2. Op 22 februari 2007 hebben [ ] en [ ] namens Pidplates een mondelinge zienswijze op het rapport gegeven.
|
|
- Filip Smets
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Zaaknummer: Datum: 30 augustus 2007 BESLUIT van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit inzake het bezwaar van Pidplates Performance B.V te Arnhem tegen het besluit van 11 april 2007 tot het opleggen van een boete van ,- wegens overtreding van artikel 11.7, eerste en derde lid, onder b van de Telecommunicatiewet. Samenvatting Pidplates Performance B.V te Arnhem (hierna: Pidplates) heeft bezwaar aangetekend tegen het besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) van 11 april In dit besluit heeft het college aan Pidplates een boete opgelegd van ,- wegens overtreding van artikel 11.7, eerste en derde lid van de Telecommunicatiewet (hierna: Tw). Pidplates stelt dat degenen, die de door haar verzonden berichten hebben ontvangen en daarover vervolgens bij het college hebben geklaagd, niet als natuurlijk persoon een abonnee zijn in de zin van de Tw. Volgens Pidplates is daarom geen sprake van overtreding van het voornoemde artikelleden en heeft het college zijn besluit onzorgvuldig voorbereid en onvoldoende gemotiveerd. Het college is van oordeel dat voldoende is komen vast te staan dat de eerder genoemde ontvangers van berichten als natuurlijk persoon abonnee zijn in de zin van de Tw en dat zijn besluit overigens voldoende zorgvuldig is voorbereid en voldoende is gemotiveerd. Op grond daarvan verklaart het college de bezwaren van Pidplates ongegrond. 1. Verloop van de procedure 1. Op 24 november 2006 heeft een toezichthoudend ambtenaar van OPTA een rapport in de zin van artikel 15.8 van de Tw opgesteld (hierna: het rapport). 1 In het rapport stelt de toezichthoudend ambtenaar vast dat Pidplates het zogenoemde spamverbod, zoals dat is vastgelegd in artikel 11.7 van de Tw heeft overtreden. Pidplates heeft meerdere malen en ondanks een waarschuwing die het college aan haar heeft verzonden, ongevraagde berichten verstuurd zonder voorafgaande toestemming van de ontvangers van die berichten. Deze ontvangers zijn abonnee in de zin van de Tw en hebben als natuurlijk persoon een overeenkomst afgesloten met een aanbieder van een openbaar elektronisch communicatienetwerk. Een deel van de door Pidplates verzonden berichten bevat niet de wettelijk vereiste mogelijkheid tot verzet. Het boeterapport, alsmede een aantal bijlagen met bewijsmateriaal is op 19 januari 2007 per aangetekende post aan Pidplates verzonden. 2. Op 22 februari 2007 hebben [ ] en [ ] namens Pidplates een mondelinge zienswijze op het rapport gegeven. 3. Bij besluit van 11 april 2007 heeft het aan Pidplates een boete opgelegd van in verband 1 Kenmerk OPTA/IPB/2007/
2 met de overtreding van artikel 11.7, eerste lid en derde lid, aanhef en onder b, van de Tw. 2 Het verslag van de hoorzitting van 22 februari 2007 was als bijlage bij dat besluit gevoegd. 4. Bij faxbrief van 15 mei 2007 (tevens per brief bij het college ingekomen op 16 mei 2007) heeft Pidplates via haar gemachtigde Mr. L. H. M. Eijpe van SOLV advocaten te Amsterdam (hierna: gemachtigde) bezwaar aangetekend tegen dit besluit. Gemachtigde heeft in haar bezwaarschrift gevraagd een termijn te stellen waarbinnen zij de gronden van dit bezwaar diende aan te vullen. Verder heeft gemachtigde het college verzocht de bij het college ingekomen klachten, die aanleiding hebben gegeven tot het doen van onderzoek naar een overtreding van artikel 11.7 van de Tw door Pidplates, te doen toekomen. 5. Het college heeft bij brief van 24 mei de ontvangst van het bezwaarschrift bevestigd en de termijn waarbinnen de gronden van het bezwaar dienden te zijn aangevuld, gesteld op 15 juni In dezelfde brief heeft het college aangegeven dat bij het boeterapport, verzonden op 19 januari 2007, reeds dertien (geanonimiseerde) klachten gevoegd waren van natuurlijke personen, die verklaard hebben dat zij het mailadres waarop de berichten zijn ontvangen, privé en niet zakelijk gebruiken (bijlage 2 en 7 van het boeterapport). Aangezien gemachtigde derhalve beschikte over de gevraagde informatie zag het college geen aanleiding om op het verzoek van gemachtigde in te gaan. 6. Bij van 19 juli 2007 heeft de gemachtigde van Pidplates aangegeven af te zien van de mogelijkheid om haar zienswijze mondeling toe te lichten. 2. Het bestreden besluit 7. Bij besluit van 11 april 2007 heeft het college aan Pidplates een boete opgelegd van ,- in verband met de overtreding van artikel 11.7, eerste lid en derde lid, aanhef en onder b, van de Tw vanwege de verzending van berichten van commerciële aard in de periode van 27 mei 2005 tot en met 1 juli 2006, zonder voor de verzending daarvan voorafgaand toestemming te hebben gekregen van de abonnees, die natuurlijke personen zijn. 3. De bezwaren van Pidplates 8. Pidplates brengt tegen dit besluit de navolgende bezwaren in. Pidplates plaatst vraagtekens bij de betrouwbaarheid van de klachten en stelt dat de ontvangers geen natuurlijke personen zijn, dan wel dat de ontvangers hun mailadressen zowel zakelijk als privé gebruiken. Pidplates stelt bovendien dat tussen de klagers zogenaamde spamactivisten zitten, die de door Pidplates verzonden mail op een zakelijk adres hebben binnengekregen en vervolgens die mail (door het op internet te plaatsen) hebben laten doorsturen naar adressen van natuurlijke personen. 9. Pidplates voert verder aan dat in de mail voldoende informatie stond op basis waarvan een 2 Kenmerk OPTA/IPB/2007/ Kenmerk OPTA/IPB/2007/
3 ontvanger een verzoek tot beëindiging van de communicatie zou kunnen sturen aan de verzender van de ongevraagde mail, door middel van de reply knop dan wel doordat bij een latere spamrun ontvangers middels een tekst er op werd gewezen dat zij een verzoek tot beëindiging van de communicatie konden sturen. 10. Pidplates meent dat het college van OPTA door het opleggen van een boete in strijd heeft gehandeld met zijn eigen Boetebeleidsregels: het totaal aantal klachten staat onvoldoende vast. Pidplates twijfelt bovendien aan de betrouwbaarheid van die klachten. Volgens Pidplates is geen sprake van een herhaalde overtreding. Nu er naar de mening van Pidplates onduidelijkheid bestaat over het aantal klachten zou dat er toe moeten leiden dat Pidplates niet kan worden verweten in strijd te hebben gehandeld met art. 11.7, eerste lid van de Tw. 11. Pidplates acht het besluit in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Volgens Pidplates is het besluit onvoldoende gemotiveerd omdat de feiten niet kloppen en bovendien is, zo stelt Pidplates, de voorbereiding van het besluit onvoldoende zorgvuldig geweest. Daarnaast is Pidplates niet in de gelegenheid gesteld om de klachten te verifiëren. Er is, zo meent Pidplates, sprake van strijdigheid met het evenredigheidsbeginsel: de hoogte van de boete is niet in overeenstemming met boetes die zijn opgelegd aan andere overtreders van 11.7 van de Tw. 12. Ten slotte verzoekt Pidplates op grond van artikel 7:15, tweede lid van de Awb om vergoeding van de kosten die zij in verband met behandeling van haar bezwaar heeft moeten maken. 4. Vaststaande feiten 13. De volgende feiten zijn door Pidplates niet weersproken of betwist en worden door het college als vaststaand beschouwd. 14. Het college heeft in de periode van 27 mei 2005 tot en met 1 juli 2006 via de website klachten ontvangen naar aanleiding van de verzending van elektronische berichten door de firma Pidplates. 15. Een toezichthoudend ambtenaar heeft de registratiegegevens van de domeinnaam van de afzender van de berichten onderzocht. Uit de registratiegegevens bleek dat de domeinnaam van de betreffende website stond geregistreerd op naam van Pidplates Performance BV. 16. Daarnaast heeft een toezichthoudend ambtenaar, zoals in randnummer 62 en 63 van het rapport vermeld, vastgesteld dat de technische verzending van alle berichten waarover klachten zijn ingediend is uitgevoerd door Pidplates. Het college komt tot deze conclusie doordat hij heeft vastgesteld dat bij de verzending IP-adressen zijn gebruikt, die waren toegekend aan juist die Internet Service Providers (hierna: ISP s)die aan Pidplates servers verhuurden. In samenhang met de erkenning van Pidplates dat zij verzender was van de berichten waarover bij het college klachten zijn ingediend, onder meer tijdens een bespreking op 7 juli 2006 en de hoorzitting van 22 3
