Het vermogen tot Co-creatie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Het vermogen tot Co-creatie"

Transcriptie

1 Het vermogen tot Co-creatie Hoe kunnen ontwikkelaars eindgebruikersparticipatie accommoderen in hun bedrijfsproces? Dion Mengerink UDM LAB P2 Onderzoeksvoorstel

2 P2 Onderzoeksvoorstel Titel: Het vermogen tot co-creatie Lab: Urban Area Development (UAD) Datum: 12 januari 2015 Presentatie datum: 19 januari 2015 Student Naam: Dion Mengerink Studentnummer: Adres: Lisztstraat BN - Delft Telefoon: dionmengerink@hotmail.com Universiteit Instituut: Technische Universiteit Delft Richting: Real Estate & Housing Adres: Julianalaan BL Delft reh-bk@tudelft.nl Telefoon: +31 (0) Mentoren Eerste mentor: Tweede mentor: Externe examinator: Ir. Agnes J. Franzen Dr. Ir. Sake Zijlstra Dr. Ir. Karel J. Vollers A A A A A A A Illustratie voorzijde - bron: - opgehaald Aop P2 onderzoeksvoorstel - Dion Mengerink ,

3 Voorwoord Beste Lezer, voor u ligt het onderzoeksvoorstel dat voortkomt uit een half jaar verkennend onderzoek en dat de basis vormt voor mijn afstudeeronderzoek dat in het aankomend semester gepland is. Het literatuuronderzoek en de oriënterende interviews zullen de basis vormen voor het empirisch onderzoek. Dit voorstel zal gepresenteerd worden op maandag 19 januari. Het onderzoek valt binnen het veld van Urban Development Management, waarbij het thema veranderde rollen en relaties is. Graag zou ik mijn beide mentoren, Agnes Franzen en Sake Zijlstra, bedanken voor hun constructieve input en kritische noten. Ook voor alle hints en tips, als wel de goede feedback. Daarbij wil ik ook de mensen uit het werkveld die ik tot nog toe heb mogen interviewen bedanken: mevr. Hanneke Diephuis, dhr. Rob van Kalmthout, mevr. Florentien Vandehoek-van Es en dhr. Patrick Joosen. Tot slot wil ik mijn oud-huisgenoot Jelmer Niesten bedanken voor de taalkundige check met academische ervaring. Graag wil ik u als lezer van dit rapport veel leesplezier toewensen en ik hoop ook van harte op uw feedback Thijmen Dion Mengerink P2 onderzoeksvoorstel - Dion Mengerink ,

4 Samenvatting Door de crisis die de bouwsector getroffen heeft, hebben vele ontwikkelende partijen hun werkwijzen moeten herzien. Hierbij wordt door een deel van de partijen gesproken over vraaggestuurd ontwikkelen. Deze trend gaat uit van een grotere participatie van de eindgebruiker in het ontwikkelproces. Er is geen universele manier om de eindgebruiker te betrekken bij het ontwikkelingsproces. Daardoor is het interessant om te kijken naar de veranderingen die verschillende ontwikkelaar hebben ondergaan in hun implementatie van meer eindgebruikersparticipatie als methode voor het ontwikkelen van woningen. De activiteiten van een projectontwikkelaar zijn divers. De ontwikkelaar vormt een verbindend element in vele projecten met vele partijen. Hierom word hij ook wel als de spin in het web beschreven(putman, 2010). Daarbij verschillen de activiteiten per ontwikkelaar. Gezien de eindgebruiker bij echte participatie input levert voor het te realiseren object, vergt dit waarschijnlijk een aanpassing van deze activiteiten. De mate waarin en de middelen die hiervoor nodig zijn zullen afhankelijk van het bedrijf van de ontwikkelaar verschillen. Dit heeft ook te maken met de activiteiten die zoals het erop lijkt vanaf vroeger in het proces ondernomen moeten worden. Wat voor activiteiten en hoe vroeg zal samen hangen met de mate waarin de toekomstige eindgebruiker zijn wensen tot uiting kan brengen. Dit laat zich dan ook tot uitdrukking brengen in de probleemstelling: De economische crisis heeft de randvoorwaarden voor ontwikkelen veranderd. Hierbij wordt er door ontwikkelaars gesproken over ontwikkelen met meer participatie van de eindgebruiker. De randvoorwaarden voor een projectontwikkelaar om de eindgebruiker te kunnen laten participeren zijn niet bekend. Hierbij is er weinig kennis betreft hoe ontwikkelaars zich aanpassen in hun bedrijfsproces om succesvol te co-creëren met de eindgebruiker. Deze kennis zou kunnen helpen bij een strategieverandering of incidentele projecten van projectontwikkelaars en een beter begrip van hun werkwijze. Het doel van dit onderzoek is kennis te verkrijgen betreft de manier waarop projectontwikkelaars hun bedrijfsproces hebben aangepast aan een grotere participatie van de eindgebruiker te benutten voor het realiseren van projecten in co-creatie. Eindresultaat zullen naast deze kennis een set handreikingen zijn voor projectontwikkelaars en een model waarmee de veranderingen in kaart gebracht zijn. Hieraan ligt de volgende vraag ten grondslag: Hoe hebben projectontwikkelaars hun bedrijfsproces anders ingericht, om te komen tot succesvolle co-creatie met de eindgebruiker? Het onderzoek zal bestaan uit enerzijds een theoretisch deel, dat door middel van literatuuronderzoek tot stand zal komen en anderzijds een empirisch deel dat door middel van interviews en case studies onderzocht zal worden. Met behulp van een laatste set interviews is het de bedoeling om het model te verifiëren. P2 onderzoeksvoorstel - Dion Mengerink ,

5 Inhoudsopgave Voorwoord... 3 Samenvatting... 4 Definities Relevantie Persoonlijke motivatie onderwerp Aanleiding en actualiteit aspecten onderwerp Onderzoeksvoorstel Probleemanalyse Probleem definitie Onderzoeksvraag Sub-vragen Onderzoeksdoel Afbakening kader Theorie De ontwikkelaar als bedrijf Bedrijf Bedrijfsorganisatie Proces Kerncompetenties ontwikkelaar Bedrijfsmodel Co-creatie Verschuiving traditionele relatie projectontwikkelaar en eindgebruiker De groei van participatie Co-creatie in de vastgoedsector Waarde binnen co-creatie Eigenschappen co-creatie Uit economisch perspectief Uit maatschappelijk perspectief Invloed van eindgebruikers bij projecten Participatie ladder Verplichtingen en rollen Modellen van co-creatie P2 onderzoeksvoorstel - Dion Mengerink ,

6 3.4 Participatie in projectontwikkeling Eerder onderzoek Beschrijving vormen opdrachtgeverschap Overzicht en terugblik Onderzoeksopzet Conceptueel model Onderzoeksontwerp Onderzoeksmethoden Onderzoeksorganisatie Planning Opzet definitieve rapport Bronnen Bijlage I: Verkennende interviews voorlopige uitkomsten P2 onderzoeksvoorstel - Dion Mengerink ,

7 Definities Hier worden kort de definities die langskomen in het onderzoek besproken. Bedrijfsproces Een ordening van activiteiten om een product of dienst te leveren die toegevoegde waarde bieden aan de klant. (Hardjono & Bakker, 2006) Bedrijfsmodel De manier waarop een bedrijf waarde bij klanten aflevert, de klanten kan verlokken om te betalen voor de waarden en die betaling kan omzetten naar winst. Het reflecteert daarom de hypothese die de onderneming heeft betreft de wensen van de eindgebruiker. (Teece, 2010) Co-creatie - De consument en de marktpartij zijn intiem betrokken in het gezamenlijk creëren van waarde die uniek is voor de individuele consument en duurzaam voor de marktpartij. (Prahalad & Ramaswamy, 2004) Hierover meer in het theoretisch kader. Eindgebruiker Een individu of een gemeenschap van individuen die het product dat gerealiseerd is door de projectontwikkelaar in gebruik neemt. De klant, of de klant van de klant. Eindgebruikersparticipatie -.een meer interactieve besluitvorming, waarin bewoners steeds meer producent en opdrachtgever worden, (Hooghiemstra, 2012) Gemeenschap - Groep mensen die iets gemeenschappelijks hebben. (Van Dale, 2010) Productontwikkeling Het ontwerpen van een product, het uitwerken van dit ontwerp tot een productierijp productontwerp en het ontwerpen en uitwerken van een productieproces waarmee het product kan worden vervaardigd in de juiste aantallen. (Vroom, 2001) Project - Vooraf omschreven, gezamenlijk te verrichten werkzaamheden, leidend tot een eindproduct (Van Dale, 2010). Projectontwikkelaar - Dit is een bedrijf of persoon die investeert in een project voor de markt met als doel de realisatie er van en om een winst te behalen, wat de premie is op de bouwkosten van het project (Nozeman, 2008) hierna aan te duiden als de ontwikkelaar. Strategie Strategie is het bepalen van de algemene lange termijn doeleinden van een onderneming en het opzetten van een plan van aanpak als wel het toewijzen van middelen die benodigd zijn om deze doeleinden te bereiken.(porter, 1991) P2 onderzoeksvoorstel - Dion Mengerink ,

8 1. Relevantie 1.1 Persoonlijke motivatie onderwerp Binnen de studie Bouwkunde heeft mijn fascinatie altijd bij bouwen gelegen. Het realiseren van verandering die stevig in de aarde verankerd is. De mens beweegt zich dagelijks door de door mensen gebouwde omgeving en het scheppen van deze ruimtes is wat me heeft geleid bij het maken van mijn studiekeuze. Echter het omzetten van een gedachte, een wil, een plan in een gebouwd object of een interventie in de aanwezige structuur, is wat me naar de Master track Real Estate en Housing heeft gebracht. In een tussen-semester heb ik voltijd gewerkt voor de renovatie en onderhoudstak van het aannemersbedrijf Jurriëns-west, toen nog onder de naam Kozel Bouw. Hierbij zag ik de realisatiekant van de bouw van dichtbij. Ook de verschillende partijen waarmee men bouwt en voor wie men bouwt ben ik hier op verschillende manieren tegengekomen. Wat mijn interesse in ontwikkeling heeft gewekt is enerzijds de combinatie van de omzetting van concept naar ruimte met anderzijds de relaties tussen de ontwikkelaar en andere partijen, zowel professioneel als niet-professioneel, zowel gebruiker als regelgever als andere bouwende partij. En op dit veld is een verschuiving gaande die ik buitengewoon boeiend vind. Het heeft de partijen op de markt verschillende kanten opgeduwd en hier komt de eindgebruiker opeens sterker aan het woord Persoonlijke doelen Mijn persoonlijke doelen in dit onderzoek zijn: - Het beter begrijpen van de inrichting van de bedrijfsorganisaties van verschillende ontwikkelaars en hun werkwijzen met betrekking tot co-creatie. - Het opdoen van kennis betreft de verschillende samenwerkingsvormen tussen ontwikkelaar en eindgebruiker. - Het opdoen van kennis betreft de criteria van ontwikkelaars om tot een project in cocreatie over te gaan. 1.2 Aanleiding en actualiteit Naast mijn motivatie, is er ook een andere aanleiding voor dit onderzoek in de actualiteit. De actualiteit laat zien dat economische neergang allerlei sectoren treft waarbij de bouw ook hier laat wordt getroffen. De opdrachten zijn terug gelopen en daarbij hebben veel bedrijven pijnlijke reorganisaties moeten ondergaan. Daarbij zitten velen nu midden in een zoektocht naar een verandering van activiteiten ingezet om met deze onzekerheid om te kunnen gaan. (Franzen en Mak, 2014). We hebben het meer gedaan, maar dan meestal beperkt tot de binnenkant van woningen. We waren zoals alle ontwikkelaars altijd heel aanbodgericht; het verkocht toch wel. Mieke Heim, Heijmans (van der Molen, 2011) Een andere trend van de laatste jaren in de bouw, is dat de eindgebruiker steeds vaker beter opgeleid is en beter weet wat hij of zij wil. Bovendien hebben het verspreiden van de massamedia ook gezorgd voor een collectief bewustzijn van hoe veel er mogelijk is. P2 onderzoeksvoorstel - Dion Mengerink ,

