Financieel jaarverslag verzekeringsbranche Verbond van Verzekeraars

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2006. Verbond van Verzekeraars"

Transcriptie

1 Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2006 Verbond van Verzekeraars

2 Voorwoord Voor u ligt het financieel jaarverslag met de belangrijkste resultaten van de verzekeringsbranche over Een verslag dat niet alleen cijfers bevat, maar vooral ook achtergronden en verklaringen bij die cijfers. Dat laatste is van belang om ontwikkelingen te kunnen duiden en op die manier een beeld te schetsen van hoe het gaat in de branche. Dit jaarverslag is opgesteld door het Centrum voor Verzekeringsstatistiek en Onderzoek (CVS), onder leiding van prof. dr. J.L.A van Rijckevorsel. Het CVS voert elk jaar de Voorjaarsenquêtes Leven, Schade en Zorg bij zijn leden uit. In dit verslag zijn alle cijfers en trends uit die enquêtes weergegeven en geanalyseerd, en wel op zo n manier dat beleidsverantwoordelijken in de branche er ook wat mee kunnen. Dat laatste is belangrijk, omdat de verzekeringsbranche een uniek kenmerk heeft: ze is gebaseerd op een omgekeerde productiecyclus. Pas aan het eind van de rit weet een verzekeraar of zijn kostprijsberekening correct was. Vooraf beschikt hij alleen over retrospectieve statistieken. In de poging het wat van een waarom te voorzien, slaat dit jaarverslag een brug tussen de droge statistieken en de beleidsbepalers bij de leden van het Verbond. Dat is echter niet het enige doel. Het Verbond vindt het daarnaast belangrijk dat ook andere geïnteresseerden uit bijvoorbeeld kabinet, parlement, overheid, toezichthouders, pers en maatschappelijke organisaties, kennis kunnen nemen van de ontwikkelingen in de verzekeringsbedrijfstak. Omdat de verzekeringbranche een belangrijke rol heeft bij het organiseren van solidariteit en het beschermen van klanten tegen onvoorziene omstandigheden, is de publieke belangstelling voor de bedrijftak traditioneel groot. Deze belangstelling wordt versterkt door actuele discussies over arbeidsongeschiktheid, ziektekosten, verzekerbaarheid van overstromingen, pensioenen, levensloop, etc., waarin verzekeraars een belangrijke rol hebben. Het jaar 2006 stond uiteraard in het teken van de invoering van het nieuwe zorgstelsel, wat vooral ingrijpende gevolgen heeft gehad op het gebied van ziektekostenverzekeringen. Een ander belangrijk thema was transparantie, mede naar aanleiding van discussie over beleggingverzekeringen. De verzekeringssector streeft naar optimale transparantie en geeft hier onder andere door een financieel jaarverslag invulling aan. De leden, vertegenwoordigd in de commissie CVS van het Verbond van Verzekeraars, hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan het tot stand brengen van dit verslag. De commissie CVS bestaat uit de volgende leden: - drs. G. van Olphen RA, voorzitter (Achmea) - drs. R.B. Boekhout (ING) - mr. J. Boven (REAAL) - mr. P.J.W.G. Kok (Delta Lloyd) - drs. T. Pluijter (Fortis ASR) Ik hoop dat deze uitgave u in uw werk als verzekeraar of anderszins van dienst is, en dat u de tijd wilt nemen om kennis te nemen van de inhoud die zeker de moeite waard is. drs. H.J. Herbert adjunct-directeur Financieel jaarverslag verzekeringsbranche

3 Inhoud Voorwoord 1 Samenvatting 3 Summary 5 Zusammenfassung 6 Resumé 7 1. Inleiding Verantwoording Representativiteit Het belang van goede data Leeswijzer Economische ontwikkelingen De wereldeconomie De Nederlandse economie Beleggingen De verzekeringsmarkt Levensverzekeringen Overzicht levenmarkt Individueel Nieuwe productie Collectief Schadeverzekeringen Overzicht schademarkt Herverzekering Motorrijtuigen Brand Transport Aansprakelijkheid Rechtsbijstand Reis Zorgverzekeringen Marktomvang Ziektekosten Inkomen 31 Verklaring begrippen 34 2 Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2006

4 Samenvatting Het premievolume van de verzekeringsbranche is in 2006 door veel veranderingen aanzienlijk gegroeid ten opzichte van Deze groei vond vooral plaats in de sector Zorg. De verklaring daarvoor ligt voor de hand: door de invoering van het nieuwe zorgstelsel, waarmee het onderscheid tussen ziekenfondsen en particuliere zorgverzekeraars is vervallen, zijn alle zorgverzekeraars particuliere verzekeraars geworden. Het premievolume van de zorgbranche is daardoor in één klap flink gestegen. Gezien het grote volume van deze markt hebben de resultaten in Zorg een bijzonder grote invloed op het totaal van de verzekeringsbranche. Net als de schadeverzekeringen laten levensverzekeringen een zeer geringe stijging zien, ondanks de introductie van de levensloopregeling, die tot een nieuw aanbod van producten heeft geleid. Hoewel het premievolume in z n totaliteit dus een stijging laat zien, is het resultaat in de verzekeringsbranche in vergelijking met 2005 fors gedaald. Wederom wordt dit grotendeels veroorzaakt door de zorgsector, waar het resultaat voor de branche Ziektekosten zelfs negatief is. Schade en Leven hebben juist een iets beter resultaat geboekt. collectieve levensverzekeringen is in 2005 fors gedaald en in 2006 onveranderd gebleven. De daling wordt vooral veroorzaakt door een verschuiving van eindloon- naar middelloonregelingen. Het resultaat is vooral gestegen door een daling van overige technische voorzieningen eigen rekening. Schadeverzekeringen Het premievolume bij schadeverzekeringen is licht gegroeid ten opzichte van De groei is echter al enkele jaren zeer laag en komt nauwelijks boven het niveau van een inflatiecorrectie uit. De redenen hiervoor zijn het positieve resultaat op schadeverzekeringen in de afgelopen twee jaren en de stevige (prijs)concurrentie in vaak verzadigde markten (wat zich in de praktijk vertaalt in een lagere premie). Het resultaat na rente en na herverzekering van de schadebranches is bijna over de hele lijn gedaald (alleen Motorrijtuigen laat een stijging van het resultaat zien), hoewel dat wel een ietwat vertekend beeld geeft. Het jaar 2005 was namelijk een erg goed jaar vanwege minder grote (brand)schaden en minder diefstal; 2006 was minder gunstig, zodat het resultaat in feite weer op het niveau van vóór 2005 zit. Levensverzekeringen Mede door de introductie van de levensloopverzekeringen is het premievolume van individuele levensverzekeringen toegenomen. Er zijn echter wel minder deelnemers aan de levensloopverzekeringen dan van tevoren was verwacht. Het premievolume van Ondanks de daling is het resultaat nog altijd positief, omdat verzekeraars een steeds efficiëntere bedrijfsvoering hanteren, waardoor ze kosten kunnen verminderen. Dit doen ze bijvoorbeeld door minder risico te herverzekeren en meer in eigen beheer te houden, een ontwikkeling die vooral in 2004 en 2005 Resultaat verzekeringsbranche 2006 Premievolume 1 Netto Resultaat 2 combined 2006 ratio mrd % groei % verdiende premie t.o.v Totaal Leven 24,9 0 n.v.t Totaal Schade 11, Motorrijtuigen 4, Brand 3, Transport 0, Overige 3, Totaal Zorg 34,4 200* Totaal 70,8 46 n.v.t * Dit hoge stijgingspercentage wordt veroorzaakt door de invoering van het nieuwe zorgstelsel. 1 Premievolume van de directe binnenlandse tekening. 2 Technisch resultaat, uitgedrukt in een percentage van de bruto verdiende premie, behaald in het binnenlands bedrijf, na rente en na herverzekering, maar voor afdracht van vennootschapsbelasting. 3 De volumegroei is het product van de groei van de portefeuille door nieuwe productie en de verhogingen van de premies. Financieel jaarverslag verzekeringsbranche

