd

Nadere informatie

Wanneer is een circulatie slecht?

Wanneer is een circulatie slecht? Wanneer is een circulatie slecht? Prof. Dr. J.G. van der Hoeven Afdeling Intensive Care UMC St Radboud Venticare 2010 1 Analyse Inotropicum Vaatverwijder Combinatie Geen actie Nee Is er een probleem met

Nadere informatie

Respiratoire complicaties bij thoraxchirurgie. Bart van Silfhout Ventilation Practitioner

Respiratoire complicaties bij thoraxchirurgie. Bart van Silfhout Ventilation Practitioner Respiratoire complicaties bij thoraxchirurgie Bart van Silfhout Ventilation Practitioner Doel & inhoud Het uitwisselen van ideeën, kennis en gedachten en vooral een leuke voordracht!!! Gasuitwisseling

Nadere informatie

AZO scholingsavond: neurotrauma Wat is de rol van de neuroloog? Bart Post Neuroloog

AZO scholingsavond: neurotrauma Wat is de rol van de neuroloog? Bart Post Neuroloog AZO scholingsavond: neurotrauma Wat is de rol van de neuroloog? Bart Post Neuroloog Disclosure belangenverstrengeling voor de sprekers van de AZO scholingsavond (Potentiële) belangenverstrengeling Voor

Nadere informatie

K.B In werking B.S

K.B In werking B.S Artikel 13 REANIMATIE K.B. 26.10.2011 In werking 1.1.2012 B.S. 25.11.2011 Wijzigen Invoegen Verwijderen 1. Worden beschouwd als verstrekkingen waarvoor de bekwaming is vereist van geneesheer-specialist

Nadere informatie

Ik ben zo benauwd. Titia Klemmeier/Josien Bleeker

Ik ben zo benauwd. Titia Klemmeier/Josien Bleeker Ik ben zo benauwd Titia Klemmeier/Josien Bleeker dyspneu ademnood kortademigheid benauwdheid Bemoeilijkte ademhaling Programma Inventarisatie leerdoelen Kennis over de praktijk? Alarmsymptomen Achtergrond

Nadere informatie

ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE

ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE HET VITAAL BEDREIGDE KIND Doel van de bijeenkomst Kennis en inzicht in de specifieke zorgbehoefte van een kind met een acute aandoening / trauma op de SEH en de bijbehorende interventies. Programma 09.00

Nadere informatie

Casus 14 : Quinckslag. Casus bibliotheek

Casus 14 : Quinckslag. Casus bibliotheek Je bent als huisarts voor een geplande visite in een zorginstelling aanwezig. Plotseling word je door een verpleegkundige naar een andere patiënt geroepen die acuut onwel is geworden. Het betreft een 40-jarige,

Nadere informatie

Post-cardiac arrest syndroom

Post-cardiac arrest syndroom Post-cardiac arrest syndroom Medisch Centrum Leeuwarden Dr. M.A. Kuiper FCCP FCCM Neuroloog-Intensivist Medisch Centrum Leeuwarden Uitkomsten van reanimaties Wereldwijd wordt gerapporteerd dat maar 5-10%

Nadere informatie

Non-Invasieve Beademing

Non-Invasieve Beademing Non-Invasieve Beademing cursus Pulmonologie Hans Verberne Teamleider Intensive care Non - invasieve Beademing Wat is het? Wanneer? Waarom? Hoe? Waar? Beademing Mechanische Ventilatie Beademingsindicaties

Nadere informatie

Betreft: kinderen (1 tot 3 maanden) met koorts, verdacht van een infectie, met uitsluiting van de gehospitaliseerde neonaat.

Betreft: kinderen (1 tot 3 maanden) met koorts, verdacht van een infectie, met uitsluiting van de gehospitaliseerde neonaat. Koorts bij kinderen van 1 tot 3 maanden (28 dagen tot en met 12 weken) (n.a.v. Richtlijn koorts bij kinderen NVK aangepast voor Medisch Centrum Alkmaar) Betreft: kinderen (1 tot 3 maanden) met koorts,

Nadere informatie

Inhoud. 3 Respiratoire insufficiëntie Klinische symptomen Hypoxemie en hypoxie...42

