VOLKSGEZONDHEID. 11 en 12 april 2012 VU medisch centrum Amsterdam. NEDERLANDS CONGRES Volksgezondheid 2012 JAAR

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VOLKSGEZONDHEID. 11 en 12 april 2012 VU medisch centrum Amsterdam. NEDERLANDS CONGRES Volksgezondheid 2012 JAAR"

Transcriptie

1 NEDERLANDS CONGRES Volksgezondheid 0 0 JAAR S A M E N I N V E S T E R E N I N G E Z O N D H E I D VOLKSGEZONDHEID 0 en april 0 VU medisch centrum Amsterdam tsg jaargang 90 / 0 nummer Nederlands Congres Volksgezondheid - pagina

2 Algemene informatie Algemene informatie Nederlands Congres Volksgezondheid (NCVGZ) 0 Het NCVGZ 0 wordt georganiseerd door de Stichting Nederlands Congres Volksgezondheid, waarin participeren: NPHF, ZonMw, NSPOH, V&W, Samenwerkende Gezondheidsfondsen, GGD Nederland, KAMG, Ministerie van VWS, NVAG, TNO, NVPG, RIVM, NCOG, Trimbos Instituut VUmc en GGD Kennemerland. Volksgezondheid.0 De gemiddelde Nederlander wordt steeds ouder maar ook dikker. Bovendien krijgen we steeds meer last van chronische ziekten. De andere kant van de medaille is dat de levensverlengende medische technologie verbetert. Het gevolg? Toenemende problemen met de inhoud en het volume aan zorg, maar ook knellende vraagstukken rondom gezondheid en de inzetbaarheid als de pensioenleeftijd omhoog gaat. Doen we daar niets aan, dan worden de kosten van de gezondheidszorg onbeheersbaar. Doen we wel iets, dan is de vraag: wat dan? Volksgezondheid.0 is niet voor niets de insteek van het Nederlands Congres Volksgezondheid 0. Sprekers: o.m. Nick Wareham, Bas Bloem, Erik Scherder, Eric van der Burg en Ab Klink! Op beide congresdagen kunt u zich laten verrassen door boeiende lezingen. Zo houdt Nick Wareham (Cambridge, Groot Brittannië) op woensdag april de Wilhelmina Rouwenhorst lezing - Strategies for the prevention of lifestylerelated chronic disease. Ook wordt stil gestaan bij het negentigjarig jubileum van TSG. De eerste congresdag wordt afgesloten met een feestelijke borrel. Op donderdag april vindt er een forumdiscussie plaats met bijdragen van professor Ab Klink, Eric van der Burg, Leo Hartveld, Marjolein Verstappen en Marry de Gaay-Fortman. Wat betekent de toekomstige zorg voor de volksgezondheid en hoe houden we de kosten beheersbaar? Op beide dagen kunt u zich in parallelsessies verdiepen in het congresthema Volksgezondheid.0. Er zijn onder andere: interactieve workshops over de toekomst van de volksgezondheid en actuele onderwerpen op ons vakgebied; inspirerende minisymposia met presentaties over interessante onderwerpen uit beleid, praktijk en onderzoek; mondelinge presentaties rondom actuele thema s. Nieuw en vertrouwd Het congres heeft veel te bieden; een boeiend plenair programma, 4 workshops, 6 inspirerende symposia, 8 sessies met mondelinge presentaties, de mogelijkheid om mee twitteren, de informatiemarkt, eposters en een Meetthe-expert-ontbijtsessie. Prijsuitreiking Op de eerste congresdag zal bekend worden gemaakt welke jonge onderzoeker met de Volksgezondheidsprijs naar huis mag. Deze prijs wordt jaarlijks toegekend aan een beginnend onderzoeker die zich op een bijzondere wijze verdienstelijk heeft gemaakt bij de wetenschappelijke bestudering van een maatschappelijk probleem. Informatiemarkt Op de informatiemarkt laat een groot aantal organisaties zien wat zij allemaal op het terrein van de openbare gezondheidszorg/public en Occupational Health doen. Ook een prima plaats om persoonlijke contacten te leggen! eposters! Ruim 50 beleidsmedewerkers en onderzoekers laten middels eposters zien, welke resultaten zij met hun project en/ of onderzoek bereikt hebben. Datum / plaats Woensdag en donderdag april 0 in de aula van de Vrije Universiteit van Amsterdam (De Boelelaan HV Amsterdam). Deelnamekosten / betaling Deelname aan het congres kost 400,- voor twee dagen en 00,- voor één dag. Studenten krijgen 50% korting (op vertoon van de collegekaart). Doelgroep Het congres is bedoeld voor beleidsmedewerkers, bestuurders, onderzoekers, uitvoerders, zorgverzekeraars en alle anderen die werkzaam zijn op of interesse hebben in het brede werkterrein van de Volksgezondheid (Public & Occupational Health/ Openbare Gezondheidszorg). Accreditatie Accreditatie is aangevraagd bij: het Accreditatiebureau Sociale Geneeskunde voor artsen voor arbeid en gezondheid, bedrijfsartsen en artsen voor maatschappij en gezondheid, werkzaam in de jeugdgezondheidszorg, algemene gezondheids-zorg en medische milieukunde het College voor Accreditatie Huisartsen V&VN kwaliteitsregister verpleegkundigen & verzorgenden Naar verwachting zal deelname aan het gehele congres ( dagen) 8-0 registratiepunten opleveren. Voor de laatste informatie verwijzen wij naar Informatie en organisatie Voor praktische informatie kunt u contact opnemen met: decongresbalie - Anke Peters Bredaseweg 08a, 490 NS Oosterhout E info@decongresbalie.nl T W Voor overige informatie: NPHF p/a NIVEL Postbus 56, 500 BN Utrecht E info@ncvgz.nl T W Het congres is mede mogelijk gemaakt door: Ministerie van VWS Ministerie van EL&I Centrum Media & Gezondheid Nationale Hoorstichting PriceWaterhouseCoopers tsg jaargang 90 / 0 nummer Nederlands Congres Volksgezondheid - pagina

3 Samenstelling Stuurgroep Prof. dr. N. de Vries, Universiteit Maastricht (voorzitter) H. Baaijens, NPHF Dr. B.J.F. Boon, Trimbos Instituut Dr. J. Bruil, ZonMw Dr. S.B. Detmar, TNO Kwaliteit van Leven Drs. I. Douwes, NSPOH Drs. J. Drewes, NVAG Drs. L. van der Heijden, Ministerie van VWS Dr. J. Keijsers, NVPG A. Koornstra, GGD Nederland Dr. M. Leurs, RIVM Prof. dr. D. van de Mheen, V&W IVO Rotterdam Prof. dr. W. van Mechelen, VUmc Drs. J. Nauta, VUmc Drs. A.H. Rijsemus, NCOG M. Schrijver, Gezamenlijke Gezondheidsfondsen Dr. A.S. Singh, VUmc Dr. M.B.M. Soethout, VUmc Samenstelling Abstractcommissie Dr. A.S. Singh, VUmc - voorzitter Dr. J. Bruil, ZonMw Drs. J. Drewes, NVAG Dr. J. Harting, AMC/UvA L. Hommels, Tactus Verslavingszorg Dr. P. Kocken, TNO Kwaliteit van Leven Dr. M. Leurs, RIVM Dr. F. van der Lucht, RIVM Dr. S.Y.M. Mérelle, GGD Kennemerland Prof. dr. Dike van de Mheen, V&W en IVO Dr. M.B.M. Soethout, VUmc Samenstelling organisatiecommissie Prof. dr. W. van Mechelen Vumc, voorzitter H. Baaijens, NPHF Prof. dr. L. van de Goor, bestuur V&W A. Koornstra, GGD Nederland Ir. J.M. Melse, VTV-RIVM Dr. S.Y.M. Mérelle, GGD Kennemerland Drs. M.C. Morssink, GGD Kennemerland Drs. J. Nauta, VUmc A. Peters, decongresbalie Dr. A.S. Singh, VUmc Dr. M.B.M. Soethout, VUmc Prof. dr. D.R.M. Timmermans, VUmc tsg jaargang 90 / 0 nummer Nederlands Congres Volksgezondheid - pagina

4 Programma Programma april :5 Ontvangst en registratie Opening door prof. dr. Nanne de Vries - voorzitter Nederlands Congres Volksgezondheid / dagvoorzitter en prof. dr. Willem van Mechelen - gastheer Nick Wareham, director of the MRC Epidemiology Unit / UKCRC Centre of Public Health Research Excellence CEDAR Wilhelmina Rouwenhorst lezing: Strategies for the prevention of lifestyle-related chronic disease Pauze e ronde mondelinge presentaties, symposia en workshops Lunchpauze - informatiemarkt - posterpresentaties (eposters) e ronde mondelinge presentaties, symposia en workshops Pauze Uitreiking V&W volksgezondheidsprijs 0 Prof. dr. Jet Smits, voorzitter V&W Prof. dr. Erik Scherder, hoofd afd. Klinische Neuropsychologie VU Amsterdam (Niet) bewegen, geheugen, veroudering en dementie Prof. dr. Mart van Lieburg Public Health.0 in de spiegel van 90 jaar TSG Afsluiting eerste congresdag Borrel en gelegenheid tot netwerken Donderdag april :5 Meet the expert ontbijtsessie Ontvangst en registratie Opening door de dagvoorzitter, prof. dr. Willem van Mechelen Prof. dr. Bas Bloem, hoogleraar neurologische bewegingsstoornissen afd. Neurologie UMC St Radboud Nijmegen Een nieuwe rol voor patiënt en professional Pauze e ronde mondelinge presentaties, symposia en workshops Lunchpauze - informatiemarkt - posterpresentaties (eposters) e ronde mondelinge presentaties, symposia en workshops Pauze Eric van der Burg, Wethouder Zorg & Sport Gemeente Amsterdam Nieuw Amsterdams zorgbeleid: van aanspraak naar noodzaak Debat Volksgezondheid.0; Wie is aan zet? Met Ab Klink (hoogleraar Vrije Universiteit), Eric van der Burg (wethouder Amsterdam), Leo Hartveld (raadslid FNV), Marjolein Verstappen (raad van bestuur Agis) en Marry de Gaay-Fortman (VNO-NCW regio Amsterdam) Presentatie Universiteit Wageningen; gastheer NCVGZ Afsluiting NCVGZ Borrel en gelegenheid tot netwerken tsg jaargang 90 / 0 nummer Nederlands Congres Volksgezondheid - pagina 4

5 Deelsessies Onderstaand volgen alleen de titels van de verschillende deelsessies; de abstracts hiervan zijn te downloaden van de congreswebsite: en van de site van TSG (via: Woensdag april, Ronde I, uur Mondelinge presentaties Kanker Alcohol en Tabak Ouderen.0 4 Lokale Gezondheidsbevordering 5 Jeugdgezondheidszorg Symposia 6 Hoe weet ik waarom interventies werken en voor wie? Evaluatie van mediatoren, moderatoren en implementatie Workshops 0 Het gebruik van GPS in gezondheidszorgonderzoek Maatschappelijke participatie in 050: het verkennen van meerdere toekomsten Integrale en Nabije Basiszorg: inhoud, participanten en (financiële) organisatie van populatiegerichte zorg en bekostiging Update! Sekspartners waarschuwen van.0 naar.0 4 Wat je ziet en ervaart door een andere bril, praktijkgericht programmeren van (sport)onderzoek 5 Transmedia en gezondheidscommunicatie.0 7 Samen aan de bal; wederzijdse beleidsbeïnvloeding met 8 verschillende gemeenten 8 Gezond (weer) aan het werk; E-health interventies voor werknemers 9 Naar een gezonder Europa in 00, ambities van de EU, WHO en Nederland? Ronde II, uur Mondelinge presentaties 6 Diversiteit 7 Omgeving & beweging 8 Infectieziekten 9 Geestelijke Gezondheidszorg Symposia 0 Nieuwe ontwikkelingen in de palliatieve zorg Verloskunde en volksgezondheid.0: Beginnen bij het begin voor gezonde toekomstige generaties Online computer tailoring: een veelbelovende strategie binnen de ehealth Workshops 4 Investeren in kosteneffectieve interventies. Van wetenschap naar beleid. 5 EHealth Living Labs: Lessen uit twee zorgportalen 6 Van onderzoeksresultaten naar succesvolle interventies en Beleid: het INPACT-onderzoek over voedingsgedrag van basisschoolkinderen 7 Publicaties.0 8 GGD: klaar voor de toekomst? 9 Kwartetten in de buurt : zoeken naar slimme verbindingen tussen preventie en zorg 0 Debat: To hear or not to hear: that s the question Gezond en duurzaam werken tsg jaargang 90 / 0 nummer Nederlands Congres Volksgezondheid - pagina 5

6 Donderdag april, Ronde III, uur Mondelinge presentaties Arbeid & Gezondheid Levenseinde Riskante Levensstijl 4 Diversen 5 Patiënt en Burger Gehoord Workshops 40 Kwantificeren van baten van preventie 4 Sociale marketing binnen de JOGG aanpak in de G4 4 Iedere patiënt zijn eigen ziekenhuis 4 Gezamelijk ambities waarmaken in de wijk 44 Bewogen leefstijl - hoe sport en bewegen en een gezonde leefstijl samen kunnen werken Symposia 6 Volksgezondheid nu en in de toekomst: inzichten uit de levensloopepidemiologie 7 Blended care voor psychiatrische stoornissen: drie praktijkvoorbeelden 8 Evaluatie van effectiviteit van JUMP-in 9 De twitterende schoolarts en andere verhalen Ronde IV, uur Mondelinge presentaties 45 Preventie eerste lijn 46 Onderzoeksmethodologie en Vragenlijsten 47 Chronisch zieken & Ouderen.0 48 Bewegen & Overgewicht Symposia 49 Kwaliteit van ehealth: ontwikkeling en toepassing van beoordelingsinstrumenten 50 Local50: de evaluatie van Gezonde Slagkracht Workshops 5 Natuur en gezondheid: groen = gratis medicijn 5 Is de burger vaardig genoeg voor Gezondheid.0? De obstakels en de oplossingen 54 Slim drinken als norm: Smartconnection 55 Health Games & Volksgezondheid.0 56 School, voer mijn interventie uit! 57 De burger centraal in het gezondheidsbeleid: prima, maar hoe? 58 Modellen voor preventie en samenwerking in de zorg 5 Aanpak van overgewicht bij kinderen - State of the art tsg jaargang 90 / 0 nummer Nederlands Congres Volksgezondheid - pagina 6

7 Postersessies: Bewegen Diversen Diversiteit en gezondheid 4 e-health algemeen 5 e-health jeugd 6 Gezond aan het werk Postersessies: 7 Gezond vanaf dag 8 Gezond zwanger 9 Gezondheidsbeleid 0 Levenseinde Overgewicht bij kinderen Seks, drugs & gezondheid? Dit jaar worden de posters voor het eerst (en alleen) digitaal gepresenteerd. De ruim 50 posters zullen worden gegroepeerd in thema s, als e-health, seks, drugs & gezond?, overgewicht bij kinderen. Tijdens de lunchpauzes op beide dagen zijn de auteurs van de eposters gevraagd aanwezig te zijn bij de screens om vragen en/of discussies rondom hun poster te beantwoorden. Danwel om contactmogelijkheid zoals twitter of op hun posters te vermelden. Alle eposters worden ook op de congreswebsite geplaatst. tsg jaargang 90 / 0 nummer Nederlands Congres Volksgezondheid - pagina 7

