PV-omvormer SUNNY BOY 1300TL / 1600TL / 2100TL

Transcriptie

1 PV-omvormer SUNNY BOY 1300TL / 1600TL / 2100TL Installatiehandleiding SB13_21TL-IA-nl-65 Versie 6.5 NL

2

3 SMA Solar Technology AG Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Toelichting bij deze handleiding Veiligheid Reglementair gebruik Kwalificatie van de vakmensen Veiligheidsaanwijzingen Leveringsomvang Productbeschrijving Sunny Boy Typeplaatje Electronic Solar Switch (ESS) Display en leds Aansluiting voor communicatie-interface Storingsmeldrelais Bedrijfsparameters Netwerkdiensten Varistoren SMA Grid Guard Montage Voorwaarden voor de montage Omvormer monteren Elektrische aansluiting Veilige elektrische aansluiting Overzicht van het aansluitpaneel Onderaanzicht Binnenaanzicht Installatiehandleiding SB13_21TL-IA-nl-65 3

4 Inhoudsopgave SMA Solar Technology AG 6.3 AC-aansluiting Voorwaarden voor de AC-aansluiting Omvormer op het openbare stroomnet aansluiten Extra aarding aansluiten DC-aansluiting Voorwaarden voor de DC-aansluiting PV-generator aansluiten Storingsmeldrelais aansluiten Eerste inbedrijfstelling Werkwijze Landspecifieke gegevensrecord wijzigen Displaytaal wijzigen De omvormer in bedrijf stellen Alleen voor Italië: zelftest starten Afbreken van de zelftest Zelftest opnieuw starten Omvormer spanningsvrij maken Omvormer weer in bedrijf stellen Zoeken naar fouten Ledsignalen Displaymeldingen Meetkanalen Statusmeldingen Fouten, storingen, waarschuwingen Omvormer reinigen ESS op slijtage controleren Rode led brandt continu PV-generator op aardlek controleren Werking van de varistoren controleren Varistoren vervangen SB13_21TL-IA-nl-65 Installatiehandleiding

5 SMA Solar Technology AG Inhoudsopgave 11 Omvormer buiten bedrijf stellen Technische gegevens Toebehoren Contact Installatiehandleiding SB13_21TL-IA-nl-65 5

6 1 Toelichting bij deze handleiding SMA Solar Technology AG 1 Toelichting bij deze handleiding Geldigheid Deze handleiding geldt voor de volgende apparaten vanaf firmwareversie 4.50: Sunny Boy 1300TL (SB 1300TL-10) Sunny Boy 1600TL (SB 1600TL-10) Sunny Boy 2100TL (SB 2100TL) Doelgroep Dit document is bedoeld voor vakmensen. De in dit document beschreven werkzaamheden mogen uitsluitend door mensen met de juiste kwalificaties worden uitgevoerd (zie hoofdstuk 2.2 "Kwalificatie van de vakmensen", pagina 8). Aanvullende informatie Aanvullende informatie vindt u op Documenttitel Application for SMA Grid Guard Code Capacitieve afvoerstromen Leidingbeveiligingsschakelaar Moduletechniek Bedrijfsparameter Isolatieweerstand (R iso ) van niet galvanisch gescheiden PV-installaties Rendement en derating Derating van de temperatuur Criteria voor de selectie van een aardlekbeveiliging Overspanningsbeveiliging Documenttype Certificaat Technische informatie Technische informatie Technische informatie Technische beschrijving Technische informatie Technische beschrijving Technische informatie Technische informatie Technische informatie 6 SB13_21TL-IA-nl-65 Installatiehandleiding

7 SMA Solar Technology AG 1 Toelichting bij deze handleiding Symbolen Symbool Toelichting Veiligheidsaanwijzing waarvan het niet in acht nemen direct tot de dood of tot zwaar letsel leidt Veiligheidsaanwijzing waarvan het niet in acht nemen tot de dood of tot zwaar letsel kan leiden Veiligheidsaanwijzing waarvan het niet in acht nemen tot licht of middelzwaar letsel kan leiden Veiligheidsaanwijzing waarvan het niet in acht nemen tot materiële schade kan leiden Informatie die voor een specifiek onderwerp of doel van belang is, maar niet relevant is voor de veiligheid Voorwaarde waaraan voor een specifiek doel moet worden voldaan Gewenst resultaat Eventueel voorkomend probleem Terminologie Volledige benaming Electronic Solar Switch SMA Bluetooth Wireless Technology Sunny Boy Benaming in dit document ESS Bluetooth Omvormer, product Installatiehandleiding SB13_21TL-IA-nl-65 7

8 2 Veiligheid SMA Solar Technology AG 2 Veiligheid 2.1 Reglementair gebruik De Sunny Boy is een PV-omvormer zonder transformator die de gelijkstroom van de PV-generator omzet in netconforme wisselstroom en deze aan het openbare stroomnet teruglevert. Het product is geschikt voor buiten- en binnentoepassingen. De omvormer mag alleen met PV-generatoren van beschermingsklasse II conform IEC 61730, toepassingsklasse A worden gebruikt. De gebruikte PV-modules moeten geschikt zijn voor gebruik met de omvormer en door de modulefabrikant hiervoor zijn vrijgegeven. PV-modules met een grote capaciteit t.o.v. aarde mogen uitsluitend worden toegepast als de koppelcapaciteit niet groter is dan 1,4 μf. Het toegestane werkingsbereik van alle componenten moet altijd in acht worden genomen. Pas het product uitsluitend toe volgens de aanwijzingen in de meegeleverde documentatie en in overeenstemming met de ter plaatse geldende normen en richtlijnen. Andere toepassingen kunnen tot materiële schade of persoonlijk letsel leiden. Het product mag alleen worden gebruikt in landen waarvoor het is toegelaten of waarvoor het door SMA Solar Technology AG en de netwerkexploitant is vrijgegeven. Monteer het product niet op brandbare materialen. Monteer het product niet op plekken waar zich licht ontvlambare stoffen bevinden. Monteer het product niet in explosiegevaarlijke omgevingen. Om veiligheidsredenen is het niet toegestaan het product te wijzigen of onderdelen te monteren die niet uitdrukkelijk door SMA Solar Technology AG voor dit product worden aanbevolen of verkocht. De meegeleverde documentatie maakt deel uit van het product. Lees de documentatie aandachtig en neem deze in acht. Bewaar de documentatie altijd op een toegankelijke plek. 2.2 Kwalificatie van de vakmensen De in dit document beschreven werkzaamheden mogen uitsluitend door vakmensen worden uitgevoerd. De vakmensen moeten over de volgende kwalificaties beschikken: kennis over het functioneren en het bedienen van een omvormer geschoold in de omgang met de gevaren en risico's bij het installeren en de bediening van elektrische apparaten en installaties opgeleid voor de installatie en inbedrijfstelling van elektrische apparaten en installaties kennis van de geldende normen en richtlijnen kennis over en naleving van dit document, inclusief alle veiligheidsaanwijzingen 8 SB13_21TL-IA-nl-65 Installatiehandleiding