Inhoud. 3 Respiratoire insufficiëntie Klinische symptomen Hypoxemie en hypoxie...42 Inhoud 1 Geschiedenis van mechanische beademing.... 1 1.1 Evolutie van de apparatuur.... 2 1.1.1 Negatieve drukbeademing... 2 1.1.2 Positieve drukbeademing.... 2 1.2 Evolutie van de behandeling.... 3 2

Nadere informatie

Safar Oorzaak vaststellen en behandelen Hypothermie Gecontroleerd beademen Tracheostoma Epilepsie behandelen Monitoring Voeding

Safar Oorzaak vaststellen en behandelen Hypothermie Gecontroleerd beademen Tracheostoma Epilepsie behandelen Monitoring Voeding Peter Safar Safar 1964 Oorzaak vaststellen en behandelen Hypothermie Gecontroleerd beademen Tracheostoma Epilepsie behandelen Monitoring Voeding Acute coronaire interventie Cornonaire interventie Beademen

Nadere informatie

Thema-avond; Het respiratoir bedreigde kind. Robert Blokpoel, kinderarts PICU UMCG

Thema-avond; Het respiratoir bedreigde kind. Robert Blokpoel, kinderarts PICU UMCG Thema-avond; Het respiratoir bedreigde kind Robert Blokpoel, kinderarts PICU UMCG Indeling Algemeen Verschil kinderen en volwassenen Belangrijkste van vanavond Opvang en herkennen kind in kritieke toestand

Nadere informatie

Non-invasieve beademing op MC MC Congres 2018

Non-invasieve beademing op MC MC Congres 2018 Non-invasieve beademing op MC MC Congres 2018 Ton Haans Verpleegkundig Specialist IC Ria Hanenberg MC Verpleegkundige Ton.Haans@radboudumc.nl Ria.Hanenberg@radboudumc.nl Inhoud workshop Inleiding Respiratie

Nadere informatie

Besluit/afspraken over transport/definitieve behandeling

Besluit/afspraken over transport/definitieve behandeling SECONDARY ASSESSMENT = gericht op diagnose Anamnese - AMPLE - A: Allergie - M: Medicatie/intoxicaties - P: Voorgeschiedenis - L: Laatst gebruikte maaltijd - E: Context Volledig/gericht lichamelijk onderzoek

Nadere informatie

A B D E. ABCDE-kaart voor huisartsen

A B D E. ABCDE-kaart voor huisartsen A B C D E ABCDE-kaart voor huisartsen Deze kaart is een leidraad voor spoedeisende situaties in de huisartsgeneeskunde en voor de opleiding van aios. Het is afhankelijk van de situatie welke interventies

Nadere informatie

Verpleegkundig onderzoek van het kind

Verpleegkundig onderzoek van het kind Verpleegkundig onderzoek van het kind April 2016 Conny Alewijnse Kindertijd Periode van veranderingen Verschillen ontwikkelingsstadium Andere en anders verlopende ziektebeelden Reactie op ziekte en trauma

Nadere informatie

Ademweg en ademhaling

Ademweg en ademhaling Ademweg en ademhaling Module acute zorg Hans ter Haar voor UMCU 2009 (A)irway Controle en zo nodig vrijmaken van de ademweg met inachtneming van bescherming cervicale wervelkolom (CWK) Praat de patiënt?

Nadere informatie

OPNAMECRITERIA INTENSIEVE ZORGEN Pediatrie ( IZP) UZ GENT*

OPNAMECRITERIA INTENSIEVE ZORGEN Pediatrie ( IZP) UZ GENT* OPNAMECRITERIA INTENSIEVE ZORGEN Pediatrie ( IZP) UZ GENT* * Dit document werd aan de hand van de AAP policy statement guidelines. Doelgroep o Kinderen vanaf de leeftijd van 28 dagen en/of > 2, 5 kg tot

Nadere informatie

(n.a.v. Richtlijn koorts bij kinderen NVK aangepast voor Medisch Centrum Alkmaar)

(n.a.v. Richtlijn koorts bij kinderen NVK aangepast voor Medisch Centrum Alkmaar) Koorts bij kinderen van 0 tot 1 maand (0-28 dagen) (n.a.v. Richtlijn koorts bij kinderen NVK aangepast voor Medisch Centrum Alkmaar) Betreft: kinderen (jonger dan 1 maand) met koorts, verdacht van een