5 speelde wegens de toenmalig mondiaal gestegen herverzekeringspremies. Dit beleid heeft voor- en nadelen: het heeft een gunstig effect op het resultaat in jaren met relatief weinig en lage schaden, maar het verhoogt wel het risico en kan er daardoor in relatief slechte jaren toe leiden dat verzekeraars eerder in de problemen komen. Zorgverzekeringen De premieomzet van zorgverzekeringen groeide in 2006 spectaculair door de invoering van het nieuwe zorgstelsel. Omdat alle ziektekostenverzekeraars sinds de invoering van het nieuwe zorgverzekeringsstelsel particuliere zorgverzekeraars zijn geworden, is het premievolume in één klap zo goed als verdubbeld. Zowel voor Ziektekosten als voor Inkomen zijn nieuwe producten geïntroduceerd, wat vooral bij Ziektekosten tot een veel hoger premievolume heeft geleid. Niettemin was de concurrentie op de nieuwe markt zo hevig dat het resultaat voor Ziektekosten negatief is, naar schatting zo n 600 miljoen euro. 4 Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2006

6 Summary Premium turnover in the Dutch insurance industry grew considerably in 2006 from 2005, due to numerous changes. Most of this growth was in the health care sector. There is an obvious explanation for this: with the implementation of the new health care system, which does away with the differentiation between national health insurance funds and private health care insurers, all health care insurers have become private insurers. This instantly boosted premium turnover in the accident and health insurance sectors. Because of the large volumes in this market, results from accident and health insurance have a particularly great impact on overall results for the entire insurance sector. Life insurance echoed non-life insurance in experiencing a very slight increase, in spite of the introduction of the life-course savings scheme that resulted in a new range of products. Although premium turnover thus rose as a whole, results in the insurance sector dropped sharply compared to This was once again largely attributable to the health care sector, where results for Health insurance were even negative. Life and Non-life actually performed somewhat better. Life insurance Premium income from individual insurances increased, due in part to the introduction of the life-course savings scheme. Fewer people are participating in this scheme, however, than originally anticipated. Premium income from group business had dropped sharply in 2005 and remained unchanged in The drop is being caused primarily by a shift from final salary schemes to average salary schemes. Results increased primarily as the result of a drop in other technical premium net. Non-life insurance Premium income for non-life insurance grew slightly compared to For years, though, growth here has been very sluggish and it barely tops the inflation adjustment level. The reasons for this are the positive operating results from non-life insurance in the past two years and the strong competition in markets that are often already saturated (which translates, in practice, into lower premiums). Net results of interest and reinsurance decreased almost across the line in non-life sectors (motor vehicle insurance was the only area in which results increased). This presents a somewhat distorted picture, however, since 2005 had been such a good year, with fewer large claims (e.g., for fire damage) and less theft; 2006 was less propitious in this sense, so that the results are actually back on par with the level prior to Despite the dip, results were still positive because insurers are conducting business ever more efficiently, Results in the insurance industry in 2006 Premiums 1 Net Results combined ratio billion % growth % earned premiums over Total Life n.a Total Non-life Car Fire Transport Other Total Accident & Health * Total n.a * This high percentage rise was caused by the implementation of the new health care system. 1 Premium income from direct insurances completed in the Netherlands. 2 Technical profit, expressed as a percentage of the gross earned premiums on Dutch business, net of interest and reinsurance but before tax. 3 The growth in volume is the product of the growth in the portfolio through new business and the increase in the premiums. Financieel jaarverslag verzekeringsbranche

7 thereby cutting costs. They do this, for instance, by decreasing the amount of risk they reinsure and keeping more business under their control, a development that particularly took off in 2004 and 2005 as reinsurance premiums increased around the world. This policy has both advantages and disadvantages: it plays out favourably in years with relatively few - and low - claims, but it does increase overall risk and can therefore lead insurers more readily into difficulty in relatively bad years. Accident and Health insurance Premium income under accident and health insurance grew dramatically in 2006 with the implementation of the new health care system. Since under the new health care insurance system all sickness insurers became private health care insurers, premium income practically doubled in one fell swoop. New products were introduced for both Health and Disability Income insurance, which resulted in much higher premium turnover, especially in Health insurance. Despite all this, competition on the new market was so stiff that Health insurance booked negative results, by an estimated 600 million euros. Zusammenfassung Das Prämienvolumen der Versicherungsbranche hat im Vergleich zu 2005 im Jahr 2006 durch allerhand Veränderungen beträchtlich zugenommen. Dieses Wachstum fand vor allem im Bereich des Gesundheitswesens statt. Die Erklärung dafür liegt auf der Hand: durch die Einführung des neuen Versorgungssystems, mit dem der Unterschied zwischen gesetzlichen Krankenkassen und privaten Krankenversicherungen verschwand, sind alle Krankenversicherer private Versicherer geworden. Das Prämienvolumen der Krankenversicherungsbranche ist dadurch auf einen Schlag kräftig gewachsen. Angesichts des großen Volumens dieses Marktes haben die Ergeb- nisse im Bereich der Krankenversicherungen einen besonders großen Einfluss auf das Gesamtergebnis der Versicherungsbranche. Genau wie die Sachversicherungen zeigen die Lebensversicherungen nur eine äußerst geringe Zunahme, trotz der Einführung der Lebenslaufregelung [Lebenslaufbezogene Regelungen in den Niederlanden seit 2006 = Recht auf langfristiges Ansparen von Zeitguthaben.], die zu einem neuen Angebot von Produkten geführt hat. Obwohl das Prämienvolumen insgesamt gestiegen ist, ist das Ergebnis in der Versicherungsbranche ver- Ergebnis Versicherungsbranche 2006 Prämienvolumen 1 Netto Kosten/ 2006 Schaden Satz Mrd. % Wachstum i.v.z Leben 24,9 0 nicht zutreff. Ergebnis % der verdienten Prämien Sach 11, Kraft 4, Feuer 3, Transport 0, Übrige 3, Kranken 34,4 200* Gesamt 70,8 46 nicht zutreff * Diese hohe Steigerungsrate wird durch die Einführung des neuen Versorgungssystems verursacht. 1 Prämienvolumen direktes Inlandsgeschäft. 2 Technisches Ergebnis, ausgedrückt in Prozent der verdienten Bruttoprämie, erreicht im Inlandsgeschäft, nach Zinsabgaben und Rückversicherung, aber vor Unternehmenssteuern. 3 Das Volumenwachstum ist das Produkt vom Wachstum des Portfolios und der Erhöhungen der Prämien. 6 Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2006

