OPTIMOD2000. Energie monitoring en registratie systeem. Systeem beschrijving

Transcriptie

1 OPTIMOD2000 Energie monitoring en registratie systeem Systeem beschrijving Document D , Augustus

2 2

3 Inhoudsopgave 1 Systeem concept 5 2 Optimodem datalogger 2.1 Gegevens verzamelen Kalender / klok Digitale ingangen Analoge ingangen Relais uitgangen Opslag geheugen Communicatie module (Opties G, P, M, D, T, W, R) Seriële meter poorten (Optie Z) Piekbewaking (Optie P) Batterij (Optie N) Verzegeling (Optie K) Bestelcodes 9 3 Atlas datalogger 3.1 Gegevens verzamelen Kalender / klok Opslag geheugen Communicatie I/O poort 1 - vast I/O poort 2 - modulair (Optie codes 1, 2, 3, 9) Diversen 11 4 ProfileBox mobiele datalogger 12 D Maart 2007 Wijzigingen voorbehouden 5 Het OPTIMOD2000 programma 5.1 Hoofdscherm Systeem configuratie instellingen Toevoegen/verwijderen/wijzigen klanten Toevoegen/verwijderen/wijzigen dataloggers Automatisch gegevens inlezen Real-time (live) verbinding Rapportages Gegevens exporteren Grafische module (Optie) Piekbewaking module (Optie) Seriele meter module (Optie) Comptabele export module(optie) Alarm module (Optie) 18 6 Accessoires 6.1 Temperatuur voelers Optische reflectie opnemer Current loop RS485 converter Current loop RS232 converter Current loop M-bus converter Puls verdubbelaar / scheider Tafelmodel PSTN modem Tafelmodel ISDN modem RS232-RS485 converter module USB-RS232 converter module FlashBox Diversen Draadloze sensoren 23 7 Voorbeelden van energie besparingen 25 8 Datalogger functie vergelijkingstabel 26 9 Referenties 28 P.O. Box AK Hengelo Holland 3 info@alectryon.nl Phone +31 (0) Fax. +31 (0)

4 D Maart 2007 Wijzigingen voorbehouden 4

5 1 Systeem concept Optimod2000 is een data-logging, -acquisitie en alarmmeld systeem voor algemene doeleinden maar met toegevoegde specifieke eigenschappen voor energie monitoring. Een doornsee systeem bestaat uit het OPTIMOD2000 beheerprogramma en één of meer dataloggers, Optimodem of Atlas genaamd. Hoewel het systeem speciaal ontworpen is voor het (op afstand) monitoren en registreren van energie verbruiken en daaraan gerelateerde variabelen zoals omgeving, ketel en ruimtetemperaturen kan het evengoed gebruikt worden voor het monitoren van processen en alarmering Gegevens export De in de database verzamelde gegevens kunnen ook geexporteerd worden als Excel rekenbladen, in Dbase formaat of in op maat gemaakt ASCII of XML formaat voor gebruik in andere reken of presentatie programma s. Alarmen De dataloggers zijn ook geschikt om alarm of storingsberichten naar het optionele OPTMOD2000 alarmopvang module te sturen of direct als SMS bericht naar mobiele telefoons. D Maart 2007 Wijzigingen voorbehouden Dataloggers De dataloggers ondersteunen het uitlezen van alle pulsgevende elektriciteit, gas en watermeters en het gros van alle meters met de één of andere vorm van seriële uitlezing. Ook analoge sensoren (zowel goedkope NTC s als 0-10 Volt, 0-20mA en 4-20mA) kunnen eenvoudig worden aangesloten. Voor afstandssturing zijn er ingebouwde relais Er is eveneens een scala aan draadloze sensoren (zowel analoog als puls) beschikbaar om op lastig bereikbare locaties toch te kunnen meten (een meterhuisje aan de overkant van de straat of parkeerplaats, aan de andere kant van een kanaal, enz.). Alle gemeten gegevens worden intern in de dataloggers met een instelbaar meetinterval opgeslagen en periodiek uitgelezen door het OPTIMOD2000 beheerprogramma. Er worden twee families van dataloggers ondersteund: De Optimodem en de Atlas en uiteraard de ProfileBox, die intern een Optimodem bevat. Communicatie Het OPTIMOD2000 programma communiceert met de dataloggers over praktisch elk communicatie medium zoals PSTN ISDN, GSM, GPRS, TCP/IP (LAN, WAN, INTERNET, WIFI), RS485 en RS232. Bijna elke mix van communicatiemedia is mogelijk zoals bijvoor beeld ínbellen op een TCP/IP of RS485 netwerk via een telefoonlijn. Gegevens verzamelen en rapporteren Het OPTIMOD2000 programma maakt met periodieke intervallen verbinding met alle dataloggers, leest de verzamelde gegevens uit en slaat ze op in de eigen database. Het programma heeft de nodige voorzieningen om de gegevens te rapporteren in diverse formaten zoals numerieke rapporten op beeldscherm of printer en of grafische presentaties. 5

6 2 Optimodem datalogger De Optimodem dataloggers worden gebruikt om meter gegevens in het veld te verzamelen. Afhankelijk van het model en opties zijn ze uitgerust met digitale, analoge en seriële ingangen en of uitgangsrelais. De aanwezigheid van en het aantal ingangen of uitgangen wordt aangegeven in de cijfercode van het specifieke model. Bijvoorbeeld, een Optimodem met code 400 heeft alleen 4 digitale ingangen, code 432 staat voor 4 digitale en 3 analoge NTC ingangen en twee relais. Optie code Z specificeert twee poorten voor het uitlezen van seriële meters en optie code I heeft betrekking op industriële analoge ingangen in plaats van NTC. Verderop in dit hoofdstuk zullen alle types en opties in detail worden besproken Kalender / klok Elke datalogger is voorzien van een nauwkeurige kalender/klok die voldoet aan de strenge meetcode voor comptabele afstandsuitlezing. Deze klok word automatisch gesynchroniseerd met de klok van de PC elke keer dat de opgeslagen gegevens worden uitgelezen door de PC. Tijdens netspanninguitval blijft de klok nog minstens 2 weken door lopen met behulp van een zogenaamde super condensator. 2.3 Digitale ingangen Elke Optimodem datalogger heeft 4 of 8 digitale ingangen. Deze kunnen worden geconfigureerd als: 2.1 Data collectie Alle dataloggers lezen de signalen op de ingangen met een bepaald interval wat de sample periode wordt genoemd. Deze periode is instelbaar door het centraal beheerprogramma als 1 (*), 5, 15, 30 of 60 minuten. Tijdens elk interval worden de ingangspulsen geteld en opgeslagen als energie verbruiken. Analoge ingangen worden gedurende die periode een aantal keren bemonsterd en de gemiddelde waarde daarvan wordt opgeslagen. De standen van alle seriële meters worden ingelezen aan het einde van elk interval en het energie verbruik wordt berekend als het verschil tussen de huidige en de vorige stand. Van sommige meters kunnen ook analoge waarden als lijnspanningen en fasestromen worden uitgelezen. Deze waarden worden opgeslagen zoals ze worden ingelezen, d.w.z. er vinden geen bewerkingen op plaats. (*) 1 minuut intervallen zijn niet beschikbaar in samenhang met de seriële meter optie Z Puls teller. Aangeboden pulsen worden in een register geteld gedurende de ingestelde sample periode. Aan het einde van elke periode worden de getelde pulsen (die het energieverbruik voorstellen) opgeslagen. Tijdmeting. De tijd dat de ingang gesloten is wordt gemeten in seconden en aan het einde van elke periode opgeslagen. Tarief ingang. De op de naastliggende ingang aangeboden pulsen worden geteld in één van twee registers, afhankelijk van de status van de tariefingang. Puls opteller. Aangeboden pulsen worden geteld maar eveneens toegevoegd aan een sommeerregister. Op deze manier kunnen de pulsen van een aantal naastliggende ingangen worden opgeteld. Piek synchronisatie. Wordt gebruikt in samenhang met optie P, piekbewaking. Het sluiten van dit contact start een nieuwe bewakingsperiode. Deze periode is onafhankelijk van de sampleperiode. Alarm contact. Het sluiten, openen, veranderen (of juist niet veranderen) van de ingang geeft na een instelbare tijdvertraging een alarm. Deze tijdvertraging is instelbaar vanaf 1 seconden tot 99 uur. Het alarm kan worden verzonden naar de alarmmodule van het OPTIMOD2000 programma of (alleen bij GSM communicatie) als een SMS bericht naar een mobiele telefoon. Alarm reset. het Optimodem. Reset alle uitstaande alarmen in 6