9 SMA Solar Technology AG 2 Veiligheid 2.3 Veiligheidsaanwijzingen Lees dit hoofdstuk aandachtig en neem altijd alle veiligheidsaanwijzingen in acht om lichamelijk letsel of materiële schade te voorkomen en een lange levensduur van het product te garanderen. Levensgevaar door hoge spanningen De PV-generator genereert bij zonlicht gevaarlijke gelijkspanning die op de DC-leidingen en spanninggeleidende onderdelen van de omvormer staat. Aanraken van de DC-leidingen of spanninggeleidende onderdelen kan levensgevaarlijke elektrische schokken veroorzaken. Raak de DC-kabels niet aan. Raak geen geleidende onderdelen van de omvormer aan. Maak de omvormer altijd op de in dit document beschreven wijze spanningsvrij (zie hoofdstuk 8) voordat u er werkzaamheden aan verricht. Als de DC-connectoren onder belasting worden losgekoppeld van de omvormer, kan een lichtboog ontstaan die een elektrische schok en verbrandingen veroorzaakt. Als de omvormer niet met een Electronic Solar Switch is uitgerust en de voorschriften in het land van installatie een externe DC-lastscheider vereisen, installeer dan een externe DC-lastscheider. Voor u de DC-connectoren loskoppelt, moet u altijd de AC-leidingbeveiligingsschakelaar uitschakelen en vervolgens de omvormer aan DC-zijde vrijschakelen. Levensgevaar door hoge spanning Als u een niet geaarde PV-module of het niet geaarde frame van de generator aanraakt, kunnen levensgevaarlijke elektrische schokken ontstaan. Zorg ervoor dat de PV-modules, het frame van de generator en elektrisch geleidende oppervlakken volledig geleidend met elkaar verbonden en geaard zijn. Neem daarbij de ter plaatse geldende voorschriften in acht. Verbrandingsgevaar door hete oppervlakken Tijdens het bedrijf kunnen onderdelen van de behuizing heet worden. Raak tijdens bedrijf uitsluitend de behuizingsdeksel van de omvormer aan. Installatiehandleiding SB13_21TL-IA-nl-65 9

10 2 Veiligheid SMA Solar Technology AG Beschadiging van de omvormer door binnendringend vocht en stof Als de omvormer met een ESS is uitgerust en deze tijdens bedrijf niet of niet juist is aangesloten, kunnen vocht en stof in de omvormer binnendringen. Als de ESS niet correct is aangesloten, kunnen de contacten in de ESS slijten of kan de ESS vallen. Daardoor vermindert de opbrengst en kan de ESS beschadigd raken. Sluit de ESS altijd op de volgende manier aan: Steek de ESS stevig op de omvormer tot hij precies op de behuizing aansluit. Zorg ervoor dat de afstand tussen de ESS en de behuizing maximaal 1 mm bedraagt. Beschadiging door elektrostatische ontlading Door het aanraken van elektronische onderdelen kan de omvormer via elektrostatische ontlading worden beschadigd of vernield. Zorg dat u geaard bent voordat u een onderdeel aanraakt. 10 SB13_21TL-IA-nl-65 Installatiehandleiding

11 SMA Solar Technology AG 3 Leveringsomvang 3 Leveringsomvang Controleer de levering op volledigheid en zichtbare beschadigingen. Neem contact op met uw vakhandelaar als de levering niet volledig of beschadigd is. Afbeelding 1: Onderdelen van de levering Object Aantal Beschrijving A 1 Sunny Boy B 1 Wandsteun C 1 Electronic Solar Switch (ESS)* D 1/2 Positieve DC-connector Sunny Boy 1300TL-10 / 1600TL-10: 1 stuk Sunny Boy 2100TL: 2 stuks E 1/2 Negatieve DC-connector Sunny Boy 1300TL-10 / 1600TL-10: 1 stuk Sunny Boy 2100TL: 2 stuks F 2/4 Afdichtpluggen Sunny Boy 1300TL-10 / 1600TL-10: 2 stuks Sunny Boy 2100TL: 4 stuks G 1 Beschermkap voor de AC-bus op de omvormer H 1 AC-contrastekker: aansluitbus, schroefmof, drukbout PG13,5, afdichtring PG13,5, klemkorf PG13,5, kabelschroefverbinding M20x1,5 I 1 M6x12 cilinderkopschroef K 1 Borgring L 1 Jumper M 1 Kabelschroefverbinding PG16 met kabelgeleider met een gat N 1 Installatiehandleiding, gebruiksaanwijzing, documentatie met toelichtingen en certificaten, aanvullingsblad met de fabrieksinstellingen van de omvormer * optioneel Installatiehandleiding SB13_21TL-IA-nl-65 11

12 4 Productbeschrijving SMA Solar Technology AG 4 Productbeschrijving 4.1 Sunny Boy De Sunny Boy is een PV-omvormer zonder transformator die de gelijkstroom van de PV-generator omzet in netconforme wisselstroom en deze aan het openbare stroomnet teruglevert. Afbeelding 2: Positie A B C D E Opbouw van de Sunny Boy Omschrijving Typeplaatje Leds ESS* Display Behuizingsdeksel * optioneel Symbolen op de omvormer Symbool Toelichting Omvormer Dit symbool bevindt zich naast de groene led, die de teruglevermodus van de omvormer aangeeft. Aardlek of varistor defect Dit symbool bevindt zich naast de rode led, die een aardlek of een defecte varistor aangeeft (zie hoofdstuk 10.5 "Rode led brandt continu", pagina 57). 12 SB13_21TL-IA-nl-65 Installatiehandleiding

13 SMA Solar Technology AG 4 Productbeschrijving Symbool Toelichting Documentatie in acht nemen Dit symbool bevindt zich naast de gele led, die een fout of een storing aangeeft (zie hoofdstuk 10 "Zoeken naar fouten", pagina 47). Aardleidingaansluiting Door te kloppen op de behuizingsdeksel kunt u de display bedienen: 1 keer kloppen: de achtergrondverlichting inschakelen of naar de volgende melding bladeren. De achtergrondverlichting gaat na 2 minuten vanzelf uit. 2 keer na elkaar kloppen: de display toont achtereenvolgens de firmwareversie, het serienummer of de aanduiding van de omvormer, de ingestelde landspecifieke gegevensrecord en de displaytaal. Werking van de ESS* Als de ESS aangesloten is, is de DC-stroomkring gesloten. Om de DC-stroomkring te onderbreken moeten de volgende stappen een voor een worden uitgevoerd: Trek de ESS uit de omvormer. Ontgrendel alle DC-connectoren en trek ze eruit. QR Code Links naar pagina's met meer informatie over de omvormer vindt u op Verbrandingsgevaar door heet oppervlak Het product kan tijdens het bedrijf heet worden. Vermijd aanraking tijdens gebruik. Laat voor alle werkzaamheden het product voldoende afkoelen. Draag een persoonlijke veiligheidsuitrusting, bijv. veiligheidshandschoenen. Levensgevaar door hoge spanningen in de omvormer. Neem een wachttijd van 10 minuten in acht. Op de geleidende onderdelen van de omvormer staan hoge spanningen, die levensgevaarlijke elektrische schokken kunnen veroorzaken. Maak de omvormer voor alle werkzaamheden altijd spanningsvrij (zie hoofdstuk 8). * optioneel Installatiehandleiding SB13_21TL-IA-nl-65 13