8 glichen mit dem des Jahres 2005 massiv zurückgegangen. Das wiederum wird größtenteils durch den Sektor Gesundheitswesen verursacht, dessen Resultat für die Krankenversicherungsbranche sogar negativ ist. Gerade die Sach- und Lebensversicherungen konnten ein etwas besseres Ergebnis verzeichnen. Lebensversicherungen Auch durch die Einführung der Lebenslaufversicherungen hat das Prämienvolumen der individuellen Lebensversicherungen zugenommen. Die Teilnehmerzahl an den Lebenslaufversicherungen ist jedoch geringer als zunächst angenommen. Das Prämienvolumen der kollektiven Lebensversicherungen ist im Jahr 2005 stark gesunken und im Jahr 2006 unverändert geblieben. Der Rückgang wird vor allem verursacht durch eine Verschiebung von Endlohn- zu Durchschnittslohnregelungen. Das Ergebnis ist vor allem durch einen Rückgang der übrigen technischen Reserven gestiegen. Sachversicherungen Das Prämienvolumen ist bei den Sachversicherungen im Vergleich zu 2005 leicht gestiegen. Der Anstieg ist aber schon eine Reihe von Jahren sehr gering und übersteigt kaum das Niveau eines Inflationsausgleichs. Die Gründe dafür sind das positive Ergebnis der Sachversicherungen in den beiden zurückliegenden Jahren und ein harter Konkurrenzkampf (bei den Tarifen) in oft gesättigten Märkten (was sich als ein niedrigerer Versicherungsbeitrag darstellt, der sich in der Praxis als geringere Prämie erweist). Das Ergebnis nach Zinsabgaben und Rückversicherung der Sachversicherungsbranche ist fast überall gesunken (nur die Kraftfahrzeugversicherungen zeigen eine Ergebnissteigerung), obwohl das ein etwas verzerrtes Bild gibt. Das Jahr 2005 ist nämlich aufgrund von weniger Großschäden (bei Brand) und weniger Diebstählen ein sehr gutes Jahr gewesen; 2006 war weniger günstig, so dass sich das Ergebnis praktisch wieder auf dem Niveau von vor 2005 befindet. Trotz des Rückgangs ist das Ergebnis immer noch positiv, weil die Versicherer immer mehr auf eine effizientere Betriebsführung übergehen, wodurch eine Kostensenkung erreicht wird. Das tun sie beispielsweise, indem sie weniger Risiko rückversichern und mehr in eigener Regie halten, eine Entwicklung, die sich vor allem in den Jahren 2004 und 2005 vollzog, wegen der damals weltweit gestiegenen Rückversicherungsprämien. Diese Politik hat Vorund Nachteile: Der Effekt wirkt sich auf das Ergebnis günstig aus in Jahren mit relativ wenig Schäden und geringen Schadenssummen, er bringt ein erhöhtes Risiko mit sich und kann dadurch in relativ schlechten Jahren dazu führen, dass Versicherer schneller in Schwierigkeiten geraten. Krankenversicherungen Das Prämienvolumen der Krankenversicherungen ist im Jahr 2006 durch die Einführung des neuen Versicherungssystems spektakulär gestiegen. Weil alle Krankenversicherer seit der Einführung des neuen Systems Privatversicherer geworden sind, hat sich das Prämienaufkommen auf einen Schlag so gut wie verdoppelt. Sowohl für die Krankenversicherung als auch für die Einkommensversicherung entstanden neue Produkte, was vor allem bei den Krankenversicherungen zu einem viel höheren Prämienvolumen geführt hat. Dennoch war der Konkurrenzkampf auf dem neuen Markt so heftig, dass das Ergebnis für die Krankenversicherung negativ ist und sich schätzungsweise auf rund 600 Millionen Euro beläuft. Resumé En raison de nombreux changements, le volume des primes dans la branche de l assurance a considérablement augmenté en 2006 par rapport à Cette hausse concerne principalement le secteur de la santé et l explication s impose d elle-même : suite à l introduction aux Pays-Bas d un nouveau système d assurance des soins de santé, qui ne connaît plus de différences entre les assurances à titre obligatoire et les assurances à titre privé, toutes les sociétés d assurance sont devenues des sociétés d assurances à titre privé. Le volume des primes a donc subi une brusque augmentation. En raison de l important volume de ce marché, les résultats dans le secteur maladie ont une influence particulièrement importante sur le total du secteur des assurances. Tout comme les assurances dommages, les assurances vie ont enregistré une augmentation très faible et ce, en dépit de l introduction du régime d épargne volontaire tout au long du parcours de vie qui a généré une nouvelle offre de produits. En dépit de la progression totale du volume des primes, le résultat dans le secteur des assurances a nettement baissé par rapport à Ceci est dû en grande partie, de nouveau, au secteur de la santé au sein duquel le résultat de la branche Frais médicaux est même négatif. Les secteurs dommages et assurance vie ont quant à eux enregistré un résultat légèrement meilleur. Financieel jaarverslag verzekeringsbranche

9 Assurances vie En partie avec l introduction d un régime d épargne volontaire tout au long du parcours de vie («levensloopverzekering»), le volume des primes des assurances vie individuelles a augmenté. Le nombre de souscripteurs de ce régime d épargne volontaire est toutefois plus faible que prévu. Le volume des primes des assurances vie collectives, qui avait fortement reculé en 2005, est demeuré inchangé en La baisse est avant tout provoquée par le passage aux régimes basés sur le salaire moyen qui remplacent les régimes basés sur le dernier salaire. Le résultat est en hausse, en particulier en raison d une diminution des autres réserves techniques pour compte popre. Assurances dommages Le volume des primes des assurances dommages a légèrement augmenté par rapport à Cette croissance est toutefois très faible depuis quelques années et dépasse à peine le niveau de correction de l inflation. Ceci est dû au résultat positif obtenu sur les assurances dommages au cours des deux dernières années et à la forte concurrence (des prix) sur des marchés souvent arrivés à saturation (ce qui se traduit en pratique par un niveau plus bas des primes). Le résultat de la branche dommages après intérêt et après réassurance a baissé sur presque toute la ligne (seule la branche des véhicules motorisés affiche une hausse du résultat), bien que ceci donne une image un peu faussée. L année 2005 a été en effet une très bonne année en raison de la diminution des dommages importants (incendies) et des vols. L année 2006 a été moins favorable, le résultat est en fait revenu au même niveau qu avant En dépit de la baisse, le résultat reste cependant positif car les sociétés d assurance mènent une gestion de plus en plus efficace leur permettant d économiser des coûts. Elles réassurent par exemple moins de risques et gardent davantage d affaires en mains propres, une évolution qui a surtout joué un rôle en 2004 et 2005 en raison des hausses mondiales des primes de réassurance à l époque. Cette politique présente des avantages et des inconvénients : elle a un impact favorable sur le résultat pour les années avec relativement peu de dommages et de faible importance mais en revanche, elle augmente le risque et peut, pour les années relativement mauvaises, créer plutôt des problèmes pour les sociétés d assurance. Assurances maladie Le volume des primes pour les assurances maladie a subi une croissance spectaculaire en 2006 avec l introduction d un nouveau système d assurance des soins de santé aux Pays-Bas. Toutes les sociétés d assurance maladie étant devenues des sociétés d assurance à titre privé, le volume des primes a quasiment doublé en une fois. Aussi bien pour les frais des soins de santé que pour les revenus, de nouveaux produits ont été introduits ce qui a conduit à un volume de primes bien plus élevé, surtout pour les assurances maladie. Néanmoins, la concurrence sur ce nouveau marché a été si acharnée que la branche des frais de soins de santé enregistre un résultat négatif d environ 600 millions d euros, selon les prévisions. Résultat du secteur des assurances 2006 Volume des primes 1 Ratio Résultat 2 combiné 2006 Net mrd % croissance par % prime acquise rapport à Total Vie 24,9 0 ne s appl. pas Total Dommages 11, Véhicules motorisés 4, Incendie 3, Transport 0, Autres 3, Total Maladie 34,4 200* Total 70,8 46 ne s appl. pas * Ce taux d augmentation élevé est dû à l introduction d un nouveau système d assurance de soins de santé aux Pays-Bas 1 Volume des primes des souscriptions nationales directes. 2 Résultat technique, exprimé en pourcentage de la prime acquise brute atteint dans la société nationale, après intérêt et après réassurance mais avant paiement de l impôt sur les sociétés. 3 La croissance du volume est le produit de la croissance du portefeuille grâce aux nouveaux produits et de l augmentation des primes. 8 Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2006