7 2.4 Analoge ingangen Optimodems van het type 432 of 862 hebben elk 3 respectievelijk 6 analoge ingangen. De standaard uitvoering is geschikt voor goedkope NTC temperatuur sensoren (voor gebruik in gebouwen). De industriële versie (optie I) is geschikt voor 0-10Volt / 0-20mA / 4-20mA proces signalen aan de ingangen De Optimodem doet 60 metingen per sample periode voor elke ingang en berekent het gemiddelde. Deze waarde wordt in de buffer opgeslagen. De ingangen worden gecontroleerd op kortsluiting en draadbreuk. In zo n geval wordt er een foutcode opgeslagen in plaats van de meetwaarde. Er is een geschikte serie NTC sensoren beschikbaar voor gebruik met de standaard 432 en 862 types in een niet industriële omgeving. Sensor Beschrijving Bereik EGU Buiten C STC100 Aanleg (dikke buizen) C STC120 Aanleg (dunne buizen C STR100 Ruimte C STRD Lucht kanaal C STP Dompel, 50mm C STP Dompel, 100mm C 2.5 Relais uitgangen Optimodems van het type 432 en 862 hebben elk twee relais met normaal geopende contacten. De relais kunnen worden geconfigureerd als: Op afstand bestuurd. Tijdens een directe verbinding tussen een Optimodem en het OPTIMOD2000 beheerprogramma kunnen de relais Aan of Uit worden geschakeld of Pulsen door middel van het toetsenbord. Wanneer de verbinding wordt verbroken blijven de relais achter in de laatst gekozen toestand. Tijdens spanningsuitval onthoudt de Optimodem de laatste toestand en herstelt deze wanner de voeding terugkeert. Kalender sturing. De relais kunnen geprogrammeerd worden om elke dag of alleen op een bepaalde datum gedurende een bepaalde periode IN te schakelen. Er kan één periode worden opgegeven met een nauwkeurigheid van 1 minuut. Piekbewaking. De relais kunnen worden geconfigureerd om IN te schakelen wanneer de piekbewaking functie (Optie P) een waarschuwing voor een aanstaande of reeds opgetreden piekbelasting geeft. Op de industriële types kunnen alle mogelijke 0-10V, 0-20mA and 4-20mA sensoren worden aangesloten. Merk op dat de ingangen onderling niet geïsoleerd zijn en dat dit dus extern moet gebeuren. Ook moeten deze sensoren van buiten gevoed worden. De Optimodem voorziet daar niet in. Op elke analoge ingang kunnen twee setpoints gezet worden, zowel laag als hoog. Wanneer zo n setpoint wordt bereikt treedt er na een instelbare vertraging een alarmconditie op. Dit alarm kan verstuurd worden naar het alarmopvang module van OPTIMOD2000 of direct als SMS bericht (alleen met GSM optie) naar een mobiele telefoon. Het alarm kan ook gebruikt worden om één van de twee relais aan te sturen. Daarmee is het mogelijk een lokale melding te maken of een heel eenvoudige aan/uit regeling te maken. Astronomische klok. Het relais wordt op kalendersturing gezet, echter een kalender die de tijden van zonsopgang en zonsondergang bevat. D.w.z. het relais gaat AAN bij zonsondergang en weer UIT bij zonsopgang. Het OPTIMOD2000 programma stuurt automatisch de juiste aan/uit tijden naar de datalogger tijdens het. zal bij het uitlezen van eerder opgeslagen gegevens. Alarm signalering. Wanneer er één of meer alarmen in het Optimodem uitstaan gaat het relais AAN. Het relais gaat pas uit zodra alle alarmen gereset zijn. Setpoint sturing Het overschrijden van een setpoint stuurt het relais aan. 2.6 Buffer geheugen De datalogger heeft een niet vluchtig geheugen om de ingelezen gegevens op te kunnen slaan. De buffer grootte wordt uitgedrukt in dagen opslag en is een functie van type en sample periode. Zie onderstaande tabel. Datalogger type Aantal dagen opslag 1 minuut 5 minuten 15 minuten 30 minuten 60 minuten Optimodem Optimodem Optimodem 400-Z Optimodem 800-Z Optimodem 432 (I) Optimodem 862 (I) Optimodem 432-(I)-Z Optimodem 862-(I)-Z De 1 minuut sample periode is niet beschikbaar voor Optimodems met seriële meter optie. De buffer is van het first-in first out type. De gegevens van de oudste dag worden gewist zodra een nieuwe dag begint. 7