8 Dag, Parallelsessie Mondelinge presentaties : Kanker Mondelinge presentatie. 50% hogere prevalentie van levensverkortende chronische ziekten bij kankerpatiënten met lage sociaaleconomische status M.J. Aarts, M.W.J. Louwman, S. Houterman, F.J. van Lenthe, J.W.W. Coebergh, M.L.G. Janssen-Heijnen Integraal Kankercentrum Zuid, Eindhoven MMC Academy, Máxima Medisch Centrum, Veldhoven Maatschappelijke Gezondheidszorg, Erasmus Medisch Centrum, Rotterdam Achtergrond en doelstelling. Het verband tussen bijkomende ziekten (comorbiditeit) en sociaaleconomische status (SES) bij kankerpatiënten is onderzocht. Methode. Patiënten met tumoren aan slokdarm, maag, dikke darm, endeldarm, alvleesklier, long, borst, baarmoederhals, baarmoederlichaam, eierstokken, prostaat, blaas, nier en non-hodgkin lymfoom en melanoom, diagnose werden geselecteerd uit de kankerregistratie van het Integraal Kankercentrum Zuid (n=7.5). Comorbiditeit werd gecodeerd volgens de Charlson-index, aanwezig ten tijde van diagnose. SES was gedefinieerd als WOZ-waarde en fiscaal huishoudinkomen op postcodeniveau (postcodecijfers en -letters). Resultaten. Kankerpatiënten met een lage SES hadden een 50% verhoogd risico op serieuze comorbiditeit dan patiënten met hoge SES. Prevalentie van comorbiditeit was verhoogd voor alle onderzochte vormen van kanker. Kankerpatiënten met lage SES hadden een significant hoger risico op hart- en vaatziekten, COPD, diabetes mellitus, cerebrovasculaire ziekte, tuberculose, dementie en gastrointestinale aandoeningen. De overleving jaar na diagnose was significant slechter bij patiënten met lage SES in vergelijking tot hoge SES. Dit werd deels verklaard door comorbiditeit. Discussie en Conclusie. Kankerpatiënten met lage SES hebben een 50% hogere prevalentie van comorbiditeit. Dit illustreert de enorme heterogeniteit aan kankerpatiënten en benadrukt het belang van optimale behandeling bij kankerpatiënten met veel verschillende bijkomende chronische ziekten. NB dit artikel is reeds gepubliceerd in British Journal of Cancer (00) 0, Tijdens de presentatie zullen geüpdate cijfers getoond worden. etnische achtergronden op het risico op kanker en overleving bepalen, en wijzen op de ongelijkheid in gezondheid. Methode. Invasieve tumoren gediagnosticeerd van 996 tot en met 009 werden geselecteerd uit de Nederlandse Kankerregistratie. Voor slokdarm- en baarmoederhalskanker werden alleen plaveiselcelcarcinomen en adenocarcinomen meegenomen. Naast de gestandaardiseerde incidentie ratio s (SIR) werden verschillen in overleving onderzocht met behulp van Cox regressie en relatieve overlevingsanalyse (RSR, de ziektespecifieke overleving). Resultaten. Alle vrouwelijke migranten hadden een verhoogd risico op baarmoederhalskanker in vergelijking met de Nederlandse autochtone vrouwen, variërend van SIR =,8 (95% CI:,6-,) in de Surinaamse vrouwen tot, (0,9 tot,5) in de Turkse vrouwen. Relatieve overleving was beter bij Marokkaanse, Surinaamse en Antilliaanse migranten (5-jaars RSR bereik: 70-7%) in vergelijking met die van autochtone Nederlanders (66%). Terwijl het risico op slokdarmkanker lager was bij alle groepen migranten, was de overleving iets slechter in vergelijking met die van autochtone Nederlanders. Darmkanker kwam minder vaak voor bij migranten, voornamelijk bij Marokkanen (mannen SIR=0,4; vrouwen 0,) en Turken (mannen 0,5; vrouwen 0.4). 5-jaars RSR van darmkanker was beter in alle migranten (bereik: 49% in Indonesiërs en Antilliaanse tot 6% in Turken) in vergelijking met autochtone Nederlanders (48%). Sociaaleconomische status was een onafhankelijke voorspeller voor ongunstige uitkomsten. Discussie en conclusie(s). Het risico op baarmoederhals-, slokdarm- en darmkanker bij migranten weerspiegelt vooral de risico s in hun landen van herkomst. Migranten en autochtone Nederlanders hadden een nagenoeg gelijke overleving van kanker. Deze uitkomst wijst in de richting van een succesvolle gezondheidszorg in Nederland. Primaire preventie van kanker moet gericht worden op hoog-risico groepen. Mondelinge presentatie. Baarmoederkankerpatiënten zijn ontevreden met informatievoorziening K.A.H. Nicolaije, O. Husson, N.P.M. Ezendam, M.C. Vos, R.F.P.M. Kruitwagen 4, M.L.M. Lybeert 5, L.V. van de Poll-Franse Integraal Kankercentrum Zuid, Eindhoven Tilburg University, Tilburg St. Elisabeth Ziekenhuis, Tilburg 4 Maastricht Universitair Medisch Centrum, Maastricht 5 Catharina Ziekenhuis, Eindhoven Mondelinge presentatie. Onderzoek naar baarmoederhals-, slokdarm- en darmkanker risico en overleving bij migranten in Nederland M.A. Arnold, M.J.A. Aarts, M.A. van der Aa, O.V. Visser, J.W.C. Coebergh Erasmus MC, Rotterdam Integraal Kankercentrum Zuid (IKZ), Eindhoven Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL), Enschede Achtergrond en doelstelling. Door het onderzoeken van baarmoederhals-, slokdarm- en darmkanker bij migranten in Nederland, wilden we de invloed van migratie en verschillende Achtergrond en doelstelling. Informatievoorziening is een belangrijk onderdeel van de zorg voor kankerpatiënten. Het geven van passende informatie verbetert de ziekteperceptie en kwaliteit van leven, draagt bij aan het maken van goed geïnformeerde keuzes, minder angst en depressie, meer tevredenheid met zorg, en een gevoel van controle over het leven. Het doel van dit onderzoek was om te evalueren hoeveel informatie baarmoederkankerpatiënten ontvangen over hun ziekte, en hoe tevreden zij zijn met deze informatie. Daarnaast zijn associaties met patiënt-, tumor-, en behandelgegevens onderzocht. Methode. Alle patiënten gediagnosticeerd met endometriumcarcinoom tussen 999 en 007, zoals geregistreerd in de tsg jaargang 90 / 0 nummer Nederlands Congres Volksgezondheid - pagina 8

9 kankerregistratie van het Integraal Kankercentrum Zuid (IKZ), ontvingen een vragenlijst over informatievoorziening. De respons was 76.9% (n=74). Resultaten. Baarmoederkankerpatiënten gaven aan dat zij geen of slechts en beetje informatie hadden ontvangen over verschillende aspecten van hun ziekte (7-78%), behandeling (6-97%), en nazorg (86-94%). Met name informatie over verwachte effecten van de behandeling op het sociale leven (87%), revalidatie (9%) en psychologische hulp (94%) ontbrak vaak. Van alle patiënten was 4% niet of slechts een beetje tevreden met de informatie die zij hadden ontvangen, en 5% gaf aan dat zij graag meer informatie hadden ontvangen. Patiënten die rapporteerden meer informatie te hebben ontvangen waren korter geleden gediagnosticeerd, vaker getrouwd, hoger opgeleid, en hadden minder comorbiditeit, en vaker radiotherapie ontvangen. Daarnaast waren patiënten die rapporteerden meer tevreden te zijn met de informatie korter geleden gediagnosticeerd, vaker getrouwd, en hadden minder comorbiditeit Discussie en conclusie(s). Verschillende aspecten van informatievoorziening worden ervaren als onvoldoende, en veel baarmoederkankerpatiënten zijn niet tevreden met de informatie die zij hebben ontvangen. Meer op maat gemaakte informatie kan mogelijk bijdragen aan de patiënttevredenheid. Het implementeren van een automatisch gegenereerd (na-)zorgplan, zoals ROGY Care, is een innovatieve en haalbare manier om deze informatie passend te maken en in de praktijk aan te bieden. Mondelinge presentatie.4 De invloed van comorbiditeit op de kwaliteit van leven van (ex)kankerpatiënten P.A.J. Vissers, M.S.Y. Thong, F. Pouwer, L.V. van de Poll-Franse Tilburg University, Tilburg Integraal Kankercentrum Zuid, Eindhoven Achtergrond en doelstelling. Comorbiditeit is een steeds belangrijker wordend probleem in kankerpatiënten als gevolg van de toenemende vergrijzing en betere overlevingskansen van patiënten. Echter, de associatie tussen comorbiditeit en het welbevinden van de patiënt is nog niet uitgebreid onderzocht. Daarom is het doel van deze studie om de invloed van comorbiditeit op de kwaliteit van leven van (ex)kankerpatiënten te onderzoeken. Methode. Alle (Non)Hodgkin lymphoma patienten gediagnosticeerd tussen en endometrium en colorectaal kankerpatiënten gediagnosticeerd tussen geregistreerd door de Kanker Registratie in Eindhoven, kwamen in aanmerking voor deelname aan het vragenlijstonderzoek. Vanwege het hoge aantal colorectaal kankerpatiënten werd een gewogen steekproef van 9 patiënten uitgenodigd voor deelname. Patiënten vulden vragenlijsten in over onder andere comorbiditeit (Self-reported Comorbidity Questionnaire) en over hun gezondheidsstatus (SF6/EORTC-QLQ-C0). Resultaten. In totaal namen er 960 (ex)kankerpatiënten, waarvan 74 endometrium en 5 colorectaal kankerpatiënten en 50 Hodgkin lymfoma en 76 Non-Hodgkin lymfoma patiënten, deel aan het onderzoek. Naarmate patiënten meer comorbiditeiten hadden, ervoor behandeld werden of er hinder tijdens het dagelijks leven van ondervonden nam de algemene gezondheid, fysieke gesteldheid en mentale gezondheid significant af. Ook hadden deze patiënten meer last van pijn. Comorbiditeit verklaarde 0-7% van de variantie in algemene gezondheid, 5-% in fysiek functioneren, -% in pijn en 5-% in mentale gezondheid. Kankerkarakteristieken zoals behandeling en stadium verklaarde over het algemeen minder variantie in de subschalen van gezondheidsstatus. Hart ziekten, astma/copd, diabetes, depressie, artrose en rug pijn hadden de meeste invloed op kwaliteit van leven. Discussie en conclusie. Comorbiditeit heeft een aanzienlijke invloed op de kwaliteit van leven, met name op fysiek functioneren en pijn, van (ex)kankerpatienten en zal zeker in verder onderzoek meegenomen moeten worden. Verder onderzoek naar de preventie en behandeling van comorbiditeit is noodzakelijk om de kwaliteit van leven van kankerpatiënten te verbeteren. Mondelinge presentaties : Alcohol & Tabak Mondelinge presentatie. Sociale marketing en doelgroepsegmentatie als instrumenten voor alcoholpreventie bij jongeren ( - 8 jaar) M.M. Janssen, J.J.P. Mathijssen, H.F.L. Garretsen, J.A.M. van Oers Tilburg University, Tilburg Achtergrond en doelstelling. Goede alcoholpreventie bestaat uit een mix van de beperking van het aanbod (supply reduction), de beperking van schade door alcoholgebruik (harm reduction) en de beperking van de vraag (demand reduction). Demand reduction wordt vooral uitgevoerd in de vorm van voorlichtingslessen op school. Op deze manier krijgen alle leerlingen, ongeacht hun eigen kijk op en gebruik van alcohol, dezelfde voorlichting. Door de methodieken sociale marketing en doelgroepsegmentatie toe te passen, kan alcoholpreventie beter op maat gemaakt worden voor kleinere en meer homogene groepen jongeren. Gebruikte aanpak. In de literatuur is gezocht naar studies en reviews over de effectiviteit van alcoholpreventie met de methodiek sociale marketing. Daarnaast is in de regio van de GGD Hart voor Brabant een alcoholsegmentatie toegepast (door zowel kwantitatief als kwalitatief onderzoek) op jongeren van t/m 8 jaar. Voor (van de 5) gevonden segmenten worden de komende jaren alcoholinterventies op maat ontwikkeld met de methodiek sociale marketing. (Lokale) opbrengsten. Literatuuronderzoek heeft aangetoond dat sociale marketing op de korte en lange termijn effecten heeft op alcoholpreventie. Deze effecten vanuit de literatuur worden toegelicht. Dit wordt concreet gemaakt met een voorbeeld over hoe GGD Hart voor Brabant alcoholpreventie en sociale marketing in de praktijk toepast en wat hiervan de meerwaarde is. Conclusie(s) en aanbevelingen.. Literatuur laat effect zien op alcoholpreventie op korte en langere termijn waarbij de methodiek sociale marketing is gebruikt.. Traditionele alcoholpreventieprogramma s laten geen of alleen een korte termijn effect zien.. Sociale marketing bij alcoholmatiging voor jongeren van t/m 8 jaar lijkt veelbelovend; GGD Hart voor Brabant onderzoekt dat nader. tsg jaargang 90 / 0 nummer Nederlands Congres Volksgezondheid - pagina 9

10 Mondelinge presentatie. Doelmatigheid van tabaksontmoedigingsbeleid gespecificeerd naar sociaal economische status: evaluatie van vergoedingen en accijnzen E.A.B. Over, T.L. Feenstra, B.M. van Gelder RIVM, Bilthoven Achtergrond. Mensen met lage sociaal economische status (SES) zijn minder gezond, roken meer, en hebben een lagere levensverwachting. Sinds januari 0 vergoeden zorgverzekeraars meer typen van ondersteuning bij stoppen met roken vanuit het basispakket. Sinds maart 0 zijn de tabaksaccijnzen verhoogd (5% totale prijsstijging). De literatuur geeft indicaties dat juist die maatregelen effectief zijn om het roken bij personen met een lage SES terug te dringen. In deze modelstudie wordt eveneens hun kosteneffectiviteit op de lange termijn geschat. Methode. Met het RIVM Chronische Ziekten Model zijn twee scenario s vergeleken met de huidige praktijk. Het scenario vergoedingen is gebaseerd op een RCT van Agis en Regioplan om het gebruik van vergoeding voor diverse vormen van ondersteuning bij het stoppen met roken te schatten. De effectcijfers komen uit Cochrane reviews. Het scenario accijnsverhoging is gebaseerd op SES-specifieke prijselasticiteiten uit de internationale literatuur. Resultaten. De te behalen gezondheidswinst door te stoppen met roken is groter bij hoge SES dan bij lage SES, met vergelijkbare kosten. Over een levenslange tijdshorizon variëren de totale kosten per gewonnen QALY tussen de 4.00 en 6.00 voor het scenario accijnsverhoging en tussen de.00 en voor het scenario vergoedingen. Bij beide scenario s is de kosteneffectiviteitratio gunstiger voor hoge SES dan voor lage SES. Met alle SES groepen samen is de kosteneffectiviteitratio voor accijnsverhoging per gewonnen QALY, en voor vergoedingen per QALY. Conclusies. Beide scenario s zijn kosteneffectief en het scenario accijnsverhoging heeft gunstiger kosteneffectiviteitratio s dan het scenario vergoedingen. De totale kosten per QALY zijn lager voor hoge opleidingsniveaus. In het scenario vergoedingen is de totale gezondheidswinst het grootst. In het scenario accijnsverhoging worden de gezondheidsverschillen tussen lage en hoge SES het meest verminderd. De verschillen in rookprevalentie tussen diverse opleidingsniveaus blijken hardnekkig en zijn met de hierboven geanalyseerde maatregelen slechts marginaal te veranderen. Mondelinge presentatie. Vechten tegen de bierkaai? Voorkomen en verminderen van alcoholgebruik onder jongeren V.M.M.M. Pachen, E.E.M. Deursen Integraal Toezicht Jeugdzaken, Utrecht Jongeren in Nederland drinken te jong, te veel en te vaak. De laatste jaren is breed het besef doorgedrongen dat jongeren en drank slecht samengaan. Het zichtbare bewijs daarvan zijn dronken jongeren die overlast veroorzaken op straat. Minder zichtbaar, maar niet minder ernstig, is de schade die alcohol aanricht in jeugdige hersenen. Alcoholgebruik onder jongeren is een complex probleem waar geen simpele oplossingen voor bestaan. Er is dan ook op lokaal niveau een integrale aanpak en een goede samenwerking nodig tussen alle partijen die betrokken zijn bij deze problematiek. In 00-0 onderzocht Integraal Toezicht Jeugdzaken (ITJ, een samenwerkingsverband van vijf rijksinspecties die toezicht houden op organisaties voor jongeren. ITJ richt zich in haar onderzoek op problemen van en door jongeren. De inspecties die binnen ITJ samenwerken zijn: Inspectie Jeugdzorg, Inspectie voor de Gezondheidszorg, Inspectie van het Onderwijs, Inspectie Openbare Orde en Veiligheid en Inspectie Werk en Inkomen. in de gemeenten Enschede, Gemert-Bakel, Helmond en Rijssen-Holten of de gemeenten er samen met de lokale partijen in slagen het alcoholgebruik onder jongeren tot achttien jaar terug te dringen. In elk van de onderzochte gemeenten heeft ITJ voorbeelden van geslaagde maatregelen gezien maar ITJ constateerde ook knelpunten in de lokale aanpak. Voor elke gemeente is door ITJ een rapport opgesteld met conclusies en aanbevelingen. Op drie belangrijke onderdelen signaleerde ITJ knelpunten die bij alle vier gemeenten naar voren kwamen: drinkende jongeren zijn nog onvoldoende in beeld, de aanpak is nog niet integraal en de regierol van de gemeente behoeft een stevigere invulling. Het rapport Vechten tegen de Bierkaai? Voorkomen en verminderen van alcoholgebruik onder jongeren bevat de rode draden van de onderzoeken in de vier gemeenten. Deze bevindingen zijn ook relevant voor bestuurders, organisaties en professionals in andere gemeenten. In de presentatie worden deze bevindingen toegelicht. Mondelinge presentatie.4 Roken tussen wal en schip. De verwatering van het tabaksontmoedigingsbeleid in Nederland R.M. van der Meer, F. Huijsman, M.A.M. de Beer, A. van Emst, M.C. Willemsen STIVORO, Den Haag Vrije Universiteit Amsterdam, Amsterdam Achtergrond en doelstelling. Roken is in Nederland de leefstijlfactor die de meeste ziekte en sterfte veroorzaakt. Gemeenten kunnen een belangrijke rol spelen in tabaksontmoediging op lokaal niveau. Dit is helemaal het geval nu de rijksoverheid terugtrekkende bewegingen maakt op het gebied van tabaksontmoediging en hiervoor een grotere verantwoordelijkheid bij gemeenten heeft gelegd. Er is weinig bekend over de stand van zaken van het tabaksontmoedigingsbeleid en de mate van uitvoering van dit beleid bij gemeenten. De doelstellingen van onze studie zijn het in kaart brengen van de huidige stand van zaken en het toekomstperspectief van lokaal tabaksontmoedigingsbeleid op gemeentelijk niveau. Daarnaast werden de bevorderende en belemmerende factoren onderzocht bij het tot stand komen en uitvoeren van het tabaksontmoedigingsbeleid op gemeentelijk niveau. Methode. Op basis van de resultaten uit de diepte-interviews met experts op het gebied van lokaal gezondheidsbeleid is met behulp van gemeentelijke beleidsambtenaren volksgezondheid een websurvey ontwikkeld en verstuurd in september 0 naar 94 beleidsambtenaren lokaal gezondheidsbeleid van 94 Nederlandse gemeenten. tsg jaargang 90 / 0 nummer Nederlands Congres Volksgezondheid - pagina 0