14 4 Productbeschrijving SMA Solar Technology AG 4.2 Typeplaatje Het typeplaatje identificeert de omvormer eenduidig. Het typeplaatje bevindt zich aan de rechterkant van de behuizing. Op het typeplaatje vindt u de volgende informatie: type apparaat (Model) serienummer (Serial No.) fabricagedatum (Date of manufacture) specifieke kenmerken van het apparaat De gegevens op het typeplaatje hebt u nodig voor het veilige gebruik van het product en bij vragen aan de SMA Service Line. Het typeplaatje moet permanent op het product zijn aangebracht. Symbolen op het typeplaatje Symbool Toelichting Levensgevaar door hoge spanning Het product werkt met hoge spanningen. Alle werkzaamheden aan het product mogen uitsluitend door geschoold personeel worden uitgevoerd. Verbrandingsgevaar door heet oppervlak Het product kan tijdens het bedrijf heet worden. Vermijd aanraking tijdens gebruik. Laat voor alle werkzaamheden het product voldoende afkoelen. Draag een persoonlijke veiligheidsuitrusting, bijv. veiligheidshandschoenen. Documentatie in acht nemen Neem alle met het product meegeleverde documentatie in acht. Gelijkstroom Het product heeft geen transformator. Wisselstroom WEEE-markering Het product mag niet met het huisvuil worden meegegeven. Neem de geldende afvoervoorschriften voor elektronisch afval in acht. CE-markering Het product voldoet aan de eisen van de toepasselijke EU-richtlijnen. 14 SB13_21TL-IA-nl-65 Installatiehandleiding

15 SMA Solar Technology AG 4 Productbeschrijving Symbool Toelichting Beschermingsgraad IP65 Het product is beschermd tegen het binnendringen van stof en waterstralen vanuit een willekeurige hoek. Het product is geschikt voor buitenmontage. RAL-keurmerk Solar Het product voldoet aan de eisen van het Duitse instituut voor kwaliteitsborging en keurmerken. C-Tick Het product voldoet aan de eisen van de toepasselijke Australische EMC-normen. 4.3 Electronic Solar Switch (ESS) Afhankelijk van de besteloptie kan de omvormer met een ESS zijn uitgerust. De ESS vormt samen met de DC-connectoren een DC-lastscheider. Er zijn 2 ESS-varianten die ieder een andere stekkeropbouw hebben. Het werkingsprincipe van de ESS is in beide gevallen gelijk. Afbeelding 3: Positie A B Voorbeeld van de opbouw van de ESS met zichtbare metalen lipjes Omschrijving Afhankelijk van de ESS-variant zijn de metalen lipjes in de stekker zichtbaar of verborgen in een kunststof behuizing. Stickers met de werking van de ESS: Als de Electronic Solar Switch ingeplugd is, is de DC-stroomkring gesloten. Om de DC-stroomkring te onderbreken moeten de volgende stappen een voor een worden uitgevoerd: Trek de ESS uit de omvormer. Ontgrendel alle DC-connectoren en trek ze eruit. Installatiehandleiding SB13_21TL-IA-nl-65 15

16 4 Productbeschrijving SMA Solar Technology AG De ESS vormt in aangesloten toestand een geleidende verbinding tussen PV-generator en omvormer. Door de ESS uit de omvormer te trekken wordt de stroomkring onderbroken en door alle DC-connectoren eruit te trekken wordt de PV-generator volledig van de omvormer losgekoppeld. 4.4 Display en leds De display en de leds van de omvormer bevinden zich op de behuizingsdeksel en geven de bedrijfstoestand van de omvormer aan. Afbeelding 4: Positie A B C D E Display en leds Toelichting Lcd-scherm met 2 regels tekst voor weergave van gegevens over de bedrijfstoestand en meldingen Door te kloppen op de behuizingsdeksel kunt u de display bedienen: 1 keer kloppen: de achtergrondverlichting inschakelen of naar de volgende melding bladeren. De achtergrondverlichting gaat na 2 minuten vanzelf uit. 2 keer na elkaar kloppen: de display toont achtereenvolgens de firmwareversie, het serienummer of de aanduiding van de omvormer, de ingestelde landspecifieke gegevensrecord en de displaytaal. De groene led geeft de teruglevermodus van de omvormer aan. De rode led geeft een aardlek of een defecte varistor aan. De gele led geeft een fout of een storing aan (zie hoofdstuk 10 "Zoeken naar fouten", pagina 47). Op de display kunt u de actuele bedrijfsgegevens van de omvormer (bijv. status, vermogen, ingangsspanning) en fouten of storingen aflezen (zie hoofdstuk 10.2 "Displaymeldingen", pagina 48). De leds geven de bedrijfstoestand van de omvormer weer en verduidelijken de meldingen op de display door verschillende knippercodes (zie hoofdstuk 10.1 "Ledsignalen", pagina 47). 16 SB13_21TL-IA-nl-65 Installatiehandleiding

17 SMA Solar Technology AG 4 Productbeschrijving 4.5 Aansluiting voor communicatie-interface De omvormer kan met een SMA communicatie-interface (bijv. RS485) worden uitgerust of afhankelijk van de besteloptie hiervan reeds zijn voorzien. Via de communicatie-interface kan de omvormer met speciale communicatieproducten van SMA communiceren (voor informatie over ondersteunde producten zie De bedrijfsparameters van de omvormer kunnen alleen via communicatieproducten van SMA worden ingesteld. Afhankelijk van de vorm van communicatie worden de parameters en meldingen in de communicatieproducten anders weergegeven. Voorbeeld van de weergave van de parameter voor de landspecifieke gegevensrecord Bij communicatie met RS485: parameter Default Bij communicatie met Bluetooth of Speedwire/Webconnect: parameter Landnorm instellen In deze handleiding worden de parameternamen en meldingen van beide communicatievormen genoemd. 4.6 Storingsmeldrelais De omvormer beschikt over een storingsmeldrelais dat afhankelijk van de soort aansluiting een storing van de omvormer kan aangeven. U kunt hiervoor een eigen verbruiker (bijv. waarschuwingslamp, akoestisch alarm) aansluiten (zie hoofdstuk 6.5 "Storingsmeldrelais aansluiten", pagina 36). Bij kritieke storingen sluit het storingsmeldrelais onmiddellijk en wordt het alarmsignaal van de verbruiker geactiveerd. Bij niet kritieke storingen sluit het storingsmeldrelais pas na meerdere knippercycli van de gele led. Als de omvormer weer verbinding maakt met het openbare stroomnet, wordt ook het storingsmeldrelais weer geopend. Storingsmelding volgens normen vereist In sommigen landen is het signaleren van storingen volgens normen vereist, bijv. door de IEC Om aan de eisen van de IEC te voldoen moet u aan het storingsmeldrelais een signaalapparaat aansluiten dat een fout of een storing kan signaleren of u moet de omvormer in de Sunny Portal registreren en de alarmering op afstand in de Sunny Portal activeren (zie de gebruiksaanwijzing van de Sunny Portal op voor informatie over de alarmering op afstand via de Sunny Portal). Installatiehandleiding SB13_21TL-IA-nl-65 17