8 2.7 Communicatie module Alle dataloggers hebben een ingebouwd module voor communicatie met de centrale PC. Het gewenste module moet worden opgegeven bij bestelling Onderstaande tabel geeft een overzicht van de bestelcodes: Code Beschrijving Snelheid M analoge PSTN modem 2400 baud D digitaal ISDN modem, Euro-ISDN 9600 baud G dual band GSM modem 9600 baud P GPRS modem 9600 baud T netwerk module, TCP/IP 9600 baud W draadloos netwerk module (WiFi) 9600 baud R RS485 netwerk 9600 baud (2400 in oudere versies) GSM en GPRS modules worden geleverd met een kleine kleefantenne die aan de zijkant van de datalogger kan worden geplakt. In sommige gevallen kan het nodig zijn om een externe antenne verlengkabel te gebruiken. Hiervoor is een SMA/FME connector adapter leverbaar. De Atlas wordt echter uitgeleverd met een kleine staafantenne, evenals het WiFi module. Het analoge PSTN and digitale ISDN modem evenals het TCP/IP netwerk module worden uitgeleverd met circa 2 meter kabel met de bijbehorende RJ connector. Onder bepaalde omstandigheden kunnen twee Optimodems met PSTN of ISDN module op dezelfde telefoonlijn worden aangesloten. De RS485 optie ondersteund tot 32 Optimodems op één enkele afgeschermde twisted pair kabel. De totale kabellengte is beperkt tot 1500 meter. Naast het ingebouwde communicatie module heeft elke datalogger aan de voorkant een DIN connector om het apparaat direct te kunnen uitlezen met bijvoorbeeld een laptop computer. Hiervoor is een speciale RS232 uitleeskabel nodig. 2.8 Seriële meter poorten (optie Z) Tot slot. Om meters met een seriële interface te kunnen uitlezen kan elk Optimodem worden voorzien van twee toegevoegde seriepoorten. Via deze poorten worden de aangesloten seriële meters uitgelezen aan het einde van elke sampleperiode. Na het uitlezen berekent de Optimodem de energie verbruiken door het verschil te bepalen tussen twee opeenvolgend uitlezingen (meterstanden) Sommige meters geven ook analoge waarden zoals lijnspanningen en of fasestromen. Deze waarden worden direct, zonder bewerking opgeslagen. Behalve seriële meters kan er ook een Nokeval draadloos sensor systeem op die poorten worden aangesloten. Dit systeem bestaat uit een radio ontvanger in de licentievrije 433 MHz band en een aantal draadloze sensoren (o.a. PT100, 0-10Volt, 4-20mA). De sensoren zenden periodiek hun waardes uit die door de ontvanger wordt doorgegeven aan de datalogger. Er kunnen tot 10 sensoren op één Optimodem worden aangesloten. De hardware van de twee poorten ondersteund alle meters met een current loop interface volgens IEC1107. Om meters met een RS485 (Modbus), M-bus (Meter bus) of RS232 interface te kunnen lezen is een externe converter module (TCSC-R, TCSC-M of TCSC-V) nodig. De onderstaande tabel geeft een overzicht van alle momenteel ondersteunde seriële meters. IEC1107 meters Siemens 7 E serie Instromet 555 praktisch alle meters die aan die standaard voldoen. IEC1107 met wake up signaal flow corrector, Hiervoor is een externe Ex(i) converter nodig Enermet DMK/DMQ serie Externe TCSC-V RS232 converter module nodig Enermet 700 serie RS232 of CS interface (Bij RS232 is de TCSC-V nodig) Mico, DEC, Kilo, Hiervoor is het TCSC-R RS485 Flash, Flash-D, converter module voor Modbus FLASH-N, X3M nodig. Vip, Sirio, Star EEH1316, WS0101 M-Bus meters Praktisch alle meters die aan de standaard M-bus specificatie voldoen. Hiervoor is een TCSC-M converter module nodig Nokeval MTR970 Draadloze sensor ontvanger. (TCSC-R module nodig) 8

9 2.9 Piekbewaking (optie P). Elke digitale (puls tellende) ingang kan worden gebruikt voor Piekbewaking. Gedurende een op te geven periode (gebruikelijk 15 minuten voor elektriciteit en 60 minuten voor gas) wordt het energieverbruik op de betreffende ingang 15 x gemeten en geaccumuleerd. Ook de snelheid van toe of afname wordt berekend en gebruikt om het totale verbruik aan het einde van de periode te voorspellen. Wanneer de voorspelde waarde boven een ingestelde limiet komt wordt er een waarschuwingssignaal gegeven. Dit signaal kan worden gebruikt om relais 1 aan te zetten. Tenslotte, wanneer het actuele totale verbruik de limiet echt overschrijdt kan een tweede waarschuwingssignaal relais 2 aansturen. De relais kunnen worden aangesloten op bijv. een PLC inputmodule of externe waarschuwingslampen. Het begintijdstip van elke meetperiode kan worden gestuurd door de interne klok van de Optimodem of kan worden bepaald door een extern signaal op een synchronisatie ingang. Deze periode is onafhankelijk van de sample periode Batterij back-up (optie N) De dataloggers hebben geen ingebouwde batterij om het apparaat in werking te houden tijdens spanningsuitval.. Reeds opgeslagen gegevens blijven echter wel bewaard in niet vluchtig geheugen. Optioneel kunnen Optiodems worden voorzien van een back-up circuit waarop een externe 12 Volt DC accu kan worden aangesloten (optie N). De accu wordt (her-) laden door de Optimodem Verzegeling (optie K) Voor comptabele toepassingen moeten dataloggers verzegelbaar zijn. In de nabije toekomst zal dit standaard zijn. Momenteel moeten verzegeling apart worden besteld als optie K Optimodem bestel codes Type Digitale ingangen Analoge ingangen (temperatuur) Analoge ingangen (0-10V / 4-20mA) Relais uitgangen 400-x x x x x-I x-I Ingebouwde communicatie modules (één benodigd) T TCP/IP (netwerk) interface inclusief 2 meter UTP kabel G GSM modem inclusief externe antenne P GPRS modem inclusief externe antenne M Analoog PSTN modem inclusief 2 meter kabel D Digitaal ISDN modem inclusief 2 meter kabel R RS485 interface W WiFi interface inclusief externe antenne Vervang de x in de Optimodem bestelcode door één van deze interfacemodule codes Extra optie codes Z Twee toegevoegde seriële meter poorten E Extra geheugen is standaard maar code moet altijd worden opgegeven P Piekbewaking module alleen mogelijk met Optimodems type 432 en 862! K IP54 behuizing met verzegelmogelijkheid N Aansluit en oplaad circuit voor een externe 12 Vdc noodvoeding Vervang de. in de Optimodem bestelcodes door deze letters in de volgorde van de tabel. Alle opties kunnen worden gecombineerd. 9