4 februari 2007, acht het college daarmee voldoende bewezen dat Pidplates verzender was van deze berichten. 17. Op 11 november 2005 heeft het college een waarschuwing verzonden naar Pidplates voor het ongevraagd verzenden van elektronische berichten voor een commercieel doel naar natuurlijke personen en het niet bieden van een geldige afmeldmogelijkheid. Deze handelswijze acht het college in strijd met artikel 11.7, eerste en derde lid, onder b, van de Tw. Het college heeft in zijn waarschuwing uitdrukkelijk aan Pidplates gevraagd om haar inbreukmakende activiteiten te beëindigen. Bovendien heeft het college in de betreffende waarschuwing aangegeven dat hij bij een volgende overtreding van het spamverbod door Pidplates zou kunnen overgaan tot het aan haar opleggen van een boete. 18. Het college heeft op 17 november 2005 een namens Pidplates ingediend schriftelijk verzoek ontvangen, waarin zij vraagt om de verstrekking van de bij het college binnengekomen klachten. Pidplates gaf in dit verzoek aan er voor te willen zorgen dat in de toekomst dergelijke fouten zouden worden voorkómen. Pidplates had daarvoor wel de adressen nodig om te controleren op welke wijze deze adressen op de door haar gehanteerde verzendlijst terecht waren gekomen. 19. Naar aanleiding van nieuwe klachten, binnengekomen nadat het college aan Pidplates de waarschuwing van 11 november 2005 had gegeven, hebben twee toezichthoudend medewerkers van het college op 6 juli 2006 een gesprek gevoerd met de eerder genoemde [ ] en [ ] van Pidplates. Van dit gesprek is een verslag gemaakt dat aan Pidplates is toegezonden. 20. In dit gesprek heeft [ ] namens Pidplates aangegeven dat Pidplates inderdaad de verzender is van de betreffende berichten en dat zij bij de verzending gebruik gemaakte van adreslijsten die zij via de Gouden Gids had verkregen. Pidplates heeft verder verklaard dat zij de op de lijst voorkomende adressen niet nader heeft geverifieerd in die zin dat zij niet heeft vastgesteld of zich onder de abonnees van mailadressen op de verzendlijst van Pidplates natuurlijk persoon bevonden en tevens dat zij geen toestemming had van de abonnees van de op de lijst voorkomende mailadressen voor het verzenden van berichten voor een commercieel doel. 21. Pidplates gaf in dit gesprek verder aan dat zij zich richtte op de zakelijke markt. Tevens ging Pidplates er bij de verzending van de berichten van uit dat de op de lijst voorkomende natuurlijke personen (door Pidplates in dit verband ook aangeduid als consumenten) zich zouden afmelden wanneer zij een bericht van Pidplates zouden ontvangen. 22. Zowel tijdens de bespreking van 6 juli 2006 als tijdens de hoorzitting van 22 februari 2007 heeft Pidplates erkend de verzender te zijn geweest van alle berichten waarover bij het college is geklaagd. 23. Van 13 klagers heeft het college een nadere verklaring gevraagd. De betreffende klagers gaven in 4
5 die verklaring aan dat zij abonnee zijn als bedoeld in artikel 1.1, sub p, van de Tw voor het mailadres waarop zij het betreffende ongewenste bericht van Pidplates hebben ontvangen. Zij verklaarden tevens dat zij als natuurlijk persoon de overeenkomst op grond waarvan zij dit mailadres in gebruik hebben, hebben afgesloten. Het college heeft deze verklaringen bijgevoegd aan het boeterapport dat zij aan Pidplates heeft gezonden, waarbij het college de persoonsgegevens van de klagers (afgezien van het mailadres waarop het bericht is ontvangen) onherkenbaar heeft gemaakt. 5. Juridisch kader Ten aanzien van de overtreding 24. Artikel 11.7, eerste lid, van de Tw bepaalt dat het gebruik van automatische oproepsystemen zonder menselijke tussenkomst, faxen en elektronische berichten voor het overbrengen van ongevraagde communicatie voor commerciële, ideële of charitatieve doeleinden aan abonnees uitsluitend is toegestaan, mits de verzender kan aantonen dat de desbetreffende abonnee daarvoor voorafgaand toestemming heeft verleend. 25. Artikel 11.7, derde lid, van de Tw bepaalt dat bij het gebruik van elektronische berichten voor de in het eerste lid genoemde doeleinden te allen tijde de volgende gegevens dienen te worden vermeld: a. de werkelijke identiteit van degene namens wie de communicatie wordt overgebracht, en b. een geldig postadres of nummer waaraan de ontvanger een verzoek tot beëindiging van dergelijke communicatie kan richten. 26. Artikel 11.8 van de Tw bepaalt dat de toepassing van artikel 11.7 van de Tw is beperkt tot abonnees die natuurlijke personen zijn. 27. Artikel 11.1, aanhef en onder e, van de Tw bepaalt dat onder communicatie wordt verstaan: informatie die wordt uitgewisseld of overgebracht tussen een eindig aantal partijen door middel van een openbare elektronische communicatiedienst; dit omvat niet de informatie die via een omroepdienst over een elektronisch communicatienetwerk wordt overgebracht, behalve wanneer de informatie kan worden gerelateerd aan de identificeerbare abonnee of gebruiker die de informatie ontvangt. 28. Artikel 1.1, aanhef en onder f, van de Tw bepaalt dat onder elektronische communicatiedienst wordt verstaan: gewoonlijk tegen vergoeding aangeboden dienst die geheel of hoofdzakelijk bestaat in het overbrengen van signalen via elektronische communicatienetwerken, waaronder telecommunicatiediensten en transmissiediensten op netwerken die voor omroep worden gebruikt, doch niet de dienst waarbij met behulp van elektronische communicatienetwerken en -diensten overgebrachte inhoud wordt geleverd of redactioneel wordt gecontroleerd. 5
