atelier info A B C+ Trois, deux, un... zéro! Branché 1

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "atelier info A B C+ Trois, deux, un... zéro! Branché 1"

Transcriptie

1 atelier info 0 Trois, deux, un... zéro! Misschien herinner je je nog hoe je je moedertaal leerde? Eerst luisterde je voor al, daarna probeerde je dezelfde klanken te produceren. Dan ging je woorden en zinnen vormen. Pas veel later leerde je lezen en schrijven. Ook bij het leren van een nieuwe taal zijn deze vaardigheden erg belangrijk. We bouwen verder op wat je al in de lagere school leerde. En natuurlijk gaan we daarbij ook zoveel mogelijk oefenen op luisteren, spreken, lezen en schrijven. We starten met een liedje... Zing je mee? La communication p. Lezen jullie graag stripverhalen? Toto is een echte deugniet. Hij heeft dan ook geregeld problemen met zijn ouders, met zijn juf op school en... met de buurman. Le cercueil p. Wie een nieuwe taal leert, wil meestal ook meer weten over de streken en landen waar men die taal spreekt. Wat weet jij al over Frankrijk? Ontdek en leer van je klasgenoten. Quelques images de la France p. Aan het einde van dit hoofdstuk kun je: in een beluisterde tekst de ontbrekende woorden aanvullen, p. een eenvoudig Frans liedje zingen, p. een extra strofe schrijven voor een eenvoudig liedje, p. een eenvoudig dialoogje spelen aan de hand van sleutelwoorden, p. een Franse zin uitspreken met de juiste intonatie, p. een eenvoudig stripverhaal lezen. p. Wanneer je dat kunt, ken je ook: enkele uitdrukkingen die je gebruikt bij een ontmoeting, p. de Franse naam van enkele leestekens, p. het verschil tussen een bevestigende, uitroepende en vragende zin, p. een beetje Franse cultuur. p. 0 A+ B+ 0 C+ Nom :... Numéro :... Date :... quinze

2 La communication Peter LeBuis et Natalia Evans Écoutez la chanson. Complétez le texte. Luister naar het liedje. Vul de tekst aan. Bon après-midi / Bonsoir / Bonjour / Bonne nuit Il fait beau / Au revoir / Allô Peux-tu dire «...»? Peux-tu dire «..., Et puis «...»? c est un plaisir de te voir»? Peux-tu dire «...»? Peux-tu dire «...»? Peux-tu dire «...»? Peux-tu dire «...»? Je peux dire «...». Je peux dire «..., Et puis «...». c est un plaisir de te voir». Je peux dire «...». Je peux dire «...». Je peux dire «...». Je peux dire «...». On peut dire «...». On peut dire «..., Et puis «...». c est un plaisir de te voir». On peut dire «...». On peut dire «...». On peut dire «...». On peut dire «...». 000 Sara Jordan Publishing Comment est-ce qu on dit dans la chanson...? Hoe zegt men in het liedje...? Goeiedag.... Goedenamiddag.... Wat leuk om je te zien.... Het is mooi weer.... Goedenavond.... Goedenacht.... Ik kan Hallo zeggen.... Wij kunnen Tot ziens zeggen.... seize Nom :... Numéro :... Date :...

3 Chantez la chanson avec les amis. Zing het liedje samen met je vrienden. Faites une strophe supplémentaire pour la chanson. Copiez dans l ordre correct. Maak een extra strofe voor het liedje. Schrijf de zinnen over in de juiste volgorde. Et puis «Comment allez-vous»?... Tout va vraiment bien chez nous!»... Peux-tu dire «Merci»?... Peux-tu dire «Mais oui,... Comment est-ce qu on dit en français...? Hoe zegt men in het Frans...? Dank u.... Hoe gaat het met jullie?... Alles gaat echt goed met ons!... Écoutez la musique et chantez! Beluister nu alleen de muziek en zing het liedje met de strofe die je zelf hebt gemaakt. In plaats van het eerste en het vierde deeltje te herhalen, zingen we onze zelfgemaakte strofe ertussen. Faites un petit dialogue avec les expressions de la chanson. Speel een dialoogje met de uitdrukkingen uit het liedje. a Travaillez à deux. Notez ici un mot-clé pour chaque phrase. Werk met twee. Noteer één sleutelwoord voor elke zin. Bij het voorbereiden van een spreekoefening is het niet de bedoeling dat je de zinnen volledig opschrijft en ze daarna uit het hoofd leert. Als je later met iemand Frans spreekt, heb je ook niet de gelegenheid om dat te doen. Het is wel belangrijk dat je nadenkt over wat je wilt zeggen. Noteer voor elke zin dus één sleutelwoord (un mot-clé) dat als geheugensteuntje kan dienen bij het spreken. Mots-clés Dialogue bonjour Bonjour, les amis. comment Comment allez-vous? b Jouez le dialogue à deux. 0 A+ B+ 0 C+ Nom :... Numéro :... Date :... dix-sept

4 Een aantal van de volgende oefeningen kunnen in contractwerk worden uitgevoerd. Je leraar zal je daarover meer uitleg geven. a Cherchez dans le texte de la chanson le contraire de «Bonjour». Zoek in de tekst van het liedje het tegengestelde van Bonjour.... est le contraire de Bonjour. b Trouvez les contraires. Combinez. Zoek de tegengestelden. Combineer twee woorden uit elke kolom. Als je de betekenis van de woorden (nog) niet kent, zoek ze dan op achteraan in de alfabetische lijst (p. ). sur A sans content B sous devant C long avec D chaud blanc E derrière difficile F triste court G noir froid H facile Faites les mots croisés. Vul het kruiswoordraadsel in. Kruiswoordraadsels vul je in met drukletters en zonder accenten. Hoe zeg je in het Frans...? drukletter, hoofdletter tegengestelde woord liedje vul in zin dialoog combineer het tegengestelde van avec 0 voorbeeld het tegengestelde van content kruiswoordraadsel 0 dix-huit Nom :... Numéro :... Date :...

5 0 Combinez. Na de zinnen van oefening staat telkens een punt: un point. Maar er zijn nog andere lees tekens. Vind je hun Franse naam? Tip: interroger betekent ondervragen, s exclamer betekent uitroepen. point A : dubbele punt point d exclamation B. punt virgule C ; kommapunt point-virgule D! uitroepteken deux-points E? vraagteken point d interrogation F, komma Combinez. un point A une phrase interrogative = een vragende zin Comment allez-vous? un point d interrogation B une phrase exclamative = een uitroepende zin Tout va bien ici! un point d exclamation C une phrase affirmative = een bevestigende zin Il fait beau. Een vraagzin noemen we meestal gewoon een... of in het Frans: une.... De Franse naam voor de leestekens en de zinsoorten moet je alleen begrijpen, maar niet zelf kunnen gebruiken. Écoutez bien. Vous entendez quelle phrase? Luister goed. Welke soort zin hoor je? une phrase interrogative? une phrase exclamative! une phrase affirmative. 0 0 A+ B+ 0 Je hebt het soort zin herkend door te luisteren naar de intonatie (l intonation): dat is de toon waarop de zin wordt uitgesproken. Bij een vraagzin stijgt / daalt de toon op het einde van de zin. Bij een bevestigende zin stijgt / daalt de toon op het einde van de zin. Bij het lezen en het spreken moet je erop letten dat jij ook de juiste intonatie gebruikt. C+ Nom :... Numéro :... Date :... dix-neuf

6 Lisez les phrases. Attention à l intonation correcte! Lees de zinnen. Let op de juiste intonatie! Bonjour, maman! Comment allez-vous? C est un plaisir de te voir. Tout va bien, merci. Je suis content. Au revoir, Monsieur! Il fait beau? C est un point. C est une chanson. 0 Papa est triste? Regardez la bande dessinée et mettez des croix dans la grille. Bekijk het stripverhaal en zet kruisjes in het rooster. phrase phrase phrase phrase phrase phrase phrase affirmative phrase interrogative phrase exclamative a Lisez la BD. Combinez. mon poisson rouge A een groot gat mort B ik begraaf hem je l enterre C binnenin tu ne crois pas D omdat un grand trou E mijn goudvis parce que F denk je niet à l intérieur de G dood b Indiquez la réponse correcte. Duid het juiste antwoord aan. De man met de hark is ô de papa van Toto. ô de opa van Toto. ô de buurman van Toto. Hij had ô een goudvis die ô Toto heette. ô een kat die ô Poisson heette. ô een hond die ô Minou-Minou heette. c Répondez aux questions en néerlandais. Beantwoord de vragen in het Nederlands. Wat is Toto aan het doen in de tuin?... Waarom maakt hij het gat zo groot?... une bande dessinée (une BD) = een stripverhaal 0 vingt Nom :... Numéro :... Date :...

7 Toto Le cercueil Tiens, Toto! Qu est-ce que tu fais là? un cercueil = een doodkist C est parce qu il est à l intérieur de votre gentil Minou-Minou! Tu ne crois pas que c est un grand trou pour un petit poisson? Mon poisson rouge est mort. Alors je l enterre. Jaws Les Blagues de Toto 00 Guy Delcourt Productions Thierry Coppée 0 A+ B+ 0 C+ Nom :... Numéro :... Date :... vingt et un

8 Culture Quelques images de la France B A D C E F G vingt-deux Nom :... Numéro :... Date :...

9 Regardez les photos. Notez la lettre à côté de la phrase. Bekijk de foto s. Schrijf de juiste letter naast het juiste zinnetje. Voilà Napoléon Bonaparte. Le festival du film, c est à Cannes. Mmmm, le fromage, c est bon! Le vin, c est bien français! Le Tour de France! Quel spectacle! Notre-Dame de Paris, une jolie cathédrale. Le Tour de France arrive sur les Champs-Élysées. Formez des équipes pour un petit quiz. Écoutez le prof et indiquez les réponses correctes. Qui est le champion de la culture française? Vorm ploegjes voor een kleine quiz. Luister naar de leraar en duid de juiste antwoorden aan. Welke ploeg is kampioen van de Franse cultuur? A B C A B C A B C A B C A B C A B C A B C A B C A B C 0 A B C A B C A B C A B C A B C A B C A B C A B C A B C 0 A+ B+ 0 C+ leraar = man/vrouw Nom :... Numéro :... Date :... vingt-trois

10 Je kreeg in dit hoofdstuk een eerste indruk van de lessen Frans in het secundair. Heb je zin om eraan te beginnen? Wil je Frans leren? Waarom? Spreek erover met je vrienden en met je leraar. Motivatie is immers onmisbaar om met succes te leren! Ben je het eens met de volgende uitspraken? Akkoord Niet akkoord Zet kruisjes in dit rooster. L In onze moderne samenleving moet je minstens tweetalig zijn. Frans is onze tweede landstaal, dus is het logisch om daarmee te beginnen. Ik wil later misschien... worden: bij die job zal ik Frans nodig hebben. Frans is zeker nuttig bij mijn verdere studies. Op vakantie of op reis zal ik Frans nodig hebben bij praktische problemen en om vrienden te maken. Ik wil Frans leren om ook leuke Franse strips te kunnen lezen. Ik wil Frans leren schrijven om mails te kunnen versturen en op MSN contacten te leggen met Franstaligen. Frans leren met Branché lijkt me leuk. vingt-quatre Nom :... Numéro :... Date :...