11 Resultaten. De respons was 8,% (5/94). In 59,6% van de gemeenten staat iets over tabaksontmoediging in de huidige nota. In 9,% van de gemeenten staat niets over tabaksontmoediging in de huidige nota en,% weet het niet. 4,0% van de respondenten geeft aan dat tabaksontmoediging wordt opgenomen in de toekomstige nota, bij 8,4% wordt het niet opgenomen en 47,6% weet het (nog) niet. Opvallend is dat in de toekomstige nota tabaksontmoediging vaker wordt opgenomen als onderdeel van genotsmiddelen in plaats van zelfstandig thema. De meest uitgevoerde interventies blijven Leefstijl en Gezonde School en Genotmiddelen. Gemeenten willen meer steun krijgen van en verantwoordelijkheid leggen bij de rijksoverheid op het gebied van tabaksontmoediging. Verdere resultaten worden gepresenteerd op het congres. Conclusies en discussie. Tabaksontmoediging heeft voor veel gemeenten en de rijksoverheid geen prioriteit. Tabaksontmoediging dreigt tussen wal en schip te vallen. Mondelinge presentaties : Ouderen.0 Mondelinge presentatie. TalkMeHome: een dienst om cliënten met lichte dementie vanuit een centrale naar huis te leiden J.M. Nauta, L. van den Bosch, C. Hesselman, J. Brangert, M. de Jong, M. Roest 4, M. Groot 4, M. Hettinga Christelijke Hogeschool Windesheim, Zwolle Ten tijde van het onderzoek: Novay, Enschede Carint Reggeland Groep, Hengelo 4 Verklizan BV, Sliedrecht Achtergrond en doelstelling. Met de vergrijzing neemt het aantal mensen met dementie toe. Een van de risico s die dementerenden lopen is de kans op verdwalen, wat ook voor mantelzorgers een belasting vormt. Daarom is de TalkMeHome-dienst ontwikkeld, zodat medewerkers van een Meld- en Zorgcentrale (verpleegkundig zorgcentralisten) verdwaalde cliënten vanuit de centrale naar huis kunnen leiden. In dit onderzoek werd daarbij een smartphone gebruikt, die via GPS ook locaties aan de centrale kon doorgeven. Doel van het onderzoek was om te achterhalen hoe cliënten, mantelzorgers en centralisten de dienst ervoeren en of de dienst goed werkte. Het onderzoek werd uitgevoerd door Novay (penvoerder), het lectoraat ICT-innovaties in de Zorg van Windesheim, Carint Reggeland Groep en Verklizan in samenwerking met FindWhere. Financiering verkreeg het project mede vanuit het Programma Economische Innovatie Overijssel. Methode. De gebruikerstest werd uitgevoerd met cliënten met een lichte vorm van dementie, hun mantelzorgers en centralisten. Vier deelnemers werden gedurende een wandeling, waarbij zij naar huis werden geleid, geobserveerd en aansluitend geïnterviewd door onderzoekers. Resultaten. Gebleken is dat de TalkMeHome-dienst een zorgverlener goed in staat stelt mensen naar huis te begeleiden ook als de omstandigheden niet optimaal zijn. Een andere uitkomst was dat de verantwoordelijke taak die centralisten moesten uitvoeren al hun aandacht vroeg. De gebruikersvriendelijkheid van de techniek bleek nog niet optimaal. Discussie en conclusie. Hoewel dit onderzoek niet toeliet om de inbedding van de TalkMeHome-dienst in het dagelijks leven van de cliënten te onderzoeken kan toch worden geconcludeerd dat deze dienst voor cliënten en hun mantelzorgers waardevol kan zijn. Tegelijkertijd liet de test zien hoe complex de taak van een centralist daarbij is. Gesprekstechnieken en kennis van de (aandoening van de) cliënten is belangrijk voor de centralist. Het lectoraat ICT-innovaties in de Zorg wil zich daarom met een skills lab o.m. richten op de training van centralisten. Mondelinge presentatie. Derde generatie domotica: wat vinden toekomstige gebruikers er zelf van? S.T.M. Peek, E. Wouters, B. Janssen Fontys Paramedische Hogeschool, Eindhoven De Wever, Tilburg Achtergrond en doelstelling. Derde generatie domotica kan er door automatische alarmering toe bijdragen dat ouderen met dementie langer zelfstandig kunnen wonen. Toch verloopt de verspreiding en implementatie van dergelijke technologie niet optimaal. Wij waren geïnteresseerd in hoe betrokkenen denken over deze vorm van domotica. Zien zij deze als een oplossing voor problemen die zij ervaren? Welke voordelen en nadelen zien zij? En hebben zij tips voor de implementatie? Deze vragen zijn onderzocht bij Stichting de Wever in Tilburg, waar men de implementatie van het UAS (Unattended Autonomous Surveillance) derde generatie domotica systeem voorbereidt. Methode. Semi gestructureerde diepte-interviews met drie mantelzorgers, vier verzorgenden en drie dementieconsulenten. De interviews zijn opgenomen, getranscribeerd en geanalyseerd op voorkomende thema s. Resultaten. Mantelzorgers en dementerende cliënten hebben vooral behoefte aan rust en veiligheid, en het systeem sluit aan bij de behoeften van deze groep. Temeer omdat alarmering via een halsketting bij deze cliënten slecht functioneert. Tegelijkertijd hebben betrokkenen ook twijfels over de inzet van het systeem. Hierbij is verschil te zien tussen de betrokkenen. Mantelzorgers willen er niet aan denken dat de situatie zo slecht kan worden dat een dergelijk systeem of opname noodzakelijk wordt. Verzorgenden denken vooral na over wat het systeem zal betekenen voor de cliënt, en minder over wat het voor hen zelf zal betekenen. Dementieconsulenten hebben de minste bedenkingen, maar staan in zekere zin ook het verst af van de dagelijkse praktijk. Elk van deze drie groepen geeft een aantal specifieke tips voor de implementatie. Discussie en conclusie(s). Onze resultaten laten zien dat het raadzaam is om mantelzorgers, verzorgenden en dementieconsulenten elk intensief te betrekken bij de voorbereiding van de implementatie. Bovendien is er meer praktijkervaring met het UAS systeem nodig om twijfels weg te kunnen nemen door middel van aanpassingen in het systeem of aanpassingen in het implementatieproces. tsg jaargang 90 / 0 nummer Nederlands Congres Volksgezondheid - pagina

12 Mondelinge presentatie. Connected Vitality. Social presence in interactie en zorg op afstand voor ouderen G.H. van der Zanden, R. Smit, A.P.A.M. Hermsen NIGZ, Woerden Presence Displays, Delft Sensire, Doetinchem Achtergrond. Veel ouderen krijgen te maken met verlies van mogelijkheden tot sociale interactie. Er is behoefte aan technologie die mensen verbindt en ouderen in staat stelt tot betekenisvolle interacties. Door de toename van zorg op afstand is er daarnaast de noodzaak dat online contact mensen sterker maakt en de hulpverlener motiveert. Aanpak. Het Europese project Connected Vitality richt zich op innovatie van telepresence: de ervaring in gezelschap te zijn van anderen, die niet zelf op de locatie aanwezig zijn. Telepresence impliceert de subjectieve ervaring van samen zijn. Het is interactie met de echte wereld. In de eerste fase van het project werd in diverse landen, waaronder Nederland, onderzoek gedaan naar communicatie van ouderen. Informatie werd verzameld via workshops en een online survey onder ouderen, en experts werden geïnterviewd. Daarnaast werd gewerkt aan de technologische architectuur. Inmiddels is een demo-opstelling gerealiseerd waardoor op overtuigende wijze presence wordt ervaren in videocontact. Opbrengsten. Het CVN project resulteert in een web-based communicatie systeem met een voor ouderen geschikte interface waarin video contact mogelijk is die de gebruiker laat ervaren samen te zijn met de andere gebruiker. Dat kan een kennis zijn, een familielid maar ook een hulpverlener. De toepassingen in het project richten zich op:. familie bijeenkomsten en gezamenlijk eetmomenten, monitor toepassingen op het terrein van gezondheid en. groepsactiviteiten. Door de open modulaire opzet kunnen in de toekomst nieuwe toepassingen binnen dit concept van videocommunicatie worden toegevoegd. Conclusies. Gezondheid op oudere leeftijd is vaak een wankel evenwicht. Sociale interactie is een beïnvloedende factor. Toenemend zal zorgcommunicatie plaatsvinden op afstand. Informatietechnologie biedt innovatieve mogelijkheden om sociale interactie voor ouderen weer mogelijk te maken, te versterken en in zorg op afstand een menselijke maat te houden. Het CVN-project, geleid door Presence Displays, wordt gefinancierd door het Ambient Assisted Living (AAL) programma, via ZonMw. Mondelinge presentaties 4: Lokale Gezondheidsbevordering Mondelinge presentatie 4. De GezondOntwerpWijzer: een instrument voor het gezond ontwerpen en inrichten van de leefomgeving H. Kruize, M. Knops, A. van Overveld, H. Verspoor RIVM, Bilthoven Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Den Haag Achtergrond en doelstelling. Een gezond ingerichte leefomgeving kan de gezondheid bevorderen doordat het aanzet tot gezond gedrag (bijvoorbeeld bewegen), bijdraagt aan welbevinden, stress reduceert, (milieu-) druk op gezondheid beperkt, en negatieve effecten van klimaatverandering tegengaat. Denk daarbij aan groen en water in de leefomgeving, fiets- en wandelpaden, veilige routes naar school, (natuur-) speelplaatsen, autoluwe wijken, publieke ontmoetingsplekken, groene schoolpleinen, en een gezond binnenmilieu. Om de leefomgeving gezond te kunnen ontwerpen en in te richten is het van belang dat kennis eenvoudig beschikbaar is voor beleidmakers, milieudiensten, adviesbureaus, (landschaps-)architecten, projectontwikkelaars, stedenbouwkundigen, woningcorporaties, GGD-en, en geïnteresseerde burgers. RIVM heeft in opdracht van het ministerie van I&M een digitaal instrument GezondOntwerpWijzer ontwikkelt, die bestaande kennis bundelt en de samenhang tussen verschillende thema s aangeeft. Het geeft zodoende inzicht hoe op integrale wijze de leefomgeving gezond ontworpen en ingericht kan worden. Gebruikte aanpak. RIVM heeft de kennis van diverse rijksdepartementen (VWS, BZK, ELI, IenM) en gerelateerde kennisnetwerken gebundeld en gestructureerd rondom een aantal thema s. Het resultaat is getoetst onder gebruikers. De GezondOntwerp- Wijzer maakt deel uit van de Atlas Leefomgeving, een website waarmee gebruikers milieu- en gezondheidsinformatie over hun leefomgeving op kunnen vragen. (Lokale) opbrengsten. De GezondOntwerpWijzer is een digitaal overzicht van kennis over de thema s procesaanpak, groen en water, gezonde mobiliteit, sport en spelen, milieukwaliteit, externe veiligheid en binnenmilieu. Per thema worden aanbevelingen, praktijkvoorbeelden, instrumenten, kennisnetwerken en literatuur vermeld. Er is bijzondere aandacht voor jeugd, ouderen, en werknemers. Het biedt vanaf 0 geïnteresseerden de mogelijkheid om met ontwerp en inrichting leefomgeving de gezond te bevorderen. Conclusies en aanbevelingen. De GezondOntwerpWijzer faciliteert en stimuleert mensen om in de praktijk de leefomgeving gezond te ontwerpen en in te richten, en draagt zo bij aan gezondheidsbevordering. Aanbevolen wordt na te gaan hoe de kennis en informatie in de praktijk gebruikt wordt en welke informatie eventueel nog ontbreekt. Mondelinge presentatie 4. Plannen in de lokale praktijk; een onmogelijke missie?? J. Lezwijn, A. Wagemakers, L. Vaandrager, M. Koelen GGD Gelre-IJssel, Apeldoorn Wageningen UR, Wageningen Achtergrond en doelstelling. Gezondheidsprogramma s zijn doorgaans opgezet volgens een klassieke planning, met vaststaande doelen en methoden. Echter, in de praktijk verloopt een programma niet altijd volgens deze planning. Bijvoorbeeld omdat eerst gewerkt moet worden aan samenwerking tussen verschillende organisaties, er extra inspanningen nodig zijn om participatie van de doelgroep te realiseren, of omdat de context anders is dan voorzien. Dit roept de vraag op of de klassieke benadering van plannen aansluit bij de dynamische en complexe praktijk van gezondheidsbevordering. Het doel tsg jaargang 90 / 0 nummer Nederlands Congres Volksgezondheid - pagina

13 van dit onderzoek is om inzicht te krijgen in verschillende planningsbenaderingen en of deze bruikbaar zijn voor gezondheidsprogramma s in de praktijk. Gebruikte aanpak. Binnen de Academische Werkplaats AGORA zijn in drie gemeenten planningsprocessen van programma s gezond ouder worden gemonitord met behulp van interviews, observatie en documentanalyse. De planningsprocessen zijn gelabeld volgens de plannings typologie van Whittington, afkomstig uit de management- en organisatieliteratuur. Deze bestaat uit de klassieke, de evolutionaire, de processuele en de systemische planningsbenadering. Lokale opbrengsten. In de programma s worden alle vier planningsbenaderingen van Whittington zowel afwisselend als gelijktijdig gebruikt. Factoren die bepalend zijn voor de gebruikte planningsbenadering zijn: de mate van complexiteit en dynamiek van de context, de fase waarin het gezondheidsprogramma zich bevindt, de invloed van machtige stakeholders en de beschikbare tijd voor een gezondheidsprogramma. Conclusies en aanbevelingen. In de praktijk van gezondheidsbevordering worden, verschillende, aan elkaar complementaire, planningsbenaderingen gebruikt. Voor iedere planningsbenadering zijn verschillende processen en uitkomstmaten van belang. Dit is ook van invloed op de manier van evalueren. Mondelinge presentatie 4. Het maken van wijkanalyses en het oplossen van problemen daarbij G.R.M. Molleman, M. Nieuwboer, H. Schers, J. Terpstra GGD Regio Nijmegen / Academische werkplaats AMPHI -IGB, Nijmegen Eerstelijnsgeneeskunde UMC St Radboud, Nijmegen Achtergrond en doelstelling. Gemeenten willen welzijn en zorg steeds meer op een integrale, samenhangende manier organiseren op wijkniveau. Om dan tot afgewogen keuzes te komen lijkt een wijkanalyse, die de meest voorkomende gezondheids- en welzijnsproblemen en witte vlekken in zorg- en welzijn in kaart brengt, een zinvol instrument. Met een wijkanalyse kunnen professionals en bewoners prioriteiten stellen om samen aan te pakken. In de praktijk blijkt het lastig op wijkniveau goede data te krijgen voor een wijkanalyse. Methoden. Op basis van literatuuronderzoek is een compact format ontwikkeld met de belangrijkste gezondheid en welzijn items. Het is relatief eenvoudig en snel in te vullen met reeds bestaande datasets zoals de GGD-monitoren en VAAMgegevens. Aanvullend is een procedure ontwikkeld om deze gegevens te wegen, te bespreken en met direct betrokkenen tot een keuze voor actie te komen. Resultaten. In 5 wijken/buurten is een wijkanalyse gemaakt en is met professionals en bewoners het proces doorlopen om tot keuzes te komen. De dataverzameling leverde in van de 5 wijken grote problemen op. Aanvullende gegevens zijn lokaal gezocht bij de huisartsen, zorgverzekeraar, gemeenten, apotheek en de bewoners zelf. Ook voor het keuzeproces om tot actie te komen zijn gaandeweg verschillende werkzame methodieken gevonden. In alle wijken heeft het geleid tot de keuze voor gezamenlijke prioriteiten, waarbij altijd of leefstijlthema s zijn gekozen. Discussie en conclusie. Het maken van een wijkanalyse verbindt en organiseert professionals en bewoners om voor de wijk prioriteiten te stellen en samen op te pakken. Het brengt ook belangrijke lokale data-bezitters bij elkaar om gegevens te delen. Er is een sterk besef dat men elkaar nodig heeft en aanvult. Al werkende weg worden praktische oplossingen gevonden om de kwaliteit van de wijkanalyses te verbeteren Mondelinge presentatie 4.4 Succesvolle samenwerking in gezondheidsbevordering met het healthy alliances (HALL) raamwerk A. Wagemakers, M.A. Koelen, L. Vaandrager Wageningen Universiteit, Wageningen Achtergrond en doelstelling. Veel gezondheidsvraagstukken, zoals de toename van chronische ziekten zoals diabetes, harten vaatzieken en obesitas, vereisen dat verschillende sectoren met elkaar samenwerken. Dit gaat echter niet vanzelf, mede omdat organisaties zoals GGD en, Gemeenten, Welzijnswerk en Sportorganisaties niet gewend zijn met elkaar samen te werken en omdat samenwerken niet altijd beloond wordt. Het doel van dit onderzoek was om de factoren voor succesvolle samenwerkingsverbanden in gezondheidsbevordering in kaart te brengen. Methode. De factoren voor succesvolle samenwerking zijn geïdentificeerd door middel van literatuuronderzoek en de bestudering van samenwerkingsverbanden in de praktijk tussen 990 en 0. Resultaten. De factoren en samenhang tussen de factoren zijn samengebracht in het Healthy ALLiances (HALL) raamwerk. Het raamwerk bevat drie clusters van factoren die bevorderend dan wel belemmerend zijn voor de samenwerking:. institutionele factoren,. persoonlijke factoren van deelnemers aan het samenwerkingsverband en. factoren gerelateerd aan de organisatie van het samenwerkingsverband. De institutionele factoren, zoals de verantwoording die een professional moet afleggen, en de persoonlijke factoren, zoals onderling vertrouwen en het hebben van plezier in samenwerken, zijn gebonden aan de deelnemers. Het derde cluster factoren refereert naar de wijze waarop in het samenwerkingsverband wordt omgegaan met de institutionele en persoonlijke factoren. Bijvoorbeeld of in het samenwerkingsverband kleine en grote successen benoemd en gevierd worden en of regelmatig de samenwerking geëvalueerd wordt. Discussie en conclusie. Samenwerking blijkt in de praktijk niet eenvoudig te zijn. Is het wel succesvol dan leidt het vaak tot synergie en innovatie. Het HALL raamwerk draagt bij aan het begrijpen en bevorderen van samenwerking en daarmee aan het realiseren van gezondheidswinst. tsg jaargang 90 / 0 nummer Nederlands Congres Volksgezondheid - pagina

