Diagnostiek en behandeling van cutane lymfomen
|
|
- Christiana de Veen
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Diagnostiek en behandeling van cutane lymfomen Auteur Trefwoorden R. Willemze behandeling, classificatie, cutaan B-cellymfoom, cutaan T-cellymfoom, diagnostiek Samenvatting Non-hodgkinlymfomen kunnen zich zowel primair als secundair in de huid presenteren. De term (primair) cutaan lymfoom wordt gereserveerd voor lymfomen die zich primair in de huid presenteren, en waarbij op het moment van de diagnose geen aanwijzingen gevonden worden voor extracutane lokalisaties. De incidentie van cutane lymfomen wordt geschat op 1 per individuen per jaar. Cutane lymfomen verschillen vaak in klinisch gedrag en in prognose van histologisch overeenkomstige nodale lymfomen met secundaire huidlokalisaties. Om die reden worden cutane lymfomen door recente classificatiesystemen voor maligne lymfomen als aparte entiteiten beschouwd. Binnen de groep van cutane lymfomen kunnen 2 hoofdgroepen worden onderscheiden: cutane T-cellymfomen (CTCL) en cutane B-cellymfomen (CBCL). CTCL vormen circa 75-80% van alle primair cutane lymfomen, CBCL 20-25%. In dit overzichtsartikel zullen de klinische, histologische en immunofenotypische kenmerken en de behandeling van de meest voorkomende typen CTCL en CBCL worden besproken. Hierbij wordt uitgegaan van de onlangs gepubliceerde WHO-EORTC-classificatie. (Ned Tijdschr Hematol 2008;5:3-11) Inleiding Cutane lymfomen vormen een bijzondere groep non-hodgkinlymfomen, die zich primair in de huid manifesteren en bij presentatie tot de huid beperkt zijn. Binnen deze groep kan een beperkt aantal typen cutane T-cellymfomen (CTCL) en cutane B-cellymfomen (CBCL) worden onderscheiden. In de praktijk blijkt zowel de diagnostiek als de behandeling van deze aandoeningen vaak problemen te geven. Deels wordt dit veroorzaakt door de zeldzaamheid van deze cutane lymfomen, waardoor maar weinig centra in de gelegenheid zijn voldoende ervaring met deze aandoeningen op te doen. Voor de patholoog kan het soms moeilijk, zo niet onmogelijk zijn om alleen op basis van het histologisch onderzoek een definitieve diagnose te stellen. Het feit dat verschillende typen CTCL met een verschillend klinisch beloop eenzelfde histologisch beeld kunnen geven, brengt met zich mee dat klinischpathologische correlatie, dus samenspraak tussen patholoog en clinicus, vaak onontbeerlijk is om tot een correcte diagnose te komen. Voor hematologen is het van belang deze situaties te herkennen en zo te voorkomen dat patiënten onnodig agressief behandeld worden. Met dit overzichtsartikel, waarin de diagnostiek en behandeling van de verschillende typen CTCL en CBCL worden besproken, wordt hieraan hopelijk bijgedragen. Cutane T-cellymfomen De term CTCL wordt in de literatuur op verschillende wijzen gebruikt. In vooral de Amerikaanse literatuur wordt het gebruikt als een overkoepelend begrip voor mycosis fungoides (MF), varianten van MF en het Sézarysyndroom (SS), of soms ook voor alle T-cellymfomen die zich in de huid presenteren, vaak zonder dat duidelijk wordt gemaakt om welke aandoening het precies gaat. De laatste 15 jaar is duidelijk geworden dat verschillende goed gedefinieerde typen CTCL met een verschillend klinisch beloop en prognose onderscheiden n e d e r l a n d s t i j d s c h r i f t v o o r H E M a t o l o g i e v o l. 5 n r
2 Tabel 1. WHO-EORTC-classificatie voor cutane lymfomen: relatieve frequentie en ziektegerelateerde 5-jaarsoverleving van de verschillende typen cutane T-cellymfomen (CTCL) en cutane B-cellymfomen (CBCL). Cutane T-cellymfomen Frequentie (%) 5-jaarsoverleving (%) mycosis fungoides (varianten) Sézarysyndroom 2 24 primair cutane CD30-positieve lymfoproliferatieve aandoeningen - lymfomatoïde papulose - cutaan anaplastich grootcellig lymfoom subcutaan panniculitis-like T-cellymfoom <1 82 extranodaal NK/T-cellymfoom <1 0 cutaan perifeer T-cellymfoom, niet nader omschreven - agressief CD8-positief epidermotroop CTCL - cutaan gamma/delta T-cellymfoom - CD4-positief klein-/middelgrootcellig pleomorf CTCL Cutane B-cellymfomen primair cutaan marginale zone B-cellymfoom 6 98 primair cutaan follikelcentrumlymfoom primair cutaan grootcellig B-cellymfoom, beentype 4 50 De percentages zijn gebaseerd op follow-upgegevens van primair cutane lymfomen opgenomen in de database van de Werkgroep Cutane Lymfomen tussen 1985 en < kunnen worden. Deze zijn als afzonderlijke entiteiten in de recente classificaties voor maligne lymfomen opgenomen. De term CTCL dient dan ook niet langer zonder nadere specificatie gebruikt te worden. In principe kunnen 3 groepen CTCL onderscheiden worden: 1) de groep van de klassieke CTCL, waaronder MF, varianten van MF en het SS; 2) de groep van primair cutane CD30-positieve lymfoproliferatieve aandoeningen; 3) een groep van zeldzame en doorgaans agressieve CTCL, die voor een deel nog onvoldoende gedefinieerd zijn (zie Tabel 1). 1 Mycosis fungoides MF is het bekendste en meest voorkomende type CTCL. De ziekte begint vaak rond het veertigste jaar met vaag omschreven rode, schilferende, soms wat atrofische plekken, die een lichte voorkeur hebben voor het zwembroekgebied (zie Figuur 1A). Een kenmerkende bevinding bij histologisch onderzoek is de infiltratie van atypische CD4-positieve T-cellen met hyperchromatische en sterk geïndenteerde (cerebriforme) kernen in de epidermis (epidermotropie). Na een aantal jaren ontstaan vaak meer geïnfiltreerde plaques, en kunnen ook tumoren ontstaan (zie Figuur 1B en 1C). Bij een klein deel van de patiënten kan transformatie naar een grootcellig T-cellymfoom en/of uitbreiding naar extracutane lokalisaties optreden. In eerste instantie betreft dit bijna zonder uitzondering de perifere lymfklieren, maar in een terminaal stadium kunnen vrijwel alle viscerale organen worden aangetast. De kans dat een patiënt met MF extracutane afwijkingen ontwikkelt, varieert van 2% voor patiënten met beperkte patches en plaques (stadium Ia) tot 40% voor patiënten met tumorstadium MF. 2 Bij de meeste patiënten heeft MF echter een indolent beloop. De ziektegerelateerde 10-jaarsoverleving is 97% bij patiënten met stadium Ia (patches en plaques; <10% van het huidoppervlak aangedaan), 83% bij patiënten met stadium Ib (patches en plaques; >10% van het huidoppervlak aangedaan), 42% voor patiënten met stadium Ic (tumoren, geen interne lokalisaties) en 20% bij patiënten met histologisch bevestigde lymfklieraantasting. 2,3 Patiënten overlijden doorgaans aan infecties ten gevolge van een algemene immuunsuppressie. 4 v o l. 5 n r n e d e r l a n d s t i j d s c h r i f t v o o r H E M a t o l o g i e
3 A B C D E F G H Figuur 1. Kenmerkende klinische presentaties van de verschillende typen cutane T-cellymfomen. A. Patchstadium mycosis fungoides (MF), B. plaquestadium MF, C. tumorstadium MF, D. Sézarysyndroom, E. lymfomatoïde papulose, F. primair cutaan anaplastisch grootcellig lymfoom, G. subcutaan panniculitis-like T-cellymfoom, H. cutaan perifeer T-cellymfoom, niet nader omschreven (agressief CD8-positief epidermotroop cutaan T-cellymfoom). n e d e r l a n d s t i j d s c h r i f t v o o r H E M a t o l o g i e v o l. 5 n r