9 We bedenken woningen, kantoren, winkelcentra en bedrijfsgebouwen waarvan we het vermoeden hebben dat er vraag naar is, zonder dat we de klant precies kennen. Rudy Stroink, Dutch Spring (Stroink, 2014) De verdere afbouw van de Nederlandse verzorgingsstaat heeft er ook voor gezorgd dat de overheden zijn teruggetreden op vele vlakken. Daarbij is hun positie verkleind of veranderd ten opzichte van de andere partijen die zich ook moeten aanpassen. Deze contextverandering is van grote invloed op de andere relaties in de markt.. ontwikkelingen gaan echter uit van een grotere rol van de markt en particulieren initiatieven en minder financiering en regels vanuit de gemeente. Sylvia van Wolveren, Triode (van Wolveren, 2014) 1.3 aspecten onderwerp De relevantie van het onderzoek heeft alles te maken met een veranderende markt. De bouw is op een laag pitje gekomen. Ontwikkelaars zijn op zoek naar zekerheid om nog tot ontwikkelingen te komen. De crisis heeft een flinke schifting gemaakt tussen de in Nederland actieve ontwikkelaars. Faillissementen, ontslagen en reorganisaties hebben de organisaties van veel projectontwikkelaars ingrijpend veranderd. Volgens sommigen is hierdoor sprake van een nieuwe realiteit (Hooghiemstra, 2012). Wetenschappelijke relevantie Gezien het relatief jonge beroep van de professionele ontwikkelaar, bestaat er geen heldere eenduidige kennis betreft de werkmethode en het lerend vermogen van ontwikkelaars(de Hoog, 2011). Bovendien is de ontwikkelaar ook een verzamelnaam voor verschillende typen bedrijven. Afhankelijk van hun doelen en missies zullen zij, als ze co-creatie willen gebruiken verschillende criteria hebben. Maar wat zijn voor hen de criteria om over te gaan op co-creatie? Haak (2014) geeft aan dat het onduidelijk is hoe ontwikkelaars innoveren, dat er vaak geen duidelijke strategie is (waarbij hier de strategie wordt gezien als een plan van actie, bedoelt om bepaalde doelen te bereiken (Mintzberg, 1998)). Dit is een innovatie waarvan een deel van de branche zou kunnen profiteren. Daarnaast zou door dit verschijnsel te onderzoeken helder in kaart gebracht kunnen worden hóe ontwikkelaars zich meer richten op de klant en zich positioneren ten opzichte van de klant. Maatschappelijke relevantie Co-creatie is in zekere zin een modetrend geworden gedurende deze laatste jaren. Achter deze verzamelnaam verschuilen zich een aantal werkwijzen die op verschillende manieren omgaan met de eindgebruiker. Daarnaast richten ontwikkelaars deze werkwijzen natuurlijk in aan de hand van hun eigen bedrijfsmodel (Straub, 2012). De kern van goedlopende co-creatie ligt in het aan gaan van een constructieve communicatie met relevante betrokken partijen. Afgezien van wederzijds begrip is de algemene gedachtegang vaak dat projecten zo ook een groter draagvlak krijgen, door het samen te doen. Een compromis op een vroeg moment in het proces is daardoor waardevol en brengt ook een positief imago met zich mee (Hooghiemstra, 2012). Zo is een project in de samenleving ook makkelijker te verantwoorden. P2 onderzoeksvoorstel - Dion Mengerink ,

10 2. Onderzoeksvoorstel 2.1 Probleemanalyse De analyse doorloopt een aantal schalen. Ten eerste worden de problemen van de markt waarin ontwikkeling plaatsvindt doorgenomen. Ten tweede wat de ontwikkelingen zijn bij projectontwikkelaars. Ten derde het mogelijk gebruik van co-creatie. Markt verschijnselen Veranderende positie van de ontwikkelaar en zijn relatie tot de klant ten gevolge van veranderende context. De crisis heeft de woning- en kantorenmarkt stevig veranderd. In deze markt zijn de voorwaarden voor een ontwikkeling veranderd. Deze voorwaarden hebben de mogelijkheden voor de ontwikkelaar veranderd. Niet alleen de ontwikkelaar is geraakt. Ook de overheid in verschillende lagen heeft zich moeten aanpassen. Ambities zijn bijgesteld en de werkwijzen worden grondig heroverwogen(ten Have, Berns, van den Bouwhuijsen, & Celik, 2012). Daarnaast is de klant er zowel financieel op achteruitgegaan, als wel dat het vertrouwen in de markt is verminderd. Voor eind 2008 was de vraag zo groot, dat de klant weinig kritisch was, waardoor men kon spreken van een aanbod-gedreven markt (Straub, 2012). Ergens werd toch wel gebouwd wat de klant wilde. Deze eindgebruiker van de te ontwikkelen woning is echter volgens een aantal experts nu wel waar de oplossing voor het veranderde ontwikkelingsklimaat te vinden is. Adri Duivestein, voormalig wethouder van Almere sprak zelfs van een leidende rol voor de particuliere eindgebruiker (Bijsterveld, 2011). Hierbij is het van belang dat de ontwikkelaar zijn positie heroverweegt en zijn kennis van de afzetmarkt vergroot om tot een meer gedegen proces te komen (Putman, 2010). De financierbaarheid van projecten is in de knel gekomen. Mede door de genoemde problemen in de crisis zijn ook de banken in een veranderde context verstrikt geraakt. De regels voor het verstrekken van krediet zijn flink aangescherpt (Basel III). Dit zorgt ervoor dat de risicovolle beleggingen in het algemeen en gebiedsontwikkeling in het bijzonder, moeilijker van de grond komen (Rietberg, 2012). Hierdoor is het volume investeringen door banken dan ook flink afgenomen. Daarbij is het aantal investeerders geslonken; voornamelijk bij de commerciële vastgoedinvesteerders zijn harde klappen gevallen (Mak & Franzen, 2014), maar over de gehele linie heeft de projectontwikkelingsbranche moeten snijden in de organisatie, het personeelsbestand en de activiteiten. Andere randvoorwaarden voor de ontwikkelaar Behoefte aan grotere zekerheid betreft afzet op de markt en vermindering van uitval als wel het aantrekken van aanvullend vreemd kapitaal. Zekerheid in een projectontwikkeling zijn afhankelijk van het afzetrisico en faalkosten. Naast o.a. een gemeenschappelijk doel of een gemeenschappelijk belang, zijn dit voor een ontwikkelaar twee van de grote drijfveren voor samenwerking in Nederland (Straub, 2012). Daarnaast worden verschillende manieren van co-creatie aangemerkt als geschikt of minder geschikt om de risico s te dekken. Niet iedere werkwijze brengt dezelfde voordelen met zich mee. Iedere manier brengt een mogelijkheid met zich mee om de risico s van de ontwikkeling kleiner te maken voor de ontwikkelaar. Dit door afhankelijk van de samenwerkingsvorm de verschillende P2 onderzoeksvoorstel - Dion Mengerink ,

11 ontwikkelingsrisico s van een project anders over de betrokken partijen te verdelen (Beenders, 2011). Groeiende interesse in andere samenwerkingsvormen met betrokken partijen. Partijen erkennen nu de grotere rol van de eindgebruiker in het ontwikkelingsproces. Daarbij wordt geprobeerd om proefsgewijs met initiatieven tot ontwikkeling te komen met de participatie van eindgebruikers en die van organisaties of experts die eindgebruikers vertegenwoordigen (Peek, 2013). Verschillende samenwerkingsvormen hebben een geïnteresseerd publiek gevonden in de praktijk nu de omgeving waarin geopereerd wordt ingrijpend verandert. Ontwikkelaars en publieke partijen zijn gaan kijken naar participatieve modellen hierbinnen. Daarnaast muteren bestaande vormen van samenwerking ook onder invloed van de crisis. Dit vraagt echter wel om een grote betrokkenheid in het proces van alle deelnemende partijen (Nab, Rutten, Schalekamp, & Veldhuizen, 2011). Het gebruik van co-creatie Een gebrek aan kennis bij de ontwikkelaar betreft het uiteindelijk effect van eindgebruiker participatie op het proces van ontwikkelen. De algemene termen eindgebruikersparticipaitie en co-creatie verzamelen alle vormen van het participeren van de eindgebruiker bij het ontwikkelingsproces, waarbij de eindgebruiker invloed heeft op de ontwikkeling van het te ontwikkelen object. Daardoor zijn er verschillende nieuwe samenwerkingsverbanden ontstaan, want het vraagt om een wijziging in de relatie tussen eindgebruiker en ontwikkelaar die specifiek is per vorm van co-creatie. Daardoor verandert ook het proces waarmee de ontwikkelaar een object voor de eindgebruiker ontwikkelt, hetgeen vraagt om een wijziging in de bedrijfscultuur(straub, 2012). Onduidelijk hoe ontwikkelaars zich aanpassen/innoveren. De Nederlandse bouwindustrie is één van de minst innovatieve branches binnen de commerciële economie. Hoewel ontwikkelaars vaak zeggen innovatief te zijn, blijft actie vaak uit die hen een voordeel geven in het ontwikkelproces ten opzichte van concurrenten (Doove & Prince, 2013). Daarbij doet het werkveld vermoeden dat de gemiddelde ontwikkelaar geen heldere strategie heeft om zich aan te passen aan de veranderingen in de markt (Haak, 2014). Het veranderen naar een modus van ontwikkeling met eindgebruikersparticipatie is hierdoor een goede mogelijkheid om te kijken naar hoe ontwikkelaars zich aanpassen. Hierbij kwam vaak volgens Beenders (2011) de wil tot het geven van invloed (of in sommige gevallen, zeggenschap in de ontwikkeling) in directe of indirecte confrontatie met het eigen bedrijfsproces van de ontwikkelaar. Bij projecten die geïnitieerd waren door de ontwikkelaar, waren dit vaak experimenten. Dit leidde volgens hem in deze gevallen vaak tot: A: het opnieuw uitvinden van het wiel door verschillende actoren B: het overschrijden van de financiële grenzen van een of meerdere partijen. C: het ontstaan van scheve constructies waarbij de verdeling (van risico s, kosten etc.) tussen de ontwikkelaar en de eindgebruikers onduidelijk is. Ondertussen blijkt uit de praktijk dat een aantal bedrijven gebruikersparticipatie hebben ingezet voor een aantal projecten op rij of parallel aan elkaar. Het is daarom nuttig om te onderzoeken P2 onderzoeksvoorstel - Dion Mengerink ,

12 wat voor invloed dit heeft gehad op de activiteiten en daarmee dus het bedrijfsproces van deze ontwikkelaars. 2.2 Probleem definitie De economische crisis heeft de randvoorwaarden voor ontwikkelen veranderd. Hierbij wordt er door ontwikkelaars gesproken over ontwikkelen op een participatieve manier. De randvoorwaarden voor een projectontwikkelaar om de eindgebruiker te kunnen laten participeren zijn niet bekend. Hierbij is er weinig kennis betreft hoe ontwikkelaars zich aanpassen in hun bedrijfsproces om een succesvol te co-creëren. Deze kennis zou kunnen helpen bij een strategieverandering of incidentele projecten van projectontwikkelaars en een beter begrip van hun werkwijze. 2.3 Onderzoeksvraag De hoofdvraag van dit onderzoek die vervolgens uit de probleemdefinitie voortvloeit, is als volgt gedefinieerd: Hoe hebben projectontwikkelaars hun bedrijfsproces anders ingericht, om te komen tot een succesvolle co-creatie met de eindgebruiker? 2.4 Sub-vragen De sub-vragen zijn ingedeeld aan de hand van het onderdeel waar het betrekking tot heeft. Naast de theorie betreffende het verschijnsel aan de hand van de literatuur zullen enerzijds de interactie met de klant en aan de andere kant de middelen en activiteiten van de ontwikkelaar doorgenomen worden. A Theoretisch kader en context 1. Wat is zijn de activiteiten van het bedrijf waar co-creatie ingebed moet worden bij eindgebruikersparticipatie? Kan dit bedrijf met een model in kaart gebracht worden? 2. Wat is co-creatie? 3. Op welke manieren kunnen gebruikers betrokken zijn bij een proces? 4. Welke gradaties en rollen zijn er in co-creatie te onderscheiden in de ontwikkeling van woningen? B Inventarisering klantinteractie 5. Op welke wijze word door de ontwikkelaar in de praktijk een doelgroep gekoppeld aan het project? Via welke kanalen word deze groep gevonden en bereikt? 6. Welke rollen en verplichtingen hebben eindgebruiker en projectontwikkelaar bij eindgebruikersparticipatie in de praktijk? Wat voor relatie gaan zij hierbij aan? 7. Op welke delen van het proces heeft de beoogde eindgebruiker in de praktijk van co-creatie invloed? 8. Welke criteria en randvoorwaarden hebben ontwikkelaars om te kiezen voor een bepaalde relatie en rollenverdeling bij eindgebruikersparticipatie? P2 onderzoeksvoorstel - Dion Mengerink ,

13 9. Welke trends in klantbenadering bij co-creatie zijn er in productontwikkeling te onderscheiden die kunnen bijdragen aan eindgebruikersparticipatie in de bouw? C Inventarisering middelen en activiteiten 10. Wat voor middelen van de ontwikkelaar worden ingezet om input van de klant te verzamelen dan wel te faciliteren? 11. Wat voor activiteiten onderneemt de ontwikkelaar om input van de klant te organiseren en te implementeren in projecten? 12. Wat voor capaciteiten moet een ontwikkelaar verder ontwikkelen om eindgebruikersparticipatie succesvol in te zetten? 13. Is het mogelijk om deze middelen, activiteiten en capaciteiten te ondervangen door het inzetten van partners om zo eindgebruikersparticipatie op incidentele basis te gebruiken? 14. Welke trends in activiteiten en middelen bij co-creatie zijn er in productontwikkeling te onderscheiden die kunnen bijdragen aan eindgebruikersparticipatie in de projectontwikkeling? 2.5 Onderzoeksdoel Het doel van dit onderzoek is te kijken hoe ontwikkelaars hun bedrijfsproces hebben aangepast om te komen tot succesvolle co-creatie met eindgebruikers. Hoe verschillende ontwikkelaars hierbij omgaan met de nieuwe relatie tot de eindgebruiker zal verschillen. Door hier onderzoek naar te doen kunnen nuttige lessen met betrekking tot deze trend te ontdekken zijn. Bijvoorbeeld welke activiteiten en eigenschappen de co-creatie en de wederzijdse doelen van zowel ontwikkelaar als eindgebruiker bevorderen. Daarnaast zullen er ook belangrijke lessen te ontdekken zijn waarom en wanneer niet over te gaan op co-creatie. Ook het gebruik van co-creatie als incidentele strategie voor een enkel project kan voor een tijdelijke projectbasis een interessante les opleveren. Organisaties moeten innoveren, maar de vraag is natuurlijk hoe permanent de innovatie is als na de crisis mogelijk de oude situatie terugkeert of de context op een andere manier verandert. Verwachte resultaten - Kennis betreft hoe ontwikkelaars co-creatie implementeren in hun bedrijfsproces, of hun proces aangepast hebben ten behoeve van co-creatie. - Handreikingen voor ontwikkelaars die geïnteresseerd zijn in co-creatie over hoe er mee om te gaan en verbeterpunten op korte en langere termijn. - Model van wijzigingen in het bedrijfsproces van met participatie werkende ontwikkelaars. Specifieker het kunnen koppelen van stappen aan een mate van co-creatie. Deze stappen zijn het ontwikkelen van bepaalde competenties in het bedrijf afhankelijk van de mate van co-creatie die zij wensen te hanteren. Hierbij zal het bedrijf beschreven worden aan de hand van het business model canvas van Osterwalder and Pigneur (2010). De vermoedelijke vorm van dit model word geschetst op de volgende pagina P2 onderzoeksvoorstel - Dion Mengerink ,