18 4 Productbeschrijving SMA Solar Technology AG 4.7 Bedrijfsparameters De werking van de omvormer wordt door verschillende bedrijfsparameters bepaald. Alle bedrijfsparameters van de omvormer kunt u uitsluitend via een SMA communicatieproduct instellen (informatie over de bedrijfsparameters vindt u in de technische beschrijving "Bedrijfsparameter" op Netwerkdiensten De omvormer beschikt over functies die netwerkdiensten mogelijk maken. Afhankelijk van de eisen van de netwerkexploitant kunt u de functies (bijv. de begrenzing van het werkelijke vermogen) d.m.v. bedrijfsparameters activeren en configureren (zie de technische beschrijving "Bedrijfsparameter" op voor informatie over de functies en bedrijfsparameters). 4.9 Varistoren Varistoren zijn spanningsafhankelijke weerstanden die de omvormer beschermen tegen overspanning. De omvormer is met thermisch bewaakte varistoren uitgerust. Varistoren kunnen door veroudering of herhaaldelijke belasting door overspanning slijten en hun beschermende werking verliezen. De omvormer herkent als een van de varistoren defect is en signaleert een fout (zie hoofdstuk "Werking van de varistoren controleren", pagina 59). De varistoren worden speciaal voor het gebruik in de omvormer geproduceerd en zijn niet in de handel verkrijgbaar. Nieuwe varistoren dient u rechtstreeks bij SMA Solar Technology AG te bestellen SMA Grid Guard SMA Grid Guard fungeert als een automatisch schakelpunt tussen een netparallelle stroomopwekkingsinstallatie (bijv. PV-installatie of kleine windenergie-installatie) en het openbare stroomnet. SMA Grid Guard vervult daarnaast een netbewakingsfunctie, waarmee door het permanent bewaken van de netimpedantie, netspanning en netfrequentie fouten worden herkend. SMA Grid Guard detecteert bijvoorbeeld de vorming van een stand-alone netwerk, waarna de omvormer onmiddellijk van het openbare stroomnet wordt losgekoppeld. In sommige landen vereisen de voorwaarden voor aansluiting op het openbare stroomnet een voorziening die netwerkgerelateerde bedrijfsparameters tegen ongeoorloofde veranderingen beschermt. Ook deze functie wordt door SMA Grid Guard vervuld. Sommige landspecifieke gegevensrecords worden na de eerste 10 terugleveruren automatisch beveiligd. De beveiligde landspecifieke gegevensrecords kunnen na afloop van de 10 terugleveruren alleen nog via een communicatieproduct en na invoer van een persoonlijke toegangscode, de SMA Grid Guard-code, worden gewijzigd (voor informatie over het wijzigen van parameters, zie handleiding van het communicatieproduct). De SMA Grid Guard-code ontvangt u van SMA Solar Technology AG (zie certificaat "Application for SMA Grid Guard Code" onder voor de aanvraag van de SMA Grid Guard-code). 18 SB13_21TL-IA-nl-65 Installatiehandleiding

19 SMA Solar Technology AG 5 Montage 5 Montage 5.1 Voorwaarden voor de montage Eisen aan de montagelocatie: Levensgevaar door vuur of explosies Ondanks een zorgvuldige constructie kan er bij elektrische apparaten brand ontstaan. Monteer de omvormer niet op brandbare materialen. Monteer de omvormer niet op plekken waar zich licht ontvlambare stoffen bevinden. Monteer de omvormer niet in explosiegevaarlijke omgevingen. Montage aan een paal is niet toegestaan. De montagelocatie moet buiten bereik van kinderen zijn. De omvormer moet op een vaste ondergrond gemonteerd worden, bijv. beton of metselwerk. Als de omvormer op gipskarton of dergelijke materialen wordt gemonteerd, produceert hij tijdens het bedrijf hoorbare vibraties die als storend kunnen worden ervaren. De montagelocatie moet geschikt zijn voor het gewicht en de afmetingen van de omvormer (zie hoofdstuk 12 "Technische gegevens", pagina 64). Er moet worden voldaan aan de klimatologische voorwaarden (zie hoofdstuk 12 "Technische gegevens", pagina 64). Voor een optimale werking van de omvormer moet de omgevingstemperatuur onder 40 C liggen. Als het uitgangsvermogen wordt gereduceerd, kan de omvormer ook veilig bij hogere omgevingstemperaturen worden gebruikt. De montagelocatie moet te allen tijde vrij en veilig toegankelijk zijn zonder dat er extra hulpmiddelen, bijv. steigers of hefplatforms, nodig zijn. Anders zijn eventuele onderhoudswerkzaamheden slechts in beperkte mate mogelijk. De montagelocatie mag niet aan direct zonlicht blootgesteld zijn. Door blootstelling aan direct zonlicht kan de omvormer te warm worden. Hierdoor wordt het vermogen van de omvormer beperkt. Installatiehandleiding SB13_21TL-IA-nl-65 19

20 5 Montage SMA Solar Technology AG Afmetingen voor wandmontage: Afbeelding 5: Afmetingen van de wandsteun 20 SB13_21TL-IA-nl-65 Installatiehandleiding

21 SMA Solar Technology AG 5 Montage Aanbevolen afstanden: Als u de aanbevolen afstanden aanhoudt, is voldoende warmteafvoer gegarandeerd. Hierdoor voorkomt u dat de omvormer vanwege een te hoge temperatuur zijn vermogen beperkt (zie technische informatie "Derating van de temperatuur" op voor informatie over de temperatuur-derating). Houd de aanbevolen afstanden tot muren, andere omvormers of voorwerpen aan. Als meerdere omvormers in ruimtes met hoge omgevingstemperaturen worden gemonteerd, moeten de afstanden tussen de omvormers worden vergroot en moet er voor voldoende aanvoer van frisse lucht worden gezorgd. Afbeelding 6: Aanbevolen afstanden Installatiehandleiding SB13_21TL-IA-nl-65 21

22 5 Montage SMA Solar Technology AG Toegestane en niet toegestane montageposities: De omvormer moet in een toegestane positie worden gemonteerd. Daardoor kan geen vocht in de omvormer binnendringen. De omvormer moet op ooghoogte worden gemonteerd. Op die manier kunt u de displaymeldingen en ledsignalen gemakkelijk aflezen. Afbeelding 7: Toegestane en niet toegestane montageposities 22 SB13_21TL-IA-nl-65 Installatiehandleiding