6 29. Artikel 11.1, aanhef en onder g, van de Tw bepaalt dat onder toestemming van een gebruiker of abonnee wordt verstaan: toestemming van een betrokkene als bedoeld in artikel 1, onder i, Wet bescherming persoonsgegevens, met dien verstande dat de toestemming mede betrekking kan hebben op gegevens van abonnees die geen natuurlijke personen zijn. 30. Artikel 1.1, aanhef en onder p, van de Tw bepaalt dat onder abonnee wordt verstaan: natuurlijke persoon of rechtspersoon die partij is bij een overeenkomst met een aanbieder van openbare elektronische communicatiediensten voor de levering van dergelijke diensten. 31. Artikel 1.1, aanhef en onder bb, van de Tw bepaalt dat onder nummer wordt verstaan: cijfers, letters of andere symbolen, al dan niet in combinatie, die bestemd zijn voor toegang tot of identificatie van gebruikers, netwerkexploitanten, diensten, netwerkaansluitpunten of andere netwerkelementen. 32. Artikel 11.1, aanhef en onder i, van de Tw bepaalt dat onder elektronisch bericht wordt verstaan: tekst-, spraak-, geluids- of beeldbericht dat over een openbaar elektronisch communicatienetwerk wordt verzonden en in het netwerk of in de randapparatuur van de ontvanger kan worden opgeslagen tot het door de ontvanger wordt opgehaald. Ten aanzien van de bevoegdheid 33. Op grond van artikel 15.1, derde lid, van de Tw zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Tw belast de bij besluit van het college aangewezen ambtenaren Artikel 15.8, eerste lid, van de Tw bepaalt dat wanneer een toezichthoudend ambtenaar vaststelt dat een overtreding van het bepaalde bij of krachtens de Telecommunicatiewet is begaan, hij daarvan een rapport opmaakt. 35. Artikel 15.4, vierde lid, van de Tw bepaalt dat het college ingeval van overtreding van de bij of krachtens de in artikel 15.1, derde lid, Tw, bedoelde voorschriften, waaronder overtreding van artikel 11.7 Tw, de overtreder een boete kan opleggen van ten hoogste Artikel 15.4, vijfde lid, van de Tw bepaalt dat de hoogte van de boete in ieder geval wordt afgestemd op de ernst en de duur van de overtreding, alsmede op de mate waarin de overtreder daarvan een verwijt kan worden gemaakt. 37. Op 2 augustus 2005 zijn de herziene Boetebeleidsregels OPTA (hierna: Boetebeleidsregels) in werking getreden. 5 Met deze Boetebeleidsregels geeft het college invulling aan zijn beleid voor het 4 Zie Besluit aanwijzing toezichthouders OPTA 2006 van 27 februari 2006, Stcrt. 3 maart 2006, nr. 45, p Beleidsregels boetetoemeting met betrekking tot het opleggen van boetes ingevolge artikel 15.4 van de Telecommunicatiewet (Besluit van het college van 22 juli 2005, Stcrt. 2005, nr. 145). 6
7 vaststellen van de hoogte van boetes ingevolge artikel 15.4 Tw. Als bijlage bij de Boetebeleidsregels is tevens het Boetebeleid en handhavingsbeleid spam vastgesteld. Met dit document verschaft het college inzicht in de criteria op basis waarvan hij overgaat tot het treffen van handhavende maatregelen wanneer het gaat om overtredingen van het spamverbod. 6. Overwegingen van het college a. Ten aanzien van de vraag of de klagers natuurlijke persoon zijn 38. Het college heeft zich bij zijn onderzoek naar overtreding van artikel 11.7 van de Tw onder meer gebaseerd op klachten, die bij het college zijn binnengekomen via de website Bij het indienen van een klacht over spam dient een klager aan te geven dat het mailadres, waarop het ongewenste bericht is binnengekomen, toebehoort aan een natuurlijk persoon. Van een aantal klagers heeft het college vervolgens een aanvullende verklaring gevraagd. Daarin verklaren deze klagers dat zij als natuurlijk persoon de overeenkomst hebben gesloten bij een aanbieder van een openbare elektronische communicatiedienst of netwerk. Het mailadres waarop het bericht is binnengekomen, maakt deel uit van die dienstverlening waarvan zij als natuurlijk persoon abonnee zijn. In die hoedanigheid hebben zij een klacht ingediend bij het college. Anders dan Pidplates stelt, is het college van oordeel dat hiermee in voldoende mate is komen vast te staan dat de ontvangers als natuurlijk persoon abonnee zijn in de zin van de Tw zijn. 39. Bovendien heeft het college in zijn onderzoek naar de vraag of de ontvangers natuurlijke personen zijn mede de verklaringen van [ ] en [ ] betrokken. Die hebben herhaaldelijk verklaard dat zij niet precies wisten of de mailadressen in gebruik waren bij rechtspersonen of niet. Anders dan Pidplates nu in bezwaar stelt, heeft het college zich dus voor de beoordeling van de vraag of de ontvangers natuurlijke personen zijn, niet uitsluitend gebaseerd op de klachten die zijn binnengekomen via Pidplates gaat in haar bezwaar verder in op een overweging van het college uit het besluit, namelijk de vaststelling van het college dat de adressen van een aantal ontvangers een verwijzing naar een achternaam hebben. Pidplates acht het waarschijnlijk dat ook veel bedrijven de achternaam van de eigenaar gebruiken als handelsnaam. Het feit dat veel mailadressen en de domeinnamen een achternaam bevatten, vormde een eerste indicatie voor het college aan het begin van het onderzoek. Daarnaast echter heeft het college door de aanvullende verklaringen als hiervoor in randnummer 38 nader getoetst of de klagers als natuurlijk persoon abonnee waren voor het mailadres, waarop zij de berichten hebben ontvangen. Deze toetsing leidde tot de conclusie dat Pidplates inderdaad berichten heeft verzonden naar mailadressen van abonnees die natuurlijk persoon zijn. b. Ten aanzien van de betrouwbaarheid van de klachten 41. Pidplates suggereert dat de verzending van de s aan natuurlijke personen zouden kunnen zijn veroorzaakt doordat een spamactivist die de mail op zijn zakelijk adres zou hebben ontvangen, deze mail vervolgens heeft doorgestuurd (of op internet heeft geplaatst, waarna een derde het 7
8 bericht heeft gekopieerd en heeft verstuurd) met de (kennelijke) bedoeling om Pidplates daarmee in diskrediet te brengen. 42. Het college merkt op dat dit de eerste keer is dat Pidplates stelt dat er berichten over de producten van Pidplates uit haar naam zouden zijn verzonden maar waarvan Pidplates niet de verzender zou zijn geweest. Dit is in duidelijke tegenstelling met hetgeen Pidplates eerder heeft verklaard, zoals weergegeven in randnummer 54 van het boeterapport. 43. Het college stelt vast, dat Pidplates in zijn algemeenheid de waarschijnlijkheid van een dergelijke handelswijze niet aannemelijk heeft gemaakt in haar bezwaarschrift. 44. Verder heeft Pidplates de mogelijkheid dat in dit concrete geval namens haar berichten zouden zijn verzonden of doorgezonden niet aannemelijk weten te maken. Het college heeft onderzoek gedaan naar de vraag of Pidplates is aan te merken als (feitelijk) verzender 6 van de berichten waarover bij het college klachten zijn binnengekomen. In de randnummers 62 en 63 van het boeterapport heeft het college aangegeven dat de berichten waarover klachten zijn binnengekomen, zijn verzonden via IP-adressen die waren toegewezen aan de ISP s die aan Pidplates servers verhuurden. In combinatie met de ondertekening door [ ] (namens Pidplates) heeft het college geconcludeerd dat Pidplates de feitelijke verzender was van de berichten. Deze conclusie heeft Pidplates onder meer onderschreven in de hoorzitting van 22 februari c. Ten aanzien van het vermelden van een geldig afmeldadres 45. Pidplates stelt zich op het standpunt dat zij in ruime mate zou voldoen aan het vereiste van artikel 11.7, derde lid, onder b van de Tw. In de mailberichten zouden volgens Pidplates voldoende gegevens staan op basis waarvan een ontvanger een verzoek zou kunnen richten om het toesturen van berichten te beëindigen. 46. Het college wijst echter op het volgende. Artikel 11.7, derde lid, onder b, van de Tw vormt de implementatie van artikel 13, vierde lid van Richtlijn 2002/58/EG (hierna: de Richtlijn). 7 Dat artikel bepaalt dat het verboden is elektronische post te verzenden.zonder dat een geldig adres wordt vermeld waaraan de ontvanger een verzoek tot beëindiging van dergelijke communicatie kan richten. 47. Op grond van de tekst en de systematiek van zowel artikel 11.7, derde lid, aanhef en onder b van 6 Kamerstukken II 2002/03, nr. 7, p. 41 (Nota naar aanleiding van het verslag). Het begrip verzender omvat niet alleen degene die op de verzendknop drukt (de feitelijke verzender) maar ook degene waarvan het bericht afkomstig is (de materiële verzender). 7 Richtlijn 2002/58/EG van het Europeees Parlement en de Raad van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie, Pb EG 2002, L 201/37) 8
