Toezichthoudersaansprakelijkheid; de toekomst in sport- en spelsituaties? De sportclub en haar bestuurders aansprakelijk voor gedragingen van leden?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Toezichthoudersaansprakelijkheid; de toekomst in sport- en spelsituaties? De sportclub en haar bestuurders aansprakelijk voor gedragingen van leden?"

Transcriptie

1 Toezichthoudersaansprakelijkheid; de toekomst in sport- en spelsituaties? De sportclub en haar bestuurders aansprakelijk voor gedragingen van leden? Masterscriptie Tilburg University Tilburg Law School De verdediging van I.M.A. Loomans tegenover de examencommissie op: 30 augustus 2013

2 Toezichthoudersaansprakelijkheid; de toekomst in sport- en spelsituaties? De sportclub en haar bestuurders aansprakelijk voor gedragingen van leden? I.M.A. Loomans ANR: Tilburg University, Tilburg Law School Afstudeerrichting: Rechtsgeleerdheid Accent: Privaatrecht Examencommissie: mevr. mr. C.J.M. van Doorn en mevr. mr. C.B.M.C. Zegveld Datum: 30 augustus 2013 ~2~

3 Voorwoord In februari van dit jaar ben ik gestart met deze masterscriptie. Deze scriptie vormt het sluitstuk van mijn studie aan Tilburg University. Na eerst de pre-master gevolgd te hebben, heb ik daarna voor de master Nederlands Recht met accent Privaatrecht gekozen. Deze scriptie heb ik geschreven naast mijn parttimebaan bij AKD Advocaten en Notarissen. Het vak Verdiepend Aansprakelijkheidsrecht, dat ik in de master gevolgd heb, moest afgesloten worden met een paper. Het onderwerp van deze paper betrof een rechtsvergelijkend onderzoek naar de aansprakelijkheid in sport- en spelsituaties. Maar omdat deze paper maar van beperkte omvang was, had ik het idee dat uit dit onderwerp veel meer te halen viel. Daarom was het voor mij was al snel duidelijk dat mijn scriptieonderwerp betrekking zou hebben op aansprakelijkheid (van sportclubs en haar bestuurders voor gedragingen van leden begaan) tijdens sport- en spelsituaties, ook mede door mijn interesse voor sport. Via deze weg wil ik nog een aantal mensen bedanken. Ten eerste natuurlijk mijn scriptiebegeleider mevrouw mr. C.J.M. van Doorn. Zij heeft me steeds met goede raad bijgestaan om van deze masterscriptie een mooi product te maken. Verder wil ik mijn vriend, Jaap Derks, bedanken voor alle steun die hij me gegeven heeft. Dit geldt ook voor mijn ouders, die tijdens mijn studies altijd onvoorwaardelijk achter me hebben gestaan. Tot slot is er één persoon die hier niet onvermeld mag blijven; mijn overleden schoonmoeder Hennie Derks. Mijn laatste belofte aan haar, was om mijn studie hoe dan ook af te maken. Deze belofte heeft me er tijdens moeilijke periodes doorheen gesleept. Iedereen veel leesplezier toegewenst bij het lezen van mijn masterscriptie! Beek en Donk, augustus 2013 Inge Loomans ~3~

4 Inhoudsopgave Samenvatting... 6 Hoofdstuk 1. Inleiding Introductie en probleemanalyse Onderzoeksdoel Onderzoeksvraag en deelvragen Theoretisch kader Methode van onderzoek Maatschappelijke en wetenschappelijke relevantie...13 Hoofdstuk 2. Sport- en spelsituaties in Nederland Inleiding Waar liggen de grenzen van sport- en spelsituaties? De aard van de activiteit Het tijdsbestek waarin de activiteit zich voordeed De plaats waar de activiteit zich voordeed De hoedanigheid van betrokken partijen De aansprakelijkheidsdrempel voor mededeelnemers De verhoogde aansprakelijkheidsdrempel Aansprakelijkheid van mededeelnemers Eigen schuld De bijzondere zorgplicht voor niet-deelnemers Conclusie...20 Hoofdstuk 3. Aansprakelijkheid voor toezichthouders in sport- en spelsituaties Inleiding Het begrip toezicht uitgelicht Toezicht De toezichthouder Invulling van de zorgplicht van toezichthouders in de jurisprudentie Zorgvuldigheidsnorm en ongeschreven normen Relativiteit Conclusie...30 ~4~

5 Hoofdstuk 4. De rechtsvergelijking met Frankrijk Inleiding Foutaansprakelijkheid Risicoaansprakelijkheid Risicoaansprakelijkheid in het algemeen Aansprakelijkheid van de toezichthouder Aansprakelijkheid in sport- en spelsituaties Rechtvaardigingsgronden bij civiele aansprakelijkheid Conclusie...39 Hoofdstuk 5. Conclusies en Aanbevelingen Inleiding Conclusies Aanbevelingen Wetgevende macht De rechtsprekende macht Studenten en/of wetenschappers Literatuurlijst ~5~

6 Samenvatting De titel van de scriptie geeft al aan wat in dit onderzoek centraal staat; de aansprakelijkheid van sportclubs en hun bestuurders voor gedragingen van leden tijdens sport- en spelsituaties. Tijdens sport- en spelsituaties zijn grove overtredingen met letselschade als gevolg van alledag. Als de dader niet voldoende draagkrachtig is om de schade te vergoeden, dan is de vraag waar het slachtoffer heen moet met zijn schade. De vraag is dan of er voor slachtoffers mogelijkheden zijn om de sportclub en hun bestuurders van de dader aan te spreken. Daarvoor zal in hoofdstuk 2 gekeken worden wanneer er sprake is van een sport- en spelsituatie en wat het geldend recht is omtrent de aansprakelijkheid tijdens sport- en spelsituaties. Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 gekeken of aansprakelijkheid voor toezichthouders aanknopingspunten biedt voor slachtoffers om de sportclub en hun bestuurders aan te spreken voor de schade. Om te kijken of het Nederlandse rechtsstelsel nog iets kan leren van Frankrijk, is in hoofdstuk 4 een rechtsvergelijking gemaakt. De vraag die in dit onderzoek centraal staat: Zijn er voor slachtoffers mogelijkheden om Nederlandse sportclubs en hun bestuurders aansprakelijk te stellen voor gedragingen begaan door hun leden tijdens sport- en spelsituaties en zo ja, welke? Met de volgende daarbij behorende deelvragen: 1. Wanneer is sprake van een sport- en spelsituatie en wat zegt het geldend recht over aansprakelijkheid tijdens sport- en spelsituaties? 2. Biedt de aansprakelijkheid voor toezichthouders aanknopingspunten voor slachtoffers om sportclubs en hun bestuurders aansprakelijk te stellen en zo ja, welke? 3. Biedt het Franse recht inspiratie voor het Nederlandse recht om een sportclub en hun bestuurders aansprakelijk te stellen voor gedragingen van leden tijdens sport- en spelsituaties en zo ja welke? Uit het onderzoek is gebleken dat het antwoord op de centrale onderzoeksvraag moet luiden dat slachtoffers op dit moment één mogelijkheid hebben om de sportclub en hun bestuurders aansprakelijk te stellen voor het gedrag van leden, te weten; aansprakelijk stellen wegens nalatig toezicht. Dit gaat via de weg van onrechtmatige daad. Daarnaast biedt het Franse recht ~6~

7 inspiratie; Frankrijk kent twee vormen van aansprakelijkheid, namelijk de foutaansprakelijkheid en de algemene risicoaansprakelijkheid. Als je kijkt naar de foutaansprakelijkheid, zit de inspiratie hem in het feit dat voor privaatrechtelijke toezichthouders een aantal wettelijke normen met een uitdrukkelijk ge- of verbod kunnen worden opgesteld. Indien zij een wettelijk voorschrift met een uitdrukkelijk ge- of verbod schenden, levert dit zonder meer een fout op van de toezichthouder. Dan de algemene risicoaansprakelijkheid; het toevoegen van een nieuw wetsartikel met een algemene risicoaansprakelijkheid voor personen (zoals het Franse art al. 1 CC) zou een aanvulling kunnen vormen op de reeds bestaande vormen van risicoaansprakelijkheid voor personen. Dit nieuw toe te voegen wetsartikel zal voorzien in die gevallen waarin de bestaande vormen niet voorzien en kan het voor het slachtoffer makkelijker kunnen maken op de opgelopen letselschade tijdens een sport- en spelsituatie te verhalen op de sportclub en hun bestuurders van de dader. ~7~

8 Hoofdstuk 1. Inleiding Dit hoofdstuk zal de lezer een beeld geven van het onderwerp en de inhoud van dit onderzoek. 1.1 Introductie en probleemanalyse In Nederland kwam de discussie rondom onrechtmatig handelen tijdens sport- en spelsituaties in 2004 echt tot leven na de grove charge van Rachid Bouaouzan op de benen van Niels Kokmeijer tijdens de voetbalwedstrijd Sparta Rotterdam-Go Ahead Eagles. De beelden gingen de hele wereld rond. Iedereen was geschokt. De charge maakte abrupt een einde aan de voetbalcarrière van Kokmeijer. 1 In het kader van onrechtmatige daad kon Kokmeijer Bouaouzan aansprakelijk stellen voor zijn geleden schade. Maar wat als in een dergelijk geval de dader niet voldoende draagkrachtig is? Iedereen kent het wel; op zondagmiddag staat er een derby tussen de eerste elftallen van twee amateurvoetbalverenigingen op het programma. Dergelijke derby s zijn altijd beladen en er komen veel supporters van beide teams op af. Tijdens de wedstrijd raakt iemand zwaar geblesseerd door een overtreding van de tegenstander. De een zal zeggen; dat hoort bij de sport. De ander zegt; belachelijk zo n overtreding, hij zal gestraft moeten worden!. Geweld en zware overtredingen op de velden van amateurverenigingen zijn helaas van alledag. Op 3 december 2012 overlijdt een grensrechter nadat hij flinke klappen heeft moeten incasseren van spelers van 15 en 16 jaar oud. 2 De zaak krijgt wereldwijde aandacht. Voor de KNVB 3 is de maat nu vol; geweld op de voetbalvelden dient uitgeroeid te worden. De KNVB maakt zich hier hard voor met de slogan; Zonder respect geen voetbal. Ook de overtredingen op het veld worden steeds steviger en harder met als gevolg dat het letsel bij het slachtoffer vaak ook groter is. Bij dergelijke grove overtredingen bestaat natuurlijk de kans dat het slachtoffer de dader aansprakelijk zal stellen voor de schade. Maar welke mogelijkheden heeft het slachtoffer dan? De weg van onrechtmatige daad ligt voor de hand. Maar als de dader niet voldoende daadkrachtig genoeg is om de schade te dragen, zal het slachtoffer op zoek moeten naar andere mogelijkheden om de schade vergoed te zien. Zijn 1 Carrière Niels Kokmeijer ten einde, Voetbal International 11 januari 2005, 2 Mishandelde grensrechter (41) overleden, NU.nl 3 december 2012, 3 Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond ~8~

9 er dan mogelijkheden voor het slachtoffer om de club van de dader en hun bestuurders aansprakelijk te stellen en zo ja, welke? De laatste jaren is de aansprakelijkheid van sportclubs en hun bestuurders voor hun leden steeds vaker onderwerp van discussie. Niet alleen in de literatuur, maar ook op de sportvelden en in sportkantines. Deze discussie is ontstaan omdat er steeds meer incidenten zijn op de sportvelden waarbij de vraag moet worden gesteld wie aansprakelijk is voor de schade. Kan in het geval van een amateurwedstrijd de sportclub van de dader en hun bestuurders aansprakelijk worden gesteld en zo ja, hoe? 1.2 Onderzoeksdoel Zoals in paragraaf 1.1 naar voren komt, zijn er veel onduidelijkheden in het Nederlandse recht over de aansprakelijkheid van amateursportclubs en hun bestuurders voor gedragingen van hun leden. Dat er veel onduidelijkheid is heeft te maken met het feit dat er geen kant-en-klaar antwoord te vinden is in de wet over de aansprakelijkheid van iemand in een bepaalde hoedanigheid voor gedragingen van een ander tijdens sport- en spelsituaties. Dit onderzoek heeft daarom als doel om het inzicht in de mogelijkheden om sportclubs en hun bestuurders aansprakelijk te stellen te vergroten. Daarom zal in dit onderzoek de vraag centraal staan of er mogelijkheden zijn om een sportclub en hun bestuurders aansprakelijk te stellen voor gedragingen van leden tijdens sport- en spelsituaties. En zo ja, welke mogelijkheden dat dan zijn. 1.3 Onderzoeksvraag en deelvragen De onderzoeksvraag dient aan te sluiten op de probleemanalyse en het onderzoeksdoel te omvatten. De onderzoeksvraag luidt dan ook als volgt: Zijn er voor slachtoffers mogelijkheden om Nederlandse sportclubs en hun bestuurders aansprakelijk te stellen voor gedragingen begaan door hun leden tijdens sport- en spelsituaties en zo ja, welke? Deelvragen Om tot een goede beantwoording te komen op de centrale onderzoeksvraag, is het zaak eerst antwoord te geven op de, uit de centrale onderzoeksvraag voortvloeiende, deelvragen. In dit onderzoek zullen de volgende deelvragen behandeld worden: ~9~