4 Tabel 2. Verschillen tussen subcutaan panniculitis-like T-cellymfoom met een alfa/beta T-celfenotype (SPTL-AB) en een gamma/delta T-celfenotype (SPTL-GD). 15 Immunofenotype - T-celreceptor - T-celfenotype - co-expressie CD56 SPTL-AB βf1+, TCRδ1- CD3+, CD4-, CD8+ afwezig SPTL-GD βf1-, TCRδ1+ CD3+, CD4-, CD8- frequent (60%) Histologie (uitbreiding infiltraat) alleen subcutis subcutis en (epi)dermis Klinische kenmerken nodi en plaques zelden ulceratie Hemofagocytair syndroom (HFS) 17% 50% 5-jaarsoverleving - zonder HFS - met HFS 91% 46% nodi en plaques vaak ulceratie 11% 11% WHO-EORTC SPTL CGD-TCL CGD-TCL=cutaan gamma/delta T-cellymfoom. Therapie De behandeling wordt bepaald door de aard en uitgebreidheid van de huidafwijkingen, en het al dan niet voorkomen van extracutane lokalisaties. Indien de ziekte nog beperkt is tot de huid, dient de voorkeur gegeven te worden aan uitwendige, op de huid gerichte behandeling. 4 Hierbij komen lokale steroïden, verschillende vormen van lichttherapie (UV-B, psoraleen met UV-A (PUVA)), en uitwendige applicatie van stikstofmosterd (mechloorethamine, mitoxine) in aanmerking. Recidieven kunnen eveneens op deze wijze behandeld worden. Bij uitgebreidere huidafwijkingen is totale huidbestraling met elektronen een effectieve behandeling. Geïsoleerde tumoren reageren goed op lokale radiotherapie. Bij onvoldoende resultaat wordt PUVA-therapie vaak gecombineerd met interferon-alfa (3 x 10 6 IU, 3 x per week) of orale retinoïden. Als monotherapie zijn deze biologic response modifiers doorgaans minder effectief. Systemische chemotherapie biedt in de vroege stadia, waarbij het maligne proces alleen in de huid aantoonbaar is, geen voordelen en is alleen geïndiceerd bij patiënten met extracutane lokalisaties en/of uitgebreide tumoren, die niet meer afdoende met op de huid gerichte therapie behandeld kunnen worden. Momenteel worden door de meeste centra cyclofosfamide, doxorubicine, vincristine en prednison (CHOP) of CHOP-achtige kuren als standaardbehandeling gebruikt, waarbij responspercentages van 81% en completeremissiepercentages van 37% zijn beschreven. 5 Recente studies over het gebruik van gemcitabine en de toepassing van allogene stamceltransplantatie lijken veelbelovend, maar dienen bevestigd te worden in grote, bij voorkeur gerandomiseerde studies. 6,7 Sézarysyndroom Het SS wordt gekenmerkt door een sterk jeukende erytrodermie, waarbij de gehele huid rood en geïnfiltreerd is, doorgaans een gegeneraliseerde lymfadenopathie en de aanwezigheid van atypische T-cellen (Sézarycellen) in de huid, de lymfklieren en het perifere bloed (zie Figuur 1D op pagina 5). 1,8 Het beenmerg is doorgaans niet aangedaan. De morfologie en membraaneigenschappen van deze maligne cellen lijken sterk op die van mycosis fungoides, en door sommigen wordt het SS dan ook beschouwd als een leukemische variant van MF. Onderscheid tussen SS en een erytrodermie op basis van andere oorzaken (eczeem, toxicodermie, paraneoplastisch) is moeilijk, en de diagnose SS wordt nogal eens ten onrechte gesteld. Criteria waaraan het SS moet voldoen, zijn het aantonen van een monoklonale T-celpopulatie in het perifere bloed, waarbij bij voorkeur dezelfde kloon wordt aangetoond als die aanwezig is in de huid, in combinatie met een sterk verhoogde CD4/CD8-ratio (>10) of aberrante expressie van T- celgeassocieerde antigenen door de maligne T-cellen, en/of de aanwezigheid van grote aantallen Sézarycellen (>1.000/μl). 1,8 Therapie De beperkte literatuur over de behandeling van het SS laat zich moeilijk beoordelen door de verschillen 6 v o l. 5 n r n e d e r l a n d s t i j d s c h r i f t v o o r H E M a t o l o g i e
5 in diagnostische criteria die in deze artikelen gehanteerd worden. In veel centra wordt extracorporele fotoferese, al dan niet in combinatie met interferonalfa, als therapie van eerste keuze gezien. 4 Hierbij zijn responspercentages van 30 tot 80% en completeremissiepercentages van 14 tot 25% beschreven. 9 Studies waarin extracorporele fotoferese vergeleken wordt met andere therapieën zijn echter nooit verricht, en de voordelen van deze therapie zijn niet onomstreden. In Nederland wordt extracorporele fotoferese om die reden niet gebruikt en wordt het SS doorgaans behandeld met een onderhoudsbehandeling met chloorambucil (2-6 mg/dag) en prednison (10-30 mg/dag). Gunstige initiële resultaten zijn ook beschreven van alemtuzumab, maar de langetermijneffecten zijn vooralsnog onduidelijk. 10 Het SS heeft een ongunstige prognose met een ziektegerelateerde 5-jaarsoverleving van ongeveer 20%. 1 Primair cutane CD30-positieve lymfoproliferatieve T-celaandoeningen Binnen deze groep kunnen 2 aandoeningen onderscheiden worden, die samen een spectrum vormen: lymfomatoïde papulose (LyP) en het primair cutaan anaplastisch grootcellig lymfoom (C-AGL). 1,11 LyP is een chronische, doorgaans gegeneraliseerde aandoening, waarbij voortdurend nieuwe huidafwijkingen (doorgaans papels of kleine nodi en soms zelf tumoren) ontstaan, om vervolgens weer binnen 4 to 8 weken spontaan te verdwijnen (zie Figuur 1E op pagina 5). Kenmerkend voor deze aandoening is de combinatie van een doorgaans goedaardig klinisch beloop, dat maanden doch meestal vele, soms tientallen, jaren kan bedragen, en een histologisch beeld dat erg lijkt of zelfs niet te onderscheiden is van dat van een C-AGL. LyP toont zelden progressie naar een systemisch lymfoom en heeft een ziektegerelateerde 10-jaarsoverleving van nagenoeg 100%. Het C-AGL presenteert zich veelal met een solitaire, vaak ulcererende tumor, die bij 20% van de patiënten de neiging heeft spontaan te verdwijnen (zie Figuur 1F op pagina 5). Ongeveer 20% van deze patiënten presenteert zich met multifocale huidafwijkingen. Uitbreiding naar perifere lymfklieren treedt bij circa 15% van de patiënten op, en de ziektegerelateerde 10-jaarsoverleving ligt rond 90%. 11,12 Histologisch worden beide aandoeningen gekenmerkt door het voorkomen van (velden van) grote CD30-positieve anaplastische of pleomorfe cellen met een aberrant T-celfenotype en een wisselend uitgebreid ontstekingsinfiltraat. In tegenstelling tot het systemisch anaplastisch grootcellig lymfoom tonen LyP en het C-AGL zelden of nooit de t(2;5)- translocatie, en kleuringen voor anaplastic lymphoma kinase (ALK) zijn dan ook negatief. Omdat histologisch onderscheid tussen LyP en C-AGL vaak niet goed mogelijk is, wordt door de patholoog tegenwoordig vaak de voorlopige diagnose primair cutane CD30-positieve lymfoproliferatieve aandoening gesteld. Het is vervolgens aan de clinicus om op basis van het klinisch beeld dan wel het beloop een definitieve diagnose te stellen. In de praktijk wordt de diagnose LyP nogal eens gemist. Patiënten met gegeneraliseerde huidafwijkingen worden dan ten onrechte beschouwd als C-AGL-patiënt en met systemische chemotherapie behandeld. Therapie Voor LyP is geen curatieve behandeling beschikbaar. Bij patiënten met een gering aantal afwijkingen wordt doorgaans een expectatief beleid gevoerd. Bij patiënten met zeer veel of cosmetisch storende laesies vormt een onderhoudsbehandeling met methotrexaat (5-25 mg/week) de eerste keus. Bij meer dan 80% van de patiënten kan hiermee een vrijwel complete remissie bewerkstelligd worden. 13 Bij C-AGL-patiënten die zich met solitaire of gelokaliseerde huidafwijkingen presenteren, is behandeling met radiotherapie afdoende. 11 Solitaire laesies, die in hun geheel verwijderd zijn of na een biopsie spontaan zijn verdwenen, behoeven geen verdere behandeling. Bij C-AGL-patiënten die zich met multifocale huidafwijkingen presenteren, is een behandeling met methotrexaat eveneens de eerste keus. Systemische chemotherapie lijkt slechts bij uitzondering geïndiceerd. Subcutaan panniculitis-like T-cellymfoom In de WHO-classificatie wordt het subcutaan panniculitis-like T-cellymfoom (SPTL) gedefinieerd als een apart type T-cellymfoom met klinische en histologische kenmerken van een panniculitis, dat vaak geassocieerd is met een hemofagocytair syndroom (HFS), en een agressief klinisch beloop kent. 14 Klinisch presenteren deze patiënten zich met diep gelegen nodi en plaques met een diameter van 2 tot 20 cm, die vooral op de romp, de extremiteiten en het gelaat gelokaliseerd zijn (zie Figuur 1G op pagina 5). Mede op basis van deze beschrijving worden patiënten doorgaans met agressieve chemotherapie behandeld. De laatste jaren is echter duidelijk geworden dat 2 typen SPTL onderscheiden kunnen worden: SPTL met een alfa/beta T-celfenotype (SPTL-AB) en SPTL met een gamma/delta T-celfenotype (SPTL-GD). n e d e r l a n d s t i j d s c h r i f t v o o r H E M a t o l o g i e v o l. 5 n r