11 atelier info In dit hoofdstuk maak je kennis met de personages van het boek. Zij stellen zich voor. Je me présente p. Ook voor de klas van Meneer Delaruelle is het nieuwe schooljaar begonnen. Op l école Pasteur is het een drukte van belang. De leerlingen praten wat na over hun vakantie. Ze zijn nieuwsgierig naar hun leraars, hun nieuwe boeken... La rentrée, l école, le prof et les livres p. Aan het einde van dit hoofdstuk kun je: iemand aanspreken en vragen wie hij / zij is, p. iemand begrijpen die zichzelf voorstelt (naam, leeftijd, woonplaats), p. jezelf in het Frans voorstellen: je naam, leeftijd en woonplaats zeggen, p. heel kort iemand mondeling voorstellen, p. een versturen waarin je iets over jezelf vertelt, p. iets vertellen over het begin van het schooljaar. p. Wanneer je dat kunt, ken je ook: de woordenschat om iemand kort voor te stellen, p. de onbepaalde lidwoorden un, une en des, p. 0 het meervoud van de zelfstandige naamwoorden, p. de woordenschat om over het begin van het schooljaar te spreken, p. de bepaalde lidwoorden le, la, l en les, p. het gebruik van voici en voilà, p. de vervoeging van de werkwoorden avoir en être in de tegenwoordige tijd, p. de getallen tot en met dertig. p. 0 A+ B+ 0 C+ Bij het beluisteren van dialogen of het maken van opdrachten, vind je al eens woorden of uitdrukkingen die je nog niet hebt geleerd. Maak je daar geen zorgen over. Ook zonder dat je die woorden begrijpt, kun je verder. Meer uitleg daarover volgt. Nom :... Numéro :... Date :... vingt-cinq

12 . Je me présente Je suis Didier Lemoine. J'ai douze ans. J ai un grand frère, Guillaume. Je suis en première A. J'habite Tellin. Salut! Mon nom est Johnny Pirard. J'ai treize ans. Je suis dans la classe de Didier. J'habite Rochefort. Je suis Rachid Malouf. Je suis un garçon de douze ans. J'ai deux sœurs. J'habite à Éprave. Je suis dans la classe de Claire et de Didier. Je m appelle Lauranne Delvaux. J ai douze ans. J habite chez ma grand-mère. Je suis en première A. vingt-six Nom :... Numéro :... Date :...

13 Coucou! Moi, c'est Claire Berthelot. Mon âge? Onze ans. J'ai des problèmes aux jambes. Marie-Solange Kabati, c'est moi. Je suis une fille de quatorze ans. J'habite en Belgique depuis trois ans. Et moi, je suis Bernard, le grand frère de Claire. J ai dix-huit ans. J habite Nassogne. Op kun je alle teksten opnieuw beluisteren. Door vaak te luisteren en te herhalen wen je aan het ritme en oefen je uitspraak en intonatie, leer je de nieuwe woorden veel vlugger en onthoud je ze langer. Goede gewoonten van bij het begin doen je inspanningen renderen, ook op lange termijn. Probeer het en je zult zien dat het werkt! Vous comprenez? Racontez l histoire de chaque personnage. Begrijpen jullie het? Vertel het verhaal van elk personage. - Je suis J ai... ans. - Je suis dans la classe J habite A+ B+ 0 C+ Nom :... Numéro :... Date :... vingt-sept

14 Le mars, j'ai treize ans! Ma fête est à heures. L'adresse?, rue du Moulin à Tellin Tu viens? Didier Lemoine Delvaux Lauranne, rue Dauphine 00 Paris ASTÉRISQUE ROCHEFORT Centre de jeunesse / F Bibliothèque de Rochefort Heures d'ouverture : Lundi h00 h00 Mardi h00 h00 Mercredi h00 h00 Jeudi h00 h00 Vendredi h00 h00 Samedi 0h0 h0 Dimanche 0h0 h0 MALOUF Rachid, rue de la Chapelle 0 Éprave vingt-huit Nom :... Numéro :... Date :...

15 BREVET 00 mètres juin 0.. Marie-Solange Kabati //..., rue des Lilas 0 Lessive Date :... Prénom :... Nom :... Date de naissance :... Adresse : École de Musique Rochefort Certificat du premier degré Mademoiselle Claire Berthelot, place de la Gare - 0 Nassogne La rentrée, c est pour les profs aussi... 0 A+ B+ 0 C+ Nom :... Numéro :... Date :... vingt-neuf

16 Regardez les documents. Complétez la grille. Bekijk de documenten. Vul het rooster aan. Qui? Âge Habite à Aime le / la / l / les Didier Johnny Rachid Lauranne Claire Bernard Marie-Solange Cachez la deuxième, puis aussi la première colonne. Complétez. Entraînez-vous. Dek de tweede en daarna ook de eerste kolom af. Vul in. Oefen telkens opnieuw. naam nom Lemoine, c est un in dans Monsieur Delaruelle est klas classe une... de première.... bij chez J habite... ma maman.... jongen garçon Didier est un... de A.... België Belgique Les Kabati sont en...?... sinds depuis Oui,... trois ans.... probleem problème Tu as un... aux jambes?... Complétez. Entraînez-vous. Vul in. Oefen telkens opnieuw. frère / grand / à / prénom / habite / de / ans / fille Marie est une... de la classe B.... Elle a un.... Il est... : il a Son... est Michel.... Il est à l université... Bruxelles.... Michel... chez grand-mère,... Bruxelles trente Nom :... Numéro :... Date :...

17 a Regardez les images. Écoutez bien le texte. Indiquez les personnes, le nom de famille, le domicile. Bekijk de prenten. Luister goed. Omcirkel de personen waarover men spreekt in de tekst. Duid de juiste familienaam en woonplaats aan. b Écoutez une deuxième fois et complétez l âge. Luister een tweede keer en vul de leeftijd aan in het vakje onder de naam. Si l information n est pas dans le texte, vous notez «?». Als men de informatie niet geeft, noteer je een?. Personnes : Nom de famille : Dujardin Baudvin Legrand Mathieu Domicile : Tours Bruges Lyon Brive 0 A+ B+ 0 C+ Nom :... Numéro :... Date :... trente et un

18 Lees eerst de vragen, zodat je beter weet waarop je moet letten. Het is niet erg als je niet alle woorden van de luistertekst begrijpt. Richt je aandacht op de hoofdzaken. a Vrai ou faux? Mettez une croix. b Si c est faux, corrigez. Waar of niet waar? Zet een kruisje. Verbeter de foutieve antwoorden. Il s appelle Mathieu Minier. Mathieu habite à Paris. Le papa de Mathieu habite aussi à Paris. Mathieu a une grande sœur. Le frère de Mathieu a ans. Mathieu est en première année. Mathieu est dans la classe de Monsieur Laforge. La grand-mère de Mathieu habite en Belgique. Vrai Faux a Combinez. Relisez à deux. Cachez les numéros et entraînez-vous. Combineer vraag en antwoord. Herlees per twee. Dek de nummers af en oefen telkens opnieuw. Tu te présentes?... Oui, elle s appelle Simone. Tu as une sœur?... Je m appelle Marie. Et un frère?... Oui, Paul. Il a ans. Tu as quel âge?... Non, j habite chez ma grand-mère. Tu habites à Namur?... J ai ans. Tu habites chez le frère de ta maman?... Oui, c est mon domicile. b Trouvez l ordre des phrases. Entraînez-vous. Nummer ook de zinnen rechts zodat beide kolommen samen een logische tekst vormen. Coucou!... Mon domicile, c est Namur. Louff, c est mon nom.... Ma sœur habite chez mon papa. Je suis en première année.... Yassin, mon prénom. J habite chez ma maman.... Yassin Louff, c est moi. Les Louff sont en Belgique depuis ans.... C est la classe de Madame Dupont. trente-deux Nom :... Numéro :... Date :...

19 In het Frans maakt men vaak de verbinding tussen een woord dat met een klinker begint en het vorige woord. Dat noemen we: la liaison. a Écoutez bien. Indiquez la liaison. Luister goed. Duid de verbinding aan met een boogje. J ai douze ans. Oscar a deux ans. Toto a huit ans. Cédric a cinq ans. Mon frère a quatre ans. César a neuf ans. Marc a un an. Ma sœur a onze ans. J ai treize ans. Het is belangrijk dat jij de verbinding ook laat horen wanneer je spreekt of luidop leest. Even oefenen? b Écoutez et répétez les phrases de l exercice a. Luister nogmaals en herhaal de zinnen. c Lisez les phrases de a et faites attention à la liaison. Lees de zinnen en let op de verbinding. a Jouez le rôle de Mathieu Minier. Il se présente. (p. exercice ) Speel de rol van Mathieu Minier. Hij stelt zich voor. Je suis.... J ai... ans. J habite... avec.... Je suis en... dans la classe de.... Mon nom de famille.... Je suis F... ( ), mais ma grand-mère habite en B... ( ). b Présentez-vous devant la classe. Stel jezelf aan de klas voor. Notez les mots-clés A+ B+ 0 C+ Om een spreekoefening voor te bereiden, schrijf je het best een aantal sleutelwoordjes op. Gebruik (variaties op) zinnetjes die je kent uit je boek. Nom :... Numéro :... Date :... trente-trois

20 0 a Complétez le courriel de Johnny. le sport / habite / treize / la musique / voisine / appelle / première Salut, Claire! Je m... Johnny Pirard. J'ai... ans Je suis en... A.... J... à Rochefort, chez ma maman.... Lauranne est ma Moi, j'aime..., le cinéma et.... Et toi? Johnny 0 b Faites comme Johnny. Envoyez un courriel à un ami d une autre classe. Doe als Johnny. Stuur een naar een vriend uit een andere klas. Ga online en ontdek onze leuke interactieve woordenschatoefeningen op a Toto et mademoiselle Jolibois se présentent. Lisez les bulles. Salut! Moi, c est Toto. J ai huit ans. J habite chez maman ou chez papa. J ai une sœur : elle a un an. À l école, j ai des problèmes. Je suis dans la classe de mademoiselle Jolibois. le courriel (courrier électronique) = de trente-quatre Nom :... Numéro :... Date :...

21 Bonjour! Mon nom est mademoiselle Jolibois. Je travaille à l école. Dans ma classe, j ai dix garçons et dix filles. J aime les enfants, mais j ai des problèmes avec Toto. 0 b Cherchez une photo sur Internet et dessinez une bulle où la personne se présente. Zoek een foto op internet en teken een tekstballonnetje waarin de persoon zich voorstelt. Voor de digitale uitvoering van deze oefening vind je richtlijnen op Je gaat nu de eerste woordenlijst studeren. Hier volgen enkele nuttige tips. Laat je niet afschrikken door de lengte van de lijst. Hij bevat ook veel woorden van de basisschool. We hebben ze aangeduid in paars. Ben je ze vergeten, dan kun je ze herhalen en verder inoefenen. Als je goed oplet tijdens de les, leer je al veel woorden en moet je thuis minder studeren. De woorden staan in de volgorde waarin ze voorkomen in de tekst. Woorden en uitdrukkingen die op het Nederlands lijken staan apart. Ze zijn transparant! Op pagina vind je een stappenplan dat toont hoe je het best woordenschat studeert. Kleur de A in de tweede kolom als je de opdracht hebt uitgevoerd. A+ B+ 0 C+ Nom :... Numéro :... Date :... trente-cinq

22 Vocabulaire Toto a un... : c est un bébé. un an een jaar Tu as un...? Oui, il s appelle Bernard. un frère een broer Il a une... : elle s appelle Micheline. une sœur een zus Mon... frère s appelle Bernard : il a dix-huit ans. grand groot Ma... sœur s appelle Pauline : elle a vingt ans. grande groot J... chez ma maman. (j ) habite (ik) woon habiter wonen Voici... papa et... maman. mon, ma mijn Lemoine, c est un.... un nom een naam Monsieur Delaruelle est... la classe. dans in A, c est la classe... Didier. de van Rachid est un..., ce n est pas une fille. un garçon een jongen J habite... ma maman. chez bij La maman de ma maman, c est ma.... une grand-mère een grootmoeder..., c est Claire. moi ik (benadrukt) Didier, c est un.... un prénom een voornaam Solange est une..., ce n est pas un garçon. une fille een meisje Les Kabati sont en Belgique... deux ans. depuis sinds, sedert Mon...? Onze ans. un âge een leeftijd J habite au, rue du Château, à Rochefort. C est mon.... un domicile een woonplaats Mots transparents Je suis dans une... de première. une classe een klas Tu as un...? un problème een probleem Oui, je n ai pas de livres. trente-six Nom :... Numéro :... Date :...