23 SMA Solar Technology AG 5 Montage 5.2 Omvormer monteren Aanvullend vereist montagemateriaal (niet bij de levering inbegrepen): 2 schroeven die geschikt zijn voor het gewicht van de omvormer en de ondergrond 2 onderlegringen die geschikt zijn voor de schroeven eventueel 2 pluggen die geschikt zijn voor de ondergrond en de schroeven Risico op lichamelijk letsel door optillen en naar beneden vallen van de omvormer De omvormer is zwaar (zie hoofdstuk 12 "Technische gegevens", pagina 64). Daarom bestaat er gevaar op lichamelijk letsel door verkeerd tillen en door het naar beneden vallen van de omvormer tijdens het transport of het inhangen in de wandsteun. Transporteer de omvormer horizontaal. Werkwijze: 1. Ga na of er in de muur leidingen zitten die tijdens het boren kunnen worden beschadigd. 2. Lijn de wandsteun horizontaal uit aan de wand en markeer de positie van de boorgaten met behulp van de wandsteun. 3. Bevestig de wandsteun met geschikt montagemateriaal aan de wand. 4. Hang de omvormer zodanig in de wandsteun dat deze niet zijwaarts uit de wandsteun kan worden geschoven. 5. Als op de plaats van installatie een aanvullende aarding of een potentiaalvereffening vereist is, moet u de behuizing extra aarden (zie hoofdstuk 6.3.3). 6. Als op de plaats van installatie geen aanvullende aarding of een potentiaalvereffening is vereist, bevestig de omvormer dan met de M6x12 schroef aan de wandsteun om hem tegen uitlichten te beveiligen. 7. Controleer of de omvormer stevig vastzit. Installatiehandleiding SB13_21TL-IA-nl-65 23

24 6 Elektrische aansluiting SMA Solar Technology AG 6 Elektrische aansluiting 6.1 Veilige elektrische aansluiting Elektrische schokken De PV-generator genereert bij zonlicht gevaarlijke gelijkspanning die op de DC-leidingen en spanninggeleidende onderdelen van de omvormer staat. Aanraken van de DC-leidingen of spanninggeleidende onderdelen kan levensgevaarlijke elektrische schokken veroorzaken. Raak de DC-kabels niet aan. Raak geen geleidende onderdelen van de omvormer aan. Maak de omvormer altijd op de in dit document beschreven wijze spanningsvrij (zie hoofdstuk 9) voordat u er werkzaamheden aan verricht. Elektrostatische ontlading Door het aanraken van elektronische onderdelen kan de omvormer via elektrostatische ontlading worden beschadigd of vernield. Zorg dat u geaard bent voordat u een onderdeel aanraakt. 24 SB13_21TL-IA-nl-65 Installatiehandleiding

25 SMA Solar Technology AG 6 Elektrische aansluiting 6.2 Overzicht van het aansluitpaneel Onderaanzicht Afbeelding 8: Positie A B C D E Aansluitingen en openingen in de behuizing aan de onderkant van de SB 2100TL Omschrijving Positieve DC-connectoren voor positieve DC-kabels (bij SB 1300TL-10 en SB 1600TL-10 is slechts 1 positieve connector aanwezig) Bus voor de ESS* Negatieve DC-connectoren voor negatieve DC-kabels (bij SB 1300TL-10 en SB 1600TL-10 is slechts 1 negatieve connector aanwezig) Kabeldoorgangen met blindstoppen voor dataleidingen Bus voor de AC-contrastekker * optioneel Installatiehandleiding SB13_21TL-IA-nl-65 25

26 6 Elektrische aansluiting SMA Solar Technology AG Binnenaanzicht Afbeelding 9: Positie A B C Aansluitingen aan de binnenkant van de omvormer Omschrijving Poort en aansluiting voor SMA communicatie-interface Vlakstekker voor de aarding van de kabelafscherming bij communicatie via RS485 Zekering voor de Electronic Solar Switch (ESS)* * optioneel 26 SB13_21TL-IA-nl-65 Installatiehandleiding

27 SMA Solar Technology AG 6 Elektrische aansluiting 6.3 AC-aansluiting Voorwaarden voor de AC-aansluiting Kabelvereisten: buitendiameter: 7 mm 14 mm aderdoorsnede: maximaal 2,5 mm² striplengte: 5 mm De kabel moet voldoen aan de plaatselijke en landelijke voorschriften voor kabelafmetingen, waaruit specifieke eisen aan de minimale aderdoorsnede kunnen voortvloeien. Grootheden die invloed hebben op de kabelafmetingen zijn bijv. de nominale AC-stroom, het soort kabel, de legwijze, de mate van opeenhoping van kabels, de omgevingstemperatuur en de gewenste maximale kabelverliezen (zie voor het berekenen van de kabelverliezen het configuratieprogramma "Sunny Design" vanaf versie 2.0 op Lastscheider en leidingbeveiliging: Beschadiging van de omvormer door toepassing van schroefzekeringen als lastscheider Schroefzekeringen (bijv. DIAZED-zekering of NEOZED-zekering) hebben geen lastscheidende eigenschappen en kunnen de omvormer bij het scheiden onder belasting beschadigen. Gebruik geen schroefzekeringen als lastscheider. Gebruik een lastscheider of leidingbeveiligingsschakelaar als lastscheidingseenheid (zie de technische informatie "Leidingbeveiligingsschakelaar" op voor informatie over en voorbeelden van de configuratie). Bij installaties met meerdere omvormers moet elke omvormer met een eigen leidingbeveiligingsschakelaar worden beveiligd. Houd hierbij rekening met de maximaal toegestane zekering (zie hoofdstuk 12 "Technische gegevens", pagina 64). Hierdoor voorkomt u dat er na het loskoppelen restspanning op de betreffende kabel staat. Verbruikers die tussen omvormer en leidingbeveiligingsschakelaar worden geïnstalleerd, moeten apart worden beveiligd. Aardlekbewaking: Als een externe aardlekbeveiliging verplicht is, moet u een aardlekbeveiliging installeren die bij een lekstroom van 100 ma of hoger in werking treedt (zie de technische informatie "Criteria voor de selectie van een aardlekbeveiliging" op voor informatie over de keuze van een aardlekbeveiliging). Overspanningscategorie De omvormer kan in stroomnetten van installatiecategorie III of lager conform IEC worden gebruikt. Dit betekent dat de omvormer permanent aan het netaansluitpunt in een gebouw kan worden aangesloten. Bij installaties met lange kabeltrajecten in de open lucht zijn aanvullende maatregelen vereist voor de reductie van overspanningscategorie IV naar overspanningscategorie III (zie voor meer informatie de technische informatie "Overspanningsbeveiliging" op Installatiehandleiding SB13_21TL-IA-nl-65 27