10 3 Atlas data logger De Atlas is een compacte één kanaal (optioneel twee) datalogger die speciaal ontworpen is om praktisch elke pulsgevende of serieel uitleesbare meter via deze enkele ingang te kunnen uitlezen. 3.4 Communicatie modules Elke datalogger heeft een ingebouwde module waarmee met de centrale PC kan worden gecommuniceerd. Dit module moet bij bestelling worden gespecificeerd. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de bestelcodes. Code Beschrijving Lokale snelheid G Dual band GSM modem 9600 baud P GPRS modem 9600 baud T Netwerk module, TCP/IP 9600 baud R RS485 interface 9600 baud GSM en GPRS modules worden uitgeleverd met een staafantenne. De TCP/IP netwerk module heeft een circa 2-meter lange UTP kabel met passende RJ connector. Naast de communicatie module heeft elke Atlas intern een RJ11 connector voor lokale uitlezing met een laptop. (hiervoor is een speciale interface kabel nodig. 3.1 Gegevens verzamelen Alle ATLAS dataloggers lezen de gegevens van hun ingangen met een specifiek interval (de sample periode). Deze periode is instelbaar met behulp van het OPTI- MOD2000 beheerprogramma als 5, 15, 30 of 60 minuten. Elk interval worden pulsen geteld en opgeslagen als energieverbruik. De standen van seriële meters worden aan het einde van elke periode uitgelezen en het energieverbruik wordt berekend als het verschil tussen twee opvolgend uitlezingen. Uit sommige meters kunnen ook waarden zoals lijnspanningen en stromen worden gelezen. Deze waarden worden onbewerkt opgeslagen. 3.2 Kalender / klok Elke datalogger heeft een nauwkeurige kalender/klok die voldoet aan de strenge Nederlandse Meetcode voor comptabele metingen. Deze klok wordt automatisch gesynchroniseerd met de PC klok elke keer als de opgeslagen gegevens worden uitgelezen. Tijdens netspanninguitval wordt de klok lopende gehouden door middel van een supercondensator gedurende minstens 2 weken. 3.3 Buffergeheugen De Atlas beschikt over een niet vluchtig buffergeheugen voor de opslag van ingelezen gegevens. De buffergrootte wordt gemeten in dagen en is afhankelijk van de sample periode al;s volgt: Aantal opslagdagen 5 minuten 15 minuten 30 minuten 60 minuten De 1 minuut sample periode is niet mogelijk in de Atlas. De buffer is van het first-in / first-out type op dagbasis. De gegevens van de oudste dag gaan verloren op het moment dat een nieuwe dag begint I/O poort 1 (bestel code Atlas-x-10) De Atlas heeft één (optioneel twee) I/O poorten. Poort 1 kan worden geconfigureerd als: Pulsteller. Aangeboden pulsen worden geteld in een register gedurende de ingestelde sample periode. Aan het einde van deze periode worden de getelde pulsen (die een energieverbruik voorstellen) opgeslagen. Hierop kan ook een draadloze pulsontvanger worden aangesloten Tijdmeting. De tijd dat de ingang gesloten is gedurende elke sample periode wordt gemeten in seconden. Seriële meter poort. In deze configuratie kunnen praktisch alle IEC1107 current loop seriële meters en actieve sensoren (optische reflectie sensoren) worden uitgelezen. Onderstaande lijst geeft een overzicht van alle op dit moment ondersteunde seriële meters. IEC1107 meters praktisch alle meters die aan deze standaard voldoen Siemens 7 E series IEC1107 met Wake up Instromet 555 Flow corrector, heeft aparte Ex(i) converter nodig Enermet 700 series Meter moet CS optie hebben Actaris SM1 CS type interface Actaris ACE5000 idem Schlumberger SIR2E idem Schlumberger EUROTRI idem Elster S1 Gasmeter encoder Elster Z6 Gasmeter encoder M-Bus meters Praktisch alle meters die aan de standaard M-bus specificatie voldoen. Hiervoor is een externe TCSC-Mconverter module nodig.

11 3.6 I/O poort 2 Voor de tweede I/O poort van de Atlas is een insteek module nodig om hem te configureren voor het gewenste doel. Er zijn vier modules beschikbaar: Puls/CS ingang module (bestelcode Atlas-x-11) Met dit module kunnen via poort twee dezelfde meters worden ingelezen als op poort 1. RS485 bus module (bestelcode Atlas-x-12) Dit is een niet-geïsoleerde rs485 interface module waarmee tot 8 rs485 apparaten (meters) met het MODBUS RTU protocol van verschillende fabrikanten kunnen worden ingelezen zoals de Mico, Kilo, Flash (D,N), X3M, DEC, VIP, Sirio, Star, EEH1316, WS0101. Daarnaast de Nokeval MTR970 draadloze sensor ontvanger. RS232 module (bestelcode Atlas-x-13) Dit is een niet geïsoleerde rs232 interface module waarmee IEC1107 type meters met een RS232 interface zoals de Enermet s DMK/DMQ en 700 serie kunnen worden gelezen (deze laatste meter kan trouwens ook met een CS type interface module worden besteld) Opto module (bestelcode Atlas-x-1A/B) Dit is een low current interface ten behoeve van één respectievelijk twee Kamstrup Multical 66C of equivalente warmtemeters met een zogenaamde data request poort). Relais uitgangmodule (bestelcode Atlas-x-19) Dit is een solid-state galvanisch gescheiden normaal geopend relais contact. Tijdens een real-time verbinding tussen de Atlas en het OPTIMOD2000 beheer programma kan het relais middels keyboard commando s aan of uit gezet worden of een puls geven. Wanneer de verbinding wordt verbroken blijft het relais in de laatst bekende positie. Tijdens spanning uitval wordt deze positie onthouden door de Atlas. 3.7 Diversen Piek bewaking zoals bij de Optimodem is niet voorzien in de Atlas. Er is geen voorziening om een noodaccu waarmee de datalogger tijdens net uitval in bedrijf wordt gehouden aan te sluiten. In deze situatie worden reeds opgeslagen gegevens uiteraard in niet vluchtig geheugen bewaard. Omdat de Atlas speciaal voor comptabele doeleinden is ontwikkeld is de behuizing standaard verzegelbaar. 11

12 4 Profilebox mobiele datalogger De ProfileBox (i) is in wezen een Optimodem type 432- x-e of 432-x-IE ondergebracht in een stevige kunststof behuizing. Voor de functionele eigenschappen zie de beschrijving van de Optimodem 432 (I) series. De unit is alleen verkrijgbaar met GSM of TCP/IP communicatie interface en heeft standaard een ingebouwd TCSC-R De FlashBox is speciaal hiervoor ontworpen. Dit is een Flash-N Energy analyzer in de zelfde solide behuizing als de mobiele datalogger en die voorzien is van aansluitklemmen om gemakkelijk op het elektriciteitsnet in een huis, kantoor of fabriek aan te sluiten. De Flashbox heeft aan de ene kant een connector voor een inkomende RS485 bus en aan de andere kant een connector voor een uitgaande bus naar een eventuele tweede of volgende Flashbox. Op deze manier kunnen tot 10 Flashboxen met elkaar worden doorverbonden aan één Profilebox. RS485 converter module om o.a. met Electrex RS485 meters of een Flashbox te kunnen communiceren. De ProfileBox is beschikbaar in twee versies. De standaard uitvoering waarop goedkope analoge NTC temperatuursensoren kunnen worden aangesloten en een Industriële ( i ) versie waarop alle typen industriële 4-20 ma proces sensoren kunnen s sensor. De ingangsklemmen van de Optimodem worden doorverbonden naar DIN connectoren in het front van de kast waarop pulsgevende meters en temperatuursensoren heel makkelijk kunnen worden aangesloten. Hiertoe zijn de sensoren beschikbaar voorzien van een 10 meter lange aansluitkabel, compleet met DIN plug. Er is eveneens een loss kabel met DIN plug verkrijgbaar en kabelschoentjes aan het einde om direct op een pulsmeter te kunnen aansluiten. De Industriële uitvoering beschikt over een ingebouwde 24 VDC voeding om de aangesloten sensoren te kunnen voeden. De RS485 connector in het front is bedoeld voor een RS485 kabel waarop kwh meters met een RS485 interface kunnen worden aangesloten. 12

