NOTA Aanpassing KB minimale middelen + dringende interventies 23 november 2014 Kpt.-cdt. Joris Van Linden

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "NOTA Aanpassing KB minimale middelen + dringende interventies 23 november 2014 Kpt.-cdt. Joris Van Linden"

Transcriptie

1 NOTA Aanpassing KB minimale middelen + dringende interventies 23 november 2014 Kpt.-cdt. Joris Van Linden 1. Context Deze nota betreft de uitwerking van een risicoanalyse in de zone beschreven in het KB van 14 oktober 2013 tot vaststelling van de inhoud en minimale voorwaarden van de risicoanalyse bedoeld in artikel 5, derde lid, van de wet van 15 mei 2007 betreffende de Civiele Veiligheid. Artikel 5 van dit KB bepaalt in welke categorieën de recurrente risico s moeten ingedeeld worden, waarbij onder meer een onderscheid gemaakt wordt tussen dringende en nietdringende interventies. De indeling van interventies naar dringend dient te gebeuren in overeenstemming met bijlage 1, punten 2, 3 en 4, van het KB van 10 november 2012 tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de snelste adequate hulp en van de adequate middelen. De indeling naar dringend op basis van types van interventies, zoals bepaald in bijlage 1 van het KB van 10 november 2012, kan niet op eenvoudige wijze uit de interventieverslagen gehaald worden, omdat deze indeling niet eenduidig te mappen is met de uniforme lijst van interventietypes van het Hulpcentrum 100/112. Enkele voorbeelden: - Brand vaartuig is niet opgenomen in bijlage 1. Dit type zouden we dus niet moeten meenemen, hoewel dit net als alle andere interventietypes voor brand een dringende opdracht is. - Ophalen klein vreemd voorwerp openbare weg is een interventietype dat niet bestaat in de uniforme lijst, net zoals Verkenning in het kader van een milieuvervuiling, Gevaarlijk dier en nog enkele andere interventietypes. - e interventies bij noodweer en storm, e wateroverlast en pompwerkzaamheden, : in de uniforme lijst bestaat er voor deze types geen onderverdeling dringend en niet-dringend. - Groot dier te water : in de uniforme lijst is er geen opsplitsing naar groot of klein dier te water. Doordat een eenduidige mapping onmogelijk is, zullen de verschillende zones deze oefening niet op dezelfde manier maken. Bijgevolg zullen de statistieken van de recurrente risico s van de verschillende zones niet met elkaar kunnen vergeleken worden. Om te bekomen dat de statistieken van de recurrente risico s van alle zones op dezelfde manier samengesteld worden, vraagt de minister van Binnenlandse Zaken, dhr. Jan Jambon, aan BVV een voorstel op te maken.

2 2. Definitie dringende en niet-dringende interventies Als startpunt dient beschreven te worden hoe het onderscheid gemaakt kan worden tussen dringende en niet-dringende interventies. Hierbij een voorstel van definitie: De dringende interventies worden onderverdeeld in 2 subklassen, om een duidelijk onderscheid te kunnen maken in de wijze waarop de brandweervoertuigen prioritair aanrijden e interventies prio 1 Alle interventies waar mensen en/of brandweerpersoneel in gevaar zijn of dreigen in gevaar te komen en waarbij de factor tijd beslissend kan zijn om levensreddende acties te kunnen stellen en/of uitbreiding van het incident te voorkomen. Voorbeelden: brand, ontploffing, instorting, gevaarlijke stoffen, beklemde personen, e Geneeskundige Hulpverlening, De opdrachten/interventietypes die ressorteren onder dringende interventie prio 1 rechtvaardigen een prioritaire uitruk om de bovenstaande doelstelling te verzekeren. Het prioritair aanrijden laat toe dat bij moeilijke verkeerssituaties de nodige faciliteiten kunnen aangewend worden om een vlotte doorgang in het verkeer te verkrijgen (o.m. het rood licht voorbijrijden, gebruik van verharde tram- en busbeddingen, pechstrook, ). Aangezien er mogelijk levensbedreigende situaties voorkomen en/of uitbreiding dient voorkomen te worden bij dergelijke interventietypes, wordt een verhoogde snelheid van het prioritair aanrijden bij dringende interventies prio 1 toegelaten maar beperkt tot max. 20 km/uur sneller dan de snelheid die de wegcode via de verkeersborden aangeeft. Noot: De wegcode laat een onbeperkte overschrijding van de snelheid toe voor prioritaire voertuigen. De brandweer wenst echter een limiet in te bouwen i.f.v. de grote en zware voertuigen waarmee gereden wordt e interventies prio 2 Alle interventies waar geen onmiddellijk gevaar dreigt voor mensen en/of brandweerpersoneel en waarbij de factor tijd niet hoogkritisch is om het probleem en/of potentieel gevaar te verhelpen. Voorbeelden: vrijmaken openbare weg, wegnemen stormschade, wateroverlast, redden van dieren, De dringende interventies prio 2 nopen een spoedige tussenkomst van de brandweer om verder onheil te voorkomen, het beschermen van have en goed, het voorkomen van nieuwe ongevallen en het bespoedigen van het creëren van een vrije doorgang van het verkeer in functie van het maatschappelijk economisch belang. De opdrachten/interventietypes die

3 ressorteren onder dringende interventie prio 2 rechtvaardigen een prioritaire uitruk om de bovenstaande doelstelling te verzekeren. Het prioritair aanrijden laat toe dat bij moeilijke verkeerssituaties de nodige faciliteiten kunnen aangewend worden om een vlotte doorgang in het verkeer te verkrijgen (o.m. het rood licht voorbijrijden, gebruik verharde tram- en busbeddingen, pechstrook, ). Aangezien er geen levensbedreigende situaties voorkomen bij dergelijke interventietypes, wordt de snelheid van het prioritair aanrijden bij dringende interventies prio 2 beperkt tot de snelheid die de wegcode via de verkeersborden aangeeft Niet-dringende interventies prio 3 Alle interventies waar geen mensen en/of brandweerpersoneel in gevaar zijn en/of kunnen komen en waarbij de factor tijd niet bepalend is voor de adequate uitvoering van de opdracht. Voorbeelden: oefeningen, wespenverdelging, terugkeren naar vaste standplaats, aanvoer logistiek, Aangezien de factor tijd bij de niet-dringende interventies prio 3 van geen belang is, wordt er niet prioritair aangereden voor niet-dringende interventies prio 3. Tevens wordt afgesproken dat er bij prio 3 interventies ook geen blauwe lichten gevoerd worden. Dit om absolute duidelijkheid te scheppen naar de andere weggebruikers. Ofwel rijden we prioritair en vragen we voorrang, ofwel rijden we niet prioritair en volgen we de wegcode zonder verwarring te creëren. De seinkamerwacht en/of leider van de operaties kan de prio-code te allen tijde wijzigen, zowel naar boven als naar beneden, aan de hand van de evolutie van de interventie en/of de verkregen informatie. De aanpassing van de prioriteit van de interventie wordt steeds gemotiveerd en geregistreerd in het interventieverslag. 3. Uniforme benadering risicoanalyse Om een uniforme benadering te bewerkstelligen in het kader van de gevraagde risicoanalyse per zone, dienen alle zones met dezelfde categorieën te werken. Hiertoe wordt voorgesteld om te vertrekken van de uniforme interventietypelijst die nationaal in alle hulpcentra 100/112 aangewend wordt om de brandweer te alarmeren Interventietypes indelen in dringend / niet-dringend In de onderstaande omschrijving van de interventietypes (zie 5) wordt per type aangegeven of het een dringende of niet-dringende interventie betreft, aangevuld met de code prio (die wanneer nodig kan aangepast worden door de seinkamerwacht en/of interventieleider). Om het automatisch proces van alarmering zo snel mogelijk te laten verlopen, wordt er per interventietype steeds vooraf een vastgestelde prio-code gedefinieerd.

4 3.2. Minimale middelen per interventietype In onderstaande omschrijving van de interventietypes (zie 5) wordt per type aangegeven welke minimale middelen er dienen ingezet te worden. Hiertoe werd het KB van 10 november 2012 tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de snelste adequate hulp en van de adequate middelen als leidraad genomen, doch voor bepaalde interventietypes is een aanpassing van de minimale middelen gewenst, daar de huidige samenstelling niet altijd toepasbaar is. Voor elke gewenste aanpassing wordt een duidelijke motivatie opgemaakt. 4. Enkele algemene opmerkingen Bij de bepaling van de minimale middelen, gekoppeld aan een interventietype, wordt in onderstaande algemene opmerkingen een beschrijving gemaakt van enkele generieke problemen en/of bedenkingen bij de indeling en/of keuze van de minimale middelen. Bij deze bedenkingen dient een principieel standpunt ingenomen te worden om bij de toekenning van de minimale middelen aan een interventietype tot een correcte samenstelling van de minimale middelen te komen Samenstelling van een beperkte AP 0/1/3. Bij sommige interventietypes wordt er een beperkte AP ingezet. Door toepassing van deze setting, kan bij een aansluitende interventie de beperkte eenheid principieel niet ingezet worden, daar deze niet voldoet aan de minimale inzet. Bijkomend zien we de beperkte AP voorkomen bij interventietypes waarbij in vele gevallen de bereikbaarheid van de locatie van het incident als moeilijk kan beschouwd worden. In deze situaties dient er een grotere afleg voorzien te worden en is de inzet van een volledig team optimaler om het incident adequaat te bestrijden. Het lijkt om deze reden eenvoudiger om steeds een volwaardige AP in te zetten (vb. brand chalet en/of caravan deze staan in vele gevallen achteraan in tuin, in bos,, per definitie op afgelegen gebieden, niet vlot bereikbaar met een brandweerwagen) Samenstelling ladderwagen Een ladderwagen is per definitie een redvoertuig waarbij personen op hoogte gered worden. Het inhalen van een persoon in paniek uit een raam, van een dak, is geen evidente operatie waarbij de inzet van 2 brandweermannen in de korf aangewezen is. Bij andere operaties waarbij een brandweerman de korf dient te verlaten om een redding uit te voeren, om een gebouw binnen te dringen, om stormschade op te lossen, vraagt dit tevens de assistentie van een collega in de korf. Uitgaande van het veiligheidsaspect dat het aangewezen is steeds een ladderbedienaar onderaan op de bok van de ladder beschikbaar te hebben om bij onvoorziene omstandigheden te kunnen ingrijpen, is een bezetting van 3 leden op de ladderwagen aangewezen. De ladderwagen wordt naast bovenvermelde interventies bij verschillende interventietypes autonoom ingezet en dit meestal voor taken op de openbare weg. Hierbij dient aandacht besteed te worden aan de verkeersveiligheid. Hierbij rekening houdend dat één

5 brandweerman in de korf plaatsneemt en de tweede de ladder bedient, blijft er met 2 bemanningsleden weinig ruimte om ook het verkeer te managen Inzet CW De inzet van een officier dient weloverwogen te gebeuren en hierbij dient rekening gehouden te worden met onderstaande elementen: a) Vertrouwen in de opleiding en capaciteiten van de onderofficieren: de onderofficieren zijn opgeleid om in de eerste orde een verkenning uit te voeren, een inzet te starten, een team aan te sturen, een evaluatie te maken van de aanwezige en benodigde capaciteit van manschappen en middelen i.f.v. de bestrijding van het incident, waarbij een opschaling en het bijvragen van een CW tot de mogelijkheden behoort. b) Inzet officier in functie van complexe interventie: schaal interventie aansturing flanken en teams evacuaties reddingen gevaarlijke stoffen interpretatie meetwaarden opschaling, multidisciplinaire coördinatie bewaking specifieke veiligheidsaspecten Bij vele interventietypes volgens het KB van 10 november 2012 tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de snelste adequate hulp en van de adequate middelen wordt de officier (CW) standaard toegevoegd als minimaal in te zetten middel, waar volgens de definitie van het interventietype een onderofficier in staat moet zijn de interventie te leiden. In een stedelijke omgeving is het onmogelijk om steeds een officier mee te sturen naar elke voertuigbrand, elke melding van een brandmeldcentrale,. Hierdoor zou de officier de volledige periode van zijn wachttaak op de baan zijn. Het is de taak van de onderofficieren, die meer verspreid zitten over het grondgebied, een eerste evaluatie te maken van het incident en waar nodig op te schalen en de hulp van de officier in te roepen. De inzet van een officier wordt in onderstaande omschrijvingen kritisch geëvalueerd, waarbij bovenvernoemde argumenten als leidraad dienen om de officier al dan niet mee op te nemen bij de minimale middelen.