Nadere informatie

De stille dreiging van de meningokok

De stille dreiging van de meningokok De stille dreiging van de meningokok Auteur: D. Tol Vertaald/bijgewerkt: Nieuwsbrief: 1996 Pagina: 51-58 Jaargang: 3 Nummer: 8 Toestemming: Illustraties: Bijzonderheden: meningococcen sepsis meningokok

Nadere informatie

De hematologie patiënt op de IC. Mirelle Koeman, internist-intensivist

De hematologie patiënt op de IC. Mirelle Koeman, internist-intensivist De hematologie patiënt op de IC. Mirelle Koeman, internist-intensivist 3 juli 2013 Inhoud. Hoe het was. En nu? Complicaties Klinisch vraagstuk Wat gebeurt er? Rol van vroege NIV Hoe doen wij het? Conclusie

Nadere informatie

Zuurbase evenwicht. dr Bart Bohy http://www.medics4medics.com

Zuurbase evenwicht. dr Bart Bohy http://www.medics4medics.com Zuurbase evenwicht 1 Zuren 2 Base 3 4 5 6 7 oxygenatie / ventilatie 8 9 Arteriële bloedgaswaarden Oxygenatie PaO2: 80-100mmH2O SaO2: 95-100% Ventilatie: PaCO2: 35-45mmHg Zuur-base status ph: 7.35-7.45

Nadere informatie

Klinisch redeneren D. Michel van Megen

Klinisch redeneren D. Michel van Megen Klinisch redeneren D Michel van Megen SEH/IC vpk CWZ Begrippen: Intracraniële infecties» meningitis» encefalitis Ruimte innemende processen» hersenabces» hersentumoren brughoektumor astrocytomen hypofysetumor

Nadere informatie

Aangeboren hartafwijkingen. Ulrike Kraemer kinderarts-intensivist / kindercardioloog Erasmus MC-Sophia, Rotterdam WES symposium

Aangeboren hartafwijkingen. Ulrike Kraemer kinderarts-intensivist / kindercardioloog Erasmus MC-Sophia, Rotterdam WES symposium Aangeboren hartafwijkingen Ulrike Kraemer kinderarts-intensivist / kindercardioloog Erasmus MC-Sophia, Rotterdam WES symposium 29.03.2018 Aangeboren hartafwijkingen 0.6-0.8% aller pasgeborenen kinderen

Nadere informatie

Deze procedure beschrijft de medische aanpak bij het optreden van diabetische ketoacidose of hyperglycemische hyperosmolaire ontregeling.

Deze procedure beschrijft de medische aanpak bij het optreden van diabetische ketoacidose of hyperglycemische hyperosmolaire ontregeling. 1. Samenvatting Deze medische procedure beschrijft de evaluatie, behandeling en opvolging bij diabetische ketoacidose of hyperglycemische hyperosmolaire ontregeling bij volwassen patiënten. 2. Inleiding/doel

Nadere informatie

OVBK: Initial assessment

OVBK: Initial assessment OVBK: Initial assessment -1- Initial assessment. Herkennen van levensbedreigingen Determineren overig letsel Bepalen zorgprioriteit SEH opleiding UMCN 2-1- Initial assessment. -1- Initial assessment. Bestaat

Nadere informatie

Anatomie en Fysiologie

Anatomie en Fysiologie Anatomie en Fysiologie Dolf Weller - Ventilation Practitioner Maasstad Ziekenhuis 10 februari 2017 B2B, Anatomie en Fysiologie, Dolf Weller, Ventilation Practitioner 1 Inhoud Regulatie ademhaling Anatomie

Nadere informatie

Reanimatie kinderen. Published on Medics4medics.com (https://www.medics4medics.com) Home > Pediatrie > Reanimatie vh kind REANIMATIE KINDEREN

Reanimatie kinderen. Published on Medics4medics.com (https://www.medics4medics.com) Home > Pediatrie > Reanimatie vh kind REANIMATIE KINDEREN Published on Medics4medics.com (https://www.medics4medics.com) Home > Pediatrie > Reanimatie vh kind Reanimatie kinderen REANIMATIE KINDEREN Image not found Active https://www.medics4medics.com/%3a//resize/reanimatie-318x124.gif

Nadere informatie

(n.a.v. Richtlijn koorts bij kinderen NVK aangepast voor Medisch Centrum Alkmaar)

(n.a.v. Richtlijn koorts bij kinderen NVK aangepast voor Medisch Centrum Alkmaar) Koorts bij kinderen > 3 maanden ( > 12 weken oud) (n.a.v. Richtlijn koorts bij kinderen NVK aangepast voor Medisch Centrum Alkmaar) Betreft: kinderen (vanaf 3 maanden) met koorts, verdacht van een infectie.

