Safe Sleep: onderzoek naar de kennis en attitude betreffende wiegendood bij ouders met een kind < 1 jaar. Leen Van den Eeden

Transcriptie

1 Safe Sleep: onderzoek naar de kennis en attitude betreffende wiegendood bij ouders met een kind < 1 jaar Leen Van den Eeden Katholieke Hogeschool Kempen Departement Gezondheidszorg Lier 1

2 Doel Kennis over de preventieve maatregelen bij wiegendood van ouders met een kind jonger dan 1 jaar nagaan Attitude ten aanzien van de preventieve maatregelen inzake wiegendood van ouders met een kind jonger dan 1 jaar nagaan 2

3 Onderzoeksopzet Steekproef via Kind en Gezin 2 aparte vragenlijsten Vragenlijst over kennis: 409 geïncludeerde vragenlijsten Vragenlijst over attitude: 508 geïncludeerde vragenlijsten 3

4 Resultaten Vragenlijst kennis 4

5 Karakteristieken populatie 5

6 Geslacht van het kind: 54% jongens 44,3% meisjes Nationaliteit: 98,5% Belgische nationaliteit Burgerlijke status: 96,3% gehd/samenwonend 6

7 7

8 Informatiebronnen 1. Kind en Gezin (68,9%) 2. Vroedvro/verpleegkundige (20,3%) 3. Pediater (15,4%) 4. Boeken/brochures (8,8%) 5. Familie/vrienden (6,6%) 6. Media (5,9%) 7. Opleiding in gezondheidszorg (4,4%) 8. Gynaecoloog (3,9%) 8

9 Tijdstip waarop informatie ontvangen werd Tijdstip waarop informatie ontvangen werd: 46,2% tijdens zwangerschap 44% na de geboorte 9,9% nooit Duidelijkheid van ontvangen informatie: 83,2% ervaart informatie als volledig 9

10 Kennis ivm preventieve maatregelen Ligging van het kind tijdens de slaap (68,9%) Temperatuur in de slaapruimte (46%) Roken in de slaapomgeving van het kind (55,3%) Gebruik van een dekbed (39,6%) Het vermijden van knuffels in bed (30,1%) Voldoende verluchten van de slaapruimte (25,9%) Regelmatig toezicht tijdens de slaap van het kind (20,5%) 10

11 Het kind aankleden aangepast aan de temperatuur (19,8%) Gebruik van een hoofdkussen (17,4%) Gebruik van een bedomranding (15,4%) Cosleeping (10%) Gebruik van een (passende) slaapzak (9,5%) Het zorgen voor een spijlenbedje met passende matras (8,3%) Het gebruik van een bewegingsmelder in het bed van het kind (8,3%) Bedsharing ( 6,8%) 11

12 Verschil tussen wel of geen informatie ontvangen Definitie van wiegendood (p= 0,010) Gebruik van dekbed (p=0,008) Roken (p=0,007) Regelmatig toezicht (p=0,032) Gebruik bedomranding (p=0,016) Knuffels in bed (p=0,026) 12

13 Verschil tussen verschillende opleidingsniveaus Hoe hoger opleidingsniveau: hoe meer kennis over definitie wiegendood (p=0,004) hoe groter percentage ouders dat regelmatig toezicht als risicofactor identificeert (p=0,038) hoe groter percentage ouders dat gebruik hoofdkussen als risicofactor identificeert (p=0,009) Hoe groter kennis over dag waarop wiegendood het meest plaatsvindt (p=0,019) 13

14 Resultaten Vragenlijst attitude 14

15 Karakteristieken populatie 15

16 Geslacht: 49,6% meisjes 48,4% jongens Nationaliteit: 97,4% Belgische nationaliteit Burgerlijke status: 96,2% gehd/samenwonend 16

17 17

18 Relatie leeftijd moeder en attitude? Slaaphouding s nachts (p=0,019) oudere moeders vaker onveilige slaaphouding Gebruik slaapzak (p=0,022) neemt toe met de leeftijd van de ouder, doch in de categorie ouder dan 40 jaar afname Roken in nabijheid kind (p<0,001) meer gerookt bij jonge en bij oudere moeder (<25 jaar en > 40 jaar) Cosleeping (p=0,038) hoe ouder moeder, hoe hoger percentage cosleeping Gebruik hoofdkussen (p=0,043) vaker bij oudere moeders (>36) 18

19 Relatie burgerlijke status en attitude Alleenstaanden vaker: onveilige slaaphouding s nachts (p=0,035) hoofdkussen (p=0,019) donsdeken (p=0,036) warmere slaaptemperatuur overdag (p<0,001) cosleeping (p=0,018) 19

20 Relatie opleidingsniveau en attitude Hoe lager opleidingsniveau: hoe vaker hoofdkussen (p=0,012) hoe minder controle na huilbui (p=0,029), eveneens tendens bij hoogste opleidingsniveau. hoe minder gebruik slaapzak (p<0,001) hoe vaker donsdeken (p=0,009) hoe vaker gerookt in omgeving kind (p<0,001) Hoe hoger opleidingsniveau, hoe groter kennis over commerciële hulpmiddelen zoals Angelcare (p=0,019). 20

21 Conclusie 21

22 Groepen at risk gaan definiëren: Lager opgeleide én hoger opgeleide moeders Jongere (<25 jaar) en oudere (>40) moeders Alleenstaanden Kloof tussen kennis en praktijk 22

23 Met medewerking van: Extern: Kind en Gezin Prof. Dr. Van Reempts Dr. Dhondt Prof. Dr. Naulaers Intern: Cathrien Corthals Lieven De Maesschalck WOL- groep 23