6 A B C Figuur 2. Kenmerkende klinische presentaties van de verschillende typen cutane B-cellymfomen. A. primair cutaan marginale zone B-cellymfoom, B. primair cutaan follikelcentrumlymfoom, C. primair cutaan grootcellig B-cellymfoom van het beentype. De belangrijkste kenmerken van beide typen zijn in Tabel 2 op pagina 6 weergegeven. Deze gegevens zijn afkomstig van een workshop van de EORTC Cutaneous Lymphoma Group, waarin 63 patiënten met een SPTL-AB en 20 patiënten met een SPTL-GD bestudeerd werden. 15 De resultaten bevestigden dat het hier 2 verschillende aandoeningen betreft, met een duidelijk verschil in 5-jaarsoverleving. SPTL- AB-patiënten zonder HFS hadden een 5-jaarsoverleving van 91%. Behandeling met CHOP met of zonder alemtuzumab bleek geen voordelen te bieden boven behandeling met prednison of andere immuunsuppressiva. Bij patiënten met een solitaire laesie bleek radiotherapie een verantwoorde en afdoende keuze. SPTL-AB-patiënten met een HFS hadden een 5-jaarsoverleving van 45%. Patiënten met een SPTL-GD hadden bijna zonder uitzondering een slechte prognose, onafhankelijk van het voorkomen van een HFS. Deze lymfomen zijn ongevoelig voor conventionele chemotherapie, en vroegtijdige allogene stamceltransplantatie dient overwogen te worden. De resultaten van deze en andere recente studies hebben ertoe geleid dat in de WHO-EORTC-classificatie de term SPTL alleen nog gebruikt wordt voor SPTL-AB. SPTL- GD worden geclassifficeerd als cutaan gamma/delta T-cellymfoom, dat als een aparte groep binnen de brede categorie van perifere T-cellymfomen, niet nader omschreven (PTL, NNO) wordt herkend. Primair cutaan perifereer T-cellymfoom, niet nader omschreven De term primair cutaan PTL, NNO wordt gebruikt voor CTCL die niet tot de hierboven beschreven categorieën behoren. In de WHO-EORTC-classificatie worden binnen deze heterogene groep 3 wat beter omschreven entiteiten apart benoemd. Deze staan vermeld in Tabel 1 op pagina 4 en zullen hier niet verder worden besproken. Deze PTL, NNO presenteren zich met solitaire, gelokaliseerde of gegegeneraliseerde plaques of tumoren, die frequent ulceratie vertonen (zie Figuur 1H op pagina 5). Deze primair cutane PTL, NNO hebben over het algemeen een slechte prognose. Onderscheid tussen primaire en secundaire cutane lymfomen is minder zinvol dan bij andere typen cutane lymfomen. 16 Een uitzondering vormen patiënten met een CD4-positief klein- tot middelgrootcellig pleomorf CTCL, vooral indien zij zich met een solitaire tumor presenteren. Deze lymfomen kunnen goed met radiotherapie behandeld worden en de 5-jaarsoverleving is circa 80%. 1,16 Overige patiënten dienen behandeld te worden met systemische chemotherapie, maar de resultaten zijn over het algemeen teleurstellend. Histologisch onderscheid tussen een PTL, NNO en tumorstadium MF kan zeer moeilijk zijn. Daarom is het van het grootste belang dat, indien de diagnose PTL, NNO door de patholoog overwogen wordt, MF uitgesloten wordt. In de praktijk betekent dit, dat de patiënt nauwgezet onderzocht wordt op het voorkomen van patches en plaques, en dat histologisch onderzoek verricht wordt van al jaren bestaan- 8 v o l. 5 n r n e d e r l a n d s t i j d s c h r i f t v o o r H E M a t o l o g i e
7 de eczemateuze of psoriasiforme huidafwijkingen. Dit onderscheid vereist een goede samenwerking tussen patholoog en dermatoloog, maar is van groot belang in verband met de verschillen in zowel de behandeling als de prognose. Cutane B-cellymfomen In de WHO-EORTC-classificatie worden 3 typen CBCL onderscheiden: het primair cutaan marginale zone B-cellymfoom (PCMZL), het primair cutaan follikelcentrumlymfoom (PCFCL) en het primair cutaan grootcellig B-cellymfoom van het beentype (PCLBCL-been). Primair cutaan marginale zone B-cellymfoom PCMZL presenteren zich klinisch als solitaire of gegeneraliseerde papels, plaques of nodi, meestal gelokaliseerd op de romp en extremiteiten (zie Figuur 2A). 17 Histopathologisch wordt een nodulair of diffuus infiltraat gezien dat bestaat uit kleine B-cellen, waaronder marginalezonecellen, lymfoplasmacytoïde cellen en plasmacellen, die een monotypische intracytoplasmatische aankleuring tonen van een van de lichte ketens van immunoglobulinen. Analoog aan de relatie tussen het mucosa-associated lymfoid tissue (MALT)-lymfoom van de maag en een Helicobacter pylori-infectie, kunnen PCMZL geassocieerd zijn met een Borrelia burgdorferiinfectie na tekenbeten. 18 In dergelijke gevallen wordt initiële behandeling met antibiotica geadviseerd. De resultaten zijn echter minder overtuigend dan beschreven bij het MALT-lymfoom van de maag. Bij solitaire of gelokaliseerde huidafwijkingen vormen radiotherapie of excisie de behandeling van eerste keus. Bij enkele verspreid voorkomende laesies kan lage doses radiotherapie (2 x 2 Gy) overwogen worden. Bij uitgebreide huidafwijkingen is chloorambucil een goede optie. 18 Na de initiële behandeling treden bij 50% van de patiënten cutane recidieven op. Extracutane uitbreiding wordt zelden waargenomen, en de 5-jaarsoverleveing is meer dan 95%. 17,19 Primair cutaan follikelcentrumlymfoom PCFCL presenteren zich doorgaans met solitaire of gegroepeerde plaques en tumoren op de romp of op het behaarde hoofd (zie Figuur 2B). Bij ongeveer 15% van de patiënten worden multifocale huidafwijkingen gezien, en bij circa 10% zijn de afwijkingen gelokaliseerd op de benen. Histopathologisch onderzoek toont infiltraten die vooral bestaan uit (middel)grote centrocyten en wisselende aantallen centroblasten. Deze infiltraten kunnen zowel een folliculair (5%), folliculair en diffuus (30%) of een diffuus (65%) groeipatroon vertonen. 19 PCFCL met een (deels) folliculair groeipatroon worden in de WHO-classificatie aangeduid met de term cutaneous follicle center lymphoma. PCFCL met een diffuus groeipatroon worden in de WHO-classificatie geclassificeerd als diffuus grootcellig B-cellymfoom, en om die reden vaak ten onrechte met systemische chemotherapie behandeld. In tegenstelling tot nodale folliculaire lymfomen zijn deze PCFCL niet geassocieerd met de chromosomale t(14;18)-translocatie, en zijn dan ook meestal negatief voor bcl-2. Vooral bij solitaire of gelokaliseerde PCFCL is radiotherapie de behandeling van eerste keus. 20 Patiënten met multifocale huidafwijkingen worden in veel centra met systemische chemotherapie behandeld. Bij patiënten met een beperkt aantal laesies lijkt radiotherapie echter een even effectief en daardoor goed alternatief. 