9 de Tw als van voornoemd artikel 13, vierde lid, van de Richtlijn acht het college het enkele feit dat contact- of adresgegevens zijn vermeld, niet voldoende. Essentieel bij de vermelding van een adres of nummer is dat de afzender bij die vermelding de ontvanger er duidelijk en ondubbelzinnig op wijst dat langs deze weg de ontvanger zijn verzoeken kan doen tot beëindiging van de verzending van verdere ongewenste berichten. 48. Blijkens de berichten van Pidplates zijn deze er uitsluitend op gericht om informatie te krijgen over of bestellingen te plaatsen voor het product, dat onderwerp was van het bericht. Ook ten aanzien van de gegevens op de website van Pidplates geldt dat informatie ontbreekt waaruit blijkt dat genoemde adressen ook zouden zijn bedoeld om daaraan een verzoek te richten tot het stopzetten van het sturen van ongewenste berichten. Op grond van het voorgaande is het college van oordeel dat Pidplates bij de verzending van berichten in de periode van 27 mei 2005 tot 20 maart 2006 niet heeft voldaan aan het vereiste van artikel 11.7, derde lid, aanhef en onder b, van de Tw. Het college acht de handelswijze Pidplates gedurende deze periode in strijd met voornoemde bepaling. d. Ten aanzien van de onduidelijkheid over de aantallen klachten 49. Ten aanzien van de onduidelijkheid over de aantallen klachten merkt het college op dat in de periode van 11 november 2005 (ná het verzenden van de waarschuwing) opnieuw klachten zijn binnengekomen waarvan zonder meer vast staat dat 13 van die klachten afkomstig zijn van natuurlijke personen. Het college heeft vervolgens een aantal van die klachten nader geverifieerd door het opvragen van een aanvullende verklaring van de klagers. Het college heeft in aanvulling op zijn onderzoek naar de vraag of de ontvangers als natuurlijk persoon abonnee zijn in de zin van de Tw voor het mailadres waarop het bericht waarover zij hebben geklaagd, ook informatie opgevraagd van de ISP s, bij wie de betreffende ontvangers abonnee waren. Uit dat aanvullend onderzoek is eveneens gebleken dat de betreffende ontvangers als natuurlijk persoon abonnee zijn in de zin van de Tw. Naar het oordeel van het college is daarmee voldoende komen vast te staan dat in ieder geval 13 klagers als natuurlijk persoon abonnee zijn in de zin van de Tw. e. Ten aanzien van de vermeende strijd met de regelgeving (i.c. de Boetebeleidsregels) 50. Pidplates heeft ook na een waarschuwing van het college opnieuw een risico genomen door dezelfde adreslijst opnieuw te gebruiken. Evenals de duur van de overtreding bepaalt de handelswijze van de overtreder (i.c. het door Pidplates nalaten van het voldoende controleren van de adreslijst) de mate van de verwijtbaarheid. Al deze punten heeft het college betrokken in zijn besluit tot oplegging van een boete. Ook op andere criteria uit de Boetebeleidsregels is het college ingegaan in zijn besluit tot oplegging van een boete aan Pidplates. Van strijd met de Boetebeleidsregels is derhalve geen sprake. f. Ten aanzien van de motivering, het zorgvuldigheidsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel 51. Zowel in het boeterapport als in het bestreden besluit heeft het college onderbouwd dat de ontvangers van de berichten van Pidplates zijn aan te merken als natuurlijke personen. Het college verwijst daarvoor naar zijn boeterapport (randnummers 40, 41 en 43) en het thans bestreden 9
10 besluit (p. 6 en 7). 52. Anders dan Pidplates stelt, heeft het college de feiten vastgesteld en nader onderzoek gedaan. Van een motiveringsgebrek is daarom volgens het college geen sprake. 53. Het college heeft gegronde redenen om de personalia van de klagers niet te verstrekken. Personalia zoals naam, geboortedatum en adres zijn persoonsgegevens in de zin van artikel 1, onder a, van de Wet bescherming persoonsgegevens (hierna: Wbp). Vast staat dat de klagers geen (ondubbelzinnige) toestemming hebben verleend voor het verstrekken van hun personalia aan degene over wie zij nu juist een klacht hebben ingediend. Bovendien brengt de Wbp met zich mee dat het verwerken van persoonsgegevens alleen gerechtvaardigd is wanneer die verwerking noodzakelijk is voor het doel waarvoor ze zijn verkregen. Het college heeft reeds aangegeven dat er in dit geval geen redelijk aanwijsbaar belang is om de personalia, naast de reeds aan Pidplates verstrekte gegevens, te verstrekken. Verder geldt dat in het algemeen het ontvangen van spam reeds als een ongewenste inbreuk op de privacy wordt ervaren. Het verstrekken van de naam en adresgegevens aan juist degene die wordt aangemerkt als overtreder van artikel 11.7 van de Tw en die bij die overtreding nu juist persoonsgegevens (i.c. adressen) heeft misbruikt, vormt volgens het college een ongerechtvaardigde inbreuk op de privacy van de desbetreffende klagers. 54. Pidplates maakt haar stelling dat sprake zou zijn van een onevenredig zware boete voor Pidplates ten opzichte van andere gevallen waarin het college een boete heeft opgelegd, niet aannemelijk. De toepassing van het evenredigheidsbeginsel in dit verband leidt er toe dat het college de individuele omstandigheden van een overtreding en de individuele positie van de overtreder betrekt bij de vaststelling van hoogte van de boete ( maatwerk ) 8. Aangezien het college deze vaststelling jegens iedere overtreder afzonderlijk op dezelfde uniforme wijze toepast, is van strijd met het evenredigheidsbeginsel geen sprake. 55. Voor zover de onevenredigheid er uit zou bestaan dat het college in het concrete geval van Pidplates een onjuiste of onrechtmatige afweging heeft gemaakt tussen de geconstateerde feiten, de betrokken omstandigheden en de daaropvolgende vaststelling van de hoogte van de boete merkt het college het volgende op. Zoals het college hiervoor in randnummer 46 en 47 heeft uiteengezet, heeft hij de hoogte van de boete voor Pidplates vastgesteld aan de hand van de criteria zoals hij die heeft vastgelegd in zijn Boetebeleidsregels. Het college heeft op de pagina s 9 en 10 van het bestreden besluit uiteengezet hoe deze criteria in het geval van Pidplates hebben geleid tot de hoogte van de aan haar opgelegde boete. Van strijd met het evenredigheidsbeginsel is, naar het oordeel van het college, in geen enkel opzicht sprake. 56. Naar aanleiding van de bezwaren van Pidplates is het college verder van oordeel dat er geen nieuwe of andere omstandigheden zijn die aanleiding geven dat het college de geconstateerde overtredingen als minder ernstig moet kwalificeren gekwalificeerd dan wel dat de geconstateerde 8 Boetebeleidsregels OPTA, randnummer 1.6, p. 1 10