13 5 Het Optimod2000 programma Het OPTIMOD2000 beheerprogramma is het hart van het systeem Het draait op elke PC met Windows 98SE, ME, NT, 2000, XP en VISTA. Aanbevolen wordt een PC met Windows XP met 256 Mb intern geheugen, een grafische kaart met minstens 1024 x 768 pixels. Voor de opslag van historische gegevens is een harde schijf met voldoende capaciteit nodig. Ordegrootte is Mb per jaar per Optimodem. Een printer is nodig om rapporten te kunnen afdrukken.praktisch elk type is geschikt. Om met de dataloggers te kunnen communiceren moet de PC voorzien zijn van een analoog PSTN of digitaal ISDN modem, een netwerkkaart of enige combinatie van deze drie. Modems dienen bij voorkeur tafelmodellen te zijn om makkelijk en snel problemen te kunnen opsporen. De modellen die Alectryon aanbiedt zijn hierop getest en worden volledig ondersteund. Het basis[programma biedt alle noodzakelijke ondersteuning voor datacollectie, rapportages en exporteren. Optioneel zijn modules verkrijgbaar voor o.a. grafische presentaties, alarmverwerking en speciale export bestanden. Via het menu kunnen de meest belangrijke systeem functies worden gekozen. Dit zijn: Invoeren en veranderen systeem configuratie gegevens Toevoegen/verwijderen en wijzigen van groep (klant) gegevens. Toevoegen/verwijderen en wijzigen van dataloggers. Automatisch datacollectie Rapportage functies Gegevens export Systeem logboek Grafische presentaties (optie) Alarm verwerking (optie) 5.1 Het Hoofdscherm Na het opstarten van het programma wordt het hoofdscherm vertoond met een Windows verkennerachtige boomstructuur van alle dataloggers die in het systeem zijn gedefinieerd en verdeeld in groepen.. Groepen kunnen gebouwen of afdelingen zijn, of, als u dataloggers beheert voor uw klanten, klanten. Door op het rode plus teken voor een groep te klikken wordt deze groep uitgevouwen en worden de individuele dataloggers vertoond. Achter elke datalogger worden op één regel de meest belangrijke eigenschappen vertoond zoals het type, het telefoonnummer, IP of RS485 adres en zo voorts. 5.2 Systeem configuratie De meest belangrijke systeem gegevens zijn: Definities van gebruikte communicatiemethodes en middelen. Systeemvlaggen database en logboek onderhoud functies. Definities padnamen voor rapportages en exporten. Definities methodes voor alarmrapportages (optie) Definities kleur en lijnstijl voor grafieken (optie). 5.3 Toevoegen/verwijderen/wijzigen klanten Als eerder uitgelegd behoort elke datalogger tot een groep. 13

14 Voor elke groep kunnen wat administratieve gegevens worden ingevoerd zoals: Naam en adres Naam en adres van twee contact personen Groep (klant) specifieke scheduler informatie Groep (klant) specifieke toegangscode Groep (klant) pictogram Communicatie parameters Gebruikte medium (modem, RS485, TCP/IP) Telefoonnummer, IP of RS485 adres Baudrate Toegangscode Serienummer Het gros van deze informatie dient uitsluitend voor administratieve doeleinden en wordt niet verder gebruikt door het programma. 5.4 Toevoegen/verwijderen/wijzigen dataloggers Via dit menu kunnen nieuwe dataloggers worden toegevoegd en bestaande worden gewijzigd of verwijderd. Bij het toevoegen van een nieuwe kan er voor gekozen worden om het template van een bestaande te gebruiken waarmee veel invoerwerk kan worden bespaard. Om een bestaande datalogger te wijzigen moet hij worden geselecteerd (linker muisklik) en vervolgen een rechter muisklik om hem te openen. Er opent een nieuw venster met de belangrijkste gegevens van het gekozen type datalogger. Algemene instellingen / Meer (o.a. communicatie) Datalogger type Datalogger naam Groep (Klant) waar de datalogger toe behoort Omschrijving Definitie van de digitale ingangen Definitie van analoge ingangen Definitie van relais uitgangen Seriële meter poorten Definitie van seriële meter kanalen (registers) Binnen dit venster kunnen nieuwe vensters worden geopend om individuele ingangen (meters, sensoren) of uitgangen te kunnen configureren. De meest belangrijke eigenschappen van een datalogger zijn: Algemene instellingen Sample periode Belvenster (indien van toepassing) Zomer / winter schakeling 14

15 Digitale ingangen (meters) Functie (puls of seconden teller, reset, alarm) Conversie constanten (omzetten van pulsen in m3, kwh) Label, code, omschrijving en eenheden (kwh, VA, m3) Display formaat Relais uitgangen Relais functie Specifieke functie instellingen Label, code, omschrijving Analoge ingangen (sensoren) Type sensor (NTC temperatuur, 0-10V, 4-20mA) Conversie constanten (omzetten van getallen in temperatuur, druk enz.) Setpoint (alarm) waarden Label, code, omschrijving en eenheden ( C, Bar, Volts) 15

16 Seriële meter poort definitie Kies voor elke poort een protocol uit onderstaande lijst. Het datacollectie proces kan ook door een operator worden gestart via het toetsenbord. In dit geval is het ook mogelijk om de gegevens van een enkele datalogger uit te lezen. Alle dataloggers worden in een tijdvolgorde lijst geplaatst en automatisch achter elkaar opgeroepen. Als het uitlezen van een datalogger mislukt wordt het in een herhaal lijst geplaatst voor uitlezing op een later tijdstip. Tijdens de uitlezing vergelijkt het programma de instellingen van de datalogger met die van de projecten database. Indien er verschillen worden geconstateerd worden die database instellingen naar de datalogger verzonden. Ook de datum/tijd van de datalogger wordt dan gesynchroniseerd met die van de PC. Het programma heeft ook een zogenaamde meekijk (alleen lezen) functie. Hierdoor is het mogelijk om de historische gegevens vanaf twee verschillende locaties uit te lezen waar dan één PC de baas is die ook wijzigingen in de datalogger kan doorvoeren terwijl de tweede PC alleen maar gegevens kan uitlezen.. Seriële meter kanaal (register) identificatie Definitie van de gebruikte kanalen Meter poort Register identificatie Label, code, omschrijving Eenheden (kwh, m3) Display formaat 5.5 Automatische datacollectie Het programma is ontworpen om volledig automatisch met alle dataloggers achter elkaar verbinding te maken en de opgeslagen gegevens sinds de vorige uitlezing op te halen en in de database op te slaan. De datacollectie kan volledig automatisch gestart worden door middel van een ingebouwde scheduler of door middel van de standaard Windows scheduler (voorkeur methode). 5.6 Realtime (live) communicatie Via het menu Datalogger/ configuratie kan er ook een directe verbinding met de betreffende datalogger worden gemaakt. De status en waarden van alle in en uitgangen zijn zichtbaar. Ook kunnen zo alle datalogger instellingen uit de database naar de logger worden verzonden. Als er relais zijn die op handbediening staan kunnen die dan via het toetsenbord aan of uit gezet worden of een puls afgeven. 16