21 Recente studies beschrijven gunstige resultaten van zowel intraveneuze als intralaesionale toediening van rituximab. 22 Vooralsnog vormt deze behandeling geen alternatief voor radiotherapie. Na initiële behandeling krijgt ongeveer 30% van de patiënten een recidief, dat doorgaans opnieuw tot de huid beperkt is, en wederom met radiotherapie behandeld kan worden. 19 Extracutane disseminatie treedt slechts bij 10% van de patiënten op. Ongeacht het histologisch groeipatroon (folliculair, folliculair/diffuus of diffuus) en de uitgebreidheid van de huidafwijkingen hebben PCFCL een zeer goede prognose met een 5-jaarsoverleving van 95%. Deze gunstige prognose geldt niet voor PCFCL met afwijkingen op de benen. 19 Primair cutaan grootcellig B-cellymfoom van het beentype PCLBCL-been is een apart type CBCL, dat zich voornamelijk bij oudere patiënten (>70 jaar) met 1 of meerdere paarsrode tumoren op 1 of beide (onder)benen presenteert (zie Figuur 2C). 23 Bij circa 10% van de patiënten is dit type CBCL elders op de huid gelokaliseerd. Histologisch onderzoek toont een diffuse proliferatie van centroblasten en immunoblasten. In tegenstelling tot PCFCL met een diffuus groeipatroon, tonen deze PCLBCL-been in meer dan 90% van de gevallen sterke expressie van bcl-2, Mum-1 en Fox-P1. 19 Deze lymfomen dienen, net als niet-cutane diffuus grootcellige B-cellymfomen, primair met R-CHOP behandeld te worden. Slechts bij uitzondering, bijvoorbeeld bij n e d e r l a n d s t i j d s c h r i f t v o o r H E M a t o l o g i e v o l. 5 n r
8 Aanwijzingen voor de praktijk 1. Klinisch-pathologische correlatie en multidisciplinaire samenwerking zijn absolute vereisten bij de diagnostiek en behandeling van cutane lymfomen. 2. Bij een patiënt met de diagnose perifeer T-cellymfoom, niet nader omschreven in de huid of perifere lymfklieren dient altijd nauwkeurig dermatologisch onderzoek plaats te vinden, ten einde de diagnose mycosis fungoides uit te sluiten. 3. Primair cutane grootcellige anaplastische lymfomen presenteren zich doorgaans met een solitaire of enkele gelokaliseerde huidafwijkingen. Bij patiënten met gegeneraliseerde huidafwijkingen dient altijd de diagnose lymfomatoïde papulose overwogen te worden. de aanwezigheid van een kleine solitaire tumor, kan radiotherapie overwogen worden. In vergelijking met de 2 eerder genoemde typen CBCL treedt bij deze PCLBCL-been veelvuldig extracutane disseminatie op en hebben ze een ongunstige prognose (5-jaarsoverleving rond 50%). 1,19,23,24 Inactivering van het tumorsuppressorgen CDKN2A als gevolg van deletie of methylatie vormt een belangrijke prognostische parameter, en lijkt geassocieerd te zijn met een ongunstige prognose. 25 Conclusie Cutane lymfomen vormen een heterogene groep van non-hodgkinlymfomen, die vaak een andere behandeling behoeven dan nodale lymfomen. De diagnostiek en classificatie van deze aandoeningen is moeilijk, zowel voor de clinicus als voor de patholoog. Klinisch-pathologische correlatie en multidisciplinaire samenwerking zijn absolute vereisten voor een correcte diagnose en adequate behandeling. Referenties 1. Willemze R, Jaffe E, Burg G, Cerroni L, Berti E, Swerdlow SH, et al. WHO-EORTC classification for cutaneous lymphomas. Blood 2005;105: Kim YH, Liu HL, Mraz-Gernhard S, Varghese A, Hoppe RT. Long-term outcome of 525 patients with mycosis fungoides and Sezary syndrome: clinical prognostic factors and risk for disease progression. Arch Dermatol 2003;139: Van Doorn R, Van Haselen CW, Van Voorst Vader PC, Geerts ML, Heule F, De Rie M, et al. Mycosis fungoides: disease evolution and prognosis of 309 Dutch patients. Arch Dermatol 2000;136: Trautinger F, Knobler R, Willemze R, Peris K, Stadler R, Laroche L, et al. EORTC consensus recommendations for the treatment of mycosis fungoides/sézary syndrome. Eur J Cancer 2006;42: Bunn PA, Hoffman SJ, Norris D, Golitz LE, Aeling JL. Systemic therapy of cutaneous T-cell lymphomas (mycosis fungoides and the Sézary syndrome). Ann Intern Med 1994;121: Marchi E, Alinari L, Tani M, Stefoni V, Pimpinelli N, Berti E, et al. Gemcitabine as frontline treatment for cutaneous T-cell lymphoma. Phase II study of 32 patients. Cancer 2005;104: Molina A, Zain J, Arber DA, Angelopolou M, O Donnell M, Murata-Collins J, et al. Durable clinical, cytogenetic and molecular remissions after allogeneic hematpoietic cell transplantation for refractory Sezary syndrome and mycosis fungoides. J Clin Oncol 2005;25: Vonderheid EC, Bernengo MG, Burg G, Duvic M, Heald P, Laroche L, et al. Update on erythrodermic cutaneous T-cell lymphoma: report of the International Society for Cutaneous Lymphomas. J Am Acad Dermatol 2002;46: Russell-Jones R. Extracorporeal photopheresis in cutaneous T-cell lymphoma. Inconsistent data underline the need for randomized studies. Br J Dermatol 2000;142: Lundin J, Hagberg H, Repp R, Cavallin-Stahl E, Freden S, Juliusson G, et al. Phase II study of alemtuzumab (anti-cd52 monoclonal antibody, CAMPATH-1H) in patients with advanced mycosis fungoides. Blood 2003;101: Bekkenk MW, Geelen FA, Van Voorst Vader PC, Heule F, Geerts ML, Van Vloten WA, et al. Primary and secondary cutaneous CD30(+) lymphoproliferative disorders: a report from the Dutch Cutaneous Lymphoma Group on the longterm follow-up data of 219 patients and guidelines for diagnosis and treatment. Blood 2000;95: Liu HL, Hoppe RT, Kohler S, Harvell JD, Reddy S, Kim YH. 10 v o l. 5 n r n e d e r l a n d s t i j d s c h r i f t v o o r H E M a t o l o g i e
9 CD30+ cutaneous lymphoproliferative disorders: The Stanford experience in lymphomatoid papulosis and primary cutaneous anaplastic large cell lymphoma. J Am Acad Dermatol 2003;49: Vonderheid EC, Sajjadian A, Kadin ME. Methotrexate is effective therapy for lymphomatoid papulosis and other primary cutaneous CD30-positive lymphoproliferative disorders. J Am Acad Dermatol 1996;34: Jaffe ES. Pathology and genetics of tumors of hematopoietic and lymphoid tissues. World Health Organization Classification of Tumours. Lyon: IARC Press, Willemze R, Jansen PM, Cerroni L, Berti E, Santucci M, Assaf C, et al. Subcutaneous panniculitis-like T-cell lymphoma: definition, classification and prognostic factors. An EORTC Cutaneous Lymphoma Group study of 83 cases. Blood 2007;[epub ahead of print]. 