23 Expressions... : Johnny Pirard. je me présente ik stel me voor Je suis..., dans la classe de Claire. en première (année) in het eerste (jaar) Il... Bernard Berthelot. (il) s appelle (hij) heet Il... Rochefort. (il) habite (à) (hij) woont in S...! Mon nom est Johnny! salut hoi C...! Moi, c est Claire! coucou hoi Moi, je... Didier Lemoine. (je) m appelle (ik) heet - Tu ne peux pas marcher? - Non,.... j ai des problèmes ik heb problemen aux jambes met mijn benen Marie-Solange, c.... c est moi dat ben ik Les Kabati sont... depuis trois ans. en Belgique in België Tu as quel âge? Hoe oud ben je? J ai... ans. Ik ben... jaar. un J ai un frère. Ik heb een broer. une J ai une sœur. Ik heb een zus. deux J ai deux problèmes. Ik heb twee problemen. trois J ai trois frères. Ik heb drie broers. onze J ai onze ans. Ik ben elf jaar. douze J ai douze ans. Ik ben twaalf jaar. treize Il a treize ans. Hij is dertien jaar. 0 A+ B+ 0 C+ Bij de kader hierboven zie je staan. Dat betekent dat je deze leerstof kent van de lagere school. Je zult dit logo nog vaak terugvinden, vooral in de eerste hoofdstukken, natuurlijk. Nom :... Numéro :... Date :... trente-sept

24 Stap Oké? Wat doe ik? 0 Ik leg mijn Ateliers Info, papier en pennen klaar. Ik herlees de tekst aandachtig (als het kan beluister ik hem tegelijk online). Ik studeer de woordenlijst: Vocabulaire, Mots transparents en Expressions, in groepjes van. Daarbij werk ik als volgt:. Ik dek de derde kolom af met mijn afdekstrook en vertaal mondeling de woorden van het Frans naar het Nederlands. De woorden die ik niet meer kende, duid ik aan in de derde kolom van de lijst en ik herhaal ze.. Ik dek de tweede kolom af met mijn afdekstrook en vertaal de woorden mondeling van het Nederlands naar het Frans. Nog beter: ik doe het ook schriftelijk en let extra op de juiste spelling. Bij de zelfstandige naamwoorden controleer ik of het lidwoord correct is. De woorden die ik niet meer wist, vul ik aan in kleur. Ik duid in de tweede kolom van de lijst alle woorden aan waarbij ik iets fout had of die ik niet meer wist. Als alle groepjes van zeven woorden zijn afgewerkt, herbegin ik met de woorden die ik heb aangeduid, en ik herhaal ze tot ik ze ken.. Ik dek de tweede kolom af met mijn afdekstrook en ik lees de zinnen van de eerste kolom (eventueel luidop) terwijl ik de ontbrekende woorden invul. Ik herhaal tot het heel vlot lukt en ik niet meer naar de woorden hoef te zoeken. Bij het spreken moet ik de woorden ook onmiddellijk kennen! Ik maak de woordenschatoefeningen opnieuw. De oplossingen die ik in de les noteerde, dek ik af. Als de oefening is opgelost, vergelijk ik mijn antwoorden met die uit de les. Ik herneem tot ik alles juist heb. Ik lees de tekst opnieuw en beantwoord de vragen met behulp van de afbeeldingen, maar zonder naar de tekst te kijken. Ik maak als extraatje de woordenschatoefeningen online. trente-huit Nom :... Numéro :... Date :...

25 . Une girafe, un piano et des trompettes : un concert fantastique! Montrez sur le dessin : une girafe, des hamsters et des flûtes, un okapi et une guitare, des éléphants et des trompettes, un crocodile et un piano, des clowns et des téléphones. 0 A+ B+ 0 C+ Nom :... Numéro :... Date :... trente-neuf

26 Regardez le dessin et complétez. Bekijk de tekening op p. en vul in.... crocodile... guitare... flûtes... clowns... okapi... girafe L article indéfini Het onbepaald lidwoord Masculin (m.) Féminin (f.) Singulier (sg.) un ami une sœur Pluriel (pl.) des garçons des filles Ik heb problemen = J ai des problèmes. Het onbepaald lidwoord des wordt niet vertaald. Écoutez bien: un ou une? Mettez une croix. Luister goed: un of une? Zet een kruisje. un une 0 Complétez par l article indéfini. Consultez le tableau. Vul het onbepaald lidwoord in. Raadpleeg de tabel.. De woorden in de tabel hiernaast ken je uit de lagere school. Boven - dien zijn ze transparant: ze lijken zo sterk op het Nederlands dat je ze onmiddellijk herkent. Masculin agent, ballon cadeau, camion, CD, cinéma dîner, directeur facteur, film, garage, hôpital, hôtel kilo, mètre, métro, oncle pantalon, papier restaurant, sport, stylo taxi, téléphone, train, tram, vélo Féminin adresse baguette, balle, banane, banque carte, cour dame, directrice, douche enveloppe, heure, idée lampe, limonade, minute photo, radio seconde, tante... téléphone... mètre... cinéma... trams... radio... heure... papier... dame... cartes... oncle... enveloppe... vélo 0 quarante Nom :... Numéro :... Date :...

27 Complétez par l article indéfini. Consultez le tableau si nécessaire. Vul het onbepaald lidwoord in. Raadpleeg de tabel indien nodig. Aline a... tante sympathique.... Ce sont... classes de l école Pasteur.... J ai... frère et... sœurs.... /... C'est... problème sérieux!... Mathieu, c'est... nom ou... prénom?... /... Jean-Pierre a... ballon et... balle.... /... C'est... adresse à Paris.... J'ai... sœur : elle s'appelle Isabelle.... C'est... aventure formidable!... 0 Dans la classe, il y a... garçons et... filles.... /... a Ces mots sont néerlandais (N) ou français (F)? Zijn dit Franse of Nederlandse woorden? N F piano metro/métro Patrick taxi radio cactus okapi Johnny parking b Indiquez l accent tonique. Duid nu de klemtoon aan. In het Frans ligt de klemtoon op de laatste lettergreep, behalve wanneer die dof is. Let dus op de juiste Franse klemtoon bij luidop lezen en spreken! Regardez le dessin (p. ) et complétez. Des cl... Des ha... Des tr... Des fl... 0 A+ B+ 0 C+ Nom :... Numéro :... Date :... quarante et un

28 Le pluriel du nom Het meervoud van het zelfstandig naamwoord Singulier (sg.) Pluriel (pl.) un clown des clowns une girafe nom + s des girafes une tante des tantes un bus un cactus s = s des bus des cactus De uitspraak van de zelfstandige naamwoorden in het enkelvoud en het meervoud is dezelfde. une girafe des girafes De letter s wordt niet uitgesproken, behalve als het volgende woord met een klinker of een doffe h begint. une école des écoles De letter s wordt hier uitgesproken als een z. un hôtel des hôtels We maken de verbinding in het Frans: la liaison. des stylos De letter s wordt aan het woord geschreven. In het Frans gebruikt men geen weglatingsteken. Indiquez les liaisons. Lisez à haute voix. Lees luidop. Ils ont des amies. Tu as des idées? Vous êtes des agents? Ce sont des okapis. Voici des hôtels. Nous avons des amis. Mettez une croix sous le dessin correct. Zet een kruisje onder de juiste tekening. Mettez au pluriel. Zet in het meervoud. un problème... une fille... un prénom... un bus... une sœur... une radio... Faites les exercices en ligne : c est chouette et on corrige les fautes! Maak de extra oefeningen online: ze zijn leuk en ze worden nog verbeterd ook! quarante-deux Nom :... Numéro :... Date :...

29 . La rentrée, l école, le prof et les livres L'école Pasteur à Rochefort, le er (premier) septembre. Didier : Salut, Jojo! Ça va? Johnny : Très bien, merci. Et toi? Didier : Ça va. Johnny : Tiens, voilà Claire et Marie-Solange. Vous comprenez? Répondez aux questions. Didier : Salut! Vous êtes de retour, les filles? Claire : Comme je suis contente! Quatre semaines en clinique, c est assez! Marie-Solange : Nous sommes dans la classe de monsieur Delaruelle! Didier + Johnny : Chouette alors! Claire : Génial! Johnny : Salut, Lauranne! Les amis, voici Lauranne Delvaux, ma voisine. Didier : Bonjour, Lauranne. Marie-Solange : Tu as de la chance, dis! Tu es en première A, comme nous. Lauranne : Pourquoi? Claire : Monsieur Delaruelle est un prof très gentil. Lauranne : Ah bon! Vous avez déjà des livres? Didier : Non, mais nous avons la liste. Les livres sont ici, à l école. Le prof a une liste pour toi aussi. Johnny : Lauranne : Marie-Solange : Claire : Lauranne : Aujourd hui, c est la rentrée. Les profs ont de la patience. Heureusement! L école est si grande... J ai un peu peur. C est normal. Tout est nouveau. Mais nous sommes là pour aider. C est sympa. L école Pasteur, c est où? Lauranne est la voisine de qui? C est quel jour aujourd hui? Les amis sont dans la classe de qui? Qui est déjà à l école? Ils ont déjà des livres? Claire est contente. Pourquoi? Les livres sont où? La nouvelle élève s appelle comment? 0 Lauranne a un peu peur. Pourquoi? 0 A+ B+ 0 C+ Nom :... Numéro :... Date :... quarante-trois

30 Écoutez en ligne le texte.. Complétez. Entraînez-vous. à l école / content / le er septembre / sympa / contente / un voisin / un professeur / une voisine..., nous sommes à l'école.... Michel est... de Didier.... Il n est pas... : il a peur, il est nouveau ici.... Anne est... de Johnny.... Elle est très... : elle est en première A comme Johnny!... Monsieur Laperre est... sympa.... Bertrand et Marius sont Olivier est un ami très Notez l expression, puis cachez la première colonne. Entraînez-vous. Noteer de uitdrukking. Dek dan de eerste kolom af en oefen telkens opnieuw. Hoe gaat het met jou?...?... Heel goed, dank je...., merci.... Het is genoeg. C est Ze hebben geduld. Ils ont Jij hebt geluk, zeg! Tu as..., dis donc!... Vous êtes en vacances? Neen, we zijn terug. Non, nous sommes Faites les mots croisés. Kruiswoordraadsels vul je in met drukletters en zonder accenten. Les amis sont là pour... Lauranne. L école Pasteur est à.... Synonyme de bonjour Synonyme de gentil Claire et Marie-Solange sont de.... Synonyme de génial Voici la... avec les livres. Les amis sont à l.... Ils sont dans la... A. 0 Aujourd hui, c est le... septembre. Le prof s appelle monsieur quarante-quatre Nom :... Numéro :... Date :...

31 Mettez les mots dans l'ordre exact. Zet de woorden in de juiste volgorde. contente / je / Comme / suis /!... classe / Nous / de / monsieur Delaruelle / sommes / la / dans /.... déjà / avez / des / Vous / livres /?... rentrée / Aujourd'hui / la / c'est /, /.... ont / profs / patience / Les / de la /.... Is de oefening klaar én verbeterd? Ik kijk dan ook eens nauwkeurig na of ik bij het overschrijven geen spelfouten heb gemaakt. of ik in elke zin een hoofdletter en een eindleesteken heb gebruikt. Qu est-ce qu ils disent? Faites une phrase pour chaque image. Notez seulement des mots-clés. Wat zeggen ze? Bedenk een zinnetje bij elke prent. Noteer alleen sleutelwoorden. C est la rentrée A+ B+ 0 C Nom :... Numéro :... Date :... quarante-cinq

32 Cherchez les articles dans le texte La rentrée. (p. ) Zoek de lidwoorden in de tekst. Welke zijn nieuw?... prof... rentrée... livres... amis... filles... école L article défini Het bepaald lidwoord Masculin (m.) Féminin (f.) Singulier (sg.) le frère la voisine l ami l école l hôtel Pluriel (pl.) les frères les voisines les amis les écoles les hôtels le, la Ÿ l devant une voyelle (a, e, i, o, u, y) ou un h muet le, la Ÿ l voor een klinker of een doffe h Denk ook hier aan de opmerking in verband met de uitspraak. (p. ) Ma voisine a un chien. C est le chien de la famille Lemoine. Ah oui? Il est brun? Il est grand? Ah oui, c est Timba, le labrador noir! Il y a une école à Rochefort? L école Pasteur est dans la rue Reine Astrid. Oui. article indéfini article défini Zoals in het Nederlands, gebruik je het onbepaald lidwoord als je niet precies weet over welke hond, school... het gaat. Je gebruikt het bepaald lidwoord als je precies weet over welke hond, school, straat... het gaat. Le, la, l ou les? Mettez une croix. Welke bepaald lidwoord hoor je? Zet een kruisje. le la l les quarante-six Nom :... Numéro :... Date :...