17 5.9 Grafische optie module Met. de grafische optiemodule kunnen de gegevens van een datalogger in grafieken worden weergegeven. Met de optionele grafische module kunnen ook direct live grafieken worden vertoond van de actuele data. Dit is vooral waardevol in industriële omgevingen om processen af te stellen. Afhankelijk van het communicatie medium zijn kan de gegevens verversing 3 tot 4 keer per seconde plaats vinden. Deze gegevens kunnen ook op hard disk worden opgeslagen om later terug te spelen. 5.7 Rapportages Het systeem voorziet in een aantal rapportagemethoden. Allereerst zijn er de projectrapporten. Deze geven een overzicht van de configuratie van elke datalogger en een overzicht van alle klanten (groepen). Ten tweede is r het systeem logboek waarin alle belangrijke gebeurtenissen worden vermeld voorzien van een datum/tijd stempel. Op de derde plaats zijn er de gegevens rapportages. Deze rapporten kunnen worden gemaakt voor individuele dataloggers over een op te geven tijdspanne. Ze kunnen energie verbruiken weergeven (op sample niveau of getotaliseerd over een gekozen periode) en gemiddelden van analoge meetwaarden. Alle rapporten kunnen op het beeldscherm worden vertoond of naar een bestand of printer worden gestuurd. Een speciale vorm van rapportage is de Browse (lijstweergave) functie. Hiermee is het mogelijk om heel snel de opgeslagen historische gegevens van een datalogger op dag of sample basis te bekijken. 5.8 Exporteren Alle opgeslagen gegevens kunnen toegankelijk worden gemaakt voor verwerking door gegevens verwerkende programmatuur van derden in de vorm van export bestanden. De meest voorkomende is de Dbase export. Er wordt een bestand in Dbase formaat aangemaakt iedere keer nadat de gegevens uit een datalogger zijn ingelezen of door toetsenbord commando s van de operator. Exporteren in Excel spreadsheet formaat is eveneens mogelijk. Als optie kunnen er comptabele exporten worden geïmplementeerd. Dit zijn op maat gemaakte export bestanden voor facturatie doeleinden. Ook is het mogelijk om binnen deze optie een klantspecifiek export formaat te laten ontwerpen. 17 Opgeslagen energie verbruiken en analoge meetwaarden (bijv. temperaturen) worden grafisch weergegeven in een door de gebruiker gekozen weergave formaat en kleur. Grafieken zijn mogelijk op dag-week-maand of jaarbasis. Met cursorbesturing kan er snel naar een vorige of volgende periode gesprongen worden. Het programma biedt ook een zoom functie in zowel X als Y-richting. Met een kruisdraad kunnen detail waarden worden gemeten. Binnen een grafiek kunnen individuele digitale en analoge kanalen aan en uit geschakeld worden om een overzichtelijker beeld te geven. Alle grafieken kunnen op een geschikte printer worden afgedrukt. Met het module kunnen ook real time grafieken worden vertoond tijdens een directe verbinding met de datalogger. De verversing kan wel 3 x per seconde bedragen afhankelijk van de gebruikte communicatie methode. De gegevens kunnen ook op harddisk worden opgeslagen om later weer af te spelen. Indien gewenst kunnen de gegevens door een instelbaar filter gehaald worden om gelijkmatiger grafieken te verkrijgen.

18 5.10 Piekbewaking optie module De piekbewaking optie in een datalogger heeft als functie om een waarschuwingsignaal te geven wanneer het geaccumuleerde verbruik de met de energie leverancier overeengekomen waarde dreigt te overschrijden. Gedurende een instelbare tijd (gebruikelijk 15 minuten voor elektriciteit en 60 minuten voor gas) wordt het energieverbruik op de ingang 15 maal gemeten en getotaliseerd. Ook wordt snelheid van toename berekend om het totale verbruik aan het einde van de meetperiode te voorspellen. Wanneer de voorspelde waarde een limiet overschrijdt wordt er een waarschuwingssignaal op relais 1 gegeven. Wanneer tenslotte het actuele totale verbruik die limiet overschrijdt wordt relais 2 ingeschakeld. Het begintijdstip van elke bewakingsperiode kan worden bepaald door de interne klok van de datalogger of door een extern synchronisatie signaal op één van de digitale ingangen. Deze bewakingsperiode is onafhankelijk van de sample periode. Bovenstaande voorbeeld van een screenshot laat aan de bovenkant een horizontaal staafdiagram zien met daarin de voortgaande verstreken tijd in de meetperiode. Daaronder een tweede diagram die het actuele getotaliseerde elektriciteitsverbruik laat zien ten opzichte van de maximum toegelaten waarde. Zo lang de onderste staaf achterblijft bij de bovenste is er een veilige situatie. De voorspelde waarde aan het einde van de periode is dan minder dan toegelaten. Wanneer de onderste staaf gelijk op gaat of zelfs voorloopt op het tijddiagram zal aan het einde van de periode het getotaliseerde verbruik mogelijk hoger zijn dan toegelaten. Om de benodigde instellingen in de datalogger te zetten en om on-line de bewakingsfunctie te kunnen monitoren is dit optie module nodig Seriële meter optie module Om dataloggers met een seriële meterpoort te kunnen gebruiken en instellen is dit module vereist. Er zijn dan een paar extra menuvensters om het type seriële meter en de registers daarin te kunnen instellen en het geeft de mogelijkheid om tijdens een on-line verbinding de buffer(s) van deze meter(s) te kunnen uitlezen. Voor een overzicht van de thans ondersteunde meters en protocollen wordt verwezen naar het applicatie blad D , Optie Z Comptabele export optie module Dit module voorziet in een aantal gespecialiseerde export bestanden. De meeste zijn in één of andere vorm van ASCII formaat. Ook, indien de klant een eigen op maat gemaakte export wenst, is deze optie nodig Alarm ontvangst & rapportage optie module Optimodems zijn in staat (indien als zodanig geconfigureerd) alarmen te genereren als resultaat van een specifieke voorwaarde op een digitale ingang of indien een setpoint op een analoge ingang is overschreden. Ook zaken als een defecte sensor, draadbreuk of kortsluiting kunnen tot een alarm conditie lijden. Het alarm wordt gecodeerd en als een binair bericht naar een PC gestuurd waarop het OPTIMOD2000 programma met geactiveerde alarm module is geïnstalleerd. Het bericht wordt daar ontvangen en automatisch in een logboek op hard disk opgeslagen en op het scherm vertoond. Het systeem noteert de tijd van optreden en ontvangst van elk alarmbericht en houdt tellers bij van het aantal malen dat elk individueel alarm is opgetreden. 18