14 Mondelinge presentaties 5: Jeugdgezondheidszorg Mondelinge presentatie 5. Follow-up Thematisch Toezicht Jeugdgezondheidszorg: De JGZ is er nog niet F.J.M. van Leerdam, H.R. Wentzel, V.M.M.M. Pachen, D.T. van Schaik IGZ, Amsterdam Achtergrond en doelstelling. In 008 onderzocht de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) de kwaliteit van de jeugdgezondheidszorg (JGZ) op o.a. de thema s psychosociale problemen, overgewicht en kindermishandeling. De inspectie heeft in 0 het onderzoek uit 008 herhaald om te toetsen of de JGZ organisaties nu aan de normen voldoen. Aanpak. Van januari tot maart 0 vulden alle JGZ organisaties een online vragenlijst in over hun zorg op de verschillende thema s. Met bezoeken bij een steekproef van vijf JGZ organisaties is geverifieerd of de vragenlijst correct werd ingevuld. Alle ingevulde vragenlijsten zijn op onderdelen beoordeeld in de categorieën in de startblokken, op weg, flink eind gevorderd of perfect (of op orde ) conform het vooraf opgestelde toetsingskader. De score in de startblokken en op weg beoordeelt de inspectie als onvoldoende. Bij instellingen met deze score zet de inspectie handhaving in tot tenminste operationeel gescoord wordt. Opbrengsten. Alle JGZ organisaties (vijftien organisaties JGZ 0-9 jaar, organisaties JGZ 0-4 jaar en veertien organisaties JGZ 4-9 jaar) vulden de online vragenlijst in. Er was veel verschil tussen de onderlinge scores van de instellingen. Elke organisatie scoort op tenminste één onderdeel in de startblokken en/of op weg. De onderdelen waar de meeste organisaties onvoldoende scoorden waren bereik, aanleveren van informatie uit het DDJGZ en monitoring van zorg. Conclusies en aanbevelingen. De inspectie ziet dat de JGZ ten opzichte van 008 een verbeterslag heeft gemaakt. De aanlevering van de juiste gegevens uit het DDJGZ bleek echter voor veel organisaties (nog) niet mogelijk zodat op veel onderdelen toch onvoldoende is gescoord. Dit vraagt om meer (landelijk gecoördineerde) afstemming en verbetering van het geaggregeerd kunnen rapporteren vanuit het DDJGZ. De inspectie zet handhaving in tot alle organisaties aan alle normen voldoen. Mondelinge presentatie 5. Triage in de Jeugdgezondheidszorg (JGZ): een pilotonderzoek C.P.B. van der Ploeg, M.H.C. Theunissen, A. Broerse, J. Bezem, M. Kamphuis, P.L. Kocken TNO, Leiden GGD Gelderland-Midden, Arnhem Achtergrond en doelstelling. Triage is het maken van een voorselectie van kinderen naar zorgbehoefte door de JGZ. Met efficiëntere inzet van middelen krijgen alle kinderen het basispakket aan zorg (uitgevoerd d.m.v. een screening van doktersassistenten, inclusief vragenlijsten), maar kan extra zorg uitgaan naar risicokinderen (uitgevoerd door jeugdverpleegkundigen en -artsen). De triage-methodiek is door GGD Gelderland-Midden ontwikkeld. In een pilot-onderzoek is ondermeer onderzocht wat het effect is van triage op de zorg die risicokinderen ontvangen, en wat ouders vonden van de geboden zorg. Methode. Een triage GGD en een PGO-GGD die onderzoeken regulier uitvoert (leeftijdsgroep 5/6-jarigen) zijn vergeleken. Het effect op de zorg (o.a. opkomst en aantal verwijzingen) is retrospectief onderzocht d.m.v. analyse van kindgegevens uit bestaande registraties. Ervaringen van ouders werden onderzocht via een vragenlijst en interviews. Resultaten. De opkomst bij beide GGD en is ongeveer gelijk: 9,% bij de triage GGD (96,4% bij de screening, 87,7% bij het vervolgonderzoek) en 90% bij de PGO-GGD. De triage-ggd verwijst minder kinderen (9,6%) dan de PGO-GGD (45,9%). De meeste verwijzingen zijn intern. Het percentage verwijzingen na PGO is gelijk aan het percentage bij triage dat na de eerste screening naar JGZ-arts of -verpleegkundige wordt verwezen voor vervolgonderzoek (46%). Ouders van de PGO- en triage- GGD zijn in gelijke mate tevreden over de JGZ-medewerker en de kwaliteit van het gezondheidsonderzoek. Veel ouders van niet-risicokinderen bij triage geven aan dat terugkoppeling door de GGD niet plaats vond. Discussie en conclusies. Er worden vanuit triage minder kinderen verwezen, mogelijk omdat kinderen al twee keer worden gezien, problemen vanzelf zijn opgelost of omdat elders hulp gezocht werd vanwege een langer tijdsverloop bij triage. Dat ouders aangeven geen terugkoppeling te hebben ontvangen komt mogelijk doordat zij zich de schriftelijke terugkoppeling niet herinneren. In een vervolgonderzoek worden de effecten van triage op de signalering en de geboden zorg nader onderzocht. Mondelinge presentatie 5. Signaleren in de JGZ: ontwikkeling van uniforme vragenlijsten M.H.C. Theunissen, G.P.A. Lijster-van Kampen, J.A. Wilde, P.L. Kocken TNO, Leiden GGD Den Haag/JGZ, Den Haag Achtergrond en doelstelling. In de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) wordt meestal voorafgaand aan een Preventief Gezondheidsonderzoek (PGO) door ouders een signaleringslijst ingevuld. Elke JGZ-organisatie gebruikt daarvoor eigen vragenlijsten gericht op verschillende gezondheidsproblemen. De signaleringslijsten zijn beperkt gebaseerd op theoretisch onderbouwde of gevalideerde vragenlijsten. Dit project heeft als doel het verbeteren van de signalering van gezondheidsproblemen bij 5/6 en 0/ jarigen in de JGZ door middel van het ontwikkelen van een uniforme signaleringslijst. Gebruikte aanpak. Er is een expertgroep samengesteld, bestaande uit deskundigen uit de JGZ-praktijk en een adviescommissie met vertegenwoordigers van organisaties op het gebied van beleid, praktijk en onderzoek. De expertgroep heeft de volgende stappen doorlopen bij de ontwikkeling:. Inventarisatie van bestaande signaleringslijsten in de JGZ.. Ontwikkeling van een beoordelingskader waarin inhoudelijke criteria (zoals prevalentie van het probleem) zijn opgenomen om vervolgens met dit beoordelingskader een keuze te maken uit de gezondheidsthema s (bijv. zindelijkheid). tsg jaargang 90 / 0 nummer Nederlands Congres Volksgezondheid - pagina 4

15 . Een literatuuronderzoek voor elk gezondheidsthema. Er is o.a. informatie verzameld over prevalentie, beschikbare interventies en meetinstrumenten. Op basis van deze informatie heeft de expertgroep een keuze gemaakt uit gezondheidsthema s. 4. Een selectie van meetinstrumenten. 5. Commentaarronde: de concept-signaleringlijst is aan experts, vertegenwoordigers van organisaties en ouders voorgelegd. De signaleringslijst en de gemaakte keuzes zullen in de presentatie worden toegelicht, alsook het bruikbaarheidsonderzoek waarin o.a. de geschiktheid van de signaleringlijst voor lage SES groepen wordt onderzocht. (Lokale) opbrengsten. In samenwerking met de JGZ-praktijk is een uniforme signaleringslijst ontwikkeld voor de signalering van gezondheidsproblemen in het Preventief Gezondheidsonderzoek (PGO). Deze signaleringslijst is geschikt voor triage in de JGZ. Conclusie(s) en aanbevelingen. Door intensieve samenwerking tussen onderzoek en praktijk is een theoretische onderbouwde uniforme signaleringslijst ontwikkeld die gebruikt kan worden tijdens alle PGO s op de basisschoolleeftijd. De betrokkenheid van het veld in de expert- en adviesgroep creëert draagvlak en is een voorwaarde voor de (landelijke) implementatie. Mondelinge presentatie 5.4 Evaluatieonderzoek naar het Plan van Aanpak Overgewicht bij Peuters van Kruiswerk West-Veluwe R.K. Verschoof-Puite, C. Bun, J.F.M. Bijlsma- Schlösser, T.G.M. Vrijkotte Icare JGZ, Meppel GGD Midden Nederland, Zeist AMC, Amsterdam Achtergrond en doelstelling. In het Plan van Aanpak Overgewicht bij Peuters van Kruiswerk West-Veluwe wordt aangesloten bij veelbelovende interventies uit het landelijke Overbruggingsplan voor kinderen met Overgewicht. In dit onderzoek is nagegaan in hoeverre het PvA Overgewicht door KWV wordt uitgevoerd. Daarnaast is gekeken wat het effect is van het PvA Overgewicht op het gewichtsverloop van de kinderen en welke factoren daarbij een rol spelen. Methode. Alle dossiers van kinderen geboren in 005 zijn beoordeeld op de aanwezigheid van overgewicht (inclusief obesitas) op de leeftijd van - jaar. Vanuit de dossierregistratie is gekeken in hoeverre signalering en interventies uit het PvA Overgewicht zijn uitgevoerd. Van alle geïncludeerde kinderen is daarnaast met behulp van de BMI op de leeftijd van jaar en 9 maanden het BMI-verloop berekend. Bij de analyses zijn kenmerken als geslacht, etniciteit, opleidingsniveau en de tendens van de gewichtscurve bij de eerste keer overgewicht meegenomen. Resultaten. Van de 780 kinderen voldeden 9 (8,6%) aan de inclusiecriteria, te weten 6 (90,4%) kinderen met overgewicht en (9,6%) met obesitas. Het PvA Overgewicht is het beste uitgevoerd bij kinderen met gemiddeld het hoogste gewicht op de leeftijd van de eerste keer overgewicht. Deze groep kinderen laat echter een significante stijging in BMI-verloop zien. Daarnaast laten meisjes, kinderen van ouders met een laag opleidingsniveau en kinderen met een stijgende curve op de leeftijd van de e keer overgewicht een stijging in BMI-verloop zien. Discussie en conclusies. Goed beschouwd lijkt het een illusie dat met adviezen, een extra consult of een verwijzing een complex probleem als overgewicht bij kinderen gekeerd kan worden. Aanbevolen wordt dat KWV extra zorg gaat besteden aan gedefinieerde risicogroepen, te weten de groep kinderen met een stijgende gewichtscurve en ernstig overgewicht op - jarige leeftijd. Daarnaast wordt aanbevolen regionale integrale ketenafspraken te ontwikkelen. Symposium 6.0 Hoe weet ik waarom interventies werken en voor wie? Evaluatie van mediatoren, moderatoren en implementatie. M.J.M. Chinapaw, M.M. van Stralen, M. Yildirim, F. van Nassau, M. Kösters VU universitair medisch centrum, Amsterdam GGD Amsterdam, Amsterdam Auteurs en titels: Maartje van Stralen (VUmc/EMGO): Hoe evalueer ik hoe mijn interventie werkt?: analyse van mediatoren. Mine Yildirim (VUmc/EMGO): Hoe evalueer ik voor wie en onder welke omstandigheden mijn interventie werkt? Analyse van moderatoren. Femke van Nassau (VUmc/EMGO): Wat leren we van implementeren? Werving van scholen voor de landelijke uitrol van DOiT. Mia Kosters (GGD Amsterdam): Evaluatie van implementatie van VRIENDEN voor het Leven. Voorzitter: Mai Chinapaw (VUmc/EMGO) Achtergrond. In Nederland worden veel programma s ontwikkeld en geïmplementeerd die de publieke gezondheid beogen te bevorderen. Indien de effectiviteit van deze programma s al wordt gemeten is er vaak weinig bekend over hoe de programma s werken, voor wie en in hoeverre de interventies adequaat zijn geïmplementeerd. Deze informatie is echter onontbeerlijk om (kosten-)effectievere programma s te kunnen ontwikkelen of de effectiviteit van huidige programma s te verbeteren. Doel. In dit symposium wordt besproken hoe we kunnen evalueren hoe en voor wie de interventies werken en of interventies adequaat geïmplementeerd worden. Opbouw. De eerste presentatie bespreekt hoe we kunnen evalueren hoe (analyse van mediatoren) programma s werken geïllustreerd met resultaten van een systematische literatuurstudie naar mediatoren. De tweede presentatie bespreekt hoe we kunnen evalueren voor wie (analyse van moderatoren) interventieprogramma s werken, geïllustreerd met resultaten van een systematische literatuurstudie naar moderatoren. De derde presentatie bespreekt hoe we scholen kunnen bereiken om effectieve interventies in te bedden in het schoolcurriculum, hoe je scholen bereid krijgt om tijd en geld te investeren in een interventie en hoe je ze hierbij kunt ondersteunen. In de laatste presentatie staat tsg jaargang 90 / 0 nummer Nederlands Congres Volksgezondheid - pagina 5

