Tweede Kamer der Staten-Generaal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tweede Kamer der Staten-Generaal"

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1981 Nieuwe beeldenaar munten VERSLAG VAN EEN MONDELING OVERLEG Vastgesteld 25 juni 1981 De vaste Commissie voor Financiën 1 voerde op woensdag 24 juni 1981 mondeling overleg met de Staatssecretaris van Financiën over de voornemens van de Regering met betrekking tot een nieuwe beeldenaar op de munten. De bewindsman had zich doen vergezellen van de heer D. Pompe van de Directie Binnenlands geldwezen. Bureau Financiële instellingen en Betalingsverkeer van het Ministerie van Financiën, prof. R. D. E. Oxenaar, lid van de Commissie Beeldenaar en de heer J. H. Weeda, Hoofd Perszaken van de Centrale Directie voorlichting van het Ministerie van Financiën. De commissie heeft de eer van het overleg als volgt verslag uit te brengen. De heer Van Dis (S.G.P.) vroeg naar aanleiding van perspublikaties over de nieuwe beeldenaar of de op de nieuwe munten aan te brengen vlakjes in reliëf noodzakelijkerwijs toegevoegd zouden moeten worden. De beeltenis van Hare Majesteit de Koningin, een gehalveerd profiel, achtte dit lid minder geslaagd. Had, alvorens de plannen met betrekking tot een nieuwe muntenserie ontwikkeld werden, niet beter overleg met de vaste commissie kunnen plaatsvinden? Zal het randschrift overigens worden gehandhaafd, zo vroeg de heer Van Dis. 1 Samenstelling: Joekes (VVD), Hermsen (CDA), Van Dis (SGP), Beckers-de Bruijn (PPR), Kombrink (PvdA), Van der Hek (PvdA), Rienks (PvdA), Engwirda (D'66), De Vries (PvdA), Lubbers (CDA), Van Dijk (CDA), ondervoorzitter, Wöltgens (PvdA), De Korte (VVD), Hermans (VVD), Gerritse (CDA), De Vries (CDA), Tazelaar (PvdA), Veldhuizen (D'66). De heer Blaauw (V.V.D.) zei het niet eenvoudig te vinden van gedachten te wisselen over zaken van esthetische vormgeving, te meer daar de nieuwe beeldenaar nog slechts op foto's is getoond. De nieuwe beeldenaar vergelijkende met de huidige constateerde de heer Blaauw, dat met invoering van de nieuwe beeldenaar sprake zou zijn van een breuk in de continuïteit, die onze munten in hun vormgeving steeds heeft gekenmerkt. Ook dit lid toonde zich niet verheugd over het voornemen de beeltenis van de Koningin te halveren. Om welke reden is daarvoor gekozen? Inzicht zou dit lid gaarne verkrijgen in de wijze waarop op de nieuwe munten het reliëf zou worden aangebracht. Waarom krijgen de munten blindentekens? Zijn vorm, omvang en gewicht niet reeds toereikend om de ene muntsoort van de andere te onderscheiden? Kan, waar toch verwarring zou kunnen optreden, niet naar andere oplossingen worden gezocht? De heer Schutte (G.P.V.) sloot zich aan bij de opmerkingen van zijn beide voorgangers inzake de beeltenis van Hare Majesteit de Koningin. Hij vroeg S-Fin 2 vel Tweede Kamer, zitting 1981, 16949, nr. 1

2 waarom het Rijkswapen op de nieuwe munten niet meer zal voorkomen. Is hier vrijheid aan de ontwerper gelaten? Ten aanzien van de blindentekens vroeg de heer Schutte of vooraf overleg was gepleegd met organisaties van visueel gehandicapten. De heer Van Dijk (C.D.A.) merkte op, dat blijkens berichten in de Staatscourant van 3 juni 1981 de commissie Beeldenaar tevens een tweede voorkeur voor een ander ontwerp had uitgesproken. Kan de Staatssecretaris meedelen hoe het ontwerp van deze tweede keuze eruit ziet? Om welke reden ontbreekt op de ontwerpen van de eerste keuze het Nederlandse wapen? Waarom werd afgezien van de historische continuïteit die de Nederlandse munten in dit opzicht zozeer heeft gekenmerkt? Welk nut is verbonden aan de in reliëf gebrachte vlakken en aan de lijnen? Is het waar dat deze vlakken niet zijn bedoeld om als blindentekens te dienen? De heer Engwirda (D'66) zei nog geen definitief oordeel over de nieuwe beeldenaar te kunnen uitspreken. Hij zou gaarne vernemen welke mogelijkheden er zijn om tot een andere keuze van een beeldenaar te komen. Wat zijn daarvan de financiële consequenties? De heer Rienks (P.v.d.A.) merkte op, een licht gevoel van onbehagen te hebben gekregen na het zien van de persfoto's van de nieuwe munten. Wil de Staatssecretaris meedelen of en, zo ja, welke organisaties van visueel gehandicapten zijn gehoord in het proces van voorbereiding der ontwerpen? Is, indien dit overleg heeft plaatsgevonden, ook aandacht besteed aan de herkenbaarheid van de munten op grond van hun omvang en gewicht? Gelet op het feit, dat de Kamer met de Regering nog van gedachten zal wisselen over de reeds ingediende nota inzake het muntbeleid (16716) zei dit lid het niet wenselijk te achten nu over te gaan tot het aanmunten van een muntenreeks met een nieuwe beeldenaar doch te wachten op de afhandeling van de nota Muntbeleid. Wellicht blijkt in de discussie over de genoemde nota dat de Kamer een wijziging zou willen aanbrengen in de huidige muntenreeks. Een dergelijke wens zou, indien reeds nu tot een nieuwe muntslag wordt overgegaan, praktisch moeilijker verwezenlijkbaar zijn indien er reeds nieuwe munten aangemaakt zijn. Kan de Staatssecretaris mededelen welke gevolgen het besluit van uitstel zou hebben en is hij bereid dit uitstel te accepteren? De heer Joekes (V.V.D.) meende te hebben begrepen, dat de organisaties van visueel gehandicapten zich zeer negatief over de nieuwe beeldenaar hadden uitgelaten. Is dat de bewindsman bekend? Dit lid zei zich te kunnen voorstellen, dat de Kamer inzage zou krijgen in alle ingediende ontwerpen, opdat zij zich een volledig beeld van de mogelijkheden zou kunnen vormen. De Staatssecretaris van Financiën toonde zich verheugd over de thans plaatsvindende gedachtenwisseling. Hij zei niet verheugd te zijn over de kwaliteit van de foto's van de nieuwe munten, zoals die in vele kranten waren gepubliceerd. Met de tijdens deze vergadering aan de commissie overgelegde foto's van de nieuwe beeldenaar hoopte de Staatssecretaris een deel van de bezorgdheid van de leden der commissie te hebben kunnen wegnemen. Persoonlijk toonde de bewindsman zich ingenomen met de, overigens door hemzelf gemaakte keuze. Binnenkort te verschijnen publikaties over de nieuwe beeldenaar zullen eveneens zeer lovend zijn, zo kondigde hij aan. Met betrekking tot de voorgeschiedenis van de totstandkoming van de ingediende ontwerpen deelde de Staatssecretaris mee, direct nadat het besluit tot het invoeren van een nieuwe beeldenaar op de munten was genomen, een commissie van brede, deskundige samenstelling te hebben ingesteld. Deze commissie stelde een lijst op van de kunstenaars en grafisch ontwerpers, die geacht konden worden in staat te zijn een nieuwe beeldenaar te Tweede Kamer, zitting 1981, 16949, nr. 1 2