10 1 Inleiding 1.1 Verantwoording Dit financieel jaarverslag bevat een terugblik op de financiële ontwikkelingen in de Nederlandse verzekeringsbranche over het jaar Het jaarverslag is opgesteld door het Centrum voor Verzekeringsstatistiek en Onderzoek (CVS), het statistisch onderzoeksbureau van het Verbond van Verzekeraars. Vrijwel alle hier gepresenteerde gegevens over de verzekeringsbranche zijn ontleend aan comptabele enquêtes, die het CVS in het voorjaar van 2007 heeft gehouden onder verzekeraars. Aan deze enquêtes doen verzekeraars mee die werkzaam zijn op de Nederlandse markt en die een vergunning hebben van De Nederlandsche Bank (DNB). Resultaten die Nederlandse verzekeraars in het buitenland behalen, zijn buiten beschouwing gelaten. De resultaten worden uitgedrukt in een percentage van de verdiende premie. De hier gepresenteerde resultaten zijn de zogenaamde technische resultaten inclusief herverzekering, maar exclusief vennootschapsbelasting. Deze resultaten zijn opgehoogd naar de gehele Nederlandse binnenlandse verzekeringsbranche. De genoemde bedragen en aantallen in dit jaarverslag over voorgaande jaren kunnen op bepaalde punten licht afwijken van de bedragen en aantallen zoals vermeld in eerdere jaarverslagen. De belangrijkste redenen hiervoor zijn bijstellingen op oude jaren en veranderingen in panelsamenstelling. Alle resultaten en groeipercentages zijn afgerond op hele procentpunten. De in de kaders gepresenteerde resultaten zijn afkomstig van het CVS, tenzij anders vermeld. 1.2 Representativiteit De cijfers in dit verslag zijn vanwege de hoge deelnamegraad representatief voor de hele Nederlandse verzekeringsbranche. De financiële gegevens over levensverzekeraars zijn gebaseerd op ruim 75% van de Nederlandse verzekeringsmarkt, gemeten naar premievolume. De resultaten zijn afkomstig van de Voorjaarsenquête Leven, die het CVS jaarlijks houdt onder levensverzekeraars die in Nederland werkzaam zijn. De enquête vraagt de verlies- en winstrekening, de technische en niet-technische rekening en de balans uit. De financiële gegevens van schadeverzekeraars zijn gebaseerd op bijna 75% van de Nederlandse verzekeringsmarkt, gemeten naar premievolume. De resultaten zijn afkomstig van de Voorjaarsenquête Schade & Zorg, die het CVS jaarlijks houdt onder schadeverzekeraars die in Nederland werkzaam zijn. De in het hoofdstuk Schadeverzekeringen gepresenteerde resultaten hebben betrekking op alle schadeverzekeringen exclusief Zorg, namelijk verzekeringen voor motorrijtuigen, brand, transport, aansprakelijkheid, rechtsbijstand en reis. De financiële gegevens van ziektekostenverzekeraars zijn gebaseerd op kwartaalcijfers van DNB over de gehele markt van Nederlandse ziektekostenverzekeraars en cijfers uit de Voorjaarsenquête Schade & Zorg van het CVS met daarin ongeveer 60% van het premievolume van de inkomensverzekeraars. De sector Zorg bestaat uit ziektekosten- en inkomensverzekeringen, die weer zijn opgebouwd uit productgroepen. Hierbij wordt rekening gehouden met nieuwe producten, zoals de WIA en de nieuwe ziektekostenverzekeringen, alsmede met oude producten, zoals WAO-gatverzekeringen. Voor 2005 bevat dit verslag uitsluitend de cijfers van de toenmalige particuliere ziektekostenverzekeraars. Voor 2006 zitten uiteraard ook de voormalige ziekenfondsen in de cijfers. 1.3 Het belang van goede data Bij de optelling van de resultaten van productgroepen tot branchetotalen wordt impliciet verondersteld dat alle informatie van de productgroepen bekend is. Helaas is dat in de praktijk niet het geval. Verzekeraars kunnen geaggregeerde cijfers vaak beter aanleveren dan de onderliggende opsplitsingen, waardoor de productgroepen minder marktdekking hebben dan de branches en de optellingen niet helemaal kloppen. Zo zijn er veel verzekeraars die cijfers kunnen leveren voor de branche als totaal, maar de cijfers uitgesplitst naar bijvoorbeeld de productgroepen Eigen tekening en Volmacht zijn veel lastiger voor een verzekeraar in te vullen en worden dan ook door minder verzekeraars aangeleverd. Dit betekent dat met de toename van het detail, het marktvolume waarop de cijfers zijn gebaseerd afneemt. Dit kan ertoe leiden dat op een gegeven moment de cijfers inconsistent worden. We zouden bijvoorbeeld als uitkomst kunnen krijgen dat het premievolume van Eigen tekening afneemt met 2%, Volmachten met 0% gelijk blijft, maar dat het totaal met 1% stijgt. Dit lijkt inconsistent, omdat het totaal een gewogen gemiddelde dient te zijn van Eigen tekening en Volmachten, maar is te verklaren omdat we voor alle drie cijfers een andere representativiteit kennen. Niet alle maatschappijen kunnen de cijfers uitsplitsen naar Eigen tekening en Volmacht. Kennelijk hebben de maatschappijen, die de cijfers niet uit kunnen splitsen, in dit voorbeeld een beter resultaat dan gemiddeld. Financieel jaarverslag verzekeringsbranche

11 1.4 Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt kort ingegaan op algemene economische ontwikkelingen die van invloed zijn op de resultaten van de verzekeringssector. In hoofdstuk 3 wordt verslag gedaan van de financiële ontwikkelingen op de markt voor levensverzekeringen, met aandacht voor de ontwikkeling van het premievolume, de nieuwe productie en het resultaat. In hoofdstuk 4 wordt het resultaat van de diverse schadeverzekeringen toegelicht. Ook wordt stilgestaan bij de impact van herverzekering. In hoofdstuk 5 wordt de markt van zorgverzekeringen toegelicht. Het verslag sluit met een verklarende lijst van begrippen. 10 Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2006

12 2 Economische ontwikkelingen De wereldeconomie Conform de verwachtingen is de wereldeconomie in 2006 fors gegroeid. De uitzonderlijk hoge groei van 2004 werd zelfs bijna geëvenaard. Ook voor de komende jaren zijn de vooruitzichten goed, al zal de groei naar verwachting wel iets lager zijn dan in de topjaren 2004 en Dat de inflatie ondanks de groei gematigd is gebleven, maakt het des te waarschijnlijker dat de economische groei bestendig is. Natuurlijk blijven de bekende bedreigingen bestaan, zoals de hoge grondstoffenprijzen en het tekort op de betalingsbalans van de Verenigde Staten, maar voorlopig zijn er nog voldoende factoren om die ontwikkelingen te compenseren. Dat de groei wereldwijd gezien zo groot is, komt grotendeels door succesvolle economische integratie. Dit speelt onder meer een rol bij de gunstige economische ontwikkeling in China en de nieuwe EU-lidstaten. Verder wordt het negatieve effect van een hoge olieprijs gecompenseerd door lage kapitaalkosten, effectief monetair beleid en een stijging van de arbeidsproductiviteit. Dat de olieprijs alweer aan het dalen is, heeft vanzelfsprekend ook een positief effect. Verenigde Staten Als naar de verschillende wereldeconomieën wordt gekeken, was in de Verenigde Staten de huizenmarkt een belangrijke aanjager van de economie. De stijgende huizenprijzen verruimden de bestedingsmogelijkheden van de consument. In 2006 kwam de reeds verwachte correctie, maar omdat dit pas in de loop van het jaar kwam, droeg deze factor toch nog bij aan een relatief hoge economische groei aan het begin van het jaar. De schade van de correctie is niet al te groot, omdat de particuliere consumptie onverminderd hoog blijft. Daardoor houdt de relatief sterke economische groei aan. Naast de huizenmarkt leverden ook de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt een positieve bijdrage aan de Amerikaanse economie. De vraag naar arbeid is groot, waardoor de lonen stijgen en de werkloosheid afneemt. Dit alles heeft weer een gunstig effect op het bestedingsgedrag. Al met al bedroeg de economische groei in de VS vorig jaar 3,3%, tegenover 3,2% in 2005 en 3,9% in Hoewel de groei daarmee structureel hoger is dan in Japan en het eurogebied, is de verwachting dat de Amerikaanse groei in de komende jaren zal afnemen en op ongeveer hetzelfde niveau als in deze gebieden belandt. Overigens was de groei in 2006 wel minder groot dan in voorgaande jaren, maar deskundigen gaan ervan uit dat er sprake blijft van een behoorlijke economische groei en dat de periode van economische voorspoed nog lang niet voorbij is. Azië Net als in de Verenigde Staten zet de economische groei ook in Azië flink door. Vooral China laat een hoog groeicijfer zien, van bijna 11% in Deze uitzonderlijk hoge groei is vooral een gevolg van de toenemende integratie, die op haar beurt weer wordt veroorzaakt door de export en investeringen. Hoewel het beleid van diverse overheden in Azië erop is gericht de groei af te remmen (om oververhitting te voorkomen) en een verschuiving gedreven door binnenlandse bestedingen te bewerkstelligen, wordt ook de komende jaren een aanhoudend hoge groei verwacht. Belangrijkste oorzaak daarvoor is een toename van de export en investeringen. De binnenlandse bestedingen blijven daarentegen achter vanwege het ontbreken van een goed sociaal vangnet en een gedegen pensioenstelsel. De consument zal daardoor een groot deel van zijn inkomen willen sparen. Naast China heeft ook India een hoge economische groei (meer dan 8%), maar in tegenstelling tot China gaat de groei in India gepaard met hoge inflatie en een overheidstekort. Een positieve factor is dat de bijdragen van de verschillende componenten in India evenwichtiger zijn verdeeld. Zo wordt een groot deel van de economische groei gedreven door particuliere consumptie. In Japan is de economische groei gematigd positief, al gaat deze gepaard met forse schommelingen op kwartaalbasis. Na afronding van de saneringen en herstructureringen wordt ook hier de groei gedragen door export en investeringen. De Japanse export wordt gestimuleerd door de sterke groei in andere Aziatische economieën en een verbetering van de concurrentiepositie door de depreciatie van de yen. Hierdoor neemt de productie en daarmee ook de bezettingsgraad (dit is de mate waarin kapitaalgoederen, zoals machines, worden bemand) toe, wat tot meer investeringen leidt. De economische groei gaat gepaard met een stijging van de werkgelegenheid, 4 De tekst in dit hoofdstuk is gebaseerd op het Centraal Economisch Plan 2007 van het CPB, het jaarverslag 2006 van DNB en publicaties van de OECD en de Wereldbank. Financieel jaarverslag verzekeringsbranche