16 de evaluatie van de kwaliteit van de implementatie van programma s centraal, waarbij de ontwikkeling en uitvoering van een observatieprotocol gepresenteerd wordt. In de 0 minuten durende plenaire discussie zal worden ingegaan op hoe we toekomstige interventie programma s effectiever kunnen maken. Er is tevens ruimte voor vragen en suggesties. Symposium 6. Hoe evalueer ik hoe mijn interventie werkt?: analyse van mediatoren. M.M. van Stralen, M. Yildirim, S.J. te Velde, W. van Mechelen, J. Brug, M.J.M. Chinapaw VU universitair medisch centrum, Amsterdam Achtergrond en doelstelling. In Nederland is het aantal kinderen met overgewicht de afgelopen twintig jaar verdubbeld. Overgewicht verhoogt niet alleen de kans op hart- en vaatziekten en andere gezondheidsproblemen zoals kanker en diabetes, het leidt ook tot mentale gezondheidsproblemen en een lagere kwaliteit van leven. Helaas is de effectiviteit van de huidige preventieprogramma s beperkt. Om effectieve programma s te ontwikkelen moeten we weten hoe preventieprogramma s werken (analyse van mediatoren). Het doel van deze presentatie is om inzicht te geven in waarom, wanneer en hoe mediatie analyses moeten worden uitgevoerd. Dit wordt gedaan aan de hand van onze systematische literatuurstudie naar de belangrijkste mediatoren van bestaande programma s die zich richtten op het bevorderen van gezond beweeg- en voedingsgedrag van de jeugd. Methode. Middels een systematische zoektocht in elektronische databases werden studies gezocht:. die een programma evalueren gericht op risicogedragingen voor overgewicht. in een gerandomiseerde gecontroleerde of quasi experimentele studie-opzet. bij kinderen tussen de 4-8 jaar, 4. en die een mediatie analyse hebben uitgevoerd. Alleen Engelstalige artikelen werden geïncludeerd. Resultaten. Vierentwintig studies voldeden aan deze criteria. We vonden sterk bewijs dat eigeneffectiviteit en intentie als mediatoren werken in beweeginterventies. Daarnaast vonden we indicaties dat attitude, kennis en gewoonte mogelijke mediatoren zijn in voedingsinterventies. Vanwege het beperkte aantal studies naar programma s gericht op sedentair gedrag, konden wij geen conclusies trekken over mediatoren van dit type programma s. Daarnaast bleken veel interventiestrategieen ineffectief te zijn en is er gebrek aan valide en betrouwbare meetinstrumenten voor mogelijke mediatoren. Discussie en Conclusie. Er is nog nauwelijks onderzoek naar mediatoren van preventieprogramma s voor overgewicht bij de jeugd en de kwaliteit van de huidige studies is voor verbetering vatbaar. Kwalitatief hoogwaardige studies naar de werkingsmechanismen van preventie programma s zijn daarom hard nodig om te komen tot effectievere programma s en uiteindelijk een gezondere jeugd. Symposium 6. Hoe evalueer ik voor wie en onder welke omstandigheden mijn interventie werkt? Analyse van moderatoren M. Yildirim, M.M. van Stralen, M.J.M. Chinapaw, W. van Mechelen, J. Brug, J.W.R. Twisk, S.J. te Velde VU universitair medisch centrum, Amsterdam Achtergrond en doelstelling. De gevolgen van overgewicht voor de volksgezondheid zijn groot: Overgewicht verhoogt de kans op lichamelijke en mentale gezondheidsproblemen zoals hart- en vaatziekten, kanker, diabetes, angst en depressies. Overgewicht is het gevolg van te veel en ongezond eten, weinig bewegen en veel zitten. De effectiviteit van huidige overgewicht preventieprogramma s is beperkt. Om effectieve programma s te ontwikkelen of de effectiviteit van huidige programma s te verbeteren is het belangrijk om te weten voor wie en onder welke omstandigheden deze programma s werken (analyse van moderatoren). Het doel van deze presentatie is om inzicht te geven waarom, wanneer en hoe moderatie analyses moeten worden uitgevoerd. Daarnaast presenteren wij het resultaat van onze systematische literatuurstudie naar de belangrijkste moderatoren van bestaande programma s die zich richtten op het bevorderen van gezond beweeg- en voedingsgedrag van de jeugd. Methode. Middels een systematische zoektocht in elektronische databases werden studies gezocht:. die een programma evalueren gericht op risicogedragingen voor overgewicht,. in een gerandomiseerde gecontroleerde of quasi experimentele studie-opzet,. bij kinderen tussen de 4-8 jaar, 4. en die een moderatie analyse hebben uitgevoerd. Alleen Engelstalige artikelen werden geïncludeerd. Resultaten. Eenenzestig studies voldeden aan deze criteria. Geslacht, etniciteit, leeftijd, uitgangswaarden van de gedragsmaat, gewichtsstatus en sociaaleconomische positie waren de meest frequent onderzochte potentiële moderatoren. Het meest overtuigende bewijs werd gevonden voor geslacht als moderator, waarbij interventies beter lijken te werken bij meisjes dan bij jongens. Vanwege de inconsistente resultaten, de niet-significante moderatie effecten, en de matige methodologische kwaliteit van de meeste studies, waren de resultaten inconsistent. Discussie en conclusie(s). Er is weinig kennis over voor wie en onder welke omstandigheden programma s ter preventie van overgewicht het best werken. Deze kennis is echter van groot belang voor de ontwikkeling van effectievere programma s en het terugdringen van overgewicht onder de Nederlandse jeugd. Symposium 6. Wat leren we van implementeren? Werving van scholen voor de landelijke uitrol van DOiT F. van Nassau, A.S. Singh, M.J.M. Chinapaw VU universitair medisch centrum, Amsterdam Achtergrond en doelstelling. DOiT is een bewezen effectief lesprogramma ter preventie van overgewicht op het voortgezet onderwijs. Het is echter geen vanzelfsprekendheid dat effectieve interventies in de praktijk gebruikt worden. De intentie tsg jaargang 90 / 0 nummer Nederlands Congres Volksgezondheid - pagina 6

17 om te starten met een gezondheidsbevorderend schoolprogramma, zoals DOiT, hangt samen met een combinatie van persoonlijke factoren van de docent, school-, en beleidsgerelateerde factoren en factoren die samenhangen met het lesprogramma zelf. Daarom is een actief proces van disseminatie nodig. De vraag van ons onderzoek is: Welke wervingsstrategie is het meest geschikt voor de landelijke implementatie van het DOiT-programma? Methode. Voor de bepaling van de wervingsstrategie zijn in de periode december 00 - april 0 semi-gestructureerde interviews met docenten en medewerkers van ondersteunende organisaties (zoals GGDen, Sportraden en gemeenten) gehouden. De resultaten van deze interviews en een literatuurstudie naar determinanten van implementatie hebben de basis gevormd voor de wervingsstrategie die voor het DOiTprogramma is ontwikkeld. Resultaten. Uit de interviews bleek dat de werving van scholen via twee kanalen kan lopen: ) via een ondersteunende organisatie of ) direct via scholen. Hierbij zijn een enthousiaste docent en draagvlak van belang. De geïnterviewden gaven aan dat een persoonlijke benadering en een aanpak op maat van belang zijn. De nadruk op flexibiliteit, aansluiting bij bestaande lokale initiatieven en voldoende ondersteuning werden aangedragen als succesfactoren. Op basis van deze resultaten is een wervingsstrategie bepaald. Er zijn diverse ondersteunende materialen ontwikkeld zoals een informatiebrochure, een promotiefilm voor docenten en een website met implementatiestappen en -tools. Discussie en conclusie(s). Inmiddels zijn meer dan 65 scholen gestart met het DOiT-programma. De meest belangrijke determinanten die ten grondslag liggen aan de wervingsstrategie worden gepresenteerd. De succes- en faalfactoren van de gekozen wervingsstrategie worden interactief met het publiek besproken. Symposium 6.4 Evaluatie van implementatie van VRIENDEN voor het Leven M. Kösters, M.J.M. Chinapaw, M. Zwaanswijk, H. Koot 4, M.M. van Stralen GGD Amsterdam, Amsterdam VU universitair medisch centrum, Amsterdam NIVEL, Utrecht 4 VU Universiteit, Amsterdam Achtergrond en doelstelling. VRIENDEN voor het Leven is een geïndiceerd preventief programma tegen angst en depressie bij basisscholieren. Binnen het onderzoek naar VRIENDEN voor het Leven wordt zowel een effect- als een procesevaluatie uitgevoerd. Onderdeel van de procesevaluatie is het beoordelen of het programma is geïmplementeerd volgens protocol. Informatie over de kwaliteit van implementatie geeft inzicht in waarom een interventie wel of niet effectief blijkt te zijn. Deze presentatie bespreekt de methode en uitkomst van deze procesevaluatie. Methode. In het onderzoek starten ongeveer 5 VRIENDEN groepen op Amsterdamse basisscholen. Eén groep bestaat uit 0 kinderen uit groep 6, 7 en 8 van één school en wordt begeleid door twee GGZ preventiewerkers. De kwaliteit van implementatie wordt in kaart gebracht middels observaties tijdens random gekozen bijeenkomsten. Aan de hand van een checklist worden de mate van het volgen van het protocol, trainer competentie en responsiviteit van kinderen op een 4-puntsschaal aangegeven. Resultaten. De resultaten van de eerste 7 geobserveerde groepen laten zien dat het programma grotendeels volgens protocol wordt uitgevoerd. Veranderingen in het protocol worden gedaan om praktische redenen en om het programma aantrekkelijker te maken voor de deelnemers. Tussen de trainers zijn enkele verschillen in competenties te zien. Responsiviteit van kinderen is hoog. De inter-beoordelaarbetrouwbaarheid van het instrument lijkt goed. Discussie en conclusie(s). De eerste resultaten laten zien dat de kwaliteit van implementatie van VRIENDEN voor het Leven goed is. De mate van het volgen van het protocol is goed in kaart te brengen met het meetinstrument. Trainer competentie en responsiviteit van kinderen zijn moeilijker te beoordelen. De ervaringen met de checklist en mogelijke knel- en verbeterpunten worden interactief met het publiek bediscussieerd. Symposium 7.0 Samen aan de bal; Wederzijdse beleidsbeïnvloeding met 8 verschillende gemeenten. S.M. Hogendoorn, J. de Goede, G.A.M. van den Broek, C. Maas-van den Berg GGD West-Brabant, Breda Universiteit van Tilburg, Tilburg Gemeente Rucphen, Rucphen Auteurs en titels: Dr. J. de Goede: Kennis in werking G. van den Broek: Gezondheid op de agenda C. Maas: Invloed van gemeenten op de GGD Voorzitter: Ir. S. Hogendoorn Thema. Lokaal gezondheidsbeleid is duwen en trekken. GGD en gemeente beïnvloeden elkaar. De GGD biedt beleidsadvies, maar is ook uitvoerder van dat beleid. Als eigenaar beïnvloedt de gemeente de GGD. Hoe doe je dat met 8 verschillende gemeenten, met verschillende groottes en culturen? Het kennen en begrijpen van beleidsvormingsprocessen en het krachtenveld binnen elke gemeente en de GGD zijn nodig voor effectieve wederzijdse beïnvloeding. Soms moet je over je professionele grens heen stappen. Een stukje met de ander mee willen lopen, ook als dat jou belang niet direct dient. De nadruk ligt op (informeel) contact, afstemming en aanpassing op processen die binnen de gemeenten spelen. Doel en relatie met thema. Op basis van onze ervaringen met een andere inrichting van het systeem van de openbare gezondheidszorg willen we ons arsenaal verder uitwerken en mogelijkheden voor evaluatie onderzoeken. Opbouw en verbinding met het thema. Vanuit het promotieonderzoek Kennis in werking wordt het theoretisch kader geschetst van de samenwerking tussen GGD en gemeente; hoe komt het dat de epidemiologische boodschap niet gelijk leidt tot het door ons gewenste lokale beleid? tsg jaargang 90 / 0 nummer Nederlands Congres Volksgezondheid - pagina 7

18 In Gezondheid op de agenda beïnvloedt de GGD de gemeente. We gaan door waar de regionale VTV stopt; samen met gemeenteambtenaren wordt de boodschap zo gebracht dat deze wel zal worden opgepakt en vertaald in integraal lokaal beleid. Tot slot vertelt een gemeenteambtenaar hoe de gemeenten de GGD beïnvloeden en bijsturen. Hoe zorgen gemeenten ervoor dat de GGD de goede dingen doet voor het lokale en regionale beleid? Discussie: hoe evalueren we de wederzijdse beïnvloeding? Welke andere manieren zijn er om samen aan lokaal verankerd volksgezondheidsbeleid te werken? Symposium 7. Kennis in Werking: onderzoek naar het gebruik van epidemiologisch onderzoek bij lokale beleidsontwikkeling J. de Goede Universiteit van Tilburg, Tilburg Achtergrond en doelstelling. Gemeenten zijn verplicht om bij de ontwikkeling van lokaal gezondheidsbeleid gebruik te maken van epidemiologische onderzoeksgegevens. Dit roept de vraag op of, op welke wijze en in welke mate dit daadwerkelijk gebeurt. Daarnaast zou je dan willen weten waardoor het gebruik van de onderzoeksgegevens bepaald wordt. Methode. Binnen het uitgevoerde promotieonderzoek is er gebruik gemaakt van diverse onderzoeksmethodieken. Allereerst is er een internationale literatuurstudie gedaan om tot een analytisch onderzoekskader te komen. Vervolgens zijn er gemeentelijke en regionale casestudies gedaan naar de ontwikkeling van gezondheidsrapportages en lokaal gezondheidsbeleid. Tot slot is er een landelijk survey uitgezet onder ambtenaren volksgezondheid. Resultaten. Vanuit de theorie worden interacties tussen onderzoekers en beleidsmakers gezien als belangrijke voorwaarde voor het gebruik van onderzoek. Daarnaast spelen thema s als verwachtingen, wijze van informatie-overdracht en acceptatie en interpretatie van de onderzoeksgegevens een rol. Uit zowel de casestudies als de landelijke survey blijkt dat de epidemiologische onderzoeksresultaten eerder op een conceptuele manier gebruikt werden (als startpunt voor discussie) dan op een instrumentele manier (daadwerkelijke beleidsaanpassing). Uit de casestudies kwam naar voren dat vooral de acceptatie en interpretatie factoren (perspectieven, belangen en kennis) van beleidsactoren hierbij van belang zijn. Uit de landelijke survey werd duidelijk dat wederzijdse betrokkenheid van ambtenaren en onderzoekers bij elkaars werkprocessen samenhangt met meer gebruik van onderzoeksgegevens. Discussie en conclusies. De gehanteerde multi-method aanpak heeft binnen dit onderzoek meerwaarde gehad om het probleem van onderzoeksgebruik te doorgronden. Interactie tussen onderzoekers en beleidsmakers is zinvol als er gehandeld wordt in lijn met de aanwezige perspectieven en belangen. Echter kunnen de accenten in beleidsprocessen en de diversiteit aan beleidsactoren tussen gemeenten verschillen zodat er geen standaard manier is om het gebruik van onderzoek te bevorderen. Symposium 7. Gezondheid op de Agenda G.A.M. van den Broek GGD West-Brabant, Breda Achtergrond en doelstelling. Elke 4 jaar schrijven gemeenten een lokale gezondheidsnota. De GGD adviseert de gemeenten hierover. Om duurzaam en toekomstbestendig aan gezondheid te werken is een andere aanpak nodig. Doelstellingen zijn: bestuurlijke agendering van volksgezondheid en verankering van volksgezondheid in de doelen van andere beleidsterreinen Gebruikte aanpak. In West-Brabant is gekozen voor een strategische aanpak onder de titel Gezondheid op de Agenda. De GGD West-Brabant steekt in op: beeld en verhaal, digitale ondersteuning en aandacht voor het proces. Én we adviseren gemeenten een andere manier van aanpakken van hun lokale gezondheidsbeleid ( paradigmashift ). Voor gemeenteraadsleden is de Agenda voor een gezonde samenleving ontwikkeld. Professionals (van GGD en samenwerkingspartners) vertellen hún verhaal over 9 belangrijke gezondheidsthema s. Facts and figures onderbouwen deze thema s. De boodschap ( duurzaam aan gezondheid werken met gebruikmaking van burgerkracht en slimme samenwerking ) komt als rode draad in alle verhalen terug. Gemeenteambtenaren kunnen voor advies terecht op www. regionaalkompas.nl. Onder hún gemeentelijke knop vinden ze een lokaal gezondheidsadvies op maat op basis van epidemiologische cijfers, onderzoeksgegevens, lokale kennis en politiekbestuurlijke informatie. Belangrijker dan deze twee producten is het proces: er bij zijn (betrokken en in gesprek blijven), timing (aansluiten bij belangrijke momenten in het gemeentelijk beleidsproces) en inzoomen op de lokale situatie (deel zijn van lokale netwerken). De rol van de beleidsadviseur is die van entrepeneur: voortdurend in het gemeentelijk beleidsproces kansen oppikken om het lokale gezondheidsbeleid te beïnvloeden. Lokale opbrengsten. Gemeenten hebben gezondheid bestuurlijk op de agenda staan en gezondheid is vanzelfsprekend onderdeel van de doelstellingen op andere gemeentelijke beleidsterreinen. Gemeenten werken aan een duurzame toekomstbestendige samenleving en zetten daarbij burgerkracht en slimme samenwerking in. Conclusies en aanbevelingen. Gezondheid op de Agenda onderbouwt de gezaghebbende adviesrol van de GGD en beïnvloedt het gezondheidsbeleid van de Westbrabantse gemeenten. De aanpak wordt geëvalueerd en op grond daarvan aangescherpt. Symposium 7. Als ik de bal heb, kan jij niet scoren; invloed van gemeenten op de GGD C. Maas-van den Berg Gemeente Rucphen, Rucphen Achtergrond en doelstelling. De GGD is de dienst volksgezondheid van de gemeente. Beleidsadviseurs van de gemeente willen de GGD beïnvloeden om de goede dingen te doen voor hun lokale gemeente. Wat zijn succesfactoren in die beïnvloeding? tsg jaargang 90 / 0 nummer Nederlands Congres Volksgezondheid - pagina 8