3 ontwerpen. Uit deze lijst van 49 mensen koos de commissie een negental ontwerpers, aan wie werd gevraagd een ontwerp te maken. Op basis van deze negen ontwerpen zou de commissie de Staatssecretaris ten slotte van advies dienen. Uiteindelijk bleken acht van de negen ontwerpers in staat te zijn geweest aan het verzoek te voldoen; één van hen was wegens tijdgebrek daartoe niet in staat. De commissie heeft ten slotte vrijwel unaniem het thans voorliggende ontwerp gekozen en aan de bewindsman als eerste aanbevolen. Hetzelfde vond plaats met het ontwerp van de tweede keuze. Vervolgens werden alle ontwerpen uiteraard aan H.M. de Koningin voorgelegd. De Staatssecretaris merkte op, het maken van een uiteindelijke keuze niet zeer moeilijk te hebben gevonden. Met enkele leden der commissie was hij het eens, dat de continuïteit met het gekozen ontwerp, gelet op de eerdere muntenreeksen, werd doorbroken. Dit aspect bemoeilijkte de keuze dan ook enigszins. Alles overziende wenste de Staatssecretaris op te merken volledig achter de door hem gemaakte keuze te blijven staan. Aan de ontwerpers is, zo vervolgde de bewindsman, veel vrijheid geschonken. Zo waren zij geheel vrij al dan niet het Nederlandse wapen in hun ontwerpen op te nemen. De wet verplicht ook niet tot dit wapen. Het randschrift, waarnaar een lid van de commissie vroeg, zal worden gehandhaafd op de nieuwe munten. Van berichten, als zouden de organisaties van visueel gehandicapten zeer ontevreden zijn over de blindentekens in het gekozen ontwerp, was de Staatssecretaris niets bekend. Overleg met deze organisaties heeft niet plaatsgevonden. De ontwerper heeft naar eigen inzicht deze tekens in het ontwerp aangebracht - volstrekt noodzakelijk was dat niet. De bewindsman zei bereid te zijn in overleg met de ontwerper te bezien of een wijziging van het ontwerp in dit opzicht mogelijk zou zijn. De Staatssecretaris deelde voorts mee, dat een expositie zal worden gehouden van alle ontwerpen. In antwoord op een vraag van de heren Rienks en Engwirda, welke mogelijkheden nog bestaan om een andere keuze van de beeldenaar te bevorderen, merkte de bewindsman op met pijn in het hart de beslissing te hebben moeten nemen om de nieuwe beeldenaar niet op de munten van 1981 te doen slaan. Hij zou het daarom nog meer betreuren indien dit ook op munten in 1982 niet zou gebeuren. Indien men uitgifte van de nieuwe beeldenaar op de munten van 1982 wenst, dan dient uiterlijk augustus 1981 met de produktie te worden aangevangen. Een vertraging van dit tijdstip zou met zich brengen, dat op 2 januari 1982 niet voldoende nieuwe munten voorradig zijn, waardoor moet worden verwacht, dat de verzameldrift van verzamelaars de munt nog schaarser maakt. Indien de Kamer zou aandringen op stopzetting van de verdere voorbereidingen van de produktie, zouden, indien de Regering aan die wens gehoor zou geven, de gevolgen van buitengewoon ernstige aard zijn. Voorshands zag de Staatssecretaris geen reden om aan een dergelijke wens, zo deze al zou worden geuit, uitvoering te geven. De heer Oxenaar stelde dat de Nederlandse bevolking blij zou mogen zijn met de nieuwe beeldenaar. De ontwerper, die zeer zorgvuldig te werk is gegaan, is industrieel ontwerper, die zich aanvankelijk op het ontwerpen van sieraden toelegde. De vormgeving van de nieuwe beeldenaar sluit zeer goed aan bij de technische produktie-eisen, die aan een munt moeten worden gesteld. De wijze waarop de beeldenaar door de ontwerper is ontworpen achtte de heer Oxenaar getuigen van doordachtheid, objectiviteit en soberheid. Het reliëf op de beeldenaar en de keuze van het materiaal doen de nieuwe munten zeer goed passen in het bestaande stelsel. Een andere kwaliteit van het ontwerp achtte de heer Oxenaar de grote samenhang, die zich zowel voordoet in de waarden van de verschillende muntstukken als in de voor en achterzijde. De keuze van de typografie is voorts een element dat deze samenhang benadrukt. In dit verband noemde de heer Oxenaar de wijze van publikatie van het gekozen ontwerp in de pers nogal ongelukkig. Hij tekende daarbij aan, dat daartoe ook had bijgedragen de nogal zware nadruk, die in de pers was gelegd op de blindentekens op de nieuwe munten, die in het geheel niet als zodanig zijn ontworpen. Veel meer zijn deze tekens de uit- Tweede Kamer, zitting 1981, 16949, nr. 1 3