19 Elk ontvangen alarm kan als leesbare tekst worden afgedrukt op een geconfigureerde alarm printer. Verder kunnen alarmen worden doorgestuurd als of tekstberichten naar een mobiele telefoon of pager. De meest gebruikelijke situatie is dat er twee PC s in een netwerk draaien die elkaar kunnen benaderen. Op de ene PC wordt het normale OPTIMOD2000 programma gedraaid met de projecten en gegevens database en op de andere het OPTIMOD2000 programma met geactiveerde alarm module. Op deze PC moet een PSTN modem zijn aangesloten wat zowel gebruikt wordt om inkomende alarmen op te vangen als om ontvangen alarmen te kunnen doormelden naar een mobiele telefoon of pager. Om alarmen vals te kunnen doormelden moet deze PC toegang hebben tot een provider. 19

20 6 Accessoires Optimod2000 systeembeschrijving Er is een uitgebreide reeks accessoires verkrijgbaar voor gebruik met het OPTIMOD2000 systeem. 6.1 Temperatuur sensoren Een uitgebalanceerde serie goedkope NTC sensoren voor het meten van binnen, buiten, luchtkanaal en ketel en leidingtemperaturen. Deze sensoren zijn verkrijgbaar in twee modellen: als los onderdeel or verbonden met een 10 meter lange kabel met DIN plug voor gebruik met de ProfileBox mobiele datalogger. EGU Buiten temperatuur Bereik: C Nauwkeurigheid 0.5 C Resolutie 1.0 C STR100 (EGRL) Ruimte (kamer) temperatuur Bereik: C Nauwkeurigheid 0.25 C Resolutie 0.5 C STRD (EGL) Luchtkanaal temperatuur Bereik: C Nauwkeurigheid 0.5 C Resolutie 1.0 C STC100 (EGA) STC120 (EGXA1) Warmwater temperatuur Warmwater temperatuur (inch leidingen) ( mm leidingen) Bereik: C C Nauwkeurigheid 1.0 C 1.0 C Resolutie 2.0 C 2.0 C STP (EGWS70) STP (EGWS120) Dompeltemperatuur, 70 mm Dompeltemperatuur, 120 mm Bereik: C Nauwkeurigheid 1.0 C Resolutie 2.0 C 20

21 6.2 TCOPT01 Optische reflectie sensor Deze sensor is bedoeld om pulsen van een gas of elektriciteitsmeter te lezen die niet voorzien is van een pulscontact. De sensor zendt gemoduleerd licht naar de meter en detecteert de weerkaatsing van de zijkant van de draaischijf van een elektriciteitsmeter of van de blinker (spiegeltje) van een gasmeter. Deze sensor is zowel verkrijgbaar als losse component als met een 10 meter kabel met DIN plug voor gebruik bij de Profile- Box. 6.5 TCSC-M Current loop M-bus converter Deze converter module is bedoeld voor gebruik bij Optimodems (met Z-optie) of Atlas dataloggers voor het uitlezen van meters met een M-bus interface. Praktisch alle meters die voldoen aan het standaard M- bus protocol kunnen hiermee worden ingelezen. De module heeft een externe 230 volt voeding nodig en kan met 20 unit M-bus loads worden belast. 6.3 TCSC-R Current loop RS485 converter Deze converter module is bedoeld voor gebruik bij Optimodems met de Z-optie voor het uitlezen van seriële meters. De Z-optie heeft standaard een current-loop interface. Om meters met een RS485 interface (Modbus, zoals de Mico, Kilo, Flash, Sirio) te kunnen uitlezen is dit module nodig. De module zet de CS interface om naar RS485 niveaus. De module kan worden gevoed uit de Optimodem. 6.4 TCSC-V Current loop RS232 converter Deze converter module is bedoeld voor gebruik bij Optimodems met de Z-optie voor het uitlezen van seriële meters. De Z-optie heeft standaard een current-loop interface. Om meters met een RS232 interface (zoals de Enermet DMK/DMQ serie) te kunnen uitlezen is dit module nodig. De module zet de CS interface om in RS232 niveaus. De module kan worden gevoed uit de Optimodem. De TCSC-V heeft het zelfde uiterlijk en afmetingen als de TCSC-R. 6.6 TCP-2I-2U (-115V) Pulsscheider/verdubbelaar Dit apparaat kan worden gebruikt om ofwel één of twee pulsgevende meters van de datalogger te isoleren of om een puls te splitsen in twee van elkaar geïsoleerde pulsen. De module wordt gevoed uit 230Vac. Er is ook een 115Vac verkrijgbaar EXTMOD(-A) Tafelmodel PSTN modem Het EXTMOD tafelmodel modem wordt gebruikt door het OPTIMOD2000 programma om te kunnen communiceren met dataloggers die voorzien zijn van een analoog PSTN modem (optie M)) of een GSM modem (optie G). Het modem moet op de PC worden geïnstalleerd en geconfigureerd voor gebruik met Optimodems. Het modem heeft een direct toegankelijke telefoonlijn nodig (dus zonder tussenkomst van een telefoniste). De A-versie (EXTMOD-A) van het modem is nodig voor gebruik met het OPTIMOD2000 alarm module. 21

22 6.8 ISDNMOD Tafelmodel ISDN modem Het ISDN tafelmode; modem wordt gebruikt door het centrale OPTIMOD2000 programma om te communiceren met dataloggers die een ISDN modem als communicatie module hebben. De modem moet op de PC geïnstalleerd worden en geconfigureerd voor gebruik met datalogers. De modem heeft een direct toegankelijke buitenlijn nodig (dus zonder tussenkomst van een telefoniste). 6.9 TMRS485 RS232- RS485 converter module In een systeem gebaseerd op een RS485 netwerk is dit module nodig als interface tussen de seriele RS232 poort van de PC en de RS485 bus. Ook in situaties waarin een RS485 netwerk bereikt wordt door bijvoorbeeld in te bellen via een telefoonlijn is dit module nodig achter het inbel modem EXTUSB-232 USB - serieel converter module Dit module converteert de USB poort van een PC of laptop naar RS232. Dit is vaak nodig wanneer het OPTI- MOD2000 programma gedraaid wordt op modernere PC s of Laptops die vaak niet meer zijn voor zien van een RS232 poort Diverse accessoires Bestelcode SMA-FME FME-2 meter FME-5 meter FME-20 meter K TCKB FlashBox De FlashBox is een FLASH-N drie fasen energie analyzer ingebouwd in een stevige kunststof behuizing en uitgerust met aansluitbussen aan de voorkant om het toestel gemakkelijk te kunnen verbinden met het elektriciteitsnet in een huis, kantoor of verdeelkast. Op het LCD display van de Flash meter kunnen een aantal parameters worden vertoond zoals Lijnspanningen Fasestromen (*) Actief, reactief en schijnbaar vermogen (*) Cosinus fasehoek (*) Gemiddelde actief, reactief en schijnbaar vermogen Piekwaarde van actief, reactief en schijnbaar vermogen Actief en reactief energieverbruik Totale harmonische vervorming van spanning en stroom per fase Frequentie Noot: (*) waarden totaal en per fase. De FlashBox is voorzien van een RS485 interface om hem te verbinden met een Atlas of Optimodem datalogger. Er zijn diverse meetsnoeren voor spanning en stroommetingen, stroomtangen en een stevige opbergkast voor accessoires verkrijgbaar. Omschrijving Adapter voor de Optimodem SMA connector naar een standaard FME GSM antenne GSM antennekabel, 2 meter GSM antennekabel, 5 meter GSM antennekabel, 20 meter GSM dual band staafantenne, 3,5 db RS232 kabel voor lokale Optimodem uitlezing, lengte 5 meter 22