10 1. Wanneer is sprake van een sport- en spelsituatie en wat zegt het geldend recht over aansprakelijkheid tijdens sport- en spelsituaties? Er wordt een uitleg gegeven over wanneer er sprake is van een sport- en spelsituatie en welke regels het civiele aansprakelijkheidsrecht hieromtrent geeft. Voor de beantwoording van deze vraag zal ook gekeken worden naar de geldende rechtspraak op het gebied van aansprakelijkheid bij sport- en spelsituaties en dan met name naar de aansprakelijkheid voor niet-deelnemers (zoals bijvoorbeeld sportclubs en hun bestuurders) in dergelijke situaties. 2. Biedt de aansprakelijkheid voor toezichthouders aanknopingspunten voor slachtoffers om sportclubs en hun bestuurders aansprakelijk te stellen en zo ja, welke? In dit onderzoek staat centraal welke mogelijkheden een slachtoffer heeft om sportclubs en hun bestuurders aansprakelijk te stellen. In het beroemde arrest t Ruige Veld 4 werd de inrichting Protestants Christelijk Medisch Kindertehuis t Ruige Veld aansprakelijk gehouden voor het gedrag van een meisje dat was opgenomen in de inrichting. Met deze deelvraag wordt beoogd een antwoord te geven op de vraag of aansprakelijkheid voor toezichthouders mogelijkheden biedt voor slachtoffers en/of er parallellen te trekken zijn met aansprakelijkheid voor sportclubs en hun bestuurders om deze aansprakelijk te stellen voor gedragingen van hun leden tijdens sport- en spelsituaties. Er zal grondig worden gekeken naar het geldende recht en de geldende rechtspraak op het gebied van aansprakelijkheid voor toezichthouders. 3. Biedt het Franse recht inspiratie voor het Nederlandse recht om een sportclub en hun bestuurders aansprakelijk te stellen voor gedragingen van leden tijdens sport- en spelsituaties en zo ja welke? In Nederland bestaat veel onduidelijkheid over op welke manier een sportclub en hun bestuurders aansprakelijk kunnen worden gesteld voor gedragingen van hun leden. Gekeken wordt of het Franse recht inspiratie biedt voor het Nederlandse recht om een sportclub en hun bestuurders aansprakelijk te stellen. 4 HR 12 mei 1995, NJ 1996, 118 ~10~

11 In 1995 werd in Frankrijk het Rugby-arrest 5 gewezen. In dit arrest werd een rugbyvereniging aansprakelijk gehouden voor een gedraging begaan door een van haar leden tijdens een rugbywedstrijd. Het arrest zal uitvoerig geanalyseerd worden. Vervolgens zal onderzocht worden of het arrest inspiratie biedt voor het Nederlandse rechtsstelsel om een sportclub en hun bestuurders aansprakelijk te stellen voor gedragingen van hun leden. 1.4 Theoretisch kader In dit onderzoek draait het om aansprakelijkheid bij sport- en spelsituaties, waarbij een verhoogde drempel geldt om aansprakelijkheid te kunnen aannemen. Dit betekent dat een gedraging in een sport- en spelsituatie minder snel onrechtmatig is dan daarbuiten. Dit heeft te maken met risicoaanvaarding, wat inhoudt dat deelnemers aan een sport- en spelsituatie weten dat er bepaalde risico s aan de beoefening van de betreffende sport zitten. Als het ware een over en weer geaccepteerde gevaarzetting. Verder is hier nog van belang dat het enkele overtreden van de spelregels niet reeds om die reden onrechtmatig is. 6 Wanneer sprake is van een sport- en spelsituatie is niet zwart-wit. Daarvoor moet gekeken worden naar de concrete omstandigheden van het geval, waarbij de aard van de activiteit, het tijdsbestek waarin en de plaats waarop zij zich voordeed van belang zijn, als ook de hoedanigheid van de betrokken partijen. 7 De aansprakelijkheid voor onvoldoende toezicht waarbij schade wordt berokkend aan een derde is geregeld in art. 6:162 BW. De fout van de sportclub en hun bestuurders zal hierbij bewezen moeten worden. In het bekende arrest t Ruige Veld komt de bijzondere zorgplicht van een toezichthouder naar voren. Deze bijzondere zorgplicht houdt in dat de toezichthouder de vereiste maatregelen dient te nemen om de veiligheid van betrokkenen zoveel mogelijk te waarborgen en daartoe de vereiste maatregelen te treffen. In de casus van het t Ruige Veld staat het achterwege laten van deze vereiste maatregelen centraal. Dit arrest zal uitvoerig worden geanalyseerd waarbij grondig zal worden gekeken naar de aansprakelijkheid voor de toezichthouder en of deze aansprakelijkheid een mogelijkheid kan vormen voor slachtoffers om sportclubs en hun bestuurders aan te spreken voor gedragingen van leden. 5 Cass.civ. 22 mei 1995, JCP 1995, II, J. Spier e.a., Studiereeks Burgerlijk Recht. Deel 5. Verbintenissen uit de wet en Schadevergoeding, Deventer: Kluwer 2009, p K.J.O. Jansen, Groene Serie Onrechtmatige Daad, artikel 162 Boek 6 BW, aant Geen scherpe begrenzing, Deventer: Kluwer (losbl.) ~11~

12 Niet alleen het Nederlandse civiele aansprakelijkheidsrecht zal worden bekeken, ook het Franse recht komt aan bod. In 1995 werd in Frankrijk een sportclub aansprakelijk gesteld voor het gedrag van een van de leden. Daarom zal het Franse recht en de betreffende uitspraak (het Rugby-arrest) worden geanalyseerd om te kijken of het Franse recht inspiratie biedt voor het Nederlandse recht op het gebied van aansprakelijkheid voor sportclubs en hun bestuurders, voor gedragingen van leden tijdens sport- en spelsituaties. 1.5 Methode van onderzoek In dit onderzoek zal gebruik worden gemaakt van drie methoden van onderzoek, namelijk: inventariserend onderzoek, toetsing van de interne consistentie van het geldende recht en externe rechtsvergelijking. Inventariserend onderzoek van primaire bronnen Om het juridische kader goed uiteen te zetten, zal een inventariserend onderzoek van de primaire bronnen gedaan moeten worden. Dit houdt in dat betreffende jurisprudentie en wetten uiteen zullen worden gezet. In dit geval de jurisprudentie waarbij sprake is van aansprakelijkheid (voor andere personen) in een sport- en spelsituatie en Boek 6 BW en dan met name Titel 3, Afdeling 1 en 2 waarin de aansprakelijkheid voor andere personen wordt besproken. Met deze methode zal deelvraag 1 en een deel van deelvraag 2 beantwoord kunnen worden. Interne rechtsvergelijking Gekeken gaat worden of er parallellen getrokken kunnen worden binnen het huidige recht met situaties die grote overeenkomsten vertonen met een mogelijke aansprakelijkheid van sportclubs en hun bestuurders voor gedrag van hun leden tijdens sport- en spelsituaties. Biedt de aansprakelijkheid van toezichthouders wegens onvoldoende toezicht van art. 6:162 BW mogelijkheden om sportclubs en hun bestuurders aansprakelijk te stellen en zo ja, welke? Daarbij wordt gekeken naar de geldende rechtspraak op het gebied van aansprakelijkheid van toezichthouders, onder andere dus het arrest t Ruige Veld. Met deze methode kan een groot gedeelte van deelvraag 2 beantwoord worden. Externe rechtsvergelijking Deelvraag 3 heeft betrekking op de externe rechtsvergelijking met Frankrijk. Er is voor Frankrijk gekozen omdat het Franse rechtsstelsel veel op dat van Nederland lijkt. Een tweede reden om ~12~

13 naar het Franse recht te kijken is omdat daar het Rugby-arrest is gewezen. Een dergelijk arrest, waarbij een sportclub aansprakelijk wordt gesteld voor het gedrag van een van de leden, is in Nederland (nog) niet gewezen. Kan er lering worden getrokken uit dit arrest en zo ja, wat dan? Dit arrest zal daarom ook grondig worden geanalyseerd om te kijken of dit arrest aanknopingspunten biedt voor het Nederlandse rechtsstelsel. En zo ja, op welke manier. Voor zover bovenstaande methoden geen antwoord geven op de deelvragen, zal gebruik gemaakt worden van literatuurstudie. Een gedeelte van deelvraag twee en drie is ook van belang voor de maatschappelijke en wetenschappelijke relevantie. 1.6 Maatschappelijke en wetenschappelijke relevantie Uit de probleemanalyse kan de maatschappelijke relevantie worden gedestilleerd. Bij de wetenschappelijke relevantie is het belangrijk het onderzoek iets nieuws zal toevoegen aan de bestaande rechtskennis. Maatschappelijke relevantie Dit onderzoek is maatschappelijk relevant omdat het geweld op de sportvelden steeds erger wordt. De daders van ernstige overtredingen dienen aangepakt te worden. Maar kan alleen de dader aansprakelijk worden gesteld, of kunnen de sportclub en hun bestuurders ook aansprakelijk worden gesteld voor gedragingen van haar leden? En zo ja, hoe kunnen zij dan aansprakelijk worden gesteld? Daarbij moet opgemerkt worden dat de amateurclub een maatschappelijke taak heeft; leden van de club dienen zich bewust te zijn van de normen en waarden die gelden binnen de sport die zij beoefenen. Deze normen en waarden dienen te worden nageleefd, zowel binnen als buiten het veld. Wetenschappelijke relevantie Dit wetenschappelijk onderzoek is bedoeld om duidelijk in kaart te brengen of het slachtoffer mogelijkheden heeft om de sportclub en hun bestuurders aansprakelijk te stellen voor de schade, toegebracht door een van haar leden tijdens een sport- en spelsituatie. En als hij deze mogelijkheden heeft, welke dat dan zijn. De huidige aansprakelijkheidsmogelijkheden die in ons Burgerlijk Wetboek zijn opgenomen hebben betrekking op aansprakelijkheid die ontstaat in het dagelijkse leven. Maar hoe moet de aansprakelijkheid worden vastgesteld in sport- en ~13~

14 spelsituaties? De Hoge Raad heeft in het Natrap-arrest namelijk bepaald dat de vraag of een speler onrechtmatig heeft gehandeld minder spoedig bevestigend moet worden beantwoord wanneer die gedraging heeft plaatsgevonden in het kader van de sportuitoefening. 8 Dit onderzoek is dus wetenschappelijk relevant omdat de rechtskennis op het gebied van aansprakelijkheid van sportclubs en hun bestuurders voor gedragingen van hun leden, wordt vergroot. Er wordt gekeken of er mogelijkheden zijn om sportclubs en hun bestuurders aansprakelijk te stellen voor gedragingen van leden en zo ja, welke dat dan zijn. Daarbij wordt de aansprakelijkheid voor toezichthouders grondig geanalyseerd om te kijken of zij toegepast kan worden in sport- en spelsituaties. Ook het Franse recht en dan met name het Rugby-arrest wordt grondig geanalyseerd om te kijken of het Franse recht inspiratie biedt op dit gebied voor het Nederlandse recht en zo ja, op welke manier dat dan is. 8 HR 28 juni 1991, NJ 1992, 622 ~14~