4 komsten van een lijnenspel, dat gebaseerd is op de waarde van het betreffende muntstuk. Daarbij is uitgegaan van het gegeven dat het kwartje het vierde deel van de gulden is en de rijksdaalder een vierde van het tientje. Logisch en esthetisch is deze keuze zeer verantwoord. Een bijkomend effect van het aanbrengen van deze vlakken is de mogelijkheid voor blinden en slechtzienden de munten door middel van aftasting te onderscheiden. Ten onrechte is in de pers gesteld, dat dit effect door de ontwerper in eerste instantie zou zijn beoogd. Ten aanzien van van de beeldenaar op de munten is door de ontwerper gezocht naar een voortzetting van de lineatuur. Ook ten aanzien van de typografie is gekozen voor voortzetting van die aan de muntzijde. De beeldenaar zelf is een beeltenis van het Staatshoofd in profiel. Het reliëf is zodanig gekozen dat sprake is van een opbouw van een aantal terrassen, waarbij het linker deel het laagst ligt. In tweede termijn merkte de heer Van Dijk op van mening te zijn dat de discussie over de nieuwe beeldenaar grotendeels wordt bepaald door persoonlijke opvattingen over esthetiek. Gehoord de toelichting van de Staatssecretaris over de totstandkoming van de ontwerpen vroeg dit lid of bij de keuze van ontwerper en ontwerp de aanvaardbaarheid van de ontwerpen uit een oogpunt van grafische esthetiek en industriële vormgeving niet een zwaarder gewicht hebben gekregen dan het element van de symboliek, dat toch zozeer aan een munt is verbonden. Betekent dit ontwerp in dit opzicht niet een verarming ten opzichte van de huidige muntenreeks? Aan de ene zijde van de munt is het wapen, symbool van de continuïteit van het Koninkrijk, geheel weggevallen, aan de andere zijde vormt de beeldenaar niet meer het hart van het «Koninkrijk der Nederlanden», maar wendt de beeltenis zich af van de woorden «Beatrix, Koningin der Nederlanden», waarmee een soort antithese lijkt te zijn gecreëerd. Ook de nogal harde gestileerde wijze waarop de beeltenis van de Koningin is weergegeven, sprak de heer Van Dijk minder aan. Tot slot stelde dit lid dat deze opmerkingen van persoonlijke aard waren en niet noodzakelijkerwijs het standpunt van zijn fractie weergaven. Nochtans deelde hij mee vele negatieve reacties op het ontwerp te hebben ontvangen. De heer Van Dis sloot zich aan bij de opmerkingen van de heer Van Dijk in tweede termijn. Ook hij achtte de beeldenaar nogal abstract gestileerd in het ontwerp. Kan de Staatssecretaris meedelen welk bedrag tot nu toe reeds gemoeid is geweest met de voorbereidingen en de aanmaak van de nieuwe munten? De Staatssecretaris merkte op dat ten aanzien van de produktie nog geen investeringen zijn gedaan. Ook het stempel voor de nieuwe muntenreeks dient nog te worden vervaardigd. Dat zal eerst geschieden nadat het ontwerp volledig is uitgewerkt. De heer Blaauw zei ook enige moeite te hebben met de doorbreking van de continuïteit van de muntenreeks, zoals Nederland die tot nu toe kent. Persoonlijk zei dit lid te menen dat invoering van het ontwerp van eerste voorkeur een verarming zou betekenen van de kwaliteit van het Nederlandse betaalmiddel, mede omdat de symboliek zo wordt gemist. Kan de Staatssecretaris mededelen waarom het Nederlandse wapen niet onderdeel van de nieuwe muntenreeks zou behoren uit te maken? Met de Staatssecretaris zei dit lid van mening te zijn dat de aan de commissie verstrekte foto's in ieder geval een beter beeld geven van de ontwerpen dan de persfoto's. De heer Blaauw vroeg of in de opdracht aan de ontwerpers ook was begrepen de voorwaarde, dat de nieuwe munten in uiterlijk en vormgeving dienden aan te sluiten bij de huidige muntenreeks. De heer Schutte merkte op na de mededelingen van de Staatssecretaris een beter inzicht te hebben verkregen in de motieven, die hebben geleid tot de keuze van de ontwerpen door de Staatssecretaris. Ten aanzien van de Tweede Kamer, zitting 1981, 16949, nr. 1 4

5 doorbreking in de continuïteit van het huidige muntenstelsel meende de heer Schutte dat de bewindsman een te weinig overwogen oordeel had geveld over het ontwerp. De continuïteit komt immers vooral tot uitdrukking in het nationale wapen, en minder in de afbeelding van het staatshoofd. Met betrekking tot de blindentekens meende dit lid dat toch het oordeel van de organisatie van de visueel gehandicapten zou moeten worden gevraagd. Wil de bewindsman alsnog overleg plegen met deze organisaties? De heer Engwirda vroeg de Staatssecretaris of de Kamer op korte termijn inzage zou kunnen krijgen van de overige ingediende ontwerpen, opdat zij zich vooral ten aanzien van het aspect van de continuïteit een oordeel over alle ontwerpen zou kunnen vormen. De heer Rienks meende ook dat de voorlichting over de ingediende ontwerpen en vooral over de eerste voorkeur van de Staatssecretaris te wensen had overgelaten. Ook hij achtte het raadzaam, mede gelet op de woorden van de heer Oxenaar, om alsnog het oordeel van de organisatie van visueel gehandicapten te vragen. Het doorbreken van de continuïteit in het muntbeleid moet volgens de heer Rienks gemotiveerd zijn. Slechts wanneer dit uit een oogpunt van kwaliteitscontrole wenselijk zou zijn, zou daartoe dienen te worden besloten. Een argument van dien aard had de heer Rienks echter tot nu toe nog niet van de Staatssecretaris gehoord. Wanneer men ziet naar voorbeelden uit het buitenland, dan blijkt dat kwaliteitscontrole inderdaad een enkele keer reden is geweest de vormgeving van de munten te wijzigen. Een vraag die de heer Rienks naar voren bracht was of op de laagste waarden van de munten de beeldenaar eigenlijk wel dient te worden gehandhaafd. Hij wees hierbij op de Nederlandse postzegels van een waarde onder het briefport, waarop de beeltenis van het Staatshoofd niet is afgedrukt. Bestaan ten aanzien van munten voorschriften op dit terrein? De Staatssecretaris van Financiën deelde mee dat ten aanzien van postzegels met een waarde onder het briefport inderdaad wettelijke regels van kracht zijn. De heer Rienks vervolgde zijn betoog met de vraag in hoeverre de Staatssecretaris toch mogelijkheden aanwezig acht de aanmaak van munten met de nieuwe beeldenaar later te doen ingaan op 1 januari 1982 en voorshands voort te gaan met het slaan van munten die gedateerd zijn Indien tegen deze handelwijze geen bezwaren bestaan, dan zou dit lid gaarne wensen te vernemen welke bezwaren bestaan tegen invoering van de nieuwe beeldenaar na afloop van de behandeling door de Kamer van de nota Muntbeleid. De heer Joekes merkte op, dat nog niet duidelijk is of de Kamer de Staatssecretaris zou confronteren met een uitspraak over zijn voornemens met betrekking tot de nieuwe beeldenaar. Dit Md hechtte eraan op te merken, dat de door de leden der commissie gemaakte opmerkingen over het ontwerp de inventiviteit en de creativiteit van de ontwerper niet in het geding brengen. Waar het de Kamer om te doen is is het beleid van de Regering in dezen, waarvoor de Staatssecretaris van Financiën verantwoordelijk is. De vraag is of de nieuwe munten voor de gebruikers ervan aanvaardbaar zijn. Immers, munten hebben voor diegenen, die ze dagelijks gebruiken, een grote gevoelswaarde. De gebruikers zijn bovendien groot in aantal. De vraag is voorts of de Kamer het van belang vindt, dat de beeltenis van de Koningin en het Nederlandse wapen op de munten blijven verschijnen. Wat zal met het ontwerp gebeuren indien zal worden besloten de blindentekens weg te laten? De heer Joekes zei niet goed in te zien om welke reden invoering van de nieuwe beeldenaar niet enkele maanden na 1 januari 1982 zou kunnen ge- Tweede Kamerzitting 1981, 16949, nr. 1 5

