Jakobus. Van Jakobus, dienaar van God en van de Heer Jezus Christus. Aan de twaalf stammen in de diaspora. Ik groet u.

Transcriptie

1 Jakobus Inleiding Van Jakobus, dienaar van God en van de Heer Jezus Christus. Aan de twaalf stammen in de diaspora. Ik groet u. Schrijver: Jakobus. Maar welke?! Van oudsher wordt aangenomen dat de schrijver van de Jakobus brief Jakobus, de (half)broer van Jezus is. Even het geheugen opfrissen! Wat weet je van deze Jakobus? Wanneer je geheugen je in de steek laat, check Mat. 13:55; Marc. 3:21; Joh. 7:3-5; Hand. 12:17; Hand. 15; Hand 21:18; Gal. 1:19; Gal. 2:9. Jakobus was de leider van de gemeente Jeruzalem en had autoriteit. Hij maakt zichzelf niet verder bekend in dit eerste vers, waarschijnlijk was dit ook niet nodig, iedereen wist van wie de brief was en nam de brief alleen daardoor al serieus. Opvallend is hoe hij zich wél bekend maakt, als slaaf van de Heer Jezus Christus. Overigens maakte Jakobus waarschijnlijk gebruik van een schrijver, evenals Paulus deed. Geadresseerden: twaalf stammen in de diaspora (= verstrooiing), de twaalf stammen waren over de hele - toen bekende - wereld verspreid. De joden in de verstrooiing namen de cultuur over van de volken rondom. Zozeer zelfs, dat de Joden een spreekwoordelijke uitdrukking werden voor schijnheiligheid. Goed om bij het lezen van de brief in het achterhoofd te houden! => Opvallend! De geadresseerden zijn in de eerste plaats de joden, maar wel de joodse christenen, gezien de term 'broeders' in vers 2. De brief is geschreven rond 61 na Chr., vermoedelijk in Jeruzalem. De Brief van Jakobus is een praktisch geschrift dat het geloofsleven als onderwerp heeft. De brief heeft veel pareltjes van wijsheid. Het heeft alleen niet veel onderlinge samenhang. Het bevat echo s van de Bergrede en doet denken aan Joodse wijsheidsliteratuur zoals het bijbelboek Spreuken. Lees vers 2-8. Tip print de bijlage (1&2) uit, pak pen en kleurpotloden en maak aantekeningen op het blad (klad het vol). Onderstreep, zet?!+- :? => Bij dingen die vragen oproepen.! => Bij dingen die opvallen. + => Bij dingen die positief aanspreken. => Bij dingen die weerstand oproepen. Schrijf er vragen bij, let op stijlfiguren (zoals beelden), laat tot je door dringen wat er

2 staat. Bespreek dit gedeelte met elkaar. Let op wat er staat, wat het betekent, hoe wij het kunnen toepassen. Vragen die hierbij kunnen helpen: 1. Zet de tekst in eigen woorden. 2. Wat doet beproeving met jou? a) Wat zou beproeving volgens de tekst met jou moeten doen? b) Hoe kun je hierin groeien? 3. Moedigen wij elkaar aan tot volmaaktheid? Waarom wel / niet? a) Wat moedigt jou aan tot volmaaktheid, kan de kring hierin helpen? 4. Wat roept vers 6-8 bij je op? a) Over wat voor twijfel zou het hier gaan? b) Hoe zou je reageren als iemand (anders) dit tegen je zou zeggen? 5. Hoe kunnen we een geloof krijgen dat niet zo wankelbaar is als de golven van de zee? Lees vers Hoe moeten we deze teksten interpreteren? [Hint misschien heeft Hand. 2:43-47 hier iets mee te maken?!] Lees vers => zie Bijlage 3 Denk na (voor jezelf) over de vragen in de bijlage. 7. Wil je hier iets over delen (bepaal voor jezelf of je dit te persoonlijk vind of dat je er toch iets over kwijt wilt)? Lees vers Dank God voor Zijn goede gaven. Zet vers in eigen woorden om in een dankgebed. Neem de komende tijd vers 5 met je mee, leer het uit je hoofd, plak het boven je bed, het is een belofte die in de Bijbel staat!