6 5. Voorstel tot indeling van de interventietypes Per interventietype worden volgende elementen weergegeven: Naam type volgens nationale lijst hulpcentra 100/112 Vermelding of interventie als dringend of niet-dringend gecatalogeerd wordt hierbij worden de prio-codes aangewend zoals beschreven in de definities in deze nota (zie 2) Definitie van het interventietype volgens nationale lijst hulpcentra 100/112 Minimale middelen gekoppeld aan interventietype volgens KB van 10 november 2012 tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de snelste adequate hulp en van de adequate middelen Voorstel van aanpassing van de minimale middelen (indien geen aanpassing gewenst is, wordt geen aanpassing vermeld) Motivatie van de aanpassing van de minimale middelen Brand algemeen algemeen Enkel te gebruiken bij onvoldoende informatie. De brandmelding kan niet onder een ander brandtype geplaatst worden. Principieel volgens de definitie die de hulpcentra 100/112 aanwenden, is het praktisch onmogelijk dat dit een brand betreft van enige omvang of complexiteit, daar deze niet onder te brengen is in één van de andere voorziene brandtypes. Om deze reden is het standaard voorzien van een CW en LW bij dit type een teveel aan minimale middelen.

7 Brand melding van brandmeldcentrale algemeen Brand melding van brandmeldcentrale weinig of geen bewoning Brand melding van brandmeldcentrale veel of minder mobiele bewoning Er is geen zichtbare brand gemeld. Het betreft enkel een technische detectie. Dit geldt ook voor automatische brandalarmen in industriële complexen. Opmerking: als er rook zichtbaar is = type brand gebouw algemeen, max R + 2, > R + 2,, brand industrie algemeen. Zolang de brand niet bevestigd wordt, dient de brandweer er van uit te gaan dat het een louter technisch detectiealarm betreft. Eigenlijk kan gesteld worden dat dit interventietype een controleopdracht betreft. Het voorzichtigheidsprincipe indachtig dient de brandweer ter plaatse te gaan en een grondige controle uit te voeren. Ook voor de gebouwen waar er veel of minder mobiele bewoning is, volgen we hetzelfde uitrukprincipe. Immers in deze gebouwen mag men verwachten dat er ofwel door de vele aanwezigen een bevestiging van brand kan gemeld worden aan de hulpcentra 100/112 en/of bij minder mobiele bewoning de aanwezige begeleiders (nachtverpleging, ) een eventuele brand onmiddellijk kunnen bevestigen aan de hulpcentra 100/112. In de praktijk stellen we tevens vast dat het merendeel van de onbevestigde branddetectiealarmen ongewenste alarmen betreffen waar de brandweer niet noodzakelijk was. Het standaard voorzien van een CW bij deze types is een teveel aan minimale middelen. Dergelijke interventies vergen geen coördinatie op officierenniveau. De onderofficier op de AP heeft voldoende capaciteiten om dit type interventie te coördineren en zijn team aan te sturen. Bij vaststelling van een effectieve brand, kan de onderofficier wanneer nodig onmiddellijk opschalen. Deze motivatie kan in de toekomst wijzigen wanneer de detectiecentrales slim genoeg worden om ongewenste alarmen te filteren. De sector van branddetectiessystemen werkt aan oplossingen in deze richting maar zijn vandaag nog niet bewezen technologie.

8 Brand buiten algemeen Vrijstaande kleine structuur/object o.a.: vuilbak, container, speeltuig park, fiets, bromfiets, AP 0/1/3 Zie opmerking samenstelling beperkte AP (zie 4.1) AP 0/1/3 Brand buiten vuilbak, bloembak, container, tuinhuisje Vrijstaande kleine structuur/object o.a.: vuilbak, container, speeltuig park, fiets, bromfiets, AP 0/1/3 Zie opmerking samenstelling beperkte AP (zie 4.1) AP 0/1/3 Brand buiten chalet, caravan Brand chalet, caravan AP 0/1/3 AP 0/1/3 Zie opmerking samenstelling beperkte AP (zie 4.1)

9 Brand gebouw algemeen Brand gebouw Max R + 2 Brand gebouw > R + 2 Betreft alle type gebouwen uitgezonderd industrie en vrijstaande hoogspanningscabine of installatie, o.a.: woning, appartement, school, ziekenhuis, RVT, hotel, horeca, winkelcentra, Brand gebouw HS-cabine of installatie Betreft enkel de vrijstaande hoogspaningscabine of installatie (opmerking: vrijstaand = niet geïntegreerd in woning/appartement) AP 0/1/3 AP 0/1/3 Zie opmerking samenstelling beperkte AP (zie 4.1). Bijkomend kan er van uitgegaan worden volgens de definitie van de hulpcentra 100/112 dat het hier steeds gaat over de grotere cabines/installaties waarbij enige complexiteit bij interventie te verwachten is en mogelijk een oliebrand verwacht kan worden. Een minimale inzet van een volwaardige AP is noodzakelijk voor dergelijk interventietype. Brand besloten plaatsen algemeen Brand besloten plaatsen tunnel, ondergrondse parking, metro O.a.: tunnel, metro, ondergrondse parking (opmerking: kelder van een gebouw = type brand gebouw algemeen, max R + 2, > R + 2 )

10 Brand controle algemeen Er is geen zichtbare brand gemeld, enkel een brandgeur (opmerking: als er rook zichtbaar is = type brand gebouw, brand buiten, ). Ook gebruiken voor controle na brand (opmerking: melder geeft aan dat brand uit is maar wenst een controle door de brandweer). Zie opmerking inzet CW (zie 4.3) Brand gras/bos/heide algemeen (beperkte omvang) Brand gras/bos/heide gras/berm/tallud Brand gras/bos/heide beperkte omvang AP 0/1/3 Brand gras/bos/heide (uitgestrekte omvang) Brand gras/bos/heide uitgestrekte gebieden Brand gras/bos/heide turf, vuilnisbelt Brand turf, vuilnisbelt AP 0/1/3

11 Brand industrie algemeen Brand groot complex met industrieel karakter. Betreft industrie haven, tankparken, Seveso. Betreft grote bedrijven (vb.: AGFA Gevaert, Umicore, Atlas Copco, ). Betreft KMO (vb.: Desco, Ikea, ). Betreft grote landbouw- en tuinbouwbedrijven. Brand schouwbrand algemeen Betreft schouwbrand van woning, appartement (opmerking: schouwbrand van industriële complexen = type brand industrie algemeen ) AP 0/1/3 AP 0/1/3 Zie opmerking samenstelling beperkte AP (zie 4.1). Bijkomend stellen we regelmatig vast dat de schouwbrand niet beperkt blijft tot de schouw alleen en een volwaardige AP gerechtvaardigd is als minimaal in te zetten middel. Een schouwbrand dient bij aanvang beschouwd te worden als een potentiële woningbrand/dakbrand waarbij de reguliere aflegprocedures dienen toegepast te worden. Hiertoe is een volwaardige bemanning aangewezen om de bestaande aflegprocedures adequaat toe te passen.

12 Brand voertuig algemeen Brand voertuig auto, moto Brand voertuig vrachtwagen Brand voertuig bus Brand voertuig tractor-werktuig Brand voertuig ADR vrachtwagen Brand van moto, auto, bus, vrachtwagen, landbouwvoertuigen, (opmerking: brand auto in garage woning = type brand gebouw algemeen, max R + 2, > R + 2 ). Ook te gebruiken bij rookontwikkeling van voertuig. Zie opmerking inzet CW (zie 4.3). Bijkomend is de voertuigbrand in vele gevallen geen echte brand maar een probleem met motor en/of oververhitte remmen waarbij de inzet van brandweer als miniem kan beschouwd worden. Om deze reden is het standaard voorzien van een CW bij deze interventietypes een teveel aan minimale middelen. In specifieke gevallen van ADR vrachtwagen waar duidelijk aangegeven wordt dat de lading mee brandt of een bus met vele aanwezigen, kan beslist worden om op te schalen. Brand vaartuig algemeen Brand op een vaartuig (schip, sloep, ponton, ) De bereikbaarheid van de vaartuigen is niet steeds optimaal, ook bij zeeschepen kan de hoogte een belangrijk euvel zijn om snel aan boord te geraken. Hiertoe is het aangewezen om ook bij dit interventietype standaard een ladderwagen mee te sturen. Naast bereikbaarheid van de vaartuigen zal ook het afleggen naar water in vele gevallen een extra inspanning vragen (grote afstanden, open water) waar de extra bemanning van de ladder onmiddellijk een hulp kan betekenen.

13 Brand trein, tram algemeen Brand op een trein tram (opmerking: brand tram in metro = type brand besloten plaats algemeen, tunnel, ondergrondse parking, metro ) De bereikbaarheid van de trein is niet steeds optimaal (perron, hoogte taluds, afgelegen gebieden). Hiertoe is het aangewezen om ook bij dit interventietype standaard een ladderwagen mee te sturen. Naast bereikbaarheid van de trein zal ook het afleggen naar water in vele gevallen een extra inspanning vragen (grote afstanden, open water) waar de extra bemanning van de ladder onmiddellijk een hulp kan betekenen. Brand vliegtuig algemeen Brand vliegtuig Gevaarlijke stoffen en milieu algemeen Niet-dringend algemeen Prio 3 Enkel te gebruiken bij onvoldoende informatie. Enkel te gebruiken bij niet-dringende interventies. Er is geen sprake van een levensbedreigende situatie. De melding kan niet onder een ander type gevaarlijke stoffen geplaatst worden. De operatoren van de hulpcentrale 100/112 gaan er van uit dat achter dit interventietype enkel een officier of zijn/haar gemandateerde gealarmeerd wordt. Overleg officier of zijn/haar gemandateerde. Hier wordt als minimaal middel voorzien dat er een overleg tussen de hulpcentra 100/112 en de officier van dienst of zijn/haar gemandateerde kan plaatsvinden. Na dit overleg kan alsnog overgegaan worden tot een bijstelling van de keuze van het interventietype.

14 Gevaarlijke stoffen en milieu gasgeur/ontsnapping Binnen en/of buiten lage druk en/of middendruk. Ook te gebruiken bij aardgasgeur. Er is nog geen explosie geweest. Opmerking: hoge drukleiding = type speciale interventies breuk aan ondergrondse pijpleidingen algemeen, vloeibare KWS, gasvormige KWS, giftige producten. Zie opmerking inzet CW (zie 4.3). Bijkomend zijn er zeer veel meldingen van dit interventietype waar het probleem van kleine aard is (klein gaslek, geen gaslek maar andere geur, gasmaatschappij reeds ter plaatse, ). Eenvoudige handelingen (sluiten gaskraan) lossen het gestelde probleem ogenblikkelijk op. Om deze reden is het standaard voorzien van een CW bij dit type een teveel aan minimale middelen. In specifieke gevallen, groot lek, lek industrie, lek in specifiek gebouw (school, ziekenhuis, ) kan beslist worden om op te schalen. Gevaarlijke stoffen en milieu risico op explosie algemeen Explosiegevaar. Er is nog geen explosie geweest. Opmerking: uitgezonderd gasgeur/ontsnapping = type gevaarlijke stoffen en milieu gasgeur/ontsnapping algemeen. Gevaarlijke stoffen en milieu explosie algemeen Er heeft zich een explosie voorgedaan.