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Diabetische ketoacidose

Patiënteninformatie. Diabetische ketoacidose Patiënteninformatie Diabetische ketoacidose Inhoud Inleiding... 3 Informatie over ziektebeeld diabetische ketoacidose... 3 Leer meer over DKA en bloedketonencontrole... 3 Symptomen... 4 Wie riskeert de

Nadere informatie

Cufflek test op IC. Max Rooijakkers, keuzecoassistent IC

Cufflek test op IC. Max Rooijakkers, keuzecoassistent IC Cufflek test op IC Max Rooijakkers, keuzecoassistent IC 08-12-2017 Casus 68-jarige patiënt Geïntubeerd vanwege bedreigde ademweg bij (peri-)tonsillaire en parafaryngeale abcessen Op OK draineren abcessen,

Nadere informatie

De geriatrische patiënt op de SEH. SEH onderwijsdag Sigrid Wittenberg, aios klinische geriatrie

De geriatrische patiënt op de SEH. SEH onderwijsdag Sigrid Wittenberg, aios klinische geriatrie De geriatrische patiënt op de SEH SEH onderwijsdag Sigrid Wittenberg, aios klinische geriatrie Relevante onderwerpen Delier Symptoomverarming Medicatie op de SEH Duur aanwezigheid patiënt op de SEH Delier

Nadere informatie

Een beroerte, wat nu?

Een beroerte, wat nu? Een beroerte, wat nu? U bent opgenomen in het VUmc op de zorgeenheid neurologie, omdat u een beroerte heeft gehad. Wat is een beroerte? Een beroerte wordt in vaktaal een CVA genoemd: een Cerebro Vasculair

Nadere informatie

Neurotraumatologie. Prof. Dr. J.G. van der Hoeven UMC ST Radboud Nijmegen 12.05-12.50

Neurotraumatologie. Prof. Dr. J.G. van der Hoeven UMC ST Radboud Nijmegen 12.05-12.50 Neurotraumatologie Prof. Dr. J.G. van der Hoeven UMC ST Radboud Nijmegen 12.05-12.50 1 Primair letsel A-B-C-D-E Uitsluiten chirurgisch letsel Voorkomen secundaire schade Beperken O2 verbruik hersenen Normo-/hypothermie

Nadere informatie

OPTIFLOW IN EEN ALGEMEEN ZIEKENHUIS, JA OF NEE GIJS VOS, PEDIATRISCHE INTENSIVE CARE MUMC+

OPTIFLOW IN EEN ALGEMEEN ZIEKENHUIS, JA OF NEE GIJS VOS, PEDIATRISCHE INTENSIVE CARE MUMC+ GIJS VOS, PEDIATRISCHE INTENSIVE CARE MUMC+ GIJS VOS, PEDIATRISCHE INTENSIVE CARE MUMC+ Wie gebruikt op dit moment Optiflow? Wie overweegt om te gaan starten met Optiflow? GIJS VOS, PEDIATRISCHE INTENSIVE

Nadere informatie

ECLS: Goede en minder goede indicaties. Diederik van Dijk

ECLS: Goede en minder goede indicaties. Diederik van Dijk ECLS: Goede en minder goede indicaties Diederik van Dijk Extra Corporeal Life Support Bloedsomloop en ademhaling uit de muur Extra Corporeal Life Support De ultieme vorm van life support Maar ken uw beperkingen!