13 maar vanwege demografische factoren blijft de loonstijging hierbij achter, waardoor de particuliere consumptie minder stijgt. Niettemin is ook hier een stevige basis voor aanhoudende economische groei. Eurogebied Het eurogebied laat de laatste jaren een positieve economische groei zien, die lager is dan de groei in de Verenigde Staten en Japan. De groei was in 2005 met 1,4% zelfs een onverwachte tegenvaller, maar is in 2006 aangetrokken tot 2,6%, waarmee de 2,2% van Japan voorbij werd gestreefd. Ook in het eurogebied werd vooral winst geboekt door een toenemende export als gevolg van een gestegen vraag uit de opkomende economieën. Omdat de bezettingsgraad daardoor steeg, zijn ook de investeringen toegenomen. De economische groei had positieve effecten op de arbeidsmarkt, wat ertoe heeft geleid dat ook de particuliere consumptie is gestegen en heeft bijgedragen aan nog meer groei. Al met al heeft de economische groei in het eurogebied inmiddels een breed draagvlak, wat haar solide maakt. In de komende jaren zal de groei naar verwachting aanhouden, ondanks de verslechterende concurrentiepositie als gevolg van de gestegen eurokoers. Verder blijft het restrictieve begrotingsbeleid in Duitsland, en nu ook in Italië, een negatieve factor, waardoor de groei in het eurogebied niet het niveau heeft gehaald van de economie van de Verenigde Staten. 2.2 De Nederlandse economie Sinds 2004 is in Nederland duidelijk sprake van conjunctuurherstel. Doorgaans begint dit met het aantrekken van de uitvoer, gevolgd door toenemende investeringen. Als die opleving doorzet, neemt de bestedingsruimte van de consumenten toe, waardoor ook de particuliere consumptie aantrekt en uit- De euro-dollarwisselkoers Bij de introductie in 2002 lag de waarde van de euro iets boven een dollar. Alhoewel iedereen hoopte op een harde munt, zakte de euro bijna meteen weg en niet lang na de introductie werd de psychologische grens van 1 dollar per euro overschreden. De reden hiervoor lag natuurlijk vooral in de slechte economische ontwikkeling in het eurogebied ten opzichte van de Verenigde Staten. Bovendien was de dollar redelijk algemeen geaccepteerd als internationaal betalingsmiddel, terwijl de euro zich nog moest bewijzen. Toch maakte de euro haar belofte waar en werd vooral de inflatie getemperd. Inmiddels is de koers dan ook helemaal bijgetrokken en is de euro meer waard dan de dollar. Of dit gunstig is of juist niet, is moeilijk te zeggen. Landen willen graag een harde munt die veel waard is, omdat dat prijsstabiliteit geeft en importgoederen en vakanties in andere landen goedkoop maken. Voor de concurrentiepositie is het echter ongunstig en ook de verdiensten die in het buitenland worden gemaakt, zijn ineens minder waard. Deze ongunstige effecten zijn in Nederland overigens minder groot, doordat de Nederlandse handel vaak met andere landen uit het eurogebied plaatsvindt. Waarschijnlijk is de meest belangrijke en gunstige ontwikkeling de relatieve stabiliteit van de eurodollarwisselkoers in de afgelopen drie jaar. Figuur 1 Aantal dollars voor 1 euro, jaargemiddelden 12 Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2006

14 Figuur 2 Mutaties BBP ten opzichte van het vorige jaar (%) en de gemiddelde werkloze beroepsbevolking tussen 1998 en 2006 (bron: CBS). Voor 2007 en 2008 betreft het prognoses op basis van cijfers van het CPB eindelijk bijdraagt aan economische groei. Dit effect liet zich in 2006 ook in Nederland zien. Terwijl in 2004 en 2005 vooral de uitvoer en de investeringen de trekkers waren van de economische groei, zorgde in 2006 de particuliere consumptie voor een voortzetting daarvan. Daardoor werd na een relatief zwakke groei van 1,4% in 2005 weer een hogere groei van ongeveer 3% gehaald in Toch is de particuliere consumptie minder gestegen dan in voorgaande herstelperioden vanwege achterblijvende vermogenseffecten. Ook de stijgingen in huizenprijzen en beurskoersen waren minder uitbundig dan in voorgaande vergelijkbare perioden. Dat de groei niettemin hoog was, is mede te danken aan de uitvoer. De groei hiervan is weliswaar gestabiliseerd, maar omdat dit op een hoog niveau gebeurde, heeft deze aanzienlijk bijgedragen aan de economische groei. De economische groei ging gepaard met een aantrekkende arbeidsmarkt. Voor het eerst sinds 2001 is het aantal banen weer toegenomen. Ook het aantal openstaande vacatures liet een groei zien. Niettemin bleef de werkloosheid nog relatief hoog, doordat meer mensen tot de arbeidsmarkt zijn toegetreden en door een mismatch tussen de gevraagde en de aangeboden arbeid. Bijzonder aan de economische groei is dat de inflatie laag bleef. In 2006 was deze slechts 1,1%, en daarmee op het laagste niveau sinds Een deel hiervan laat zich verklaren door het afschaffen van het gebruikersdeel van de onroerendezaakbelasting, maar zelfs gecorrigeerd hiervoor bleef het Nederlands inflatieniveau één van de laagste in het eurogebied. Misschien wel de belangrijkste oorzaak hiervoor zijn de lage loonkostenstijgingen. Door toenemende internationale concurrentie bestaat de noodzaak de loonkosten laag te houden, om de concurrentiepositie te behouden of te versterken. In Nederland heeft dit bijvoorbeeld gezorgd voor een stijging van de contractlonen met 0,8% in 2006, tegenover 5,2% in Beleggingen Ook de beurzen zijn in 2006 verder gestegen. De MSCI World Index, die een beeld geeft van de wereldwijde ontwikkelingen in de aandelenkoersen, steeg met 13,5%. Een forse stijging, alhoewel die lager was dan in het jaar daarvoor. Ook de belangrijkste Nederlandse index, de AEX, steeg met 13,4% aanzienlijk, maar ook hier geldt dat deze stijging minder hoog was dan in Verzekeraars beleggen een relatief klein deel van hun eigen vermogen in aandelen, onder andere om het risico op grote verliezen te verminderen en daarmee de integriteit van de beleidsvoering te verhogen. Daar komt nog bij dat de intern gehanteerde solvabiliteitsmarges fors hoger zijn dan de door de toezichthouder opgelegde solvabiliteitsmarges. Zodoende bestaat het grootste deel van beleggingen van verzekeraars uit vastrentende waarden, zoals staats- en bedrijfsobligaties, vorderingen uit (hypothecaire) leningen en vastgoed. De rendementen van deze vastrentende waarden hangen sterk af van de kapitaalmarktrente. De kapitaalmarktrente is voor veel verzekeraars dan ook een belangrijke determinant van de beleggingsopbrengsten. Een stijging van de kapitaalmarktrente heeft immers een negatief effect op de obligatiekoersen, maar vergroot wel weer de beleggingsopbrengsten. Gecombineerd met de stijgingen op de beurzen heeft dit in 2006 voor een positief beleggingsrendement gezorgd. Financieel jaarverslag verzekeringsbranche