33 Complétez par l article défini : le, la, l ou les. Vul het bepaald lidwoord in: le, la, l of les.... premier septembre, c est... rentrée.... /... À... école Pasteur,... amis sont de retour.... / professeurs sont là aussi.... M. Delaruelle a... liste avec... livres.... /... 0 Complétez par l article défini. Régardez le tableau p. si nécessaire. Tu as... liste pour moi?... Lauranne est... voisine de Johnny professeur de musique n est pas là dîner est dans... restaurant.... / problème est sérieux!... M. Maquoi est... directeur de... banque.... /... Tu as... adresse de Claire? garçons de A sont contents?... Je hebt tijdens de oefeningen ondervonden hoe belangrijk het is om te weten welke woorden mannelijk en welke vrouwelijk zijn. Onthoud daarom goed deze leertip: Ik studeer een zelfstandig naamwoord altijd samen met un of une. 0 A+ B+ 0 C+ Gebruik het stappenplan zoals bij de eerste woordenlijst. Ga naar om lege exemplaren af te drukken en extra woordenschatoefeningen te maken. Nom :... Numéro :... Date :... quarante-sept

34 Vocabulaire Le premier septembre, c est la.... la rentrée het begin van het nieuwe schooljaar L institut Pasteur est le nom d'une.... une école een school Monsieur Delaruelle est un... sympa. un prof(esseur) een leraar Branché est un... de français. un livre een boek... monsieur Leblanc : c est le prof. voilà daar is, daar heb je Pierre... Yves sont des amis. et en... je suis content(e)! comme...! wat...! Un, deux, trois,..., cinq. quatre vier En novembre, nous avons une... de vacances. une semaine een week Deux livres de français, c est.... assez genoeg Nous sommes dans la classe de... Delaruelle. monsieur mijnheer Claire est de retour : g...! génial! reuze!... Lauranne Delvaux, ma voisine. voici hier is, hier heb je Johnny est un... de Didier. un ami een vriend Marie-Solange est une... de Claire. une amie een vriendin Johnny est un... de Lauranne. un voisin een buurjongen, buurman Lauranne est une... de Johnny. une voisine een buurmeisje, buurvrouw Tu as onze ans,... Fabienne. comme zoals - Tu es content? Et...? - C'est la rentrée. pourquoi? waarom? - Rachid est content? - Oui, il est... content! très zeer, heel M. Delaruelle est un prof très.... gentil vriendelijk Ma voisine est une dame.... gentille vriendelijk Dominique a... ans? déjà reeds, al - Tu es Johnny? - Moi?..., je suis Didier! non nee Je ne suis pas en première A,... en première B. mais maar Les livres sont..., à l école. ici hier Voici une liste... Lauranne. pour voor Le prof a une liste pour... aussi. toi jou J ai un frère, et une sœur.... aussi ook..., c est le premier septembre. aujourd hui vandaag..., le prof est gentil. heureusement gelukkig Maman est de retour ; papa est... content! si zo Men gebruikt un prof in de gesproken taal, un professeur in de geschreven taal. Monsieur (singulier) - Messieurs (pluriel) quarante-huit Nom :... Numéro :... Date :...

35 Vocabulaire En première,... est nouveau. tout alles Qui es-tu? Tu es... ici? nouveau nieuw - Il est ici? - Mais non, il est...! là daar Nous sommes là pour.... aider helpen Vous... déjà des livres? vous avez jullie hebben avoir hebben Vous... de retour, les filles? vous êtes jullie zijn être zijn L école Pasteur est... Rochefort. à in, te Mots transparents Papa est...? content tevreden, blij Non, il a un problème. Maman est...? contente tevreden, blij Non, elle a un problème. Nous avons une... de livres. une liste een lijst J ai peur. C est..., tout est nouveau. normal normaal Didier est un ami très.... sympa(thique) sympathiek 0 A+ B+ 0 C+ Nom :... Numéro :... Date :... quarante-neuf

36 Expressions Le..., nous sommes à l'école. le er (premier) septembre één september ça va? hoe gaat het met jou? très bien, merci heel goed, dank je et toi? en met jou? ça va het gaat wel..., Didier! Tu es de retour? tiens hé Vous êtes..., les filles? (être) de retour terug (zijn) Voici Rachid et Didier....! bonjour, les amis dag, vrienden Voici Claire et Lauranne....! salut, les filles hoi, meisjes Claire est... pour une opération. en clinique in het ziekenhuis C est la rentrée :...! chouette alors tof Tu n as pas de problèmes? Alors tu as..., dis! (avoir) de la chance geluk (hebben) J ai un grand frère. Il s appelle Guillaume....! Il a quel âge? ah bon ach zo Les livres sont ici,.... à l école op school C est la rentrée: les profs ont encore.... (avoir) de la patience geduld (hebben) J ai un... peur. un peu een beetje J ai... : tout est nouveau. (avoir) peur schrik (hebben) Klaar met deze woordenlijst? Herhaal dan nog even de vorige. Deze grafiek illustreert het belang van regelmatige herhaling. Als je een woordenlijst studeert, zie je op de grafiek hoe weinig daarvan na uur slechts overblijft. Frustrerend? Dat hoeft niet. Bij de herhaling houd je reeds dubbel zoveel over. Als je de derde keer herhaalt als voorbereiding op de grote toets aan het einde van dit hoofdstuk blijft er nog veel méér over. En na de vierde keer, bij het examen, is het grootste deel van de leerstof opgeslagen in je langetermijngeheugen. H = herhaling H H H H onthouden vergeten uur dag week maand 0 cinquante Nom :... Numéro :... Date :...

37 Voici Johnny et voilà les filles! Complétez. Voilà Claire et Marie-Solange.... Claire en Marie-Solange. Les amis, voici Lauranne Delvaux.... Lauranne Delvaux. Voor een aanspreking gebruiken we in het Frans steeds een... lidwoord (article...). Regardez le dessin p.. Complétez par voici ou voilà.... une girafe. Voici des éléphants avec des trompettes. Voilà un okapi avec une guitare un crocodile et un piano des hamsters et des flûtes voici / voilà + article + nom Voici gebruik je om iets of iemand aan te duiden dat (die) dichtbij / veraf is. Voilà gebruik je om iets of iemand aan te duiden dat (die) dichtbij / veraf is. Combinez pour faire des phrases. Attention à un / une / des, le / la / l / les! Maak zinnetjes met één woord uit elke kolom. Opgelet met un / une / des, le / la / l / les! Voici un classe de Paul Voilà une voisine Carine des livre... le listes la filles l école les piano téléphone Complétez par voici ou ici.... le professeur : il s appelle Monsieur Delaruelle.... La classe A est Les livres sont..., à l école.... la liste.... /... voilà, là ou la. 0 A+ B+ 0 C+... l école Pasteur.... Didier et Johnny sont... : c est... rentrée.... / Lauranne : elle est... aussi.... /... Nom :... Numéro :... Date :... cinquante et un

38 . Tu as de la chance! Lauranne est ta sœur? Non, c est ma voisine. Elle est sympa. Tu as de la chance! Il a un frère? Je suis de Didier... Il est chouette. Tu es en A : c est génial! J ai un peu peur. Nous sommes là pour aider. Vous avez déjà des livres? Non, mais les profs ont une liste pour toi aussi. Vous êtes en première? Oui, Monsieur, mais nous avons déjà des amis : ils sont là. cinquante-deux Nom :... Numéro :... Date :...

39 Regardez les dessins. Traduisez les pronoms personnels. Vertaal de persoonlijke voornaamwoorden. je tu il elle nous vous vous ils Singulier elles Les pronoms personnels sujet De persoonlijke voornaamwoorden als onderwerp Pluriel je / j' =... nous =... tu =... vous =... il =... ils =... elle =... elles =... on = (beleefdheidsvorm) 0 A+ B+ 0 C+ Lisez les bulles. Cherchez et indiquez les verbes. (p. ) Lees de tekstballonnetjes. Zoek de werkwoorden en duid ze aan. Nom :... Numéro :... Date :... cinquante-trois

40 Formez des phrases avec avoir ou être. Maak zinnetjes met avoir of être. Je (avoir) grand(e) J (être) petit(e) Tu un livre Il / elle un cahier Nous un stylo Vous un vélo Ils / elles une voiture Le prof douze ans Paul un frère Cécile une sœur Geen probleem? Dan kun je veel oefeningen overslaan! Gaat het nog niet zo vlot, dan even herhalen en inoefenen! L indicatif présent Verbes irréguliers De tegenwoordige tijd van de onregelmatige werkwoorden Infinitif être avoir re personne singulier p. sg. je suis j' ai e personne singulier p. sg. tu es tu as e personne singulier p. sg. il est il a elle est elle a on est on a c est re personne pluriel p. pl. nous sommes nous avons e personne pluriel p. pl. vous êtes vous avez e personne pluriel p. pl. ils sont ils ont elles sont elles ont ce sont Je Ÿ j devant une voyelle ou un h muet voor een klinker of een doffe h Attention à la liaison : Il est grand. Elle a un livre. Vous êtes en première. Nous avons une sœur. [z] [z] Les enfants? Ils ont un problème. Les enfants? Ils sont un problème. [z] [s] cinquante-quatre Nom :... Numéro :... Date :...

41 Être ou avoir? Mettez une croix. avoir être 0 Indiquez la liaison. Lisez à haute voix. Lees luidop. Elles ont des amis. Il a douze ans. Nous avons une grande école. Vous êtes sympas. Ils sont à l'école. Elles sont gentilles. Complétez par un pronom personnel. Entraînez-vous. Vul het persoonlijk voornaamwoord in.... sommes en classe êtes content? suis là pour aider est sympa sont à Rochefort a un frère avons treize ans as un livre? ai une liste ont de la patience.... Complétez par la forme correcte du verbe être. Copiez le sujet. Vul de juiste vorm van het werkwoord être in. Schrijf het onderwerp opnieuw. Nous... le er septembre.... Je... de retour.... C'... la rentrée.... Tu... content?... Les professeurs... là?... Mon nom... Dupont.... Complétez par la forme correcte du verbe avoir. Copiez le sujet. Vul de juiste vorm van het werkwoord avoir in. Schrijf het onderwerp opnieuw. Le prof... des problèmes.... J... un grand frère.... Vous... une liste?... Nous... de la chance.... Tu... une sœur?... On... un prof sympa.... Complétez par c'est ou ce sont? 0 A+ B+ 0 C+... la rentrée.... Carla?... mon prénom une école des amis des livres.... Nom :... Numéro :... Date :... cinquante-cinq

42 Mettez les mots dans l ordre exact. Conjuguez le verbe. Zet de woorden in de juiste volgorde. Vervoeg het werkwoord. Isabelle / (être) / ma sœur / c /, /.... Mon voisin / gentil / (être) /.... (avoir) / Vous / livres / des /?... ans / onze / Victor / (avoir) /.... (être) / à / Nous / l école /.... Tu / mon voisin / (être) /?... problème / un / (avoir) / Je /.... (être) / en / Elles / première / Être ou avoir? Complétez le dialogue par la forme correcte. Copiez le sujet. Entraînez-vous. Gebruik je être of avoir? Vul de dialoog aan met de juiste vorm. Schrijf het onderwerp opnieuw. Margaux : Bonjour. Moi, c'... Margaux.... Arnaud : Salut. Je... Arnaud.... Margaux : Je... en première. Et toi?... Arnaud : Moi, aussi. Margaux : Ah, c'... chouette.... Arnaud : Tu... en première B?... Margaux : Oui. Arnaud : Génial! Moi, aussi. Margaux : Tu... quel âge?... Arnaud : J'... onze ans. Tu... un frère? Margaux : Oui. J'... un grand frère. Il... treize ans Arnaud : Tu... de la chance. Moi, j'... une grande sœur Margaux : C'... Laura?... Arnaud : Oui. Margaux : Ah bon! Elle... sympathique! De werkwoorden être en avoir zijn onregelmatige werkwoorden (des verbes irréguliers). Dat betekent dat zij geen vaste regel volgen voor de vervoeging. Je zult dit schooljaar nog andere onregelmatige werkwoorden leren kennen. Op vind je een samenvattend schema dat je telkens aanvult. Je kunt alvast aan de slag met être en avoir. Maak ook de oefeningen online. cinquante-six Nom :... Numéro :... Date :...