15 Gevaarlijke stoffen en milieu CO-meting (controle) algemeen Preventieve meting. Er zijn geen slachtoffers (opmerking: wel slachtoffers = type technische interventie en redding persoon in bijzonder gevaar CO-intoxicatie ). LOG 0/1/1 Er is mogelijk een CO-bron die niet onmiddellijk leidt tot een accuut gevaar maar een controlemeting door de brandweer is noodzakelijk. Interpretatie meetwaarden door onderofficier zijn noodzakelijk. Mogelijk gebruik van PBM s (adembescherming) kan gewenst zijn. Gevaarlijke stoffen en milieu geurhinder algemeen Uitgezonderd gasgeur (opmerking: gasgeur = type gevaarlijke stoffen en milieu gasgeur/ontsnapping algemeen ). LOG 0/1/1 Gevaarlijke stoffen en milieu vervuiling algemeen Gevaarlijke stoffen en milieu vervuiling verkenning Gevaarlijke stoffen en milieu vervuiling behandeling O.a.: olielek, mazoutlek, in berm, private plaats,... (opmerking: op openbare weg, reinigen wegdek = type technische interventie en redding reinigen wegdek algemeen ). LOG 0/1/1

16 Gevaarlijke stoffen en milieu incident gevaarlijke stoffen algemeen Incident gevaarlijke stoffen (opmerking: als er geen rechtstreeks gevaar is = type gevaarlijke stoffen en milieu vervuiling algemeen ). Gevaarlijke stoffen en milieu ongeval gevaarlijke radiologische stoffen algemeen Incident gevaarlijke stoffen radioactieve stoffen. Gevaarlijke stoffen en milieu ongeval gevaarlijke biologische stoffen algemeen Gevaarlijke stoffen biologische stoffen. Gevaarlijke stoffen en milieu meetploeg Activatie van de meetploegen. Overleg officier of zijn/haar gemandateerde of via provinciale procedure activatie meetploeg. De activatie van een meetploeg zal meestal gelinkt zijn aan een eerder geïnitieerde interventie. Na overleg met officier of zijn/haar gemandateerde kan het hulpcentrum 100/112 de gevraagde meetploegen activeren.

17 Technische interventie en redding Niet-dringend algemeen algemeen Prio 3 Enkel te gebruiken bij onvoldoende informatie. Enkel te gebruiken bij niet-dringende interventies. Er is geen sprake van een levensbedreigende situatie. De melding kan niet onder een ander type technische interventie geplaatst worden. De operatoren van de hulpcentrale 100 gaan er van uit dat achter dit interventietype enkel een officier of zijn/haar gemandateerde gealarmeerd wordt. Overleg officier of zijn/haar gemandateerde. Hier wordt als minimaal middel voorzien dat er een overleg tussen de hulpcentra 100/112 en de officier van dienst of zijn/haar gemandateerde kan plaatsvinden. Na dit overleg kan alsnog overgegaan worden tot een bijstelling van de keuze van het interventietype. Technische interventie en redding persoon bekneld algemeen Geen definitie voorzien. Dit type kan geschrapt worden uit de interventietypelijst hulpcentra 100/112 daar het type technische interventie en redding persoon bekneld persoon beklemd hiermee overeenstemt.

18 Technische interventie en redding persoon bekneld persoon opgesloten in lift Persoon opgesloten in lift die geen dringende medische hulp nodig heeft. Zie opmerking inzet CW (zie 4.3). Bijkomend kan gesteld worden dat in een stadsomgeving dit interventietype veelvuldig voorkomt (meerdere malen per dag) en i.f.v. de definitie van de hulpcentra 100/112 er geen levensbedreiging te verwachten is. Om deze reden is het standaard voorzien van een CW bij dit type een teveel aan minimale middelen. Verder is dit een eerder technische interventie waarbij er geen inzet AP noodzakelijk is en dit interventietype kan afgehandeld worden met een logistiek voertuig. Er wordt geopteerd voor een bemanning van 2 i.f.v. de verschillende verdiepingen waar in coördinatie met elkaar dient opgetreden te worden. Opmerking: een lifttechnieker die voor dit type opgeroepen wordt, dient deze opdracht alleen af te handelen. Technische interventie en redding persoon bekneld deur openen Wanneer de brandweer een deur moet openen en er niet kan gewacht worden op een slotenmaker. O.a.: bijstand ziekenwagen openen deur, patiënt achter deur, ouder heeft zich buitengesloten en kookpotten staan op het vuur en/of andere processen die gevaar op kunnen leveren zijn lopende (machines, ) Opmerking: niet-dringende deur openen = type technische interventie en redding algemeen algemeen. Technische interventie en redding persoon bekneld persoon bekneld Alle gevallen beklemd persoon uitgezonderd verkeersongeval.

19 Technische interventie en redding persoon bekneld redding op hoogte/diepte Redding op hoogte of in de diepte. Technische interventie en redding persoon bekneld persoon onder brokstukken Persoon beklemd onder brokstukken. Technische interventie en redding persoon bekneld redding in ondergrondse ruimtes, speleologie O.a.: riolering, grot en andere ondergrondse ruimtes.

20 Technische interventie en redding persoon bekneld in voertuig algemeen Technische interventie en redding persoon bekneld in voertuig verkeersongeval (personenwagen) Technische interventie en redding persoon bekneld in voertuig verkeersongeval (vrachtwagen, bus) Technische interventie en redding persoon bekneld in voertuig ongeval met trein/tram/metro Technische interventie en redding persoon bekneld in voertuig persoon bekneld onder een trein/tram/metro Technische interventie en redding persoon bekneld in voertuig ongeval met ADR-transport Bevrijding persoon beklemd in voertuig. Technische interventie en redding persoon in bijzonder gevaar algemeen Geen definitie voorzien. Technische interventie en redding persoon in bijzonder gevaar persoon geëlektrocuteerd Redding elektrocutie.

21 Technische interventie en redding persoon in bijzonder gevaar CO-intoxicatie Redding slachtoffers CO-intoxicatie (opmerking: geen slachtoffers = type gevaarlijke stoffen en milieu CO-meting algemeen ). Technische interventie en redding persoon in bijzonder gevaar persoon die dreigt te vallen of van een hoogte af te springen Persoon die dreigt te springen. Voorkomen van zelfmoordpoging. Technische interventie en redding duikers: persoon te water algemeen Oppervlakteredding en/of duikinterventie. Technische interventie en redding duikers: Niet-dringend persoon te water opsporing Prio 3 Zoekactie vermiste persoon te water, assistentie bij bergen van een voertuig, kadaver te water (er is geen sprake van een levensbedreigende situatie). Voor elk interventietype dient een minimale uitruk gedefinieerd te worden.

22 Technische interventie en redding nvt instortingsgevaar algemeen nvt Bestaat niet meer in interventietypelijst hulpcentra 100/112 nvt nvt Technische interventie en redding instortingsgevaar gebouw Stabiliseren en/of wegnemen gevaar. LOG 0/1/3 Zie opmerking inzet CW (zie 4.3). Bijkomend kan gesteld worden dat in een stadsomgeving dit interventietype veelvuldig voorkomt waar door technisch vakkundige mensen meestal snel een stabilisatie kan bekomen worden door enige schoorwerkzaamheden of afbraak. Verder is dit een technische interventie waarbij er geen inzet AP en LW noodzakelijk is en dit interventietype kan afgehandeld worden met een logistiek voertuig. Er wordt geopteerd voor een bemanning van 4 i.f.v. de mogelijke stabiliteitswerken die dienen uitgevoerd te worden. Om deze reden is het standaard voorzien van een CW en LW bij dit type een teveel aan minimale middelen. Het type instortingsgevaar dreigen vallen van voorwerp (zie verder) is specifiek gecreëerd om enkel een LW in te zetten. In specifieke gevallen, ernstig instortingsgevaar (gans gebouw, verdieping, dak, ) kan beslist worden om op te schalen. Indien er reeds een instorting heeft plaatsgevonden en er zitten personen beklemd onder het puin, wordt een ander type geselecteerd = type technische interventie en redding persoon bekneld persoon onder brokstukken ). Technische interventie en redding instortingsgevaar dreiging vallen van voorwerp Loshangende elementen die dreigen te vallen (wanneer er geen stormweer is). O.a.: loshangende dakgoot, loshangende lampenkap, straatverlichting, loshangende reclamepanelen, losliggende dekstenen, loshangende armaturen en/of kunstwerken,

23 Technische interventie en redding dier in nvt nood algemeen nvt Bestaat niet meer in interventietypelijst hulpcentra 100/112. nvt nvt Technische interventie en redding dier in Niet-dringend nood klein dier Prio 3 Klein dier = draagbaar dier (vogel, egel, hond, ). Technische interventie en redding dier in nood groot dier Technische interventie en redding dier in nood dier te water Groot dier = niet draagbaar (paard, koe, varken, ). Zie opmerking inzet CW (zie 4.3) Technische interventie en redding gevaarlijk dier algemeen Technische interventie en redding gevaarlijk dier hinderlijk dier Niet-dringend Prio 3 Processierupsen, slang, Voor elk interventietype dient een minimale uitruk gedefinieerd te worden. De inzet van 2 brandweermannen lijkt voldoende om de interventie af te handelen.

24 Technische interventie en redding gevaarlijk dier wespenverdelging dringend Enkel te gebruiken bij een persoon in nood door wespen. O.a.: kleuter die in een wespennest trap en kinderen die aangevallen worden door wespen. Technische interventie en redding gevaarlijk dier wespenverdelging niet dringend Niet-dringend Prio 3 Verdelgen van wespen waar geen persoon in nood is. O.a.: wespennest op speelplein kinderen, wespennest in dak waar dakwerker aan het werk is, dit zijn hinderlijke nesten, maar er zijn niet onmiddellijk personen in nood, immers preventieve maatregelen kunnen getroffen worden om personen tijdelijk uit de omgeving van een wespennest te houden. Brandweer plant verdelging en spreekt af met melder. Voor elk interventietype dient een minimale uitruk gedefinieerd te worden. De inzet van 2 brandweermannen lijkt voldoende om de interventie af te handelen. Technische interventie en redding vrijmaken openbare weg algemeen Geen definitie voorzien. Dit type kan geschrapt worden uit de interventietypelijst hulpcentra 100/112 daar de types technische interventie en redding vrijmaken openbare weg opruiming en technische interventie en redding vrijmaken openbare weg bomen/takken verzagen de lading dekken. nvt

25 Technische interventie en redding vrijmaken openbare weg opruiming Verwijderen van obstakels op de openbare weg. O.a.: na ongeval opkuisen brokstukken, verlies van lading, ook gebruiken bij stormschade bij elementen op de openbare weg (opmerking: bomen op de weg = type technische interventie en redding vrijmaken openbare weg bomen/takken verzagen ). Het vrijmaken van de openbare weg vraagt in vele gevallen de inzet van een AP met meerdere manschappen om spoedig de rijbaan vrij te krijgen (regelen verkeer, verzamelen elementen, borstelen, afspuiten wegdek, ). Het snel vrijmaken van de volledige rijbaan krijgt prioriteit in functie van de maatschappelijk economische belangen en rechtvaardigt een inzet van een standaard AP met een bemanning van 6 personen. Technische interventie en redding vrijmaken openbare weg bomen/takken verzagen Verwijderen van bomen en/of takken op de openbare weg. Technische interventie en redding wateroverlast pompen algemeen Ledigen van ondergelopen kelders, verwijderen van grote plassen op de openbare weg, vrijmaken van straatkolken, water dat via dak binnenstroomt,