14 FIGUUR 1: RUWE SCHETSOPZET MODEL (EIGEN ILL.) 2.6 Afbakening kader Ten behoeve van het onderzoek zullen er kaders gesteld moeten worden. Om specifieker erop in te gaan is daarom hiernaast het kader geschetst waarin dit onderzoek zal plaatsvinden. De redenen hiervoor zullen hieronder beschreven worden. Binnenstedelijke ontwikkeling De grootste opgave in de gebouwde omgeving voor de komende jaren ligt in de binnenstad en is daarom de context voor het praktisch onderzoek. Daarom komen hier ook de meeste partijen samen en is er vaak sprake van een wens om een divers woningbeeld te krijgen. Het is ook vaak een geliefde plek voor veel verschillende groepen om zich te vestigen, hetgeen de diversiteit bevorderd en dus ook de hoeveelheid belangen en verschillende smaken doet toenemen die door co-creatie een plaats kunnen krijgen. FIGUUR 2: INKADERING (EIGEN ILL.) P2 onderzoeksvoorstel - Dion Mengerink ,

15 Ontwikkelaar Daarnaast is het perspectief van de ontwikkelaar hetgeen dat gebruikt zal worden voor dit onderzoek. De ontwikkelaar is de organisatie/het bedrijf dat zich het hardst heeft moeten aanpassen. Volgens Doove and Prince (2013) is ook echter de bouwsector in het midden- en kleinbedrijf de sector die het minst innoveert. Lessen vanuit dit onderzoek zullen daarom ook het meest op hen toegespitst zijn gezien de door Straub (2012) gesignaleerde sense of urgency. Daarnaast heeft de projectontwikkelaar ook mijn persoonlijke fascinatie. Eindgebruikersparticipatie Er is in dit onderzoek gekozen voor eindgebruikersparticipatie als onderzoeksgebied in de ontwikkelingssector om een aantal al eerder genoemde redenen. De eindgebruiker ontwikkelt zich tot een beter bewuste consument. Het profiel van de eindgebruiker is verdiept en diverser geworden. De wensen verschillen per groep meer en de eindgebruiker weet meer van deze wensen. Daarnaast is de aanbodgerichte markt niet langer houdbaar, in ieder geval niet in de vorm zoals deze tot 2008 waarneembaar was. De ontwikkelaar, die immers bestaat van het aan de man brengen van marktgerichte producten, is genoodzaakt om die positie ten opzichte van de markt en de eindgebruiker te heroverwegen. Het bedrijfsproces De werkwijze van de ontwikkelaar verandert en daarom is het interessant om te zien hoe de ontwikkelaar zich aanpast. Dit is dan ook te zien in de aard van de activiteiten die de ontwikkelaar onderneemt om tot een efficiënte co-creatie te komen. De bekwaamheden en middelen die hiervoor door de ontwikkelaar zijn ontwikkeld om hiertoe te komen zijn van extra belang. Mochten deze activiteiten en middelen verbeterd kunnen worden dan zou een verbetering van eindgebruikersparticipatie kunnen leiden tot een toegevoegde waarde. P2 onderzoeksvoorstel - Dion Mengerink ,

16 3. Theorie 3.1 De ontwikkelaar als bedrijf Om tot een deel van het eindproduct te komen is er een vergelijking nodig tussen de traditionele activiteiten van een ontwikkelaar en de activiteiten bij gebruik van een participatieproces. Eindgebruikersparticipatie is een middel dat zowel toegepast als gepropageerd word door een deel van ontwikkelend Nederland, maar niet volgens één methode of één vast recept. Het is daarom ook belangrijk om te beschrijven wat de ontwikkelaar doet, om te komen tot wat er zou kunnen veranderen. In deze vraag wordt ingegaan op de activiteiten en het omvattende proces waar eindgebruiker participatie in geaccommodeerd kan worden als men overgaat tot co-creatie. De activiteiten samen vormen het bedrijfsproces. Bedrijf De projectontwikkelaar is, in zo goed als elke vorm, een bedrijf gerelateerd aan de realisatie van vastgoed. Het product kan verschillen per type ontwikkelaar, maar de ontwikkelaar levert in ieder geval een product (goederen, maar soms ook diensten) waarvoor de ontwikkelaar beloont word bij verkoop aan de markt. Als zijnde een bedrijf, onderneemt de ontwikkelaar een aantal taken. De keten van deze activiteiten en de sturing hiervan via beslissingen is wat men het bedrijfsproces noemt. (Mulder & Tepper, 1999) Dit proces is gebaseerd op de routinematige activiteiten die verricht worden om een bepaald product te bereiken, of specifieker, in dit geval het ontwikkelen van een project. Zoals aan het begin van dit document in de definities is aangegeven, is een project een bundeling van activiteiten die leiden tot een eindproduct. Hierbij wordt volgens het projectmanagement systeem PMBOK (PMI, 1996) een tijdelijke organisatie opgezet met als doel het bereiken van een uniek product. Het bedrijf van de projectontwikkelaar zal zich dus richten op de organisatie en realisatie van één of meerdere projecten, waarbij het bedrijfsproces van de ontwikkelaar deze tijdelijke organisaties ondersteund. Deze projecten kunnen, al dan niet gedeeltelijk, repeterend zijn. Hierbij zullen werknemers onderdeel zijn van een of meer tijdelijke projecten, dan wel de ondersteunende organisatie. Bedrijfsorganisatie Keuning (1989)stelt dat een bedrijf in traditionele zin een aantal functies omvat die de activiteiten uitvoeren. Dit zijn de: 1)commerciële functie, 2) technische functie, 3) financiële en informatievoorzienende functie, 4) personele functie en 5) de leidinggevende en organiserende functie. Binnen deze functies is een aantal sub-functies afhankelijk van de activiteiten van het bedrijf. De technische functie en de commerciële functies houden zich bezig met alle taken betreffende het produceren van een product en het verkopen ervan. De financiële en informatievoorzienende, als wel de personele functies ondersteunen het proces waarbij waarde wordt gecreëerd. Daarbij word aan het hele proces sturing gegeven door de leidinggevende en organiserende functie. De eerste twee functies worden door (Mintzberg, 2001) ook wel de uitvoerende kern genoemd. De activiteiten die zij uitvoeren zijn in feite het basiswerk die leid tot het product van de P2 onderzoeksvoorstel - Dion Mengerink ,

17 organisatie (zijnde een goed of dienst). De personen die in de uitvoerende kern van het bedrijf werkzaam zijn, voeren hoofdzakelijk taken uit die: 1) Voorzien in input voor de productie. 2) Transformeren die input tot output. 3) Verzorgen de distributie van deze output. Daarnaast zijn er nog ondersteunende diensten binnen deze kern die deze taken ondersteunen. Deze personen verrichten arbeid die afhankelijk van de routinematigheid meer of minder gestructureerd is. Ook zijn er sturende lagen te erkennen in de vorm van het management aan de top en het midden. Ook word door Mintzberg de staf onderscheiden. Dit zijn de personen in verschillende diensten die indirect bij het proces betrokken zijn en geen beslissingsmacht over het proces uitoefenen. Daarnaast is er tussen deze twee nog een onderscheid op te merken in de technostructuur en de ondersteunende diensten. De ene verbetert in feite het proces en de andere vericht diensten buiten de uitvoerende competenties. FIGUUR 3: BEDRIJFSONDERDELEN VOLGENS MINTZBERG (EIGEN ILL.) Afhankelijk van de organisatie in kwestie zal elke afdeling en functie verschillen in invulling en grootte. Het is mogelijk om verschillende organisaties te karakteriseren op basis van deze groottes, onderlinge verhoudingen en invulling van functies. Ook de structuur van het management weegt hierin mee. Veranderingen in deze structuur hebben ook effecten op de bedrijfscultuur. In het geval van de projectontwikkelaar zal er een verandering zijn afhankelijk van de projecten die de staf en technostructuur moeten ondersteunen. Dit houdt ook in dat er voor projecten verschillende maten van ondersteuning plaats moeten vinden. Hierdoor krijgt de organisatie op sommige punten een redelijk ad-hoc karakter. Projecten zullen vaak een aantal jaar duren waarbij binnen de projectorganisatie rollen zullen ontstaan die door werknemers van het bedrijf op zich genomen zullen worden. Proces De organisatie van de projectontwikkelaar omvat als bedrijf zoals eerder in dit hoofdstuk is aangegeven de uitvoerende kern en daarnaast de ondersteunende en sturende onderdelen van de organisatie (Mintzberg, 2001). Hierbij is ook onderkent dat de activiteiten elkaar opvolgen met als doel om een product af te leveren. Daarbij is het proces van herhalende aard waarbij in de toekomst een nieuw project met de zelfde volgorde aangegaan zal worden. Van 't Verlaat (2008) stelt hierbij dat hierbij de activiteiten in vier hoofdonderdelen zijn te verdelen, zijnde: P2 onderzoeksvoorstel - Dion Mengerink ,

18 1. Initiatief 2. planvorming 3. realisatie 4. beheer Hierbij vangt na de beheerfase de keten weer van voren af aan. Wolting (2006) stelt hierbij dat planvorming het meest gecompliceerde is van deze fasen. Hij maakt binnen planvorming onderscheid in nog eens 3 sub-fasen: 1. Definitie 2. Ontwerp 3. Voorbereiding Volgens hem zijn deze fasen binnen planvorming in zichzelf ook cyclisch. Deze fases worden namelijk elk getoetst aan de hand van in de vorige fase vastgestelde eisen. In het ontwerpproces worden deze sub-fases ook wel gekoppeld aan het vast stellen van het plan van eisen(pve), het voorlopig ontwerp(vo) en het definitief ontwerp(do). Als we de voorgaande procesonderdelen combineren dan ziet het ontwikkelproces er ruw geschetst uit als in de volgende afbeelding. FIGUUR 4: ACTIVITEITENSCHETS PROJECTONTWIKKELAAR (EIGEN ILL.) Kerncompetenties ontwikkelaar We kunnen nog dieper ingaan op de activiteiten door de definitie van projectontwikkelaar te ontleden. Dit is een bedrijf of persoon die investeert in een project voor de markt met als doel de realisatie er van en om een winst te behalen, wat de premie is op de bouwkosten van het project (Nozeman, 2008) Deze definitie is aan het begin van dit document aan het begrip (project)ontwikkelaar gekoppeld. Als deze definitie ontleed wordt dan komen we voor de ontwikkelaar als zodanig tot de volgende conclusies: P2 onderzoeksvoorstel - Dion Mengerink ,

19 1) De ontwikkelaar investeert. Hij loopt risico met overwegend eigen middelen om tot geldelijk gewin te komen. 2) Het project is voor de markt. De ontwikkelaar is een marktspeler, hij concurreert als commerciële partij met andere ontwikkelaars om zijn goed of dienst te verkopen aan een afnemer, hetgeen gemaakt en in enige mate afgestemd is op de afnemer van de markt. Hier wordt het object verkocht aan een particulier, een groep particulieren, een publieke of markt partij. 3) Het project heeft als doel realisatie om tot winst te komen. De ontwikkelaar realiseert of verzorgd de realisatie van het project, om de waarde toe te voegen die hij als winst kan verkrijgen. 4) De winst is een premie op de bouwkosten van het project. De ontwikkelaar realiseert of verzorgd de realisatie, maar an sich komt tussen het verkoop bedrag en de bouwkosten als premie bovenop de bouwkosten het winstbedrag, als toegevoegde waarde voor de overige activiteiten van de ontwikkelaar die het realiseren van het project mogelijk maken. Hierbij kan vervolgens gekeken worden naar wat Putman (2010)stelt over de kerncompetenties van de ontwikkelaar. Dit zijn namelijk: - Risicodragend vermogen in grondposities - Risicodragend vermogen in planvorming en voorbereiding - Conceptontwikkeling - Productontwikkeling - Projectmanagement - Kennis van de afzetmarkt - Marketingkennis - Contracteren en organiseren - Netwerk van relaties (andere actoren) Deze eigenschappen zijn terug te vinden in de ontleding van Nozeman s definitie. Daarbij merkte Putman twee dingen op, namelijk dat: 1) de toegevoegde waarde van een ontwikkelaar enerzijds de samenvoeging van al deze competenties in één organisatie is en anderzijds het risicodragend vermogen, en 2) dat tijdens de crisis een volgens het panel van Putman een aantal zwaktepunten naar boven waren komen drijven. Ontwikkelaars hadden volgens hen veel last van: - Een gebrek aan transparantie - Een reputatiecrisis, mede dankzij de vastgoedfraude - Sterk interne gerichtheid, voornamelijk het herhalen van het proces en dat efficiënter maken. - Een kennis van de afzetmarkt die beperkt of discutabel is. Terugkijkend naar de ontleding aan het begin van de definitie kan gesteld worden dat het tweede punt, project voor de markt, in het gedrang is gekomen bij deze blik op de activiteiten die niet goed lopen. Het is een project voor de markt, maar men is minder goed op de hoogte van de markt dan men zou moeten zijn en de eindgebruiker heeft weinig vertrouwen, gezien imagoschade en een gebrek aan transparantie. De activiteiten van de ontwikkelaar zijn dus in redelijke mate in kaart gebracht, maar hoe verhouden ze zicht tot elkaar? Er liggen relaties tussen de verschillende activiteiten die genoemd werden en hoe deze in het bedrijfsmodel passen. P2 onderzoeksvoorstel - Dion Mengerink ,