11 overtredingen Pidplates niet of in mindere mate kunnen worden verweten. g. Conclusie ten aanzien van de bezwaren van Pidplates 57. Het college komt op grond van hetgeen hij hiervoor heeft uiteengezet tot de conclusie dat de bezwaren van Pidplates, gericht tegen het bestreden besluit, ongegrond zijn. 58. De bezwaren van Pidplates leiden er niet toe dat het college zijn bestreden besluit herroept. Het college wijst daarom het verzoek dat Pidplates heeft gedaan op basis van artikel 7:15, tweede lid, van de Awb, tot vergoeding van de kosten die zij in verband met de behandeling van haar bezwaar heeft gemaakt, af. 11
12 7. Besluit I. Het college verklaart het bezwaarschrift van Pidplates, gericht tegen zijn besluit van 11 april 2007 (met kenmerk OPTA/IPB/2007/200541) ongegrond. II. Het college wijst het verzoek van Pidplates tot vergoeding van de kosten, die zij heeft gemaakt in verband met het behandelen van haar bezwaar, af. HET COLLEGE VAN DE ONAFHANKELIJKE POST EN TELECOMMUNICATIE AUTORITEIT, w.g. Mr. C. A. Fonteijn Voorzitter college Belanghebbenden die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt beroep instellen bij de Rechtbank Rotterdam. Het postadres is: Rechtbank Rotterdam, sector Bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM Rotterdam. Het beroepschrift moet zijn ondertekend en moet ten minste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening en een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht bevatten. Voorts moet het beroepschrift de gronden van het beroep bevatten en dient een afschrift van het bestreden besluit te worden meegezonden. Voor het instellen van beroep is griffierecht verschuldigd. Informatie hierover kan worden ingewonnen bij de griffie van de Rechtbank, telefonisch bereikbaar op (010)
Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer. Reactie OPTA inzake SMS advertising pilot
KPN B.V. Legal & Regulatory Postbus 30139 2500 GC 'S-GRAVENHAGE 2500GC30139 Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer OPTA/IPB/2007/202021 Datum Onderwerp Bijlage(n) Reactie OPTA inzake SMS
Nadere informatieContactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer
Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer OPTA/IPB/2007/200541 Datum Onderwerp Bijlage(n) 11-04-2007 Boetebesluit JBOE 07001 Besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie
Nadere informatieOpenbare versie. Bijlage 1: Boetebeleid en handhavingsbeleid spam. 1. Inleiding
Bijlage 1: Boetebeleid en handhavingsbeleid spam 1. Inleiding 1.1. De Telecommunicatiewet geeft het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) de bevoegdheid
Nadere informatieBesluit Openbaar. Ons kenmerk: OPTA/IPB/2007/ Zaaknummer: Datum
Ons kenmerk: OPTA/IPB/2007/202118 Zaaknummer: 07.0137.22 Datum 17-10-2007 Besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit op de aanvraag van het De Telefoongids B.V. tot
Nadere informatieOpenbaar. 1. Samenvatting
Ons kenmerk: Zaaknummer: OPTA/IPB/2006/201224 Bezwaar 0610227 inzake JEBOE05004 Datum: 13 april 2006 BESLUIT van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit inzake het bezwaarschrift
Nadere informatie2. Op 10 oktober 2005 heeft Speko bij faxbericht haar schriftelijke zienswijze ingediend.
Ons kenmerk: OPTA/IPB/2006/200371 Zaaknummer: JBOE05003 Datum: Besluit op het bezwaarschrift van Speko B.V. van 5 januari 2006, gericht tegen het besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie
Nadere informatie2.1 Voor het feitencomplex wordt verwezen naar het bestreden dwangsombesluit van 22 oktober 2009.
Ons kenmerk: OPTA/ACNB/2010/201149 Zaaknummer: 09.0181.34.01 Datum: 1 april 2010 van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit op het bezwaar van Telfort B.V. gericht tegen
Nadere informatie1.5. Tevens geeft het college met deze beleidsnota invulling aan zijn beleidsvrijheid ten aanzien van de keuze voor een bepaald handhavingsmiddel.
OPTA HANDHAVINGSBELEID SPAM Beleidsregels met betrekking tot de handhaving van artikel 11.7 van de Telecommunicatiewet (Handhavingsbeleid spam ) 1. Inleiding 1.1. De Telecommunicatiewet geeft het college
Nadere informatieBeleidsregels met betrekking tot de handhaving van artikel 11.7, eerste tot en met vierde lid, van de Telecommunicatiewet (Handhavingsbeleid spam)
OPTA HANDHAVINGSBELEID SPAM Beleidsregels met betrekking tot de handhaving van artikel 11.7, eerste tot en met vierde lid, van de Telecommunicatiewet (Handhavingsbeleid spam) 1. Inleiding 1.1. De Telecommunicatiewet
Nadere informatieBoetebesluit Openbaar. 1 Inleiding
Ons kenmerk: OPTA/ACNB/2009/201348 Zaaknummer: 09.0081.37 Datum: 17 Juni 2009 Besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit op grond van artikel 15.4 juncto artikel
Nadere informatie3. Op 12 juli 2007 heeft een hoorzitting plaatsgevonden waar Vodafone en VDB hun zienswijzen mondeling naar voren hebben gebracht.
Ons kenmerk: OPTA/COL/2008/200007 Zaaknummer: 07.0100.22.1.01 Datum: 10 januari 2008 Besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit inhoudende de beslissing op het bezwaarschrift
Nadere informatieOpenbaar. Gezamenlijk rechtsoordeel van CBP en OPTA inzake tell-a-friend systemen op websites
Gezamenlijk rechtsoordeel van CBP en OPTA inzake tell-a-friend systemen op websites Inleiding... 2 Juridisch kader... 3 Bevoegdheid OPTA en bevoegdheid CBP... 3 Aanleiding rechtsoordeel... 3 Toepasbaarheid
Nadere informatieContactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer. 13 mei 2008 Besluit inzake handhavingsverzoek verhoogde 1 acceptgirokosten KPN
Consumentenbond De heer M. Wessling Postbus 1000 2500 BA 'S-GRAVENHAGE 2500BA1000 Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer mw. drs. M.E. Remijnse OPTA/ACNB/2008/200860 Datum Onderwerp Bijlage(n)
Nadere informatieHERNIEUWDE BESLISSING
Ons kenmerk: OPTA/COL/2008/200336 Zaaknummer: JBOE05004/06.3497.41.1.02.2 Datum: 15-02-2008 HERNIEUWDE BESLISSING van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit inzake het bezwaarschrift
Nadere informatiePage 1 of 6 LJN: BZ5151, Rechtbank Rotterdam, ROT 11/4910 en ROT 11/4987 Datum 21-03-2013 uitspraak: Datum 21-03-2013 publicatie: Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Eerste aanleg - meervoudig
Nadere informatieBesluit Openbaar. 1 Samenvatting
Ons kenmerk: OPTA/ACNB/2010/202639_OV Zaaknummer: 10.0252.37 Datum: 6 oktober 2010 Besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit tot oplegging van een boete ter zake
Nadere informatieBesluit Openbaar. 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure
Ons kenmerk: OPTA/COL/2009/202779 Zaaknummer: 09.0081.37.1.01 Datum: 29 oktober 2009 BESLUIT van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit inzake het bezwaarschrift tegen zijn
Nadere informatieBesluit Openbaar. 1. Inleiding en procesverloop
Besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit op grond van artikel 15.4 van de Telecommunicatiewet inhoudende de oplegging van 10 boetes naar aanleiding van een tweetal
Nadere informatie3. Het rapport is op 2 november 2004 per aangetekende post aan Groenendaal toegezonden.
Besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit op grond van artikel 15.4 van de Telecommunicatiewet inhoudende de oplegging van 10 boetes naar aanleiding van een tweetal
Nadere informatieBesluit Openbaar. 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure
Ons kenmerk: OPTA/COL/2009/201290 Zaaknummer: 09.0093.32.1.01 Datum: 19 juni 2009 BESLUIT van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit inzake het bezwaarschrift tegen zijn
Nadere informatieHet rapport is op 2 augustus 2005 per aangetekende post aan Vitamins verzonden.