6 schieden. Wil de bewindsman daarop nog ingaan? Wil de Staatssecretaris voorts mededelen of de dubbeltjes en de kwartjes een kartelrand zullen blijven houden? Tot slot vroeg de heer Joekes welke voor- en nadelen de Staatssecretaris verbonden ziet aan een eventueel uitstel van de beslissing omtrent de invoering van een nieuwe beeldenaar tot na de behandeling van de nota Muntbeleid en tot na de expositie van alle ontwerpen. De Staatssecretaris van Financiën deelde mee, dat de aan de ontwerpers gestelde eisen betrekking hadden op de variatie aan denominaties, een vrije metaalkeuze, de wettelijk voorgeschreven beeltenis van het Staatshoofd, inclusief de vermelding «Beatrix Koningin der Nederlanden», de vrijheid inzake de wijze waarop de beeltenis op de munt zou worden aangebracht; een profiel werd dus niet uitgesloten. Voorts eiste de Muntwet dat op de muntzijde de waarde van het muntstuk wordt aangeduid. Ten slotte werd verplicht gesteld, mede gelet op de continuïteit, dat het muntteken en het muntmeestersteken op de munten dienen voor te komen. Als algemene eis gold bovendien, dat er een structurele samenhang in de muntenreeks gecreëerd diende te worden en dat de denominaties goed van elkaar te onderscheiden zouden moeten zijn. Het beleid ten aanzien van de ontwikkeling van een nieuwe muntenreeks kenmerkte zich ten opzichte van de ontwerpers, dus door een grote mate van vrijheid, alsdus de bewindsman. Daarbij heeft een stille hoop op vernieuwing geleefd, zonder dat een dergelijke vernieuwing als eis werd gesteld. Ten aanzien van de symbolische waarde van de nieuwe munten zei de Staatssecretaris het eens te zijn met de gemaakte opmerkingen. Een dergelijk criterium is echte zeer moeilijk op te nemen in een programma van eisen. Bovendien, zo voegde de bewindsman toe, krijgt een munt veelal door de jaren heen symbolische waarde in het dagelijks gebruik, dat ervan wordt gemaakt. Tegelijkertijd dient men te bedenken dat de betekenis van munten in het betalingsverkeer nog altijd geringer is dan die van bankbiljetten, bij de produktie waarvan door de Nederlandsche Bank nog immer het oordeel van derden werd ingeroepen. Ten aanzien van het overleg met de organisaties van visueel gehandicapten deelde de Staatssecretaris mee te hebben vernomen, dat het grootste bezwaar van deze organisaties was, dat zij geen stem hadden gehad in de voorbereidende werkzaamheden van de totstandkoming van de ontwerpen. De eerder aangekondigde expositie van de ontwerpen zal worden geopend in oktober 1981 in de hal van het Ministerie van Financiën. Na 2 januari 1982 zal de expositie op vele plaatsen in het land te bezoeken zijn. In antwoord op overige opmerkingen van leden van de commissie merkte de bewindsman op, dat de breuk met de historische traditie ten aanzien van het muntenstelsel niet van doorslaggevende betekenis is geacht. Ook in de historie van het Koninkrijk der Nederlanden zijn af en toe min of meer ingrijpende wijzigingen op de munten aangebracht. Aan de ontwerpers is niet gevraagd de bestaande muntenreeks aan te passen aan de gewijzigde omstandigheden en inzichten. De Staatssecretaris zei voorts geen mogelijkheden aanwezig te achten de Kamer kennis te laten nemen van de exemplaren van de nieuwe munten alvorens tot het slaan daarvan zou worden besloten. Daartoe zou een z.g. moederstempel moeten worden ontworpen. De investeringen daarvoor zijn echter veel te groot en zouden eerst gerechtvaardigd zijn indien tot het aanmunten zou worden besloten. De Staatssecretaris zei wel te willen nagaan ot de Kamer inzage zou kunnen krijgen in alle ingediende ontwerpen. Met betrekking tot de vraag welke voor- en nadelen verbonden zijn aan uitstel van de beslissing tot invoering van de nieuwe beeldenaar tot na het debat over de nota Muntenbeleid zei de Staatssecretaris een tegenstander te zijn van het aanmunten van betaalmiddelen, die slechts een gedeelte van een jaar zouden kunnen circuleren. Uitstel tot na 1 januari 1982 betekent dus uitstel tot tenminste 2 januari Tweede Kamer, zitting 1981, 16949, nr. 1 6

7 De heer Joekes vroeg in welke voorschriften is te vinden, dat een nieuwe muntenslag steeds per 1 januari van een kalenderjaar in circulatie dient te worden gebracht. De Staatssecretaris deelde mee, dat een zodanig voorschrift niet bestaat, doch dat van deze regel wordt uitgegaan om te voorkomen, dat nieuwe munten door verzamelaars worden opgepot. Bij uitstel van de beslissing dient de Kamer voorts te bedenken wat zij in feite aan de Staatssecretaris vraagt. Dient een geheel andere commissie te worden ingesteld? Dienen andere opdrachten te worden geformuleerd? De Kamer zou dan welhaast op de stoel van de opdrachtgever en de ontwerper gaan zitten. Een samenhang met de behandeling van de nota Muntbeleid zag de Staatssecretaris in tegenstelling tot de heer Rienks niet. Voor zover de Kamer andere gedachten over de samenstelling van de muntenreeks zou hebben, is het aan de Regering daarover na het debat over de nota Muntbeleid een oordeel te vellen en zo nodig een besluit te nemen. De heer Rienks merkte op, dat daarmee wordt bevorderd, dat kort na de aanmunting van munten met de nieuwe beeldenaar een nieuwe muntenreeks zou worden uitgegeven, die het verzamelaars nog aantrekkelijker maakt het betalingsverkeer te regelen. De Staatssecretaris antwoordde daarop, dat dit inderdaad zou moeten worden vermeden. Voor zover het om oppotting van verdwijnende munten gaat, is het daaraan verbonden gevaar voor het betalingsverkeer echter niet aanwezig. De voorzitter van de commissie, Joekes De griffier van de commissie, Nieuwenhuizen Tweede Kamer, zitting 1981, 16949, nr. 1 7

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1981-1982 16 716 Het Muntbeleid Nr.3 De vroegere stukken zijn gedrukt in de zitting 1980-1981 LIJST VAN VRAGEN Vastgesteld 22 september 1981 De vaste Commissie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 681 Verlenging van de zittingsduur van gemeenteraden in gemeenten waarvoor met ingang van 1 januari 2015 een wijziging van de gemeentelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1979-1980 16 154 Bouw van een haven in de westelijke Sahara Nr. 1 1 Samenstelling: Portheine (VVD), Mommersteeg (CDA), Van Thijn (PvdA), Van Rossum (SGP). Wolff

Nadere informatie

Wijzigingen: AB 1995 no. 81 (inwtr ); AB 1997 no. 34; AB 2005 no. 10; AB 2013 no. 28. Artikel 1

Wijzigingen: AB 1995 no. 81 (inwtr ); AB 1997 no. 34; AB 2005 no. 10; AB 2013 no. 28. Artikel 1 Intitulé : Landsverordening regeling geldstelsel Citeertitel: Landsverordening regeling geldstelsel Vindplaats : AB 1991 no. GT 34 Wijzigingen: AB 1995 no. 81 (inwtr. 2010 88); AB 1997 no. 34; AB 2005

Nadere informatie

Rapport. Datum: 13 april 1999 Rapportnummer: 1999/157

Rapport. Datum: 13 april 1999 Rapportnummer: 1999/157 Rapport Datum: 13 april 1999 Rapportnummer: 1999/157 2 Klacht Op 10 november 1998 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer A. te Uden, ingediend door de heer mr. K.E. Leoni, advocaat

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 417 Kabinetsformatie 2010 Nr. 2 BRIEF VAN DE INFORMATEUR Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Hierbij zend ik u, daartoe

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 936 Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met aanpassing van het recht op bijstand bij verblijf buiten Nederland Nr. 4 ADVIES RAAD

Nadere informatie

Artikel 1. Het muntstelsel van Suriname omvat munten en muntbiljetten. Artikel 2 1. 1. De rekeneenheid van het muntstelsel in Suriname is de dollar.