20 Bedrijfsmodel De ontwikkelaar als commercieel bedrijf heeft dus het doel om waarde te creëren waardoor winst behaald kan worden. De waarde ontstaat door een aantal activiteiten die die waarde creëren. Een manier om dit in kaart te brengen is een bedrijfsmodel. Dit model probeert in kaart te brengen hoe waarde wordt gecreëerd en hoe deze binnengehaald kan worden om tot winst te komen. Het is botweg, zoals Afuah (2014)het stelt, a framework or recipe for making money. Hierbij kan worden opgemerkt dat innovatie betekent dat een organisatie dingen doet die afwijken van de norm. Het betekent dat de activiteiten in het ontwikkelen zijn verschoven. Naar alle waarschijnlijkheid is co-creatie een redelijk ingrijpende verandering in het bedrijfsproces, i.e. de activiteiten die samen de waarde scheppen. De waarde wordt nu in een zekere mate samen gecreëerd. Co-creatie zou er daardoor in het bedrijfsmodel er anders uit moeten zien dan het aanbodgerichte ontwikkelen. Ten Brink (2013)heeft zijn scriptie gewijd aan het onderzoeken van hoe een methodiek voor het vastleggen van het bedrijfsmodel kan helpen bij verandering en innovatie bij projectontwikkelaars. Hierbij heeft hij onderzocht wat de toepasbaarheid was van het bedrijfsmodelcanvas in deze gevallen (Osterwalder & Pigneur, 2010).De eigenschappen van het bedrijf worden hierbij in kaart gebracht om de logica te vatten die tot waarde creatie leid. De logica van een bedrijf kan volgens dit model worden samengevat in negen onderdelen. Het model word hieronder weergegeven. Daarvan zijn de onderdelen: 1. Product 2. Klantsegment 3. Klantrelatie 4. Verkoopkanaal 5. Kern Activiteiten 6. Kern Partners 7. Kern Middelen 8. Inkomstenstromen 9. Uitgavenstromen Door middel van het beschrijven van de relaties tussen deze elementen kan het bedrijf beter geanalyseerd worden. Daarbij is er de FIGUUR 5: BUSINESS MODEL CANVAS (OSTERWALDER & PIGNEUR, 2010) mogelijkheid tot constatering, verbetering of controle van de werking van het bedrijf. Daarnaast kan ook verandering beschreven worden in het bedrijf. In dit onderzoek zal het daarbij voornamelijk de rol van analysemiddel hebben. Met de eerder in dit hoofdstuk opgedane kennis, is te zien dat de relatie van ontwikkelaar tot de klant in de door Putman ondernomen analyse zwak is. Daarbij kan ook worden opgemerkt dat het klantsegment te weinig aandacht krijgt. Hierdoor is het product niet aansluitend op de waarde die klanten zoeken ten opzichte van het budget dat klanten voor het product over hebben. P2 onderzoeksvoorstel - Dion Mengerink ,

21 Samenvattend is de kern, zijnde de activiteiten en dus de in te zetten middelen, van het bedrijf niet goed genoeg afgestemd op de relatie tot de klant. Dit vraagt dus in feite om een verbetering van de klant-interface. 3.2 Co-creatie Co-creatie is een van de kernbegrippen van dit onderzoek. Het houdt in dat de eindgebruiker participeert bij het creëren van de waarde van het door de ontwikkelaar voor de eindgebruiker te realiseren object. Dit betekent dus dat zowel de ontwikkelaar als eindgebruiker enige mate van zeggenschap hebben met betrekking tot wat er gebouwd wordt en beide activiteiten verrichten om de wederzijdse doelen te bereiken. Verschuiving traditionele relatie projectontwikkelaar en eindgebruiker In de gebiedsontwikkeling voor 2008 vulde de projectontwikkelaar gebruikelijk in wat er gebouwd ging worden, afhankelijk van enerzijds de randvoorwaarden die de gemeentes en lokale overheden stellen voor de locatie en anderzijds de prijs die men moet betalen voor de grond. Hierbij moet gerealiseerd worden dat deze werkwijze is ontstaan ten tijde van een sterk groeiende economie en een groeiende bevolking. Dit betekende een groeiende vraag om gebouwen en werk en leefruimte (Putman, 2010). FIGUUR 6: TRADITIONEEL MARKTMODEL - BEWERKING (PRAHALAD & RAMASWAMY, 2004) De beslissing lag dus bij de ontwikkelaar, die hierin beïnvloed werd door de lagere overheden. Bij de vraag kant was de diversiteit en grootte van de groep afnemers dermate dat met in acht name van de redelijkheid elke vorm van woning gebouwd werd, die geschikt werd geacht voor de locatie en die verkocht kon worden(van 't Verlaat, 2008). De markt had dan ook schematisch de vorm zoals hiernaast afgebeeld. De aandacht van de ontwikkelaar lag dus voornamelijk bij de grond en de regelgeving voor wat mogelijk was. De focus lag dus voornamelijk op de gemeente als partner, zeker wanneer deze ook de grond bezat (Heurkens, 2012). FIGUUR 7: MACHTSEVENWICHT IN GEBIEDSONTWIKKELING VOLGENS HEURKENS (2012) Het maken van een beslissing, is het maken van een keuze tussen twee of meer alternatieven. Het heeft dus te maken met een voorkeur voor het ene alternatief boven de andere alternatieven (Binnenkamp, 2010). In deze zal een ontwikkelaar zoals werd geconcludeerd in het vorige onderdeel, als commercieel bedrijf te werk gaan. Dit houdt in dat het behalen van een zo groot mogelijke winst tegen een zo laag mogelijk risico de belangrijkste drijfveer is voor de genoemde keuze tussen alternatieven. P2 onderzoeksvoorstel - Dion Mengerink ,

22 Het is aan de kant van de eindgebruiker door deze focus van de ontwikkelaar steeds duidelijker geworden dat de marktkennis waarop de ontwikkelaar zich baseert minder up to date is(putman, 2010). Bovendien verschuift de rol van de gemeente waarmee de projectontwikkelaar tot enige jaren gelden vaak in een machtsevenwicht verkeerde, doordat deze zijn actieve grondbeleid in de crisis beetje bij beetje heeft laten varen. De gemeentes konden zich niet langer in hun FIGUUR 8: VERSCHUIVING MACHTSVERHOUDING NA 2010 ontwikkelrol behouden (Heurkens, 2012). VOLGENS HEURKENS Tegelijkertijd was er ook overproductie en een verzadiging van de markt ontstaan. In sommige segmenten eerder dan bij andere. Uitgebreid, grootschalig werd er gewerkt, integraal in de regel samen met de overheid om hun wederzijdse doelen te realiseren. Maar vaak werd er te weinig gekeken naar wat de markt op kon nemen. Laat staan wat de beoogde eindgebruikers wilden, waardoor hier nu een mogelijkheid ontstaat. De groei van participatie Bij de probleemschets werd de aandacht gelegd op de noodzaak die ontwikkelaars voelen om hun werkwijze te veranderen. De groei van de mate waarin de wensen van de eindgebruiker vertegenwoordigd worden binnen een ontwikkeling is een van deze ontwikkelingen bij ontwikkelaars. Dit door enerzijds de voordelen betreft zekerheid en risicovermindering die dit met zich meebrengt voor de ontwikkelaar. Anderzijds is het van belang in deze tijden het eigen aanbod beter te kalibreren op de markt, waar doordat de klant tegenwoordig beter is opgeleid, de vraag diverser wordt. In de huidige economische situatie word er daarom gesproken over vraag gestuurd bouwen. De eindgebruiker participeert hierbij in de ontwikkeling, waardoor men ook wel spreekt van eindgebruikersparticipatie. Het overgaan tot eindgebruikersparticipatie kent verschillende drijfveren. Beenders (2011), voortbouwend op eerder onderzoek van Cooke (2009) noemt in zijn onderzoek zes drijfveren voor eindgebruikersparticipatie. Namelijk: 1) Besparing kosten 2) Verbetering imago 3) Verbeterde werknemersmoraal 4) Aantrekken specifieke doelgroep 5) Vermindering van afzetrisico 6) Aandacht voor sociale duurzaamheid. FIGUUR 9: MARKTMODEL BIJ CO-CREATIE - BEWERKING (PRAHALAD & RAMASWAMY, 2004) Straub (2012) noemde daarnaast in haar onderzoek als drijfveer voor co-creatie door middel van eindgebruikersparticipatie ook een sense of urgency en innovatie. Dit duid op een drang bij de P2 onderzoeksvoorstel - Dion Mengerink ,

23 partij om te veranderen door de context waarin de partij zich bevind en een ontevredenheid met die situatie en de houdbaarheid ervan. Eindgebruikersparticipatie komt in vele vormen en maten voor. Hierbij stelt Beenders (2011) dat de activiteiten die tot het ontwikkelen met participatie van de eindgebruiker behoren niet eenduidig zijn vastgelegd. De relatie verschilt dan ook per vorm. Er worden in de literatuur vaak meerdere vormen van eindgebruikersparticipatie genoemd. Het betekent in ieder geval dat ontwikkelaar en klant elkaar eerder ontmoeten dan bij de verkoop, waardoor beide partijen onderdeel zijn van de waarde creatie, zoals hiernaast weergegeven. Om te gaan van aanbod gericht ontwikkelen naar vraag gestuurd ontwikkelen moet men uitvinden wat die vraag is, i.e. moet de eindgebruiker participeren om te komen tot een op hem of haar aansluitend product. Dit in tegenstelling tot aanbodgericht, waar de kwestie voornamelijk was wat de ontwikkelaar kon aanbieden binnen zijn organisatorische en financiële randvoorwaarden. De identificatie van wat de vraag eigenlijk is, betekent dat er een grotere interesse nodig is in wat de klant wil. Dit betekent dus bijna automatisch dat de klant meer invloed krijgt. Immers, hij betaalt en de afname is schaars in de huidige marktconstellatie. De klant kan input leveren of zelfs meebeslissen over het te ontwikkelen object, of onderdelen hiervan(tanev, Knudsen, & Gerstlberger, 2009). De kwaliteit van het gerealiseerde neemt hierbij toe in zekere zin, gezien het beter aansluit op de markt. Hierbij kan ook het aanbod van de ontwikkelaar qua betaalbaarheid afgesteld worden op de klant. De klant draagt dus bij aan de waarde-creatie binnen het proces van de projectontwikkelaar. Hier kan men dus spreken van co-creatie. Co-creatie in de vastgoedsector Bij het onderzoek van Straub (2012) naar co-creatie in de vastgoedsector gaf een overzicht van de huidige staat van vraag gedreven ontwikkeling. De meeste vormen van co-creatie vind men volgens haar in de woningmarkt, waar de wens en de eisen het meest divers zijn, het meest afhankelijk qua activiteiten van het gebouw, maar de klant ogenschijnlijk het minst georganiseerd. In de kantorenmarkt is er een goede samenwerking en inspraak van de klant. Straub (2012)concludeerde echter dat in de retail-sector in Nederland er geen tekenen van co-creatie waar te nemen waren. Hier was een strikte verhuurder-huurder relatie, hoewel er wel tekenen van interesse waren. Waarde binnen co-creatie Wanneer co-creatie benut wordt in het ontwikkelproces, heeft dit proces natuurlijk een andere uitkomst dan het traditionele proces. De projectontwikkelaar verdient traditioneel geld door activiteiten die hoofdzakelijk gerelateerd zijn aan vastgoedobjecten ontwikkelen en deze aan de markt verkopen. Er vind hier een uitwisseling plaats van geld voor een object en dienst, de primaire interactie tussen een bedrijf en een klant (Prahalad & Ramaswamy, 2004). De waarde die een object/goed heeft wordt hier bepaalt door de handeling van uitwisseling. De waarde wordt geschapen door de firma. Evengoed is het mogelijk om deze waarde anders te bepalen afhankelijk van de positie die het bedrijf inneemt tegenover de klant. P2 onderzoeksvoorstel - Dion Mengerink ,

