BESLUIT OPSCHRIFT. Vergadering van 18 maart Onderwerp Beantwoording raadsvragen in zake: Vragenlijsten GGD - Besluitvormend

Transcriptie

1 BESLUIT OPSCHRIFT Vergadering van 18 maart 2014 nummer: 2014_BW_00173 Onderwerp Beantwoording raadsvragen in zake: Vragenlijsten GGD - vormend Beknopte samenvatting De VVD heeft raadsvragen gesteld naar aanleiding van publiciteit over ingrijpende vragenlijsten die worden gehanteerd door GGD s bij jongeren van 14 en 15 jaar. Bevoegd portefeuillehouder: Karin Lambrechts HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS AANHEF Bijgevoegde bijlage(n): Voorstel VVD-vragen vragenlijsten GGD MOTIVERING Beslist het volgende: BESLISSING punt 1: In te stemmen met de bijgevoegde beantwoording van de door de VVD gestelde vragen over de vragenlijsten van de GGD. BIJKOMENDE INFO BIJ HET BESLUIT Maatschappelijke Ontwikkeling Zorg p 1 van 14

2 Financiële consequenties: BIJLAGE DIE INTEGRAAL DEEL UITMAAKT VAN HET BESLUIT Voorstel VVD-vragen vragenlijsten GGD p 2 van 14

3 Voorstel VVD-vragen vragenlijsten GGD.pdf VOORSTEL OPSCHRIFT Vergadering van 18 maart 2014 Onderwerp: Beantwoording raadsvragen in zake: Vragenlijsten GGD - vormend Beknopte samenvatting: De VVD heeft raadsvragen gesteld naar aanleiding van publiciteit over ingrijpende vragenlijsten die worden gehanteerd door GGD s bij jongeren van 14 en 15 jaar. Bevoegd portefeuillehouder: Karin Lambrechts HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS AANHEF Bijgevoegde bijlage(n): Beantwoording raadsvragen vragenlijsten GGD MOTIVERING Beslist het volgende: VOORSTEL punt 1: 1. Vaststellen van de beantwoording VVD raadsvragen over de vragenlijsten van de GGD. BIJKOMENDE INFO BIJ HET BESLUIT Maatschappelijke Ontwikkeling Zorg Financiële consequenties: p 3 van 14 p 1 van 9

4 BIJLAGE DIE INTEGRAAL DEEL UITMAAKT VAN HET BESLUIT Beantwoording raadsvragen vragenlijsten GGD p 4 van 14 p 2 van 9

5 Vragenlijsten GGD (VVD).doc SCHRIFTELIJKE VRAGEN (artikel 37 RvO) (schriftelijke vragen worden kort en duidelijk geformuleerd. Bij de vragen wordt aangegeven of schriftelijk of mondelinge beantwoording wordt verlangd) V a n ( n a a m r a a d s l i d ) A a n VVD De voorzitter van de raad O n d e r w e r p : Vragenlijsten GGD I n g e d i e n d d. d. 18 februari 2014 V e r z o e k t m o n d e l i n g e / s c h r i f t e l i j k e b e a n t w o o r d i n g D a t u m d o o r g e z o n d e n a a n c o l l e g e / o v e r i g e r a a d s l e d e n d o o r g r i f f i e : 19 februari 2014 Schriftelijke vragen naar aanleiding van publiciteit over ingrijpende vragenlijsten die worden gehanteerd door GGD s bij jongeren van 14 en 15 jaar. In Teylingen zou in 2013 gestart worden met het z.g. contact moment met jongeren in die leeftijdsgroep. 1. Worden/ zijn dergelijke vragenlijsten in Teylingen ook gebruikt? 2. Wat vindt u van deze vragenlijsten? Bent u het eens met de VVD dat deze vragenlijsten onnodig en ongewenst zijn? 3. Wat wordt er door de GGD gedaan met de antwoorden op deze vragenlijsten? Worden deze antwoorden bewaard? Hoe lang worden ze bewaard en met wel doel? D a t u m a n t w o o r d b e s l u i t c o l l e g e : 18 maart 2014 A n t w o o r d c o l l e g e : Ad 1. De situatie in Teylingen (en in geheel Hollands Midden) De GGD Hollands Midden bevraagt jongeren op verschillende momenten over hun gezondheid en leefstijl: a. Door de afdeling Jeugdgezondheidszorg, tijdens de reguliere contactmomenten in klas 2 (13/14-jarigen) en klas 4 (15/16-jarigen) van het voortgezet onderwijs. Het doel van deze contactmomenten is de individuele ontwikkeling van het kind volgen en eventuele problemen signaleren. b. Door de epidemiologen, tijdens de Monitor jeugdgezondheid, die eens in de 4 á 5 jaar wordt uitgevoerd. Dit betreft een collectief onderzoek, met als doel gemeenten te informeren over de gezondheidssituatie van hun jeugdige inwoners. De resultaten zijn voor gemeenten belangrijk om hun lokaal gezondheidsbeleid vorm te kunnen geven. Beide momenten worden ook in Teylingen benut en bij de jeugd uitgezet. Tijdens de laatste commissie welzijn op maandag 24 februari heeft de GGD een presentatie gegeven waarin de resultaten uit de jongerenpeiling 2013 voor alcohol en drugs zijn gepresenteerd. p 5 van 14 p 3 van 9