23 6.12 Draadloze sensoren Optimod2000 systeembeschrijving Op de seriële poorten van zowel Optimodem als Atlas kan een Nokeval draadloos sensor systeem worden aangesloten. Dit systeem bestaat uit één ontvanger met RS485 interface in de licentievrije 433MHz band (desktop of DIN rail uitvoering), één of meer transmitters en (optioneel) een repeater module. MTR970 desktop ontvanger FTR970 Wall mount ontvanger FTR960 Wall mount repeater Voeding: Ontvanger: Comm. 12 VDC datalogger of externe adapter Mhz RS485 interface Voeding: Ontvanger: Comm. 12 VDC datalogger of externe adapter Mhz RS485 interface Voeding: 12 VDC uit externe adapter MTR260C temperatuur sensor FTR262 field transmitter MTR165 field transmitter Voeding: Zender: Bereik: 3,6 volt lithium cel MHz licentie vrij 10+ meter binnen 100+ meter buiten Schaal: C ingebouwde Pt100 Bevestigingsplaat meegeleverd Voeding: Zender: Bereik: Sensor: 2 x AAA batterij MHz licentie vrij 10+ meter binnen 100+ meter buiten configureerbaar, o.a. PT100 element mv 0-10 Volt 0(4) - 20 ma Voeding: Zender: Bereik: Sensor: 3,1 volt lithium cel MHz licentie vrij 10+ meter binnen 100+ meter buiten Configureerbaar, o.a mv 0-10 Volt 0(4) - 20 ma Bevestigingsplaat meegeleverd 23

24 Het WSS4 draadloze pulssysteem bestaat uit één tot drie draadloze enkel kanaal pulszenders in de 433 MHz band en een bijbehorende ontvanger met maximaal drie pulsuitgangen voor aansluiting op de pulsingangen van een Optimodem of Atlas datalogger. De pulszender krijgt impulsen van de aangesloten meter en telt deze intern. Om de paar minuten wordt deze tellerstand uitgezonden en ontvangen door de bijbehorende ontvanger die de getelde pulsen doorgeeft aan de pulsingangen van de betreffende datalogger. WSS4-PR3 Drie kanaal draadloze pulsontvanger WSS4-PR1 Eén kanaal draadloze pulszender - voeding 12 VDC uit datalogger - drie open collector pulsuitgangen - volledig ingegoten - ingebouwde batterij (10 jaar levensduur) MHz, l icentie vrij 24

25 7 Energiebesparing, voorbeelden 1 - Koelwater monitoren Door het monitoren van het koelwatersysteem in een fabriek werd ontdekt dat de efficiency van het systeem dramatisch was afgenomen. Na modificatie functioneerde het systeem weer met minder energieverbruik en bleek dat een reeds geplande uitbreiding kon vervallen. Besparing circa ,- 2 - Afvoerpomp Het monitoren van de bedrijfsuren van een afvoerpomp liet zien dat deze continue draaide. Oorzaak was een geblokkeerde rioolpijp. Besparing circa ,-/jr. 3 - Onder bemetering In een een verdeelkast werden een aantal elektriciteitsmeters geïnstalleerd. Veel processen bleken veel meer energie te gebruiken dan gedacht. Ook een aantal voedingskabels werden overbelast waardoor een potentieel gevaarlijke situatie was ontstaan. 6 - Doorberekenen van energiekosten Door gebruik te maken van het Optimod2000 systeem kunnen energiekosten wordwen doorberekend aan individuele productie afdelingen, appartementen enz. 7 - Verwarming Door het slecht functioneren van de centrale verwarming in een school bleef de verwarming in het weekend doordraaien. Deze situatie bestond waarschijnlijk al enkele maanden toen het systeem werd geïnstalleerd. 8 - Piekbewaking Een foutief ingestelde schakelklok in een winkel schakelde een zware belasting in terwijl de nog winkel geopend was en de verlichting aan. Dit veroorzaakte een hoge piekbelasting waarvoor de winkeleigenaar een extra hoge energie rekening kreeg. 4 - Lekkende kleppen Na analyse van het gebruik van koelwater bleek dat een behoorlijk aantal kleppen lekte waardoor koelwater in het rioolsysteem werd geloosd. Besparing circa ,-/jr. Defecte kleppen lekten voortdurend drinkwater in het riool. Besparing circa ,-/jr. 5 - Kwaliteit koelwater De alarmfunctie in een Optimodem signaleerde dat koelwater een te laag redox potentiaal had. Dit werd veroorzaakt door een lekkende aanzuigslang van de chloor bleekloog pomp. Omdat hierdoor te weinig chloor bleekloog werd aangezogen ontstond het gevaar dat het koelwa-ter -circuit, door overmatige bacteriëngroei, werd vervuild. 25

26 8 Datalogger functionele vergelijking Serie Optimodem Atlas Type datalogger 400-x-E 800-x-E 432-x-E 862-x-E 432-x-IE 862-x-IE Atlas-x-10 Atlas-x-1x Digitale ingangen Puls Tijd Tarief ingang Piek bewaking sync. Sommeer teller Alarm / alarm reset Analoge ingangen NTC temp. sensor mA, 0-10V Laag & hoog setpoint Relais uitgangen Alarm Setpoint Piekbewaking (opt. P) Kalender/Astro klok Afstand bestuurd Optie 9 Communicatie GSM (optie G) GPRS (optie P) PSTN (optie M) ISDN (optie D) TCP/IP (optie T) WiFi (optie W) RS485 (optie R) Ser. poorten/ kanalen 2 (10) 2 (10) 2 (10) 2 (10) 2 (10) 2 (10) 1 (8) +1(8) IEC1107 (CS) Optie code Z 1 Optie 1 RS485 Optie Z + TCSC-R interface module Optie 2 RS232 Optie Z + TCSC-V interface module Optie 3 Uitlezen Lokaal, RS232 Optimod2000/DCM MV90 Aanvraag Aanvraag 26