Nadere informatie

Verpleegkundig handelen bij acuut respiratoir falen. Olivier Wynant

Verpleegkundig handelen bij acuut respiratoir falen. Olivier Wynant Verpleegkundig handelen bij acuut respiratoir falen Olivier Wynant Inleiding Roses are red Violets are blue And whitout your lungs Your blood would be too 2 10-12-2014 CORRECTIE Tijdens mijn voordracht

Nadere informatie

MAAR OOK ABCDE ELDERS

MAAR OOK ABCDE ELDERS VANDAAG CIRCULATIE SHOCK Stukje herhaling ABCDE Shock Bewaking hemodynamiek Jan Hoefnagel IC-verpleegkundige Canisius Wilhelmina Ziekenhuis 1 Monique Bonn (IC-verpleegkundige UMCN) Jeroen Verwiel (Intensivist

Nadere informatie

CPR met AED HERSTEL CIRCULATIE EN ADEMHALING. CPR = cardiopulmonaire resuscitatie AED = automatische externe defibrillatie

CPR met AED HERSTEL CIRCULATIE EN ADEMHALING. CPR = cardiopulmonaire resuscitatie AED = automatische externe defibrillatie CPR met AED HERSTEL CIRCULATIE EN ADEMHALING CPR = cardiopulmonaire resuscitatie AED = automatische externe defibrillatie WANNEER CPR + AED? Stilstand circulatie (hart) Stilstand ademhaling CPR bij ieder

Nadere informatie

Centrale circulatie = hart en arterieel systeem Perifere circulatie = veneuze systeem en capillaire net (microcirculatie)

Centrale circulatie = hart en arterieel systeem Perifere circulatie = veneuze systeem en capillaire net (microcirculatie) 1 2 3 Centrale circulatie = hart en arterieel systeem Perifere circulatie = veneuze systeem en capillaire net (microcirculatie) 4 B: Knijpen, perifeer koud, cyanose, perifere circulatie Bewaakt: centraal,

Nadere informatie

Sepsis in de huisartsenpraktijk. Feike Loots Arts-onderzoeker IQ healthcare, Radboudumc

Sepsis in de huisartsenpraktijk. Feike Loots Arts-onderzoeker IQ healthcare, Radboudumc Sepsis in de huisartsenpraktijk Feike Loots Arts-onderzoeker IQ healthcare, Radboudumc Disclosure belangenverstrengeling voor de sprekers van de AZO scholingsavond (Potentiële) belangenverstrengeling Voor

Nadere informatie

Oppervlakteredding. Enkele medische aspecten. Programma. door Dennie Wulterkens. Medische aspecten: 1.Probleemstelling 2.

Oppervlakteredding. Enkele medische aspecten. Programma. door Dennie Wulterkens. Medische aspecten: 1.Probleemstelling 2. Oppervlakteredding Enkele medische aspecten door Dennie Wulterkens Programma Medische aspecten: 1.Probleemstelling 2.Handelend optreden 2 1 Probleemstelling Normale werking van het lichaam Abnormale omstandigheden:

Nadere informatie

Anesthesiologisch beleid bij heupfracturen. Vrijdagochtendkrans 26/09/2014 Sarah Cornelis DrP Van Loon

Anesthesiologisch beleid bij heupfracturen. Vrijdagochtendkrans 26/09/2014 Sarah Cornelis DrP Van Loon Anesthesiologisch beleid bij heupfracturen Vrijdagochtendkrans 26/09/2014 Sarah Cornelis DrP Van Loon Anesthesie en heupfracturen Inleiding Pre-operatieveaandachtspunten Pre-operatiefmanagement Intra-operatief

Nadere informatie

SIS. Het Shaken Infant Syndrome. Dr. Johan Marchand. Vertrouwenscentrum Kindermishandeling Brussel en Academisch Kinderziekenhuis Jette

SIS. Het Shaken Infant Syndrome. Dr. Johan Marchand. Vertrouwenscentrum Kindermishandeling Brussel en Academisch Kinderziekenhuis Jette SIS Het Shaken Infant Syndrome Dr. Johan Marchand Vertrouwenscentrum Kindermishandeling Brussel en Academisch Kinderziekenhuis Jette Wetenschappelijk dossier 1 A. Inleiding B. Epidemiologische gegevens

Nadere informatie

Dia 1. Dia 2. Dia 3. Het kind in Acute Nood November Leerdoelen. Programma. Herken het kind in acute nood. Specifieke volgorde PBLS te begrijpen

Dia 1. Dia 2. Dia 3. Het kind in Acute Nood November Leerdoelen. Programma. Herken het kind in acute nood. Specifieke volgorde PBLS te begrijpen Dia 1 Het kind in Acute Nood November 2015 Dennis van der Geld Ambulance verpleegkundige Praktijkopleider Acute Zorg NRR Docent-instructeur BLS/AED/PBLS Dia 2 Leerdoelen Herken het kind in acute nood Specifieke

Nadere informatie

Koffie Nog maar 1u 25 min.