26 Technische interventie en redding reinigen wegdek algemeen Reinigen wegdek van mazoutspoor, oliespoor, Het reinigen van de openbare weg vraagt in vele gevallen de inzet van een AP met meerdere manschappen om spoedig de rijbaan vrij te krijgen (regelen verkeer, borstelen, afspuiten wegdek, wegdek voorzien van absorberende korrel, ). Het snel vrijmaken van de volledige rijbaan krijgt prioriteit in functie van de maatschappelijk economische belangen en rechtvaardigt een inzet van een standaard AP met een bemanning van 6 personen. Technische interventie en redding stormschade algemeen Loshangende dakgoot, stelling die dreigt om te waaien, pannen, reclameborden, Opmerking: objecten die reeds op de rijbaan liggen = type technische interventie en redding vrijmaken openbare weg opruiming. Opmerking: bomen die reeds op de rijbaan liggen = type technische interventie en redding vrijmaken openbare weg bomen/takken verzagen. Met opmerkingen [JVL1]: Kan ook LOG 0/1/3 i.f.v. de eerder complexe situaties stellingen, grote reclamepanelen niet zonder gevaar Speciale interventies algemeen algemeen Geen definitie voorzien. Dit type kan geschrapt worden uit interventietypelijst hulpcentra 100/112 daar principieel in deze gevallen volgend interventietype geselecteerd wordt: technische interventie en redding algemeen algemeen. nvt nvt nvt

27 Speciale interventies bommelding, terroristische dreiging - algemeen Bommelding, preventieve verwittiging, nog een explosie anders type gevaarlijke stoffen en milieu explosie algemeen. Speciale interventies luchtvaartongeval nvt algemeen nvt Geen definitie voorzien. Dit type kan geschrapt worden uit interventietypelijst hulpcentra 100/112 daar principieel in deze gevallen volgende interventietypes geselecteerd worden: speciale interventies luchtvaartongeval vliegtuig in nood of speciale interventies luchtvaartongeval vliegtuig neergestort. nvt Speciale interventies luchtvaartongeval vliegtuig in nood Vliegtuig is niet neergestort of geen brand. Inlichten dat vliegtuig in nood is. Speciale interventies luchtvaartongeval vliegtuig neergestort Vliegtuig is neergestort (brand vliegtuig = type brand vliegtuig algemeen ).

28 Speciale interventies scheepvaartongeval algemeen Aanvaring tussen twee schepen, kade, brug, zonder aanwezigheid van gevaarlijke stoffen. Speciale interventies scheepvaartongeval met gevaarlijke stoffen Aanvaring tussen twee schepen, kade, brug, met aanwezigheid van gevaarlijke stoffen (schip aan de kade = type gevaarlijke stoffen incident gevaarlijke stoffen algemeen ). Speciale interventies breuk aan ondergrondse pijpleiding algemeen Betreft incidenten aan grote pijpleidingen.

29 Speciale interventies breuk aan ondergrondse pijpleiding vloeibare koolwaterstoffen Geen definitie voorzien. In de praktijk wordt steeds het type speciale interventies breuk aan ondergrondse pijpleiding algemeen geselecteerd. Immers bij aanvang incident is meestal niet geweten over welk product het gaat, zijn vele producten gasvormig en giftig, primeert de snelheid van alarmering boven het opzoeken van informatie aangaande type, aard en inhoud pijpleiding. Andere types pijpleiding kunnen uit interventietypelijst HC 100/112 geschrapt worden. nvt Speciale interventies breuk aan ondergrondse pijpleiding gasvormige koolwaterstoffen Geen definitie voorzien. In de praktijk wordt steeds het type speciale interventies breuk aan ondergrondse pijpleiding algemeen geselecteerd. Immers bij aanvang incident is meestal niet geweten over welk product het gaat, zijn vele producten gasvormig en giftig, primeert de snelheid van alarmering boven het opzoeken van informatie aangaande type, aard en inhoud pijpleiding. Andere types pijpleiding kunnen uit interventietypelijst HC 100/112 geschrapt worden. nvt

30 Speciale interventies breuk aan ondergrondse pijpleiding giftige producten Geen definitie voorzien. In de praktijk wordt steeds het type speciale interventies breuk aan ondergrondse pijpleiding algemeen geselecteerd. Immers bij aanvang incident is meestal niet geweten over welk product het gaat, zijn vele producten gasvormig en giftig, primeert de snelheid van alarmering boven het opzoeken van informatie aangaande type, aard en inhoud pijpleiding. Andere types pijpleiding kunnen uit interventietypelijst HC 100/112 geschrapt worden. Speciale interventies bijzondere risico s algemeen Speciale interventies bijzondere risico s chemische industrie Speciale interventies bijzondere risico s nucleaire industrie Speciale interventies bijzondere risico s kerncentrales nvt Geen definitie voorzien. Speciale interventies treinongeval algemeen Aanrijding tussen twee treinen, perron, brug, en/of ontsporing (brand trein = type brand trein, tram algemeen ). De bereikbaarheid van de trein is niet steeds optimaal (perron, hoogte taluds, afgelegen gebieden). Hiertoe is het aangewezen om ook bij dit interventietype standaard een ladderwagen mee te sturen.

31 Logistiek algemeen algemeen Niet-dringend Prio 3 Enkel te gebruiken bij onvoldoende informatie. Enkel te gebruiken bij niet-dringende interventies. Er is geen sprake van een levensbedreigende situatie. De melding kan niet onder een ander type logistieke interventie geplaatst worden. De operatoren van de hulpcentrale 100 gaan er van uit dat achter dit interventietype enkel een officier of zijn/haar gemandateerde gealarmeerd wordt. Overleg officier of zijn/haar gemandateerde. Voor elk interventietype dient een minimale uitruk gedefinieerd te worden. Hier wordt als minimaal middel voorzien dat er een overleg tussen de hulpcentra 100/112 en de officier van dienst of zijn/haar gemandateerde kan plaatsvinden. Na dit overleg kan alsnog overgegaan worden tot een bijstelling van de keuze van het interventietype. Logistiek bijstand ziekenwagen mankracht algemeen Enkel mankracht te voorzien om te helpen bij evacuatie patiënt. Logistiek bijstand ziekenwagen ladder algemeen Kan ook gebruikt worden wanneer politie enkel bijstand vraagt van een ladder.

32 Logistiek signalisatie algemeen Signalisatie door brandweer, in overeenstemming met de reglementering. SV 0/0/2* *Na te gaan of hier steeds 2 manschappen dienen ingezet te worden (risicoanalyse). De firma die het huidige contract van FAST vervult op de Antwerpse Ring zet standaard één medewerker in met een signalisatievoertuig. Dezelfde medewerker lost ook kleine problemen alleen op (verwijderen van band, pallet, riem, dood dier, op de autostrade). Logistiek installatie CP-OPS algemeen CP-OPS installeren. Logistiek installatie CP-OPS gemeentelijke fase* CP-OPS installeren. Logistiek installatie CP-OPS provinciale fase* CP-OPS installeren. *Momenteel zijn er 3 types voorzien voor installatie CP-OPS waar er eigenlijk 4 verschillende fases kunnen voorzien worden: - operationele coördinatie - gemeentelijke fase

33 - provinciale fase - federale fase Het lijkt aangewezen om ofwel in de interventietypelijst van de hulpcentra 100/112 de 4 fases te voorzien, ofwel te werken met één algemeen type en de andere te schrappen. Logistiek bijstand verlichting algemeen Brandweer in bijstand met verlichting. Voor elk interventietype dient een minimale uitruk gedefinieerd te worden. De inzet van 2 brandweermannen lijkt voldoende om de interventie af te handelen. Logistiek inbraakalarm stoppen algemeen Niet-dringend Prio 3 Brandweer inzetten voor het afschakelen van een inbraakalarm. Voor elk interventietype dient een minimale uitruk gedefinieerd te worden. De inzet van 2 brandweermannen lijkt voldoende om de interventie af te handelen. Logistiek versterking algemeen nvt nvt Aanvraag versterking de melding kan niet onder een ander type versterking geplaatst worden bij opmerkingen specificeren welke middelen en/of personen er in versterking gevraagd worden. Overleg officier of zijn/haar gemandateerde. Hier wordt als minimaal middel voorzien dat er een overleg tussen de hulpcentra 100/112 en de officier van dienst of zijn/haar gemandateerde kan plaatsvinden. Na dit overleg kan alsnog overgegaan worden tot een bijstelling van de keuze van het interventietype.

34 Logistiek versterking versterking autopomp Enkel te gebruiken op specifieke vraag van een korps, waarbij het aanvragende korps aangeeft van welk ander korps het middel in versterking dient geactiveerd te worden (uitgezonderd vooraf vastgelegde provinciale overeenkomsten). Voor elk interventietype dient een minimale uitruk gedefinieerd te worden. Hierbij wordt inzet standaard AP voorzien met bemanning van 6 personen. Logistiek versterking versterking ladder/hoogwerker Enkel te gebruiken op specifieke vraag van een korps, waarbij het aanvragende korps aangeeft van welk ander korps het middel in versterking dient geactiveerd te worden (uitgezonderd vooraf vastgelegde provinciale overeenkomsten). LW/HW 0/0/2 Voor elk interventietype dient een minimale uitruk gedefinieerd te worden. Hierbij wordt inzet standaard LW/HW voorzien met een bemanning van 2 personen. Logistiek versterking versterking tankwagen Enkel te gebruiken op specifieke vraag van een korps, waarbij het aanvragende korps aangeeft van welk ander korps het middel in versterking dient geactiveerd te worden (uitgezonderd vooraf vastgelegde provinciale overeenkomsten). TW 0/0/1 Voor elk interventietype dient een minimale uitruk gedefinieerd te worden. Hierbij wordt inzet standaard TW voorzien met één bemanningslid.

35 Logistiek versterking versterking bevrijdingswagen Enkel te gebruiken op specifieke vraag van een korps, waarbij het aanvragende korps aangeeft van welk ander korps het middel in versterking dient geactiveerd te worden (uitgezonderd vooraf vastgelegde provinciale overeenkomsten). Voor elk interventietype dient een minimale uitruk gedefinieerd te worden. Hierbij wordt inzet standaard AP voorzien met een bemanning van 6 personen. Logistiek versterking versterking officier Enkel te gebruiken op specifieke vraag van een korps, waarbij het aanvragende korps aangeeft van welk ander korps het middel in versterking dient geactiveerd te worden (uitgezonderd vooraf vastgelegde provinciale overeenkomsten). Voor elk interventietype dient een minimale uitruk gedefinieerd te worden. Hierbij wordt inzet standaard CW voorzien. Logistiek versterking versterking grootwatertransport Enkel te gebruiken op specifieke vraag van een korps, waarbij het aanvragende korps aangeeft van welk ander korps het middel in versterking dient geactiveerd te worden (uitgezonderd vooraf vastgelegde provinciale overeenkomsten). Inzet specifieke middelen. Voor elk interventietype dient een minimale uitruk gedefinieerd te worden. De samenstelling van de middelen bij een inzet grootwatertransport is afhankelijk van de specifieke middelen die voorhanden zijn in de zone. Daar de combinaties bij verschillende zones niet standaard samengesteld werden, is het niet zinvol hier strikt minimale middelen te definiëren.

