BO 3 voor (elektrische) rolstoelers

Transcriptie

1

2 Basisopstelling 3 is beschreven in de methode Basislessen bewegingsonderwijs deel 1 Van Gelder & Stroes In deze beschrijving zijn de aanpassingen beschreven voor deelnemers in een (elektrische) rolstoel. Opstelling: Vak 1 Vak 2 Vak 3 balanceren bergbeklimmen. leeuwenkooi Materiaal: Groot: 8 banken 11 matten 1 dikke mat 3 kasten 2 klimramen 2 springplanken 2 rekstokken 1 korfbalpaal 1 klein klimraam Klein: 8 lintjes 4 honkpalen 12 pylonen 1 of 2 trektouwen 10 hoepels 4 bakken of manden 3-5 stokken 15 blokjes Let op: Een extra paar helpende handen in de gymzaal wordt sterk aangeraden voor de nodige hulpverlening. Zaalopstelling reguliere basisopstelling 2 Zaalopstelling op mytylschool

3 Vak 1 Balanceren Aanpassingen (elektrische) rolstoelers: Omdat leerlingen in een elektrische rolstoel niet over een enkele bank of balk kunnen balanceren Maken we speciaal voor hen een eigen balanceer situatie. Arrangement: Pak een stapel houten blokken. Hiermee kun je verschillende situaties maken waarover de leerlingen in een rolstoel kunnen balanceren.

4 Let er op dat de blokjes niet gaan schuiven. Maak in dat geval gebruik van anti slip matjes of laat iemand de blokjes met de voeten tegenhouden. Opdrachten: Leg de blokjes op wiel breedte uit elkaar. De leerling probeert er overheen te rijden.

5 Nu maak je één lange rij van alle blokjes. De leerling probeert er weer overheen te rijden, hierdoor gaat de rolstoel een beetje scheef. De hoogte kan gevarieerd worden, afhankelijk van wat de rolstoel aankan en wat de leerling durft. Probeer het ook eens achteruit.

6 Om het moeilijker te maken kun je de blokjes ook in de lengte richting neerleggen. Het steunvlak wordt zo een stuk kleiner. Tip: Ditzelfde idee van rijdend schuin hangen kun je ook doen met matjes. Één wiel erop, één ernaast. Ook kun je hiermee in hoogte variëren door er twee op elkaar te leggen. Blokjes heeft wel de voorkeur omdat het meer lijkt op balanceren.

7 Vak 2 bergbeklimmen Aanpassingen (elektrische) rolstoelers: Omdat leerlingen in een elektrische rolstoel niet kunnen klimmen op de situatie met de dikke mat maken we speciaal voor hen een eigen klim/ balanceer situatie. Arrangement: We maken een klimsituatie door twee schuine vlakken te maken. Zet het bovenste deel van een framekast (of drie delen van een normale kast) in het midden en maak daaraan twee schuine vlakken door middel van banken of een klimraam. Leg in het geval van een klimraam matten op de situatie zodat rolstoelers er overheen kunnen rijden. Maak daarna met losse matten de op- en afstap mogelijk. Wanneer de matten breder zijn dan het klimraam, geef dan de rijbaan aan door bijvoorbeeld tape op de mat te plakken. De leerling moet dan zorgen dat hij/zij met de wielen binnen de lijnen blijft.

8 Opdracht: Rijd over de situatie naar de andere kant. Sommige leerlingen vinden het fijner als er nog een mat op de banken ligt.

9 Je kunt ook eens aan de andere kant van de situatie beginnen. Of de hele weg achteruit rijden

10 Organisatorische tips: De eerste keer begeleid je altijd zelf, van dichtbij om de vaardigheden en de benodigde hulp in de schatten. Daarna kan iemand instructies geven wanneer de leerling zelf niet goed kan zien of de wielen op de bank blijven. Sommige leerlingen zijn bang om voorover te vallen. Zorg in dat geval dat de gordels vast zitten en dat je eventueel de leerling bij de schouders tegen houdt.

11 Vak 3 Leeuwenkooi Korte uitleg basisspel: Er is één tikker, de leeuw, deze staat in de leeuwenkooi. De rest van de leerlingen zijn de lopers.de lopers pakken een pittenzak uit de bak en proberen langs de tikker te rennen. Word je getikt, dan leg je de pittenzak in de bak van de tikker. Word je niet getikt dan leg je hem in de andere bak. Aanpassingen (elektrische) rolstoelers: Arrangement: Gezien de grootte van de zaal is er voor gekozen om een enkele leeuwenkooi te maken in plaats van een dubbele. Tikker: Wanneer een rolstoeler tikker is mag hij/zij gebruik maken van een tikstok. Deze zorgt voor een verlenging van de arm waardoor het tikken makkelijker gemaakt wordt.

12 Is de tikker niet in staat een tikstok vast te houden, dan kan een hulptikker een geschikte oplossing zijn. Deze houdt het blad van de rolstoeler vast en probeert iedereen te tikken. De tikker bepaalt waar ze heen gaan en wie ze gaan tikken. Loper (rijder): Lukt het je om drie keer over te steken zonder getikt te worden dan pak je een rood lintje. Met een rood lintje mag je alleen nog maar door het middelste poortje.

13 Wanneer je voldoende ruimte heb in de zaal kun je de leeuwenkooi vergroten. Door aan weerzijde 2 extra pylonen erbij te zetten creëer je twee nieuwe in- en uitgangen. De buitenste twee zijn in dat geval de rolstoelzones en dus alleen toegankelijk voor de leerling in een rolstoel.