43 . Un, deux, trois... comptez! Montrez sur le dessin : deux éléphants, six vélos, cinq CD, treize MP, douze trompettes, cinq guitares, quatre pantalons, quinze livres, sept hamsters, quatorze shorts. 0 A+ B+ 0 C+ Nom :... Numéro :... Date :... cinquante-sept

44 0 zéro un ami seize semaines une amie dix-sept cartes deux camions dix-huit enveloppes trois pantalons dix-neuf photos quatre semaines 0 vingt idées cinq films vingt et un garçons six vélos vingt et une filles sept garages vingt-deux cahiers huit voisins vingt-trois secondes neuf voisines vingt-quatre classes 0 dix listes vingt-cinq minutes onze enfants vingt-six lettres douze hôtels vingt-sept élèves treize papiers vingt-huit profs quatorze bananes vingt-neuf stylos quinze livres 0 trente numéros J ai une liste avec (vingt et un) livres. Notre école a (vingt et une) classes. Als het getal eindigt op een en er volgt een vrouwelijk woord, moet je (et) une zeggen! Comptez à haute voix. Tel luidop. Comptez de 0 à 0. Comptez de 0 à 0. Comptez de 0 à 0. Écoutez et entourez le nombre exact. Luister en omcirkel het juiste getal. a b c 0 f 0 g h d 0 e i j cinquante-huit Nom :... Numéro :... Date :...

45 a Écoutez bien. Indiquez dans la grille les numéros que vous entendez. Duid de cijfers die je hoort aan in het rooster van het Kenoformulier. Attention : les deux premières séries sont dans l ordre, les autres pas. Opgelet: de eerste twee reeksen staan in de juiste volgorde, de andere niet. A B C D E F G 0 Loterie Nationale Nationallotterie Nationale Loterij b À vous, maintenant! Votre voisin va dire numéros pour la colonne F. Vous notez? Nu is het aan jullie! Je buur zegt getallen voor kolom F. Noteer je? c Changez de rôle pour la colonne G. Wissel van rol voor kolom G. Lisez à haute voix et de plus en plus vite. Lees luidop en steeds sneller a Complétez la grille. + trois six onze quatorze deux quatre six A+ B+ 0 C+ b Comptez à haute voix. Deux et trois font cinq. Nom :... Numéro :... Date :... cinquante-neuf

46 Jetez les dés. Jouez à deux et lisez le résultat le plus vite possible! Gooi met de dobbelstenen. Speel met twee en lees het totaal aantal ogen zo vlug mogelijk! Lisez à haute voix. Tu as frère aussi? J ai ami et grand-mère en France. Quoi? Ils ont semaines de vacances? C est classe de première? J ai voisine sympa. Voilà liste avec livres. Vous avez problème? Écoutez bien. Indiquez le numéro de téléphone correct. Nicolas Camille Mélodie Wat als het te vlug gaat? Je kunt dan beleefd vragen: Vous voulez répéter, s il vous plaît? of On peut écouter une deuxième fois, s il vous plaît? En vergeet niet, Franstaligen spreken ook niet traag! Regelmatig oefenen helpt! a Vous entendez quel numéro de téléphone? Notez en chiffres b Lisez les numéros à haute voix. 0 soixante Nom :... Numéro :... Date :...

47 Jeu : Qu est-ce que c est? Zin in een spelletje? Test even of je de woordjes uit het basisonderwijs nog kent. Bekijk deze prent gedurende één minuut. Dek de prent af en benoem zo veel mogelijk voorwerpen en personen. Lukt het? Flink zo! Is het moeilijk? Probeer het eens samen met je buur! 0 A+ B+ 0 C+ Nom :... Numéro :... Date :... soixante et un

48 Beste leerling Op het einde van elk Atelier vind je een taalportfolio. Het is een lijst waarop je zelf noteert wat je al kunt en kent, wat er dus aan bekwaamheid in je portefeuille zit. Wat is de bedoeling van de portfolio? Je helpen bij het wegwerken van eventuele tekorten. Je inzicht geven in je vorderingen. Je een handleiding bieden naar goede / betere studieresultaten. Hoe kun je met de portfolio werken? Met behulp van het teken duid je aan of je het bewuste onderdeel beheerst, ja of neen. Indien ja, beheers je het dan voldoende of echt goed? In dat laatste geval plaats je. Twijfel je en wil je het echt goed kunnen, hermaak dan steeds de aangeduide oefeningen. Het moet echt juist zijn en vlot gaan, zoniet herbegin je best. Eigenlijk kun je maar tevreden zijn als je altijd kunt schrijven. Waarom zijn er twee delen nodig? Wat er staat bij Kun je... beschrijft waar het echt om gaat. Frans begrijpen, spreken, lezen en schrijven is het belangrijkste. Om dat te kunnen moet je wel de nodige Franse woordenschat en grammatica kennen. Het is een beetje als bij een muurtje dat je wilt bouwen: zonder bakstenen lukt het niet. De rubriek Ken je... is dus noodzakelijk en zeker ook belangrijk. Je gaat echter maar plezier aan je kennis beleven als je er echt iets mee kunt doen, zoals in de situaties van het handboek en in het gewone leven. Een hoop bakstenen waar verder niets mee gebeurt, dat is niet lang interessant, begrijp je? Slechts met de twee delen samen kun je stilaan, maar altijd beter, in het Frans communiceren! Telkens staan we ook even stil bij de manier waarop jij Frans studeert. Dat noemen we je strategieën. Ook je instelling telt: je attitudes. In elke portfolio onderzoek je bij jezelf een ander thema. Benieuwd? De portfolio bereidt je voor op de test. Het resultaat ervan duidt aan welk niveau je hebt bereikt. Je resul - taten over een langere periode zullen mee bepalen welke studies je verder aankunt. Denk eraan: door nu regelmatig te werken bereid je je toekomst voor! We herhalen enkele richtlijnen: Ken je wel je woordjes en de spraakkunstregels, maar gaat het spreken en schrijven traag, heb je veel tijd en hulp nodig bij luisteren en lezen, dan zit je nog op het elementair niveau, niet echt wat nodig is om in het Frans te communiceren! Kun je de leerstof ook voldoende vlot en correct toepassen in de vaardigheidsoefeningen, met af en toe wat hulp van de leraar, dan heb je het nodige basisniveau bereikt. Heb je weinig voorbereiding en hulp nodig, kun je vlotter omgaan met het Frans, ook bij langere teksten, dan heb je het niveau verdieping bereikt. Knap! Als je zo blijft werken, kun je later alle studierichtingen met talen aan! Aan de slag! soixante-deux Nom :... Numéro :... Date :...

LES CHIFFRES DE 1 À 40 (1STE GRAAD BSO)

LES CHIFFRES DE 1 À 40 (1STE GRAAD BSO) LES CHIFFRES DE 1 À 40 (1STE GRAAD BSO) De zéro à quarante Van nul tot veertig 0 zéro 1 un 11 onze 21 vingt et un 31 trente et un 2 deux 12 douze 22 vingt-deux 32 trente-deux 3 trois 13 treize 23 vingt-trois

Nadere informatie

VOCABULAIRE FRANCOFAN 1 MODULE 1 5. bonjour goeiedag voilà daarzo. salut hallo voici hierzo. oui ja aussi ook. non nee d accord ok.

VOCABULAIRE FRANCOFAN 1 MODULE 1 5. bonjour goeiedag voilà daarzo. salut hallo voici hierzo. oui ja aussi ook. non nee d accord ok. basiswoordenschat en uitdrukkingen bonjour goeiedag voilà daarzo salut hallo voici hierzo oui ja aussi ook non nee d accord ok et en les de merci (bien) bedankt les parents de ouders un / une een des /

Nadere informatie

4 nummer 1 nummer 2 nummer 3

4 nummer 1 nummer 2 nummer 3 Chapitre 0: C est parti 1 a 1) 2 a les vacances de school la nourriture la famille la maison l école les passe-temps het huis de familie de vakantie het eten de hobby s 2 b les vacances la nourriture la

Nadere informatie

Vendredi le dix-huit de cembre 2015.

Vendredi le dix-huit de cembre 2015. 2 Vendredi le dix-huit de cembre 205. Aangezien het jullie eerste jaar Frans is, is het belangrijk dat je continu blijft oefenen! (Dus ook in de vakanties ) Om jullie een beetje te verplichten alles bij

Nadere informatie

UNITE 26 : On a joué, on a nagé, on a chanté!

UNITE 26 : On a joué, on a nagé, on a chanté! UNITE 26 : On a joué, on a nagé, on a chanté! Oefening 1: Cherchez les phrases dans le texte. Ecrivez les phrases sans fautes. Zoek volgende zinnen in de tekst. Schrijf ze correct over. - In de namiddag,

Nadere informatie

naam :.. nr. : klas :.. computer :..

naam :.. nr. : klas :.. computer :.. Je hebt het in de vorige module flink gewerkt. Nu kan je zelfstandig verder werken aan module 12. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je moet doen. Wanneer je een dialoog of een oefening moet

Nadere informatie

Vocabulaire September - december Vijfde leerjaar klas Birgit

Vocabulaire September - december Vijfde leerjaar klas Birgit Vocabulaire September - december Vijfde leerjaar klas Birgit 1. Kopieer de Franse woorden in de tweede kolom. Let op de accentjes en de hoofdletters! 2. Markeer de mannelijke woorden in het blauw en de

Nadere informatie

Le logement. In deze les leert u

Le logement. In deze les leert u Le logement In deze les leert u een woning beschrijven: Ta maison, elle est grande? vragen waar iemand vandaan komt: Je suis de Marseille. Et vous, est-ce que vous êtes d ici? de vormen van het bepaald

Nadere informatie

Le Français des vacances. Niveau

Le Français des vacances. Niveau Le Français des vacances Niveau 1 Unité 1 Se Présenter 1. Lees de volgende uitspraken. Wat zeggen deze mensen? Bonjour Bonsoir Salut Ça va? Ça va, et toi? Ça va, et vous? 2. Luister naar de dialoog. Wat

Nadere informatie

J' à Amersfoort, Lindenlaan 23.

J' à Amersfoort, Lindenlaan 23. Unité Diagnose Kopieerblad Hier kun je jezelf evalueren: Prima! Lukt bijna. Nog even oefenen. Vul hier je antwoorden in en vergelijk met het antwoordenblad. Als je een antwoord niet goed hebt of niet wist,

Nadere informatie

U21 mezelf en anderen voorstellen. Ik heet Ric. / M n naam is Verdonk. Wat is je voornaam? M n voornaam is Luc. Ziehier m n vriend. Hij heet Yvon.

U21 mezelf en anderen voorstellen. Ik heet Ric. / M n naam is Verdonk. Wat is je voornaam? M n voornaam is Luc. Ziehier m n vriend. Hij heet Yvon. U21 mezelf en anderen voorstellen. Ik heet Ric. / M n naam is Verdonk. Wat is je voornaam? M n voornaam is Luc. Ziehier m n vriend. Hij heet Yvon. Je m appelle Ric. / Mon nom est Verdonk. Quel est ton

Nadere informatie

naam :.. nr. : klas :.. computer :..

naam :.. nr. : klas :.. computer :.. Je hebt de vorige modules knap gewerkt, dus mag je nu alleen verder werken met module 8. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je moet Wanneer je een dialoog of een oefening moet beluisteren, beluister

Nadere informatie

Hôtel Eurocatering. 26 oct. Sauna 24,75 7 173,25. 27 oct. Petit-déjeuner 14,50 15 217,50. Sous-total 3645,25 TVA 21% 765,50.