19 Gebruikte aanpak. Een open kernteam van gemeentelijke en GGD adviseurs werkt intensief samen. Deze adviseurs uit de gemeenten nemen niet alleen deel in de vaste overlegstructuren. Ze zijn ook actief in werkgroepen, adviesgesprekken en ontwikkeltrajecten. Het krachtenveld is in kaart gebracht en succesfactoren in de samenwerking zijn benoemd. (Lokale) opbrengsten. De gemeentelijke beleidsadviseurs kennen de taal en politieke context in de gemeenten beter, en hebben ook meer zicht op wat er op andere beleidsterreinen gebeurt. Daardoor is de kwaliteit van het beleid en besluitvorming van de GGD verbeterd. Voor de individuele gemeenten is er winst doordat ze invloed uitoefenen op het regionale beleid, en zorgen dat dat goed aansluit bij de lokale wens. De cultuur van samenwerken is belangrijker dan de structuur. Het gaat om persoonlijke contacten en korte lijnen. Succesfactoren in die cultuur zijn oog hebben voor ieders rol en verantwoordelijkheid, zeggen wat je denkt en bereidheid om over je eigen professionele grens heen te stappen. Conclusie(s) en aanbevelingen. Er is geen standaard manier waarop gemeenten de GGD kunnen beïnvloeden. Dat verschilt per gemeente en per GGD. Elkaar de bal toespelen en samen een team vormen zorgt ervoor dat we punten scoren voor het lokale en regionale volksgezondheidsbeleid. Oog hebben voor de positie en individuele kwaliteit van elke speler geeft daarbij de doorslag. Symposium 8.0 Gezond (weer) aan het werk; E-health interventies voor werknemers A.S. Geraedts, J.L. Hoving, S.M. Ketelaar, A. Vonk Noordegraaf Vrije Universiteit Amsterdam, Amsterdam Academisch Medisch Centrum, Amsterdam VU Medisch Centrum, Amsterdam Auteurs en titels: Dr. J. Hoving: haalbaarheidsstudie van een e-health interventie ter bevordering van werkbehoud bij patiënten met reumatoïde artritis Drs. A. S. Geraedts: de (kosten)effectiviteit van een internet begeleide zelfhulpcursus voor werknemers met somberheidsklachten Drs. A. Vonk Noordegraaf: Ikherstel.nl: effectiviteit van e-health interventie op hervatting van (werk)activiteiten door patiënten na een gynaecologische operatie Drs. S. M. Ketelaar: Mental - Effect van een psychische module Preventief Medisch Onderzoek voor gezondheidszorgmedewerkers Voorzitter:Drs. A. Geraedts Achtergrond: Door toenemende vergrijzing in Nederland zal de beroepsbevolking in de komende 0 jaar afnemen. Om de kosten van verzuim en arbeidsongeschiktheidsuitkeringen voor het bedrijfsleven en de overheid beperkt te houden, zal er steeds meer ingezet moeten worden op voortdurende arbeidsparticipatie bij psychische en fysieke klachten en vroege terugkeer naar werk bij uitval. In de (bedrijfs)gezondheidszorg zal de focus hierdoor steeds meer op preventie van uitval en vroege terugkeer naar werk komen te liggen. Internetinterventies bieden hierbij vele mogelijkheden. Tijdens dit symposium worden een viertal internetinterventies gepresenteerd die inspelen op preventie van uitval en vroege terugkeer naar werk en die onderzocht zijn bij werknemers. Doel symposium: Het doel van het symposium is om aan de hand van recente onderzoeken de nieuw(st)e ontwikkelingen te laten zien op het gebied van E-health in de werkomgeving ter bevordering van gezondheid. Aan de hand van een aantal stellingen zullen mogelijkheden en obstakels van E-health worden bediscussieerd met de zaal. Opbouw en samenhang: De presentaties richten zich op fysieke en mentale gezondheid, waarbij allen gebruik maken van een internetinterventie. Alle onderzoekspopulaties bestonden uit werknemers. Na de presentaties volgt een discussie over de mogelijkheden, voor- en nadelen van E-health binnen de (bedrijfs)gezondheidszorg. Relatie met gebruik nieuwe media: In alle presentaties is gebruik gemaakt van een internetinterventie wat kansen bied om bewuster met gezondheidsproblemen in relatie tot het werk om te gaan. Symposium 8. Reuma@Work: haalbaarheidsstudie van een e-health interventie ter bevordering van werkbehoud bij patiënten met reumatoïde artritis J.L. Hoving, A.S. Geraedts, M. van de Meer, Y. van de Straaten, S. Put, C. Logtenberg, N. de Vries, P.P. Tak, J.K. Sluiter, M.H.W. Frings-Dresen Academisch Medisch Centrum, Amsterdam Vrije Universiteit Amsterdam, Amsterdam Achtergrond en doelstelling. Patiënten gediagnosticeerd met reumatoïde artritis (RA) hebben een grote kans om hun fysiek werkvermogen, en daarmee hun baan te verliezen. Gegeven het feit dat RA patiënten een groter risico lopen op uitval voor werk is het de vraag welke maatregelen effectief kunnen zijn om het werkvermogen (langer) intact te houden. Er is weinig onderzoek verricht naar een op de werksituatie gerichte aanpak bij RA. In deze studie staat een nieuwe begeleiding via Reuma@Work centraal, een e-health interventie met steun van een verpleegkundige, en de resultaten van een haalbaarheidsstudie. De doelstelling was: wat is de haalbaarheid van een e-health interventie met begeleiding op maat voor werknemers die als gevolg van hun RA problemen ervaren ten aanzien van hun functioneren op werk en/of werk participatie? Methode. Het gaat hier om een haalbaarheidsstudie bij 5 RA patiënten van een nieuw ontwikkelde e-health interventie, die bestaat uit een op maat begeleiding middels een website en begeleiding door een reumaverpleegkundige per telefoon, en face-to-face afspraken. Middels een proces aanpak in drie stappen, bestaande uit (internet) opdrachten, informatie en overleg met reumaverpleegkundige, wordt gewerkt van probleem(situaties) naar doelen en oplossingen of oplossingsstrategieën. Zowel voor als na de interventieperiode van drie maanden ontvingen patiënten vragenlijsten (tav haalbaarheid en functioneren) en werden semigestructureerde interviews afgenomen. tsg jaargang 90 / 0 nummer Nederlands Congres Volksgezondheid - pagina 9

20 Resultaten. Inmiddels hebben ruim 5 RA patiënten de Reuma@Work interventie van drie maanden doorlopen waarbij zij sterk wisselden in hun participatiegraad aan Reuma@ Work. Meer dan de helft van de deelnemers is niet voorbij de eerste twee van de drie stappen gekomen. De begeleiding door reumaverpleegkundige en via internet werd veelal als positief ervaren, al waren er ook patiënten die weinig gebruik maakten van deze begeleidingsvorm. Conclusie. Deze haalbaarheidsstudie geeft aanleiding om verder te onderzoeken voor welke type RA patiënten Reuma@Work het meest geschikt is als geïndiceerde vorm van preventie. Symposium 8. Happy@Work: de (kosten)effectiviteit van een internet begeleide zelfhulpcursus voor werknemers met somberheidsklachten A.S. Geraedts, A.M. Kleiboer, N.W. Wiezer, P. Cuijpers, W. van Mechelen Vrije Universiteit Amsterdam, Amsterdam TNO, Hoofddorp VU Medisch Centrum, Amsterdam Achtergrond en doelstelling. Somberheidsklachten komen veel voor onder werkenden en hangen samen met enorme kosten voor de samenleving en voor bedrijven. Verzuimpercentages zijn hoog en de verzuimperiodes vanwege somberheidsklachten zijn lang. Er bestaan binnen de bedrijfsgezondheidszorg nog weinig bewezen effectieve interventies om somberheidsklachten te verminderen onder werkenden die niet verzuimen. Het voorkomen van verzuim door vroegtijdige behandeling kan veel kosten besparen. Het doel van dit onderzoek is om de effectiviteit en kosteneffectiviteit van een internet begeleide zelfhulpcursus voor werknemers met somberheidsklachten die (nog) niet verzuimen te onderzoeken. Methoden. Het betreft een gerandomiseerd onderzoek (Randomized Controlled Trial) waarin het effect van een internet begeleide zelfhulpcursus wordt vergeleken met behandeling zoals gebruikelijk (care-as-usual). De internet begeleide zelfhulpcursus bestaat uit zes wekelijkse lessen met wekelijkse feedback van een begeleider op gemaakte opdrachten. Bij de gebruikelijke behandeling ontvangen de deelnemers geen specifieke zorg maar zijn zij vrij elke behandeling voor hun somberheidsklachten te volgen die zij wensen. De onderzoekspopulatie bestaat uit kantoorpersoneel met milde depressieve klachten. Het effect van de begeleide zelfhulpcursus wordt onderzocht op de volgende uitkomstmaten: somberheidsklachten, verzuim, werkprestatie, burnout, angstklachten, kwaliteit van leven, zorggebruik, productiviteitsverlies, sociale steun en controlegevoel. De kosteneffectiviteitsstudie wordt uitgevoerd vanuit maatschappelijk- en bedrijfsperspectief. Ook vindt er een procesevaluatie plaats. Resultaten. Het onderzoek is in september 0 van start gegaan en loopt nog. Tijdens de presentatie zal de opzet van het onderzoek worden gepresenteerd. Discussie en conclusie(s). Indien de internet begeleide zelfhulpcursus (kosten)effectief blijkt in het verminderen van somberheidsklachten en het voorkomen van verzuim biedt dit een nieuwe mogelijkheid voor de bedrijfsgezondheidszorg waarbij geen gebruik hoeft te worden gemaakt van face-to-face contact. Dit is met name interessant voor multinationals, bedrijven met personeel in onregelmatige werktijden en bedrijven met thuiswerkenden. De procesevaluatie kan inzicht geven hoe de internet begeleide zelfhulpcursus geïmplementeerd kan worden. Symposium 8. Ikherstel.nl: effectiviteit van e-health interventie op hervatting van (werk)activiteiten door patiënten na een gynaecologische operatie A. Vonk Noordegraaf,, S.M. Ketelaar, A.S. Geraedts, J.A.F. Huirne, H.A.M. Brölmann, E.V.A. Bouwsma, W. van Mechelen, J.R. Anema Mental Vitality@Work Vrije Universiteit Amsterdam, Amsterdam VU Medisch Centrum, Amsterdam Achtergrond en doelstelling. Volledige terugkeer naar werk na gynaecologische chirurgie duurt veel langer dan verwacht. Dit wordt mogelijk veroorzaakt doordat perioperatieve zorg gefragmenteerd en matig gecoördineerd is en artsen (gynaecoloog, huisarts en bedrijfsarts) vaak conflicterende adviezen betreffende het hervatten van (werk) activiteiten geven. Doelstelling van deze studie was de ontwikkeling en evaluatie van een multidisciplinair zorgprogramma voor patiënten die geopereerd worden aan hun baarmoeder of eierstokken. Methode. Met behulp van focusgroepen met gynaecologische patiënten zijn behoeften betreffende perioperatieve zorg geëxploreerd en knelpunten in zorgverlening geïdentificeerd. In samenwerking met de beroepsverenigingen van gynaecologen, huisartsen en bedrijfsartsen, zijn door middel van een gemodificeerde Delphi studie gedetailleerde multidisciplinaire hersteladviezen voor het gegradeerd hervatten van (werk) activiteiten ontwikkeld. Met de resultaten is een interactieve e-health interventie inclusief aansprekende film voor patiënten, zorgverleners en werkgevers ontwikkelt ( Door middel van een Randomized Controlled Trial (RCT) is het effect van deze e-health interventie op het herstel en de duurzame terugkeer naar werk onderzocht. Voorlopige resultaten. Tweehonderdvijftien patiënten werden geïncludeerd. Mediane verzuimduur in de interventiegroep was 9,5 en in de controlegroep 48 dagen. De interventiegroep had met een hazard ratio van,4 een snellere duurzame terugkeer naar werk in de eerste 8 weken. Hierna was er geen effect. Patiënttevredenheid over de e-health interventie was zeer groot. Ook 76 procent van de gynaecologen beoordeelden de interventie als (zeer) zinvol en 95% raadt de e-health interventie aan hun patiënten aan. Van de werkgevers was 6% (zeer) tevreden over de begeleiding die de interventie aan hun werknemers gaf. Discussie en voorlopige conclusie. Met inbreng van artsen en patiënten werd een e-health interventie ontwikkeld die voor gynaecologische patiënten tot een snellere duurzame terugkeer naar werk leidt. Deze innovatieve en goedkope interventie zorgt voor een afname van verzuimkosten en kan bijdragen aan het beheersbaar houden van de maatschappelijke kosten van gynaecologische operaties. tsg jaargang 90 / 0 nummer Nederlands Congres Volksgezondheid - pagina 0

NEDERLANDS CONGRES Volksgezondheid 2012 VOLKSGEZONDHEID. 11 en 12 april 2012 VU medisch centrum Amsterdam

NEDERLANDS CONGRES Volksgezondheid 2012 VOLKSGEZONDHEID. 11 en 12 april 2012 VU medisch centrum Amsterdam NEDERLANDS CONGRES Volksgezondheid 2012 S A M E N I N V E S T E R E N I N G E Z O N D H E I D VOLKSGEZONDHEID 2 0 11 en 12 april 2012 VU medisch centrum Amsterdam Volksgezondheidsprijs 2011 Fikse korting

Nadere informatie

Achtergrond. Aantal baarmoederkankerpatiënten groeit snel. Informatievoorziening van belang voor kankerpatiënten 1

Achtergrond. Aantal baarmoederkankerpatiënten groeit snel. Informatievoorziening van belang voor kankerpatiënten 1 Baarmoederkankerpatiënten zijn ontevreden met informatievoorziening Center of Research on Psychology in Somatic diseases Kim Nicolaije (MSc) Tilburg University & Integraal Kankercentrum Zuid 11/4/2012

Nadere informatie

CoRPS Kwaliteit van leven data verzamelen endelen met de PROFILES registratie: dikkedarmkanker als voorbeeld Center of Research on Psychology in Somatic diseases Dr. Floortje Mols - Tilburg University

Nadere informatie

CoRPS. 'Cancer survivorship' onderzoek in Zuid Oost Nederland: van epidemiologische bevindingen naar interventies

CoRPS. 'Cancer survivorship' onderzoek in Zuid Oost Nederland: van epidemiologische bevindingen naar interventies 'Cancer survivorship' onderzoek in Zuid Oost Nederland: van epidemiologische bevindingen naar interventies Center of Research on Psychology in Somatic diseases Lonneke van de Poll Franse, Integraal Kankercentrum

Nadere informatie

Mondelinge presentatie of poster

Mondelinge presentatie of poster Mondelinge presentatie of poster 1 Mondelinge presentatie of posterpresentatie Heeft u een voorkeur voor een mondelinge of een posterpresentatie? Algemene informatie met betrekking tot mondelinge presentaties:

Nadere informatie

Opleiden voor Public Health. Prof dr Gerhard Zielhuis Epidemiologie, UMC St Radboud

Opleiden voor Public Health. Prof dr Gerhard Zielhuis Epidemiologie, UMC St Radboud Opleiden voor Public Health Prof dr Gerhard Zielhuis Epidemiologie, UMC St Radboud Public Health = alles wat we doen om de volksgezondheid te verbeteren Cellen > individuen -> maatschappij Preventie Effectiviteit

Nadere informatie

Betere zorg voor patiënten met beperkte gezondheidsvaardigheden

Betere zorg voor patiënten met beperkte gezondheidsvaardigheden Betere zorg voor patiënten met beperkte gezondheidsvaardigheden Prof. dr. Jany Rademakers NIVEL Nederlands Instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg CAPHRI Care and Public Health Research Institute

Nadere informatie

Academische Werkplaats Publieke Gezondheid Brabant. Aangenaam kennis te maken

Academische Werkplaats Publieke Gezondheid Brabant. Aangenaam kennis te maken Academische Werkplaats Publieke Gezondheid Brabant Aangenaam kennis te maken Via dit overzicht laten wij u graag nader kennis maken met de medewerkers en activiteiten van de Academische Werkplaats Publieke

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting De levensverwachting van mensen met een ernstige psychiatrische aandoening (EPA) is gemiddeld 13-30 jaar korter dan die van de algemene bevolking. Onnatuurlijke doodsoorzaken zoals

Nadere informatie

PROFILES infrastructuur voor (online) data verzameling. Lonneke van de Poll-Franse

PROFILES infrastructuur voor (online) data verzameling. Lonneke van de Poll-Franse PROFILES infrastructuur voor (online) data verzameling Lonneke van de Poll-Franse Eindhoven Cancer Registry (ECR) Onderdeel van de Nederlandse Kankerregistratie* Gebied van 2,4 miljoen inwoners 10 ziekenhuizen

Nadere informatie

Systematische review naar effectieve interventies ter preventie van kindermishandeling.

Systematische review naar effectieve interventies ter preventie van kindermishandeling. Rapport Systematische review naar effectieve interventies ter preventie van kindermishandeling. Auteurs: F.J.M. van Leerdam 1 K. Kooijman 2 F. Öry 1 M. Landweer 3 1: TNO Preventie en Gezondheid Postbus

Nadere informatie

Factsheet. Meet the Needs. Onderzoek naar de behoefte aan leefstijlaanbod van mensen met een lage SES in Maastricht

Factsheet. Meet the Needs. Onderzoek naar de behoefte aan leefstijlaanbod van mensen met een lage SES in Maastricht Factsheet Meet the Needs Onderzoek naar de behoefte aan leefstijlaanbod van mensen met een lage SES in Maastricht ZIO, Zorg in Ontwikkeling Regio Maastricht-Heuvelland Maart 2013 Colofon: Onderzoeksteam

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/55848 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Bezem, J. Title: Exploring the potential of triage and task-shifting in preventive

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Datum

Nadere informatie

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Wolbert (PvdA) over kinderen van allochtone afkomst die overgewicht hebben (2014Z07817).