Artikel 1. Het muntstelsel van Suriname omvat munten en muntbiljetten. Artikel 2 1. 1. De rekeneenheid van het muntstelsel in Suriname is de dollar. WET van 8 april 1960 tot regeling van het muntstelsel in Suriname (G.B. 1960 no. 38), gelijk zij luidt na de daarin aangebrachte wijzigingen bij G.B. 1961 no. 59, G.B. 1973 no. 151, S.B/. 1976 no. 12,

Nadere informatie

Rapport. Datum: 8 augustus 2003 Rapportnummer: 2003/261

Rapport. Datum: 8 augustus 2003 Rapportnummer: 2003/261 Rapport Datum: 8 augustus 2003 Rapportnummer: 2003/261 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat zorgverzekeraar Zorg en Zekerheid tot het moment dat zij zich tot de Nationale ombudsman wendde nog geen beslissing

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 769 Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en enkele bijzondere wetten in verband met de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen Nr.

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2000:AA8940 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00/2559

ECLI:NL:GHAMS:2000:AA8940 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00/2559 ECLI:NL:GHAMS:2000:AA8940 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-11-2000 Datum publicatie 04-07-2001 Zaaknummer 00/2559 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

Wijzigingen: AB 1995 no. 81 (inwtr ); AB 1997 no. 34; AB 2005 no. 10; AB 2013 no. 28; AB 2014 no. 11 (inwtr. AB 2014 no. 12); AB 2014 no.

Wijzigingen: AB 1995 no. 81 (inwtr ); AB 1997 no. 34; AB 2005 no. 10; AB 2013 no. 28; AB 2014 no. 11 (inwtr. AB 2014 no. 12); AB 2014 no. Intitulé : Landsverordening regeling geldstelsel Citeertitel: Landsverordening regeling geldstelsel Vindplaats : AB 1991 no. GT 34 Wijzigingen: AB 1995 no. 81 (inwtr. 2010 88); AB 1997 no. 34; AB 2005

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 410 Kabinetsformatie 2012 Nr. 1 BRIEF VAN DE VERKENNER Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 18 september 2012

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 209 Regeling van de tijdelijke vervanging van wethouders en gedeputeerden wegens zwangerschap en bevalling of ziekte B MEMORIE VAN ANTWOORD

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 568 Wijziging van de Financiële-verhoudingswet in verband met een vereenvoudiging van het verdeelmodel van het provinciefonds Nr. 4 ADVIES AFDELING

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1986-1987 19484 Herziening van de bepalingen betreffende het Nederlandse Muntwezen (Muntwet 1987) Nr. 10 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET EINDVERSLAG Ontvangen

Nadere informatie

ECLI:NL:CBB:2016:450. Uitspraak. College van Beroep voor het bedrijfsleven. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/893

ECLI:NL:CBB:2016:450. Uitspraak. College van Beroep voor het bedrijfsleven. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/893 ECLI:NL:CBB:2016:450 Instantie Datum uitspraak 29-12-2016 Datum publicatie 24-01-2017 Zaaknummer 15/893 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie College van Beroep voor het bedrijfsleven Bestuursrecht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1980-1981 16532 Spaarbiljetten aan toonder Nr.3 VERSLAG VAN EEN MONDELING OVERLEG Vastgesteld 9 april 1981 De vaste Commissie voor Financiën 1 voerde op 28 januari

Nadere informatie

Tweede Kamer, vergaderjaar , (R2114), nr. 9 2

Tweede Kamer, vergaderjaar , (R2114), nr. 9 2 samen te werken. Volgens de fractie is artikel 12a van het Statuut gebaseerd op twee waarden: gelijkwaardigheid van de landen en de vrijheid van de landen om samen te werken. De fractie citeert uit de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 856 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enkele andere wetten teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid

Nadere informatie

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL 2 Vergaderjaar 2010-2011 32 856 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enkele andere wetten teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid

Nadere informatie

verklaring dat een belanghebbende zich, ofschoon zijn rechtspositie niet is geschaad, op incorrecte wijze door het fonds bejegend acht.

verklaring dat een belanghebbende zich, ofschoon zijn rechtspositie niet is geschaad, op incorrecte wijze door het fonds bejegend acht. Stichting Pensioenfonds Abbott Nederland Reglement klachten- en geschillenprocedure Artikel 1. Begripsbepalingen De in de statuten en het pensioenreglement gebruikte begripsbepalingen worden geacht deel

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 352 Besluit van 17 juli 2012 tot vaststelling van de procedure voor verlenging van vergunningen als bedoeld in artikel 20.2 van de Telecommunicatiewet

Nadere informatie

Rapport. Datum: 4 maart 2004 Rapportnummer: 2004/073

Rapport. Datum: 4 maart 2004 Rapportnummer: 2004/073 Rapport Datum: 4 maart 2004 Rapportnummer: 2004/073 2 Klacht DE ONDERZOCHTE GEDRAGING Het in strijd met het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht niet informeren van betrokkene over de mogelijkheid

Nadere informatie

Rapport. Datum: 17 september 1999 Rapportnummer: 1999/404

Rapport. Datum: 17 september 1999 Rapportnummer: 1999/404 Rapport Datum: 17 september 1999 Rapportnummer: 1999/404 2 Klacht Op 13 juli 1999 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw B. te Harlingen, met een klacht over een gedraging van de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 32 047 Goedkeuring van verdragen met het oog op het voornemen deze toe te passen op Bonaire, Sint Eustatius en Saba, en van het voornemen tot opzegging

Nadere informatie

Rapport. Datum: 13 juli 2006 Rapportnummer: 2006/241

Rapport. Datum: 13 juli 2006 Rapportnummer: 2006/241 Rapport Datum: 13 juli 2006 Rapportnummer: 2006/241 2 Klacht Verzoeksters klagen erover dat zij geen contact konden krijgen met de Visadienst kort verblijf van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, ondergebracht

Nadere informatie

Rapport. Datum: 14 juni 2000 Rapportnummer: 2000/213

Rapport. Datum: 14 juni 2000 Rapportnummer: 2000/213 Rapport Datum: 14 juni 2000 Rapportnummer: 2000/213 2 Klacht Op 30 augustus 1999 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de Werkgroep Stop Overlast Seppe te Sint Willebrord, ingediend door

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 508 Besluit van 9 december 2016, houdende toestemming als bedoeld in de artikelen 4, derde lid, en 9, aanhef en onderdeel c, van de Bankwet 1998

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:1522

ECLI:NL:RVS:2013:1522 ECLI:NL:RVS:2013:1522 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-10-2013 Datum publicatie 16-10-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206838/1/A3 Bestuursrecht Tussenuitspraak

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 8219 2 april 2013 Advies Raad van State, betreffende het besluit van... tot wijziging van de Algemene wet bestuursrecht

Nadere informatie

EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar 2016/17

EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar 2016/17 EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL Vergaderjaar 2016/17 34 446 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de invoering

Nadere informatie

Advies. aan de gemeente Huizen inzake het. achterwege laten van stemming. Mr. dr. F. de Vries. Prof. mr. D.J. Elzinga

Advies. aan de gemeente Huizen inzake het. achterwege laten van stemming. Mr. dr. F. de Vries. Prof. mr. D.J. Elzinga Advies aan de gemeente Huizen inzake het achterwege laten van stemming Mr. dr. F. de Vries Prof. mr. D.J. Elzinga Inhoud De vraag van griffie... 2 Twee benaderingen... 2 Besluitvorming door gemeenteraden...