24 Er is ook onderzoek gedaan naar het voordeel in waardecreatie dat ontstaat door het innemen van de juiste positie. Er werd beargumenteerd dat het creëren van een product dat voldoet aan de verwachtingen van de klant een positioneel voordeel bied in waardecreatie. Daarbij werden ook vier vormen van waarde voor de eindgebruiker geïdentificeerd. (O'Cass & Ngo, 2010) 1. Prestatiewaarde 2. Prijsvormingswaarde 3. Connectiewaarde 4. Co-creatiewaarde Hierbij wordt co-creatiewaarde gezien als een waarde die gebaseerd is op een samenwerking. Deze samenwerking tussen klant en eindgebruiker vormt een vorm van proces, waarbij dit proces resulteert in een product dat voldoet aan de verwachtingen van de klant en een specifieke consumptie ervaring met zich meebrengt. Ander onderzoek stelt in het geval van co-creatie dat het aanbod van een firma in dit geval niet puur een dienst óf goed is(normann & Ramirez, 1994). Het aangeboden product is een combinatie van de twee, waarbij de mogelijkheid tot en begeleiding van het zelf creëren van een deel van de uiteindelijke waarde de dienst zijn die de aanbieding anders maakt dan een kant en klaar product. De eindgebruiker als klant helpt de ontwikkelaar als bedrijf in het bereiken van de maximale gebruikerswaarde voor die gebruiker. Hier wordt dus samen waarde gecreëerd (Vargo, Maglio, & Akaka, 2008). Het proces moet natuurlijk voor beide een toegevoegde waarde hebben. De ontwikkelaar als commercieel bedrijf moet immers ook voordeel hebben bij de interactie met de eindgebruiker (Prahalad & Ramaswamy, 2004). Deze prikkel was minder aanwezig in de situatie voor Eigenschappen co-creatie Volgens Ramaswamy (2009)zijn er vier bouwstenen voor co-creatie. Dit zijn namelijk: 1. Dialoog 2. Toegang 3. Risico-inschatting 4. Transparantie In al deze bouwstenen is interactie met de klant essentieel. Daarnaast zorgt openheid van informatie voor een beter proces tussen markt en eindgebruiker, waarbij de markt eerlijker en verantwoordelijker zal moeten zijn, het geen in het verleden nog wel eens voor reputatie- en imagoschade heeft gezorgd bij ontwikkelaars. Bovendien is de markt verder aan het fragmenteren en is de klant met een wens dankzij de nieuwe vormen van media steeds beter in staat om zijn weg te vinden naar een specifiek product én de aanbieder daarvan (Levine, Locke, Searls, & Weinberger, 2000) Het is daarom belangrijk om de interactie in één keer goed te doen, want iedereen kan uitvinden waar het fout gaat. Dit vraagt om interactie tussen de ontwikkelaar en de eindgebruiker, waarbij de eindgebruiker een deel van de oplossing voor zijn probleem aandraagt. In plaats van dat een eindgebruiker een kant en klare oplossing aangeboden krijgt door de ontwikkelaar, heeft de eindgebruiker de mogelijkheid zijn of haar ervaring om te zetten in een invloed op de eigenschappen van het te realiseren object. De eindgebruiker wordt hierin gefaciliteerd door de ontwikkelaar, waarbij een interactie in gang word gezet die leid tot het vormen van een gemeenschappelijk beeld van het eindproduct. Daarbij consumeert de eindgebruiker als klant in feite een dienst die bestaat uit de P2 onderzoeksvoorstel - Dion Mengerink ,

25 interactie waarbij hij kan bijdragen aan de waarde die uit eindelijk voor hem of haar zelf word geschapen door de ontwikkelaar als bedrijf (Grönroos, 2008). Het bedrijf draagt haar ervaring bij in dit proces en faciliteert het vertalen van de wensen van de klant in invloed op het object. Daarnaast stelt het bedrijf bij co-creatie de randvoorwaarden voor deze invloed of in sommige gevallen keuzemogelijkheden. Dit vormt een kader waarbinnen de cocreatie plaats kan vinden(ramaswamy & Gouillart, 2010). Het gaat volgens hen om engaging people to create valuable experiences together, while enhancing network economics. Het betrekken van mensen om waardevolle ervaringen te scheppen waarbij het economisch netwerk wordt versterkt. Daarnaast is het wel nodig voor de eindgebruiker om samen te blijven werken met professionals. Zelforganisatie lijkt niet voor iedereen geschikt. Er zijn immers behoeften waarvan de consumenten meestal zelf geen weet heeft. (Hooghiemstra, 2012). Het is daarom van belang een partnerschap aan te gaan voor de eindgebruiker, die in veel gevallen geen knowhow heeft van de bouw, de manier waarop een woning ingedeeld kan worden en de effecten van verschillen keuzes op de prestaties van de onderdelen van een gebouw. Uit economisch perspectief De beweging vanuit een ontwikkelaar als marktpartij om te gaan samenwerken met de klant is ook interessant om te zien vanuit markt-perspectief. Het laat zien dat de markt nieuwe interesse heeft in het zogenaamde Rijnlandse model waarbij de partijen veel meer samenwerkingsbereidheid hebben. De belangen van de ander worden ook meegenomen in de eigen beslissingen. Het bied een langere termijn visie met grotere sociale betrokkenheid (Bakker, Evers, Hovens, Snelder, & Weggeman, 2005). Bedrijven die hier zich in interesseren verliezen kennelijk het vertrouwen dat ze het puur alleen kunnen doen, of hebben er kennelijk meer vertrouwen in dat samen in deze tijd meer zekerheid bied. Het aanbodgerichte denken was meer geënt op het Angelsaksisch model waar het behalen van korte-termijn winst centraal staat. (Brouwer & Moerman, 2007) Het gaat hier veel meer om de individuele belangen waarbij een bedrijf concurreert op een markt waarbij een marktaandeel veroverd moet worden en waar het efficiëntie-denken hoofdzakelijk de inrichting van een bedrijf stuurt. Ons land is in de laatste decennia steeds meer verschoven naar dit Angelsaksische model, het Amerikaanse model volgend. Tegelijkertijd duiken er in de Angelsaksische literatuur ook steeds meer gedachten op die bij nader onderzoek overgenomen blijken te zijn uit het Rijnlandse model. De huidige neoliberale benaderingswijze van de economie heeft in de laatste jaren steeds meer nadelen getoond. Dit in zowel de uitwassen van de markt als wel in de nadelen van de privatisering van voorheen publieke instanties. De markt weet het niet noodzakelijk beter. Het neoliberalisme is volgens sommigen failliet maar men is nog zoekende naar een alternatief (van der Starre, 2012). Zo kan men ook stellen dat de bouw zoekende is naar een beter alternatief voor de aanbodgerichte werkwijze, maar nog geen eenduidige methode heeft. Uit maatschappelijk perspectief Het voorgaande perspectief betreft het Rijnlandse en Angelsaksische model heeft ook zijn neerslag op de maatschappelijke context van het ontwikkelen. In de afgelopen jaren werden veel slechte projecten getekend door wederzijds wantrouwen. In dit soort projecten zagen P2 onderzoeksvoorstel - Dion Mengerink ,

26 gemeenten en ontwikkelaars voornamelijk hun eigen belangen. En geen van beiden werd volledig vertrouwd door de burger (de Vos, 2009). Daarnaast is in de laatste jaren de aanbodgestuurde ontwikkeling flink aangejaagd door de gemeentes die grondverkoop als grote inkomstenbron zagen, als korte termijn winstbejag. Dit was geen prikkel voor het bouwen waarvan de consument erop aan kon dat het was wat hij wilde. De risico s die zijn aangegaan betreffende actiefgrondbeleid leiden nu tot grote verliezen voor de gemeenten (Buitelaar, 2010). Dit draagt niet bij aan het vertrouwen van burgers in zowel ontwikkelaars dan wel gemeenten. Hoewel co-creatie natuurlijk niet een panacee is, bied het meer invloed en informatie aan de bij het proces betrokken beoogde eindgebruikers. Het ministerie van VROM (2000) ziet meer zeggenschap in de buurt waar men woont en over het gebouw waar men in woont als een van de kernambities voor deze eeuw. Ze stelde de burger centraal in het woonbeleid, hetgeen via wetgeving en programma s doorgevoerd zou moeten worden in het land. Van Etten (2010)signaleert ook dat het vroeg betrekken van de eindgebruiker in het proces de wijk versterkt in een aantal opzichten. Het maken van een wijk aan de hand van de mensen die er gaan wonen zorgt er voor dat de nieuwe bewoners al snel een binding kunnen vormen met de wijk waarin ze komen te wonen. Bovendien zorgt deze vorm van mentaal eigenaarschap van een buurt voor een grotere sociale duurzaamheid. 3.3 Invloed van eindgebruikers bij projecten Eindgebruikers worden bij de verschillende gradaties van participatie op verschillende manieren betrokken. Het kan per project verschillen waar het gaat om de mate van invloed in de vorming en realisatie, de organisatie van de eindgebruiker, de relatie tot het project qua zeggenschap, het tijdstip vanaf wanneer de eindgebruiker invloed kan uitoefenen en natuurlijk de mate van risico. Enig werk hiervoor is al gedaan in de scripties van Beenders (2011) en Hooghiemstra (2012) en hun werk zal hier ook worden uitgediept. Daarnaast begint dit hoofdstuk met een theoretisch kader betreft de positie van de burger in verhouding tot participatie. Participatie ladder De laatste halve eeuw is er veel onderzoek gedaan naar participatie, gezien de emancipatieslag die de bevolking wereldwijd heeft gemaakt in democratische landen. Daarbij moet gezegd worden dat deze participatie in verschillende vormen komt. Het klassieke en bijna onmisbare werk hierover van Arnstein (1969) behandelt burgerparticipatie. Haar model is in vele opzichten door te trekken naar eindgebruikersparticipatie. Waar bij overheden echter de meeste vormen van participatie al decennia lang in een vaste vorm gecodificeerd zijn, is de organisatie in een enkel project anders. Volgens de methode Prince 2 (Bentley, 2010) is een project: Een tijdelijke organisatie die is opgezet met als doel één of meer zakelijke producten op te leveren volgens een overeengekomen Business Case. Bij een ontwikkelaar kan de organisatie en de participatiegraad dus per ontwikkeling of fase van een project verschillen. Daarbij is de verloop tussen gradaties veel dynamischer. Dit doet niets af aan Arnsteins theorie, maar versterkt deze alleen maar. Het belangrijkste is dat burgers/betrokkenen deel kunnen nemen aan een beslissingsproces, ook al zou dit vanuit hun eigenlijke macht niet gebeuren, vaak vanuit een bewuste organisatie door de initiator. Een verfijning in dit model door verdeelt het in acht stappen voor de eindgebruiker onder in keuze en P2 onderzoeksvoorstel - Dion Mengerink ,

27 zeggenschap (choice and voice). Bij keuze gaat het er hier om dat de eindgebruiker het moet doen met wat de ontwikkelaar aanbied, maar enige keuze heeft. Bij zeggenschap heeft de eindgebruiker daadwerkelijk invloed in de besluitvorming(qu & Hasselaar, 2011). Het model word op de hiernaast weergegeven. FIGUUR 10: BEWERKING VAN ARNSTEIN (1969)PARTICIPATIELADDER (QU & HASSELAAR, 2011) Dit relateert aan de rol die de ontwikkelaar op zich moet nemen binnen een veranderde markt. Zoals Putman (2010)stelde, ging de aanbodgerichte markt uit van een business-as-usual situatie waarbij de ontwikkelaar vaak als bedrijf aan het produceren bleef. Het word door Putman ook gesteld dat een van de kerncompetenties van de ontwikkelaar, zijnde kennis van de afzetmarkt, gebrekkig is in veel gevallen. In de huidige markt echter is een ontwikkeling van de grond krijgen echter precisie werk, waarbij de organisatie veel project-specifieker te werk moet gaan in plaats van de eerder genoemde serieproductie. Daarbij moet de ontwikkelaar in kwestie aanzienlijk meer cateren richting de smaak van de klant. De markt is niet alleen kleiner geworden, maar ook steeds meer een kwestie van maatwerk en minder een van herhaling geworden. Daarbovenop komt ook dat met de emancipatie van de burger en zijn grotere drang naar kennis de verscheidenheid binnen de groep die samengevoegd eindgebruikers word genoemd ook herhaling van projecten minder in de hand werkt en de bouw weer terugbrengt richting organisatie van enkele projecten. Verplichtingen en rollen Het vorige onderdeel ging over hoe direct een eindgebruiker betrokken is. Hierbij moet worden gesteld dat het betrekken van experts en personen die de eindgebruiker gelijken, maar niet helemaal voldoen aan de frase Co-creatie met de eindgebruiker zoals gesteld in de hoofdvraag. Dit duid voornamelijk op de laatste vorm van co-creatie. Door te kijken naar de verschillende acties die ondernomen kunnen worden en zullen worden, kan men daaruit de rollen van de klant aflezen en de rol die de ontwikkelaar als de actor op zich neemt. Publiek participatie spectrum De internationale associatie voor publieke participatie(iap2, 2007)heeft een spectrum ontwikkeld waarin ze bij de participatieve stappen aangeven wat de feitelijke actie is die dat niveau van participatie mogelijk maakt. Het is dus aan de hand van dat niveau mogelijk om een rol te beschrijven. Deze verschillende stappen kunnen tijdens een project doorlopen worden. Hierbij gaan bedrijven werkend met participatie op verschillende momenten verschillende verplichtingen aan. P2 onderzoeksvoorstel - Dion Mengerink ,

28 FIGUUR 8: PARTICIPATIESPECTRUM, BEWERKING EN AANVULLING VAN HET PUBLIC PARTICIPATION SPECTRUM (IAP2, 2007) Het spectrum doorloopt de niveaus van informeren tot machtigen. Hierbij doorloopt het in feite de vijf niveaus van participatie waarbij de participant in het proces aanwezig is, waarbij er rekening met hem of haar word gehouden, maar niet de leiding heeft. Van informeren tot gedelegeerde macht in feite, terugkijkend op Arnstein s participatieladder. Crobach (2014) en Geesing (2014)hebben dit model ingezet voor onderzoek naar respectievelijk een participatiesysteem bij reconstructie na catastrofes en naar het participatie systeem in grote ontwikkelingen in het Verenigd Koninkrijk. Dit model word hieronder weergegeven. Wat het gemeenschappelijk heeft is dat een partij die niet zelf de eindgebruiker gaat zijn het proces initieert en organiseert, waarbij de burger in enige mate participeert. Dit is daarom ook logisch vanuit de rol van ontwikkelaar als initiatiefnemer voor het participatieproces om vanaf deze schaal te werken. FIGUUR 9: PARTICIPATIELADDER ZOALS BENUT DOOR (GEESING, 2014) Rollen Als we uitgaan van deze indeling van de participatieve stappen zoals ze vermeld staan in het model, dan is er de mogelijkheid om te zeggen dat de hoofdactiviteiten van deze stappen informeren, consulteren, betrekken, samenwerken en machtigen zijn. Daarnaast neemt bij deze P2 onderzoeksvoorstel - Dion Mengerink ,

Het Vermogen tot Co-creatie

Het Vermogen tot Co-creatie De weg naar CO-CREATIE Hoe kunnen ontwikkelaars de eindgebruiker accommoderen in hun bedrijfsproces? Het Vermogen tot Co-creatie Hoe kunnen ontwikkelaars eindgebruikersparticipatie accomoderen in hun bedrijfsproces?