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Wolbert (PvdA) over kinderen van allochtone afkomst die overgewicht hebben (2014Z07817). > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 255 XP Den Haag www.rijksoverheid.nl Bijlage(n)

Nadere informatie

Lokaal gezondheidsbeleid 2016-2020. Workshop 18 februari 2016

Lokaal gezondheidsbeleid 2016-2020. Workshop 18 februari 2016 Lokaal gezondheidsbeleid 2016-2020 Workshop 18 februari 2016 Programma 9.30 uur Welkom Toelichting VTV 2014 en Kamerbrief VWS landelijk gezondheidsbeleid Concept Positieve Gezondheid Wat is integraal gezondheidsbeleid?

Nadere informatie

De jeugdgezondheidszorg als bondgenoot bij preventie en begeleiding van jongeren en seks

De jeugdgezondheidszorg als bondgenoot bij preventie en begeleiding van jongeren en seks De jeugdgezondheidszorg als bondgenoot bij preventie en begeleiding van jongeren en seks Vanessa Peters, GGD Gelderland Midden Marinka de Feijter, GGD N-O Gelderland Ineke van der Vlugt, Rutgers WPF 1

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Samenvatting Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Hoofdstuk 1 bevat de algemene inleiding van dit proefschrift. Dit hoofdstuk

Nadere informatie

Regionale VTV 2011. Levensverwachting en sterftecijfers. Referent: Drs. M.J.J.C. Poos, R.I.V.M.

Regionale VTV 2011. Levensverwachting en sterftecijfers. Referent: Drs. M.J.J.C. Poos, R.I.V.M. Regionale VTV 2011 Levensverwachting en sterftecijfers Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 Hart voor Brabant Deelrapport Levensverwachting en sterftecijfers Auteurs: Dr. M.A.M. Jacobs-van

Nadere informatie

Integrale zorg voor chronisch zieken; het spel en de knikkers

Integrale zorg voor chronisch zieken; het spel en de knikkers Integrale zorg voor chronisch zieken; het spel en de knikkers uitnodiging 12 april 2011 ZonMw programmadag 2011 Diseasemanagement chronische ziekten gecombineerd met inspiratiemiddag Vilans Programmadag

Nadere informatie

Op weg naar de speerpuntennotitie lokaal gezondheidsbeleid Boxmeer 2009 2011: Speerpunten voor Boxmeer?? Esther Hendriks 24 september 2009

Op weg naar de speerpuntennotitie lokaal gezondheidsbeleid Boxmeer 2009 2011: Speerpunten voor Boxmeer?? Esther Hendriks 24 september 2009 Op weg naar de speerpuntennotitie lokaal gezondheidsbeleid Boxmeer 2009 2011: Speerpunten voor Boxmeer?? Esther Hendriks 24 september 2009 Op weg naar speerpuntennotitie? Wat doen/deden we al? Welke gezondheidsproblemen

Nadere informatie

NEDERLANDS CONGRES Volksgezondheid 2012 JAAR VOLKSGEZONDHEID. 11 en 12 april 2012 VU medisch centrum Amsterdam

NEDERLANDS CONGRES Volksgezondheid 2012 JAAR VOLKSGEZONDHEID. 11 en 12 april 2012 VU medisch centrum Amsterdam NEDERLANDS CONGRES Volksgezondheid 2012 10 JAAR S A M E N I N V E S T E R E N I N G E Z O N D H E I D VOLKSGEZONDHEID 2 0 11 en 12 april 2012 VU medisch centrum Amsterdam Uitnodiging Sociale media inzetten

Nadere informatie

Dit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest.

Dit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest. Samenvatting 152 Samenvatting Ieder jaar krijgen in Nederland 16.000 mensen een hartstilstand. Hoofdstuk 1 beschrijft de achtergrond van dit proefschrift. De kans om een hartstilstand te overleven is met

Nadere informatie

LANDELIJKE EN REGIONALE SCENARIO S VOOR TOEKOMST VAN ZORG EN GEZONDHEID

LANDELIJKE EN REGIONALE SCENARIO S VOOR TOEKOMST VAN ZORG EN GEZONDHEID LANDELIJKE EN REGIONALE SCENARIO S VOOR TOEKOMST VAN ZORG EN GEZONDHEID Momenteel zijn er veel veranderingen op het gebied van zorg en gezondheid. Het is daardoor moeilijk te voorspellen hoe dit veld er

Nadere informatie

de GezondOntwerpWijzer

de GezondOntwerpWijzer Naar een gezonde (groene) leefomgeving: de GezondOntwerpWijzer Hanneke Kruize (RIVM) Marjo Knops (Ministerie van I&M) 1 Opbouw presentatie Belang van groen in de leefomgeving Gezonde leefomgeving als beleidsthema

Nadere informatie

Wat werkt voor de oudere werknemers?

Wat werkt voor de oudere werknemers? Wat werkt voor de oudere werknemers? Hoe houdenwe mensenlangergezondaanhet werk Drs Wendy Koolhaas Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) Disciplinegroep Gezondheidswetenschappen, Sociale Geneeskunde

Nadere informatie

Kinderen in Zuid gezond en wel?

Kinderen in Zuid gezond en wel? GGD Amsterdam Uitkomsten Amsterdamse gezondheidsmonitor basisonderwijs 13-14 Kinderen in Zuid gezond en wel? 1 Wat valt op in Zuid? Voor Zuid zijn de cijfers van de Jeugdgezondheidsmonitor van schooljaar

Nadere informatie

Call Gebiedsgerichte gezondheidsaanpakken fase 1 voor Programma Gezonde Toekomst Dichterbij

Call Gebiedsgerichte gezondheidsaanpakken fase 1 voor Programma Gezonde Toekomst Dichterbij Call Gebiedsgerichte gezondheidsaanpakken fase 1 voor Programma Gezonde Toekomst Dichterbij Aanleiding Fonds NutsOhra heeft met het programma Gezonde Toekomst Dichterbij de ambitie om de gezondheidsachterstanden

Nadere informatie

Door Cliënten Bekeken voor Huisartsenpraktijken. Groepspraktijk Huizen

Door Cliënten Bekeken voor Huisartsenpraktijken. Groepspraktijk Huizen Door Cliënten Bekeken voor Huisartsenpraktijken Rapportage voor: Groepspraktijk Huizen Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer ARGO Rijksuniversiteit Groningen BV www.argo-rug.nl INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK

Nadere informatie

Toepassen van Sociale Marketing op ontwikkeling van alcoholmatigingsinterventies

Toepassen van Sociale Marketing op ontwikkeling van alcoholmatigingsinterventies Toepassen van Sociale Marketing op ontwikkeling van alcoholmatigingsinterventies A. van Leeuwenhoeklaan 9 3721 MA Bilthoven Postbus 1 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl KvK Utrecht 30276683 T 030 274 91 11

Nadere informatie

SAMENVATTING. Samenvatting

SAMENVATTING. Samenvatting SAMENVATTING. 167 Met de komst van verpleegkundigen gespecialiseerd in palliatieve zorg, die naast de huisarts en verpleegkundigen van de thuiszorg, thuiswonende patiënten bezoeken om te zorgen dat patiënten

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Overgewicht is een snel groeiend wereldwijd probleem en is geassocieerd

Nadere informatie

Kinderen in West gezond en wel?

Kinderen in West gezond en wel? GGD Amsterdam Uitkomsten Amsterdamse gezondheidsmonitor basisonderwijs 13-14 Kinderen in West gezond en wel? 1 Wat valt op in West? Voor West zijn de cijfers van de Jeugdgezondheidsmonitor van schooljaar

Nadere informatie

Verzekeringsgeneeskunde en Wetenschap

Verzekeringsgeneeskunde en Wetenschap Verzekeringsgeneeskunde en Wetenschap hoop voor de toekomst! Em. Prof. Dr. Haije Wind, verzekeringsarts Amsterdam, 14 maart 2019 Amsterdam UMC locatie AMC, Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid,

Nadere informatie

PILOT GEZONDHEIDSONDERZOEK 15/16-JARIGEN

PILOT GEZONDHEIDSONDERZOEK 15/16-JARIGEN CHECK UITKOMSTEN PILOT GEZONDHEIDSONDERZOEK 15/16-JARIGEN Gezondheid Relaties Lichaam Seksuele ontwikkeling Gevoel Alcohol, drugs & gamen 2 Doel gezondheidsonderzoek Jongeren vragen niet makkelijk om hulp,

Nadere informatie

Factsheet. Evaluatie van het Transmuraal Interactief Patiënt Platform (TIPP) vanuit patiënten perspectief

Factsheet. Evaluatie van het Transmuraal Interactief Patiënt Platform (TIPP) vanuit patiënten perspectief Factsheet Evaluatie van het Transmuraal Interactief Patiënt Platform (TIPP) vanuit patiënten perspectief Onderzoek naar de ervaringen en behoeften van patiënten over TIPP, het verwijsproces en de zorgaanbieders

Nadere informatie

Samenvatting. Inleiding

Samenvatting. Inleiding Inleiding Overgewicht en obesitas bij kinderen is een serieus volksgezondheidsprobleem. Het wordt veroorzaakt door een complex geheel van onderling samenhangende persoonlijke, sociale en omgevingsfactoren.

Nadere informatie

Kinderen in Centrum gezond en wel?

Kinderen in Centrum gezond en wel? GGD Amsterdam Uitkomsten Amsterdamse gezondheidsmonitor basisonderwijs 13-14 Kinderen in Centrum gezond en wel? 1 Wat valt op in Centrum? Voor Centrum zijn de cijfers van de Jeugdgezondheidsmonitor van

Nadere informatie

Hoe haalt een extra productieve werknemer gezond en werkend zijn pensioen?

Hoe haalt een extra productieve werknemer gezond en werkend zijn pensioen? Hoe haalt een extra productieve werknemer gezond en werkend zijn pensioen? Lex Burdorf hoogleraar determinanten van volksgezondheid Afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg Erasmus MC Rotterdam Langer

Nadere informatie

Samenvatting Jong; dus gezond!?

Samenvatting Jong; dus gezond!? Samenvatting Jong; dus gezond!? Deel III Gezondheidsprofiel regio Nieuwe Waterweg Noord, 2005-2008 Samenvatting rapport Jong; dus gezond!? Gezondheidssituatie van de Jeugd (2004-2006) Regio Nieuwe Waterweg

Nadere informatie

Vitale Vaten. Ineke Sterk projectleider Vitale Vaten 4 oktober 2011

Vitale Vaten. Ineke Sterk projectleider Vitale Vaten 4 oktober 2011 Vitale Vaten Ineke Sterk projectleider Vitale Vaten 4 oktober 2011 Dé Gezonde regio: waar? Dé Gezonde regio: wie? Verleiden Opbouw presentatie Inleiding hart- en vaatziekten Project Vitale Vaten Gorinchem

Nadere informatie

. Preventie van alcoholgebruik tijdens de zwangerschap. Nickie van der Wulp

. Preventie van alcoholgebruik tijdens de zwangerschap. Nickie van der Wulp . Preventie van alcoholgebruik tijdens de zwangerschap Nickie van der Wulp 7-02-2014 Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Zie hieronder Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties

Nadere informatie

Samenwerking op het snijvlak Sociaal-Gezond

Samenwerking op het snijvlak Sociaal-Gezond Samenwerking op het snijvlak Sociaal-Gezond Presentatie door Karien Stronks Hoogleraar Sociale Geneeskunde Afd. Sociale Geneeskunde AMC Wethoudersbjieenkomst Haarlem 21 juni 2017 Mijn bijdrage Sociaal

Nadere informatie

Zuid-Limburgse Jeugd-GGZ

Zuid-Limburgse Jeugd-GGZ Zuid-Limburgse Jeugd-GGZ Contactgegevens Dr. Daan Westra Duboisdomein 30, 6229 GT, Maastricht Tel.nr: 043-388 17 31 Email: d.westra@maastrichtuniversity.nl https://hsr.mumc.maastrichtuniversity.nl/ Onderzoeksteam

Nadere informatie

Invloed van aannames in modellen van kosteneffectiviteit onderzoek

Invloed van aannames in modellen van kosteneffectiviteit onderzoek Invloed van aannames in modellen van kosteneffectiviteit onderzoek Paul van Gils Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) Centrum Voeding, Preventie en Zorg Afdeling Kwaliteit van Zorg en Gezondheidseconomie

Nadere informatie

oinleiding 1 c oovergewicht en ernstig overgewicht (obesitas) in Nederlandd

oinleiding 1 c oovergewicht en ernstig overgewicht (obesitas) in Nederlandd oinleiding 1 c Gewichtsstijging ontstaat wanneer de energie-inneming (via de voeding) hoger is dan het energieverbruik (door lichamelijke activiteit). De laatste decennia zijn er veranderingen opgetreden

Nadere informatie

Regionale VTV 2011. Ziekten in de toekomst. Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 Hart voor Brabant Deelrapport Ziekten in de toekomst

Regionale VTV 2011. Ziekten in de toekomst. Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 Hart voor Brabant Deelrapport Ziekten in de toekomst Regionale VTV 2011 Ziekten in de toekomst Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 Hart voor Brabant Deelrapport Ziekten in de toekomst Auteurs: Dr. M.A.M. Jacobs-van der Bruggen, GGD Hart voor

Nadere informatie

Leidt triage en taakherschikking in de JGZ tot meer zorg op maat? 24 mei Janine Bezem Congres Jeugd in Onderzoek

Leidt triage en taakherschikking in de JGZ tot meer zorg op maat? 24 mei Janine Bezem Congres Jeugd in Onderzoek Leidt triage en taakherschikking in de JGZ tot meer zorg op maat? 24 mei 2018 Janine Bezem Congres Jeugd in Onderzoek 2 Inhoud Differentiatie zorgaanbod Triage methode JGZ 4-18 Resultaten promotieonderzoek

Nadere informatie

Inleiding. Johan Van der Heyden

Inleiding. Johan Van der Heyden Inleiding Johan Van der Heyden Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 26 E-mail : johan.vanderheyden@iph.fgov.be

Nadere informatie

Derde Jaarcongres Zorgprogramma-ontwikkeling en e-health door klinisch psychologen en klinisch neuropsychologen UITNODIGING vrijdag 25 november 2011

Derde Jaarcongres Zorgprogramma-ontwikkeling en e-health door klinisch psychologen en klinisch neuropsychologen UITNODIGING vrijdag 25 november 2011 Derde Jaarcongres voor klinisch psychologen en klinisch neuropsychologen Zorgprogramma-ontwikkeling en e-health door klinisch psychologen en klinisch neuropsychologen UITNODIGING vrijdag 25 november 2011

Nadere informatie

De patiënt als partner in de zorg: gaat dat echt lukken?

De patiënt als partner in de zorg: gaat dat echt lukken? De patiënt als partner in de zorg: gaat dat echt lukken? Prof. dr. Jany Rademakers NIVEL Nederlands Instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg CAPHRI Maastricht University Vakgroep Huisartsgeneeskunde,

Nadere informatie

WBO: onderzoek naar online leefstijladvies om het risico op dementie te verlagen. Nr. 2018, Den Haag 12 juni Samenvatting

WBO: onderzoek naar online leefstijladvies om het risico op dementie te verlagen. Nr. 2018, Den Haag 12 juni Samenvatting WBO: onderzoek naar online leefstijladvies om het risico op dementie te verlagen Nr. 2018, Den Haag 12 juni 2018 WBO: onderzoek naar online leefstijladvies om het risico op dementie te verlagen pagina

Nadere informatie

Onderzoek naar gezondheidsvaardigheden in psychosociale oncologie

Onderzoek naar gezondheidsvaardigheden in psychosociale oncologie Onderzoek naar gezondheidsvaardigheden in psychosociale oncologie Dr Mirjam Fransen Amsterdam UMC, Universiteit van Amsterdam Afdeling Sociale Geneeskunde, locatie AMC Deze presentatie 1. Waarom onderzoek

Nadere informatie

Kinderen in Noord gezond en wel?

Kinderen in Noord gezond en wel? GGD Amsterdam Uitkomsten Amsterdamse gezondheidsmonitor basisonderwijs 13-14 Kinderen in Noord gezond en wel? 1 Wat valt op in Noord? Voor Noord zijn de cijfers van de Jeugdgezondheidsmonitor van schooljaar

Nadere informatie

Verslag regionale werkconferenties kiezen voor gezond leven

Verslag regionale werkconferenties kiezen voor gezond leven Verslag regionale werkconferenties kiezen voor gezond leven Aanleiding voor de werkconferenties Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) brengt in het najaar van 2006 een tweede Preventienota

Nadere informatie

GEZOND LEVEN, GOED LEVEN GEZONDHEIDSBELEID BERNHEZE & OSS 1. POSITIEVE GEZONDHEID 2. HET PROCES 3. THEMA S GEZONDHEIDSBELEID 4.