15 Hoofdstuk 2. Sport- en spelsituaties in Nederland 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk zal een blik worden geworpen op de algemene regels van sport- en spelsituaties in Nederland. Zo zullen in paragraaf 2.2 de grenzen van sport- en spelsituaties worden besproken. Vervolgens komt de aansprakelijkheid voor mededeelnemers (paragraaf 2.3) en niet-deelnemers aan bod (paragraaf 2.4). Tot slot zal ik in paragraaf 2.5 een conclusie geven op de vraag wanneer sprake is van een sport- en spelsituatie en wat het geldende recht zegt over aansprakelijkheid tijdens sport- en spelsituaties. 2.2 Waar liggen de grenzen van sport- en spelsituaties? In welke gevallen van een sport- en spelsituatie kan worden gesproken, is niet in algemene zin te zeggen. Tussen enerzijds de toestand tijdens de eigenlijke sport- of spelsituatie en anderzijds de toestand ervoor of erna, bestaan vloeiende overgangen. Je zou kunnen zeggen dat er sprake is van een verdichting en verdunning van de elementen die kenmerkend zijn voor een sport- en spelsituatie. In welke gevallen van een sport- en spelsituatie gesproken kan worden, hangt af van de concrete omstandigheden van het geval. De navolgende factoren zijn hierbij 9, 10 van belang: de aard van de activiteit; het tijdsbestek waarin de activiteit zich voordeed; de plaats waarop de activiteit zich voordeed; de hoedanigheid van betrokken partijen. Deze aspecten zullen in de navolgende sub-paragrafen ieder afzonderlijk besproken worden De aard van de activiteit Spelregels bakenen een sport- of spelactiviteit af. Door kennis te nemen van de spelregels weten deelnemers wat ze van de sport of het spel kunnen verwachten. Als kenmerkende specifieke spelregels ontbreken, kan er niet worden gesproken van een sport- en spelsituatie. 11 Bij sport- en spel gaat het namelijk om maatschappelijk aanvaarde activiteiten waarbij de 9 K.J.O. Jansen, Groene Serie Onrechtmatige Daad, artikel 162 Boek 6 BW, aant Geen scherpe begrenzing, Deventer: Kluwer (losbl.) 10 A.S. Hartkamp & C.H. Sieburgh, Mr. C. Asser s Handleiding tot de beoefening van het Nederlands burgerlijk recht. 6. Verbintenissenrecht. Deel IV*. De verbintenis uit de wet, Deventer: Kluwer 2011, p HR 31 oktober 2006, NJ 2007, 79, r.o ~15~

16 risico s door middel van veiligheidsvoorschriften en spelregels tot een acceptabel niveau worden beperkt. Gedragingen die dus niet maatschappelijk aanvaard zijn en waaraan grotere risico s zijn verbonden, worden niet aangemerkt als sport- en spelsituatie. 12 Denk hierbij bijvoorbeeld aan spelen met wapens en explosieven. 13 Ook wanneer een aannemelijk risicovoller element in het spel wordt gebracht, waar andere deelnemers niet mee hebben ingestemd, er is geen sprake meer van een sport- en spelsituatie. 14 Situaties die een zuiver commercieel doel hebben, zoals een evacuatieoefening aan boord van een veerboot, bieden geen aanleiding om de verhoogde aansprakelijkheidsdrempel voor sporten spelsituaties toe te passen. Een dergelijke situatie laat zich niet vergelijken met de omstandigheden waarvan bij sport- en speldeelname sprake is Het tijdsbestek waarin de activiteit zich voordeed Dikwijls is sprake van een verdichting en verdunning van de elementen die kenmerkend zijn voor een sport- en spelsituatie. 16 Een sport- en spelsituatie eindigt niet noodzakelijk direct en geheel doordat en op het moment waarop aan die sport of dat spel volgens de daarvoor geldende regels, een einde komt. Een (korte) tijd daarna kan het feit dat partijen zo-even nog met elkaar hebben gewedijverd of in een spelsituatie waren verwikkeld, blijven beïnvloeden, afhankelijk van de aard van die activiteit en de verdere omstandigheden van het geval. 17 Steeds zal gekeken moeten worden of de gedraging deel uitmaakt van de sport of het spel De plaats waar de activiteit zich voordeed De schadetoebrengende gedraging kan op geheel andere plaats plaatsvinden dan waar de sport of het spel heeft plaatsgevonden. Indien dit het geval is, dan kan niet meer worden gesproken van een sport- en spelsituatie. 19 Uit het Tennisbal-arrest 20 blijkt dat deelnemers bepaalde gedragingen van elkaar hebben te verwachten. Deze regel kan ook toegepast worden 12 Rechtbank s-hertogenbosch 18 december 2002, NJ 2003, 88, r.o Zie o.a. Rechtbank Utrecht 30 juli 2003, NJF 2003, 8 en Rechtbank Alkmaar 24 december 2008, VR 2009, Rechtbank Leeuwarden 31 mei 2005, NJF 2006, 615, r.o Rechtbank Rotterdam 14 december 2011, LJN BU8302, r.o A.S. Hartkamp & C.H. Sieburgh, Mr. C. Asser s Handleiding tot de beoefening van het Nederlands burgerlijk recht. 6. Verbintenissenrecht. Deel IV*. De verbintenis uit de wet, Deventer: Kluwer 2011, p HR 28 maart 2003, NJ 2003, 718, r.o Hof Amsterdam 10 maart 2005, NJF 2005, 251, r.o Hof Amsterdam 10 maart 2005, NJF 2005, 251, r.o HR 28 juni 1991, NJ 1992, 622, r.o. 3.3 ~16~

17 op de plaats waar de activiteit zich voordeed. Indien de plaats van de activiteit geheel buiten de lijn der verwachtingen ligt, kan niet van een sport- en spelsituatie worden gesproken De hoedanigheid van betrokken partijen Voor een sport- en spelverhouding tussen deelnemers is niet vereist dat die deelnemers op dezelfde plek en met dezelfde activiteit bezig zijn. Ook in de gevallen waarin iedere vorm van competitie ontbreekt, kan sprake zijn van een sport- en spelsituatie. 21 Het is namelijk niet vereist dat de bij een ongeval betrokkenen rechtstreeks en met elkaar aan het wedijveren zijn, noch dat het slachtoffer van het ongeval, wil hij als deelnemer aan het spel kunnen worden beschouwd, ten tijde van het ongeval ook zelf handelingen verrichtte die karakteristiek zijn voor de beoefening van die sport of dat spel. 22 Het enkele feit dat partijen ten tijde van het ongeval dezelfde sport aan het beoefenen waren, leidt niet zonder meer tot de toepassing van de sporten spelmaatstaven De aansprakelijkheidsdrempel voor mededeelnemers Voor het aannemen van aansprakelijkheid tijdens sport- en spelsituaties geldt een verhoogde drempel. Een gedraging tijdens een sport- en spelsituatie is minder snel onrechtmatig, dan daarbuiten. Daarbij moet verschil worden gemaakt tussen de aansprakelijkheid van een mededeelnemer of een niet-deelnemer. Een mededeelnemer is een persoon die ook aan de sport- en spelsituatie deelneemt. Een niet-deelnemer daarentegen neemt niet deel aan de sport- en spelsituatie. Hierbij moet bijvoorbeeld worden gedacht aan een sportclub, bestuurder van een sportclub, organisator van een wedstrijd of een toeschouwer De verhoogde aansprakelijkheidsdrempel Zoals in hoofdstuk 1 al even aan de orde kwam, geldt in Nederland een verhoogde aansprakelijkheidsdrempel. Dit houdt in dat gedragingen in het kader van een sport of spel die daar buiten onvoorzichtig en daarom onrechtmatig zouden zijn geweest, binnen de sport- of spelsituatie dit karakter niet hebben. Ook het enkele feit dat een gedraging een gevaar voor anderen in het leven roept en dit gevaar zich in de vorm van een ongeval verwezenlijkt, is niet 21 K.J.O. Jansen, Groene Serie Onrechtmatige Daad, artikel 162 Boek 6 BW, aant Diverse sport- en spelsituaties aanvaard, Deventer: Kluwer (losbl.) 22 HR 20 februari 2004, NJ 2004, 238, r.o Hof Amsterdam 6 juli 2010, VR 2012, 33, r.o ~17~

18 voldoende om onrechtmatig gedrag aan te nemen. 24 Dit heeft te maken met de risicoaanvaarding die geldt tijdens sport- en spelsituaties. De deelnemers weten gewoonlijk dat er bepaalde risico s (blessures) aan de sport- of spelbeoefening vast zitten. Vooral bij contactsporten is het risico op letsel vrij groot. 25 In een drietal arresten heeft de Hoge Raad zich uitgesproken over de aansprakelijkheid bij sport- en spelsituaties. In het beroemde Tennisbal-arrest 26 bepaalde de Hoge Raad dat gedragingen in het kader van het tennisspel, die buiten de spelsituatie onvoorzichtig en daarom onrechtmatig zouden zijn geweest, binnen de spelsituatie dit karakter niet behoeven te hebben. Dit heeft te maken met het feit dat deelnemers aan het spel gedragingen waartoe het spel uitlokt, over en weer van elkaar te verwachten hebben. Voor het aannemen van onrechtmatig gedrag gelden binnen sport- en spelsituaties dus zwaardere eisen dan daarbuiten. In het Natrap-arrest 27 wordt deze regel bevestigd en wordt daaraan toegevoegd dat niet reeds het enkele overtreden van de spelregels, waaronder regels ter bescherming van de veiligheid van de spelers, leidt tot onrechtmatig gedrag. Overtreding van een spelregel is echter wel een factor die meeweegt bij de beoordeling van de onrechtmatigheid. Verder geldt dat voor het aannemen van een sport- en spelsituatie niet vereist is dat bij een ongeval betrokkenen rechtstreeks met elkaar aan het wedijveren zijn, zo bepaalde de Hoge Raad in het Midgetgolf-arrest. 28 Het is ook niet vereist dat het slachtoffer van het ongeval, wil hij als deelnemer aan het spel kunnen worden beschouwd, ten tijde van het ongeval ook zelf handelingen verrichtte die karakteristiek zijn voor de beoefening van die sport of dat spel Aansprakelijkheid van mededeelnemers Zoals hierboven reeds is aangegeven, moet een onderscheid worden gemaakt tussen de aansprakelijkheid van mededeelnemers en niet-deelnemers. Zoals in het Tennisbal-arrest naar voren is gekomen geldt in sport- en spelsituaties een verhoogde aansprakelijkheidsdrempel. De kans op letsel is bij contactsporten zoals voetbal, hockey en boksen groter dan bij een niet- 24 A.S. Hartkamp & C.H. Sieburgh, Mr. C. Asser s Handleiding tot de beoefening van het Nederlands burgerlijk recht. 6. Verbintenissenrecht. Deel IV*. De verbintenis uit de wet, Deventer: Kluwer 2011, p J. Spier e.a., Studiereeks Burgerlijk Recht. Deel 5. Verbintenissen uit de wet en Schadevergoeding, Deventer: Kluwer 2009, p HR 19 oktober 1990, NJ 1992, HR 28 juni 1991, NJ 1992, HR 20 februari 2004, NJ 2004, HR 20 februari 2004, NJ 2004, 238, r.o. 3.3 ~18~