15 Figuur 3 Ultimo maandelijks u-rendement 2006 (%) taat min of meer tegengesteld is aan de omzetontwikkeling. Omdat deze ontwikkeling op de lange termijn onhoudbaar is, verwacht het CVS in de komende jaren een stijging van de ziektekostenpremie boven de zorginflatie en daarmee een stabilisering van de markt. Toch zijn de veranderingen daarmee nog lang niet voorbij. Vooral op het gebied van de zorginkoop moet namelijk nog heel wat werk worden verzet om marktwerking echt haar werk te kunnen laten doen. Figuur 3 laat de ontwikkeling van de zogenaamde u-rendementen 5 zien over Het u-rendement werd in 1995 geïntroduceerd als maatstaf om de rendementen op beleggingen te bepalen. In de figuur is duidelijk te zien dat het rendement in 2006 is toegenomen. 2.4 De verzekeringsmarkt Van alle bovengenoemde ontwikkelingen zijn voor verzekeraars vooral de stand van de rente en nieuw overheidsbeleid van belang. Deze bepalen grotendeels hoe de conjuncturele ontwikkeling van de verzekeringsmarkt verloopt was in dat opzicht een bijzonder interessant jaar vanwege de vele ingrijpende wijzigingen die voortvloeiden uit overheidsbeleid. Zo stond 2006 voor ziektekostenverzekeraars vooral in het teken van het nieuwe zorgverzekeringsstelsel, dat tot een aanzienlijke stijging van het premievolume in deze branche heeft geleid. De premies waren echter zeer scherp gesteld door de felle concurrentie die onder de verzekeraars losbarstte, waardoor de ontwikkeling van het resul- Net als de ziektekostenbranche hadden ook inkomens- en levensverzekeraars in 2006 te maken met grote veranderingen. Op 1 januari vorig jaar werden de Wet VUT/prepensioen en levensloop en de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) ingevoerd. De deelnamegraad aan zowel levensloop- als WGA-verzekeringen is lager dan geraamd. Hoe zich dat verder ontwikkelt, is onder meer afhankelijk van eventuele aanpassingen in de levensloopbestedingsmogelijkheden en ontwikkelingen op de arbeidsongeschiktheidsmarkt. Voor levensverzekeraars tot slot is vooral de kapitaalmarktrente van belang. Deze is nog steeds relatief laag, maar inmiddels wel aan het stijgen. Verwacht wordt dat deze stijging in de komende jaren zal doorzetten, maar niet extreem hoog zal zijn. Zo is de korte rente in het eurogebied in 2006 gestegen tot 3,1%, tegenover een stand van 2,2% in Voor 2007 en 2008 wordt een korte rente van 4% verwacht. De lange rente blijft omhooggaan, al is die stijging kleiner dan bij de korte rente. Al met al was 2006 een druk jaar vanwege de Zorgverzekeringswet, de WIA en de Wet VUT/prepensioen en levensloop. Toch is de tijd van grote wettelijke ingrepen daarmee nog lang niet voorbij. 5 Het u-rendement is een rendementsmaatstaf welke maandelijks wordt gepubliceerd door het CVS. De hoogte van het u-rendement is gebaseerd op het effectief rendement van alle staatsleningen (guldens- en euro-obligatieleningen), die voldoen aan een aantal specifieke criteria. 14 Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2006

16 Inflatie Zoals uit onderstaand figuur blijkt, heeft de inflatie onstuimige perioden doorgemaakt. In de jaren zeventig van de vorige eeuw was de inflatie zelfs bijzonder hoog, maar hierna werd ze snel en succesvol teruggedrongen. Na een dieptepunt eind jaren tachtig brak in de jaren negentig een bijzonder stabiele periode aan. De introductie van de euro harmoniseerde de inflatie- en renteontwikkeling van alle deelnemende landen. Voor veel landen leverde dit een lagere inflatie op, maar Nederland kende al een lage inflatie. Zodoende ging de inflatie hier aanvankelijk omhoog, maar werd de weg omlaag al snel ingezet. Momenteel is de inflatie lager dan ze in lange tijd is geweest. Een lage inflatie is vooral belangrijk, omdat het de overheid dwingt de financiën op orde te houden en omdat het voor prijsstabiliteit zorgt. Dit biedt zekerheid voor iedereen. Niettemin moet de inflatie niet te laag worden. Een inflatie van nul of zelfs een negatieve inflatie geeft ongewenste prikkels die economisch schadelijk kunnen zijn. Gelukkig komen dergelijke gevallen nauwelijks voor en blijft het beperkt tot een enkel incident. Met de introductie van de ECB en de euro lijkt het doel van prijsstabiliteit gehaald en kunnen we rekenen op een aanhoudende en stabiel lage inflatie. Figuur 4 Ontwikkeling inflatie vanaf 1963 Financieel jaarverslag verzekeringsbranche

17 3 Levensverzekeringen - Resultaat Leven is gestegen van 11% naar 12% in Stijging technisch resultaat dankzij daling van de overige technische voorzieningen - Totaal premievolume is met 0,4% gestegen tot 24,9 miljard euro - Premievolume individueel is gestegen, mede door introductie levensloopverzekeringen - Deelname aan levensloopregelingen is lager dan verwacht - Premievolume collectief is onveranderd door versobering van de pensioenenregelingen 3.1 Overzicht levenmarkt Voor de levensverzekeringsbranche was 2006 een bewogen jaar. De levensloopverzekering werd op de markt gebracht en de beleggingsverzekeringen kwamen negatief in het nieuws. Desondanks heeft het bruto premievolume in 2006 geen grote ontwikkeling meegemaakt. In 2005 boekten de verzekeraars 24,8 miljard euro aan premie en in 2006 was dit met 0,4% gestegen naar 24,9 miljard euro 6. De stijging van het premievolume is terug te zien bij zowel de beleggings- als de traditionele verzekeringen. De beleggingsverzekeringen zijn in 2006 gestegen van 10,3 naar 10,4 miljard euro. De bruto premie van traditionele verzekeringen is zeer licht gestegen en bedraagt 14,5 miljard euro. De individuele levensverzekeringen zijn de grootste categorie levensverzekeringen. De individuele verzekeringen bepalen in % van het totale bruto premievolume. De collectieve verzekeringen bepalen in tegenstelling tot de individuele verzekeringen in mindere mate de hoogte van het premievolume. Van het totale premievolume is 29% afkomstig van collectieve verzekeringen. Figuur 5 Technisch resultaat Leven in procenten van de verdiende premie Al gedurende een aantal jaren schommelt het premievolume van levensverzekeraars rond de 25 miljard euro, rekening houdend met inflatie is de markt feitelijk gezien aan het krimpen. Door de lichte stijging van het premievolume en door de daling in de overige technische voorzieningen eigen rekening, is het technisch resultaat van de levensverzekeraars gestegen van 11% in 2005 naar 12% in Individueel Individuele levensverzekeringen kunnen worden ingedeeld in verschillende categorieën, zoals hypothecaire levensverzekeringen, uitgestelde en direct Figuur 6 Premievolume individueel en collectief, in miljarden euro s en de groei in procenten 6 Het premievolume 2006 is exclusief een eenmalige verschuiving van een grote collectiviteit. Onder IFRS moeten namelijk de ingekomen voorzieningen van overgenomen collectieve contracten als premie worden geboekt. Omdat dit geen feitelijke premie-inkomsten zijn, is dit, na overleg met de markt en toezichthouder, buiten beschouwing gelaten. 16 Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2006