GEZOND LEVEN, GOED LEVEN GEZONDHEIDSBELEID BERNHEZE & OSS 1. POSITIEVE GEZONDHEID 2. HET PROCES 3. THEMA S GEZONDHEIDSBELEID 4. GEZOND LEVEN, GOED LEVEN GEZONDHEIDSBELEID 2018-2021 BERNHEZE & OSS 1. POSITIEVE GEZONDHEID 2. HET PROCES 3. THEMA S GEZONDHEIDSBELEID 4. BORGING 1. POSITIEVE GEZONDHEID Positieve gezondheid is je eigen

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

Chapter 11. Nederlandse samenvatting

Chapter 11. Nederlandse samenvatting Chapter 11 Nederlandse samenvatting Chapter 11 Reumatoïde artritis (RA) is een chronische aandoening die wordt gekenmerkt door ontstekingen van de gewrichten. Symptomen die optreden zijn onder andere pijn,

Nadere informatie

Het wetenschappelijke bevolkingsonderzoek naar de vroege opsporing van hart- en vaatziekten.

Het wetenschappelijke bevolkingsonderzoek naar de vroege opsporing van hart- en vaatziekten. www.robinsca.nl INFORMATIEFOLDER VOOR HUISARTSEN Het wetenschappelijke bevolkingsonderzoek naar de vroege opsporing van hart- en vaatziekten. WBO-vergunning verleend door de minister van VWS op 27 augustus

Nadere informatie

Beukenhorst/Bergwijkpark, Diemen

Beukenhorst/Bergwijkpark, Diemen Rapport thematoezicht Gezonde Zorg: samenwerking tussen eerstelijnscentrum, de GGD en de thuiszorginstelling op het gebied van leefstijlondersteuning Beukenhorst/Bergwijkpark, Diemen Amsterdam, september

Nadere informatie

Zorggebruikers zien patiëntenorganisatie als belangrijke bron voor lotgenotencontact Anne Brabers, Wouter van der Schors en Judith de Jong

Zorggebruikers zien patiëntenorganisatie als belangrijke bron voor lotgenotencontact Anne Brabers, Wouter van der Schors en Judith de Jong Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Anne Brabers, Wouter van der Schors en Judith de Jong. Zorggebruikers zien patiëntenorganisatie als belangrijke bron voor

Nadere informatie

Gezonde groei en ontwikkeling voor ieder kind in Nederland

Gezonde groei en ontwikkeling voor ieder kind in Nederland Gezonde groei en ontwikkeling voor ieder kind in Nederland Februari 2017 Gezonde groei en ontwikkeling voor ieder kind in Nederland Ongezonde eet-, beweeg- en slaapgewoonten vormen een grote bedreiging

Nadere informatie

Implementatie Zorgstandaard Obesitas voor kinderen (4-12 jaar) KIZO-project

Implementatie Zorgstandaard Obesitas voor kinderen (4-12 jaar) KIZO-project Implementatie Zorgstandaard Obesitas voor kinderen (4-12 jaar) KIZO-project Annemarie Schalkwijk Sandra Bot, co-promotor Petra Elders, co-promotor Giel Nijpels, promotor Lifestyle, Overweight and Diabetes

Nadere informatie

Ouderenmonitor 2011. Gezondheidsonderzoek 65-plussers regio Nijmegen. Gezondheidsonderzoek kinderen 0-12 jaar regio Nijmegen

Ouderenmonitor 2011. Gezondheidsonderzoek 65-plussers regio Nijmegen. Gezondheidsonderzoek kinderen 0-12 jaar regio Nijmegen Ouderenmonitor 2011 Gezondheidsonderzoek 65-plussers regio Nijmegen Gezondheidsonderzoek kinderen 0-12 jaar regio Nijmegen De Ouderenmonitor is een onderzoek naar de lichamelijke, sociale en geestelijke

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/35287 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/35287 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/35287 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Poortvliet, Rosalinde Title: New perspectives on cardiovascular risk prediction

Nadere informatie

Presentatie Onderzoek MijnCOPD Coach

Presentatie Onderzoek MijnCOPD Coach Presentatie Onderzoek MijnCOPD Coach ONLINE WERKEN AAN VERBETERD ZELFMANAGEMENT VOOR COPD PATIENTEN Chantal Hillebregt Onderzoeker Jan van Es Instituut 1 Toename ziektelast van COPD 3 de plaats ranglijst

Nadere informatie

INFOKAART OUDEREN EN ROKEN

INFOKAART OUDEREN EN ROKEN INFOKAART OUDEREN EN ROKEN Roken Roken is de risicofactor die de meeste sterfte en het meeste gezondheidsverlies met zich brengt en zodoende ook zorgt voor veel verlies aan kwaliteit van leven (1). Vijftien

Nadere informatie

Project: Ontwikkelen van Outcome-indicatoren voor de Zorg Advies Teams, Tilburg Dossiernummer: 50-50405-99 ZonMw, 18-07-2013

Project: Ontwikkelen van Outcome-indicatoren voor de Zorg Advies Teams, Tilburg Dossiernummer: 50-50405-99 ZonMw, 18-07-2013 Project: Ontwikkelen van Outcome-indicatoren voor de Zorg Advies Teams, Tilburg Dossiernummer: 50-50405-99 ZonMw, 18-07-2013 Projectgroep: Gemeente Tilburg: Mw. M. Lennarts, beleidsmedewerker, dhr. W.

Nadere informatie

Onderzoek naar. levenskwaliteit. bij colorectale (ex-)kankerpatiënten. Basisrapport. Met financiële steun van

Onderzoek naar. levenskwaliteit. bij colorectale (ex-)kankerpatiënten. Basisrapport. Met financiële steun van Onderzoek naar levenskwaliteit bij colorectale (ex-)kankerpatiënten Basisrapport Met financiële steun van Onderzoek naar levenskwaliteit bij colorectale (ex-)kankerpatiënten Basisrapport Auteurs: De Gendt

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Docenten in het hoger onderwijs zijn experts in wát zij doceren, maar niet noodzakelijk in hóe zij dit zouden moeten doen. Dit komt omdat zij vaak weinig tot geen training hebben gehad in het lesgeven.

Nadere informatie

Gezondheidsvaardigheden in de Nederlandse volwassen bevolking Het doel van het eerste deel van dit proefschrift, was te onderzoeken in hoeverre

Gezondheidsvaardigheden in de Nederlandse volwassen bevolking Het doel van het eerste deel van dit proefschrift, was te onderzoeken in hoeverre Samenvatting Inleiding In Nederland wordt van burgers verwacht dat zij een zelfstandige en verantwoordelijke rol vervullen met betrekking tot hun gezondheid en zorg. Dit is het gevolg van verschillende

Nadere informatie

CIAO overzicht. Marije van Koperen Programmacoordinator CIAO Vrije Universiteit Amsterdam,Gezondheidswetenschappen. Utrecht, 14 juni 2012

CIAO overzicht. Marije van Koperen Programmacoordinator CIAO Vrije Universiteit Amsterdam,Gezondheidswetenschappen. Utrecht, 14 juni 2012 CIAO overzicht Marije van Koperen Programmacoordinator CIAO Vrije Universiteit Amsterdam,Gezondheidswetenschappen Utrecht, 14 juni 2012 Maastricht Leiden/Den Haag Rotterdam Nijmegen Amsterdam 2 Academische

Nadere informatie

Vroeg opsporen en voorkomen achteruitgang chronische nierschade

Vroeg opsporen en voorkomen achteruitgang chronische nierschade Factsheet Nieren en nierschade deel 5 Vroeg opsporen en voorkomen achteruitgang chronische nierschade In Nederland hebben 1,7 miljoen mensen chronische nierschade. Dit is in veel gevallen het gevolg van

Nadere informatie

Programma Stichting Educatie Atrium Innovations GEZONDHEID

Programma Stichting Educatie Atrium Innovations GEZONDHEID Programma Stichting Educatie Atrium Innovations GEZONDHEID Groeien in gezondheid door kennis Onze gezondheid is ons belangrijkste bezit. Daarom is het goed dat we ons er steeds meer van bewust worden dat

Nadere informatie

Het PreventieConsult in de huisartsenpraktijk

Het PreventieConsult in de huisartsenpraktijk Het PreventieConsult in de huisartsenpraktijk Dé verbindingsschakel tussen 1 e lijn en publieke gezondheid Ton Drenthen, NHG Gerrit Vink, Agnes de Bruijn, Astmafonds NCVGZ 12 april 2012 Achtergrond Toenemende

Nadere informatie

Onderzoek naar de nazorg bij dikke darmkanker door de huisarts of de chirurg en het gebruik van een persoonlijke interactieve website (I CARE studie).

Onderzoek naar de nazorg bij dikke darmkanker door de huisarts of de chirurg en het gebruik van een persoonlijke interactieve website (I CARE studie). Onderzoek naar de nazorg bij dikke darmkanker door de huisarts of de chirurg en het gebruik van een persoonlijke interactieve website (I CARE studie). Verbetert de zorg na de behandeling van dikke darmkanker

Nadere informatie

Preventieve GGZ van vroeg tot later

Preventieve GGZ van vroeg tot later Rob Giel Onderzoekcentrum Preventieve GGZ van vroeg tot later Locatie: Mediant Geestelijke Gezondheidszorg, Helmertheater Broekheurnering 1050, 7546 TA Enschede Datum:13-12-2016 Tijd: 13.00-16.50 uur Preventieve

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/28630 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Haan, Anna Marte de Title: Ethnic minority youth in youth mental health care :

Nadere informatie

Beweegrichtlijnen Nr. 2017/08. Samenvatting

Beweegrichtlijnen Nr. 2017/08. Samenvatting Beweegrichtlijnen 2017 Nr. 2017/08 Samenvatting Beweegrichtlijnen 2017 pagina 2 van 6 Achtergrond In Nederland bestaan drie normen voor bewegen: de Nederlandse Norm Gezond Bewegen, die adviseert op minstens

Nadere informatie

Business Case depressiepreventie in Zuid- Holland Noord. Nicolette van der Zouwe 29 mei 2012

Business Case depressiepreventie in Zuid- Holland Noord. Nicolette van der Zouwe 29 mei 2012 Business Case depressiepreventie in Zuid- Holland Noord Nicolette van der Zouwe 29 mei 2012 Opzet Business Case depressiepreventie (BC dp) Waarom Hoe Veerkracht initiatieven Hoe nu verder in ZHN? GGD NL,

Nadere informatie

Groepsbijeenkomst 30 september 2014

Groepsbijeenkomst 30 september 2014 Groepsbijeenkomst 30 september 2014 Programma van vandaag 16.30 Stand van zaken Precuro: Patiëntervaringen (Precuro II) Uitkomsten: zelfredzaamheid en teamspirit (Precuro I) 17.10 De rol van zorgverzekeraars,

Nadere informatie

Academische werkplaats Publieke Gezondheid: doelen en mogelijkheden

Academische werkplaats Publieke Gezondheid: doelen en mogelijkheden Academische werkplaats Publieke Gezondheid: doelen en mogelijkheden Barend Middelkoop GGD Den Haag, afdeling Epidemiologie LUMC, afdeling Public health en Eerstelijnsgeneeskunde Opbouw van deze presentatie

Nadere informatie

ADVIESNOTA. Hattem kiest met JOGG voor samenwerking aan een gezonde jeugd. Inleiding. Achtergrond Gezondheidsbevordering.

ADVIESNOTA. Hattem kiest met JOGG voor samenwerking aan een gezonde jeugd. Inleiding. Achtergrond Gezondheidsbevordering. ADVIESNOTA Hattem kiest met JOGG voor samenwerking aan een gezonde jeugd Inleiding Een gezonde jeugd. Dat is wat onze gemeente wil. Overgewicht onder jongeren vormt echter een bedreiging. Daarom is bestrijding

Nadere informatie

Gezondheidsbeleid 2013. Onderzoek onder gemeentepanel Venlo

Gezondheidsbeleid 2013. Onderzoek onder gemeentepanel Venlo Gezondheidsbeleid 2013 Onderzoek onder gemeentepanel Venlo Afdeling Bedrijfsvoering Team informatievoorziening Onderzoek en Statistiek Venlo, mei 2013 2 Samenvatting Inleiding In mei 2011 is de landelijke

Nadere informatie

Wer(ken) als medicijn

Wer(ken) als medicijn Wer(ken) als medicijn Werk(en).gezondheidsvoordelen Verschillende wetenschapelijke onderzoeken wijzen uit dat zinvolle betaalde arbeid kan bijdragen aan herstel bij ziekten en aan een gezonde levensstijl.

Nadere informatie

Preventie van alcoholmisbruik via de SEH

Preventie van alcoholmisbruik via de SEH Preventie van alcoholmisbruik via de SEH Quiz https://create.kahoot.it/create#/edit/4c1 ed8bc-6ed0-4a1b-9cca-3914be55e041/done Trimbos en VeiligheidNL Focus op alcohol Focus op preventie VeiligheidNL:

Nadere informatie

N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen.

N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen. ADHD Wachtkamerspecial Onderbehandeling van ADHD bij allochtonen: kinderen en volwassenen N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen. Inleiding

Nadere informatie

Nationale en klinische ontwikkelingen in de psycho-oncologie; kunnen we online?

Nationale en klinische ontwikkelingen in de psycho-oncologie; kunnen we online? Nationale en klinische ontwikkelingen in de psycho-oncologie; kunnen we online? Mecheline van der Linden Afdeling medische oncologie VU medisch centrum 2011 1 Kanker: incidentie en prevalentie Incidentie:

Nadere informatie

Invitational Conference Lectoraat Acute Intensieve Zorg

Invitational Conference Lectoraat Acute Intensieve Zorg Invitational Conference Lectoraat Acute Intensieve Zorg Omgaan met (on)macht in de acute intensieve zorg Leren van ervaringen Donderdag 14 oktober 2010 te Nijmegen Inleiding Iedere hulpverlener ervaart

Nadere informatie

Een gezonder Nederland VTV-2014. De Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014. Nancy Hoeymans, Jeanne van Loon, Casper Schoemaker

Een gezonder Nederland VTV-2014. De Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014. Nancy Hoeymans, Jeanne van Loon, Casper Schoemaker Een gezonder Nederland VTV-2014 Nancy Hoeymans, Jeanne van Loon, Casper Schoemaker, en vele anderen De Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014 1 Nancy Hoeymans, Jeanne van Loon, Casper Schoemaker 24 juni

Nadere informatie

2 E NATIONAAL CONGRES PRECONCEPTIEZORG

2 E NATIONAAL CONGRES PRECONCEPTIEZORG 2 E NATIONAAL CONGRES PRECONCEPTIEZORG 18 september 2009 10.00 16.30 uur NBC Nieuwegein INLEIDING Er wordt op veel plaatsen hard gewerkt aan de implementatie van preconceptiezorg: sinds het vorige congres

Nadere informatie

Informatiebrochure ParkinsonNet

Informatiebrochure ParkinsonNet Informatiebrochure ParkinsonNet voor Zorgverleners Het ParkinsonNet concept wordt ondersteund door: 2 De ziekte van Parkinson De ziekte van Parkinson is een veel voorkomende en complexe aandoening. Parkinson

Nadere informatie

Nota Lokaal Gezondheidsbeleid

Nota Lokaal Gezondheidsbeleid Nota Lokaal Gezondheidsbeleid 2012-2015 Wettelijk kader Gewijzigde Wet Publieke Gezondheid (januari 2012) Wijzigingen betreffen drie thema s, te weten: 1. Betere voorbereiding op infectieziektecrisis 2.

Nadere informatie

Wat heeft u gisteren gedaan om uw gezondheid op peil te houden?

Wat heeft u gisteren gedaan om uw gezondheid op peil te houden? Wat heeft u gisteren gedaan om uw gezondheid op peil te houden? Nooit te oud om te leren Gelderse bijeenkomst Consultatiebureaus voor Ouderen, 12-01- 2010, Provinciehuis, Arnhem Bankjes, buurtsuper, betaalbaar

Nadere informatie

Congres Hartrevalidatie 2015 Morgen is vandaag begonnen! - Leefstijl en fysiek: praktijkvoorbeelden en innovaties -

Congres Hartrevalidatie 2015 Morgen is vandaag begonnen! - Leefstijl en fysiek: praktijkvoorbeelden en innovaties - Congres Hartrevalidatie 2015 Morgen is vandaag begonnen! - Leefstijl en fysiek: praktijkvoorbeelden en innovaties - Vrijdag 4 december 2015 De Reehorst, Ede Georganiseerd door de Commissie Cardiovasculaire

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 200 NEDERLANDSE SAMENVATTING Duizeligheid is een veel voorkomend probleem bij ouderen. Tot 30% van de thuiswonende ouderen van 65 jaar en ouder ervaart enige vorm van duizeligheid.

Nadere informatie

Samenvatting voor niet-ingewijden

Samenvatting voor niet-ingewijden voor niet-ingewijden Type 2 diabetes Diabetes is een ernstige chronische ziekte, die wordt gekenmerkt door te hoge glucosespiegels (de suikers ) in het bloed. Er zijn verschillende typen diabetes, waarvan

Nadere informatie

De b-learning is bedoeld voor verzorgenden werkzaam in de thuiszorg of in het verpleeg- of verzorgingshuis.

De b-learning is bedoeld voor verzorgenden werkzaam in de thuiszorg of in het verpleeg- of verzorgingshuis. Blended learning mantelzorg, Doelgroep verzorgenden Docentenhandleiding fysieke bijeenkomst Inleiding Zorgen voor een naaste is een liefdevolle en dankbare taak. Mantelzorg, ook wel informele zorg genoemd,

Nadere informatie