19 contactsport. De aard van een contactsport brengt dat nu eenmaal met zich mee. Deelnemers weten dit, ze weten dat er bepaalde risico s aan de sportbeoefening vastzitten. Bij sport- en spelsituaties is er daarom veelal sprake van een bepaalde mate van over en weer geaccepteerde gevaarzetting. 30 Verder moet hier worden opgemerkt dat het enkele feit dat een gedraging een gevaar voor anderen in het leven roept en dit gevaar zich in de vorm van een ongeval verwezenlijkt, niet voldoende is om onrechtmatig gedrag aan te nemen Eigen schuld De eigen schuld uit art. 6:101 BW kan ook in sport- en spelsituaties een rol spelen. De mate van aansprakelijkheid wordt in een belangrijke mate bepaald door de aanvaarding van de risico s door het slachtoffer. In het arrest Smit/Brevoord 32 heeft de Hoge Raad namelijk bepaald dat wanneer een sporter door onvoorzichtigheid zelf heeft bijgedragen aan het ontstaan van de schade, sprake kan zijn van een bepaalde mate van eigen verantwoordelijkheid. 33 Echter, eigen schuld zal niet snel aan de orde komen: er is minder snel aansprakelijkheid, omdat er minder snel onrechtmatigheid bij de dader wordt aangenomen De bijzondere zorgplicht voor niet-deelnemers De specifieke normen die gelden tussen deelnemers ten opzichte van elkaar, zijn niet van toepassing als het gaat om de aansprakelijkheid van niet-deelnemers. Wanneer wordt gekeken naar de aansprakelijkheid van niet-deelnemers gelden namelijk strengere normen door de bijzondere zorgplicht die zij hebben. 35 Deze bijzondere zorgplicht zal hieronder nader worden besproken. Een belangrijk arrest waarin deze bijzondere zorgplicht voor een vereniging aan de orde kwam, is het Turnster-arrest. 30 J. Spier e.a., Studiereeks Burgerlijk Recht. Deel 5. Verbintenissen uit de wet en Schadevergoeding, Deventer: Kluwer 2009, p A.S. Hartkamp & C.H. Sieburgh, Mr. C. Asser s Handleiding tot de beoefening van het Nederlands burgerlijk recht. 6. Verbintenissenrecht. Deel IV*. De verbintenis uit de wet, Deventer: Kluwer 2011, p HR 14 juni 1985, NJ 1985, Zie o.a. Hof s-hertogenbosch 2 juli 1997, VR 1998, 137, Hof Arnhem 10 november 1998, NJ 2002, 264 en Hof Arnhem 2 maart 2010, LJN BL C.C. van Dam, Risico-aanvaarding afgeschaft : onrechtmatigheid bij sportbeoefening, NTBR 1992, p K.J.O. Jansen, Groene Serie Onrechtmatige Daad, artikel 162 Boek 6 BW, aant Minder soepele veiligheidsnormen, Deventer: Kluwer (losbl.) ~19~

20 In het Turnster-arrest 36 werden de trainer en de vereniging aansprakelijk gesteld voor de schade van één van de turnsters. De maatstaf waaraan de Hoge Raad toetste was of de trainer bij het leiding geven en de vereniging bij de aanstelling van de trainer, gelet op alle omstandigheden van het geval, zijn tekortgeschoten in de zorg die van hen jegens de deelnemers aan de training kan worden gevergd. 37 Uit alle feiten en omstandigheden concludeerde de Hoge Raad dat de trainer onvoldoende zorgvuldig is geweest en dat dit haar valt toe te rekenen. Hetzelfde verwijt treft de vereniging. Het causaal verband tussen het niet treffen van de vereiste voorzorgsmaatregelen en het zeer ernstige letsel wordt aanwezig geacht. Zij hebben verwijtbaar gehandeld en zijn daarmee aansprakelijk voor de geleden schade van de turnster op grond van onrechtmatige daad. Uit het bovenstaand arrest blijkt dat de vuistregels uit het Tennisbal-arrest en het Natrap-arrest, en daarmee dus de verhoogde aansprakelijkheidsdrempel, niet van toepassing zijn op gevallen waarin de vereniging aansprakelijk wordt gesteld op grond van onrechtmatige daad voor letsel ontstaan tijdens sport- en spelsituaties. In een dergelijk geval moet gekeken worden naar de eisen van een onrechtmatige daad uit art. 6:162 BW en de algemene regels van gevaarzetting, zoals die blijken uit het Kelderluik-arrest. 38 Niet-deelnemers bevinden zich vaak in een positie om bepaalde veiligheidsmaatregelen te treffen. In die zin kunnen zij vergeleken worden met de personen op wie, wegens hun bijzondere positie, een bijzondere zorgplicht rust. 39 Ook dit gegeven zal steeds meegenomen moeten worden, naast de eisen van het Kelderluik-arrrest, in de beoordeling van de aansprakelijkheid van niet-deelnemers. 2.5 Conclusie Op de vraag wanneer sprake is van een sport- en spelsituatie is geen kant- en klaar antwoord te geven. Daarvoor moet worden gekeken naar de volgende aspecten: de aard van de activiteit; het tijdsbestek waarin de activiteit zich voordeed; de plaats waarop de activiteit zich voordeed; de hoedanigheid van betrokken partijen. 36 HR 6 oktober 1995, NJ 1998, HR 6 oktober 1995, NJ 1998, 190, r.o HR 5 november 1965, NJ 1966, 136 en HR 6 oktober 1995, NJ 1998, 190, Conclusie A-G mr. Hartkamp onder 8 39 K.J.O. Jansen, Groene Serie Onrechtmatige Daad, artikel 162 Boek 6 BW, aant Ratio, Deventer: Kluwer (losbl.) ~20~

21 Voor de aansprakelijkheid van mededeelnemers gelden de navolgende regels: een dergelijke gedraging is in het kader van sportbeoefening minder snel als onrechtmatig te kwalificeren dan daarbuiten; het enkele overtreden van de spelregels, waaronder regels ter bescherming van de veiligheid van spelers, is niet reeds onrechtmatig om die reden. Wel is de overtreding van een spelregel een factor die meeweegt bij de beoordeling van de onrechtmatigheid; de deelnemers aan een sport hebben tot op zekere hoogte gevaarlijke gedragingen waartoe het spel uitlokt over en weer van elkaar te verwachten; de gedraging mag niet buiten de regels van het spel en abnormaal gevaarlijk zijn. Voor niet-deelnemers, zoals sportclubs en hun bestuurders, gelden andere regels. Voor de aansprakelijkheid van niet-deelnemers moet gekeken worden naar de eisen van onrechtmatige daad uit art. 6:162 BW en de Kelderluik-criteria: de mate van waarschijnlijkheid waarmee de niet-inachtneming van de vereiste oplettendheid en voorzichtigheid kan worden verwacht; de grootte van de ongevalskans; de ernst die de gevolgen daarvan kunnen hebben; de mate van bezwaarlijkheid van te nemen veiligheidsmaatregelen. Voor sportclubs en hun bestuurders komt daar nog bij dat zij, als niet-deelnemer, een bijzondere zorgplicht hebben ten opzichte van de deelnemers. Zij moeten de veiligheid van de deelnemers kunnen waarborgen en daarvoor alle noodzakelijke veiligheidsmaatregelen treffen. Door deze bijzondere zorgplicht moeten zij al het redelijke doen om de ernstige gevolgen van voorzienbare ongelukken te voorkomen. ~21~

22 Hoofdstuk 3. Aansprakelijkheid voor toezichthouders in sport- en spelsituaties 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk staat de aansprakelijkheid voor toezichthouders op grond van art. 6:162 BW centraal. In paragraaf 3.2 zal het begrip toezicht en de toezichthouder worden uitgelegd. Want wat is toezicht nu eigenlijk en wie is de toezichthouder? In paragraaf 3.3 volgt de invulling van de zorgplicht van toezichthouders zoals die volgt uit de jurisprudentie. In paragraaf 3.2 en 3.3 zal steeds, waar mogelijk, een parallel worden getrokken naar de situaties met sportclubs en hun bestuurders en haar leden. Tot slot zal in paragraaf 3.4 een antwoord gegeven worden op de vraag of de aansprakelijkheid voor toezichthouders aanknopingspunten biedt voor slachtoffers om sportclubs en hun bestuurders aansprakelijk te stellen en zo ja welke. 3.2 Het begrip toezicht uitgelicht Om een goed beeld te kunnen vormen of de aansprakelijkheid voor toezichthouders aanknopingspunten biedt voor aansprakelijkheid van sportclubs en hun bestuurders, zal allereerst een goed beeld gevormd moeten worden wat toezicht inhoudt en wie als toezichthouder aangemerkt kan worden. Deze paragraaf zal hier aandacht aan besteden Toezicht Het antwoord op de vraag wat het begrip toezicht inhoudt moet gezocht worden in de literatuur. Het begrip toezicht kan nader omschreven worden als het verzamelen van informatie over de vraag of een handeling of zaak voldoet aan de daaraan gestelde eisen, het zich daarna vormen van een oordeel daarover en het eventueel naar aanleiding daarvan ingrijpen. Uit deze omschrijving kunnen drie algemeen geformuleerde taken voor een toezichthouder worden gedestilleerd, te weten: informatie verzamelen, een oordeel vormen en zo nodig ingrijpen. 40 Daar zou nog een vierde taak aan toegevoegd kunnen worden, namelijk normstelling (opstellen van concrete gedrags- of kwaliteitsnormen). 41 De toezichthouder heeft deze taken ten aanzien van de naleving van wet- en regelgeving en/of ten aanzien van het functioneren van anderen I. Giesen, Toezicht en aansprakelijkheid, Deventer: Kluwer 2005, p. 20 en Kamerstukken II 2003/04, , nr. 9, p I. Giesen, Toezicht en aansprakelijkheid, Deventer: Kluwer 2005, p. 21 ~22~

23 Toezicht is aanwezig in de gevallen waarin er een relatie slachtoffer-dader bestaat terwijl er nog een partij, de toezichthouder, is die de relatie slachtoffer-dader dient te controleren, daarop dient te letten en op toe dient te zien. In bepaalde gevallen dient de toezichthouder daadwerkelijk in te grijpen, bijvoorbeeld om te voorkomen dat er schade ontstaat bij het slachtoffer. 43 In de literatuur wordt een onderscheid gemaakt tussen concreet toezicht en algemeen toezicht. 44 Concreet toezicht houdt in dat er toezicht is naar aanleiding van een melding, een waarschuwing of een aanwijzing dat er ergens iets mis is of iets mis dreigt te gaan. Algemeen toezicht houdt in het toezicht op het object zonder dat er van een dergelijke concrete aanleiding sprake is. Het onderscheid is van belang voor wat betreft de aansprakelijkheidsvraag, bij de invulling van de zorgvuldigheidsnorm. Een voorbeeld van een concreet toezichtsfalen wordt gegeven in het bekende Jetblast-arrest. 45 Ondanks waarschuwingsborden, loopt een vrouw letsel op door het ontstaan van een jetblast van een vertrekkend vliegtuig. Het vliegveld weet dat het ontstaan van een jetblast letsel kan veroorzaken en is daarmee dus gewaarschuwd, waardoor er in dit geval sprake is van concreet toezicht. Volgens de Hoge Raad heeft het vliegveld zich niet als redelijk handelend toezichthouder gedragen nu blijkt dat het waarschuwingsbord geen afdoende maatregel was, nu er schade is ontstaan door hetgeen waartegen gewaarschuwd werd. 46 Daarbij heeft de Hoge Raad gekeken of het achterwege laten van maatregelen in strijd was met de zorgvuldigheid 47 die in het maatschappelijk verkeer betaamt wordt ten aanzien van een ander persoon. 48 Mijns inziens kunnen de activiteiten van sportclubs en hun bestuurders onder het begrip toezicht vallen. In het geval dat een van de leden letsel veroorzaakt bij een tegenstander, is er sprake van een relatie slachtoffer-dader. De sportclub en hun bestuurders is de derde partij die toezicht houdt op de relatie slachtoffer-dader. Een sportclub en hun bestuurders kunnen 43 I. Giesen, Toezicht en aansprakelijkheid, Deventer: Kluwer 2005, p Zie o.a. I. Giesen, Toezicht en aansprakelijkheid, Deventer: Kluwer 2005, p. 23 en I. Giesen, Toezicht en aansprakelijkheid jegens derden voor letselschade: de zorgvuldigheidsnorm en de rechtvaardiging voor aansprakelijkheid in: C.J.M. Klaassen e.a. (red.), Aansprakelijkheid in beroep, bedrijf of ambt (Serie Onderneming en Recht, Deel 25), Deventer: Kluwer 2003, p HR 28 mei 2004, NJ 2005, I. Giesen, Toezicht en aansprakelijkheid, Deventer: Kluwer 2005, p Voor de invulling van de zorgvuldigheidsnorm keek de Hoge Raad naar de Kelderluik-criteria (HR 5 november 1965, NJ 1966, 136) 48 HR 28 mei 2004, NJ 2005, 105, r.o ~23~