Nadere informatie

2016D50910 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2016D50910 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2016D50910 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG De vaste commissie voor Financiën heeft in aanvulling op de reeds door de Tweede Kamer gevraagde brief aan de Staatssecretaris van Financiën, op

Nadere informatie

Wij Beatrix bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wet van nr. houdende de vaststelling van het Nederlandse muntstelsel in verband met de invoering van de chartale euro Wij Beatrix bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,

Nadere informatie

Wijziging van de Muntwet 2002 in verband met de aanbesteding van het produceren van munten en het afschaffen van beleggingsmunten

Wijziging van de Muntwet 2002 in verband met de aanbesteding van het produceren van munten en het afschaffen van beleggingsmunten Wijziging van de Muntwet 2002 in verband met de aanbesteding van het produceren van munten en het afschaffen van beleggingsmunten MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN DEEL 1. Inleiding Deze wijzigingswet is

Nadere informatie

Rapport. Op het verkeerde been

Rapport. Op het verkeerde been Rapport Op het verkeerde been Een onderzoek naar aanleiding van een klacht over de voorlichting door de gemeente Bloemendaal en de Immigratie-en Naturalisatiedienst bij een naturalisatieverzoek. Oordeel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 200 20 32 798 Wijziging van de Wet op het kindgebonden budget in verband met bezuiniging op het kindgebonden budget Nr. 4 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER

Nadere informatie

Vertrouwensbeginsel, terugwerkende kracht Artikelen: WHW art lid 1,3 en 4, Uitvoeringsbesluit WHW art. 2.1 en 2.2 lid 1, Awb art.

Vertrouwensbeginsel, terugwerkende kracht Artikelen: WHW art lid 1,3 en 4, Uitvoeringsbesluit WHW art. 2.1 en 2.2 lid 1, Awb art. Zaaknummer: 1997/209 Rechter(s): mrs. Loeb, Martens, Nijenhof Datum uitspraak: 14 januari 1998 Partijen: X tegen het college van bestuur van de Rijksuniversiteit Trefwoorden: Vertrouwensbeginsel, terugwerkende

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:2861

ECLI:NL:RVS:2016:2861 ECLI:NL:RVS:2016:2861 Instantie Raad van State Datum uitspraak 02-11-2016 Datum publicatie 02-11-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201601473/1/A2 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 957 Wijziging kiesstelsel 26 976 Positie van de Eerste Kamer Nr. 3 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 6 maart 2000 De vaste commissie

Nadere informatie

Rapport. Datum: 1 september 2003 Rapportnummer: 2003/290

Rapport. Datum: 1 september 2003 Rapportnummer: 2003/290 Rapport Datum: 1 september 2003 Rapportnummer: 2003/290 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Sociale verzekeringsbank, vestiging Nijmegen, hem in het kader van de klachtenprocedure niet in de gelegenheid

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VOOR DE OCTROOIGEMACHTIGDEN Postbus 3219, 2280 GE Rijswijk telefoon fax

RAAD VAN TOEZICHT VOOR DE OCTROOIGEMACHTIGDEN Postbus 3219, 2280 GE Rijswijk telefoon fax RAAD VAN TOEZICHT VOOR DE OCTROOIGEMACHTIGDEN Postbus 3219, 2280 GE telefoon 070-3905578 fax 070-3905171 BESCHIKKING A. - B. 1. Bij brief van 13 augustus 1999 heeft de heer A. bij de Raad van Toezicht

Nadere informatie

Klachtenreglement. V&V Personeelsdiensten. V&V Personeelsdiensten B.V. Wethouder Jansenlaan DG Harderwijk

Klachtenreglement. V&V Personeelsdiensten. V&V Personeelsdiensten B.V. Wethouder Jansenlaan DG Harderwijk Klachtenreglement V&V Personeelsdiensten V&V Personeelsdiensten B.V. Wethouder Jansenlaan 1 3844 DG Harderwijk www.venvpersoneelsdiensten.nl Pagina 1 van 5 Klachtenreglement V&V Personeelsdiensten, versie

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2001:AB2258

ECLI:NL:CRVB:2001:AB2258 ECLI:NL:CRVB:2001:AB2258 Instantie Datum uitspraak 05-04-2001 Datum publicatie 02-08-2001 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 99/3213 AW Bestuursrecht

Nadere informatie

2017D05509 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2017D05509 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2017D05509 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG De vaste commissie voor Economische Zaken heeft een aantal vragen en opmerkingen aan de Minister van Economische Zaken voorgelegd over de brief d.d.

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:BZ7733

ECLI:NL:RVS:2013:BZ7733 ECLI:NL:RVS:2013:BZ7733 Instantie Raad van State Datum uitspraak 17-04-2013 Datum publicatie 17-04-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201200753/1/A3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

Rapport. Datum: 28 juli 2000 Rapportnummer: 2000/252

Rapport. Datum: 28 juli 2000 Rapportnummer: 2000/252 Rapport Datum: 28 juli 2000 Rapportnummer: 2000/252 2 Klacht Op 8 maart 2000 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw M. te Rotterdam, met een klacht over een gedraging van de Belastingdienst/Douane,

Nadere informatie

Advies. Gemeenteraad. Westland. Prof. mr. D.J. Elzinga. Mr. dr. F. de Vries

Advies. Gemeenteraad. Westland. Prof. mr. D.J. Elzinga. Mr. dr. F. de Vries Advies Gemeenteraad Westland Prof. mr. D.J. Elzinga Mr. dr. F. de Vries Inhoud Casus... 2 Vragen... 2 Benoeming van publieke bestuurders... 3 Onduidelijkheid in wet- en regelgeving... 4 Dubbele geheimhouding?...