16. Bekkenk MW, Vermeer MH, Jansen PM, Van Marion AM, Canninga-van Dijk MR, Kluin PM, et al. Peripheral T-cell lymphomas unspecified presenting in the skin: analysis of prognostic factors in a group of 82 patients. Blood 2003;102: Hoefnagel JJ, Vermeer MH, Jansen PM, Heule F, Van Voorst Vader PC, Sanders C, et al. Primary cutaneous marginal zone B-cell lymphoma: clinical and therapeutic features of 50 patients. Arch Dermatol 2005;141: Cerroni L, Zöchling N, Pütz B, Kerl H. Infection by Borrelia burgdorferi and cutaneous B-cell lymphoma. J Cutan Pathol 1997;24: Senff NJ, Hoefnagel JJ, Jansen PM, Vermeer MH, Van Baarlen J, Blokx WA, et al. Reclassification of 300 primary cutaneous B-cell lymphomas according to the new WHO- EORTC classification for cutaneous lymphomas: comparison with previous classifications (EORTC; WHO) and prognostic factors. J Clin Oncol 2007;25: Senff NJ, Hoefnagel JJ, Neelis KJ, Vermeer MH, Noordijk EM, Willemze R. Results of radiotherapy in 153 primary cutaneous B-cell lymphomas classified according to the WHO-EORTC classification. Arch Dermatol 2007;143: Bekkenk MW, Vermeer MH, Geerts ML, Noordijk EM, Heule F, Van Voorst Vader PC, et al. Treatment of multifocal primary cutaneous B-cell lymphoma: a clinical follow-up study of 29 patients. J Clin Oncol 1999;17: Heinzerling LM, Urbanek M, Funk JO, Peker S, Bleck O, Neuber K, et al. Reduction of tumor burden and stabilization of disease by systemic therapy with anti-cd20 antibody (rituximab) in patients with primary cutaneous B-cell lymphoma. Cancer 2000;89: Vermeer MH, Geelen FA, Van Haselen CW, Van Voorst Vader PC, Geerts ML, Van Vloten WA, et al. Primary cutaneous large B-cell lymphomas of the legs. A distinct type of cutaneous B-cell lymphoma with an intermediate prognosis. Dutch Cutaneous Lymphoma Working Group. Arch Dermatol 1996;132: Grange F, Bekkenk MW, Wechsler J, Meijer CJ, Cerroni L, Bernengo M, et al. Prognostic factors in primary cutaneous large B-cell lymphomas: a European multicenter study. J Clin Oncol 2001;19: Dijkman R, Tencen CP, Jordanova ES, Knijnenburg J, Hoefnagel JJ, Mulder AA, et al. Array-based CGH analysis reveals recurrent chromosomal alterations and prognostic parameters in primary cutaneous large B-cell lymphoma. J Clin Oncol 2006;24: Ontvangen 7 mei 2007, geaccepteerd 6 augustus C o r r e s p o n d e n t i e a d r e s Dhr. prof. dr. R. Willemze, dermatoloog Leids Universitair Medisch Centrum Afdeling Huidziekten (B1-Q93) Postbus RC Leiden Tel.: adres: willemze.dermatology@lumc.nl Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld. n e d e r l a n d s t i j d s c h r i f t v o o r H E M a t o l o g i e v o l. 5 n r
Nederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting 147 148 Maligne lymfomen zijn kwaadaardige woekeringen van verschillende typen witte bloedcellen. Deze aandoeningen ontstaan meestal in lymfklieren, maar in ongeveer 40% van de
Nadere informatiePrimair Cutane Lymfomen. R. Willemze, E.M. Noordijk, P.W. Wijermans CUTANE LYMFOMEN 1
Primair Cutane Lymfomen R. Willemze, E.M. Noordijk, P.W. Wijermans CUTANE LYMFOMEN 1 1 Inleiding 1 2 Primair cutane lymfomen, dat wil zeggen die non-hodgkin lymfomen die tot de huid beperkt zijn, hebben
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/17/3909 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Cetinozman, F. Title: PD-1 Expression in primary cutaneous lymphoma Issue Date: 2016-04-20
Nadere informatieCentraal zenuwstelsel betrokkenheid in cutaan T-cel lymfoom. MDO-praatje
Centraal zenuwstelsel betrokkenheid in cutaan T-cel lymfoom MDO-praatje Casus Patient CutaanT-cel lymfoom, type mycosis fungoides met aanwijzingen voor lymfeklierbetrokkenheid (niet PA-bewezen). Buikproblemen
Nadere informatieT-cel lymfomen: zeldzamere typen van lymfomen. Mariëlle Beckers UZ Leuven 15 oktober 2016 Leuven
T-cel lymfomen: zeldzamere typen van lymfomen Mariëlle Beckers UZ Leuven 15 oktober 2016 Leuven Lymfomen: niet één ziekte non-hodgkin lymfoom Hodgkin lymfoom T-cel lymfoom B-cel lymfoom T-cel lymfoom PTCL-NOS
Nadere informatieList of publications
List of publications 153 Metabolites of progesterone and the pregnane X receptor: a novel pathway regulating uterine contractility in pregnancy? Mitchell BF, Mitchell JM, Chowdhury J, Tougas M, Engelen
Nadere informatieT-cel lymfoom en beenmergcytologie. Jeanette Doorduijn Hematoloog Erasmus MC Rotterdam
T-cel lymfoom en beenmergcytologie Jeanette Doorduijn Hematoloog Erasmus MC Rotterdam Patient 22 jarige man Zwelling in hals links 15 kg afgevallen, periode met nachtzweten, maar gestopt, geen koorts Periode
Nadere informatieSymposium Lymfklierkanker Vereniging Vlaanderen vzw
Symposium Lymfklierkanker Vereniging Vlaanderen vzw 14-10-2017 T cel lymfomen: zeldzamere types van lymfomen en hun behandeling Dr. Snauwaert Sylvia AZ Sint-Jan Brugge Wat is een T cel lymfoom? 10-15%
Nadere informatieT-cel lymfomen diagnostische dilemma's, klinische consequenties en moleculaire oplossingen
T-cel lymfomen diagnostische dilemma's, klinische consequenties en moleculaire oplossingen Daphne de Jong, NKI-AVL Amsterdam Werkgroep Moleculaire Diagnostiek in de Pathologie 28-01-1011 WHO classificatie
Nadere informatieHOVON-Hematologie scholingsdag donderdag 1 okt 2015
HOVON-Hematologie scholingsdag donderdag 1 okt 2015 Josée Zijlstra VUMC www.hematologie.nl/ j.zijlstra@vumc.nl Thomas Hodgkin 1798-1866 Hodgkin lymfoom Diagnostiek Pathologie Epidemiologie Symptomen Beeldvorming
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting nederlandse samenvatting Algemene inleiding Primair bot lymfoom is een zeldzame aandoening. Het is een extranodaal subtype van het grootcellig B non Hodgkin lymfoom, dat zich
Nadere informatieKlinische Dag NVvH 2 oktober 2014 Claudia Ootjers
Dhr O., 60 jaar Klinische Dag NVvH 2 oktober 2014 Claudia Ootjers Klinische Dag NVvH 2 oktober 2014 Disclosure belangen Claudia Ootjers Geen (potentiële) belangenverstrengeling Klinische Dag NVvH 2 Relevante
Nadere informatieCUTAAN T-CELLYMFOOM. special. In de eerste lijn Patient journey start bij huisarts. In de academie De ene patiënt is de andere niet
CUTAAN T-CELLYMFOOM In de eerste lijn Patient journey start bij huisarts In de periferie Nauwe samenwerking met academie In de academie De ene patiënt is de andere niet publicatie van de uitgever van hematooncologie
Nadere informatiebelangrijke cijfers over hematologische kankersoorten
belangrijke cijfers over hematologische kankersoorten Een overzicht van het voorkomen, de behandeling en overleving van hematologische kankersoorten gebaseerd op cijfers uit de Nederlandse Kankerregistratie
Nadere informatieEen patiënte met ongebruikelijke blasten. Dr. Kirsten van Lom, afd. Hematologie Dr. King H. Lam, afd. Pathologie
Een patiënte met ongebruikelijke blasten Dr. Kirsten van Lom, afd. Hematologie Dr. King H. Lam, afd. Pathologie Patiënte, 64 jr. Uitstrijk perifeer bloed, beenmergaspiratie en beenmergbiopt bij verdenking
Nadere informatieKlinische Dag. 3 oktober 2013 Disclosure belangen spreker. (potentiële) belangenverstrengeling
Klinische Dag 3 oktober 2013 Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Geen Papiloedeem als eerste presentatie van het POEMS syndroom Dieneke Breukink, ANIOS Interne Geneeskunde R.
Nadere informatieFolliculair Lymfoom graad 3B (FL3B)
Nederlandse samenvatting Folliculair Lymfoom graad 3B (FL3B) Inleiding Een maligne lymfoom is een kwaadaardige woekering van witte bloedcellen die zich meestal manifesteert in lymfeklieren en zich verspreidt
Nadere informatieBehandeling van het agressieve non-hodgkin lymfoom naar therapie op maat
Behandeling van het agressieve non-hodgkin lymfoom naar therapie op maat Martine Chamuleau Agressief Non-Hodgkin lymfoom -algemene inleiding lymfomen inclusief stadiering -diffuus grootcellig B cel lymfoom
Nadere informatieFolliculair lymfoom Diagnostiek en Behandeling. Rondzending beenmerg morfologie Marie Jose Claessen
Folliculair lymfoom Diagnostiek en Behandeling Rondzending beenmerg morfologie 07 01 2014 Marie Jose Claessen Casus I 45 jarige vrouw (1968). Verwijsbrief: Palpabele zwelling hals. Uitslag punctie: Cytologie:
Nadere informatiePresentatie Een 24-jarige vrouw presenteert zich met hypermenorrhoea, veel hematomen en bloedneuzen. Haar vorige menstruatie verliep normaal.