Ons kenmerk: OPTA/IPB/2005/202932 Zaaknummer: JBOE05002 Datum : 20 oktober 2005 Besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit over het opleggen van een boete aan Vitamins
Nadere informatieBoetebesluit Openbaar
Ons kenmerk: Zaaknummer: Datum: OPTA/IPB/2007/200829 JBOE07002 Besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit tot het opleggen van een boete aan [ ] wegens overtreding
Nadere informatieOpenbaar. Besluit. 1 Samenvatting. 2 Feiten en verloop van de procedure. 2.1 Aanvraag en toekenning informatienummer
Besluit Besluit tot intrekking informatienummer A.D.E.O. Ons kenmerk : ACM/UIT/494729 Zaaknummer : ACM/18/032394 Datum : 15 mei 2018 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt tot intrekking van de toekenning
Nadere informatieBeslissing op bezwaar
Beslissing op bezwaar Kenmerk: 26212/2011016210 Betreft: verzoek om bestuursrechtelijke handhaving op grond van artikel 6.13, tweede lid, aanhef en onder a, van de Mediawet 2008 Beslissing op bezwaar inzake
Nadere informatie30 november 2004 Procedureoverzicht Boeteoplegging
Openbaar Staatscourant Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer OPTA/JUZ/2004/204163 Datum Onderwerp Bijlage(n) 30 november 2004 Procedureoverzicht Boeteoplegging Inleiding Het college van
Nadere informatieVeel gestelde vragen over spam (FAQ s)
Veel gestelde vragen over spam (FAQ s) Het Nederlandse verbod op spam wordt uitgebreid. Dit zijn ongevraagde elektronische berichten (via mail, sms, fax en automatische oproepsystemen) met een commercieel,
Nadere informatieOpenbaar. 1. Samenvatting
Ons kenmerk: Zaaknummer: OPTA/IPB/2006/201267 Bezwaar 0610230 inzake JEBOE05007 Datum: 14 april 2006 BESLUIT van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit inzake het bezwaarschrift
Nadere informatie3. Het college heeft bij besluit van 18 februari 2009 het verzoek om informatie van ECS c.s. gedeeltelijk ingewilligd.
Ons kenmerk: OPTA/ACNB/2009/201952 Zaaknummer: 09.0036.28.1.01 Datum: 7 augustus 2009 BESLUIT van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit inhoudende de beslissing op de bezwaarschriften
Nadere informatieOns kenmerk [VERTROUWELIJK] Contactpersoon [VERTROUWELIJK]
Autoriteit Persoonsgegevens AANGETEKEND Datum Contactpersoon Onderwerp Besluit tot invordering en voornemen tot publicatie Geachte, Bij besluit van 11 mei 2017 met kenmerk heeft de Autoriteit Persoonsgegevens
Nadere informatieBesluit Openbaar. 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure en feiten
Ons kenmerk: OPTA/ACNB/2009/201847 Zaaknummer: 09.0154.29 Datum: 24 juli 2009 van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit tot het opleggen van een last onder dwangsom aan
Nadere informatie5. RBN biedt een Voip-applicatie genaamd RingCredible aan. Met deze applicatie kunnen eindgebruikers bellen over het internet.
Ons kenmerk: ACM/DJZ/2015/201646_OV Zaaknummer: 14.0875.31.1.01 Datum: 7 april 2015 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op het bezwaar van RBN B.V. gericht tegen zijn besluit van 18 december 2014,
Nadere informatiePagina 1/7. Besluit «Openbare versie» 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure
Ons ACM/DTVP/2014/200507_OV kenmerk: Zaaknummer: 14.0136.20 Datum: 31 januari 2014 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 15.2, tweede lid, van de Telecommunicatiewet in samenhang
Nadere informatieOpenbaar. Openbaar Besluit. Samenvatting. 1 Inleiding. Beslissing op bezwaar Simbat
Besluit Beslissing op bezwaar Simbat Ons kenmerk : ACM/UIT/493047 Zaaknummer : ACM/17/019327 Datum : 12 januari 2018 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in artikel 7:11 van de Algemene
Nadere informatieSamenwerkingsprotocol CBP-OPTA
Samenwerkingsprotocol CBP-OPTA Afspraken tussen het College bescherming persoonsgegevens en het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit over de wijze van samenwerking bij het
Nadere informatieMet name is de vraag van belang wanneer de verzending van e-mail berichten/nieuwsbrieven aangemerkt kan worden als spam en wanneer niet.
E-mail marketing van Miller Digital Regels en richtlijnen E-mailmarketing heeft zichzelf als communicatiemiddel inmiddels ruimschoots bewezen. Of het nou gaat om een e-mail nieuwsbrief, e-persbericht,
Nadere informatieBesluit Openbaar. 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure
Ons kenmerk: OPTA/ACNB/2009/203221 Zaaknummer: 09.0154.29.1.01 Datum: 20 november 2009 BESLUIT van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit inzake het bezwaarschrift tegen
Nadere informatieContactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer
KPN Corporate Legal & Regulatory De heer M.A. Prinsen Geerligs Postbus 30000 2500 GA 'S-GRAVENHAGE 2500GA30000 Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer mw. drs. M.E. Remijnse OPTA/ACNB/2008/200612
Nadere informatieBesluit Openbaar. 1 Verloop van de procedure en feiten
Ons kenmerk: Zaaknummer: Datum: OPTA/ACNB/2010/200735 10.0123.22 31 maart 2010 van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) inhoudende de afwijzing van
Nadere informatieBeslissing op bezwaar
Beslissing op bezwaar Kenmerk: 641581/644645 Betreft: Beslissing op bezwaar inzake Radio Unique en Jazz Radio Het Commissariaat voor de Media, gezien de volgende besluiten: het besluit van 20 januari 2015,
Nadere informatie4. Op 23 september 2014 heeft u schriftelijk en per laten weten af te willen zien van de hoorzitting.
Ons kenmerk: ACM/DJZ/2014/205722_OV Zaaknummer: 14.0492.51.1.01 Datum: Beslissing op bezwaar van de Autoriteit Consument en Markt inzake het bezwaarschrift van de heer [VERTROUWELIJK] van 22 juli 2014,
Nadere informatieBESLUIT. Openbare versie. 1 Verloop van de procedure. Openbaar
Openbare versie Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6944/91 Betreft zaak: Zegelverbreking LHV Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht
Nadere informatiePagina. Besluit Openbaar. 1. De Autoriteit Consument en Markt (hierna: de ACM) heeft vastgesteld dat er kennelijk
Ons kenmerk: ACM/DTVP/2017/200358 Zaaknummer: 16.1087.52 Datum: 31 maart 2017 van de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 4.4 van de Telecommunicatiewet jo. artikel 3.6b van het universele
Nadere informatiezijn aanvraag als volgt heeft beschreven: Consument belt met de helpdesk en klanten service.
Besluit Besluit tot intrekking informatienummers Cadena Xtra SL Ons kenmerk Zaaknummer : ACM/UIT/494461 : ACM/18/032420 Datum : 14 mei 2018 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt tot intrekking van
Nadere informatieBeslissing op bezwaar
Beslissing op bezwaar Kenmerk: 26407/2011016537 Betreft: beslissing op bezwaar inzake het besluit tot openbaarmaking van het besluit van 13 september 2011 betreffende aanvraag toestemming ex artikel 3.1,
Nadere informatieNederlandse Mededingingsautoriteit
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3938_348/86 Betreft zaak: B&U-sector / Bosch Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht tegen het
Nadere informatie2. Bij besluit van de d-g NMa van 5 september 2001 (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen.
BESLUIT Nummer 2600/ 41 Betreft zaak: Ralet vs CZ en VGZ Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van het bezwaar gericht tegen zijn besluit van
Nadere informatieDe loop van de procedure Op 1 juni 2007 hebben IGZ en CBP een bezoek gebracht aan het OZG Lucas in het kader van het hiervoor genoemde onderzoek.
POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10= TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN AANGETEKEND Ommelander Ziekenhuis
Nadere informatieBesluit Openbaar. 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure
Ons kenmerk: OPTA/ACNB/2009/202877 Zaaknummer: 09.0150.36.1.01 Datum: 3 december 2009 van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit op het bezwaar van SD&P Interactive B.V.