Nadere informatie

Beleggers in gebiedsontwikkeling

Beleggers in gebiedsontwikkeling Beleggers in Incentives en belemmeringen voor een actieve rol van institutionele beleggers bij de herontwikkeling van binnenstedelijke gebieden P5 presentatie april 2015 Pelle Steigenga Technische Universiteit

Nadere informatie

Vernieuwing geeft méér waarde aan medezeggenschap

Vernieuwing geeft méér waarde aan medezeggenschap 10 Vernieuwing geeft méér waarde aan medezeggenschap Vernieuwing geeft méér waarde aan medezeggenschap Kim van der Hoeven 1. Inleiding Ontwikkelingen in maatschappij en samenleving denk met name aan de

Nadere informatie

Locatie Het Mozaïek / De Haag

Locatie Het Mozaïek / De Haag Locatie Het Mozaïek / De Haag Informatie avond omwonenden 4 maart 2014 Agenda voor vanavond Opening en welkomstwoord door wethouder Van Dalen Doel van deze avond Wijziging bevolkingsopbouw -> wijzigen

Nadere informatie

Benodigde capaciteit, middelen, faciliteiten en infrastructuur

Benodigde capaciteit, middelen, faciliteiten en infrastructuur Elementen van een businessplan De toegevoegde waarde en doelstellingen Doelgroepen en waarde proposities Aanbod van producten en diensten Risicoanalyse en Concurrentie Speelveld / Ecosysteem Business model

Nadere informatie

Bantopa Terreinverkenning

Bantopa Terreinverkenning Bantopa Terreinverkenning Het verwerven en uitwerken van gezamenlijke inzichten Samenwerken als Kerncompetentie De complexiteit van producten, processen en services dwingen organisaties tot samenwerking

Nadere informatie

Duurzame Bouw & gebiedsontwikkeling

Duurzame Bouw & gebiedsontwikkeling Duurzame Bouw & gebiedsontwikkeling Squarewise 9 november 2011 Noor Huitema-Hellemans (huitema@squarewise.com; 020-4473925) Squarewise is een adviesbureau met een sterke focus op: strategie, innovatie,

Nadere informatie

Instroom 1. Inclusie. Uitstroom. Doorstroom. Universiteit Utrecht 1

Instroom 1. Inclusie. Uitstroom. Doorstroom. Universiteit Utrecht 1 Instroom 1 4 Uitstroom 3 Inclusie 2 Doorstroom Universiteit Utrecht 1 Rapportage 2018 Prof. Dr. Naomi Ellemers Prof. Dr. Jojanneke van der Toorn Dr. Wiebren Jansen Inhoud Voorwoord 4 Algemeen 6 Hoe is

Nadere informatie

Eerst even: de bedoeling Transformatie-opgave:

Eerst even: de bedoeling Transformatie-opgave: 8 november 2017 Lectoraat Welzijn Nieuwe Stijl Eerst even: de bedoeling Transformatie-opgave: verbinding met inwoners en met hun sociale netwerken; integrale benadering van inwoners met hun vraag; ontwikkeling

Nadere informatie

Bantopa Kennismaken met Samenwerken

Bantopa Kennismaken met Samenwerken Bantopa Kennismaken met Samenwerken Vernieuwen door Samenwerken Samenwerken als Kerncompetentie De complexiteit van producten, processen en services dwingen organisaties tot samenwerking met andere bedrijven

Nadere informatie

Public Value Een introductie

Public Value Een introductie Public Value Een introductie Zwolle, 3 oktober 2018 Gerwin Nijeboer waarde creëren in het gemeenschappelijk belang voor het welzijn van het individu en de samenleving. Belangrijk: Public is NIET gelimiteerd

Nadere informatie

MEER ZIELEN, MEER IDEEËN, MEER OPLOSSINGEN BEWONERSPARTICIPATIE IN STEDELIJKE ONTWIKKELING

MEER ZIELEN, MEER IDEEËN, MEER OPLOSSINGEN BEWONERSPARTICIPATIE IN STEDELIJKE ONTWIKKELING MEER ZIELEN, MEER IDEEËN, MEER OPLOSSINGEN BEWONERSPARTICIPATIE IN STEDELIJKE ONTWIKKELING P5, 30 januari 2014 TU DELFT - BK - RE&H/UAD Wilson Wong INHOUD - Onderwerp en context - Onderzoeksopzet - Theoretisch

Nadere informatie

De veranderende ontwikkelaar. 8 december 2014 P4 Onderzoeksrapport. Urban Area Development lab. info@m-hk.nl

De veranderende ontwikkelaar. 8 december 2014 P4 Onderzoeksrapport. Urban Area Development lab. info@m-hk.nl De veranderende ontwikkelaar 8 december 2014 P4 Onderzoeksrapport Urban Area Development lab info@m-hk.nl De veranderende ontwikkelaar Colofon P4 Onderzoeksrapport Student E-mail: info@m-hk.nl Universiteit

Nadere informatie

Opleidingsprogramma DoenDenken

Opleidingsprogramma DoenDenken 15-10-2015 Opleidingsprogramma DoenDenken Inleiding Het opleidingsprogramma DoenDenken is gericht op medewerkers die leren en innoveren in hun organisatie belangrijk vinden en zich daar zelf actief voor

Nadere informatie

Imagoschade door het achterlaten van leegstaand vastgoed. Martin Mentink

Imagoschade door het achterlaten van leegstaand vastgoed. Martin Mentink Imagoschade door het achterlaten van leegstaand vastgoed Martin Mentink Colofon Naam Martin Mentink Product P5 presentatie Titel Imagoschade door het achterlaten van leegstaand vastgoed Datum 9 april

Nadere informatie

Het faciliteren van innovatie Hoe vastgoed een rol kan spelenin het succes van jonge start-ups

Het faciliteren van innovatie Hoe vastgoed een rol kan spelenin het succes van jonge start-ups Het faciliteren van innovatie Hoe vastgoed een rol kan spelenin het succes van jonge start-ups Real Estate Management P4 Go / No Go Date: 04-03-2015 1st mentor: 2nd mentor: Committee: Alexandra den Heijer

Nadere informatie

De toegevoegde financiële waarde van kantoortransformatie naar woningen

De toegevoegde financiële waarde van kantoortransformatie naar woningen De toegevoegde financiële waarde van kantoortransformatie naar woningen Alyssa Kraag 4232437 21 Januari 2015 Introductie START Achtergrond Onderzoeksopzet FASE 1 Onderzoeksanalyse FASE 2 Literatuuronderzoek

Nadere informatie

NAP innovatie programma, de analyse

NAP innovatie programma, de analyse NAP innovatie programma, de analyse Inleiding Tijdens de NAP-Contactbijeenkomst op 23 mei jl. zijn de resultaten gepresenteerd van het Programmateam Innovatie. Tijdens deze interactieve presentatie is

Nadere informatie

Rubrics onderzoeksopzet

Rubrics onderzoeksopzet Eindbeoordeling LA51 Praktijkgericht onderzoek 2012-2013 Naam: J. Rietjens Cijfer: 7.3 De beoordeling van de verschillende onderdelen zijn geel gemarkeerd. Door Eline Ossevoort en Hanneke Koopmans Feedback

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

Beveiligingsaspecten van webapplicatie ontwikkeling met PHP

Beveiligingsaspecten van webapplicatie ontwikkeling met PHP RADBOUD UNIVERSITEIT NIJMEGEN Beveiligingsaspecten van webapplicatie ontwikkeling met PHP Versie 1.0 Wouter van Kuipers 7 7 2008 1 Inhoud 1 Inhoud... 2 2 Inleiding... 2 3 Probleemgebied... 3 3.1 Doelstelling...

Nadere informatie

Bantopa (Samen)werken aan Samenwerken

Bantopa (Samen)werken aan Samenwerken Bantopa (Samen)werken aan Samenwerken Masterclass - Alliantievaardigheden Een praktische leidraad voor toekomstige alliantiemanagers Samenwerken als Kerncompetentie De complexiteit van producten, processen

Nadere informatie

Toetsing Let op! Belangrijke data:

Toetsing Let op! Belangrijke data: Toetsing De toetsing voor dit leerarrangement Praktijkgericht Onderzoek LA5-jaar 1, bestaat uit twee onderdelen: 1. Een (schriftelijke) onderzoeksopzet; 2. Een (mondelinge) presentatie van (de kern van)

Nadere informatie

Community Planning. Draagvlak, participatie en sturing in de Nederlandse stedelijke gebiedsontwikkeling. 20-09-2007. planning.

Community Planning. Draagvlak, participatie en sturing in de Nederlandse stedelijke gebiedsontwikkeling. 20-09-2007. planning. Community Planning Draagvlak, participatie en sturing in de Nederlandse stedelijke gebiedsontwikkeling. organiserend vermogen visie plan community planning ruimtelijke kwaliteit loep ISmaatwerk-presentatie

Nadere informatie

Gids voor werknemers. Rexel, Building the future together

Gids voor werknemers. Rexel, Building the future together Gids voor werknemers Rexel, Building the future together Editorial Beste collega s, De wereld om ons heen verandert snel en biedt ons nieuwe uitdagingen en kansen. Aan ons de taak om effectievere oplossingen

Nadere informatie

Wisselwerking sociale en technische aspecten in lokale collectieve initiatieven. Stellingen:

Wisselwerking sociale en technische aspecten in lokale collectieve initiatieven. Stellingen: Wisselwerking sociale en technische aspecten in lokale collectieve initiatieven. Bij de wijkinitiatieven gaat het om het sociale aspect, de techniek is daarin belangrijk als input. Bij de wijkinitiatieven

Nadere informatie

Meer grip op klimaatbeleid

Meer grip op klimaatbeleid Meer grip op klimaatbeleid Klimaatbeleid voeren is complex. Het is interdisciplinair en omgeven met onzekerheid. Hoe zorg je als overheid dat je klimaatbeleid aansluit bij je ambities? En waarmee moet

Nadere informatie

Nieuwe retail business modellen. Partnervoorstel: ondersteunen en participeren

Nieuwe retail business modellen. Partnervoorstel: ondersteunen en participeren Nieuwe retail business modellen Partnervoorstel: ondersteunen en participeren Achtergrond Retail business modellen voor MKB ondernemers in de mode- en woonbranche Is het noodzakelijk? De combinatie voldoende

Nadere informatie

De burgemeester, Mr. J.H.C. van Zanen

De burgemeester, Mr. J.H.C. van Zanen voorstel aan de raad Opgesteld door Maatschappelijke Ontwikkeling Lourenz, I.J. (Ilonka) Kenmerk 16.501159 Vergadering Gemeenteraad Vergaderdatum 26 mei 2016 Jaargang en nummer 2016 43 Geheim Nee Visie

Nadere informatie

Samenvatting afstudeeronderzoek

Samenvatting afstudeeronderzoek Samenvatting afstudeeronderzoek Succesfactoren volgens bedrijfsleven in publiek private samenwerkingen mbo IRENE VAN RIJSEWIJK- MSC STUDENT BEDRIJFSWETENSCHAPPEN (WAGENINGEN UNIVERSITY) IN SAMENWERKING

Nadere informatie

DE CONSUMENT AAN HET STUUR. Stichting SIR-55 Tel. 040 242 32 23 info@sir-55.nl. www.sir-55.nl. www.sir-55.nl

DE CONSUMENT AAN HET STUUR. Stichting SIR-55 Tel. 040 242 32 23 info@sir-55.nl. www.sir-55.nl. www.sir-55.nl DE CONSUMENT AAN HET STUUR Stichting SIR-55 Tel. 040 242 32 23 info@sir-55.nl www.sir-55.nl www.sir-55.nl SIR-55 CREËERT BETROKKEN BEWONERS Wie zijn medioren? Medioren zijn actieve, vitale en maatschappelijk

Nadere informatie

WAT IS DE FOCUS VAN JE WENS TOT VERBETERING BEHOEFTE BEPALEN INNOVATIEVERKENNER AANLEIDING ACHTERGROND INNOVATIEVRAAG

WAT IS DE FOCUS VAN JE WENS TOT VERBETERING BEHOEFTE BEPALEN INNOVATIEVERKENNER AANLEIDING ACHTERGROND INNOVATIEVRAAG WAT IS DE FOCUS VAN JE WENS TOT VERBETERING BEHOEFTE BEPALEN INNOVATIEVERKENNER AANLEIDING ACHTERGROND INNOVATIEVRAAG WAT IS HET PROBLEEM ACHTER HET PROBLEEM BEHOEFTE BEPALEN 5X WAAROM PROBLEEMSTELLING:

Nadere informatie

De invloed en meerwaarde van extern bouwprojectmanagement

De invloed en meerwaarde van extern bouwprojectmanagement Afstudeerpresentatie, P5 De invloed en meerwaarde van extern bouwprojectmanagement Voor professioneel opdrachtgevende partijen n. Alexander van der Pol # 1321307 d. 23.06.09 m.1. m.2. m.3. dhr. prof.dr.ir.