36 Logistiek versterking versterking redteam Enkel te gebruiken op specifieke vraag van een korps, waarbij het aanvragende korps aangeeft van welk ander korps het middel in versterking dient geactiveerd te worden (uitgezonderd vooraf vastgelegde provinciale overeenkomsten). Inzet specifieke middelen. Voor elk interventietype dient een minimale uitruk gedefinieerd te worden. De samenstelling van een redteam is afhankelijk van de specifieke middelen die voorhanden zijn in de zone. Daar de combinaties bij verschillende zones niet standaard samengesteld werden, is het niet zinvol hier strikt minimale middelen te definiëren. Logistiek versterking versterking gaspakdragers Enkel te gebruiken op specifieke vraag van een korps, waarbij het aanvragende korps aangeeft van welk ander korps het middel in versterking dient geactiveerd te worden (uitgezonderd vooraf vastgelegde provinciale overeenkomsten). Inzet specifieke middelen. Voor elk interventietype dient een minimale uitruk gedefinieerd te worden. De samenstelling van de middelen bij een inzet gaspakken is afhankelijk van de specifieke middelen die voorhanden zijn in de zone. Daar de combinaties bij verschillende zones niet standaard samengesteld werden, is het niet zinvol hier strikt minimale middelen te definiëren.

37 Logistiek versterking versterking duikteam Enkel te gebruiken op specifieke vraag van een korps, waarbij het aanvragende korps aangeeft van welk ander korps het middel in versterking dient geactiveerd te worden (uitgezonderd vooraf vastgelegde provinciale overeenkomsten). Inzet specifieke middelen. Voor elk interventietype dient een minimale uitruk gedefinieerd te worden. De samenstelling van de middelen bij een duikinterventie is afhankelijk van de specifieke middelen die voorhanden zijn in de zone. Daar de combinaties bij verschillende zones niet standaard samengesteld werden, is het niet zinvol hier strikt minimale middelen te definiëren. Logistiek versterking versterking bosbrandwagen Enkel te gebruiken op specifieke vraag van een korps, waarbij het aanvragende korps aangeeft van welk ander korps het middel in versterking dient geactiveerd te worden (uitgezonderd vooraf vastgelegde provinciale overeenkomsten). AP 0/1/3 (bosbrandweerwagen) Voor elk interventietype dient een minimale uitruk gedefinieerd te worden. De inzet van een standaard AP BOS met een bemanning van 4 personen.

38 Logistiek tent algemeen Inzetten van tent op een interventie (bescherming weersinvloeden / onttrekken uit zicht) LOG 0/1/3 Voor elk interventietype dient een minimale uitruk gedefinieerd te worden. De inzet van een LOG met een bemanning van 4 personen in functie van het opzetten van de tent. De tent kan niet steeds in de onmiddellijke omgeving van de LOG opgesteld worden, hierbij kan het nodig zijn dat de tent over een aanzienlijke afstand op minder toegankelijke plaatsen dient opgesteld te worden. Gezien de grootte en het gewicht van de tent zijn 4 manschappen aangewezen. Bijkomend kan het zijn dat de tent na rechtzetten over het incident dient gebracht te worden (over slachtoffer, over wagen met dodelijk slachtoffer, ). Hiertoe zijn minimum 4 manschappen nodig om dit op een adequate wijze uit te voeren.

Minimale adequate middelen en ADCC (niveau brandweer) Brand - algemeen - algemeen BR algemeen Dringend + prio 1 AP 0/1/5 Evaluatie inzet CW

Minimale adequate middelen en ADCC (niveau brandweer) Brand - algemeen - algemeen BR algemeen Dringend + prio 1 AP 0/1/5 Evaluatie inzet CW Verwittiging CB Dringendheid + prio-code Code Hoofdgebeurtenistype + subtypering Voorstel benaming Minimale adequate middelen en ADCC (niveau brandweer) 1.0.0 Brand - algemeen - algemeen BR algemeen 1.1.0

Nadere informatie

BIJLAGE 3 AANBEVOLEN TECHNISCHE NORMEN

BIJLAGE 3 AANBEVOLEN TECHNISCHE NORMEN BIJLAGE 3 AANBEVOLEN TECHNISCHE NORMEN In het kader van de uitvoering van de overeenkomst en het bereiken van de doelstellingen moeten de OPZ hun noden inzake personeel en materieel bepalen en een nulmeting

Nadere informatie

Uniforme uitrukprocedure

Uniforme uitrukprocedure Uniforme uitrukprocedure OPZ Zuid-West-Vlaanderen Versie voorstel - 03//00 Coördinatie AH Uniforme uitrukprocedure Inleidende beschouwingen Opgemaakt op basis van de bijlage 3. Aanbevolen technische normen

Nadere informatie

NOTA Aanpassing KB minimale middelen + indeling interventies 28 februari 2017 versie 13

NOTA Aanpassing KB minimale middelen + indeling interventies 28 februari 2017 versie 13 1 NOTA Aanpassing KB minimale middelen + indeling interventies 28 februari 2017 versie 13 1. Context Deze nota houdt verband met een aantal elementen die een globale oplossing vragen en waarbij BVV zich

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1. - ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit moet verstaan worden onder : HOOFDSTUK 2. - ADEQUATE MIDDELEN

HOOFDSTUK 1. - ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit moet verstaan worden onder : HOOFDSTUK 2. - ADEQUATE MIDDELEN KONINKLIJK BESLUIT VAN 10 NOVEMBER 2012 TOT VASTSTELLING VAN DE MINIMALE VOORWAARDEN VAN DE SNELSTE ADEQUATE HULP EN VAN DE ADEQUATE MIDDELEN. (inw. 7 december 2012) (B.S. 27.11.2012) Gelet op de wet van

Nadere informatie

Inventaris van de gevaren: brandweerhandschoenen

Inventaris van de gevaren: brandweerhandschoenen Inventaris van de gevaren: brandweer 1. Opmerkingen - eigenschappen: Referentienorm: EN 659 Beschermende voor brandweerlieden Mogelijkheid om te hebben met lange of korte manchetten. De stof wordt niet

Nadere informatie

KONINKLIJK BESLUIT VAN 30 AUGUSTUS 2013 TOT VASTSTELLING VAN DE MINIMALE

KONINKLIJK BESLUIT VAN 30 AUGUSTUS 2013 TOT VASTSTELLING VAN DE MINIMALE KONINKLIJK BESLUIT VAN 30 AUGUSTUS 2013 TOT VASTSTELLING VAN DE MINIMALE NORMEN BETREFFENDE DE PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN EN DE BIJKOMENDE UITRUSTING DIE DE HULPVERLENINGSZONES EN PREZONES TER BESCHIKKING

Nadere informatie

Snelste Adequate Hulp

Snelste Adequate Hulp & Snelste Adequate Hulp PZR 27 jun 2014 TC maart 2014 Kpt. Koen Vanderzwalm V 1.0 Blauwdruk op hoofdlijnen (juni 2012) In de blauwdruk op hoofdlijnen is over het principe van de snelste adequate hulp het

Nadere informatie

Missies en taken inzake civiele veiligheid uitgevoerd door de hulpverleningszones en de operationele eenheden van de civiele bescherming

Missies en taken inzake civiele veiligheid uitgevoerd door de hulpverleningszones en de operationele eenheden van de civiele bescherming Bijlage Missies en taken inzake civiele veiligheid uitgevoerd door de hulpverleningszones en de operationele eenheden van de civiele bescherming Typologie van incidenten die aanleiding geven tot algemene

Nadere informatie

Opdrachten en taken van de hulpverleningszones met, indien nodig, steun van andere hulpverleningszones Kolom 1 Kolom 2

Opdrachten en taken van de hulpverleningszones met, indien nodig, steun van andere hulpverleningszones Kolom 1 Kolom 2 mod 20171, versie 21/4/171 Bijlage 1 Opdrachten en taken inzake civiele veiligheid uitgevoerd door de hulpverleningszones en de operationele eenheden van de Civiele bescherming Typologie van incidenten

Nadere informatie

Opdrachten en taken inzake civiele veiligheid uitgevoerd door de hulpverleningszones en de operationele eenheden van de Civiele bescherming

Opdrachten en taken inzake civiele veiligheid uitgevoerd door de hulpverleningszones en de operationele eenheden van de Civiele bescherming Bijlage 1 Opdrachten en taken inzake civiele veiligheid uitgevoerd door de hulpverleningszones en de operationele eenheden van de Civiele bescherming Typologie van incidenten die aanleiding geven tot algemene

Nadere informatie

Inventaris van de gevaren Brandweerinterventielaarzen

Inventaris van de gevaren Brandweerinterventielaarzen Inventaris van de gevaren Brandweerinterventielaarzen 1. Opmerkingen - eigenschappen: De arbeidsgeneesheer raadt het gebruik gedurende de hele dag van interventielaarzen (hoge bottines) af. De prijs van

Nadere informatie

FOD Binnenlandse Zaken A.D. Civiele Veiligheid

FOD Binnenlandse Zaken A.D. Civiele Veiligheid KONINKLIJK BESLUIT VAN 7 APRIL 2003 TOT VERDELING VAN DE OPDRACHTEN INZAKE CIVIELE BESCHERMING TUSSEN DE OPENBARE BRANDWEERDIENSTEN EN DE DIENSTEN VAN DE CIVIELE BESCHERMING. (B.S. 21.05.2003) Gelet op

Nadere informatie

Ter informatie, aan de Dames en Heren Burgemeesters - aan Mevrouw en de Heren Dienstchefs van de brandweerdiensten

Ter informatie, aan de Dames en Heren Burgemeesters - aan Mevrouw en de Heren Dienstchefs van de brandweerdiensten FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN ALGEMENE DIRECTIE CIVIELE VEILIGHEID FEDERAAL KENNISCENTRUM VOOR DE CIVIELE VEILIGHEID MINISTERIËLE OMZENDBRIEF VAN 11 DECEMBER 2009 BETREFFENDE DE INTERVENTIEVERSLAGEN

Nadere informatie

KONINKLIJK BESLUIT VAN 14 OKTOBER 2013 TOT VASTSTELLING VAN DE INHOUD EN DE

KONINKLIJK BESLUIT VAN 14 OKTOBER 2013 TOT VASTSTELLING VAN DE INHOUD EN DE KONINKLIJK BESLUIT VAN 14 OKTOBER 2013 TOT VASTSTELLING VAN DE INHOUD EN DE MINIMALE VOORWAARDEN VAN DE RISICOANALYSE BEDOELD IN ARTIKEL 5, DERDE LID, VAN DE WET VAN 15 MEI 2007 BETREFFENDE DE CIVIELE

Nadere informatie

RETRIBUTIEREGLEMENT (gecoördineerde tekst versie 11/02/2015) Reglement goedgekeurd door de zoneraad op datum van 2 januari 2015

RETRIBUTIEREGLEMENT (gecoördineerde tekst versie 11/02/2015) Reglement goedgekeurd door de zoneraad op datum van 2 januari 2015 RETRIBUTIEREGLEMENT 2015 (gecoördineerde tekst versie 11/02/2015) Reglement goedgekeurd door de zoneraad op datum van 2 januari 2015 Artikel 1: van de prestatie Hulpverleningszone Waasland heft een retributie

Nadere informatie

DIENSTNOTA 2006/13. Herentals, 17 juli BETREFT : standaard operatie procedures brandweer Herentals

DIENSTNOTA 2006/13. Herentals, 17 juli BETREFT : standaard operatie procedures brandweer Herentals BRANDWEER HERENTALS GEWESTCENTRUM Z Herentals, 17 juli 2006 DIENSTNOTA 2006/13 BETREFT : standaard operatie procedures brandweer Herentals Een werkgroep samengesteld uit de officieren en de bevelvoerders

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN NL FR einde Publicatie : 2013-09-19 FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN 30 AUGUSTUS 2013. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de minimale normen betreffende persoonlijke beschermingsmiddelen