18 ingaande lijfrenten, pensioenen, risicoverzekeringen en spaarverzekeringen. De nieuwe levensloopverzekering behoort tot de categorie spaarverzekeringen. De aanwezigheid van een overlijdensrisicoverzekering maakt het levensloopproduct een levensloopverzekering. Indien geen overlijdensrisicoverzekering aanwezig is, is het een bancaire levenslooprekening. Al gedurende drie jaar neemt het premievolume van individuele levensverzekeringen jaarlijks toe, maar het groeipercentage neemt elk jaar wel af. Zo groeide in 2004 het premievolume nog met 3,5% en in 2005 met 2,3%. In 2006 steeg het premievolume van individuele levensverzekeringen met slechts 0,6% tot 17,6 miljard euro. Het grootste deel van de groei in de bruto verdiende premie van individuele levensverzekeringen wordt veroorzaakt door de groei van de spaarverzekeringen. De spaarverzekeringen zijn, als gevolg van de komst Transparantie In 2006, en ook nu nog, is er veel te doen rondom de kosten van beleggingsverzekeringen. In de media bestempeld tot woekerpolissen. Los van het absolute niveau van de kosten wordt gesuggereerd dat vergelijkbare doe-het-zelfbeleggingsproducten die via een bank gesloten kunnen worden aanzienlijk voordeliger zijn. Uit onderzoek van het CVS 7 blijkt echter dat dit nog maar de vraag is. Het CVS heeft onderzocht, op basis van financiële bijsluiters van hypothecaire beleggingsverzekeringen en tarieven van individuele banken verkrijgbaar via het internet, wat de kosten van beleggen en beleggingsverzekeringen zijn. Gekozen is voor uitsluitend openbaar materiaal wat ook beschikbaar is voor consumenten. Omdat verzekeraars in de financiële bijsluiter moeten rekenen met een 4% voorbeeld rendement is ook een doe-het-zelfbeleggingsproduct bij een bank met een losse overlijdensrisicoverzekering met een zelfde bruto voorbeeld rendement doorgerekend. Uiteraard zijn de gemiddelde rendementen op mixfondsen hoger, maar de regelgeving verplicht te rekenen met 4%. Uit onderstaande figuur blijkt hoeveel er van een bruto rendement van 4% overblijft bij individuele bancaire (groene staafjes) en verzekeringsproducten (zwarte staafjes). Figuur 7 Netto rendement na 30 jaar bij individuele hypothecaire beleggingsverzekeringen (zwart) en bancaire doe-het-zelfproducten (groen) op basis van een fictief voorbeeld rendement van 4% bruto Gemiddeld genomen scoren de doe-het-zelfproducten iets beter (1,5% ten opzichte van 0,9%). De spreiding bij beleggingsverzekeringen is echter groter en de meest voordelige aanbieder is een verzekeraar. Op basis van deze steekproef kan niet gesteld worden dat beleggingsverzekeringen duurder zijn dan bancaire doe-het-zelfproducten. Ook is het duidelijk dat shoppen veel geld kan schelen. Kennelijk zijn de kosten van beleggen, het beheer, de fondskosten de premie voor overlijdensrisicodekking bij banken en verzekeraars niet erg verschillend. 7 Transparantie van kosten; een vergelijking van beleggingsproducten van banken en verzekeraars, Centrum voor Verzekeringsstatistiek en Onderzoek, december Financieel jaarverslag verzekeringsbranche

19 Levensloop Op 1 januari 2006 is de levensloopregeling ingevoerd. Voor verzekeraars betekende dit een nieuwe en interessante markt. Uit een onderzoek van het CVS van december 2005 bleek dat 29% van de werknemers, naar eigen zeggen, van plan was om een levensloopregeling af te sluiten. De schatting van de omvang van de levensloopmarkt bedroeg bijna twee miljard euro. In de praktijk is dit echter anders uitgepakt. Eind 2006 heeft het CVS opnieuw onderzoek gedaan naar de levensloopregeling. Hieruit bleek dat slechts 7% van de werknemers daadwerkelijk een levensloopregeling had afgesloten. De discrepantie tussen het aantal werknemers dat deel wilde nemen aan de levensloopregeling en het aantal werknemers dat feitelijk deelneemt, kan voor een deel worden verklaard door de populariteit van de spaarloonregeling. 40% van de werknemers geeft aan een sterkere voorkeur te hebben voor spaarloon. Ondanks de komst van de levensloopregeling en het, in verhouding met de levensloopregeling lage, maximaal in te leggen bedrag, heeft de spaarloonregeling in aantal deelnemers nauwelijks aan populariteit verloren. Waar er in 2005 nog 3,5 miljoen spaarloonrekeningen waren, waren het er in ,4 miljoen (CBS). Wel rapporteerde het CBS recent een forse afname in het totaal ingelegde bedrag. Was dit in 2005 nog 1,4 miljard, in 2006 is dit gedaald tot 1,1 miljard. Deze verschuiving wordt grotendeels toegeschreven aan de introductie van levensloop. Om de omvang en de ontwikkeling van de levensloopregeling in beeld te brengen, hebben het CBS en CVS gezamenlijk een statistiek ontwikkeld, die medio 2007 de eerste cijfers over de levensloopregeling zal opleveren. Naast de populariteit van spaarloon blijkt dat bij de werknemers ook de onzekerheid rondom de levensloopregeling een grote rol speelt (27%) in de keuze om geen levensloopregeling af te sluiten. Verder heeft een derde van de werknemers er gewoon geen interesse in. Als de bestedingsmogelijkheden uitgebreid zouden worden, zouden overigens meer werknemers overwegen om een levensloopregeling af te sluiten. Nu gebruikt het merendeel van de mensen die een dergelijke regeling hebben afgesloten, de levensloop hoofdzakelijk om eerder te kunnen stoppen met werken. Zorg-, ouderschaps- of studieverlof zijn nauwelijks een reden. van de levensloopverzekeringen, met 250 miljoen euro gestegen tot een waarde van 1,7 miljard euro in Het premievolume van individuele verzekeringen in beleggingseenheden bedroeg in ,2 miljard euro. In 2006 heeft het premievolume van individuele beleggingsverzekeringen een lichte groei doorgemaakt naar 6,3 miljard euro. De verzekeringen in geld hebben eenzelfde ontwikkeling doorgemaakt. Deze zijn in premievolume licht gestegen van 11,3 naar 11,4 miljard euro. 3.3 Nieuwe productie Het premievolume van de nieuwe individuele levensverzekeringen is in 2006 toegenomen ten opzichte van 2005 van 7,5 tot 8 miljard euro. Deze groei wordt voornamelijk veroorzaakt door de groei van de spaarverzekeringen en uitgestelde lijfrenten. Kwam in % van de premie van de nieuwe productie nog van spaarverzekeringen, in 2006 was dit gegroeid naar een achtste deel. De groei bij de spaarverzekeringen vindt hoofdzakelijk plaats bij nieuwe verzekeringen die tegen een periodieke premiebeta- Figuur 8 Nieuwe productie in periodieke premie en koopsommen en de APE 18 Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2006

20 Figuur 9 Aandeel unit-linked/geld in nieuwe verzekeringen tegen periodieke premie of koopsompremie respectievelijk met 13% en 3%. Als gevolg van de sterke groei bij de periodieke verzekeringen is de kwaliteit van de productie, de APE (Annualised Premium Equivalent), ofwel de gestandaardiseerde productie, gestegen. In 2004 bedroeg de APE nog 2,0 miljard euro. In 2006 was deze gestegen tot 2,4 miljard euro. Het grootste deel van de nieuwe productie van polissen tegen periodieke premiebetaling zijn beleggingsverzekeringen. De verzekeringen waarbij bij aanschaf de premie wordt voldaan in de vorm van een koopsom, zijn hoofdzakelijk traditioneel van aard. ling worden gesloten. In 2005 droegen de spaarverzekeringen voor 21% bij aan de premie van nieuwe premiebetalende verzekeringen. In 2006 was dit aandeel gegroeid naar 31%. De groei van de spaarverzekeringen kan worden toegeschreven aan de komst van de levensloopverzekeringen. Het merendeel van de levensloopverzekeringen (60%) wordt overigens tegen een periodieke premiebetaling afgesloten. Koopsomstortingen, zoals het vakantiegeld of de dertiende maand, komen relatief minder vaak voor. Naast de groei van de nieuwe productie als gevolg van spaarverzekeringen zijn ook uitgestelde pensioenen en uitgestelde lijfrenten oorzaak van de groei van de nieuwe individuele productie. Ten opzichte van 2005 is het premievolume van de individuele uitgestelde pensioenen met 21% gestegen. Er kan niet worden gesproken van een trend. De afgelopen jaren zijn er namelijk sterke schommelingen geweest in de uitgestelde pensioenen. Zo werd in % minder uitgestelde pensioenen verkocht dan in De groei van de uitgestelde lijfrenten in 2006 is voor het grootste deel afkomstig van het rondpompen van geld. Zowel de individuele verzekeringen tegen periodieke premie als tegen koopsommen zijn in 2006 gestegen, Het merendeel (56%) van de productie van koopsompolissen in 2006 is afkomstig van direct ingaande lijfrenten, 3,4 miljard euro. Uit een onderzoek van het CVS over 2004 blijkt dat 28% (1,9 miljard euro) van de totale nieuwe productie het rondpompen van geld betreft. Dit is productie die afkomstig is uit expirerende lijfrentekapitalen. Voor de branche is dit geen echte nieuwe productie, omdat het kapitaal reeds onder de hoede zit van de verzekeraars. Voor het jaar 2006 kan worden aangenomen dat van de totale nieuwe productie 2,2 miljard euro van het premievolume aan direct ingaande lijfrenten is rondgepompt van de ene verzekering naar een andere. Het aandeel unit-linked verzekeringen in de totale nieuwe productie van individuele levensverzekeringen is in 2006 gestegen van 22% in 2005 naar 25% in De verkoop van beleggingsverzekeringen kende, als gevolg van het gunstige beursklimaat, in 1999 en 2000 een piek. In de periode die daarna volgde ( ) is het aandeel beleggingsverzekeringen in de nieuwe productie fors gedaald, maar in 2006 lijkt de verkoop van beleggingsverzekeringen in aantallen en premie zich weer te herstellen. Alhoewel het premievolume van nieuw verkochte polissen in 2006 is gestegen, nam het aantal juist af. In 2005 werden 1,3 miljoen levensverzekeringen verkocht. In 2006 was dit met 7% gedaald tot 1,2 miljoen Figuur 10 Aandeel beleggingsverzekeringen in totaal aantal nieuwe verzekeringen, in premie en aantal Financieel jaarverslag verzekeringsbranche