24 gedragsnormen voor hun leden opstellen en zorgen voor naleving van deze normen. Een voorbeeld hiervan is de commissie Normen en Waarden van voetbalclub R.K.S.V Sparta 25 uit Beek en Donk. Deze commissie zet zich op diverse manieren in om verenigingsbreed aandacht te vragen voor juiste Normen en Waarden. Zo zijn er bijvoorbeeld gedragsregels opgesteld voor spelers / speelsters en wordt op elk wedstrijdshirt het logo van deze commissie gedrukt met daarop de slogan Voetbal, meer dan punten alleen. 49 Maar niet alleen op amateurniveau wordt aandacht besteed aan normen en worden binnen de sport, ook de KNVB besteed volop aandacht aan de normen en waarden op het voetbalveld. Zij hebben een actieplan opgesteld dat de sportiviteit en het respect voor anderen op het voetbalveld moet bevorderen; Tegen geweld, voor sportiviteit. 50 In dit actieplan staat onder andere dat met ingang van seizoen een tijdstraf wordt ingevoerd (nadat een speler een gele kaart heeft gekregen), verenigingen worden opgeroepen om gedragsregels op te stellen en de invoering van het spelregelbewijs. 51 Dit actieplan lijkt na ruim acht maanden al zijn vruchten af te werpen; het geweld op de voetbalvelden is sindsdien met 15% gedaald. 52 Ook de regering besteed aandacht aan sportiviteit op het sportveld. Het voornoemde actieplan van de KNVB waarin acties staan beschreven om de sportiviteit op het sportveld te verbeteren, maakt onderdeel uit van een landelijk actieplan. Het ministerie van VWS 53 en het ministerie van VenJ 54 hebben namelijk het merendeel van de voorgestelde acties van de KNVB overgenomen in het landelijke actieplan Naar een veiliger sportklimaat. 55 Het ministerie heeft als doel om een veiliger sportklimaat te creëren waarbij iedereen met plezier kan sporten. 56 Bij een sportclub en hun bestuurders kan sprake zijn van zowel algemeen als concreet toezicht. Van concreet toezicht is sprake indien men weet dat een van de leden zich op het sportveld regelmatig buitensporig gedraagt. In een dergelijk geval dient de sportclub een extra oogje in het zeil te houden. Algemeen toezicht is er te allen tijde dat er een wedstrijd plaatsvindt waaraan een lid van de sportclub deelneemt. Deze wedstrijd speelt zich natuurlijk 49 Normen en Waarden, R.K.S.V Sparta 25, 50 Actieplan Tegen geweld, voor sportiviteit, KNVB 20 maart 2013, 51 Voor meer informatie en maatregelen zie het actieplan Tegen geweld, voor sportiviteit van de KNVB (zoek op Google: actieplan tegen geweld, voor sportiviteit) procent minder geweld op voetbalveld, RTL Nieuws 13 augustus 2013, 53 Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 54 Ministerie van Veiligheid en Jusitie 55 Beleidsnota ministerie VWS en ministerie VenJ, Actieplan Naar een veiliger sportklimaat, april Actieplan Naar een veiliger sportklimaat, Ministerie van VWS en ministerie van VenJ, onder het kopje documenten en publicaties met de zoekterm actieplan naar een veiliger sportklimaat en bij type nota s selecteren ~24~

25 niet altijd af op het eigen terrein van de sportclub. Mijns inziens gaat het, in het geval van algemeen toezicht, een stapje te ver om aansprakelijkheid aan te nemen in de gevallen waarbij een wedstrijd op een ander sportpark plaatsvindt. Anders is dit in het geval van concreet toezicht, waarbij de sportclub en hun bestuurders weten, door een waarschuwing of melding, dat een van de leden in de gaten gehouden moet worden vanwege eerder buitensporig gedrag De toezichthouder Het Nederlandse privaatrecht kent geen begrip toezichthouder. Om toch tot een invulling van het begrip te komen, kan aansluiting gevonden worden bij de bij Franse rechtspraak inzake de gardien op grond van art al. 1 CC. 57 Deze rechtspraak sluit zich aan bij het feitelijke criterium wie de mogelijkheid heeft om op de persoon leiding, controle en toezicht uit te oefenen, moet worden aangemerkt als toezichthouder. Mede op basis van deze rechtspraak kunnen als toezichthouder in de zin van art. 6:162 BW worden aangemerkt degene die feitelijke of juridische zeggenschap over een ander persoon hebben en die feitelijke of juridische mogelijkheden hebben om de veiligheid van diens gedragingen te bevorderen. 58 Een sportclub en hun bestuurders hebben deze feitelijke mogelijkheid. Zij hebben de mogelijkheid om de veiligheid van de gedragingen van leden te bevorderen. Tijdens sport- en spelsituaties gebeurt dit door de spelregels van de betreffende sport en ongeschreven normen, maar ook de club zelf dient hieraan bij te dragen door regels op te stellen hoe een lid van de betreffende club zich dient te gedragen, zoals bijvoorbeeld de gedragsregels die R.K.S.V Sparta 25 heeft opgesteld voor spelers / speelsters. 59 Een sportclub en hun bestuurders kunnen dus ook als toezichthouder gezien te worden Invulling van de zorgplicht van toezichthouders in de jurisprudentie In Nederland worden voor privaatrechtelijke toezichthouders soms vergaande zorgplichten aangenomen. Dat geldt dan met name in geval van een concreet toezichtsfalen: na een waarschuwing of een andere concrete aanwijzing dat er iets niet in de haak was, is er onvoldoende doortastend opgetreden Code Civil; het Franse Burgerlijk Wetboek 58 C.C. van Dam, Aansprakelijkheidsrecht. Een grensoverschrijdend handboek, Den Haag: Boom Juridische Uitgevers 2000, p Zie paragraaf I. Giesen, Toezicht en aansprakelijkheid, Deventer: Kluwer 2005, p I. Giesen, Toezicht en aansprakelijkheid, Deventer: Kluwer 2005, p. 135 en 136 ~25~

26 3.3.1 Zorgvuldigheidsnorm en ongeschreven normen In het arrest van t Ruige Veld/Univé wordt kinder- en jeugdpsychiatrisch ziekenhuis t Ruige Veld aansprakelijk voor de schade toegebracht door patiënt Wendelien. Zij hebben onvoldoende toezicht gehouden op Wendelien die daarbij schade aan een derde heeft berokkend. Deze aansprakelijkheid wordt gebaseerd op art BW (oud)/art. 6:162 BW. 62 Gezien de verhoogde kans op schade bij een derde, toegebracht door Wendelien, had t Ruige Veld maatregelen moeten nemen om de schade te voorkomen. Hoe ver de plicht van de instelling gaat, hangt af van de bijzonderheden van het geval. Een instelling als t Ruige Veld dient een hoge mate van zorgvuldigheid aan de dag te leggen om te voorkomen dat aan haar zorg toevertrouwde patiënten schade aan derden veroorzaken. Hier wordt geen absolute zorgplicht aangenomen, maar een zorgvuldigheidsnorm waarvan de inhoud afhankelijk is van de omstandigheden van het geval. 63 Bij deze omstandigheden moet men denken aan de leeftijd van de patiënte, haar eerdere gedrag en de aard van de geestelijke stoornis. Het hof heeft vastgesteld dat de instelling kennis van deze omstandigheden had en de Hoge Raad bevestigt dit. Een professionele instelling als t Ruige Veld dient een hoge mate van zorgvuldigheid aan de dag te leggen om te voorkomen dat aan haar zorg toevertrouwde patiënten schade aan derden veroorzaken. t Ruige Veld heeft de taak aanvaard voor patiënten met een geestelijke tekortkoming te zorgen en toezicht op hen te houden. Dit houdt onder meer in erop toezien dat zij aan zichzelf of derden geen schade toebrengen. Het ligt in de lijn van deze taakstelling dat zij ook de nodige maatregelen treft om de veroorzaking van dergelijke schade te voorkomen. 64 Een sportclub en hun bestuurders hebben als primaire taak het leiden van de sportclub. Daarin speelt kennis van de betreffende sport een belangrijke rol. Een sportclub en hun bestuurders kunnen misschien niet aangemerkt worden als een dermate professionele instelling als t Ruige Veld, amateurverenigingen worden immers veelal geleid door vrijwilligers en geen professionals, maar zij kunnen wel toezien op hun leden dat zij zichzelf of derden geen schade toebrengen. Zij bevinden zich in een positie waarin zij de mogelijkheden hebben om de nodige maatregelen te treffen om veroorzaking van schade te voorkomen. Bijvoorbeeld door het opstellen van gedragsregels en het toezien op handhaving van deze gedragsregels door leiders, trainers, commissies en het bestuur. Een andere mogelijkheid is het organiseren van informatieavonden voor leden omtrent normen en waarden binnen de sport. Verder kan de vereniging zich actief 62 HR 12 mei 1995, NJ 1996, 118, Conclusie A-G mr. Hartkamp onder 5 63 HR 12 mei 1995, NJ 1996, 118, Conclusie A-G mr. Hartkamp onder 8 64 HR 12 mei 1995, NJ 1996, 118, Conclusie A-G mr. Hartkamp onder 7 ~26~

Aansprakelijkheid voor onrechtmatige daad in sport- en spelsituaties in Nederland

Aansprakelijkheid voor onrechtmatige daad in sport- en spelsituaties in Nederland Aansprakelijkheid voor onrechtmatige daad in sport- en spelsituaties in Nederland Een onderzoek naar de grenzen van sport- en spelsituaties en de aansprakelijkheid van mededeelnemers en niet- deelnemers

Nadere informatie

Aansprakelijkheid op het ijs

Aansprakelijkheid op het ijs Aansprakelijkheid op het ijs KNSB verenigingsdag voor bestuurders 3 november 2007 Bart Bendel Wouter Vermaas Inhoud workshop Aansprakelijkheid van: Schaatsers Verenigingen Trainers Aansprakelijkheid van

Nadere informatie

Aansprakelijkheid Scholen

Aansprakelijkheid Scholen Aansprakelijkheid Scholen Mr. B.M. (Brechtje) Paijmans KBS Advocaten / Universiteit Utrecht 12 januari 2011 1 www.kbsadvocaten.nl NRC Handelsblad 11 maart 2006 2 Schade op school: aansprakelijke partijen

Nadere informatie

13-05- 14. Programma van vandaag. Aansprakelijkheid van (brede) scholen

13-05- 14. Programma van vandaag. Aansprakelijkheid van (brede) scholen 13 mei 2014 Netwerk sport bewegen en gezonde leefstijl Brechtje Paijmans Doelen Advocatuur & Universiteit Utrecht paijmans@doelenadvocatuur.nl Programma van vandaag ongevallen Aspecten van verzekering

Nadere informatie

Aansprakelijkheid binnen sportverenigingen

Aansprakelijkheid binnen sportverenigingen Aansprakelijkheid binnen sportverenigingen mr. Harold de Boer mr. Stephan de Vries 12 januari 2015 Sport Fryslân De Haan Advocaten & Notarissen PROGRAMMA 1. Inleiding 2. Bestuur en Taak - interne aansprakelijkheid

Nadere informatie

Verwijzen naar digitale bronnen

Verwijzen naar digitale bronnen Verwijzen naar digitale bronnen Aanvulling op de Leidraad voor juridische auteurs 2013 I. Bennigsen mr. dr. L.D. van Kleef-Ruigrok 2 februari 2015 1 1 Inleiding In de Leidraad voor juridische auteurs 2013

Nadere informatie

Verwijzen naar digitale bronnen

Verwijzen naar digitale bronnen Verwijzen naar digitale bronnen Aanvulling op de Leidraad voor juridische auteurs 2013 I. Bennigsen mr. dr. L.D. van Kleef-Ruigrok 27 januari 2014 1 1 Inleiding In de Leidraad voor juridische auteurs 2013

Nadere informatie

INRICHTER SPORTEVENEMENT EN DEELNEMER; AANSPRAKELIJKHEID BIJ SCHADE TOEGEBRACHT AAN TOESCHOUWER OF TOEVALLIGE PASSANT

INRICHTER SPORTEVENEMENT EN DEELNEMER; AANSPRAKELIJKHEID BIJ SCHADE TOEGEBRACHT AAN TOESCHOUWER OF TOEVALLIGE PASSANT INRICHTER SPORTEVENEMENT EN DEELNEMER; AANSPRAKELIJKHEID BIJ SCHADE TOEGEBRACHT AAN TOESCHOUWER OF TOEVALLIGE PASSANT EEN ALTERNATIEVE BENADERING OP DE ALGEMENE LEER B.E.M.F.C. van Bergen 1 INRICHTER SPORTEVENEMENT

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

Toezicht en aansprakelijkheid

Toezicht en aansprakelijkheid Toezicht en aansprakelijkheid Een rechtsvergelijkend onderzoek naar de rechtvaardiging voor de aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad van toezichthouders ten opzichte van derden PROF. MR. I. GIESEN Hoogleraar

Nadere informatie

Aansprakelijkheid voor nalaten

Aansprakelijkheid voor nalaten Aansprakelijkheid voor nalaten Mr. D. Rijpma 21 maart 2011 HR 22 november 1974, (Broodbezorger), NJ 1975/149 Verplichting om te waarschuwen of in te grijpen bij waargenomen gevaar bestaat slechts: - als

Nadere informatie

Kennisdag Inspectie Waterkeringen. Prof.dr. Marleen van Rijswick Arnhem, 24 maart 2011

Kennisdag Inspectie Waterkeringen. Prof.dr. Marleen van Rijswick Arnhem, 24 maart 2011 Kennisdag Inspectie Waterkeringen Prof.dr. Marleen van Rijswick Arnhem, 24 maart 2011 Waterkeringen, inspecties, innovatie en aansprakelijkheid U vraagt, wij draaien Doelmatig beheer in relatie tot crisissituaties

Nadere informatie

De Kelderluikcriteria: (still) hot or not?