CASUS 2 Presentatie Een 24-jarige vrouw presenteert zich met hypermenorrhoea, veel hematomen en bloedneuzen. Haar vorige menstruatie verliep normaal. Lichamelijk onderzoek Bleek, veel hematomen, veel bloed
Nadere informatieHooggradige B-cellymfomen met MYC-, BCL2- en/of BCL6- afwijkingen. dr. Lianne Koens Patholoog AMC, Amsterdam
Hooggradige B-cellymfomen met MYC-, BCL2- en/of BCL6- afwijkingen dr. Lianne Koens Patholoog AMC, Amsterdam l.koens@amc.uva.nl Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst
Nadere informatieInfiltratie Hodgkin en Non-Hodgkin cellen in het beenmerg. King H. Lam Afd. Pathologie
Infiltratie Hodgkin en Non-Hodgkin cellen in het beenmerg King H. Lam Afd. Pathologie Overzicht Inleiding en microanatomie van de lymfklier B- en T-cel ontwikkeling en relatie met maligne lymfomen Indeling
Nadere informatieCutaneous lymphoma a patient s guide. Huidlymfoom een patiëntenhandleiding
vzw Lymfklierkanker Vereniging Vlaanderen Lotgenotengroep Hodgkin- en non-hodgkinlymfomen Ondernemingsnummer: 0656.940.121 Info.lymfklierkanker@gmail.com www.lymfklierkanker.be Cutaneous lymphoma a patient
Nadere informatieHodgkin lymfoom. Elly Lugtenburg 11 de nascholing hematologie verpleegkundigen 16 Maart 2018
Hodgkin lymfoom Elly Lugtenburg 11 de nascholing hematologie verpleegkundigen 16 Maart 2018 11 de nascholing Hematologie verpleegkundigen 16 Maart 2018 Disclosure belangen: PJ Lugtenburg Voor bijeenkomst
Nadere informatieErytrodermie. Inleiding. Definitie, incidentie en klinisch beeld. Oorzaken
Erytrodermie Samenvatting Erytrodermie is een gegeneraliseerde roodheid van de huid, die meestal gepaard gaat met schilfering en wisselende induratie. Het is een niet vaak voorkomend ziektebeeld, dat een
Nadere informatieWelkom in Meander Medisch Centrum. Informatieavond non-hodgkinlymfoom en stamceltransplantatie 25 november 2014
Welkom in Meander Medisch Centrum Informatieavond non-hodgkinlymfoom en stamceltransplantatie 25 november 2014 Indolent non Hodgkin lymfoom en chronischlymfatischeleukemie Van oorzaaktot (nieuwe ontwikkelingen
Nadere informatiePitfalls in de diagnostiek van het Hodgkin Lymfoom
Pitfalls in de diagnostiek van het Hodgkin Lymfoom Arjan Diepstra, patholoog UMC Groningen 73 e NVvO Oncologiedag 30 sept. 2015 Pathology & Medical Biology UNIVERSITY MEDICAL CENTER GRONINGEN Disclosure
Nadere informatie2. Perifere B- cel tumoren Monoklonale lichte ketens (IHC, PCR) FISH, Karyotypering B- cel merkers: CD20, CD79a, PAX5
PATHOLOGIE MALIGNITEITEN I. NON- HODGKIN LYMFOMEN 1. Precursor B- en T- cel lymfomen B- cel: 0-3 jaar, B- ALL (geen tumormassa) T- cel: Jongetje 10 jaar, Mediastinale massa, Daaropvolgende weken: leukemisch,
Nadere informatieMyelodysplastisch syndroom
Myelodysplastisch syndroom Dr. A.H.E. Herbers Hematoloog-Oncoloog 7 februari 2018 Myelodysplastisch syndroom Masterclass 7/2/18 Myelodysplastisch syndroom= MDS Opbouw presentatie: Meeste informatie is
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting In dit proefschrift worden diagnostische en therapeutische aspecten van acute leukemie bij kinderen beschreven, o.a. cyto-immunologische en farmacologische aspecten en allogene
Nadere informatieHoofdstuk 8. Orale leukoplakie een klinische, histopathologische en moleculaire studie. Samenvatting, conclusies en aanbevelingen
Hoofdstuk 8 Orale leukoplakie een klinische, histopathologische en moleculaire studie Samenvatting, conclusies en aanbevelingen Samenvatting, conclusies en aanbevelingen Samenvatting, conclusies en aanbevelingen
Nadere informatieChronische Lymfatische Leukemie. anno 2015
Chronische Lymfatische Leukemie anno 2015 Marten R. Nijziel, internist-hematoloog Máxima Medisch Centrum Eindhoven/Veldhoven Hematon Leukemiedag Soesterberg, 3 oktober 2015 Wat is CLL? Wat is nodig voor
Nadere informatieNon-Hodgkin Lymfomen: naar therapie op maat?
Non-Hodgkin Lymfomen: naar therapie op maat? LYMMCARE Patiëntensymposium 13 november 2014 Rien van Oers non-hodgkin lymfomen Inleiding: indeling non-hodgkin lymfomen Behandeling anno 2014 Nieuwe ontwikkelingen
Nadere informatieBiopteren in de eerste lijn. Christiane Hebeda mmv Enny Beverdam dermatologen, locatie Hengelo en Almelo
Biopteren in de eerste lijn. Christiane Hebeda mmv Enny Beverdam dermatologen, locatie Hengelo en Almelo Wat gaan we doen? -techniek van het biopteren -plaats van het biopt in het stappenplan werkwijze
Nadere informatieErythematosquameuze laesies De 11 belangrijkste differentiaal diagnosen Dr. Michael Florack, dermatoloog PROVOKE P = plaats R = rangschikking O = omvang V = vorm O = omtrek K = kleur E = efflorescentie
Nadere informatieChapter 10. Samenvatting
Chapter 10 Samenvatting 123 Samenvatting Samenvatting De term atopische dermatitis (AD) is voor de kat in 1982 geïntroduceerd door Reedy, die bij een groep katten met recidiverende jeuk en huidproblemen
Nadere informatieDe achilleshiel van CLL
De achilleshiel van CLL Dr. S.H. Tonino 22 november 2012 Afdeling Hematologie AMC, Amsterdam Chronische lymfatische leukemie 1. wat is chronische lymfatische leukemie (CLL?) 2. behandeling anno 2012 3.
Nadere informatieNut en noodzaak van CZS profylaxe bij DLBCL in rituximab tijdperk
Nut en noodzaak van CZS profylaxe bij DLBCL in rituximab tijdperk Moderator P.J. Lugtenburg speaker Jeanette Doorduijn Belangenverklaring In overeenstemming met de regels van de Inspectie van de Gezondheidszorg
Nadere informatieRondzending Beenmerg Morfologie. Hodgkin. 16 juni 2016
Rondzending Beenmerg Morfologie Hodgkin 16 juni 2016 Dr. C. Siemes, Hematoloog Inhoud 1. Inleiding 2. Epidemiologie & Etiologie 3. Symptomen 4. Diagnostiek 5. Criteria 6. Prognose 7. Behandeling 8. Follow
Nadere informatieDiagnostiek en behandeling van het Sézarysyndroom
2 Diagnostiek en behandeling van het Sézarysyndroom Diagnosis and therapy of Sézary syndroom M.H. Vermeer, C.J.M. Halkes, W.A.F. Marijt en L. van der Fits Samenvatting Het Sézarysyndroom (SS) betreft een
Nadere informatieNeoplastische proliferatie van mestcellen
Mastocytose 4580403 Mastocytose Neoplastische proliferatie van mestcellen Symptomen : Constitutioneel: moe gewichtsverlies koorts, zweten Huid (pruritus, urticaria, dermatografie) Buikpijn, GI-problemen,
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/29450 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Koens, Lianne Title: Clinicopathologic and genetic aspects of primary cutaneous
Nadere informatieCHAPTER XII. Nederlandse Samenvatting
CHAPTER XII Nederlandse Samenvatting Dit proefschrift behelst een aantal klinische en translationele studies met betrekking tot de behandeling van het primair operabel mammacarcinoom. Zowel aspecten van
Nadere informatieAcute graft-versus-host ziekte na een levertransplantatie: wat te doen? T.J.F. Snijders
Acute graft-versus-host ziekte na een levertransplantatie: wat te doen? T.J.F. Snijders Casus 47 jarige vrouw Voorgeschiedenis 2004 Primair scleroserende cholangitis 2012 Eindstadium primair scleroserende
Nadere informatieWat is er nieuw in de classificatie van non-hodgkinlymfomen, de WHOclassificatie
Wat is er nieuw in de classificatie van non-hodgkinlymfomen, de WHOclassificatie 2008 What s new in the 2008 classification of non-hodgkin lymphoma Auteurs Trefwoorden Keywords K. Hebeda en D. de Jong
Nadere informatieHEMOPATHOLOGIE HFDST 1: NORMALE ARCHITECTUUR EN IMMUUNRESPONS IN HET LYMFOÏDE WEEFSEL 3
HEMOPATHOLOGIE Geen histologische foto's op examen! Prof. van den Oord INHOUDSOPGAVE HFDST 1: NORMALE ARCHITECTUUR EN IMMUUNRESPONS IN HET LYMFOÏDE WEEFSEL 3 1. INLEIDING 3 1.1. AFWIJKINGEN IN BLOED IN
Nadere informatiePersisterende complete moleculaire remissie na imatinib behandeling voor chronische fase CML. wat nu?