6 Ad a: Contactmomenten in klas 2 en klas 4 van het voortgezet onderwijs Klas 2 Het contactmoment in klas 2 wordt door de GGD al jarenlang uitgevoerd. Bij dit contactmoment worden alle kinderen één op één door een medewerker van Jeugdgezondheidszorg gezien. De vragenlijst die de leerlingen voor dit contactmoment moeten invullen betreft vooral de psychosociale gezondheid. Klas 4 Het contactmoment in klas 4 van het voortgezet onderwijs is nieuw en wordt vanaf huidig schooljaar gefaseerd ingevoerd in de regio Hollands Midden. In Teylingen wordt hiermee gestart in de eerste helft van Alle leerlingen in klas 4 moeten een vragenlijst invullen, dit betreft de E-MOVO; dit is de vragenlijst waar u vragen over heeft gesteld. De GGD gebruikt de E-MOVO omdat het een gedegen onderzocht instrument is, dat zich richt op onderwerpen die relevant zijn voor deze groep leerlingen. De vragenlijst bevat vragen over allerlei onderwerpen met betrekking tot gezondheid en leefstijl, zodat een algeheel beeld wordt verkregen van de gezondheid en leefstijl van de jongere. Wat betreft seksualiteit wordt ook in klas 4 gevraagd naar ongewenste seksuele ervaringen. Daarnaast wordt gevraagd of leerlingen wel eens geslachtsgemeenschap hebben gehad. Alleen bij leerlingen die hier ervaring mee hebben, wordt doorgevraagd naar met hoeveel personen ze geslachtsgemeenschap hebben gehad, naar het gebruik van condooms en andere voorbehoedsmiddelen en indien ze geen condoom hebben gebruikt, naar de reden hiervan. Dit zijn standaardvragen, die ontwikkeld zijn door GGD Nederland, in samenwerking met het RIVM en TNO Preventie en Gezondheid. De landelijke afspraak is dat alle GGD en deze vragen gebruiken als ze willen vragen naar seksualiteit. - Vooraf worden ouders en leerlingen geïnformeerd over de doelstelling van het onderzoek. - De planning is dat vanaf volgend schooljaar (2014/2015) dit contactmoment voor leerlingen op het vmbo plaatsvindt in klas 3. - Deze vragenlijst wordt niet-anoniem ingevuld, er wordt gewerkt volgens een privacy-protocol. De gegeven antwoorden worden alleen in het digitaal dossier geregistreerd als er sprake is van een matige of slechte situatie (op het gebied van ongewenste seks en veilig vrijen). Ad b:monitor Jeugdgezondheid 12 t/m 18 jaar In de afgelopen 15 jaar heeft de GGD Hollands Midden meerdere gezondheidsmonitors uitgevoerd onder jongeren van 12 t/m 18 jaar in het voortgezet onderwijs. Dit is gedaan in de jaren 1998, 2003, 2008 en Het onderwerp seksualiteit is hierbij altijd aan de orde gekomen, zoals dat bij de meeste GGD en in Nederland het geval is. Jongeren in klas 1 t/m klas 6 van het voortgezet onderwijs vullen de vragenlijst is. Deze vragenlijst bevat diverse onderwerpen op het gebied van gezondheid en leefstijl, waarvan seksualiteit er een is. De vragen die gesteld worden, zijn dezelfde vragen die gebruikt worden bij de E-MOVO in klas 4. - Ouders kunnen vooraf bezwaar maken tegen deelname aan het onderzoek door hun kind. - De vragenlijst wordt anoniem ingevuld. - De gegeven antwoorden zijn niet bedoeld voor analyses op individueel niveau, maar alleen bedoeld voor analyses op groepsniveau (gemeente, school). - De data blijven bewaard (anoniem) om in de toekomst te kunnen gebruiken bij trendanalyses. Ad 2. De gemeente heeft een wettelijke taak op het gebied van gezondheidspreventie voor jongeren. Deze taak wordt uitgevoerd door de GGD Hollands Midden. Monitoring, signalering en gezondheidsbevordering zijn belangrijke instrumenten om de preventie op verantwoorde wijze vorm te geven. De GGD gebruikt daarvoor de landelijke richtlijnen, vragenlijsten en interventies. Het stimuleren van weerbaarheid onder jongeren en het bevorderen van gezond seksueel gedrag staat in de landelijke VWS-nota Gezondheid dichtbij benoemd. Jongeren moeten de mogelijkheid hebben relaties vrijwillig, veilig en prettig vorm te geven en p 6 van 14 p 4 van 9