De Kelderluikcriteria: (still) hot or not? De Kelderluikcriteria: (still) hot or not? PIV Jaarconferentie 18 maart 2016 Saskia Phoelich-Pontier NN Advocaten Stelling De Kelderluikcriteria geven onvoldoende handvatten om in specifieke gevallen te

Nadere informatie

Sport en Recht. Mr. A.H.A. Beijersbergen van Henegouwen

Sport en Recht. Mr. A.H.A. Beijersbergen van Henegouwen Sport en Recht Mr. A.H.A. Beijersbergen van Henegouwen Sportrecht Wat is sportrecht? Verenigingsrecht Aansprakelijkheid Bestuursaansprakelijkheid Sport en spel ISR/ dopingreglement uitstapje naar België

Nadere informatie

mr. ing. R.O.B. Poort

mr. ing. R.O.B. Poort AANSPRAKELIJKHEID VAN DE VEILIGHEIDSKUNDIGE 17 maart 2011 mr. ing. R.O.B. Poort 17 maart 2011 www.bureaupoort.nl 1 OPBOUW WORKSHOP Beroepsaansprakelijkheid algemeen Wanprestatie (contractueel) Onrechtmatige

Nadere informatie

Aansprakelijkheid in het algemeen en meer specifiek aansprakelijkheid van de wegbeheerder.

Aansprakelijkheid in het algemeen en meer specifiek aansprakelijkheid van de wegbeheerder. Aansprakelijkheid in het algemeen en meer specifiek aansprakelijkheid van de wegbeheerder. ANWB en verkeersslachtoffers Naast de inzet voor meer verkeersveiligheid is de ANWB ook betrokken bij de afwikkeling

Nadere informatie

Voorrang hebben versus overschrijding van de maximumsnelheid

Voorrang hebben versus overschrijding van de maximumsnelheid Voorrang hebben versus overschrijding van de maximumsnelheid Mr. Bert Kabel (1) Inleiding In het hedendaagse verkeer komt het regelmatig voor dat verkeersdeelnemers elkaar geen voorrang verlenen. Gelukkig

Nadere informatie

Aansprakelijkheid van scholen

Aansprakelijkheid van scholen 18 april 2013 NVOR Brechtje Paijmans Doelen Advocatuur & Universiteit Utrecht paijmans@doelenadvocatuur.nl Programma van vandaag Kwaliteit van het onderwijs Aansprakelijkheid (en) Twee verschillende rechtsverhoudingen

Nadere informatie

Rechtbank Maastricht 26 oktober 2011, nr. HA RK 11-88, LJN BU7197 (mr. J.F.W. Huinen, mr. T.A.J.M. Provaas en mr. E.J.M. Driessen)

Rechtbank Maastricht 26 oktober 2011, nr. HA RK 11-88, LJN BU7197 (mr. J.F.W. Huinen, mr. T.A.J.M. Provaas en mr. E.J.M. Driessen) Rechtbank Maastricht 26 oktober 2011, nr. HA RK 11-88, LJN BU7197 (mr. J.F.W. Huinen, mr. T.A.J.M. Provaas en mr. E.J.M. Driessen) Noot I. van der Zalm Overlijdensschade. Schadeberekening. Inkomensschade.

Nadere informatie

3 Onrechtmatige overheidsdaad

3 Onrechtmatige overheidsdaad Monografieen Privaatrecht 3 Onrechtmatige overheidsdaad Rechtsbescherming door de burgerlijke rechter Prof. mr. G.E. van Maanen Prof. mr. R. de Lange Vierde druk Deventer - 2005 Inhoud VERKORT AANGEHAALDE

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving ϕ1 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de

Nadere informatie

Aansprakelijkheid ondernemers paardenbranche

Aansprakelijkheid ondernemers paardenbranche Aansprakelijkheid ondernemers paardenbranche 9 mei 2006 Barneveld Lezing PTC mr. Annemieke van Dooren-Korenstra ABAB juristen s-hertogenbosch Programma Inleiding Beperken bedrijfsrisico s Aansprakelijkheid

Nadere informatie

Proportionele aansprakelijkheid & de beginselen en doelen

Proportionele aansprakelijkheid & de beginselen en doelen Datum: 31 januari 2012 Proportionele aansprakelijkheid & de beginselen en doelen Hoe verhouden de voorwaarden waaronder proportionele aansprakelijkheid wordt toegepast zich tot de beginselen en doelen

Nadere informatie

» Samenvatting. » Uitspraak

» Samenvatting. » Uitspraak JA 2007/129 Rechtbank 's-hertogenbosch 14 februari 2007, 42982/HA ZA 06-1098; LJN BA1541. ( Mr. Brouwer ) 1. [Eiser sub 1], 2. [eiser sub 2], gezamenlijk handelend als wettelijke vertegenwoordigers van

Nadere informatie

Spelregelbewijs. voor. jeugdspelers. Informatiebrochure over de invoering van het spelregelbewijs voor. jeugdspelers

Spelregelbewijs. voor. jeugdspelers. Informatiebrochure over de invoering van het spelregelbewijs voor. jeugdspelers Spelregelbewijs voor jeugdspelers Informatiebrochure over de invoering van het spelregelbewijs voor jeugdspelers oktober 2013 Inleiding Op 20 maart 2013 presenteerde de KNVB het actieplan Tegen geweld,

Nadere informatie

VOORWOORDEN BIJ EERDERE DRUKKEN

VOORWOORDEN BIJ EERDERE DRUKKEN VOORWOORDEN BIJ EERDERE DRUKKEN Bij de zevende druk In de derde band worden de titels 6.3 (Onrechtmatige daad) en 6.4 (Verbintenissen uit andere bron dan onrechtmatige daad of overeenkomst) behandeld als

Nadere informatie

Inleiding. 1.1 Probleemanalyse

Inleiding. 1.1 Probleemanalyse HOOFDSTUK 1 Inleiding 1.1 Probleemanalyse Winstafdracht conform art. 6:104 BW geeft de benadeelde, die schade lijdt als gevolg van een onrechtmatige daad of tekortkoming in de nakoming van een verbintenis,

Nadere informatie

Platform WOW Aansprakelijkheid en wegbeheer

Platform WOW Aansprakelijkheid en wegbeheer Platform WOW Aansprakelijkheid en wegbeheer Wie zijn wij? Melior Verzekeringen - Marc Mutsaars accountmanager - Cherrie Elfferich senior jurist overheidsaansprakelijkheid Wat gaan we vandaag doen? Ochtend:

Nadere informatie

Het CBP voldoet hierbij aan dit verzoek. Kader

Het CBP voldoet hierbij aan dit verzoek. Kader POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Prins Clauslaan 20 TEL 070-381 13 00 FAX 070-381 13 01 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en

Nadere informatie

De civiele aansprakelijkheid van sportorganisatoren

De civiele aansprakelijkheid van sportorganisatoren De civiele aansprakelijkheid van sportorganisatoren Dient de civiele aansprakelijkheidsnorm voor sportorganisatoren aangepast te worden gelet op de grote risico s die aan de beoefening van sport kleven?

Nadere informatie

Onrechtmatige daad. Benadeling van de boedel. Misbruik van rechtspersoonlijkheid.

Onrechtmatige daad. Benadeling van de boedel. Misbruik van rechtspersoonlijkheid. Annotatie bij HR 27-02-2009, C07/168HR, LJN BG6445 Onrechtmatige daad. Benadeling van de boedel. Misbruik van rechtspersoonlijkheid. [BW art. 6:162] Een gefailleerde natuurlijke persoon heeft de eigendom

Nadere informatie

Maar wij hebben alles goed geregeld. juridische zaken waar Stichtingen Present mee te maken kunnen krijgen

Maar wij hebben alles goed geregeld. juridische zaken waar Stichtingen Present mee te maken kunnen krijgen Maar wij hebben alles goed geregeld toch? juridische zaken waar Stichtingen Present mee te maken kunnen krijgen Achtergrond Jurist (privaatrecht en strafrecht) Register-Expert Nostimos Letselschadedeskundigen

Nadere informatie

De werkgever en het kelderluik

De werkgever en het kelderluik ARTIKELEN De werkgever en het kelderluik Over toepassing van de Kelderluik-criteria bij artikel 6:162 en artikel 7:658 BW 1 Inleiding In de jaren zestig van de vorige eeuw hebben zogenoemde gezichtspuntencatalogi

Nadere informatie

Opgave 1 Agressie op het sportveld

Opgave 1 Agressie op het sportveld Opgave 1 Agressie op het sportveld Bij deze opgave horen de teksten 1 tot en met 3 uit het bronnenboekje. Inleiding In 12 raakte een grensrechter na afloop van een amateurvoetbalwedstrijd ernstig gewond

Nadere informatie

Kluwer Online Research Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid

Kluwer Online Research Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid Auteur: Mr. T.L.C.W. Noordoven[1] Hoge Raad 23 maart 2012, JAR 2012/110 1.Inleiding Maakt het vanuit het oogpunt

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014. Rapportnummer: 2014/010

Rapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014. Rapportnummer: 2014/010 Rapport Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014 Rapportnummer: 2014/010 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het College van procureurs-generaal

Nadere informatie

Een rechtseconomische analyse van het Nederlandse onrechtmatigedaadsrecht. Louis Visscher

Een rechtseconomische analyse van het Nederlandse onrechtmatigedaadsrecht. Louis Visscher Een rechtseconomische analyse van het Nederlandse onrechtmatigedaadsrecht Louis Visscher Boom Juridische uitgevers Den Haag 2006 Inhoudsopgave 1 Inleiding 1.1 Communicerende vaten 1 1.2 De rechtseconomische

Nadere informatie

RISICO-AANSPRAKELIJKHEDEN BIJ PAARDEN. I. Risico-aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door dieren

RISICO-AANSPRAKELIJKHEDEN BIJ PAARDEN. I. Risico-aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door dieren RISICO-AANSPRAKELIJKHEDEN BIJ PAARDEN I. Risico-aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door dieren In de Nederlandse wet is een aantal risico-aansprakelijkheden opgenomen, waaronder voor dieren. De

Nadere informatie

Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster

Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster LJN: BW9368, Rechtbank Amsterdam, 6 juni 2012 2. De feiten 2.1. [A] en [B] wonen tegenover elkaar in [plaats]. [C] woont

Nadere informatie

Rapport. Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/190

Rapport. Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/190 Rapport Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/190 2 Klacht Verzoekers klagen erover dat het regionale politiekorps Utrecht hun verzoek om vergoeding van de schade als gevolg van een politieonderzoek in

Nadere informatie

Juridisch kader aansprakelijkheid Integrale Geboortezorg Organisaties

Juridisch kader aansprakelijkheid Integrale Geboortezorg Organisaties Juridisch kader aansprakelijkheid Integrale Geboortezorg Organisaties CPZ Titia Hollman, juridisch adviseur april 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding...3 2. Juridisch kader civielrechtelijke aansprakelijkheid...3

Nadere informatie

Handleiding Spelregelbewijs in Sportlink Club

Handleiding Spelregelbewijs in Sportlink Club KONINKLIJKE NEDERLANDSE VOETBALBOND AMATEURVOETBAL Handleiding Spelregelbewijs in Sportlink Club knvb.nl Versiebeheer Versie Datum Omschrijving 1.1 September 2015 Volgende kolommen toegevoegd: 1.1.3: toelichting

Nadere informatie

WEBINAR Kwalitatieve aansprakelijkheid febr. 2015

WEBINAR Kwalitatieve aansprakelijkheid febr. 2015 Datum 28-02-2014 1 WEBINAR Kwalitatieve aansprakelijkheid febr. 2015 Jurisprudentie Actualiteiten Datum 28-02-2014 2 Rb. Gelderland 15 oktober 2014, C/05/253886 / HA ZA 13-753 (Zurich-Gem. Nijmegen)(niet

Nadere informatie

Advies over juridische consequenties verlenging/overschrijding vastgelegde normtijden voor opkomst van de brandweer

Advies over juridische consequenties verlenging/overschrijding vastgelegde normtijden voor opkomst van de brandweer Advies over juridische consequenties verlenging/overschrijding vastgelegde normtijden voor opkomst van de brandweer 14 februari 2011 A.M. Hol, Universiteit Utrecht 1 Vraagstelling: Heeft overschrijding

Nadere informatie

Rechtsbescherming van uithuisgeplaatsten

Rechtsbescherming van uithuisgeplaatsten juridisch en bestuurskundig onderzoek advies onderwijs Rechtsbescherming van uithuisgeplaatsten Een verkennend onderzoek Groningen, juli 2010 2010 WODC, ministerie van Justitie. Auteursrechten voorbehouden.