Hôtel Eurocatering. 26 oct. Sauna 24,75 7 173,25. 27 oct. Petit-déjeuner 14,50 15 217,50. Sous-total 3645,25 TVA 21% 765,50. CONTEXTE 1.3 Une erreur dans la facture 1. Lisez les nombres productief kaartjes - klassikaal Zie Fiches à découper. Aantal setjes = 1. Elke leerling krijgt een kaartje. Ze lopen rond in de klas en houden

Nadere informatie

Bonjour, Amicalement. Peter SE PRÉSENTER (2DE GRAAD BSO)

Bonjour, Amicalement. Peter SE PRÉSENTER (2DE GRAAD BSO) SE PRÉSENTER (2DE GRAAD BSO) 1 Lisez la lettre et complétez la fiche. (compréhension écrite) Lees de brief en vul de fiche aan. Bonjour, Je m'appelle Peter Versteene et j'ai treize ans. J'habite à Steenderen

Nadere informatie

Talenquest Frans 2thv: Grammatica

Talenquest Frans 2thv: Grammatica Talenquest Frans 2thv: Grammatica Épisode 1: Onregelmatige werkwoorden Er zijn in het Frans naast regelmatige werkwoorden ook onregelmatige werkwoorden. Het is lastig om van onregelmatige werkwoorden de

Nadere informatie

Unité 3 Diagnose Kopieerblad 1. Bon! Je kunt in het Frans tot en met 39 tellen. 17,

Unité 3 Diagnose Kopieerblad 1. Bon! Je kunt in het Frans tot en met 39 tellen. 17, Unité Diagnose Kopieerblad Hier kun je jezelf evalueren: Prima! Lukt bijna. Nog even oefenen. Vul hier je antwoorden in en vergelijk met het antwoordenblad. Als je een antwoord niet goed hebt of niet wist

Nadere informatie

Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering. Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze.

Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering. Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze. Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze. Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering. Parlez français à la pause-café. Utilisez 3 phrases en français pendant une réunion. Spreek Nederlands

Nadere informatie

4 A+ 5 6 7 B+ 8 9 10 C+ Branché 1. Nom :... Prénom :... Classe :... Numéro :... Adresse :... ... Nom de l école :... Adresse de l école :...

4 A+ 5 6 7 B+ 8 9 10 C+ Branché 1. Nom :... Prénom :... Classe :... Numéro :... Adresse :... ... Nom de l école :... Adresse de l école :... Nom :... Prénom :... Classe :... Numéro :... Adresse :...... Nom de l école :... Adresse de l école :...... Prof de français :... Année scolaire: 0.. - 0.. www.branche-online.be Login :... Mot de passe

Nadere informatie

Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze. Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering.

Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze. Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering. Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze. Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering. Parlez français à la pause-café. Utilisez 3 phrases en français pendant une réunion. Spreek Nederlands

Nadere informatie

Taalregels. Praten, hebben, zijn, gaan, De werkwoorden

Taalregels. Praten, hebben, zijn, gaan, De werkwoorden Taalregels In dit grammaticaoverzicht kun je kiezen uit: S Volgorde in de Franse zin S Man, huis, deur, en zwaar, geel, zelfst. naamwoord en bijv. naamwoord S Le, la, les, de lidwoorden S Praten, hebben,

Nadere informatie

C'est fini les vacances!

C'est fini les vacances! Contact 1 C'est fini les vacances! un 1 Écoute les 4 dialogues. ote le numéro de chaque dialogue dans le bon dessin. uister naar de 4 dialogen. oteer het nummer van elke dialoog bij de juiste tekening.

Nadere informatie

Aantekening Frans les pronoms personnels

Aantekening Frans les pronoms personnels Aantekening Frans pronoms personnels Aantekening door een scholier 648 woorden 16 februari 2016 0 keer beoordeeld Vak Frans Pronoms personnels Plaats in de zin: Voor alle persoonlijke voornaamwoorden die

Nadere informatie

naam :.. nr. : klas :.. computer :..

naam :.. nr. : klas :.. computer :.. Je hebt het in de vorige module goed gedaan. Je mag daarom zelfstandig verder werken aan module 11. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je moet doen. Wanneer je een dialoog of een oefening moet

Nadere informatie

LEXIQUE DE BASE FRANS VOOR DE LAGERE SCHOOL

LEXIQUE DE BASE FRANS VOOR DE LAGERE SCHOOL LEXIQUE DE BASE FRANS VOOR DE LAGERE SCHOOL Tamara Buyck Liezelotte De Schryver Leen Van Craesbeek Acco Leuven / Den Haag VOORWOORD Deze Lexique de base is bestemd voor leerkrachten lager onderwijs en

Nadere informatie

Nieuwe woorden correct kunnen schrijven, kunnen vertalen van N-F en van F-N en kunnen gebruiken in mondelinge en schriftelijke zinnen.

Nieuwe woorden correct kunnen schrijven, kunnen vertalen van N-F en van F-N en kunnen gebruiken in mondelinge en schriftelijke zinnen. Vaktips Frans 1. D O E L S T E L L I N G E N De Franse taal leren verstaan, lezen, spreken en schrijven. Om dit te bereiken, moet je: Nieuwe woorden correct kunnen schrijven, kunnen vertalen van N-F en

Nadere informatie

Wie helpt? Weet je het nog? Luister en kies de juiste foto. Datum:... Klas:... Naam:... Voornaam:...

Wie helpt? Weet je het nog? Luister en kies de juiste foto. Datum:... Klas:... Naam:... Voornaam:... Naam:... Voornaam:... Datum:... 65 Luister en kies de juiste foto. Éditions VAN IN Onderweg! 3 Reproduction autorisée. Weet je het nog? Wie helpt? Klas:... 142 Onderweg3 GUIDE PROF.indd 142 1/12/14 20:56

Nadere informatie

Où vont-ils? Unité 1. Je leert iemand ontmoeten en (be)groeten vragen en zeggen waar iemand naartoe gaat afscheid nemen

Où vont-ils? Unité 1. Je leert iemand ontmoeten en (be)groeten vragen en zeggen waar iemand naartoe gaat afscheid nemen Où vont-ils? Plein feu Unité 1 1 Je leert iemand ontmoeten en (be)groeten vragen en zeggen waar iemand naartoe gaat afscheid nemen Het gebruik van de intonatievraag de vraagzinnetjes: C est qui? C est

Nadere informatie

Ik stel me voor VOCABULAIRE RAPPEL. een huis (het) une maison. een meisje (het) une ville. een huisdier (het) un animal domestique A RETENIR

Ik stel me voor VOCABULAIRE RAPPEL. een huis (het) une maison. een meisje (het) une ville. een huisdier (het) un animal domestique A RETENIR Néerlandais Ik stel me voor VOCABULAIRE zich voorstellen wonen een huis (het) een flat een broer een zus een halfbroer een halfzus een huisdier (het) een hond een kat een konijn (het) een dwergkonijn (het)

Nadere informatie

Zich voorstellen. Hoofdstuk 1 Chapitre 1. Se présenter OBJECTIFS

Zich voorstellen. Hoofdstuk 1 Chapitre 1. Se présenter OBJECTIFS Zich voorstellen Se présenter OBJECTIFS Je suis capable de saluer quelqu un. Je me présente avec des formules de base. Je sais dire où j habite. Je communique les langues que je maîtrise. J emploie les

Nadere informatie

basiszinnen spreekvaardigheid

basiszinnen spreekvaardigheid basiszinnen spreekvaardigheid Formele en informele spreektaal In dit hoofdstuk krijg je allerlei uitdrukkingen die je in veel voorkomende gesprekssituaties kunt gebruiken. Er zijn, net zoals in het Nederlands,

Nadere informatie

SECTION 7. LES PRONOMS PERSONNELS de persoonlijke voornaamwoorden

SECTION 7. LES PRONOMS PERSONNELS de persoonlijke voornaamwoorden SECTION 7. LES PRONOMS PERSONNELS de persoonlijke voornaamwoorden INTRODUCTION Alle persoonlijke voornaamwoorden vormen tezamen een groot en essentieel deel van de Franse taal en dan met name op het gebied

Nadere informatie

En action 6. Woordtrainer. Salut! Ga naar voor meer informatie.

En action 6. Woordtrainer. Salut! Ga naar  voor meer informatie. Salut! Voor het tweede jaar op rij leer je Frans. Misschien heb je intussen ook al Frans kunnen spreken met Franstaligen. Lukte dat al? Of vond je het nog moeilijk? Bedenk dan dat je vorig jaar nog helemaal

Nadere informatie

naam :.. nr. : klas :.. computer :..

naam :.. nr. : klas :.. computer :.. Je hebt het in module 8 knap gedaan. Je mag daarom zelfstandig verder werken aan module 9. Je hebt daarvoor wel je boek 2B nodig. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je moet doen. Wanneer je

Nadere informatie

Qui est à l appareil?

Qui est à l appareil? Qui est à l appareil? Plein feu Unité 2 Qui est à l appareil? Unité 2 2 Je leert een kort telefoongesprek voeren vragen of iemand er is afspreken met iemand en vragen of iemand al klaarstaat Het gebruik

Nadere informatie

6,6. Begrippenlijst door Jessy 1095 woorden 25 juni keer beoordeeld. Grandes Lignes Phrases Clés. Hoofdstuk 1. Ça va? = Hoe gaat het?

6,6. Begrippenlijst door Jessy 1095 woorden 25 juni keer beoordeeld. Grandes Lignes Phrases Clés. Hoofdstuk 1. Ça va? = Hoe gaat het? Begrippenlijst door Jessy 1095 woorden 25 juni 2017 6,6 19 keer beoordeeld Vak Methode Frans Grandes Lignes Grandes Lignes Phrases Clés Hoofdstuk 1 Ça va? = Hoe gaat het? Comment tu t'appelles? = Hoe heet

Nadere informatie

Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens je volgende vergadering. Utilisez 3 phrases en français pendant votre prochaine réunion d équipe.

Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens je volgende vergadering. Utilisez 3 phrases en français pendant votre prochaine réunion d équipe. Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens je volgende vergadering. Utilisez 3 phrases en français pendant votre prochaine réunion d équipe. Spreek Nederlands tijdens je volgende telefoongesprek. Parlez

Nadere informatie

naam :.. nr. : klas :.. computer :..

naam :.. nr. : klas :.. computer :.. Je hebt de vorige modules knap gewerkt, dus mag je nu alleen starten met de leerstof Frans zelfstandig te verwerken. We beginnen te werken met module 6. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je

Nadere informatie

Bon, mon! S! 6. Au! / S! 7 V. / C'. 8 P! 9 M. 9

Bon, mon! S! 6. Au! / S! 7 V. / C'. 8 P! 9 M. 9 Unité Diagnoe Kopieerblad Hier kun je jezelf evalueren: Prima! Lukt bijna. Nog even oefenen. Vul hier je antwoorden in en vergelijk met het antwoordenblad. Al je een antwoord niet goed hebt of niet wit,

Nadere informatie

NOM, Prénom :. Dit is een schrift. Dit is een boek. Dit is een papier Dit is een blad. Dit is een schoen. Dit is een schoe. Dit is een schoon.

NOM, Prénom :. Dit is een schrift. Dit is een boek. Dit is een papier Dit is een blad. Dit is een schoen. Dit is een schoe. Dit is een schoon. 1 NOM, Prénom :. Indiquez ce que c est. Wat is dit? Dit is een schrift. Dit is een boek. Dit is een papier Dit is een blad. Indiquez ce que c est. Wat is dit? Dit is een schoen. Dit is een schoe. Dit is

Nadere informatie

J aimerais savoir. Que je suis content! Pourrais-tu parler plus lentement? Bouger me fait mal.

J aimerais savoir. Que je suis content! Pourrais-tu parler plus lentement? Bouger me fait mal. Je regrette. Ce n est pas grave. Ce n est pas normal. C est bête. J accepte tes excuses. J en ai marre! Oublions-le. Ne t inquiète pas! N en parlons plus. Profites-en! As-tu envie de Vous avez encore d

Nadere informatie

J' à Amersfoort, Lindenlaan 23.

J' à Amersfoort, Lindenlaan 23. Unité Diagnose Kopieerblad Hier kun je jezelf evalueren: Prima! Lukt bijna. Nog even oefenen. Vul hier je antwoorden in en vergelijk met het antwoordenblad. Als je een antwoord niet goed hebt of niet wist,

Nadere informatie

1.1 Introduction... 2. 1.2 Leçon 1: Se présenter... 3. 1.3 Prononciation... 5. 1.4 Culture: Un, deux, trois ou quatre bisous... 7. 1.5 Grammaire...