28 6 Elektrische aansluiting SMA Solar Technology AG Omvormer op het openbare stroomnet aansluiten Afbeelding 10: Bestanddelen van de AC-contrastekker Positie A B C D E F Omschrijving Aansluitbus Schroefmof Afdichtring PG13,5 Klemkorf PG13,5 Drukbout PG13,5 voor kabeldiameter mm Kabelschroefverbinding M20x1,5 voor kabeldiameter mm Voorwaarden: De displaytaal moet op de gewenste taal zijn ingesteld (zie hoofdstuk 7.3 "Displaytaal wijzigen", pagina 40). De aansluitvoorwaarden van de netwerkexploitant moeten worden aangehouden. De netspanning moet binnen het toegestane bereik liggen. Het precieze werkbereik van de omvormer is in de bedrijfsparameters vastgelegd (zie de technische beschrijving "Bedrijfsparameter" op Werkwijze: 1. Kies een passende kabelschroefverbinding voor de AC-kabel. 2. Schakel de leidingbeveiligingsschakelaar uit en beveilig deze tegen opnieuw inschakelen. 3. Strip de mantel van de AC-kabel over 30 mm. 4. Kort L en N elk 5 mm in. 5. Strip L, N en PE elk 4 mm. 6. Als de buitendiameter van de kabel 7 mm tot 10 mm bedraagt, gebruik dan de afdichtring, klemkorf en drukbout: 28 SB13_21TL-IA-nl-65 Installatiehandleiding

29 SMA Solar Technology AG 6 Elektrische aansluiting Druk de afdichtring in de klemkorf. Schuif de drukbout PG 13,5 en de klemkorf inclusief afdichtring over de AC-kabel. 7. Als de buitendiameter van de kabel 10 mm tot 14 mm bedraagt, schuif dan de kabelschroefverbinding M20x1,5 over de AC-kabel. 8. Schuif de schroefmof over de AC-kabel. 9. Sluit PE, N en L aan de aansluitbus aan: Steek de aardleiding (PE) in de schroefklem met het aardingssymbool van de aansluitbus en draai de schroef vast. Steek N in de schroefklem 1 van de aansluitbus en draai de schroef vast. Steek L in de schroefklem 2 van de aansluitbus en draai de schroef vast. 10. Controleer of de aders goed vastzitten. 11. Draai de schroefmof stevig op de aansluitbus. Installatiehandleiding SB13_21TL-IA-nl-65 29

30 6 Elektrische aansluiting SMA Solar Technology AG 12. Als de drukbout, klemkorf en afdichtring worden gebruikt, draai dan de drukbout stevig op de schroefmof. De klemkorf wordt daarbij in de schroefmof gedrukt en is niet meer zichtbaar. 13. Als de kabelschroefverbinding wordt gebruikt, draai dan de kabelschroefverbinding stevig op de schroefmof. De AC-contrastekker is gemonteerd. 14. Steek de AC-contrastekker in de AC-bus op de omvormer en schroef hem vast. Verwijder eventueel eerst de beschermkap. 15. Als de AC-contrastekker niet onmiddellijk op de omvormer wordt aangesloten, moet de AC-bus op de omvormer met de beschermkap worden afgesloten. 30 SB13_21TL-IA-nl-65 Installatiehandleiding

31 SMA Solar Technology AG 6 Elektrische aansluiting Extra aarding aansluiten Als op de plaats van installatie een aanvullende aarding of een potentiaalvereffening vereist is, kunt u de behuizing van de omvormer extra aarden. Zo wordt voorkomen dat er contactstroom optreedt wanneer de oorspronkelijke aardleiding kapot gaat. Aanvullend vereist materiaal (niet bij de levering inbegrepen): ringkabelschoen M6 1 aardleiding Kabelvereiste: diameter van de aardleiding: maximaal 16 mm² Werkwijze: 1. Strip de aardleiding. 2. Schuif de ringkabelschoen over de aardleiding. 3. Breng de onderlegring, de aardleiding met de ringkabelschoen en de borgring op de cilinderkopschroef M6x12 aan. Daarbij moet de vertanding van de borgring naar het metalen plaatje van de omvormer wijzen. 4. Steek de cilinderkopschroef door het metalen plaatje van de omvormer en schroef hem aan de wandsteun vast (koppel: 6 Nm). Installatiehandleiding SB13_21TL-IA-nl-65 31

32 6 Elektrische aansluiting SMA Solar Technology AG 6.4 DC-aansluiting Voorwaarden voor de DC-aansluiting Eisen aan de PV-modules: Alle PV-modules moeten van hetzelfde type zijn. Aan alle strings moet een gelijk aantal serieel geschakelde PV-modules zijn aangesloten. Alle PV-modules moeten dezelfde oriëntatie hebben. Alle PV-modules moeten dezelfde helling hebben. De maximale ingangsstroom per string moet worden aangehouden en mag niet hoger zijn dan de doorgangsstroom van de DC-connectoren (zie hoofdstuk 12 "Technische gegevens", pagina 64). De drempelwaarden voor de ingangsspanning en de ingangsstroom van de omvormer moeten worden aangehouden (zie hoofdstuk 12 "Technische gegevens", pagina 64). Op de volgens de statistieken koudste dag mag de nullastspanning van de PV-generator nooit groter zijn dan maximale ingangsspanning van de omvormer. De positieve aansluitkabels van de PV-modules moeten voorzien zijn van de positieve DC-connectoren (zie de installatiehandleiding van de DC-connectoren voor informatie over het confectioneren van de DC-connectoren). De negatieve aansluitkabels van de PV-modules moeten voorzien zijn van de negatieve DC-connectoren (zie de installatiehandleiding van de DC-connectoren voor informatie over het confectioneren van de DC-connectoren). Als de omvormer niet met een Electronic Solar Switch is uitgerust en de op de installatielocatie geldende voorschriften een externe DC-lastscheider vereisen, installeer dan een externe DC-lastscheider. Gebruik van Y-adapters voor parallelschakeling van strings Y-adapters mogen niet gebruikt worden om de DC-stroomkring te onderbreken. Y-adapters mogen niet in de directe nabijheid van de omvormer zichtbaar of vrij toegankelijk zijn. Als u de DC-stroomkring wilt onderbreken, schakel dan de omvormer spanningsvrij (zie hoofdstuk 8). 32 SB13_21TL-IA-nl-65 Installatiehandleiding

33 SMA Solar Technology AG 6 Elektrische aansluiting PV-generator aansluiten Schade aan de omvormer door te hoge spanning Als de nullastspanning van de PV-modules de maximale ingangsspanning van de omvormer overschrijdt, kan de omvormer door overspanning onherstelbaar beschadigd raken. Sluit geen PV-strings op de omvormer aan en controleer de configuratie van de PV-installatie als de nullastspanning van de PV-modules de maximale ingangsspanning van de omvormer overschrijdt. 1. Schakel de leidingbeveiligingsschakelaar uit en beveilig deze tegen opnieuw inschakelen. 2. Als de omvormer met een ESS is uitgerust en deze is aangesloten, trek dan de ESS voorzichtig uit de omvormer. 3. Indien een externe DC-lastscheider aanwezig is, externe DC-lastscheider vrijschakelen. 4. Controleer de PV-strings op aardlek (zie hoofdstuk "PV-generator op aardlek controleren", pagina 57). 5. Sluit de geconfectioneerde DC-connectoren aan de omvormer aan. De DC-connectoren klikken hoorbaar vast. Installatiehandleiding SB13_21TL-IA-nl-65 33