Nadere informatie

Samen brengen we de praktijk verder

Samen brengen we de praktijk verder Samen brengen we de praktijk verder Stichting Kennis Stichting Kennis De Stichting Kennis (SKG) is een lerend netwerk van overheden en marktpartijen, die zich professioneel met gebiedsontwikkeling bezighouden.

Nadere informatie

STRATEGISCHE MARKETINGPLANNING 07

STRATEGISCHE MARKETINGPLANNING 07 07 HBO Marketing / Marketing management Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 M Doel van een concurrentenanalyse: F inzicht verkrijgen in sterke en zwakke punten van

Nadere informatie

leergang projectontwikkeling

leergang projectontwikkeling Inleiding Professionalisering van het vak is in alle NEPROM-opleidingen hét uitgangspunt Een goede samenwerking tussen overheid en smaatschappijen bevorderen, staat bij de NEPROM hoog op de agenda. Daarnaast

Nadere informatie

Tevredenheid en productiviteit op de radiologie afdeling

Tevredenheid en productiviteit op de radiologie afdeling Tevredenheid en productiviteit op de radiologie afdeling De invloed van fysieke omgevingsfactoren Adding value by Corporate Real Estate Anne-Marie Lommerse Technische Universiteit Januari 2015 Technische

Nadere informatie

Mastermind groep. Business Development. Leiderschap in het creëren van een sterke business

Mastermind groep. Business Development. Leiderschap in het creëren van een sterke business Mastermind groep Business Development Leiderschap in het creëren van een sterke business Business Development Leiderschap in het creëren van een sterke business In turbulente tijden staat uw business voortdurend

Nadere informatie

Evenwichtig woningaanbod

Evenwichtig woningaanbod ONDERZOEKSOPZET Evenwichtig woningaanbod 24 maart 2017 1 Inhoudsopgave 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding 5 1.2 Leeswijzer 6 2 Doel en probleemstelling van het onderzoek 7 2.1 Doelstelling 7 2.2 Probleemstelling

Nadere informatie

De Veranderplanner. Vilans 2011 Michiel Rutjes, Carolien Gooiker, Marjolein van Vliet. Veranderplanner (Versie )

De Veranderplanner. Vilans 2011 Michiel Rutjes, Carolien Gooiker, Marjolein van Vliet. Veranderplanner (Versie ) De Veranderplanner Wanneer een zorgorganisatie een verandering invoert zijn er veel factoren die het succes van deze verandering bepalen. Dit instrument, de veranderplanner, is gemaakt om voorafgaand aan

Nadere informatie

ontwikkeling wordt een begrip

ontwikkeling wordt een begrip ontwikkeling wordt een begrip Ambitieus en nieuwsgierig Vooraan in de bus, met de neus tegen het raam. Niet geheel zonder risico. Want wie iets groots wil verrichten, moet weten waar het gebeurt. Wat mensen

Nadere informatie

Dé BREEAM Uitdaging het onderzoeksvoorstel

Dé BREEAM Uitdaging het onderzoeksvoorstel 63 Dé BREEAM Uitdaging het onderzoeksvoorstel BREEAM-NL In Use is, als het gaat om de gebouwde omgeving te verduurzamen, een heel bruikbaar instrument. Wij, Sannie Verweij van Gebouwinzicht en Robert Sengers

Nadere informatie

Nieuwe verdienmodellen

Nieuwe verdienmodellen INLEIDING Welk antwoord krijg je als je iemand vraagt wanneer een bedrijf het goed doet? Negen van de tien keer krijg je te horen dat een bedrijf het goed doet als het een hoge omzet heeft en veel winst

Nadere informatie

KOERSEN OP SUCCES Workshops strategische teamontwikkeling

KOERSEN OP SUCCES Workshops strategische teamontwikkeling KOERSEN OP SUCCES Workshops strategische teamontwikkeling Koersen op Succes Of het nu gaat om het verwezenlijken van plannen, het behalen van gestelde doelen, het leuker maken van een organisatie of het

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Feedforward en beoordeling Afstudeeronderzoek eindfase studiejaar 2014-2015 VT-DT Feedforwardformulier afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

PROCESPLAN INTERACTIEF WERKEN LANGEDIJK ONTWIKKELT MET WATER Vastgesteld door college van B&W d.d. 26 april 2016

PROCESPLAN INTERACTIEF WERKEN LANGEDIJK ONTWIKKELT MET WATER Vastgesteld door college van B&W d.d. 26 april 2016 PROCESPLAN INTERACTIEF WERKEN LANGEDIJK ONTWIKKELT MET WATER Vastgesteld door college van B&W d.d. 26 april 2016 Conform: De Langedijker werkwijze, Notitie interactief werken gemeente Langedijk op basis

Nadere informatie

Kwaliteitscriteria voor GKC innovatieprojecten

Kwaliteitscriteria voor GKC innovatieprojecten Groene Kennis Coöperatie Kwaliteitscriteria voor GKC innovatieprojecten Waar is dit instrument voor bedoeld? Binnen de GKC, o.a. via KIGO, worden veel projecten uitgevoerd. We hebben gemerkt dat (te) veel

Nadere informatie

Tussen-Feedbackformulier minor cultuureducatie (week 5 en 9 op onderdelen die in portfolio getoetst worden) Datum:

Tussen-Feedbackformulier minor cultuureducatie (week 5 en 9 op onderdelen die in portfolio getoetst worden) Datum: Tussen-Feedbackformulier minor cultuureducatie 2016-2017 (week 5 en 9 op onderdelen die in portfolio getoetst worden) Datum: 26-5-2017 Naam: Ingevuld door Britt Vereijken voor Danique van Hassel. Gericht

Nadere informatie

Beleidsplan Tellus Film Fundering

Beleidsplan Tellus Film Fundering Beleidsplan 2018-2022 Tellus Film Fundering Indeling: 1. Samenvatting 2. Inleiding 3. Missie en visie 4. Wat biedt de stichting? 5. Speerpunten voor de komende jaren 6. Professionalisering van de organisatie

Nadere informatie

Tabel 3-1 bedragen x 1.000

Tabel 3-1 bedragen x 1.000 3 Ruimte en Wonen Wat mag het kosten Tabel 3-1 bedragen x 1.000 2018 2019 2020 2021 2022 actualisatie perspectief energie hoofdinfrastructuur -0,1 actualisatie Wabo 1,0 0,3 0,3 0,3 0,3 kavelwinkel ICT

Nadere informatie

STRATEGISCHE MARKETINGPLANNING 07

STRATEGISCHE MARKETINGPLANNING 07 07 HBO Marketing / Marketing management Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 M Doel van een concurrentenanalyse: F inzicht verkrijgen in sterke en zwakke punten van

Nadere informatie

STRATAEGOS CONSULTING

STRATAEGOS CONSULTING STRATAEGOS CONSULTING EXECUTIE CONSULTING STRATAEGOS.COM WELKOM EXECUTIE CONSULTING WELKOM BIJ STRATAEGOS CONSULTING Strataegos Consulting is een strategie consultancy met speciale focus op strategie executie.

Nadere informatie

De algemene probleemstelling van dit afstudeeronderzoek heb ik als volgt geformuleerd:

De algemene probleemstelling van dit afstudeeronderzoek heb ik als volgt geformuleerd: Inleiding Mijn afstudeeronderzoek richt zich op het bepalen van de juiste sourcingadvies per IT-proces van een organisatie. Voorlopig hanteer ik de definitie van Yang en Huang (2000) met betrekking tot

Nadere informatie

Informational Governance

Informational Governance Story Informational Governance Juli 2013 Nog niet zo heel lang geleden voltrokken veranderingen in de maatschappij zich volgens logische, min of meer vaste patronen. Overheden, bedrijven, wetenschappers,

Nadere informatie

LEAN MANAGEMENT TOOLS ARBEIDSPRODUCTIVITEIT

LEAN MANAGEMENT TOOLS ARBEIDSPRODUCTIVITEIT LEAN MANAGEMENT TOOLS ARBEIDSPRODUCTIVITEIT HOE LEAN MANAGEMENT TOOLS ARBEIDSPRODUCTIVITEIT OP DE BOUWPLAATS KUNNEN VERHOGEN N i c k y S a r g e n t i n i Design & Construction Management Real Estate &

Nadere informatie

Introductie Methoden Bevindingen

Introductie Methoden Bevindingen 2 Introductie De introductie van e-health in de gezondheidszorg neemt een vlucht, maar de baten worden onvoldoende benut. In de politieke en maatschappelijke discussie over de houdbaarheid van de gezondheidszorg

Nadere informatie

CIVIC CROWDFUNDING VOOR EINDHOVEN

CIVIC CROWDFUNDING VOOR EINDHOVEN Raadsnummer 15R6401 CIVIC CROWDFUNDING VOOR EINDHOVEN Inleiding Crowdfunding is een vorm van financiering voor projecten en ondernemingen. Een grote groep mensen legt een klein bedrag in om een project

Nadere informatie

Factsheet Doelenboom. Factsheet Doelenboom

Factsheet Doelenboom. Factsheet Doelenboom Factsheet Doelenboom Datum: 29 maart 2019 Versie: definitief, 2.0, vastgesteld door PMT (07-03-2019) Toelichting/context: Waterschappen gaan uit van de methode van functionele classificatie en willen op

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/33081 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/33081 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/33081 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Stettina, Christoph Johann Title: Governance of innovation project management

Nadere informatie

Sociale innovatie. Integraal op weg naar topprestaties in teams en organisaties

Sociale innovatie. Integraal op weg naar topprestaties in teams en organisaties Sociale innovatie Integraal op weg naar topprestaties in teams en organisaties DATUM 1 maart 2014 CONTACT Steef de Vries MCC M 06 46 05 55 57 www.copertunity.nl info@copertunity.nl 2 1. Wat is sociale

Nadere informatie

Bedrijfsverzamelgebouwen

Bedrijfsverzamelgebouwen Bedrijfsverzamelgebouwen Een onderzoek naar de toegevoegde waarde van bedrijfsverzamelgebouwen P5 presentatie 2 juli 2014 Student: Jeroen Ketting, 4168860 Faculteit TU Delft, Bouwkunde Afdeling: Real Estate

Nadere informatie

Architecture Governance

Architecture Governance Architecture Governance Plan van aanpak Auteur: Docent: Stijn Hoppenbrouwers Plaats, datum: Nijmegen, 14 november 2003 Versie: 1.0 Inhoudsopgave 1. INLEIDING... 3 2. PROBLEEMSTELLING EN DOELSTELLING...

Nadere informatie

Plan van Aanpak. Auteur: Roel Konieczny Docent: Stijn Hoppenbrouwers Plaats, datum: Nijmegen, 7 mei 2004 Versie: 1.0

Plan van Aanpak. Auteur: Roel Konieczny Docent: Stijn Hoppenbrouwers Plaats, datum: Nijmegen, 7 mei 2004 Versie: 1.0 Plan van Aanpak Auteur: Roel Konieczny Docent: Stijn Hoppenbrouwers Plaats, datum: Nijmegen, 7 mei 2004 Versie: 1.0 Plan van Aanpak Roel Konieczny Inhoudsopgave 1 INLEIDING... 3 2 PROBLEEMGEBIED EN DOELSTELLING...

Nadere informatie

Global Project Performance

Global Project Performance Return on investment in project management P3M3 DIAGNOSTIEK IMPLEMENTATIE PRINCE2 and The Swirl logo are trade marks of AXELOS Limited. P3M3 -DIAGNOSTIEK (PROJECT PROGRAMMA PORTFOLIO MANAGEMENT MATURITY

Nadere informatie

Het succes van samen werken!