1.1 Introduction... 2. 1.2 Leçon 1: Se présenter... 3. 1.3 Prononciation... 5. 1.4 Culture: Un, deux, trois ou quatre bisous... 7. 1.5 Grammaire... Frans A1 Livret de français 1 Se présenter Sommaire 1.1 Introduction... 2 1.2 Leçon 1: Se présenter... 3 1.3 Prononciation... 5 1.4 Culture: Un, deux, trois ou quatre bisous... 7 1.5 Grammaire... 7 1.6

Nadere informatie

H A V O / V W O Cahier d exercices

H A V O / V W O Cahier d exercices Auteurs Lysel Ebbinge Planchon Marie-Louise Elamri Laura Fontijne Els van Galen Heleen Jansen Simone Magnée Cara-Ella Schulte Nordholt Bouwman Zosia Szwed 1 H A V O / V W O Cahier d exercices Eindredactie

Nadere informatie

En action 5. Woordtrainer. Salut! Ga naar www.vanin.be/apps voor meer informatie.

En action 5. Woordtrainer. Salut! Ga naar www.vanin.be/apps voor meer informatie. Salut! Voor het eerst leer je een nieuwe taal, Frans. Dat is best spannend. Misschien denk je ook dat het moeilijk is, maar dat valt best mee. En dit groeiboek maakt Frans leren niet alleen makkelijker,

Nadere informatie

GRAMMAIRE DE BASE FRANS VOOR DE LAGERE SCHOOL

GRAMMAIRE DE BASE FRANS VOOR DE LAGERE SCHOOL GRAMMAIRE DE BASE FRANS VOOR DE LAGERE SCHOOL Leen Van Craesbeek Acco Leuven / Den Haag INHOUD Voorwoord 7 PREMIÈRE PARTIE 9 01/ L article Het lidwoord 11 a L article indéfini het onbepaald lidwoord 12

Nadere informatie

Chapitre 4, Ensemble!

Chapitre 4, Ensemble! ntwoorden 47 Chapitre 4, Ensemble! Orientation Exercice 1a 1 Grégoire 2 Julia 3 Julia 4 Camille 5 Romain 6 Hugo Exercice 1b B Exercice 1c 1 B 3 4 C 5 6 B 7 B Exercice 2 près le bac, je vais faire des études

Nadere informatie

6,2. Samenvatting door Jens 368 woorden 10 februari keer beoordeeld. 1.-Woorden SO en GP Frans (15/ )

6,2. Samenvatting door Jens 368 woorden 10 februari keer beoordeeld. 1.-Woorden SO en GP Frans (15/ ) Samenvatting door Jens 368 woorden 10 februari 2015 6,2 11 keer beoordeeld Vak Methode Frans D'accord! 1.-Woorden SO en GP Frans (15/20-01-15) https://www.scholieren.com/verslag/84625 Pagina 1 van 5 Frans

Nadere informatie

contact Trois, deux, un... zéro! Branché 1

contact Trois, deux, un... zéro! Branché 1 contact Trois, deux, un... zéro! Misschien herinner je je nog hoe je je moedertaal leerde? Eerst luisterde je vooral, daarna probeerde je dezelfde klanken te produceren. Dan ging je woorden en zinnen vormen.

Nadere informatie

écoutez, lisez, jouez

écoutez, lisez, jouez Je hebt de vorige module knap gewerkt, dus mag je nu alleen verder werken met module 7. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je moet doen. Wanneer je een dialoog of een oefening moet beluisteren,

Nadere informatie

Cahier d exercices. 3 e editie

Cahier d exercices. 3 e editie Cahier d exercices 3 e editie 1 VMBO-GT/HAVO A1 Lysel Ebbinge Planchon Marie-Louise Elamri Laura Fontijne Els van Galen Heleen Jansen Simone Magnée Cara-Ella Schulte Nordholt Bouwman Zosia Szwed eindredactie

Nadere informatie

15 et qui paie le loyer?

15 et qui paie le loyer? g r a m m at i c a 15 et qui paie le loyer? Maak de zinnen af met de juiste vorm van payer en het voorwerp op de foto* 1 2 3 4 5 6 1 Paul le 2 Moi, je la 3 Mon frère et moi, nous 4 Les cousins la le 5

Nadere informatie

Schrijf de werkwoorden in de juiste vorm in de vakjes. Schrijf ook bij elke persoon de juiste naam

Schrijf de werkwoorden in de juiste vorm in de vakjes. Schrijf ook bij elke persoon de juiste naam 1 Schrijf de werkwoorden in de juiste vorm in de vakjes. Schrijf ook bij elke persoon de juiste naam. 19 (chatter) Amina 1 avec Barry. (danser) Madame Renard, vous 2 avec moi? ité (écouter) Nic et moi,

Nadere informatie

Het enkelvoud van het bezittelijk voornaamwoord: mon/ma ton/ta son/sa

Het enkelvoud van het bezittelijk voornaamwoord: mon/ma ton/ta son/sa LESVOORBEREIDING A. Identificatiegegevens Student(e): Stageschool: Klas: Stageklas: 5 Stageles nr.: Vaklector: Mentor: Datum stageles: Stagelector: Begin- en einduur: 13u30-13u55 LEERGEBIED: Frans ONDERDEEL:

Nadere informatie

Comprendre et se faire comprendre commence par s exprimer en néerlandais

Comprendre et se faire comprendre commence par s exprimer en néerlandais Comprendre et se faire comprendre commence par s exprimer en néerlandais Begrijpen en begrepen worden begint met het spreken van de Nederlandse taal La langue néerlandaise crée un lien entre nous Wat leest

Nadere informatie

Voudriez-vous me faire savoir si vous pouvez nous recevoir dans votre hôtel le 16 août dans l après-midi?

Voudriez-vous me faire savoir si vous pouvez nous recevoir dans votre hôtel le 16 août dans l après-midi? Hilversum, le 15 janvier 2012 Monsieur, J ai l intention de passer mes vacances à Nice pendant la seconde moitié du mois d août. Je ferai le voyage en auto avec ma femme et mes deux fils de 12 et de 15

Nadere informatie

Een ideale school. Tijd voor een toets! Luister en vul aan of teken Naam:... Voornaam:... Klas:... Datum:...

Een ideale school. Tijd voor een toets! Luister en vul aan of teken Naam:... Voornaam:... Klas:... Datum:... Luister en vul aan of teken. Hoeveel leerlingen zitten er in de klas? Een ideale school Emma, Ruben et Shun imaginent leur école idéale! Emma Ruben Shun 31-36......... Welk uniform dragen ze? Hoe gaan

Nadere informatie

Je complète mon profil. Ik vul mijn profiel aan. J arrive à décoder les messages secrets. Ik kan de geheime boodschappen ontcijferen.

Je complète mon profil. Ik vul mijn profiel aan. J arrive à décoder les messages secrets. Ik kan de geheime boodschappen ontcijferen. Je complète mon profil. Ik vul mijn profiel aan. J arrive à décoder les messages secrets. Ik kan de geheime boodschappen ontcijferen. Ken je Frankrijk? Doe de test. La capitale de la France, c est De hoofdstad

Nadere informatie

Exercice A Vocabulaire F-N I Vertaal de vetgedrukte woorden in het Nederlands. II Noteer het juiste woord en vertaal het in het Nederlands.

Exercice A Vocabulaire F-N I Vertaal de vetgedrukte woorden in het Nederlands. II Noteer het juiste woord en vertaal het in het Nederlands. Libre Service Junior 1 HV Kennistoets versie A Unité 4 Toets Exercice A Vocabulaire F-N I Vertaal de vetgedrukte woorden in het Nederlands. 5 points / R 1 Dans ma rue, il y a beaucoup de magasins. 2 L

Nadere informatie

Le français des vacances Vrais débutants

Le français des vacances Vrais débutants Unité 1 1 Le français des vacances Vrais débutants Photo Isaac Joo Photo Katie Gillham In deze leseenheid leert u -iemand te groeten en van iemand afscheid te nemen -uw naam op te geven en naar de naam

Nadere informatie

III. L adjectif. III. L adjectif. 1. Accord de l adjectif 1.1 L adjectif prend s 1.2 L adjectif + E 1.3 L adjectif substantivé

III. L adjectif. III. L adjectif. 1. Accord de l adjectif 1.1 L adjectif prend s 1.2 L adjectif + E 1.3 L adjectif substantivé III. 1. Accord de l adjectif 1.1 prend s 1.2 + E 1.3 substantivé 2. Les degrés de comparaison 2.1 Les comparatifs 2.2 Les superlatifs 2.3 Les irréguliers 1 III. 1. Accord de l adjectif 1.1. prend S Quand

Nadere informatie

Bilan 4 «À la recherche»

Bilan 4 «À la recherche» Begeleid zelfstandig leren Bilan 4 «À la recherche» Tijdsduur: 50 minuten Benodigdheden: een blauwe en groene balpen Nom:............ Classe:............................ N :............ Een woordje uitleg:

Nadere informatie

Les salutations didactische fiche 1

Les salutations didactische fiche 1 didactische fiche 1 Leerlijnen De leerlijnen kunt u vinden op de website www.uitgeverijaverbode.be/minimaxine. Doelstellingen Talige doelen De leerlingen luisteren naar het verhaal van Mini Maxine à la

Nadere informatie

In deze Lesbrief ga je een vlog maken waarin je over jezelf, je familie, je school en je hobby s vertelt.

In deze Lesbrief ga je een vlog maken waarin je over jezelf, je familie, je school en je hobby s vertelt. Lesbrief Mon Vlog In deze Lesbrief ga je een vlog maken waarin je over jezelf, je familie, je school en je hobby s vertelt. Je hebt nodig: deze lesbrief met stappenplan de voorbeeldvlog van David (www.thiememeulenhoff.nl/monvlog)

Nadere informatie

VWO Cahier d exercices

VWO Cahier d exercices Auteurs Paul Baaijens Joke Bruinenberg Lysel Ebbinge-Planchon Marie-Louise Elamri Laura Fontijne Els van Galen Heleen Jansen Simone Magnée Cara Ella Schulte Nordholt-Bouwman Zosia Szwed Charlotte Vellenga

Nadere informatie

Woordenschat van unité 1 tot en met unité 16

Woordenschat van unité 1 tot en met unité 16 Woordenschat van unité 1 tot en met unité à (Paris) in (Parijs) une adresse een adres Quelle est ton adresse? Wat is jouw adres? un âge een leeftijd Tu as quel âge? Hoe oud ben jij? ah ha, o, och, zo 3

Nadere informatie

GEZONDHEID (La santé)

GEZONDHEID (La santé) FICHE LEXICALE NEERLANDAIS 1/5 GEZONDHEID (La santé) a. Wat zijn hun klachten? (De quoi se plaignent-ils?) A C B G I H 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. E D Klachten hoest moet overgeven ben verkouden heb

Nadere informatie

Ik stel me voor VOCABULAIRE RAPPEL A RETENIR. domestique. Je suis en quatrième année. Ik zit in het vierde leerjaar. un cobaye, un cochon d Inde

Ik stel me voor VOCABULAIRE RAPPEL A RETENIR. domestique. Je suis en quatrième année. Ik zit in het vierde leerjaar. un cobaye, un cochon d Inde Néerlandais Ik stel me voor VOCABULAIRE zich voorstellen se présenter RAPPEL wonen een huis (het) een flat een broer een zus een halfbroer habiter une maison un appartement un frère une soeur un demi-frère

Nadere informatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît?

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? - Belangrijkste benodigdheden Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Om hulp vragen Parlez-vous anglais? Vragen of iemand Engels spreekt Parlez-vous _[langue]_? Vragen of iemand een bepaalde taal spreekt

Nadere informatie

Opdracht A1/A2 EERSTE RONDE TOP 50 FRANCOPHONE

Opdracht A1/A2 EERSTE RONDE TOP 50 FRANCOPHONE Opdracht A1/A2 EERSTE RONDE TOP 50 FRANCOPHONE (van 17 maart tot 28 maart) Activiteit 1 : ik ken het Franse Welke artiesten en Franse s ken je? Artiest... Chanson..... Artiest... Chanson..... Artiest...

Nadere informatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie - Belangrijkste benodigdheden Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Om hulp vragen Parlez-vous anglais? Parlez-vous anglais? Vragen of iemand Engels spreekt Parlez-vous

Nadere informatie

l'argent Donne. L'argent! pris J'ai pris mon suppositoire. Dépêche-toi! sûr - T'es sûr? Je connais quelqu'un qui peut. Merci Merci. Au revoir.

l'argent Donne. L'argent! pris J'ai pris mon suppositoire. Dépêche-toi! sûr - T'es sûr? Je connais quelqu'un qui peut. Merci Merci. Au revoir. bon anniversaire Bon anniversaire, mon petit. l'argent Donne. L'argent! le quartier Tu habites dans le quartier? le ticket T'as le ticket? pris J'ai pris mon suppositoire. Dépêche-toi! donne Donne. L'argent!