Nadere informatieBESLUIT. 3. De Raad heeft wegens de hiervoor in randnummer 1 genoemde overtreding aan Bouwbedrijf P. Moll B.V. een boete opgelegd.
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3938_650/35 Betreft zaak: B&U-sector / Beheermaatschappij P. Moll Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren
Nadere informatieBESLISSING OP BEZWAAR 120194-180815
BESLISSING OP BEZWAAR 120194-180815 Bij brief van 30 maart 2015 die is ingekomen bij de NZa op dezelfde dag, is door de heer [vertrouwelijk ] (hierna: belanghebbende) bezwaar gemaakt tegen het besluit
Nadere informatieOpenbaar. Besluit. 1. Samenvatting. 2. Feiten en verloop van de procedure
Besluit Intrekkingsbesluit informatienummers Clever Telecom Ireland LTD Ons kenmerk : ACM/UIT/494623 Zaaknummer : ACM/18/027767 Datum : 23 februari 2018 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op
Nadere informatieOpenbare versie. 1 Inleiding
Ons kenmerk: OPTA/ACNB/2008/201987 Zaaknummer: 08.0180.37 Besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit op grond van artikel 15.4 juncto artikel 15.10 van de Telecommunicatiewet
Nadere informatieOpenbaar. Besluit. 1 Samenvatting. 2 Feiten en verloop van de procedure. 2.1 Aanvraag en toekenning informatienummers
Besluit Besluit tot intrekking informatienummers Telemedia Costa Blanca SL Ons kenmerk Zaaknummer : ACM/UIT/494462 : ACM/18/032419 Datum : 14 mei 2018 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt tot intrekking
Nadere informatiePagina. Besluit Openbaar. 1 Samenvatting. 2 Feiten en verloop van de procedure
Ons kenmerk: ACM/DTVP/2017/205216 Zaaknummer: 17.0633.29 Datum: 4 september 2017 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt tot intrekking van vier beschikkingen 1 van de aan Simbat Entertainment Systems
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 2011001 33/1/V6. Datum uitspraak: 20 april 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) op het
Nadere informatiePagina 1/6. Openbaar Besluit. 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure en het bestreden besluit
Ons kenmerk ACM/DC/2014/205672-OV Zaaknummer: 14.0780.20.1.01 Datum: 10 november 2014 Beslissing op bezwaar van de Autoriteit Consument en Markt inzake het bezwaarschrift van KPN B.V., gericht tegen het
Nadere informatieBestuurlijke Boete. 2 Bestuurlijke boete Bestuurlijke boete 3
Bestuurlijke Boete Bestuurlijke Boete De bewaakt en bevordert een veilig en duurzaam gebruik van weg, water, lucht en rail door burgers en ondernemers. Dat wordt bijvoorbeeld gedaan door controles langs
Nadere informatieOpenbaar. Besluit. 1. Samenvatting. 2. Feiten en verloop van de procedure. 2.1 Aanvraag en toekenning informatienummers
Besluit Besluit tot intrekking informatienummers 1840 B.V. Ons kenmerk Zaaknummer : ACM/UIT/494460 : ACM/18/032417 Datum : 14 mei 2018 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt tot intrekking van de
Nadere informatieBESLUIT. 4. Bij brief van 17 september 2002, bij de NMa ingekomen op 18 september 2002, heeft Heijmans tegen dit besluit bezwaar gemaakt.
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van de bezwaren van Heijmans Beton- en Waterbouw B.V. gericht
Nadere informatieBesluit Openbaar. 1 Samenvatting
Ons kenmerk: OPTA/COL/2010/203507_OV Zaaknummer: 10.0252.37.1.01 Datum: 7 februari 2011 Besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit inzake het bezwaarschrift tegen
Nadere informatieNieuwe B-to-B wetgeving. anti-spam wetgeving uitgelegd. per 1 oktober 2009. PreSoft Information Systems. Bezoekadres Wijngaardstraat 51 4461 DB Goes
Nieuwe B-to-B wetgeving anti-spam wetgeving uitgelegd per 1 oktober 2009 PreSoft Information Systems Bezoekadres Wijngaardstraat 51 4461 DB Goes Postadres Postbus 470 4460 AW Goes T: 0113-222800 F: 0113-211800
Nadere informatieUw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa-001597-ibo
AANTEKENEN NOS - RTV t.a.v. het bestuur Sumatralaan 45 1217 GP HILVERSUM Datum Onderwerp 3 maart 2005 beslissing op bezwaar NOS-EK Schaatsen Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa-001597-ibo
Nadere informatieUw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa rw Mevr. mr. R. Westerhof (035)
AANGETEKEND Stichting Rotterdamse T.V. Producties / RNN p/a Haulussy The Law Company Advocaten T.av. de heer mr. M.A.C. Backx Postbus 21130 3001 AC ROTTERDAM Datum Onderwerp 8 september 2005 Beslissing
Nadere informatieBESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 79, eerste lid, van de Mededingingswet.
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3698-22 Betreft zaak: natuurlijke persoon Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 79, eerste
Nadere informatieNotitie ---Openbare versie ---
Concept beleid van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit inzake reikwijdte en toepassing artikel 18.7 Telecommunicatiewet Doel notitie Deze notitie gaat over het beleid
Nadere informatieNIEUWE REGELS INZAKE E-MARKETING & TELEMARKETING. Juni 2009
NIEUWE REGELS INZAKE E-MARKETING & TELEMARKETING Juni 2009 INLEIDING Door een aanpassing van de Telecommunicatiewet worden per 1 oktober 2009 nieuwe regels van kracht met betrekking tot elektronische marketing
Nadere informatieBesluit <<Openbaar >>
Besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit op grond van artikel 15.2, tweede lid, van de Telecommunicatiewet jo. artikel 5:32, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht
Nadere informatieUw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer - ZKZ do mr. D. Oudenaarden (035)
Programmaraad Amstelveen t.a.v. Het Bestuur Postbus 4 1180 BA AMSTELVEEN Datum Onderwerp 10 juli 2007 verzoek handhaving artikel 82k Mediawet jegens Casema Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer
Nadere informatieBesluit Openbaar. 1 Samenvatting
Ons kenmerk: Zaaknummer: 10.0438.37 OPTA/ACNB/2011/200364_OV van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit tot oplegging van een boete ter zake van overtreding van artikel 11.7,
Nadere informatieDatum 11 februari 2019 Ons kenmerk [kenmerk] Pagina 1 van 5 Telefoon [telefoonnummer] [ adres] Betreft
Openbare versie New Sources Energy N.V. het bestuur Postbus 9 3830 AA LEUSDEN NeeMielekampV.E.VValerie MielekampValerieBeslissing op bezwaar Datum 11 februari 2019 Pagina 1 van 5 Telefoon [telefoonnummer]
Nadere informatiePagina. Besluit Openbaar
Ons kenmerk: ACM/DTVP/2013/201126 Zaaknummer: 12.0186.28 Datum: 26 april 2013 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 3, vijfde lid, van de Wet openbaarheid van bestuur inhoudende
Nadere informatieGERECHTSHOF TE AMSTERDAM Tweede Meervoudige Belastingkamer. een uitspraak van het Hoofd van de Belastingdienst Ondernemingen Y, de inspecteur.