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:5534 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHARL:2015:5534 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHARL:2015:5534 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 21-07-2015 Datum publicatie 23-07-2015 Zaaknummer 200.128.839-01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep

Nadere informatie

Rapport. Datum: 19 maart 1998 Rapportnummer: 1998/070

Rapport. Datum: 19 maart 1998 Rapportnummer: 1998/070 Rapport Datum: 19 maart 1998 Rapportnummer: 1998/070 2 Klacht Op 9 oktober 1997 ontving de Nationale ombudsman door tussenkomst van de Gemeentelijke ombudsman Utrecht een verzoekschrift, gedateerd 27 september

Nadere informatie

Rapport. Datum: 23 mei 2003 Rapportnummer: 2003/148

Rapport. Datum: 23 mei 2003 Rapportnummer: 2003/148 Rapport Datum: 23 mei 2003 Rapportnummer: 2003/148 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de griffie van de rechtbank te Rotterdam zijn brief van 12 januari 2001, die hij op 15 januari 2001 bij de centrale

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 652 Besluit van 6 december 2001, houdende vaststelling van regels met betrekking tot verwisseling en intrekking van bankbiljetten door De Nederlandsche

Nadere informatie

1.2 De bank heeft het beroep bestreden bij een op 18 maart 2013 door de Beroepscommissie ontvangen verweerschrift.

1.2 De bank heeft het beroep bestreden bij een op 18 maart 2013 door de Beroepscommissie ontvangen verweerschrift. Uitspraak Commissie van Beroep 2013-18 d.d. 11 juni 2013 (prof. mr. F.R. Salomons, voorzitter, mr. A. Bus, drs. P.H.M. Kuijs AAG, mr. W.J.J. Los en mr. F.H.J. Mijnssen, leden, en mr. M.J. Drijftholt, secretaris)

Nadere informatie

kenmerk Onderwerp Westerveld

kenmerk Onderwerp Westerveld Raad vanstate A hl el in g bestu n rsrech tspra ak Pagina 1 van 1 INGEKOMFN 10 APR, 2018 A A N T E K E N E N Raad van de gemeente Postbus 50 7970 AB HAVELTE Westerveld Datum 9 april 2018 Ons nummer 201

Nadere informatie

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2011)0295),

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2011)0295), P7_TA-PROV(2012)0210 Uitgifte van euromunten ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 22 mei 2012 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende

Nadere informatie

Rapport. Datum: 23 maart 2000 Rapportnummer: 2000/115

Rapport. Datum: 23 maart 2000 Rapportnummer: 2000/115 Rapport Datum: 23 maart 2000 Rapportnummer: 2000/115 2 Klacht Op 8 oktober 1999 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw K. te Sri Lanka, ingediend door mevrouw mr. I. Gerrand, advocaat

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1990-21 800 IX B Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van hoofdstuk IX B (Ministerie van Financiën) voor het jaar Nr. 25 VERSLAG

Nadere informatie

Rapport. Datum: 15 april 2005 Rapportnummer: 2005/121

Rapport. Datum: 15 april 2005 Rapportnummer: 2005/121 Rapport Datum: 15 april 2005 Rapportnummer: 2005/121 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit: - bij de afhandeling van zijn klacht van 18 november 2002

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 606 Het onderbrengen van de zorg, bestaande uit duurzaam verblijf en verzorging in een verzorgingshuis, in de aanspraken op grond van de Algemene

Nadere informatie

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de directeur Belastingdienst/Zuidwest uit Roosendaal. Datum: 1 juni Rapportnummer: 2011/163

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de directeur Belastingdienst/Zuidwest uit Roosendaal. Datum: 1 juni Rapportnummer: 2011/163 Rapport Rapport betreffende een klacht over de directeur Belastingdienst/Zuidwest uit Roosendaal. Datum: 1 juni 2011 Rapportnummer: 2011/163 2 Klacht Verzoekster klaagt over de wijze waarop de directeur

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET. JAARGANG 1993 Nr. 51. Verdrag betreffende de Europese Unie, met Protocollen; Maastricht, 7februari 1992

TRACTATENBLAD VAN HET. JAARGANG 1993 Nr. 51. Verdrag betreffende de Europese Unie, met Protocollen; Maastricht, 7februari 1992 10 (1992) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1993 Nr. 51 A. TITEL Verdrag betreffende de Europese Unie, met Protocollen; Maastricht, 7februari 1992 B. TEKST De Nederlandse

Nadere informatie

Uitvoeringsreglement Commissie van Beroep Kenniscentrum Kraamzorg

Uitvoeringsreglement Commissie van Beroep Kenniscentrum Kraamzorg Uitvoeringsreglement Commissie van Beroep Kenniscentrum Kraamzorg Vastgesteld door het Bestuur van het Kenniscentrum Kraamzorg op 27 september 2017 2017 1 Uitvoeringsreglement Commissie van Beroep Kenniscentrum

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 275 Besluit van 18 mei 1995, houdende vaststelling van maatstaven die bij het in artikel 7a, eerste lid, van de Wet opneming buitenlandse pleegkinderen

Nadere informatie

Rijswijk DE OCTROOIGEMACHTIGDEN telefoon 070-3905578 -------- fax 070-3905171 Beschikking A. - B.

Rijswijk DE OCTROOIGEMACHTIGDEN telefoon 070-3905578 -------- fax 070-3905171 Beschikking A. - B. Postbus 3219, 2280 GE Rijswijk -------- Beschikking A. - B. 1.1 Bij brief van 6 juni 2000 heeft de heer A. (hierna A.) aan de Raad van Toezicht (hierna de Raad) verzocht om een oordeel te geven over een

Nadere informatie

Rapport. Datum: 26 augustus 2005 Rapportnummer: 2005/249

Rapport. Datum: 26 augustus 2005 Rapportnummer: 2005/249 Rapport Datum: 26 augustus 2005 Rapportnummer: 2005/249 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Renkum in zijn beslissing van 15 november 2004 niet

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 42 Besluit van 30 januari 1997, houdende regels betreffende een aanvullend beschermingscertificaat voor gewasbeschermingsmiddelen (Besluit certificaat

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2008:BF7235

ECLI:NL:RVS:2008:BF7235 ECLI:NL:RVS:2008:BF7235 Instantie Raad van State Datum uitspraak 08-10-2008 Datum publicatie 08-10-2008 Zaaknummer 200709059/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

Gerechtshof te 's-gravenhage negende enkelvoudige belastingkamer 29 maart 2002 Nr. BK-00/01073 UITSPRAAK

Gerechtshof te 's-gravenhage negende enkelvoudige belastingkamer 29 maart 2002 Nr. BK-00/01073 UITSPRAAK Gerechtshof te 's-gravenhage negende enkelvoudige belastingkamer 29 maart 2002 Nr. BK-00/01073 UITSPRAAK op het beroep van de Stichting X te Y tegen de uitspraak van de Inspecteur, het hoofd van de eenheid

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN. Nr. 208/86 10 april 1987

GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN. Nr. 208/86 10 april 1987 GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN BELASTINGKAMER UITSPRAAK Nr. 208/86 10 april 1987 Uitspraak (na verwijzing door de Hoge Raad der Nederlanden bij arrest van 29 januari 1986, nr. 23.254) van bet Gerechtshof te

Nadere informatie

KLACHTEN- EN GESCHILLEN PROCEDURE

KLACHTEN- EN GESCHILLEN PROCEDURE KLACHTEN- EN GESCHILLEN PROCEDURE Inhoudsopgave KLACHTENPROCEDURE... 3 Artikel 1. Klachtenregeling... 3 Artikel 2. Behandeling van de klacht... 3 Artikel 3. Beroep op het bestuur... 3 Artikel 4. Beroep

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 003 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht in verband met het nader regelen van het gebruik van het burgerservicenummer bij de uitvoering

Nadere informatie

Rapport. Datum: 18 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/325

Rapport. Datum: 18 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/325 Rapport Datum: 18 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/325 2 Klacht Verzoeker klaagt er over dat de Belastingdienst/Particulieren/Ondernemingen Venlo tot het moment van indienen van de klacht bij de Nationale

Nadere informatie

De voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

De voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Wijziging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand in verband met de verlenging van de werkingsduur van die wet.