Nadere informatie

Voornaam: Elena Naam: Raynaud. Voornaam: Thibault

Voornaam: Elena Naam: Raynaud. Voornaam: Thibault BVL Plein feu De personages in dit boek Voornaam: Camille Naam: Blériot Leeftijd: 13 jaar Voornaam: Simon Naam: Dubouloz Leeftijd: 13 jaar Voornaam: Elena Naam: Raynaud Leeftijd: 13 jaar Voornaam: Karim

Nadere informatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie - Belangrijkste benodigdheden Kunt u me alstublieft helpen? Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Om hulp vragen Spreekt u Engels? Parlez-vous anglais? Vragen of iemand Engels spreekt Spreekt u _[taal]_?

Nadere informatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt - Belangrijkste benodigdheden Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Om hulp vragen Parlez-vous anglais? Vragen of iemand Engels spreekt Parlez-vous _[langue]_? Vragen of iemand een bepaalde taal spreekt

Nadere informatie

E. Cours 4: Mes goûts

E. Cours 4: Mes goûts E. Cours 4: Mes goûts Exercice 1: Luistervaardigheid : Le marché de Moussou Activité1 : Regardez et écoutez cette vidéo, ensuite répondez aux questions. http://enseigner.tv5monde.com/fle/le-marche-de-moussou-senegal

Nadere informatie

ISBN: KB: D/2010/0147/159 Bestelnummer: NUR: 191

ISBN: KB: D/2010/0147/159 Bestelnummer: NUR: 191 5 Leerwerkboek Conform met het Europees Referentiekader en de daarop aansluitende eindtermen en leerplannen van 2010. Auteur : E. Tant Tekeningen : Alexandra Pillaert Herdruk : 2010 234 /2010 ISBN : 978

Nadere informatie

Jaarwerkplan voor En action 5

Jaarwerkplan voor En action 5 1 Jaarwerkplan voor En action 5 Vaardighe Naamwoor naamwoor Voornaamwoor Bijwoor Voorzetsels Werkwoor 1 Bonjour! Moi, je suis... - iemand groeten. - mezelf voorstellen. - tot 10 tellen. je tu moi toi bonjour

Nadere informatie

Voorbeelden van examenopgaven moderne vreemde talen op niveau A2

Voorbeelden van examenopgaven moderne vreemde talen op niveau A2 Voorbeelden van examenopgaven moderne vreemde talen op niveau A2 Niveau: A2 Beheersingsniveau: Kan korte, eenvoudige teksten lezen. Kan specifieke voorspelbare informatie vinden in eenvoudige, alledaagse

Nadere informatie

Vocabulaire januari juni Vijfde leerjaar klas Birgit

Vocabulaire januari juni Vijfde leerjaar klas Birgit Vocabulaire januari juni Vijfde leerjaar klas Birgit 1. Kopieer de Franse woorden in de tweede kolom. Let op de accentjes en de hoofdletters! 2. Studeer de woorden in door af te dekken. Woordjes die je

Nadere informatie

BEGINNERSCURSUS DAG 2

BEGINNERSCURSUS DAG 2 1 BEGINNERSCURSUS DAG 2 A. FORCING Tekst: Hans en Hilde B. GRAMMATICA Vorming O.T.T. Substantief: de/ het Vraagwoorden Vraagzin (inversie) C. CONVERSATIE Elkaar vragen stellen (cfr. Voorstelling) Een gewone

Nadere informatie

Unité 5 Diagnose Kopieerblad 1

Unité 5 Diagnose Kopieerblad 1 Unité 5 Diagnose Kopieerblad Hier kun je jezelf evalueren: Prima! Lukt bijna. Nog even oefenen. Vul hier je antwoorden in en vergelijk met het antwoordenblad. Als je een antwoord niet goed hebt of niet

Nadere informatie

Les gebruik je voor zelfstandige naamwoorden in het meervoud. Mannelijk of vrouwelijk maakt niet uit: les frères de broers les soeurs de zussen

Les gebruik je voor zelfstandige naamwoorden in het meervoud. Mannelijk of vrouwelijk maakt niet uit: les frères de broers les soeurs de zussen Werkstuk door een scholier 2812 woorden 7 september 2007 6,9 210 keer beoordeeld Vak Frans Lidwoorden Het bepaald lidwoord In het Nederlands heb je twee bepaalde lidwoorden: de en het. In het Frans heb

Nadere informatie

3 L adjectif Het bijvoeglijk naamwoord

3 L adjectif Het bijvoeglijk naamwoord 3 L adjectif Het bijvoeglijk naamwoord Plaats 1. De meeste bijvoeglijke naamwoorden staan achter het zelfstandig naamwoord, zeker als het bijvoeglijk naamwoord meer dan een lettergreep heeft. un livre

Nadere informatie

Mijn vriendenboek. Voornaam: Gewicht:

Mijn vriendenboek. Voornaam: Gewicht: Mijn vriendenboek Voornaam: Naam: Woonplaats: Leeftijd: Verjaardag: Broers of zussen: Kleur van het haar: Kleur van de ogen: Lengte: Gewicht: Klas: Hobby s: Favoriete sport: Lievelingsvak op school: Lievelingseten:

Nadere informatie

pendant le mieux serait de il vaut mieux

pendant le mieux serait de il vaut mieux en fin de sinon le passe-temps favori le lundi après-midi un dîner de famille grave pendant le mieux serait de il vaut mieux il est facile de il m arrive de j ai appris à parler français de toute façon

Nadere informatie

Antwoordenboek. 3 e editie

Antwoordenboek. 3 e editie Antwoordenboek 3 e editie 1 HAVO/VWO A1 Lysel Ebbinge Planchon Marie-Louise Elamri Laura Fontijne Els van Galen Heleen Jansen Simone Magnée Cara-Ella Schulte Nordholt-Bouwman Zosia Szwed eindredactie

Nadere informatie

Q U K G D T P E H B Z L R W C I F J M S X. Maman est allée au supermarché. Elle a acheté beaucoup et elle a tout mis. en plastique.

Q U K G D T P E H B Z L R W C I F J M S X. Maman est allée au supermarché. Elle a acheté beaucoup et elle a tout mis. en plastique. 35 unité 1 Welke letters van het alfabet vind je niet terug in het kader? Schrijf ze in de goede volgorde op, dan kun je er een korte Franse zin mee maken. Hoe zeg je hetzelfde in het Nederlands? Q U K

Nadere informatie

En ville. Unité. een stad beschrijven naar de weg vragen inlichtingen geven het openbaar vervoer gebruiken genoegen en ongenoegen uiten

En ville. Unité. een stad beschrijven naar de weg vragen inlichtingen geven het openbaar vervoer gebruiken genoegen en ongenoegen uiten Unité 3 een stad beschrijven naar de weg vragen inlichtingen geven het openbaar vervoer gebruiken genoegen en ongenoegen uiten En ville 1. La Place des Vosges 2. Station de Métro 3. La Cathédrale Notre-Dame

Nadere informatie

Quel travail font tes parents? Ma mère travaille à la maison et mon père travaille dans une office. Welk

Quel travail font tes parents? Ma mère travaille à la maison et mon père travaille dans une office. Welk Boekverslag door A. 1461 woorden 16 mei 2005 6.1 445 keer beoordeeld Vak Frans Frans Proefwerk hoofdstuk 12-13-14: Taalvaardigheid: Comment tu t appelles? Comment t appelles tu? Je m appelle Henrike. Wat

Nadere informatie

Leer je talen. Downloads Basiskennis verankeren

Leer je talen. Downloads Basiskennis verankeren Leer je talen Downloads Basiskennis verankeren Downloads Basiskennis verankeren Leer je talen Aan de slag Direct aan de slag met de downloads behorend bij spel nummer 3 van de Franse taal! Deze downloads

Nadere informatie

UNITÉ. c est Antoine. Plak, teken, schrijf... wat je maar wilt. Dit is jouw pagina!

UNITÉ. c est Antoine. Plak, teken, schrijf... wat je maar wilt. Dit is jouw pagina! UNITÉ Bonjour, moi c est Antoine Plak, teken, schrijf... wat je maar wilt. Dit is jouw pagina! Activités A. Luister naar de dialogen en zeg of ze in het Frans zijn of in een andere taal. a) Dialogue français

Nadere informatie

Krachtig, positief en ontwikkelingsgericht evalueren in het lager onderwijs. Werkinstrumenten. Anders evalueren in wiskunde en Frans

Krachtig, positief en ontwikkelingsgericht evalueren in het lager onderwijs. Werkinstrumenten. Anders evalueren in wiskunde en Frans Krachtig, positief en ontwikkelingsgericht evalueren in het lager onderwijs Werkinstrumenten Anders evalueren in wiskunde en Frans Centrum voor ervaringsgericht onderwijs Schapenstraat 34 3000 Leuven joost.maes@ppw.kuleuven.be

Nadere informatie

Unité 6 Diagnose Kopieerblad 1

Unité 6 Diagnose Kopieerblad 1 Unité 6 Diagnose Kopieerblad Hier kun je jezelf evalueren: Prima! Lukt bijna. Nog even oefenen. Vul hier je antwoorden in en vergelijk met het antwoordenblad. Als je een antwoord niet goed hebt of niet

Nadere informatie

Je n ai pas reçu le dépliant.

Je n ai pas reçu le dépliant. 1 Je n ai pas reçu le dépliant. Je bent telefoniste bij de klantendienst van Macro Alleur. Bij de aanbiedingen van de week is er een citruspers Philips AZ77. 1 Lees de dialoog La réception / Le service

Nadere informatie

Kies jij Frans? Docentenhandleiding afbuigers havo en vwo. Differentiatie 3 havo/vwo. SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling

Kies jij Frans? Docentenhandleiding afbuigers havo en vwo. Differentiatie 3 havo/vwo. SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Kies jij Frans? Docentenhandleiding afbuigers havo en vwo Differentiatie 3 havo/vwo SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Kies jij Frans? Docentenhandleiding afbuigers havo en vwo Maart

Nadere informatie

CA MARCHE 5 : Au carrefour : Nederlands en Franse tekst samen

CA MARCHE 5 : Au carrefour : Nederlands en Franse tekst samen CA MARCHE 5 : Au carrefour : Nederlands en Franse tekst samen 1 Charles is in de groentenwinkel = Charles est au magasin de légumes. La vendeuse Vraag de meneer wat hij wenst. Monsieur, vous désirez? Vraag

Nadere informatie

Aan de gebruiker Dit boek is geschreven voor u, die op school Frans gehad hebt en die al zo vaak gedacht hebt: Ik zou best wel weer eens mijn Frans wi

Aan de gebruiker Dit boek is geschreven voor u, die op school Frans gehad hebt en die al zo vaak gedacht hebt: Ik zou best wel weer eens mijn Frans wi Drs. B. Dijkzeul / M. Dijkzeul BON VOYAGE Eenvoudig Frans voor iedereen Walvaboek Aan de gebruiker Dit boek is geschreven voor u, die op school Frans gehad hebt en die al zo vaak gedacht hebt: Ik zou best

Nadere informatie

17609_Manual_zet in en win.indd :03

17609_Manual_zet in en win.indd :03 17609_Manual_zet in en win.indd 1 18-07-12 10:03 NL Spelregels Een vraag- en antwoordspel, waarbij je niet zélf alle antwoorden hoeft te weten; als je goed in kunt schatten wat je medespelers weten, scoor

Nadere informatie

Iedereen kan Frans leren

Iedereen kan Frans leren ZIEN EN BEGRIJPEN Voor beginners Taalcursus Frans Iedereen kan Frans leren Je vous invite chez moi! Je suis un symbole français. Je suis une grande tour à Paris. Je suis La Tour Eiffel l' escargot vin

Nadere informatie

Woordenschat van unité 1 tot en met unité 20

Woordenschat van unité 1 tot en met unité 20 Woordenschat van unité 1 tot en met unité 0 à: (aller) à (Namur) naar (Namen gaan) 1 à (Paris) in (Parijs) 16 une adresse een adres 16 Quelle est ton adresse? Wat is jouw adres? 16 un âge een leeftijd

Nadere informatie