Kenmerk: 99/03616 GERECHTSHOF TE AMSTERDAM Tweede Meervoudige Belastingkamer UITSPRAAK op het beroep van X B.V. te Z, belanghebbende, tegen een uitspraak van het Hoofd van de Belastingdienst Ondernemingen
Nadere informatiePagina 1/6. Ons kenmerk: CA/IB/878/27 Zaaknummer: 878 Datum: 24 oktober 2013
Ons kenmerk: CA/IB/878/27 Zaaknummer: 878 Datum: 24 oktober 2013 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op de bezwaren van Ryanair Ltd. tegen het besluit van de Consumentenautoriteit van 26 februari
Nadere informatieKlachtenreglement Coaching Rondom Kanker
Klachtenreglement Coaching Rondom Kanker Inleiding Coaching Rondom Kanker (CRK) heeft besloten een klachtenprocedure in het leven te roepen en heeft daarvoor het volgende reglement vastgesteld. Tevens
Nadere informatieBeslissing op bezwaar
Beslissing op bezwaar Kenmerk: 27534/2012010168 Betreft: Beslissing op bezwaar inzake de Stichting Publieke Media instelling Eijsden- Margraten tegen afwijzing van het handhavingsverzoek jegens Stichting
Nadere informatieBesluit Openbaar. 1 Samenvatting
Ons kenmerk: Zaaknummer: 11.0180.37 OPTA/ACNB/2011/202408 Besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit tot oplegging van een boete ter zake van overtredingen van artikel
Nadere informatie2. Bij brief 31 mei 2010 heeft het college de ontvangst van het verzoek om informatie aan Tele2 bevestigd.
Ons kenmerk: OPTA/AM/2010/201638 Zaaknummer: 10.0224.28 Datum: 3 juni 2010 van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit op grond van artikel 3, vijfde lid, van de Wet openbaarheid
Nadere informatiePagina. Besluit Openbaar. 1 Samenvatting. 2 Feiten en verloop van de procedure
Pagina 1/9 Muzenstraat 41 2511 WB Den Haag Postbus 16326 2500 BH Den Haag T 070 722 20 00 F 070 722 23 55 info @acm.nl www.acm.nl www.consuwijzer.nl Ons kenmerk: Zaaknummer: Datum: ACM/DTVP/2013/200684
Nadere informatieBESLUIT. 4. Op 31 mei 2011 heeft Careyn bezwaar tegen het bestreden besluit ingesteld. Careyn heeft op 6 september 2011 gronden van bezwaar ingediend.
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6109/867 Betreft zaak: Caraat Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht tegen het besluit van de
Nadere informatieOpenbaar besluit. OPTA/IPB/2006/ kenmerk: Zaaknummer: W Datum: 3 februari Ons
Ons OPTA/IPB/2006/200167 kenmerk: Zaaknummer: W.16.05 Datum: 3 februari 2006 Besluit van het College van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) op grond van artikel
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
MigratieWeb ve07000557 200606955/1. Datum uitspraak: 21 maart 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: vennootschap onder firma A., gevestigd te Honselersdijk, appellante, tegen
Nadere informatieBESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nummer 4445-51 Betreft zaak: 4445/ Aannemingsbedrijf
Nadere informatie4. Het college verklaart de overige bezwaren van de Consumentenbond ongegrond.
Ons kenmerk: OPTA/COL/2010/202278 Zaaknummer: 10.0123.22.1.01 Datum: 9 augustus 2010 van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit inzake het bezwaarschrift van de Consumentenbond
Nadere informatieBesluit OPENBAAR. 1 Samenvatting. 2 Achtergrond en verloop van de procedure
Ons kenmerk: OPTA/ACNB/2012/202237_OV Zaaknummer: 11.0242.37 Datum: Besluit van het College van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit tot het opleggen van een boete ter zake van overtredingen
Nadere informatieBesluit van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in artikel 56, aanhef en onder a, en artikel 89 van de Mededingingswet. 1 Inleiding...
Ons kenmerk: ACM/DJZ/2015/203329_OV Zaaknummer: 14.0705.27 Datum: Besluit van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in artikel 56, aanhef en onder a, en artikel 89 van de Mededingingswet. Inhoudsopgave
Nadere informatieReglement bezwaarprocedure SVWN
Reglement bezwaarprocedure SVWN Stichting Visitatie Woningcorporaties Nederland Versie 1.0, vastgesteld 15 december 2015 1/10 Inhoud Begripsbepalingen... 3 De bezwaarcommissie... 3 Procedure... 4 Voorbereiden
Nadere informatieBesluit Openbaar. 1 Samenvatting
Ons kenmerk: OPTA/AM/2009/203078 Zaaknummer: 08.0079.29 Datum: 10 november 2009 Besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit op grond van artikel 15.4 juncto artikel
Nadere informatie2 De aanvraag van Belcentrale van 26 maart 2018
Besluit Ons kenmerk : ACM/UIT/500277 Zaaknummer : ACM/18/032974 Datum : 27 september 2018 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op het verzoek tot handhaving van Belcentrale.nl B.V. van 26 maart
Nadere informatieLeegstandverordening Maassluis 2017.
De raad van de gemeente - Maassluis-, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 9 mei 2017 gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2 van de Leegstandwet; overwegende
Nadere informatieBeslissing op bezwaar
Beslissing op bezwaar Kenmerk: 24055/2010018942 Betreft: Beslissing op bezwaar inzake Wob besluit naar aanleiding van verzoek om openbaarmaking door de VARA Het Commissariaat voor de Media, gezien het
Nadere informatieREGLEMENT BEZWAARSCHRIFTEN PUBLIEKE OMROEP
REGLEMENT BEZWAARSCHRIFTEN PUBLIEKE OMROEP Vastgesteld bij besluit van de Raad van Bestuur van de Stichting Nederlandse Publieke Omroep, hierna de NPO, d.d. 12 januari 2010, herzien d.d. 12 februari 2013.
Nadere informatiePagina. Besluit «openbaar» 1 Samenvatting. 2 Feiten en verloop van de procedure
Ons kenmerk: ACM/DTVP/2017/204830_OV Zaaknummer: 17.0570.53 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt waarbij op grond van artikel 4.2, vijfde lid van de Telecommunicatiewet jo artikel 4.7, vierde lid
Nadere informatieAANGETEKEND Rijnland Ziekenhuis 070-8888500. last onder dwangsom. Geachte A,
POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN AANGETEKEND Rijnland Ziekenhuis
Nadere informatieBeslissing op bezwaar
Beslissing op bezwaar Kenmerk: 631501/645034 Betreft: Beslissing op bezwaar Sapphire Media International B.V. Het Commissariaat voor de Media, gezien het besluit van 10 juni 2014, verzonden op 19 juni
Nadere informatieWET BESCHERMING PERSOONSGEGEVENS Wet van 6 juli 2000, houdende regels inzake de bescherming van persoonsgegevens
WET BESCHERMING PERSOONSGEGEVENS Wet van 6 juli 2000, houdende regels inzake de bescherming van persoonsgegevens Kamerstuknummer Titel Kleur 31841 Wijziging van de Wet bescherming persoonsgegevens in verband
Nadere informatieBesluit Openbaar. 1. Samenvatting
Ons kenmerk: OPTA/ACNB/2010/201374_OV Zaaknummer: 10.0131.37 Datum: Besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit op grond van artikel 15.4 juncto artikel 15.10 van
Nadere informatie[Aanvrager A] heeft ter onderbouwing van het handhavingsverzoek van 3 augustus 2016 een aantal documenten aan de NZa overlegd.
Besluit Aanleiding Op 3 augustus 2016 ontving de NZa een handhavingsverzoek van [Aanvrager A]. [Aanvrager A] is een samenwerkingsverband van zeven aanbieders van orthopedisch schoeisel. 1 In haar schrijven
Nadere informatieBESLUIT. 4. Tegen het bestreden besluit heeft M.E. Steneker (hierna: bezwaarmaker) tijdig bezwaar aangetekend bij brief van 3 augustus 2006.
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3938_277/44 Betreft zaak: B&U-sector / Bouwbedrijf Steneker Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht
Nadere informatieBesluit Openbaar. 1. Samenvatting
Ons kenmerk: OPTA/COL/2008/201967 Zaaknummer: 08.0027.37.1.01 Datum: 3 september 2008 BESLUIT van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit inhoudende de beslissing op het bezwaarschrift
Nadere informatie