34 6 Elektrische aansluiting SMA Solar Technology AG 6. Beschadiging van de omvormer door binnendringend vocht De omvormer is alleen dicht als alle DC-ingangen die niet worden gebruikt met DC-connectoren en afdichtpluggen zijn afgesloten. Steek de afdichtpluggen niet rechtstreeks in de DC-ingangen op de omvormer. Druk de klembeugel bij de niet benodigde DC-connectoren naar beneden en schuif de 1 wartelmoer naar de schroefdraad. + 2 Steek de afdichtpluggen in de DC-connectoren. Draai de DC-connectoren vast (koppel: 2 Nm). + Steek de DC-connectoren met afdichtpluggen in de bijbehorende DC-ingangen op de omvormer. De DC-connectoren klikken hoorbaar vast. 7. Controleer of alle DC-connectoren stevig vastzitten. 8. Als er een ESS aanwezig is, controleer deze dan op slijtage (zie hoofdstuk 10). 34 SB13_21TL-IA-nl-65 Installatiehandleiding

35 SMA Solar Technology AG 6 Elektrische aansluiting 9. Brandgevaar door vastdraaien van de schroef binnenin de ESS Een goed contact tussen ESS en omvormer is alleen gegarandeerd als de stekker van de ESS beweeglijk blijft. Draai de schroef in de stekker van de ESS niet vast. 10. Beschadiging van de omvormer door binnendringend vocht en stof Als de ESS tijdens bedrijf niet of niet correct is aangesloten, kunnen vocht en stof in de omvormer binnendringen. Als de ESS niet correct is aangesloten, kunnen de contacten in de ESS slijten of kan de ESS vallen. Daardoor vermindert de opbrengst en kan de ESS beschadigd raken. Sluit de ESS altijd op de volgende manier aan: Steek de ESS stevig op de omvormer tot hij precies op de behuizing aansluit. Zorg ervoor dat de afstand tussen de ESS en de behuizing maximaal 1 mm bedraagt. Installatiehandleiding SB13_21TL-IA-nl-65 35

36 6 Elektrische aansluiting SMA Solar Technology AG 6.5 Storingsmeldrelais aansluiten U kunt het storingsmeldrelais gebruiken om een fout van de omvormer te laten weergeven of melden. Als alternatief kan ook de storingsvrije werking weergegeven of gemeld worden. Daarbij kunt u meerdere omvormers op één storings- of bedrijfsmelder aansluiten. Schakel daartoe de storingsmeldrelais van meerdere omvormers in serie. Afbeelding 11: Aansluitschema met meerdere omvormers bij aansluiting van een bedrijfsmelder en aansluitschema bij aansluiting van een storingsmelder (voorbeeld) 36 SB13_21TL-IA-nl-65 Installatiehandleiding

37 SMA Solar Technology AG 6 Elektrische aansluiting Afbeelding 12: Storingsmeldrelais en kabeltraject Positie A B C Omschrijving Aansluitklemmen van het storingsmeldrelais Kabeltraject Behuizingsopening met blindstop Voorwaarden Er moet worden voldaan aan de technische eisen van het storingsmeldrelais (zie hoofdstuk 12 "Technische gegevens", pagina 64). Kabelvereisten De kabel moet dubbel geïsoleerd zijn. buitendiameter: 5 mm 12 mm aderdoorsnede: 0,08 mm²... 2,5 mm² Het type kabel en de wijze van leggen moeten geschikt zijn voor het beoogde gebruik en de plaats van gebruik. Onherstelbare schade aan het storingsmeldrelais door te hoge contactbelasting Houd de maximale schakelspanning en maximale schakelstroom aan (zie hoofdstuk "Storingsmeldrelais", pagina 67). Als u het storingsmeldrelais op het openbare stroomnet aansluit, moet het storingsmeldrelais met een eigen leidingbeveiligingsschakelaar worden beveiligd. Installatiehandleiding SB13_21TL-IA-nl-65 37

38 6 Elektrische aansluiting SMA Solar Technology AG Werkwijze: 1. Controleer of de omvormer spanningsvrij geschakeld is (zie hoofdstuk 8). 2. Draai alle schroeven van de behuizingsdeksel los, trek de behuizingsdeksel gelijkmatig naar voren en verwijder hem. 3. Verwijder de verbinding van de aardleiding (PE) van de onderkant van de behuizingsdeksel. 4. Bereid de kabel voor: Strip de kabel over maximaal 15 mm. Strip de aders over maximaal 8 mm. 5. Bereid de kabelschroefverbinding PG16 voor op de aansluiting aan het storingsmeldrelais: Draai de wartelmoer van de kabelschroefverbinding en neem de blindstop eruit. Neem de kabelgeleider met een gat uit de kabelschroefverbinding en steek de kabel door de kabelgeleider. Druk de kabelgeleider met één gat met de kabel in de kabelschroefverbinding en leid de kabel in de omvormer. Draai de wartelmoer op de kabelschroefverbinding. 6. Sluit de kabel volgens het aansluitschema aan op het storingsmeldrelais. 7. Draai de wartelmoer van de kabelschroefverbinding vast. 8. Herstel de verbinding tussen aardleiding (PE) en de onderkant van de behuizingsdeksel. 9. Draai de behuizingsdeksel van de omvormer met behulp van de 4 dekselschroeven gelijkmatig vast (koppel: 2 Nm). 10. Stel de omvormer in bedrijf (zie hoofdstuk 7). 38 SB13_21TL-IA-nl-65 Installatiehandleiding

39 SMA Solar Technology AG 7 Eerste inbedrijfstelling 7 Eerste inbedrijfstelling 7.1 Werkwijze Voor u de omvormer in bedrijf kunt stellen, moet u verschillende instellingen controleren en eventueel wijzigen. Dit hoofdstuk beschrijft de werkwijze bij de eerste inbedrijfstelling en geeft een overzicht over de stappen die u in ieder geval in de aangegeven volgorde moet uitvoeren. Werkwijze 1. Controleer op welke landspecifieke gegevensrecord de omvormer is ingesteld. 2. Als de landspecifieke gegevensrecord voor uw land of uw gebruiksdoel niet correct is ingesteld, stel dan de gewenste landspecifieke gegevensrecord in. 3. Controleer of de gewenste displaytaal is ingesteld en wijzig deze eventueel. 4. Stel de omvormer in bedrijf en start eventueel de zelftest. zie aanvullingsblad met de fabrieksinstellingen, typeplaatje of display (zie hoofdstuk 7.2 "Landspecifieke gegevensrecord wijzigen", pagina 39) (zie hoofdstuk 7.3 "Displaytaal wijzigen", pagina 40) (zie hoofdstuk 7.4 "De omvormer in bedrijf stellen", pagina 41) en eventueel (zie hoofdstuk 7.5 "Alleen voor Italië: zelftest starten", pagina 42) 7.2 Landspecifieke gegevensrecord wijzigen De omvormer is bij levering op een bepaalde landspecifieke gegevensrecord ingesteld. Op welke landspecifieke gegevensrecord de omvormer is ingesteld, vindt u op het meegeleverde aanvullingsblad met de fabrieksinstellingen. Als de ingestelde landspecifieke gegevensrecord op de plaats van de installatie niet geldig is, moet u de landspecifieke gegevensrecord m.b.v. een communicatieproduct wijzigen. De landspecifieke gegevensrecord moet juist zijn ingesteld. Als u een landspecifieke gegevensrecord instelt die niet geldig is voor uw land en uw gebruiksdoel, kan dit leiden tot storing van de installatie en tot problemen met de netwerkexploitant. Neem bij de keuze van de landspecifieke gegevensrecord in ieder geval de ter plaatse geldende normen en richtlijnen evenals de eigenschappen van de installatie (bijv. grootte van de installatie, netaansluitpunt) in acht. Als u niet zeker weet welke landspecifieke gegevensrecord voor uw land of uw gebruiksdoel geldig is, neem dan contact op met de netwerkexploitant om te vragen welke landspecifieke gegevensrecord moet worden ingesteld. Installatiehandleiding SB13_21TL-IA-nl-65 39