Nadere informatie

Beroepsgeheim en Huiselijk Geweld

Beroepsgeheim en Huiselijk Geweld Beroepsgeheim en Huiselijk Geweld Workshop Landelijk Congres Huiselijk Geweld 16 november 2009 Inhoud Waar hebben we het over Juridisch Kader Achtergrond Afweging: geheim doorbreken? Stappenplan Casusposities

Nadere informatie

DEEL I DE RECHTSMACHT 1

DEEL I DE RECHTSMACHT 1 VOORWOORD V DEEL I DE RECHTSMACHT 1 1 DE GRONDWET 3 1 Waarborg 3 2 Exclusiviteit 4 3 Doorbreking bij de wet 5 4 Het begrip rechterlijke macht 5 5 Burgerlijke rechten 6 6 Conclusie burgerlijke en bestuursrechtelijke

Nadere informatie

B35 Schadevergoeding: algemeen, deel 2

B35 Schadevergoeding: algemeen, deel 2 Monografieen BW B35 Schadevergoeding: algemeen, deel 2 Prof. mr. C.J.M. Klaassen Kluwer - Deventer - 2007 Inhoud VOORWOORD XI LUST VAN AFKORTINGEN XIII LUST VAN VERKORT AANGEHAALDE LITERATUUR XV I INLEIDING

Nadere informatie

Prof. mr. drs. M.L. Hendrikse

Prof. mr. drs. M.L. Hendrikse Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) De Brandverzekering en Risicoverzwaring: over primaire dekkingsbepalingen, risicoverzwaringsmededelingsclausules en preventieve garantieclausules Prof. mr.

Nadere informatie

Normen- en waardenbeleid

Normen- en waardenbeleid Normen- en waardenbeleid Badmintonvereniging Geldrop Datum laatste wijziging: 6 september 2013 Dit document is gepubliceerd onder Creative Commons Licentie. U mag het bewerken, echter NIET met commerciële

Nadere informatie

Reanimatie & Recht. mr. Bob Berkemeier Letselschade adviseur Maassen Letseldesk

Reanimatie & Recht. mr. Bob Berkemeier Letselschade adviseur Maassen Letseldesk Reanimatie & Recht zorgvuldig balanceren tussen hulpverleningsplicht en zelfbeschikkingsrecht mr. Bob Berkemeier Letselschade adviseur Maassen Letseldesk Hulpverleningsplicht Verankerd in: Millennia van

Nadere informatie

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt:

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt: Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6494_1/309; 6836_1/220 Betreft zaak: Limburgse bouwzaken 1 en 2 / de heer [A] Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

Belangenorganisatie voor Appartementseigenaren. Uw partner in gestapeld wonen!

Belangenorganisatie voor Appartementseigenaren. Uw partner in gestapeld wonen! Belangenorganisatie voor Appartementseigenaren Uw partner in gestapeld wonen! Verantwoord gebouw onderhoud aansprakelijkheid VvE door mr. K.J. Schuurs Juridische Dienst, VvE Belang Inhoud Aansprakelijkheid

Nadere informatie

KNVB Sportiviteit & Respect Hoe staat het ervoor in 2013?

KNVB Sportiviteit & Respect Hoe staat het ervoor in 2013? KNVB Sportiviteit & Respect Hoe staat het ervoor in 2013? 1 S&R meting 2013 Inhoudsopgave Inleiding S&R meting 2013...3 Onderzoeksverantwoording...4 S&R afbakening: 3 dimensies...5 S&R 2013 conclusies...6

Nadere informatie

Juridische aspecten van de behandeling van beroepsziektezaken. mr Veneta Oskam en Derk-Jan van der Kolk NIS, 16 mei 2013

Juridische aspecten van de behandeling van beroepsziektezaken. mr Veneta Oskam en Derk-Jan van der Kolk NIS, 16 mei 2013 Juridische aspecten van de behandeling van beroepsziektezaken mr Veneta Oskam en Derk-Jan van der Kolk NIS, 16 mei 2013 Agenda Inleiding Bewijs Causaliteit Praktische aanpak Deskundigen Zorgplicht werkgever

Nadere informatie

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek

Nadere informatie

Aansprakelijkheid van ondernemers. 19 juni 2014. Over Juridiq. * eerstelijns juridisch adviesbureau voor ondernemers

Aansprakelijkheid van ondernemers. 19 juni 2014. Over Juridiq. * eerstelijns juridisch adviesbureau voor ondernemers Aansprakelijkheid van ondernemers 19 juni 2014 1 Over Juridiq * eerstelijns juridisch adviesbureau voor ondernemers * eerstelijn: voor alle vragen en problemen * specialisaties in Juridiq Netwerk * andere

Nadere informatie

Voorwoord 13. Lijst van gebruikte afkortingen Inleiding Het thema De opzet 26. Deel I 29

Voorwoord 13. Lijst van gebruikte afkortingen Inleiding Het thema De opzet 26. Deel I 29 Voorwoord 13 Lijst van gebruikte afkortingen 15 1 Inleiding 23 1.1 Het thema 23 1.2 De opzet 26 Deel I 29 2 De patiënt en een incident bij een geneeskundige behandeling; een verkenning 31 2.1 Inleiding

Nadere informatie

Jurisprudentie Ondernemingsrecht

Jurisprudentie Ondernemingsrecht Jurisprudentie Ondernemingsrecht 3 februari 2015 Mr. P.J. Peters 1 HR 23 mei 2014, JOR 2014, 229 Kok/Maas q.q. Bestuurdersaansprakelijkheid/selectieve betaling Casus P. Kok ( Kok ) 100% bestuurder Kok

Nadere informatie

Bahialaan 100 3065WC Rotterdam

Bahialaan 100 3065WC Rotterdam Bahialaan 100 3065WC Rotterdam T: +31 (0)10-764 0804 F: +31 (0)10 254 0015 M: +31 (0)6 51 99 78 08 E: dehaas@dehaasadvocatuur.nl I: www.dehaasadvocatuur.nl Mevrouw mr. P. (Priscilla) de Haas 11-8-2015

Nadere informatie

Woningeigenaar en overlast. artikel 6:162 BW

Woningeigenaar en overlast. artikel 6:162 BW Woningeigenaar en overlast artikel 6:162 BW lid 1 Hij die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt, welke hem kan worden toegerekend, is verplicht de schade die de ander dientengevolge lijdt, te

Nadere informatie

Even voorstellen VEILIGHEID & AANSPRAKELIJKHEID. Aansprakelijkheid in de actualiteit

Even voorstellen VEILIGHEID & AANSPRAKELIJKHEID. Aansprakelijkheid in de actualiteit VEILIGHEID & AANSPRAKELIJKHEID Even voorstellen Docent Hogeschool Inholland - Pabo Haarlem - Nascholing Noord- en Zuid-Holland Bewegingsonderwijs en Motorische Remedial Teaching Vakleerkracht Basisschool

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord. Afkortingen. 1 Inleiding. 2 De praktijk XVII

Inhoud. Voorwoord. Afkortingen. 1 Inleiding. 2 De praktijk XVII Inhoud Voorwoord V Afkortingen XVII 1 Inleiding 1.1 Beroepsmatige incasso 1 1.2 Definities van incasso en incasseren 2 1.3 Verplichtingen uit de incasso-overeenkomst, de beroepsaansprakelijkheid en de

Nadere informatie

Noot bij Hof s-gravenhage 24 August 2010, LJN BN4316

Noot bij Hof s-gravenhage 24 August 2010, LJN BN4316 Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Noot bij Hof s-gravenhage 24 August 2010, LJN BN4316 I. van der Zalm & S.E. Poutsma Published in JA 2011/1, 7, p. 72-97 1 [BW art. 6:162] Noot 1.

Nadere informatie

Onrechtmatige overheidsdaad

Onrechtmatige overheidsdaad s tu diepock et s p r i v a a t r e c h t 28 Onrechtmatige overheidsdaad Rechtsbescherming door de burgerlijke rechter derde druk Prof. mr. G.E. van Maanen Prof. mr. R. de Lange 2000 W.E.J. Tjeenk Willink

Nadere informatie

1

1 1 2 3 4 5 6 7 8 - - - 9 10 o o 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 Toetsingskader scriptie master Financieel recht SCRIPTIE BEOORDELINGSFORMULIER MASTER FINANCIEEL RECHT Uitleg beoordelingsformulier

Nadere informatie

Arbeidsomstandigheden. Congres Transport van Afval 5 februari 2015 Marjolein Gobes

Arbeidsomstandigheden. Congres Transport van Afval 5 februari 2015 Marjolein Gobes Arbeidsomstandigheden Congres Transport van Afval 5 februari 2015 Marjolein Gobes De afvalbranche Wijzigingen per 1 juli 2015 > 60 miljoen ton afval per jaar +/- 15.000 werknemers Relatief hoog aantal

Nadere informatie

Onder Professoren. Aansprakelijkheid van bestuurders. 14 april 2015 VAAN Utrecht. prof. mr. Claartje Bulten

Onder Professoren. Aansprakelijkheid van bestuurders. 14 april 2015 VAAN Utrecht. prof. mr. Claartje Bulten Onder Professoren Aansprakelijkheid van bestuurders 14 april 2015 VAAN Utrecht prof. mr. Claartje Bulten Aansprakelijkheid van bestuurders Onderwerpen Interne aansprakelijkheid Externe aansprakelijkheid

Nadere informatie

mr. Richard A. Korver Communicatietrainer & Advocaat

mr. Richard A. Korver Communicatietrainer & Advocaat mr. Richard A. Korver Communicatietrainer & Advocaat Aansprakelijkheid & schuldhulpverlening aan (ex)ondernemers BRONNEN VAN AANSPRAKELIJKHEID Onrechtmatige daad (6:162 BW) Tekortschieten in nakoming verbintenis

Nadere informatie

Inleiding. Het systeem II 15. Causaal verband Relativiteit Groepsaansprakelijkheid. Aansprakelijkheid voor personen

Inleiding. Het systeem II 15. Causaal verband Relativiteit Groepsaansprakelijkheid. Aansprakelijkheid voor personen Inhoud I 1 2 Deel 1 II 3 4 5 6 7 8 9 10 III 11 12 13 14 15 Inleiding Aansprakelijkheidsrecht Het systeem Vestiging Aansprakelijkheid voor eigen onrechtmatig handelen (art. 6:162 BW) Onrechtmatige daad

Nadere informatie

De vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem

De vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem De vaststellingsovereenkomst Prof. mr dr Edwin van Wechem Wat is een vaststellingsovereenkomst? Artikel 7:900 BW Bij een vaststellingsovereenkomst binden partijen, ter beëindiging of ter voorkoming van

Nadere informatie

Datum 11 maart 2011 Betreft: Beperking van de aansprakelijkheid van de financiële toezichthouders

Datum 11 maart 2011 Betreft: Beperking van de aansprakelijkheid van de financiële toezichthouders > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 'S-GRAVENHAGE Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.minfin.nl

Nadere informatie

Kunt U als contractenmaker nog exoneratieclausules schrijven die rechtens stand houden? Mr. G.J. Rijken

Kunt U als contractenmaker nog exoneratieclausules schrijven die rechtens stand houden? Mr. G.J. Rijken Kunt U als contractenmaker nog exoneratieclausules schrijven die rechtens stand houden? Mr. G.J. Rijken Ooit hadden we totale contractsvrijheid BW 1838 (regelend recht) Industriële revolutie (in ons land

Nadere informatie

De geldigheid van het concurrentiebeding

De geldigheid van het concurrentiebeding De geldigheid van het concurrentiebeding Het criterium zwaarwegend belang bij het concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd Mr. drs. G.W. Nijhoff III Nijhoff.indd 3 9-2-2015 14:18:54

Nadere informatie

Voorliggende stukken: Het rapport strafbare feiten van de Strafvervolgingscommissie (SVC) d.d. 19 mei 2019, met bijlagen.