Persisterende complete moleculaire remissie na imatinib behandeling voor chronische fase CML wat nu? J.H.F Falkenburg Afdeling Hematologie Leids Universitair Medisch Centrum Geen conflicts of interest
Nadere informatieChronische lymfatische leukemie Arnon Kater
Chronische lymfatische leukemie Arnon Kater http://www.lymmcare.nl/ CLL Epidemiologie Prognostische factoren Biologie en targeted therapy Huidige behandeling en studies CLL: epidemiologie CLL is de meest
Nadere informatieOLIJFdag 3 oktober 2015
OLIJFdag 3 oktober 2015 Nieuwe behandelingen bij eierstokkanker Els Witteveen Internist-oncoloog Huidige en nieuwe inzichten Intraperitoneale toediening Toevoeging van bevacizumab Dose dense toediening
Nadere informatieB-Cel lymfomen en hun behandeling. K. Van Eygen Symposium LVV 14 oktober 2017
B-Cel lymfomen en hun behandeling K. Van Eygen Symposium LVV 14 oktober 2017 B-cel lymfomen Inleiding B-cel lymfomen: waarover praten we? De belangrijkste wapens in de strijd tegen lymfomen: enkele begrippen
Nadere informatieMaligne melanoma Belang van sentinelklierbiopsie
Maligne melanoma Belang van sentinelklierbiopsie Annemie Rutten Medische Oncologie AZ St. Augustinus Maligne melanoma 10% van alle huidkankers, maar meest agressieve. Incidentie van maligne melanoma neemt
Nadere informatieCasus jaar oud kind Massa in het caecum van 4 cm
Casus 1 11 jaar oud kind Massa in het caecum van 4 cm Mib1/Ki67 BCL6 CD20 BCL2 Kwis groep 1a A. Hoe noemen we dit karakteristiek morfologisch beeld? B. Waaruit is het cytologisch samengesteld? C. Hoe
Nadere informatieMoleculaire pathologie van B-cel lymfomen classificatie als basis voor behandelingskeuzes
Moleculaire pathologie van B-cel lymfomen classificatie als basis voor behandelingskeuzes Daphne de Jong MD PhD Dept. of Pathology VU University Medical Center Amsterdam The Netherlands daphne.dejong@vumc.nl
Nadere informatieTumoren van het anaal kanaal
7.1.8. Tumoren van het anaal kanaal 1. Inleiding 1.1. Incidentie Aparte entiteit! Incidentie uitzonderlijk (2% van de digestieve tumoren) Incidentie 3v - 2m Gem. 65 jaar 2. Klinische presentatie De meeste
Nadere informatieMaligne hematologie. Asia Ropela, internist-oncoloog St.Jansdal ziekenhuis 22 maart 2014
Maligne hematologie Asia Ropela, internist-oncoloog St.Jansdal ziekenhuis 22 maart 2014 Indeling Leukemie acuut AML (acute myeloïde leukemie) ALL (acute lymfoïde leukemie) chronisch CML (chronische myeloïde
Nadere informatieHOVON Educational Hodgkin lymfoom Biologie & Pathologie
HOVON Educational Hodgkin lymfoom Biologie & Pathologie Moderatoren W.J. Plattel, Dr. M. Hoogendoorn Speaker Dr. Arjan Diepstra Belangenverklaring In overeenstemming met de regels van de Inspectie van
Nadere informatieCover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/19745 holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19745 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Faaij, Claudia Margaretha Johanna Maria Title: Cellular trafficking in haematological
Nadere informatiePrognostische toepassing van flowcytometrie bij het myelodysplastisch syndroom
Workshop Flowcytometrie in MDS 5 september 2012 Prognostische toepassing van flowcytometrie bij het myelodysplastisch syndroom Canan Alhan VU Medisch Centrum Cancer Center Amsterdam Klinische prognostische
Nadere informatieDr. E.J. van Zuuren, drs. M.M.D. van der Linden, drs. R.J. Borgonjen, drs. M.F.E. Leenarts
Rosacea 22 223 Rosacea Dr. E.J. van Zuuren, drs. M.M.D. van der Linden, drs. R.J. Borgonjen, drs. M.F.E. Leenarts De richtlijn dateert uit 2010 en is geherformuleerd in 2012. Onderstaande samenvatting
Nadere informatieTitel: HOVON 105. Rituximab bij het primair centraal zenuwstelsel lymfoom. Een gerandomiseerd HOVON / ALLG onderzoek
Titel:. Rituximab bij het primair centraal zenuwstelsel lymfoom. Een gerandomiseerd HOVON / ALLG onderzoek Officiële titel: Rituximab in Primary Central Nervous system Lymphoma. A randomized HOVON / ALLG
Nadere informatiePien de Haas en John de Klerk nucleair geneeskundigen Meander Medisch Centrum Amersfoort. 2e Mammacongres 28 januari 2011 Harderwijk
Pien de Haas en John de Klerk nucleair geneeskundigen Meander Medisch Centrum Amersfoort 2e Mammacongres 28 januari 2011 Harderwijk Siemens Biograph true point PET/CT 40 slice Sinds 21 januari 2011 Sinds
Nadere informatieOligometastatischeziekte bij het mammacarcinoom. M. van der Sangen, radiotherapeut
Oligometastatischeziekte bij het mammacarcinoom M. van der Sangen, radiotherapeut Borstkanker in perspectief Borstkanker in Nederland Nieuwe borstkankers per jaar: 15.000 Metastasen bij diagnose: 750 (5%)
Nadere informatieHypereosinofiel syndroom
Hypereosinofiel syndroom R. Fijnheer Meander Medisch Centrum/UMCUtrecht HES Incidentie: 2-4 per 1.000.000 per jaar Man> vrouw Leeftijd: 30-70 erg in belangstelling: glivec, mepolizumab etc. Lastig voor
Nadere informatieReeks 13: Vergeten organen Avond
Reeks 13: Vergeten organen Avond Zeldzame Thoracale Tumoren tumor voorste mediastinum / Thymoom Dr. Monique Hochstenbag Longarts MUMC kalfszwezerik No Disclosures Mediastinum Voorste mediastinum Thymus
Nadere informatieZeldzame juveniele primaire systemische vasculitis
https://www.printo.it/pediatric-rheumatology/nl/intro Zeldzame juveniele primaire systemische vasculitis Versie 2016 2. DIAGNOSE EN THERAPIE 2.1 Wat voor types vasculitis zijn er? Hoe wordt vasculitis
Nadere informatieDiagnostiek, behandeling en klinisch beloop van maligne lymfomen
Diagnostiek, behandeling en klinisch beloop van maligne lymfomen Projectleiders: D. de Jong, NKI-AVL W.L.E. Vasmel, SLAZ Projectteam: J. Benraadt, IKA R.L.M. Haas, NKI-AVL P.C. Huijgens, VUMC C.M. van
Nadere informatieStaat de radiotherapie indicatie ook vast na een complete respons op NAC?
Staat de radiotherapie indicatie ook vast na een complete respons op NAC? Nina Bijker, radiotherapeut AMC BBB symposium 7 september 2017 No conflict of interest Focus op postmastectomie radiotherapie (PMRT)
Nadere informatieAdjuvante systeemtherapie Patiënte: DM type 2
Take home messages Een 59 jarige vrouw met mammacarcinoom en diabetes. An Reyners Internist-oncoloog UMCG Kankerbehandeling: houd rekening met bijwerkingen op korte en langere termijn Stem af wie waarvoor
Nadere informatieKenmerken van de maligne lymfomen met harige cellen, met name hairy cell leukemie
Kenmerken van de maligne lymfomen met harige cellen, met name hairy cell leukemie Hairy cell leukemie Frequentie: 2% van alle lymfoïde leukemieën Leeftijd: patiënten van middelbare leeftijd (mediaan 50
Nadere informatieNederlandse samenvatting voor medisch niet-ingewijden
Chapter 9 Beeldvorming rond transformatie: diagnose en behandeling van getransformeerd folliculair lymfoom. Nederlandse samenvatting voor medisch niet-ingewijden Het getransformeerd folliculair lymfoom
Nadere informatieIntrapulmonary mass: an unexpected diagnosis. A. A. Darbas, G.M. Chong, M. van der Klift, K. Lam, Y.M. Bilgin, E. Kneppers, J.K.