Het succes van samen werken! White paper Het succes van samen werken! Regover B.V. Bankenlaan 50 1944 NN Beverwijk info@regover.com www.regover.com Inleiding Regover B.V., opgericht in 2011, is gespecialiseerd in het inrichten en

Nadere informatie

Regionale broedplaatsen voor onderzoek en praktijkleren

Regionale broedplaatsen voor onderzoek en praktijkleren Werkplaatsen Sociaal Domein Regionale broedplaatsen voor onderzoek en praktijkleren www.werkplaatsensociaaldomein.nl Verbinden en versterken De transitie en vooral de daaruit voortvloeiende transformaties

Nadere informatie

Programma Zelfbouw Rotterdam 2015-2018

Programma Zelfbouw Rotterdam 2015-2018 Programma Zelfbouw Rotterdam 2015-2018 2 Programma Zelfbouw Rotterdam 2015-2018 pakjeruimte.nl zelfbouw@rotterdam.nl facebook.com/zb010 pinterest.com/pakjeruimte Programma zelfbouw rotterdam 2015-2018

Nadere informatie

COMPETENTIE- ONTWIKKELPLAN. Tim Veerman. Klas: IG_203 Studentnummer: Periode: Loopbaanadviseur: Alexander Mulder

COMPETENTIE- ONTWIKKELPLAN. Tim Veerman. Klas: IG_203 Studentnummer: Periode: Loopbaanadviseur: Alexander Mulder COMPETENTIE- ONTWIKKELPLAN Tim Veerman Klas: IG_203 Studentnummer: 500676694 Periode: 2015-2016 Loopbaanadviseur: Alexander Mulder Inhoudsopgave Visie op Studie en beroep... 2 Studievoortgang... 3 SWOT

Nadere informatie

Het beste idee van Nederland

Het beste idee van Nederland School: Bedrijf: Titel project: 1. De opdracht Opdrachtgever De opdrachtgever is Manon Vos-Vlamings, docente Human Technology/Industrieel product ontwerpen aan de Hanzehogeschool in Groningen. Situatie

Nadere informatie

Communicatie & Multimedia Design. Onderzoeksopzet. Afstudeerstage mt&v

Communicatie & Multimedia Design. Onderzoeksopzet. Afstudeerstage mt&v Communicatie & Multimedia Design Onderzoeksopzet Afstudeerstage mt&v Michel Janse 24 6 2010 Inleiding. In dit document geef ik een conceptuele weergave van het pad dat ik tijdens mijn onderzoek en het

Nadere informatie

Zo kijkt VVJ naar participatie 1

Zo kijkt VVJ naar participatie 1 Zo kijkt VVJ naar participatie Groeien naar meer participatief besturen Groeien naar, want kun je niet snel snel, en niet in je eentje Participatief besturen : is voor VVJ een voorwaarde voor goed beleid

Nadere informatie

Het beste idee van Nederland

Het beste idee van Nederland Het beste idee van Nederland 1. DE OPDRACHT Opdrachtgever De opdrachtgever is Manon Vos-Vlamings, docente Human Technology/Industrieel product ontwerpen aan de Hanzehogeschool in Groningen. Situatie Bekend

Nadere informatie

NIEUWE ROL BELEGGERS ALS FINANCIER VAN VASTGOEDONTWIKKELING VOOR DE VRIJE HUURSECTOR

NIEUWE ROL BELEGGERS ALS FINANCIER VAN VASTGOEDONTWIKKELING VOOR DE VRIJE HUURSECTOR NIEUWE ROL BELEGGERS ALS FINANCIER VAN VASTGOEDONTWIKKELING VOOR DE VRIJE HUURSECTOR Een onderzoek naar de potentie van nieuwe verdienmodellen vanuit het perspectief van de belegger 13 april 2016 - P5

Nadere informatie

Oriëntatie op ondernemerschap

Oriëntatie op ondernemerschap Keuzedeel mbo Oriëntatie op ondernemerschap gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0080 Penvoerder: Sectorkamer handel Gevalideerd door: Sectorkamer Handel Op: 10-11-2015 2 van 6 1. Algemene

Nadere informatie

nieuwe media Joris Burggraaff, scriptiepresentatie

nieuwe media Joris Burggraaff, scriptiepresentatie Joris Burggraaff, scriptiepresentatie Dr. ir. T.A. Daamen (1e mentor) Dr. ir. L. H.M.J. Lousberg (2e mentor) Dr. ir. K.J. Vollers (gecommitteerde) nieuwe media ; een online platform om communicatie te

Nadere informatie

DE STURING OP RUIMTELIJKE KWALITEIT IN DE ONTWIKKELING VAN NIEUWBOUWWIJKEN. 22 juni P5 - Roelof Achterveld

DE STURING OP RUIMTELIJKE KWALITEIT IN DE ONTWIKKELING VAN NIEUWBOUWWIJKEN. 22 juni P5 - Roelof Achterveld DE STURING OP RUIMTELIJKE KWALITEIT IN DE ONTWIKKELING VAN NIEUWBOUWWIJKEN 22 juni 2016 Inhoud 2 Aanleiding Probleemstelling Onderzoeksvragen Onderzoeksmethoden Beoogde resultaten Bevindingen Literatuurstudie

Nadere informatie

WHITEPAPER Nl-ANALYSE

WHITEPAPER Nl-ANALYSE WHITEPAPER Nl-ANALYSE Inhoudsopgave: 1. Wat is een Next Level-analyse? 2. Waarom een Next Level-analyse en wat is de toegevoegde waarde? 3. Hoe komt een Next Level-analyse tot stand? 4. Dan is er en analyse,

Nadere informatie

1. Management samenvatting

1. Management samenvatting Voorwoord Het plan van aanpak dat hier zal worden weergegeven is een voorbereiding op de ontwikkelingen van het project voor ICT en Media Design van Semester 6. Hierin gaan wij in een groep van 5 studenten

Nadere informatie

Kennisdocument 5: DE CAPACITEIT VAN EEN ORGANISATIE

Kennisdocument 5: DE CAPACITEIT VAN EEN ORGANISATIE Kennisdocument 5: DE CAPACITEIT VAN EEN ORGANISATIE Inhoud Het stappenplan: voor de capaciteitsanalyse van PI en PE 4 Uitvoering organisatieanalyse 5 Het opbouwen van de capaciteiten van een organisatie

Nadere informatie

MVO-Control Panel. Instrumenten voor integraal MVO-management. MVO en reorganisatie. Een model voor verantwoorde en succesvolle reorganisatie

MVO-Control Panel. Instrumenten voor integraal MVO-management. MVO en reorganisatie. Een model voor verantwoorde en succesvolle reorganisatie MVO-Control Panel Instrumenten voor integraal MVO-management MVO en reorganisatie Een model voor verantwoorde en succesvolle reorganisatie 1 Inhoudsopgave Mvo en reorganisatie Verantwoord en succesvol

Nadere informatie

Veranderende informatiebehoefte bij opdrachtgevers in de bouw

Veranderende informatiebehoefte bij opdrachtgevers in de bouw Veranderende informatiebehoefte bij opdrachtgevers in de bouw Prof.dr.ir. Marleen Hermans Leerstoel Publiek opdrachtgeverschap in de bouw, TU Delft Managing Partner, Brink Management & Advies mede mogelijk

Nadere informatie

12/2012. Rob. Loslaten in vertrouwen. Loslaten in vertrouwen. Naar een nieuwe verhouding tussen overheid, markt én samenleving.

12/2012. Rob. Loslaten in vertrouwen. Loslaten in vertrouwen. Naar een nieuwe verhouding tussen overheid, markt én samenleving. 12/2012 Loslaten in vertrouwen Rob Raad Ropenbaar voor het bestuur Loslaten in vertrouwen Naar een nieuwe verhouding tussen overheid, markt én samenleving December 2012 Rob Inhoud Voorwoord 3 Samenvatting

Nadere informatie

Overheden als moderne opdrachtgever

Overheden als moderne opdrachtgever Overheden als moderne opdrachtgever Organisatorische randvoorwaarden voor professioneel opdrachtgeverschap bij nieuwe samenwerkingsvormen bij Waterschappen Prof.dr.ir. Marleen Hermans, TU Delft, Bouwkunde,

Nadere informatie

Visiedocument Expertisenetwerk Kinder- en Jeugdpsychiatrie (EKJP)

Visiedocument Expertisenetwerk Kinder- en Jeugdpsychiatrie (EKJP) Visiedocument Expertisenetwerk Kinder- en Jeugdpsychiatrie (EKJP) I/ Inleiding Het aantal kinderen en jongeren met ernstige psychische problemen is goed bekend. Zowel in Nederland als in andere landen

Nadere informatie

VVG Congres Visie op de toekomst vanuit de markt

VVG Congres Visie op de toekomst vanuit de markt Visie op de toekomst vanuit de markt Peter van der Gugten Algemeen directeur, Proper-Stok Ontwikkelaars, Ede Proper-Stok sterkt de stad Kennis Creativiteit - Innovatie én Ondernemerschap Waar is in NL

Nadere informatie

Nameting Scan Mijn Bedrijf 2.0 2011-2012

Nameting Scan Mijn Bedrijf 2.0 2011-2012 Sociale innovatie De volgende vragen gaan over sociale innovatie en innovatief ondernemingsbeleid. Sociale Innovatie is een vernieuwing of een verbetering in de arbeidsorganisatie en in de arbeidsrelaties

Nadere informatie

Profiel Product Verantwoording. LOB (Loopbaan oriëntatie en begeleiding) Leraren Opleiding. Management & Organisatie

Profiel Product Verantwoording. LOB (Loopbaan oriëntatie en begeleiding) Leraren Opleiding. Management & Organisatie Opdracht: Profiel Product Verantwoording LOB (Loopbaan oriëntatie en begeleiding) Leraren Opleiding Management & Organisatie Naam auteur(s) Vakgebied Bart Deelen M&O Student nr 10761799 Titel Onderwerp

Nadere informatie

Presenteer je eigen onderzoek op de Mbo Onderzoeksdag op 12 november 2015!

Presenteer je eigen onderzoek op de Mbo Onderzoeksdag op 12 november 2015! Voorstellen voor onderzoekspresentaties Mbo Onderzoeksdag Presenteer je eigen onderzoek op de Mbo Onderzoeksdag op 12 november 2015! Indienen van een voorstel kan tot en met 15 mei 2015 via e-mailadres:

Nadere informatie

1. De methodiek Management Drives

1. De methodiek Management Drives 1. De methodiek Management Drives Management Drives is een unieke methodiek die u concrete handvatten biedt in het benaderen van de ontwikkeling van individu, team en organisatie. De methodiek kent een

Nadere informatie

RAADSBERICHT (voor de leden van de raad en de algemene raadscommissie)

RAADSBERICHT (voor de leden van de raad en de algemene raadscommissie) RAADSBERICHT (voor de leden van de raad en de algemene raadscommissie) Van Aan : het college van burgemeester en wethouders : de raads- en commissieleden Datum : 23 juni 2015 Nr. : 2015-66 Portefeuillehouder:

Nadere informatie

Rekenvoorbeeld Management Buy Out

Rekenvoorbeeld Management Buy Out Rekenvoorbeeld Management Buy Out Introductie Bedankt voor uw interesse in de management buy-out! Om u een beter beeld te laten krijgen in wat een management buy-out inhoudt heeft Lingedael Corporate Finance

Nadere informatie

Auditrapportage 2014. Bijlage 1 Typologieën en het fasemodel. Dynamiek onderweg

Auditrapportage 2014. Bijlage 1 Typologieën en het fasemodel. Dynamiek onderweg Auditrapportage 2014 Bijlage 1 Typologieën en het fasemodel Dynamiek onderweg De vier geïdentificeerde typologieën van de Centra co-creator; incubator; transformator; facilitator - zijn hieronder kort

Nadere informatie

Jeroen Geerdink, Stimuland Okkenbroek, 13 januari 2015

Jeroen Geerdink, Stimuland Okkenbroek, 13 januari 2015 Jeroen Geerdink, Stimuland Okkenbroek, 13 januari 2015 Op weg naar een nieuw platteland Minder voorzieningen Dienstverlening/retail verandert Digitalisering communicatie en werkprocessen Sociale levenstructuren

Nadere informatie

Onderzoek naar de evalueerbaarheid van gemeentelijk beleid

Onderzoek naar de evalueerbaarheid van gemeentelijk beleid Onderzoek naar de evalueerbaarheid van gemeentelijk beleid Plan van aanpak Rekenkamer Maastricht februari 2007 1 1. Achtergrond en aanleiding 1 De gemeente Maastricht wil maatschappelijke doelen bereiken.

Nadere informatie

Ontwikkelvoorstel stappenplan

Ontwikkelvoorstel stappenplan Ontwikkelvoorstel stappenplan Over DTT DTT opereert op het snijvlak van creativiteit en techniek, een bijzondere en specialistische combinatie. Daarom treden wij naar voren als expert en adviseur. Als

Nadere informatie

Titeldia. Ondertitel. Naam Achternaam, Functie of Afdelingsnaam. Ir. Niels Nieboer MRE Syntrus Achmea Real Estate & Finance

Titeldia. Ondertitel. Naam Achternaam, Functie of Afdelingsnaam. Ir. Niels Nieboer MRE Syntrus Achmea Real Estate & Finance Titeldia Ondertitel Naam Achternaam, Functie of Afdelingsnaam Ir. Niels Nieboer MRE Syntrus Achmea Real Estate & Finance Onderzoeksvraag Hoe moet een Real Estate Investment Manager zich - gegeven de veranderende

Nadere informatie

Kennisdeling in lerende netwerken

Kennisdeling in lerende netwerken Kennisdeling in lerende netwerken Managementsamenvatting Dit rapport presenteert een onderzoek naar kennisdeling. Kennis neemt in de samenleving een steeds belangrijker plaats in. Individuen en/of groepen

Nadere informatie

Begrijpen Verbinden Meedoen communicatieplan transities sociaal domein Rivierenland

Begrijpen Verbinden Meedoen communicatieplan transities sociaal domein Rivierenland september 13 Begrijpen Verbinden Meedoen communicatieplan transities sociaal domein Rivierenland Als je doet wat je altijd deed, krijg je wat je altijd kreeg. (Albert Einstein, 1879-1955) M e r k c o a

Nadere informatie

Wilt u continu verbeteren én besparen?

Wilt u continu verbeteren én besparen? Wilt u continu verbeteren én besparen? RORE staat voor Return on Real Estate; continu verbeteren en besparen mét uw vastgoedportefeuille. Middels de RORE-raamovereenkomst wordt afgesproken dat wij risicodragend,

Nadere informatie

Workshop House of Tomorrow Today

Workshop House of Tomorrow Today Workshop House of Tomorrow Today Ontsnap eens uit het peloton! 1. Teken uw keten(s) eens uit, vanaf grondstoffen (aanbod) t/m eindgebruiker (vraag). 2. Genereer probleem-klant combinaties. 3. Selecteer

Nadere informatie