7 problemen als seksuele dwang, soa en ongewenste zwangerschap te voorkomen. Verder is aandacht voor diversiteit (homeseksualiteit, biseksualiteit en transgender, de z.g.n. HBLT-thema s) opgenomen in de kerndoelen voor het primair en voortgezet onderwijs. De GGD ziet de aandacht voor seksuele en relationele ontwikkeling als een natuurlijk onderdeel van het gezond opgroeien en opvoeden. Het haakt direct aan de sociaal emotionele ontwikkeling van het kind. De natuurlijke begeleiding bij het opgroeien is ook de insteek voor een adequate preventie en het bespreken van de specifieke HLBTthema s. Het ondersteunen en versterken van de opvoeding op dit gebied is voor veel ouders noch voor professionele opvoeders een vanzelfsprekendheid; kennis en vaardigheden ontbreken. De gezondheidsbevordering is erop gericht opvoeders en professionals te ondersteunen en jongeren bewustwording bij te brengen. De GGD Hollands Midden biedt hierbij ondersteuning en voert de enkele landelijke erkende effectieve interventies uit. Preventie op jonge leeftijd kan problemen op latere leeftijd voorkomen. Om preventie zo goed mogelijk te kunnen laten aansluiten bij de jongeren is kennis nodig over de seksuele ontwikkeling van jongeren. De seksuele en relationele ontwikkeling van jongeren start al voor het 15 e jaar, voorlichting op jongere leeftijd is dus nodig. Reden om ook al op jongere leeftijd gegevens te verzamelen. Ad 3. De antwoorden worden door de jeugdverpleegkundige beoordeeld en gewogen. De antwoorden bieden aanknopingspunten om met jongeren in gesprek te gaan over ongewenst seksueel gedrag en de risico s van seksueel gedrag. Als het een onderwerp betreft dat bij meerdere leerlingen als problematisch wordt aangegeven, dan kan eventueel een groepsvoorlichting per klas of school worden aangeboden. Het dossier wordt bewaard tot 15 jaar na het einde van de behandelrelatie. Dit is wat de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO) voorschrijft voor alle medische dossiers. Voor de JGZ eindigt de behandelrelatie op 19-jarige leeftijd. De dossiers worden daarna dus nog 15 bewaard door de JGZ-organisatie. Daarna worden ze vernietigd. D a t u m a f h a n d e l i n g r a a d s v e r g a d e r i n g : B i j l a g e n: p 7 van 14 p 5 van 9

8 SCHRIFTELIJKE VRAAG In artikel 37 van het Reglement van Orde is aangegeven welke procedure van toepassing is op schriftelijke vragen en mondelinge vragen. Schriftelijke vragen In het kort zijn er de volgende eisen aan het indienen van schriftelijke vragen ingevolge artikel 37 RvO te verbinden: - schriftelijke vragen worden ingediend bij de voorzitter, via de griffier. De griffier draagt er zorg voor dat de vragen zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden van de raad en het college worden gebracht. - Beantwoording van schriftelijke vragen door het college vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen dertig dagen nadat de vragen zijn binnengekomen. - Bij de vragen wordt aangegeven of schriftelijke dan wel mondelinge beantwoording wordt verlangd. - Mondelinge beantwoording vindt plaats in de eerstvolgende raadsvergadering. - Indien beantwoording binnen de gestelde termijn niet mogelijk is stelt het verantwoordelijk lid van het college de vragensteller hiervan gemotiveerd in kennis, met daarbij aangegeven de beantwoordingtermijn. - De antwoorden worden door het verantwoordelijk lid van het college aan de leden van de raad medegedeeld - De vragen en antwoorden worden gelijktijdig met de ingekomen stukken aan de leden van de raad toegezonden. - De vragensteller kan, bij mondelinge beantwoording in dezelfde raad en bij schriftelijke beantwoording in de eerstvolgende raad, nadere inlichtingen vragen omtrent het gegeven antwoord (na behandeling van de op de agenda voorkomende onderwerpen). - In het presidium is afgesproken dat zolang er geen beantwoording op de schriftelijke vraag is ontvangen of gegeven er geen inhoudelijk discussie kan plaatsvinden omtrent de schriftelijke vraag. In de toelichting van het RvO is het volgende aangegeven: Het vragenrecht geeft aan de leden van de raad het recht informatie te vragen over aangelegenheden die tot de bevoegdheid van het college of de burgemeester behoren. Het karakter van deze vragen is primair van informatieve strekking. In de hier aangegeven procedure wordt de vragensteller in de gelegenheid gesteld nadere inlichtingen over het antwoord te vragen aan degene die het antwoord heeft gegeven. Indien de vragensteller van mening is, dat de beantwoording van de vragen tot een besluit van de raad moet leiden, kan hij het recht van initiatief of het interpellatierecht benutten om het onderwerp of het voorstel op de agenda van de raad te krijgen. p 8 van 14 p 6 van 9

9 Goedgekeurd door het college van burgemeester en wethouders in vergadering van 18 maart 2014 p 9 van 14