Koffie Nog maar 1u 25 min. Koffie Nog maar 1u 25 min. 1 Anatomie en Fysiologie Dolf Weller - Ventilation Practitioner Maasstad Ziekenhuis Back 2 Basic 2018 2 Inhoud Regulatie ademhaling Anatomie luchtwegen/longen Diffusie/perfusie

Nadere informatie

Spoed Interventie Team (SIT): waarom en hoe? Elien Pragt Anesthesioloog-intensivist MUMC+ 22 april 2016

Spoed Interventie Team (SIT): waarom en hoe? Elien Pragt Anesthesioloog-intensivist MUMC+ 22 april 2016 Spoed Interventie Team (SIT): waarom en hoe? Elien Pragt Anesthesioloog-intensivist MUMC+ 22 april 2016 Waarom SIT? Critical care outreach team (CCOT) Medical emergency team (MET) Spoed interventie team

Nadere informatie

BLS en ALS bij kinderen. Laatste richtlijnen: ILCOR 2005

BLS en ALS bij kinderen. Laatste richtlijnen: ILCOR 2005 BLS en ALS bij kinderen Laatste richtlijnen: ILCOR 2005 ILCOR RICHTLIJNEN 2005 DOELSTELLINGEN Kort en eenvoudig Voor kinderen en volwassenen meer uniformiteit BLS (basic life support) AED (automated external

Nadere informatie

NIV bij exacerbatie COPD

NIV bij exacerbatie COPD NIV bij exacerbatie COPD Petra Vos, longarts Guido Reijnen, longarts i.o. Rijnstate Ziekenhuis Arnhem Doelen Voor welke patient is NIV op afdeling geindiceerd? Voor welke patient NIV op IC? Wie krijgt

Nadere informatie

Moeilijke intubatie bij kinderen

Moeilijke intubatie bij kinderen situaties bij pasgeborenen en oudere kinderen Moeilijke intubatie bij kinderen Hans Hoeve KNO arts Sophia Kinderziekenhuis Erasmus MC Rotterdam Intuberen, niet intuberen? noodzakelijk? onverstandig? intubatie

Nadere informatie

Van sepsis tot orgaanfalen

Van sepsis tot orgaanfalen Van sepsis tot orgaanfalen Hoe een infectie uit de hand kan lopen in neutropene patiënten 21 januari 2015 J.C. Regelink, internist hematoloog 4 th Nursing Symposoim Inhoud Historie Begrippen Sepis en orgaanfalen

Nadere informatie

Palliatieve zorg bij COPD

Palliatieve zorg bij COPD Palliatieve zorg bij COPD Joke Hes Longverpleegkundige Palliatieve zorg bij COPD 26/06/2014 Joke Hes Inhoud presentatie Welkom Wat is COPD Wanneer is er sprake van palliatieve zorg bij COPD Ziektelast

Nadere informatie

Traumatisch schedelhersenletsel

Traumatisch schedelhersenletsel Traumatisch schedelhersenletsel Arjen Slooter neuroloog intensivist Symposium Intensive Care, UMC Utrecht, 1 april 2011 Traumatisch schedelhersenletsel -Meestal combinatie van extra- en intracraniëel letsel

Nadere informatie

NEECHAM Confusion Scale (Neelon et al., 1996, vertaling Milisen 1999)

NEECHAM Confusion Scale (Neelon et al., 1996, vertaling Milisen 1999) NEECHAM Confusion Scale (Neelon et al., 1996, vertaling Milisen 1999) Toelichting NEECHAM Confusion Scale: Vul deze schaal in op basis van observaties tijdens de zorg aan de patiënt en de routine verpleegkundige

Nadere informatie

De kwantitatieve meeting is bv. bij de Corpuls 3 of de Corpuls 08/16 in de hoofdstroom en bij de Lifepak 12 in de sidestream.