Nadere informatie

KONINKLIJK BESLUIT VAN 10 JUNI 2014 TOT BEPALING VAN DE OPDRACHTEN EN TAKEN

KONINKLIJK BESLUIT VAN 10 JUNI 2014 TOT BEPALING VAN DE OPDRACHTEN EN TAKEN KONINKLIJK BESLUIT VAN 10 JUNI 2014 TOT BEPALING VAN DE OPDRACHTEN EN TAKEN VAN CIVIELE VEILIGHEID UITGEVOERD DOOR DE HULPVERLENINGSZONES EN DE OPERATIONELE EENHEDEN VAN DE CIVIELE BESCHERMING EN TOT WIJZIGING

Nadere informatie

Inventaris van de gevaren : Ademhalingsbescherming met open kringloop

Inventaris van de gevaren : Ademhalingsbescherming met open kringloop 1/8 Inventaris van de gevaren : Ademhalingsbescherming met open kringloop Ademhalingstoestel voor brandbestrijding: van type 2 volgens EN 137 en met overdruk. 1. Compatibiliteit met de die gelijktijdig

Nadere informatie

Statistieken Belgische brandweer 2013

Statistieken Belgische brandweer 2013 Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken Algemene Directie Civiele Veiligheid Federaal Kenniscentrum voor de Civiele Veiligheid Statistieken Belgische brandweer 2013 Foto Gwenn Corbisier 1 Inhoudstafel

Nadere informatie

Organisatie en werking Hulpcentrum 100 Antwerpen Communicatiemiddelen

Organisatie en werking Hulpcentrum 100 Antwerpen Communicatiemiddelen Organisatie en werking Hulpcentrum 100 Antwerpen Communicatiemiddelen Programma Opdrachtgevers Werkingsgebied Taken Organisatie personeel Beschikbare middelen Dispatching ramp Toekomst? 2 Opdrachtgevers

Nadere informatie

Deelnemen aan interventies teneinde de operationele doelstellingen van de zone te verwezenlijken.

Deelnemen aan interventies teneinde de operationele doelstellingen van de zone te verwezenlijken. Brandweer zone Kempen Functiebeschrijving brandweerman 1.1 Doel Het vervullen van een veelheid van operationeel uitvoerende taken in het kader van de basisbrandweerzorg teneinde een goede operationele

Nadere informatie

Belgische brandweer 2014

Belgische brandweer 2014 Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken Algemene Directie Civiele Veiligheid Federaal Kenniscentrum voor de Civiele Veiligheid Statistieken Belgische brandweer 2014 Foto : Gwenn Corbisier Inhoudsopgave

Nadere informatie

MP: OVERMACHT. MP Overmacht _final Hulpcentrum 112/100 Oost-Vlaanderen Medische Directie T

MP: OVERMACHT. MP Overmacht _final Hulpcentrum 112/100 Oost-Vlaanderen Medische Directie T 1 MP: OVERMACHT OVERMACHT is een juridisch begrip dat een niet-toerekenbare onmogelijkheid om een verplichting na te komen aanduidt, waardoor de rechtspersoon in kwestie van deze verplichting bevrijd wordt.

Nadere informatie

Actualisatie risicotool Zone Meetjesland

Actualisatie risicotool Zone Meetjesland Actualisatie risicotool Zone Meetjesland Agenda 1. Opdracht 2. Definities 3. Referentiekader 4. Normen voor Meetjesland 5. Spreiding materieel: invloedsfactoren 6. Voorstellen 2 1 Opdracht Opdracht Falck

Nadere informatie

Hulpverleningszone Zuid-West Limburg. Jaarverslag Derde levensjaar van de zone in woord en cijfers

Hulpverleningszone Zuid-West Limburg. Jaarverslag Derde levensjaar van de zone in woord en cijfers Hulpverleningszone Zuid-West Limburg Jaarverslag 2017 Derde levensjaar van de zone in woord en cijfers Inhoud 1. Algemene gegevens... 5 1.1. Onze kazernes... 5 1.2. Ons interventiegebied... 6 1.3. De zone

Nadere informatie

DIENSTNOTA 2005/14. alarmering brandweer HERENTALS door brandweer GEEL met ingang van 14.05.05 8u00: informatie, procedures, handelwijze

DIENSTNOTA 2005/14. alarmering brandweer HERENTALS door brandweer GEEL met ingang van 14.05.05 8u00: informatie, procedures, handelwijze Herentals, 28 april 2005 DIENSTNOTA 2005/14 BETREFT : alarmering brandweer HERENTALS door brandweer GEEL met ingang van 14.05.05 8u00: informatie, procedures, handelwijze Oud-Strijderslaan 2200 Herentals

Nadere informatie

BELGISCHE HANDLEIDING VOOR BRANDWEERREGULATIE. Foto s: www.bosilo.net

BELGISCHE HANDLEIDING VOOR BRANDWEERREGULATIE. Foto s: www.bosilo.net BELGISCHE HANDLEIDING VOOR BRANDWEERREGULATIE Foto s: www.bosilo.net INHOUDSTAFEL INLEIDING ORGANISATIE VAN DE PROTOCOLLEN Uitleg over de structuur en het juiste gebruik van de handleiding ROL VAN DE OPERATOR

Nadere informatie

85 VACANTE BETREKKINGEN VOOR KORPORAAL (VRIJWILLIG PERSONEEL) VIA BEVORDERING

85 VACANTE BETREKKINGEN VOOR KORPORAAL (VRIJWILLIG PERSONEEL) VIA BEVORDERING 85 VACANTE BETREKKINGEN VOOR KORPORAAL (VRIJWILLIG PERSONEEL) VIA BEVORDERING De staat voor de samensmelting van de brandweerdiensten van de gemeenten Berlare, Buggenhout, Dendermonde, Hamme, Lebbeke,

Nadere informatie

Overzicht van de geïndexeerde tarieven voor het kalenderjaar 2017

Overzicht van de geïndexeerde tarieven voor het kalenderjaar 2017 Overzicht van de geïndexeerde tarieven voor het kalenderjaar 2017 A. Allerlei prestaties (kostprijs per uur) Normaal tarief Nacht tarief Weekend tarief 1. Stilleggen van een alarmsignaal 359 422 614 2.

Nadere informatie

Risicoanalyse: Bescherming van de handen

Risicoanalyse: Bescherming van de handen Risicoanalyse: Bescherming van de handen 1. : type bescherming Rekening houdend met de interventietypes, beveelt de werkgroep 3 soorten aan: Textiel voor de interventies in aanwezigheid van brand; Handscho

Nadere informatie

Overzicht van de geïndexeerde tarieven voor het kalenderjaar 2018

Overzicht van de geïndexeerde tarieven voor het kalenderjaar 2018 Overzicht van de geïndexeerde tarieven voor het kalenderjaar 2018 A. Allerlei prestaties (kostprijs per uur) Normaal tarief Nacht tarief Weekend tarief 1. Stilleggen van een alarmsignaal 366 431 626 2.

Nadere informatie

Organisatie. - X-korpsen - Zuiver beroepskorpsen - Antwerpen, Luik, Brussel, Charleroi, Gent

Organisatie. - X-korpsen - Zuiver beroepskorpsen - Antwerpen, Luik, Brussel, Charleroi, Gent D1 - BRANDWEER Organisatie - X-korpsen - Zuiver beroepskorpsen - Antwerpen, Luik, Brussel, Charleroi, Gent - Y-korpsen - Louter beroeps, of beroeps, aangevuld met vrijwilliger - 25-tal - Z-korpsen - Vrijwilligers

Nadere informatie

Functieomschrijvingen diverse functies vrijwillige sergeant

Functieomschrijvingen diverse functies vrijwillige sergeant Functieomschrijvingen diverse functies vrijwillige sergeant De zoneraad van 21 maart 2016 heeft beslist om onderstaande plaatsen vacant te verklaren door middel van bevordering: A. 7 functies voor sergeant

Nadere informatie

OPDRACHTEN HULPVERLENINGSZONE

OPDRACHTEN HULPVERLENINGSZONE OPDRACHTEN HULPVERLENINGSZONE wettelijk kader & retributie Hulpverleningszone Midwest Kwadestraat 159 8800 Roeselare 051 80 60 00 www.zonemidwest.be Inhoudstafel 1. HERVORMING VAN DE BRANDWEER: EEN KORTE

Nadere informatie

Functionele analyse: vlamvertragende bivakmuts. 1. Aspecten verbonden aan de continuïteit van de bescherming, de ergonomie en het comfort

Functionele analyse: vlamvertragende bivakmuts. 1. Aspecten verbonden aan de continuïteit van de bescherming, de ergonomie en het comfort Functionele analyse: vlamvertragende bivakmuts - De bivakmuts wordt gebruikt tijdens interventies die, afhankelijk van het risiconiveau, de brandweerhelm vereisen. Ze wordt gedragen samen met de brandweerhelm,

Nadere informatie

20 vacante plaatsen voor sergeant (vrijwillig personeel) via bevordering

20 vacante plaatsen voor sergeant (vrijwillig personeel) via bevordering 20 vacante plaatsen voor sergeant (vrijwillig personeel) via bevordering Posten: Assenede (1), Deinze (1), Gavere (4), Lochristi (2), Melle (2), Merelbeke (6), Zelzate (4) Functie Doelstelling van de functie

Nadere informatie

Retributiereglement 2019

Retributiereglement 2019 Brandweerzone Vlaams-Brabant West Dienst Financiën Retributiereglement 2019 Gelet op artikel 178 van de wet van 15 mei 2007 betreffende Civiele Veiligheid; Gelet op het KB van 25 april 2007 tot vaststelling

Nadere informatie

Vier vacante plaatsen voor adjudant (beroepspersoneel) via bevordering

Vier vacante plaatsen voor adjudant (beroepspersoneel) via bevordering Vier vacante plaatsen voor adjudant (beroepspersoneel) via bevordering Post: Gent Functie Doelstelling van de functie 1. De operationele leiding bij de bestrijding van incidenten over een team medewerkers.

Nadere informatie

BEKENDMAKING VACATURE

BEKENDMAKING VACATURE BEKENDMAKING VACATURE voor de aanwerving van sergeanten in het vrijwilligerskader via mobiliteit in dezelfde graad Zone Midwest is een van de vier West-Vlaamse hulpverleningszones en één van de 34 hulpverleningszones

Nadere informatie

Risicoanalyse: Interventielaarzen type «rangers»

Risicoanalyse: Interventielaarzen type «rangers» Risicoanalyse: Interventielaarzen type «rangers» 1. Opmerkingen bij het benodigde type schoenen: een paar of twee verschillende paren?! De arbeidsgeneesheer raadt af om de interventielaarzen de hele dag

Nadere informatie

Brandweerdienst van KNOKKE-HEIST

Brandweerdienst van KNOKKE-HEIST NIS 31043 Brandweerdienst van KNOKKE-HEIST Jaarlijks verslag en statistische inlichtingen 2013 Jaarverslag 2013 Brandweer Knokke-Heist - 2 - Administratieve inlichtingen KNOKKE-HEIST NIS 31043 Gegevens

Nadere informatie

Vergelijkende studie minimale middelen brandweer Buurlanden van België

Vergelijkende studie minimale middelen brandweer Buurlanden van België Inhoud 1. Inleiding... 2 2. Analyse Organisatie... 2 2.1. Algemene gegevens buurlanden... 2 2.1.1. Basisbrandweerzorg Duitsland (Zie Overzichtstabellen p. 6)... 2 2.1.2. Basisbrandweerzorg Nederland (Zie

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU KONINKLIJK BESLUIT VAN 17 OKTOBER 2011 BETREFFENDE DE DISPATCHING VAN

Nadere informatie

Met deze omzendbrief wil ik u de nodige uitleg verschaffen bij de bepalingen van het betreffende besluit.