3 Bijlage 1 Tekst NBV vers 2-8 Het moet u tot grote blijdschap stemmen, broeders en zusters, als u allerlei beproevingen ondergaat. Want u weet: wanneer uw geloof op de proef wordt gesteld, leidt dat tot standvastigheid. Als die standvastigheid ook daadwerkelijk blijkt, zult u volmaakt en volkomen zijn, zonder enige tekortkoming. Komt een van u wijsheid tekort? Vraag God erom en hij, die aan iedereen geeft, zonder voorbehoud en zonder verwijt, zal u wijsheid geven. Vraag vol vertrouwen, zonder enige twijfel. Wie twijfelt is als een golf in zee, die door de wind heen en weer wordt bewogen. Wie zo aarzelend en onberekenbaar is bij alles wat hij doet, moet niet denken dat hij iets van de Heer zal krijgen. vers 9-11 Laat de onaanzienlijke gelovige trots zijn op zijn hoge waarde, en de rijke op zijn nederige staat, want hij zal vergaan als een bloem in het veld. Als de zon gaat branden en het gras door de hitte verdort, valt de bloem af en is het gedaan met zijn schoonheid. Zo zal ook de rijke vergaan terwijl hij volop met zijn zaken bezig is. vers Gelukkig is de mens die in de beproeving staande blijft. Want wie de proef doorstaat, ontvangt als lauwerkrans het leven, zoals God heeft beloofd aan iedereen die hem liefheeft. Wie in verleiding komt, moet niet beweren: Die verleiding komt van God. Want God stelt niemand aan verleiding bloot, zoals hij zelf ook niet door iets slechts in verleiding kan worden gebracht. Iedereen komt in verleiding door zijn eigen begeerte, die hem lokt en meesleept. Is de begeerte bevrucht, dan baart ze zonde; en is de zonde volgroeid, dan brengt ze de dood voort. vers Geliefde broeders en zusters, vergis u niet: elke goede gave, elk volmaakt geschenk komt van boven, van de Vader van de hemellichten; bij hem is nooit enige verandering of verduistering waar te nemen. Hij wilde ons door de verkondiging van de waarheid tot leven roepen, om ons de eersten te maken in zijn schepping.

4 Bijlage 2 Verschillende vertalingen De Nieuwe Bijbelvertaling Herziene Statenvertaling Groot Nieuws Bijbel 1996 American Standard Version, 1901 Het moet u tot grote blijdschap stemmen, broeders en zusters, als u allerlei beproevingen ondergaat. Want u weet: wanneer uw geloof op de proef wordt gesteld, leidt dat tot standvastigheid. Als die standvastigheid ook daadwerkelijk blijkt, zult u volmaakt en volkomen zijn, zonder enige tekortkoming. Komt een van u wijsheid tekort? Vraag God erom en hij, die aan iedereen geeft, zonder voorbehoud en zonder verwijt, zal u wijsheid geven. Vraag vol vertrouwen, zonder enige twijfel. Wie twijfelt is als een golf in zee, die door de wind heen en weer wordt bewogen. Wie zo aarzelend en onberekenbaar is bij alles wat hij doet, moet niet denken dat hij iets van de Heer zal krijgen. Acht het enkel vreugde, mijn broeders, wanneer u in allerlei verzoekingen terechtkomt, want u weet dat de beproeving van uw geloof volharding teweegbrengt. Maar laat die volharding ook volledig mogen doorwerken, opdat u volmaakt bent en geheel oprecht, en in niets tekortschiet. En als iemand van u in wijsheid tekortschiet, laat hij die dan vragen aan God, Die aan ieder overvloedig geeft en geen verwijten maakt, en ze zal hem gegeven worden. Maar laat hij er in geloof om vragen en daarbij niet twijfelen. Immers, wie twijfelt, lijkt op een golf van de zee, die door de wind voortgestuwd en op- en neergeworpen wordt. Want zo iemand moet niet denken dat hij iets ontvangen zal van de Heere. Hij is een dubbelhartig man, onstandvastig in al zijn wegen. Mijn broeders en zusters, beschouw het als een groot geluk, wanneer allerlei beproevingen u overkomen. Want u weet: als uw geloof de beproeving doorstaat, dan is standvastigheid het gevolg. En standvastigheid op haar beurt moet leiden tot volmaaktheid. Het gaat erom dat u volmaakte en gave mensen wordt die in niets tekortschieten. Als iemand van u wijsheid tekort komt, moet hij God erom bidden, en dan zal hij wijsheid ontvangen, want God geeft aan iedereen zonder voorbehoud en verwijt. Maar als u bidt, moet u vertrouwen en niet twijfelen. Iemand die twijfelt, lijkt op de golven van de zee, die door de wind heen en weer worden bewogen. Zo iemand moet niet denken ook maar iets van de Heer te krijgen, onzeker als hij is en besluiteloos in al zijn doen en laten. Count it all joy, my brethren, when ye fall into manifold temptations; Knowing that the proving of your faith worketh patience. And let patience have [its] perfect work, that ye may be perfect and entire, lacking in nothing. But if any of you lacketh wisdom, let him ask of God, who giveth to all liberally and upbraideth not; and it shall be given him. But let him ask in faith, nothing doubting: for he that doubteth is like the surge of the sea driven by the wind and tossed. For let not that man think that he shall receive anything of the Lord; a doubleminded man, unstable in all his ways.

5 Bijlage 3 Denk na over deze tekst en de vragen, je kunt je antwoorden eventueel opschrijven. Vers Maar ieder mens wordt verzocht, als hij door zijn eigen begeerte wordt meegesleurd en verlokt. Daarna, wanneer de begeerte bevrucht is, baart ze zonde, en wanneer de zonde volgroeid is, baart ze de dood. Waar gaat jouw begeerte naar uit? Wat doet het met jou om deze tekst te lezen? In deze tekst worden verschillende 'fasen' genoemd; begeerte, bevruchting, zonde, groei zonde, dood kun je deze fasen aan de hand van zonden in je eigen leven concreet maken? Lukt het jou om in dit proces in te grijpen? Hoe doe je dat? Moedigt dit gedeelte jou aan tot ander gedrag?