Voorliggende stukken: Het rapport strafbare feiten van de Strafvervolgingscommissie (SVC) d.d. 19 mei 2019, met bijlagen. Uitspraak strafzaak Zaaknr. 046/18-19 Rapport Inzake strafzaak tegen Kwaliteit Divisie/Klasse Scheidsrechter : [aangeklaagde] : speler : 2e klasse : [scheidsrechter] Voorliggende stukken: Het rapport strafbare

Nadere informatie

Noot bij ktr. Utrecht 16 september 2008, BF0857

Noot bij ktr. Utrecht 16 september 2008, BF0857 Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Noot bij ktr. Utrecht 16 september 2008, BF0857 Z.H. Duijnstee-van Imhoff Published in WR 2009/109, p. 388-390. 1 Noot bij ktr. Utrecht 16 september

Nadere informatie

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 535 2637 Advies Luchtaanvallen IS(IS) Datum 24 september 2014 Opgemaakt door Prof. dr. P.A. Nollkaemper

Nadere informatie

==================================================================== 1. Algemene bepalingen. Artikel 1

==================================================================== 1. Algemene bepalingen. Artikel 1 Intitulé : LANDSVERORDENING van 18 juli 2013 houdende regels over de aanleg, het beheer en het onderhoud van spoorwegen en de daarbij behorende infrastructuur, alsmede over het vervoer met spoorvoertuigen

Nadere informatie

De werkgever en het kelderluik

De werkgever en het kelderluik ARTIKELEN De werkgever en het kelderluik Over toepassing van de Kelderluik-criteria bij artikel 6:162 en artikel 7:658 BW 1 Inleiding In de jaren zestig van de vorige eeuw hebben zogenoemde gezichtspuntencatalogi

Nadere informatie

Leidraad over het beroep op de onrechtmatige daad bij discriminatie en ongelijke behandeling

Leidraad over het beroep op de onrechtmatige daad bij discriminatie en ongelijke behandeling Leidraad over het beroep op de onrechtmatige daad bij discriminatie en ongelijke behandeling Een overzicht van de positieve punten en de knelpunten van het beroep op artikel 6:162 BW, de onrechtmatige

Nadere informatie

DE CIVIELE AANSPRAKELIJKHEID VAN DEELNEMERS AAN SPORT- EN SPELSITUATIES

DE CIVIELE AANSPRAKELIJKHEID VAN DEELNEMERS AAN SPORT- EN SPELSITUATIES DE CIVIELE AANSPRAKELIJKHEID VAN DEELNEMERS AAN SPORT- EN SPELSITUATIES Swana van Schaardenburg, februari 2012 Swana van Schaardenburg, februari 2012 Begeleider: mw. mr. N.L. den Hollander Illustratie:

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Vertaling C-45/17-1 Zaak C-45/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 januari 2017 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

Mededelingsplicht, onderzoeksplicht, onrechtmatigheid en eigen schuld 1

Mededelingsplicht, onderzoeksplicht, onrechtmatigheid en eigen schuld 1 Mededelingsplicht, onderzoeksplicht, onrechtmatigheid en eigen schuld 1 1 - Mr. L.F. Kloppenburg is advocaat bij Groenendijk & Kloppenburg Advocaten te Leiden. 30 Magna Charta ~ Leergang contractenrecht

Nadere informatie

Hoge Raad 23 november 2012 LJN BX5881 Van de Riet / Hoffmann. Rekt Hoge Raad bestuurdersaansprakelijkheid op? Bart-Adriaan de Ruijter Femke Leopold

Hoge Raad 23 november 2012 LJN BX5881 Van de Riet / Hoffmann. Rekt Hoge Raad bestuurdersaansprakelijkheid op? Bart-Adriaan de Ruijter Femke Leopold 4 april 2013 Seminar Bestuurdersaansprakelijkheid Hoge Raad 23 november 2012 LJN BX5881 Van de Riet / Hoffmann Rekt Hoge Raad bestuurdersaansprakelijkheid op? Bart-Adriaan de Ruijter Femke Leopold Plan

Nadere informatie

Datum 31 maart 2017 Betreft Evaluatie van de algemene zorgplicht van financiële dienstverleners (33 632)

Datum 31 maart 2017 Betreft Evaluatie van de algemene zorgplicht van financiële dienstverleners (33 632) > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Opinie inzake Voorzieningenrechter Rechtbank Utrecht 17 augustus 2007, LJN: BB1867 (Sint Antonius Ziekenhuis)

Opinie inzake Voorzieningenrechter Rechtbank Utrecht 17 augustus 2007, LJN: BB1867 (Sint Antonius Ziekenhuis) Opinie inzake Voorzieningenrechter Rechtbank Utrecht 17 augustus 2007, LJN: BB1867 (Sint Antonius Ziekenhuis) mr. J.C. (Kees) van de Water, KW Legal, juli 2008 Aan de orde in onderhavige zaak is (mede)

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (mr. E.L.A. Van Emden, voorzitter en mr. J. Hadziosmanovic, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (mr. E.L.A. Van Emden, voorzitter en mr. J. Hadziosmanovic, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr. 2017-419 (mr. E.L.A. Van Emden, voorzitter en mr. J. Hadziosmanovic, secretaris) Klacht ontvangen op : 3 augustus 2016 Ingediend door : Consumenten

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord / 9. Inleiding / 11

Inhoudsopgave. Voorwoord / 9. Inleiding / 11 Inhoudsopgave Voorwoord / 9 Inleiding / 11 1 Het toepasselijke recht op de internationale arbeidsovereenkomst / 13 1.1 Inleiding / 13 1.2 Rome I-Verordening en het EVO-Verdrag / 13 1.3 Arbeidsovereenkomst

Nadere informatie

Aansprakelijkheid voor robots en algoritmes. Eric Tjong Tjin Tai Private Law, Tilburg Law School 12 mei 2017

Aansprakelijkheid voor robots en algoritmes. Eric Tjong Tjin Tai Private Law, Tilburg Law School 12 mei 2017 Aansprakelijkheid voor robots en algoritmes Eric Tjong Tjin Tai Private Law, Tilburg Law School 12 mei 2017 https://xkcd.com/1831/ 1. Robots: waar denken we aan? Westworld? Of: Moderne robots Algoritmes

Nadere informatie

Directeur HRM en Communicatie Marja van den Ouden Opgesteld door: Linda Nolst Trenite

Directeur HRM en Communicatie Marja van den Ouden Opgesteld door: Linda Nolst Trenite Notitie: Algemene Scholenaansprakelijkheid Van: Directeur HRM en Communicatie Marja van den Ouden Opgesteld door: Linda Nolst Trenite Aan: AMT Datum: 26 september 2017 Onderwerp: Scholenaansprakelijkheid

Nadere informatie

DE GEWONE RECHTER EN DE BESTUURSRECHTSPRAAK. mr. J.A.M. van Angeren. Tweede druk

DE GEWONE RECHTER EN DE BESTUURSRECHTSPRAAK. mr. J.A.M. van Angeren. Tweede druk DE GEWONE RECHTER EN DE BESTUURSRECHTSPRAAK mr. J.A.M. van Angeren Tweede druk Kluwer - Deventer - 2008 DEEL I DE RECHTSMACHT 1 1 De Grondwet 3 1. Waarborg 3 2. Exclusiviteit 4 3. Doorbreking bij de wet

Nadere informatie

Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-notarissen te Rotterdam

Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-notarissen te Rotterdam 28/07 ECLI:NL:TNOKROT:2008:YC0459 KAMER VAN TOEZICHT Beslissing in de zaak onder nummer van: 28/07 Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-notarissen te Rotterdam Reg.nr. 28/07 Beslissing op

Nadere informatie

Mr. C.H.W.M. Sterk. Verhoogd gevaar in het aansprakelijkheidsrecht

Mr. C.H.W.M. Sterk. Verhoogd gevaar in het aansprakelijkheidsrecht Mr. C.H.W.M. Sterk Verhoogd gevaar in het aansprakelijkheidsrecht Een rechtsvergelijkend onderzoek naar aansprakelijkheid voor zaken, Stoffen en motorrijtuigen Kluwer - Dcvcnicr - 1994 Inhoudsopgave Lijst

Nadere informatie

1 Rechtbank Breda, 13 juli 2012

1 Rechtbank Breda, 13 juli 2012 BEDRIJFSOPVOLGINGSFACILITEIT SUCCESSIEWET OOK VOOR PRIVÉVERMOGEN? Op 13 juli 2012 heeft rechtbank Breda uitspraak gedaan in een zaak over de bedrijfsopvolgingsfaciliteit uit de Successiewet 1956 (LJN:

Nadere informatie

Datum 8 juni 2011 Onderwerp De op het goed werkgeverschap gebaseerde verzekeringsplicht

Datum 8 juni 2011 Onderwerp De op het goed werkgeverschap gebaseerde verzekeringsplicht 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG sector privaatrecht Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus

Nadere informatie

Vaststellingsovereenkomsten in de zorg. Utrecht, juni 2016

Vaststellingsovereenkomsten in de zorg. Utrecht, juni 2016 Vaststellingsovereenkomsten in de zorg Utrecht, juni 2016 1 Inhoud 1 Inhoud... 3 2 Samenvatting... 5 3 Wanneer belemmeren vaststellingsovereenkomsten transparantie en openheid?... 6 3.1 Wat is een zwijgcontract?...

Nadere informatie

Wie is er aansprakelijk? De vinger op de zere plek. Safety@Work Evenement

Wie is er aansprakelijk? De vinger op de zere plek. Safety@Work Evenement Wie is er aansprakelijk? De vinger op de zere plek. Safety@Work Evenement Michael Gerrits Avans Hogeschool s-hertogenbosch, 20 mei 2014 1 Wie is er aansprakelijk? Dodelijk ongeval - Explosie in omkasting

Nadere informatie

"Samen voetballen in Heerhugowaard"

Samen voetballen in Heerhugowaard Convenant "Samen voetballen in Heerhugowaard" Ondersteund door: WMC SVW '27 Hugo Boys KSV Reiger Boys Stichting Recreatiezaalvoetbal Heerhugowaard De logo s van de deelnemende verenigingen: Voorwoord Zoals

Nadere informatie

JPF 2012/161 Rechtbank Dordrecht 30 mei 2012, 96504/FA RK ; 96507/FA RK ; LJN BW7709. ( mr. Haerkens-Wouters )

JPF 2012/161 Rechtbank Dordrecht 30 mei 2012, 96504/FA RK ; 96507/FA RK ; LJN BW7709. ( mr. Haerkens-Wouters ) JPF 2012/161 Rechtbank Dordrecht 30 mei 2012, 96504/FA RK 12-7108; 96507/FA RK 12-71111; LJN BW7709. ( mr. Haerkens-Wouters ) [Verzoekster] te [adres verzoekster], verzoekster, advocaat: mr. M. Huisman

Nadere informatie