40 7 Eerste inbedrijfstelling SMA Solar Technology AG Voorwaarden: De omvormer moet over een communicatie-interface beschikken. Er moet een communicatieproduct beschikbaar zijn dat geschikt is voor de te gebruiken vorm van communicatie. De verantwoordelijke netwerkexploitant moet de wijziging van netrelevante parameters goedkeuren. De SMA Grid Guard-code voor het wijzigen van netrelevante parameters moet beschikbaar zijn (zie certificaat "Application for SMA Grid Guard-Code" op Werkwijze: 1. Roep de gebruikersinterface van het communicatieproduct op. 2. Voer de SMA Grid Guard-code in het communicatieproduct (bijv. software) in. 3. Selecteer de parameter Default of Landnorm instellen en stel de gewenste landspecifieke gegevensrecord in. 7.3 Displaytaal wijzigen U kunt de displaytaal van de omvormer wijzigen. Afhankelijk van de ingestelde landspecifieke gegevensrecord zijn verschillende talen beschikbaar. Afbeelding 13: 2 schakelaars aan de onderkant van de display-component Werkwijze: 1. Controleer of de omvormer spanningsvrij geschakeld is (zie hoofdstuk 8). 2. Stel de gewenste taal in met behulp van de beide schakelaars: Taal Schakelaar S2 Schakelaar S1 Duits B B Engels / Italiaans* B A Frans A B Spaans / Engels** A A * Bij instelling van de landspecifieke gegevensrecord CEI 0-21 geldt de taal Italiaans. ** Bij instelling van de landspecifieke gegevensrecord CEI 0-21 geldt de taal Engels. 3. Stel de omvormer in bedrijf (zie hoofdstuk 7.4). 40 SB13_21TL-IA-nl-65 Installatiehandleiding

41 SMA Solar Technology AG 7 Eerste inbedrijfstelling 7.4 De omvormer in bedrijf stellen Voorwaarden: De omvormer moet correct gemonteerd zijn. De leidingbeveiligingsschakelaar moet juist geconfigureerd en geïnstalleerd zijn. Alle kabels moeten correct aangesloten zijn. Alle niet benodigde DC-ingangen moeten met de bijbehorende DC-connectoren en afdichtpluggen zijn afgesloten. De landspecifieke gegevensrecord moet juist zijn ingesteld voor het desbetreffende land of gebruiksdoel. Als de omvormer over een ESS beschikt, moet de ESS stevig zijn aangesloten. De omvormer moet zijn afgesloten. Werkwijze: 1. Schakel de leidingbeveiligingsschakelaar in. 2. Als er een externe DC-lastscheider aanwezig is, schakel deze dan in. De startfase begint. De groene led brandt en de display toont achtereenvolgens het apparaattype of de omschrijving van de omvormer, de firmwareversie en de ingestelde landspecifieke gegevensrecord. De groene led knippert? De DC-ingangsspanning is nog te laag of de omvormer controleert het openbare stroomnet. Als er voldoende DC-ingangsspanning is en aan de voorwaarden voor de netkoppeling is voldaan, gaat de omvormer werken. De rode led brandt? De omvormer heeft een aardlek vastgesteld of een van de varistoren is defect. Los het probleem op (zie hoofdstuk 10.5 "Rode led brandt continu", pagina 57). De gele led knippert? Waarschijnlijk is er sprake van een fout of een storing. Verhelp de fout of de storing (zie hoofdstuk 10 "Zoeken naar fouten", pagina 47). 3. Als de omvormer in Italië in bedrijf wordt genomen, start dan de zelftest (zie hoofdstuk 7.5 "Alleen voor Italië: zelftest starten", pagina 42). Installatiehandleiding SB13_21TL-IA-nl-65 41

42 7 Eerste inbedrijfstelling SMA Solar Technology AG 7.5 Alleen voor Italië: zelftest starten De zelftest is alleen van toepassing op omvormers die in Italië in bedrijf worden genomen. Volgens de Italiaanse norm moeten alle omvormers die stroom terugleveren aan het openbare stroomnet een zelftest conform CEI 0-21 uitvoeren. Tijdens de zelftest controleert de omvormer achtereenvolgens de reactietijden voor overspanning, onderspanning, maximale frequentie en minimale frequentie. Voor iedere beveiligingsfunctie wijzigt de zelftest, volgens een lineair patroon, de bovenste en onderste uitschakelgrenswaarde voor de frequentie- en spanningsbewaking. Zodra de meetwaarde de toegestane uitschakelgrens overschrijdt, koppelt de omvormer zich van het openbare stroomnet los. Op deze wijze bepaalt de omvormer de reactietijd tot het moment van uitschakeling en controleert hij zichzelf. Zodra de zelftest beëindigd is, schakelt de omvormer automatisch weer om naar de teruglevermodus, stelt de oorspronkelijke gekalibreerde waarden weer in en maakt weer verbinding met het openbare stroomnet. De test duurt ca. 3 minuten. Voorwaarden: De landspecifieke gegevensrecord is ingesteld op CEI0-21 Int / CEI 0-21 Intern of een gewijzigde landspecifieke gegevensrecord trimmed / Speciale instelling gebaseerd op CEI0-21 Int / CEI 0-21 Intern. Er moet een protocol voor het invullen van de testresultaten conform CEI 0-21 beschikbaar zijn. De omvormer moet in bedrijf zijn en zich in de startfase bevinden. Werkwijze: 1. Zodra de ingestelde landspecifieke gegevensrecord op de display verschijnt, klopt u binnen 10 seconden 1 keer op de display. Op de display verschijnt de informatie dat de zelftest start: Avvio Autotest. Verschijnt de informatie Avvio Autotest niet op de display? De 10 seconden zijn dan verlopen en de zelftest start niet. Zelftest opnieuw starten Klop binnen 20 seconden op de display en noteer de volgende testresultaten in het testprotocol. De zelftest gaat van start. De omvormer geeft de resultaten van de afzonderlijke tests voor overspanning, onderspanning, maximale frequentie en minimale frequentie weer. De resultaten worden driemaal achtereen telkens 10 seconden lang weergegeven. 42 SB13_21TL-IA-nl-65 Installatiehandleiding