Intrapulmonary mass: an unexpected diagnosis A. A. Darbas, G.M. Chong, M. van der Klift, K. Lam, Y.M. Bilgin, E. Kneppers, J.K. Doorduijn CASUS: 69 JARIGE VROUW Medische voorgeschiedenis: Hypertensie,
Nadere informatieanemie 1.1 Overzicht van de anemieën 1.2 Congenitale anemieën 1.3 Verworven anemieën
I N H O U D hoofdstuk 1 anemie 13 1.1 Overzicht van de anemieën 13 1.2 Congenitale anemieën 16 1.2.1 De thalassemieën 16 1.2.2 Sikkelcelanemie 19 1.2.3 Andere hemoglobinopathieën 22 1.2.4 Aangeboren membraanafwijkingen
Nadere informatieBehandeling van een trigger finger. Loes van Boxmeer & Emma Wassenaar
Behandeling van een trigger finger Loes van Boxmeer & Emma Wassenaar Overzicht Inleiding PICO Zoekstrategie & Flowchart Artikelen Chirurgie Anatomie Open vs percutaan Conclusie Inleiding Klinische symptomen
Nadere informatieHet effect van de behandeling van IMMUNOTHERAPIE op een ONCOLOGISCHE ULCUS ten gevolge van een MELANOOM Mathilde van der Eijk: Wondstoma Oncologie
Het effect van de behandeling van IMMUNOTHERAPIE op een ONCOLOGISCHE ULCUS ten gevolge van een MELANOOM Mathilde van der Eijk: Wondstoma Oncologie verpleegkundige Disclosure belangen spreker Geen(potentiële)
Nadere informatieZeldzame Juveniele Primaire Systemische Vasculitis
www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro Zeldzame Juveniele Primaire Systemische Vasculitis Versie 2016 2. DIAGNOSE EN THERAPIE 2.1 Wat voor types vasculitis zijn er? Hoe wordt vasculitis geclassificeerd?
Nadere informatieUitkomstenonderzoek in non-hodgkin lymphoma. Hedwig Blommestein
Uitkomstenonderzoek in non-hodgkin lymphoma ~Kansen en uitdagingen~ Hedwig Blommestein Inleiding Inhoud presentatie Uitkomstenonderzoek Casus rituximab maintenance Achtergrond Resultaten t Conclusie Uitkomstenonderzoek
Nadere informatieSamenvatting 129. Samenvatting
Samenvatting 128 Samenvatting 129 Samenvatting Het mammacarcinoom is de meest voorkomende maligniteit bij vrouwen, met wereldwijd een jaarlijkse incidentie van 1,67 miljoen. De prognose van patiënten met
Nadere informatieMorbus Waldenström en de nieuwste ontwikkelingen
Morbus Waldenström en de nieuwste ontwikkelingen Landelijke patienten contactdag 2015 Monique Minnema, internist-hematoloog Inhoud 1. Hoe zit deze ziekte in elkaar? 2. Behandelingen 3. Polyneuropathie
Nadere informatieKankerregistratie gebeurt volgens de richtlijnen van de Stichting Kankerregister
6. Kankerregistratie 1. Formulieren Kankerregistratie gebeurt volgens de richtlijnen van de Stichting Kankerregister Zie bijlage 3 en 4 Handleiding voor het invullen van de formulieren van de Stichting
Nadere informatiePacman eats everything... Marie-José Claessen UMCU
Pacman eats everything... Marie-José Claessen UMCU Casus - presentatie I Casus presentatie I 58- jarige man Voorgeschiedenis o.a.: Oktober - november 2011 Sint Elsewhere : kortademigheid, lymfadenopathie,
Nadere informatieStudie van genetische defecten door middel van micro-array gebaseerde vergelijkende genoom hybridisatie in Non-Hodgkin lymfomen.
FACULTEIT GENEESKUNDE EN GEZONDHEIDSWETENSCHAPPEN Academiejaar 2014-2015 Studie van genetische defecten door middel van micro-array gebaseerde vergelijkende genoom hybridisatie in Non-Hodgkin lymfomen.
Nadere informatieSamenvatting. Chapter12
Samenvatting Chapter12 Coinfectie met Mycobacterium Tuberculose tijdens HIV-infectie is een groot probleem in de derde wereld, daar dit leidt tot een grotere sterfte. (hoofdstuk I) In de studies beschreven
Nadere informatieAcute myeloïde leukemie. Dimitri A. Breems, MD, PhD Internist-Hematoloog Ziekenhuis Netwerk Antwerpen
Acute myeloïde leukemie Dimitri A. Breems, MD, PhD Internist-Hematoloog Ziekenhuis Netwerk Antwerpen Normale bloedcelvorming Acute myeloïde leukemie (AML) Klonale proliferatie van immature hematopoëtische
Nadere informatieMantelcellymfoom Versie 18 augustus
Mantelcellymfoom Versie 18 augustus 2016 -------------------------------------------------------------------------------- HOVON studies HOVON 119: 1e lijn 65 jaar (of > 60 jaar en ineligible voor SCT),
Nadere informatieConsequenties van de nieuwe AJCC-melanoomclassificatie voor dermatologen
422 artikelen Consequenties van de nieuwe AJCC-melanoomclassificatie voor dermatologen A.D. Vredenborg 1, W. Bergman 2 1. Semi-arts dermatolgie, afdeling Dermatologie, Leids Universitair Medisch Centrum
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20177 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Kester, Maria Sophia van (Marloes) Title: Molecular aspects of cutaneous T-cell
Nadere informatiePCA3. www.urologischcentrum.be
PCA3 www.urologischcentrum.be De PCA3 test, een eenvoudige urinetest die kan helpen bij de diagnose van prostaatkanker en de keuze van therapie. Over prostaatkanker Prostaatkanker is één van de meest voorkomende
Nadere informatieMULTIPLE MYELOOM Doneer voor genezing
MULTIPLE MYELOOM Doneer voor genezing Luister en leer Marlies Van Hoef, MD, PhD, MBA Multiple Myeloom Ziekte van Kahler werd aanvankelijk gediagnostiseerd in 1848 Kwaardaardige abnormaliteit van plasmacellen;
Nadere informatieKlinische Dag. 3 oktober 2013 Disclosure belangen spreker. (potentiële) belangenverstrengeling
Klinische Dag 3 oktober 2013 Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Geen Reversibele cardiale betrokkenheid bij multipel myeloom met AL-amyloidose Klinische hematologiedag 2013
Nadere informatieRadiotherapie bij restziekte van agressief non-hodgkinlymfoom
Radiotherapie bij restziekte van agressief non-hodgkinlymfoom Auteurs Trefwoorden E.C. Moser, J.C. Kluin-Nelemans en E.M. Noordijk agressief non-hodgkinlymfoom, partiële remissie, radiotherapie, restziekte
Nadere informatieILC > 3 cm: neoadjuvante chemotherapie heeft geen nut! Sabine C. Linn, MD PhD Divisies Medische Oncologie en Moleculaire Biologie
ILC > 3 cm: neoadjuvante chemotherapie heeft geen nut! Sabine C. Linn, MD PhD Divisies Medische Oncologie en Moleculaire Biologie Heeft neoadjuvant chemotherapie nut bij ILC > 3 cm? Ja Nee Weet niet/geen
Nadere informatieDisclosure belangen spreker
Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium of andere (financiële) vergoeding Aandeelhouder
Nadere informatieGenetica en borstkanker voor de patholoog
Genetica en borstkanker voor de patholoog Giuseppe Floris Pathologische Ontleedkunde, UZ Leuven Multidisciplinair Borst Centrum (MBC) Symposium 2017 21/10/2016; Leuven Morfologische heterogeneiteit van
Nadere informatieDermatologie. Lyme-borreliose / Ziekte van Lyme
Dermatologie Lyme-borreliose / Ziekte van Lyme 1 Wat is Lyme-borreliose? Lyme-borreliose is een infectieziekte, die wordt veroorzaakt door de bacterie Borrelia burgdorferi. Deze bacterie wordt op de mens
Nadere informatieMarlies Peters. Workshop Vermoeidheid
Marlies Peters Workshop Vermoeidheid De ene vermoeidheid is de andere niet Deze vermoeidheid is er plotseling, niet gerelateerd aan geleverde inspanning De vermoeidheid wordt als (zeer) extreem ervaren
Nadere informatieWorkshop neuro-endocriene longtumoren handvatten voor de dagelijkse praktijk
Workshop neuro-endocriene longtumoren handvatten voor de dagelijkse praktijk Dr. Robert Jan van Suylen Pathologie DNA Locatie Jeroen Bosch Ziekenhuis Drs. Jules Derks Afdeling Longziekten Maastricht University
Nadere informatie