Met deze omzendbrief wil ik u de nodige uitleg verschaffen bij de bepalingen van het betreffende besluit. OMZENDBRIEF VAN 3 JUNI 2013. - TOEPASSING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 10 NOVEMBER 2012 TOT VASTSTELLING VAN DE MINIMALE VOORWAARDEN VAN DE SNELSTE ADEQUATE HULP EN VAN DE ADEQUATE MIDDELEN. (inw. 20

Nadere informatie

Indien er in uw omgeving een medewerker of bezoeker onwel wordt belt u onmiddellijk het alarmnummer 113.

Indien er in uw omgeving een medewerker of bezoeker onwel wordt belt u onmiddellijk het alarmnummer 113. PROCEDURE MELDING Bestemd voor: alle medewerkers buiten kantooruren ALLE GEVALLEN Bel 0-112 en geef door wat er aan de hand is. Bij brand: verlaat het pand via een veilig vluchtweg. PROCEDURE MELDING Bestemd

Nadere informatie

PROJECTLIJST CEL 3 1. LOPENDE PROJECTEN

PROJECTLIJST CEL 3 1. LOPENDE PROJECTEN Documentbeheer:RL ProjectlijstCel3 Versie:25.03.2010 p.1 1. LOPENDEPROJECTEN CEL3 PROJECTLIJST Prio 1.1. H Verkeersgeleiding door de brandweer Werkmethode/SOP voor de brandweer moet uitgewerkt worden;

Nadere informatie

Belgische hulpverleningszones 2016

Belgische hulpverleningszones 2016 Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken Algemene Directie Civiele Veiligheid Federaal Kenniscentrum voor de Civiele Veiligheid Statistieken Belgische hulpverleningszones 2016 foto: www.bosilo.net Inhoudsopgave

Nadere informatie

Brandweerman. 1. Doel. 2. Beschrijving. 3. Kerntaken en takengebied

Brandweerman. 1. Doel. 2. Beschrijving. 3. Kerntaken en takengebied Functiekaart: vrijwillig brandweerman/vrouw-ambulancier Brandweerman 1. Doel Het vervullen van een veelheid van operationeel uitvoerende taken in het kader van de basisbrandweerzorg teneinde een goede

Nadere informatie

HOOFDSTUK I. - ALGEMENE BEPALINGEN. Aldus gewijzigd bij K.B. van 20 september 2017, art. 1 (inw. 1 januari 2019) (B.S )

HOOFDSTUK I. - ALGEMENE BEPALINGEN. Aldus gewijzigd bij K.B. van 20 september 2017, art. 1 (inw. 1 januari 2019) (B.S ) KONINKLIJK BESLUIT VAN 10 JUNI 2014 TOT BEPALING VAN DE OPDRACHTEN EN TAKEN VAN CIVIELE VEILIGHEID UITGEVOERD DOOR DE HULPVERLENINGSZONES EN DE OPERATIONELE EENHEDEN VAN DE CIVIELE BESCHERMING EN TOT WIJZIGING

Nadere informatie

Intern noodplan. Erwin De Buck, preventieadviseur scholengroep 23

Intern noodplan. Erwin De Buck, preventieadviseur scholengroep 23 Intern noodplan. Erwin De Buck, preventieadviseur scholengroep 23 Doel: Een uitgewerkt plan om in crisissituaties passend te reageren en zodoende de ongewenste gebeurtenissen en de mogelijke gevolgen ervan

Nadere informatie

Retributiereglement HVZ Waasland

Retributiereglement HVZ Waasland Retributiereglement HVZ Waasland REGLEMENT GOEDGEKEURD DOOR DE ZONERAAD OP DATUM VAN 30 JUNI 2016 Artikel 1. Doel en toepassingsgebied De Hulpverleningszone Waasland heft een retributie voor de volgende

Nadere informatie

Functiebeschrijving Brandweerman

Functiebeschrijving Brandweerman Functiebeschrijving Brandweerman Doel Beschrijving Kerntaken en takengebied 1. Het vervullen van een veelheid van operationeel uitvoerende taken in het kader van de basisbrandweerzorg teneinde een goede

Nadere informatie

2010 Buizingen. door Alain Habils Elmar De Geyter. Bron: GVA

2010 Buizingen. door Alain Habils Elmar De Geyter. Bron: GVA 2010 Buizingen door Alain Habils Elmar De Geyter Bron: GVA Geschiedenis 1927-11 doden, 49 gewonden 1982-25 gewonden 1985-8 gewonden 1988-1 dode, 33 gewonden 2006 Rampoefening HaRaSpo Oefening 2006 Brandweer

Nadere informatie

Hulpverleningszone 4 - overeenkomst Snelste Adequate Hulp op zonaal niveau

Hulpverleningszone 4 - overeenkomst Snelste Adequate Hulp op zonaal niveau Hulpverleningszone 4 - overeenkomst Snelste Adequate Hulp op zonaal niveau Overeenkomst betreffende het verminderen van de dubbele uitruk in afwachting van de inwerkingtreding van de wet van 15 mei 2007

Nadere informatie

Bekendmaking van de vacature voor de interne bevordering tot adjudant in het beroeps- en het vrijwilligerskader

Bekendmaking van de vacature voor de interne bevordering tot adjudant in het beroeps- en het vrijwilligerskader Bekendmaking van de vacature voor de interne bevordering tot adjudant in het beroeps- en het vrijwilligerskader 1. FUNCTIEBESCHRIJVING ADJUDANT Doel Beschrijving 1. De operationele leiding over een team

Nadere informatie

op de openbare weg PROCEDURE BEVEILIGING VAN INTERVENTIES OP DE OPENBARE WEG STANDAARD OPERATIE PROCEDURE

op de openbare weg PROCEDURE BEVEILIGING VAN INTERVENTIES OP DE OPENBARE WEG STANDAARD OPERATIE PROCEDURE Prébrandweerzone Rivierenland SOP Procedure beveiliging van interventies op de openbare weg PROCEDURE BEVEILIGING VAN INTERVENTIES OP DE OPENBARE WEG STANDAARD OPERATIE PROCEDURE Definitieve versie Goedgekeurd

Nadere informatie

Bescherming van het hoofd

Bescherming van het hoofd Risicoanalyse: en Bescherming van het hoofd De veiligheidshelm wordt gedragen buiten de interventies die het dragen van de brandweerhelm vereisen. In aanwezigheid van hitte en vlammen wordt de brandweerhelm

Nadere informatie

Analyse GMS-gegevens. 1. Inleiding. 2. Methode

Analyse GMS-gegevens. 1. Inleiding. 2. Methode Analyse GMS-gegevens 1. Inleiding Het doel van deze studie is te onderzoeken of op basis van meldkamergegevens meer inzicht kan worden gekregen over hoe vaak door de brandweer wordt uitgerukt, de redenen

Nadere informatie

Gevareninventaris: gebruik van PBM ingeval van «normaal» werk op hoogte van de brandweer en Civiele Bescherming (uitgezonderd GRIMP-opdrachten)

Gevareninventaris: gebruik van PBM ingeval van «normaal» werk op hoogte van de brandweer en Civiele Bescherming (uitgezonderd GRIMP-opdrachten) Gevareninventaris: gebruik van PBM ingeval van «normaal» werk op hoogte van de brandweer en Civiele Bescherming (uitgezonderd GRIMP-opdrachten) 1. Interventies/Taken die risico s inhouden De onderstaande

Nadere informatie

Deelnemen aan interventies teneinde de operationele doelstellingen van de zone te verwezenlijken.

Deelnemen aan interventies teneinde de operationele doelstellingen van de zone te verwezenlijken. Brandweer zone Kempen Functiebeschrijving brandweerman 1.1 Doel Het vervullen van een veelheid van operationeel uitvoerende taken in het kader van de basisbrandweerzorg teneinde een goede operationele

Nadere informatie

8 VACANTE BETREKKINGEN VOOR SERGEANT (VRIJWILLIG PERSONEEL) VIA BEVORDERING DOOR VERHOGING IN GRAAD

8 VACANTE BETREKKINGEN VOOR SERGEANT (VRIJWILLIG PERSONEEL) VIA BEVORDERING DOOR VERHOGING IN GRAAD 8 VACANTE BETREKKINGEN VOOR SERGEANT (VRIJWILLIG PERSONEEL) VIA BEVORDERING DOOR VERHOGING IN GRAAD De staat voor de samensmelting van de brandweer- en ambulancediensten van de gemeenten Berlare, Buggenhout,

Nadere informatie

De link tussen intern en extern noodplan

De link tussen intern en extern noodplan Nood- en interventieplanning De link tussen intern en extern noodplan Hildegard Dierens Ambtenaar Nood- en Interventieplanning Stad Gent 20 oktober 2011 27 kinderen weggevoerd na chloorlek in zwembad De

Nadere informatie

Informatiebundel bevorderingsprocedure. Sergeant-vrijwilliger

Informatiebundel bevorderingsprocedure. Sergeant-vrijwilliger Informatiebundel bevorderingsprocedure Sergeant-vrijwilliger Doel van de functie De operationele leiding over een team medewerkers om door een efficiënte en effectieve inzet van hoge kwaliteit menselijke

Nadere informatie

Brandweerdienst van KNOKKE-HEIST

Brandweerdienst van KNOKKE-HEIST NIS 31043 Brandweerdienst van KNOKKE-HEIST Jaarlijks verslag en statistische inlichtingen 2010 Administratieve inlichtingen KNOKKE-HEIST NIS 31043 Gegevens van de kazerne Zone Noord-Oost West-Vlaanderen

Nadere informatie

# Overwegingen Aantekeningen 1 Alarm

# Overwegingen Aantekeningen 1 Alarm # Overwegingen Aantekeningen 1 Alarm Rust, ruimte & overzicht 2 Uitrukken 1 Controle MS 2 Bericht 3 Bovenwinds aanrijden 4 Veilig aanrijden 5 Berichtgeving 6 Commando s 3 OGS melding 1 GEVI-nummer 2 Stofnaam

Nadere informatie

Handleiding voor het gebruik van medische wacht- en hulpdiensten

Handleiding voor het gebruik van medische wacht- en hulpdiensten Handleiding voor het gebruik van medische wacht- en hulpdiensten Medische wacht- en hulpdiensten zijn er steeds voor mensen die medische zorgen nodig hebben. De realiteit leert echter dat men vaak niet

Nadere informatie

ALARM: CODE ROOD IN DE BRANDWEERKAZERNE

ALARM: CODE ROOD IN DE BRANDWEERKAZERNE ALARM: CODE ROOD IN DE BRANDWEERKAZERNE Controlekamer met commandocomputer Stapelbed voor rustperiodes Alarmsysteem De brandweerkazerne De brandweerkazerne is verantwoordelijk voor een stad of district.

Nadere informatie

Stormschade? Bel of gebruik webformulier brandweer

Stormschade? Bel of gebruik webformulier brandweer Gepubliceerd op Politiezone Antwerpen (https://www.politieantwerpen.be) Startpagina > Stormschade? Bel 03 338 13 38 of gebruik webformulier brandweer Stormschade? Bel 03 338 13 38 of gebruik webformulier

Nadere informatie

Retributiereglement Brandweer Zone Rand

Retributiereglement Brandweer Zone Rand Brandweer Zone Rand Ruiterijschool 1 bus 2 2930 Brasschaat 03 369 64 00 info@brandweer.zonerand.be De zoneraad, gelet op de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming en latere wijzigingen;

Nadere informatie

Rampenplan Gemeente Assen 2007 Deel I: Algemeen

Rampenplan Gemeente Assen 2007 Deel I: Algemeen Rampenplan Gemeente Assen 2007 Deel I: Algemeen Rampenplan Gemeente Assen 2007 versie 9 mei 2007 Inleiding Het voorliggende Rampenplan Gemeente Assen 2007 beschrijft de organisatie en werkwijze van de

Nadere informatie

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit moet begrepen worden onder :

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit moet begrepen worden onder : KONINKLIJK BESLUIT VAN 19 OKTOBER 2010 TOT TOEKENNING VAN EEN AANVULLENDE SUBSIDIE AAN DE PROVINCIALE OPLEIDINGSCENTRA VOOR DE OPENBARE BRANDWEERDIENSTEN VOOR HET JAAR 2010. (inw. 1 januari 2010) (B.S.