Wijziging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand in verband met de verlenging van de werkingsduur van die wet. Hieronder het antwoord van de staatssecretaris van BZK op vragen uit de Kamer over de voorgestelde verlenging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand. Van deze tekst zijn twee versies in omloop geweest

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201112631/1/V2. Datum uitspraak: 22 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 740 Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Wet tarieven in burgerlijke zaken en enkele andere wetten ter verhoging van de opbrengst

Nadere informatie

2013 no. 39 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

2013 no. 39 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA 2013 no. 39 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, van 5 juli 2013 ter uitvoering van artikel 6, derde lid, van de Landsverordening regeling geldstelsel (AB 1991 no. GT

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1994 1995 23 900 IXB Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 1995 Nr. 12 BRIEF

Nadere informatie

2. Bij brieven van 17 november 2009, 18 december 2009 en 13 januari 2010 heeft Kruidvat het Commissariaat de gevraagde informatie verstrekt.

2. Bij brieven van 17 november 2009, 18 december 2009 en 13 januari 2010 heeft Kruidvat het Commissariaat de gevraagde informatie verstrekt. Sanctiebeschikking Kenmerk: 21891/2010010370 Betreft: sanctiebeschikking inzake Dan Brown actie Sanctiebesluit van het Commissariaat voor de Media betreffende overtreding van artikel 6, eerste lid, eerste

Nadere informatie

Zaaknummer : 2013/129

Zaaknummer : 2013/129 Zaaknummer : 2013/129 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 13 november 2013 Partijen : Appellante tegen CBE Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : Bindend negatief studieadvies, finale geschillenbeslechting,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 277 Besluit van 11 juni 2009, houdende wijziging van het Besluit bijzondere prudentiële maatregelen, beleggerscompensatie en depositogarantie

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:1925

ECLI:NL:RVS:2017:1925 ECLI:NL:RVS:2017:1925 Instantie Raad van State Datum uitspraak 19-07-2017 Datum publicatie 19-07-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201602656/1/A2 Eerste

Nadere informatie

De gulden is lang niet zo oer-hollands als je denkt FTM

De gulden is lang niet zo oer-hollands als je denkt FTM De gulden is lang niet zo oer-hollands als je denkt FTM ftm.nl De gulden is lang niet zo oer-hollands als je denkt FTM Edin Mujagic 8-10 minuten Bij de gulden denkt u hoogstwaarschijnlijk aan de Nederlandse

Nadere informatie

REGLEMENT BEZWAARSCHRIFTEN PUBLIEKE OMROEP

REGLEMENT BEZWAARSCHRIFTEN PUBLIEKE OMROEP REGLEMENT BEZWAARSCHRIFTEN PUBLIEKE OMROEP Vastgesteld bij besluit van de Raad van Bestuur van de Stichting Nederlandse Publieke Omroep, hierna de NPO, d.d. 12 januari 2010, herzien d.d. 12 februari 2013.

Nadere informatie

Uitspraaknr. G644-G645-G646. Datum: 8 november Soort geschil: Interpretatiegeschil

Uitspraaknr. G644-G645-G646. Datum: 8 november Soort geschil: Interpretatiegeschil Uitspraaknr. G644-G645-G646 Datum: 8 november 2000 Soort geschil: Interpretatiegeschil Partijen: De medezeggenschapsraad van de Zuukerschool voor openbaar basisonderwijs te Epe, de medezeggenschapsraad

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1986-1987 Rijksbegroting voor het jaar 1987 19 700 Hoofdstuk V Ministerie van Buitenlandse Zaken Nr. 28 VERSLAG VAN EEN MONDELING OVERLEG Vastgesteld 20

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over Huurcommissie te Den Haag. Datum: 14 september Rapportnummer: 2012/146

Rapport. Rapport over een klacht over Huurcommissie te Den Haag. Datum: 14 september Rapportnummer: 2012/146 Rapport Rapport over een klacht over Huurcommissie te Den Haag. Datum: 14 september 2012 Rapportnummer: 2012/146 2 Klacht Verzoekster, een BV, klaagt erover dat de Huurcommissie te Den Haag haar verzoek

Nadere informatie

2016D30138 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2016D30138 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2016D30138 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG De vaste commissie voor Financiën heeft op 13 juli 2016 een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Financiën over zijn

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGRO:2010:BO8890

ECLI:NL:RBGRO:2010:BO8890 ECLI:NL:RBGRO:2010:BO8890 Instantie Rechtbank Groningen Datum uitspraak 21-10-2010 Datum publicatie 24-12-2010 Zaaknummer AWB 09/1378 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

1.2. Verweerster in beroep (hierna: de Bank) heeft op 20 januari 2015 een verweerschrift ingediend.

1.2. Verweerster in beroep (hierna: de Bank) heeft op 20 januari 2015 een verweerschrift ingediend. Uitspraak Commissie van Beroep 2016-004 d.d. 2 februari 2016 (mr. W.J.J. Los, voorzitter, mr. A. Bus, drs. P.H.M. Kuijs AAG, mr. A. Smeeing-van Hees en mr. R.J.F. Thiessen, leden, en mr. G.A. van de Watering,

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2004 2005 29 449 Nederlandse corporate governance code (Tabaksblat code) A Herdruk VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 24 november 2004 In de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 576 Wijziging van de Advocatenwet, de Wet op de rechterlijke organisatie en enige andere wetten ter versterking van de cassatierechtspraak (versterking

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 059 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en de Faillissementswet, alsmede enige andere wetten in verband met de introductie van aanvullende

Nadere informatie

105753 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en tegen ontslag wegens gewichtige reden; hbo

105753 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en tegen ontslag wegens gewichtige reden; hbo 105753 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en tegen ontslag wegens gewichtige reden; De werknemer is geschorst vanwege het opnemen van gesprekken met leidinggevenden en het delen van deze opnamen.

Nadere informatie

Rapport. Datum: 26 juni 2001 Rapportnummer: 2001/180

Rapport. Datum: 26 juni 2001 Rapportnummer: 2001/180 Rapport Datum: 26 juni 2001 Rapportnummer: 2001/180 2 Klacht Verzoeker klaagt over de lange duur van de behandeling van zijn aanvraag van 16 oktober 1997 om toelating als vluchteling door de Immigratie-

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 13.8.2008 COM(2008) 514 definitief VOL.I 2008/0167 (CNS) 2008/0168 (CNS) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:7903

ECLI:NL:RBDHA:2017:7903 ECLI:NL:RBDHA:2017:7903 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 10-07-2017 Datum publicatie 24-07-2017 Zaaknummer AWB - 16 _ 25671 Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg -

Nadere informatie

Rapport 1994/198, Nationale ombudsman, 7 april 1994

Rapport 1994/198, Nationale ombudsman, 7 april 1994 Rapport 1994/198, Nationale ombudsman, 7 april 1994 Klacht 1 Achtergrond 2 Onderzoek 3 Bevindingen 3 Beoordeling en conclusie 5 KLACHT Op 31 augustus 1993 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:2773

ECLI:NL:GHDHA:2014:2773 ECLI:NL:GHDHA:2014:2773 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 21-03-2014 Datum publicatie 18-09-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK-13/00269

Nadere informatie