De kwantitatieve meeting is bv. bij de Corpuls 3 of de Corpuls 08/16 in de hoofdstroom en bij de Lifepak 12 in de sidestream. 4.6. CO 2 en capnografie: Het afblazen van CO 2 is naast de oxygenatie de tweede component van de ventilatie en kan op verschillende manieren gemeten worden. Alleen kwalitatief bijvoorbeeld via de Easycap

Nadere informatie

Auteurs: Kate Sauer( AZ St Jan), Annick de Jaeger ( UZG), Sabine Van Daele(UZG)

Auteurs: Kate Sauer( AZ St Jan), Annick de Jaeger ( UZG), Sabine Van Daele(UZG) Klinische richtlijn voor behandeling van bronchiolitis. Auteurs: Kate Sauer( AZ St Jan), Annick de Jaeger ( UZG), Sabine Van Daele(UZG) Versie 1-25/04/2017 1) Samenvatting : Bronchiolitis is een acute

Nadere informatie

Postoperatieve complicaties. Dr.Dewinter UZ Leuven

Postoperatieve complicaties. Dr.Dewinter UZ Leuven Postoperatieve complicaties Dr.Dewinter UZ Leuven Overzicht 1. Postoperatieve pijn 2. Cardiovaculaire complicaties 3. Respiratoire complicaties 4. Renale complicaties 5. Metabole complicacties 6. andere

Nadere informatie

Case-report: Een vrouw met een onbegrepen coma...

Case-report: Een vrouw met een onbegrepen coma... Case-report: Een vrouw met een onbegrepen coma... H.J.Jansen, E.S. Louwerse, C.P.C. de Jager Intensive Care, Jeroen Bosch Ziekenhuis, lokatie: Groot Ziekengasthuis Nieuwstraat 34, 5211 NL, s-hertogenbosch

Nadere informatie

PPHN pathofysiologie en ontwikkelingen. Robin van der Lee Kinderarts neonatoloog AMC

PPHN pathofysiologie en ontwikkelingen. Robin van der Lee Kinderarts neonatoloog AMC PPHN pathofysiologie en ontwikkelingen Robin van der Lee Kinderarts neonatoloog AMC Q s Hoe zit de pathofysiologie in elkaar? Waarom is dit ziektebeeld zo uitdagend? Wat zijn de ontwikkelingen de laatste

Nadere informatie

Naam procedure. Intracraniële drukmeting

Naam procedure. Intracraniële drukmeting Naam instelling: AZ KLINA Verantwoordelijke persoon : Geert Vinck Naam procedure Intracraniële drukmeting Datum: Herziening: 5/5/2010 Update: oktober 2012 Monique Van den Bulck Omschrijving Monitoring

Nadere informatie

ATLS vs APLS: maar één letter verschil?

ATLS vs APLS: maar één letter verschil? ATLS vs APLS: maar één letter verschil? Traumaopvang bij kinderen; niet eng, (soms) wel anders Roel Bakx Kinderchirurg, Kinderchirurgisch Centrum Amsterdam Leerdoelen Leerdoelen Specifieke aandachtspunten

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/28727 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Vonderen, Jeroen Johannes van Title: Physiological measurements of transition

Nadere informatie

15u25-16u25 Nieuwe evoluties met betrekking tot reanimatie. Wim De Buyser, zorgexpert BLS/ALS

15u25-16u25 Nieuwe evoluties met betrekking tot reanimatie. Wim De Buyser, zorgexpert BLS/ALS 15u25-16u25 Nieuwe evoluties met betrekking tot reanimatie Wim De Buyser, zorgexpert BLS/ALS 1 BLS 2015 Guidelines ACHTERGRONDINFORMATIE - Plots cardiaal arrest in Europa: 350.000-700.000 hartstilstanden

Nadere informatie

Samenvatting. Hoofdstuk 1. Verwijderen van bronchiaal mucus na uitgebreide chirurgie

Samenvatting. Hoofdstuk 1. Verwijderen van bronchiaal mucus na uitgebreide chirurgie Verwijderen van bronchiaal mucus na uitgebreide chirurgie Hoofdstuk 1 Postoperatieve pulmonale complicaties werden voor het eerst geïdentificeerd in 1910. Postoperatieve longcollaps werd toegedicht aan

Nadere informatie