Nadere informatie

Overzicht uitrukken brandweer Neder-Betuwe - Alle groepen 2015

Overzicht uitrukken brandweer Neder-Betuwe - Alle groepen 2015 deel 160 Ochten 21 augustus 18:12 vrijdag avond Brand TS Buitenbrand PRIO 1 Echteld Betuweroute, loos alarm door werkzaamheden 159 Ochten 21 augustus 08:59 vrijdag ochtend Hulp TS Ass.ambulance PRIO 2

Nadere informatie

Noodplanning, civiele veiligheid en crisisbeheer in België

Noodplanning, civiele veiligheid en crisisbeheer in België Noodplanning, civiele veiligheid en crisisbeheer in België De wet van 31 januari 1963 betreffende de civiele bescherming, vervolledigd door het Koninklijk Besluit van 16 februari 2006 betreffende de nood-

Nadere informatie

1. Kenmerken van een inzet bij OGS. 2. Belangrijkste Risico's bij OGS. 3. Specifieke zaken voor Beeldvorming bij OGS

1. Kenmerken van een inzet bij OGS. 2. Belangrijkste Risico's bij OGS. 3. Specifieke zaken voor Beeldvorming bij OGS Beeld-, oordeel- en besluitvorming bij OGS Oefenkaart Lesstof Overige bronnen 222A Beeld-, oordeel- en besluitvorming bij OGS Bevelvoerder, tekstboek OGS Inleiding Deze achtergrondinformatie gaat over

Nadere informatie

(Ernstige) arbeidsongevallen & -aangifte

(Ernstige) arbeidsongevallen & -aangifte (Ernstige) arbeidsongevallen & -aangifte Infodag contactpersonen & directie Rodolf Broers Karen Brems 1 Probleemstelling In de school meldt een aannemer zich aan om te komen bekijken welke sanitaire werken

Nadere informatie

Retributiereglement voor de hulpverleningszone

Retributiereglement voor de hulpverleningszone Reglement Retributiereglement voor de hulpverleningszone Artikel 1. Inwerkingtreding Er wordt met ingang van 1 april 2016 een retributie gevestigd voor prestaties geleverd door de hulpverleningszone die

Nadere informatie

BEKENDMAKING VACATURE

BEKENDMAKING VACATURE BEKENDMAKING VACATURE voor de aanwerving van brandweermannen / -vrouwen in het vrijwilligerskader via mobiliteit in dezelfde graad Zone Midwest is een van de vier West-Vlaamse hulpverleningszones en één

Nadere informatie

Rijvaardigheidstraining prioritaire vrachtwagens

Rijvaardigheidstraining prioritaire vrachtwagens prioritaire vrachtwagens Opleidingstraject rijbewijs C Gevaren bij het besturen van prioritaire brandweervoertuigen Opleiding vrachtwagenbestuurder Opleidingstraject: Theorie: 50 vragen multiple choise

Nadere informatie

FIRE PROTECTION CONSULTANTS

FIRE PROTECTION CONSULTANTS FIRE PROTECTION CONSULTANTS Agenda CalaHAn: Calamiteiten Haven van Antwerpen Probleemstelling Project doelstelling Live Demo Conclusies 2 Probleemstelling 3 Projectomschrijving Doelstelling: Een efficiëntere

Nadere informatie

Leidraad Kernongevallenbestrijding

Leidraad Kernongevallenbestrijding Leidraad Kernongevallenbestrijding In deze paragraaf worden enige algemene operationele uitgangspunten beschreven die voor alle betrokken (operationele) diensten van belang zijn. Het gaat hier om de te

Nadere informatie

Wat iedere medewerker moet weten over brand

Wat iedere medewerker moet weten over brand Wat iedere medewerker moet weten over brand Inhoud Inleiding 3 Brandmelding 4 Wat te doen bij brand? 10 regels 5 Branddetectie en overige voorzieningen 7 Gebruiksaanwijzing kleine blusmiddelen 9 Brandpreventie

Nadere informatie

Retributie voor inzet van brandweerpersoneel en middelen

Retributie voor inzet van brandweerpersoneel en middelen Hulpverleningszone Meetjesland Sint-Gerolflaan 12a 9880 Aalter Retributiereglement voor de hulpverleningszone Artikel 1. Inwerkingtreding Er wordt met ingang van 1 april 2016 een retributie gevestigd voor

Nadere informatie

Retributiereglement Brandweer zone Kempen

Retributiereglement Brandweer zone Kempen Retributiereglement Brandweer zone Kempen Artikel 1 Algemene informatie Met ingang van 1 juni 2017 wordt door de Hulpverleningszone Brandweer zone Kempen een retributie geheven ter recuperatie van de kosten

Nadere informatie

Oefeningen en evenementen binnen het HC 112/100 OVL

Oefeningen en evenementen binnen het HC 112/100 OVL 1 Nota Oefeningen en evenementen binnen het HC 112/100 OVL 1 Oefening 1.1 Soorten oefening 1.1.1 Oefening met participatie van het HC 112/100 OVL Het Hulpcentrum 112/100 OVL (HC 112/100 OVL) neemt deel

Nadere informatie

Zwaar verkeersongeval? Enforcement. Inwerken op verkeersgedrag. Engineering. Engineering. Benadering van zware verkeersongevallen. Federale Wegpolitie

Zwaar verkeersongeval? Enforcement. Inwerken op verkeersgedrag. Engineering. Engineering. Benadering van zware verkeersongevallen. Federale Wegpolitie Benadering van zware verkeersongevallen Federale Wegpolitie Zwaar verkeersongeval? Dit is een verkeersongeval met zware materiële gevolgen (burgerlijk gebied): Langdurige werkongeschiktheid; Invaliditeit

Nadere informatie

uitrukprocedure 6 + 6 versie 1.0 Nieuwe uitruk procedure per 9 januari 2012

uitrukprocedure 6 + 6 versie 1.0 Nieuwe uitruk procedure per 9 januari 2012 Nieuwe uitruk procedure per 9 januari 2012 Per 9 januari starten we een pilot om uit te rukken met 6 personen verdeeld over 2 (meerdere) voertuigen. De onderstaande inzet voorstellen zijn nader uitgewerkt

Nadere informatie

NOOD- EN INTERVENTIEPLANNEN

NOOD- EN INTERVENTIEPLANNEN NOOD- EN INTERVENTIEPLANNEN KB van 16/2/2006 + Ministeriële Omzendbrief 26/10/2006 Postgraduaat Rampenmanagement 2008/2009 1 Enkele begrippen Coördinatiecomité (CC) multidisciplinaire cel die de bevoegde

Nadere informatie

BEKENDMAKING VACATURE

BEKENDMAKING VACATURE BEKENDMAKING VACATURE voor aanleg van een bevorderingsreserve van sergeant in het beroeps- en vrijwilligerskader Hulpverleningszone Midwest Kwadestraat 159 8800 Roeselare 051 80 60 00 www.zonemidwest.be

Nadere informatie

De Grote Verkeerstoets - 2014 07/08/2014. 1. Ja. 2. Neen, want ik mag hier niet links afslaan. 3. Neen, want ik heb mijn arm niet uitgestoken.

De Grote Verkeerstoets - 2014 07/08/2014. 1. Ja. 2. Neen, want ik mag hier niet links afslaan. 3. Neen, want ik heb mijn arm niet uitgestoken. 100082: Welk voorwerp houd je hier boven je hoofd? 1. Een rood voorwerp. 2. Een map. 3. Een voetbal. 100081: Je slaat af naar links. Gebeurt dat hier helemaal veilig? 1. Ja. 2. Neen, want ik mag hier niet

Nadere informatie

a. Bijlage 1 tekeningen

a. Bijlage 1 tekeningen 1 Inhoudsopgave 1. Inhoudsopgave 2. Inleiding 3. Situatietekening (ligging van het gebouw) 4. Gebouw en organisatiegegevens 5. Alarmeringsprocedure 6. Stroomschema alarmering 7. Wijze van ontruiming 8.

Nadere informatie

Adres : Postcode : Plaats : Telefoon :

Adres : Postcode : Plaats : Telefoon : Adres : Postcode : Plaats : Telefoon : O N T R U I M I N G S P L A N (naam gebouw/ instelling) Dit plan is opgesteld door : naam : datum : Revisieblad Rev. nr. Datum Verwijderen Toevoegen Namen en telefoonnummers

Nadere informatie

BHV-procedures bij incidenten

BHV-procedures bij incidenten BHV-procedures bij incidenten Inclusief instructieblad met toelichting. Bij bedrijfshulpverlening voor ongevallen, brand en ontruiming is het belangrijk dat de BHV ers goede instructies en werkprocedures

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Standpuntbepaling van de Vlaamse regering over het wetsvoorstel tot wijziging

Nadere informatie

Functie. Daarom zijn wij momenteel op zoek naar: Doelstelling van de functie

Functie. Daarom zijn wij momenteel op zoek naar: Doelstelling van de functie Brandweerzone Centrum bestaat uit 13 posten die samen 18 gemeenten beschermen. Net geen 1000 beroeps- en vrijwillige brandweermannen en ambulanciers gaan door het vuur om de veiligheid van 550.000 burgers

Nadere informatie

Brandweermannen (m/v/x) (vrijwillig personeel) via aanwerving

Brandweermannen (m/v/x) (vrijwillig personeel) via aanwerving Brandweerzone Centrum verenigt 8 brandweerkorpsen: het beroepskorps van Gent en 7 vrijwilligerskorpsen. Samen staan wij in voor de bescherming van 18 gemeenten in Oost- Vlaanderen: Assenede, De Pinte,

Nadere informatie

MINISTERIËLE OMZENDBRIEF VAN 14 AUGUSTUS 2015 BETREFFENDE DE INTERVENTIEKLEDIJ.

MINISTERIËLE OMZENDBRIEF VAN 14 AUGUSTUS 2015 BETREFFENDE DE INTERVENTIEKLEDIJ. MINISTERIËLE OMZENDBRIEF VAN 14 AUGUSTUS 2015 BETREFFENDE DE INTERVENTIEKLEDIJ. Mevrouw de Voorzitster, Mijnheer de Voorzitter, Deze omzendbrief heeft als doel om de hulpverleningszones en de Brusselse

Nadere informatie

Schade door water of vuur; Salvage is er in het eerste uur!

Schade door water of vuur; Salvage is er in het eerste uur! Schade door water of vuur; Salvage is er in het eerste uur! Presentatie beursdag VNAB 2018 20 maart 2018 Geerlof van Loo Beleidsmedewerker Brenda Reinders Directeur Stichting Salvage Opgericht in 1987

Nadere informatie

BIC WERKBOEKJE. Naam: Voornaam: Brandweer Informatie Centrum

BIC WERKBOEKJE. Naam: Voornaam: Brandweer Informatie Centrum BIC Brandweer Informatie Centrum WERKBOEKJE Naam: Voornaam: Klas: School: 2609562_BW_BIC_Werkboekje_V4.indd 1 20/06/13 15:22 INHOUD Op interventie 4 Een goede noodoproep 6 Verbrande voorwerpen en brandweermateriaal

Nadere informatie