Kerncijfers verzekeren in Nederland. september 2011

Kerncijfers verzekeren in Nederland. september 2011 Kerncijfers verzekeren in Nederland september 2011 Nederlandse verzekeraars hebben in 2010: een premieomzet van 78 miljard euro, 70 miljard euro aan personen en bedrijven uitgekeerd, een winst geboekt

Nadere informatie

Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2007. Verbond van Verzekeraars

Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2007. Verbond van Verzekeraars 3,87 396 1,2 9 396,82 Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 27 Verbond van Verzekeraars Voorwoord Voor u ligt het Financieel jaarverslag met de belangrijkste resultaten van de verzekeringsbranche

Nadere informatie

Kerncijfers verzekeren in Nederland. augustus 2012

Kerncijfers verzekeren in Nederland. augustus 2012 Kerncijfers verzekeren in Nederland augustus 2012 Nederlandse verzekeraars hebben in 2011: dagelijks gemiddeld 197 miljoen euro uitgekeerd aan personen en bedrijven, 79 miljard euro aan premies ontvangen,

Nadere informatie

Kerncijfers verzekeren in Nederland. september 2014

Kerncijfers verzekeren in Nederland. september 2014 Kerncijfers verzekeren in Nederland september 2014 In 2013 hebben Nederlandse verzekeraars: dagelijks gemiddeld zo n 200 miljoen euro uitgekeerd aan personen en bedrijven; 75 miljard euro aan premies ontvangen;

Nadere informatie

KERNCIJFERS VERZEKEREN IN NEDERLAND. december 2016

KERNCIJFERS VERZEKEREN IN NEDERLAND. december 2016 KERNCIJFERS VERZEKEREN IN NEDERLAND december 2016 1 IN 2015 HEBBEN NEDERLANDSE VERZEKERAARS: Dagelijks gemiddeld zo n 200 miljoen euro uitgekeerd aan personen en bedrijven > p. 3 47.000 mensen in dienst

Nadere informatie

Marktwaardedekkingsgraad per 30 september ,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013.

Marktwaardedekkingsgraad per 30 september ,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013. Kwartaalbericht 2013 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 september 2013 122,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013. Meer informatie vindt u op de website. Beleggingsrendement

Nadere informatie

Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2005. Verbond van Verzekeraars

Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2005. Verbond van Verzekeraars Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 25 Verbond van Verzekeraars Voorwoord Voor u ligt het jaarverslag met de belangrijkste resultaten van de verzekeringsbranche over 25. Een financieel verslag

Nadere informatie

CPB Notitie. Economierapportage maart De wereldeconomie. Datum : 27 maart 2003 Aan : De Minister van Economische Zaken

CPB Notitie. Economierapportage maart De wereldeconomie. Datum : 27 maart 2003 Aan : De Minister van Economische Zaken CPB Notitie Datum : 27 maart 2003 Aan : De Minister van Economische Zaken Economierapportage maart 2003 1 De Nederlandse economie blijft ondermaats presteren. Dit geldt zelfs indien door een voorspoedig

Nadere informatie

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het derde kwartaal gestegen van 16.893 miljoen naar 17.810 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013).

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het derde kwartaal gestegen van 16.893 miljoen naar 17.810 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013). Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 september 2014 130,4%, een toename van 0,9%-punt ten opzichte van 30 juni 2014. Over de eerste negen maanden steeg de marktwaardedekkingsgraad

Nadere informatie

Jaarcijfers 2012. 6 maart 2013

Jaarcijfers 2012. 6 maart 2013 Jaarcijfers 2012 6 maart 2013 Overzicht Klantbelang gediend met stevig financieel fundament Resultaat 255 miljoen Dividendvoorstel 88 miljoen Solvabiliteit 293% Kosten verder verlaagd met 6% Eigen Vermogen

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model

Hoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model Hoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model 1. Opbouw van de AV-lijn A. Relatie tussen reële bbp en rente Fragment: Belgische glansprestatie (Tijd, 31/12/2004) Bestedingen De consumptie van de gezinnen groeide

Nadere informatie

Macro-economische Ontwikkelingen

Macro-economische Ontwikkelingen Macro-economische Ontwikkelingen e kwartaal 1 Bijlage II Overall conclusie De Nederlandse economie groeit naar verwachting met 1¾% in 1 en met 1½% in 11. De toename van het bbp komt bijna volledig voor

Nadere informatie

Press release Statistics Netherlands

Press release Statistics Netherlands Press release PR00-277 8-12-2000 9:30 AM Inflation rate in November levelling out Consumer prices in November were up 3.0% on November last year. The inflation rate is therefore 0.1% lower than last month,

Nadere informatie

Macro-economische Ontwikkelingen

Macro-economische Ontwikkelingen Macro-economische Ontwikkelingen e kwartaal 1 Bijlage II Onderdeel Economische groei Inflatie Producentenvertrouwen Consumptie Omzet detailhandel Consumentenvertrouwen Hypotheken Hypotheek- en kapitaalmarktrente

Nadere informatie

Persbericht ABP, eerste halfjaar 2008

Persbericht ABP, eerste halfjaar 2008 Persbericht ABP, eerste halfjaar 2008 Hoofdpunten Rendement over eerste helft 2008 is 5,1%. De dekkingsgraad is medio 2008 uitgekomen op 132%. De kredietcrisis eist zijn tol. Vooral aandelen en onroerend

Nadere informatie

Kortetermijnontwikkeling

Kortetermijnontwikkeling Artikel, donderdag 22 september 2011 9:30 Arbeidsmarkt in vogelvlucht Het aantal banen van werknemers en het aantal openstaande vacatures stijgt licht. De loonontwikkeling is gematigd. De stijging van

Nadere informatie

Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2014

Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2014 Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 214 Vertrouwelijk 1 Alleen voor intern gebruik Voorwoord Voor u ligt het Financieel jaarverslag met daarin de belangrijkste resultaten van de verzekeringsbranche

Nadere informatie

Overzicht van ontwikkelingen in de Nederlandse verzekeringsmarkt 2008-2015. November 2015

Overzicht van ontwikkelingen in de Nederlandse verzekeringsmarkt 2008-2015. November 2015 Overzicht van ontwikkelingen in de Nederlandse verzekeringsmarkt 28-215 November 215 VERZEKERINGSBRANCHE 214 MARKT 74 mrd 75 mrd Premie-inkomsten TRENDS Digitalisering en verouderde IT-systemen Verzadigde

Nadere informatie

Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2008. Verbond van Verzekeraars

Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2008. Verbond van Verzekeraars Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 28 Verbond van Verzekeraars Voorwoord Voor u ligt het Financieel jaarverslag van de verzekeringsbranche met de belangrijkste resultaten over 28. Vanwege de kredietcrisis

Nadere informatie

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Inleiding Lorette Ford De economische ontwikkeling van een land kan door middel van drie belangrijke economische indicatoren

Nadere informatie

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van 15.941 miljoen naar 16.893 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013).

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van 15.941 miljoen naar 16.893 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013). Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 juni 2014 129,5%, een toename van 0,9%-punt ten opzichte van 31 maart 2014. Over de eerste zes maanden steeg de marktwaardedekkingsgraad

Nadere informatie

Dekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012.

Dekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012. Kwartaalbericht 2012 Samenvatting 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012. Meer informatie over de dekkingsgraad vindt u op de website. Beleggingsrendement 4,2%

Nadere informatie

Examen HAVO. Economie 1

Examen HAVO. Economie 1 Economie 1 Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 21 juni 13.30 16.00 uur 20 00 Dit examen bestaat uit 31 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een goed

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2007-II

Eindexamen economie 1-2 vwo 2007-II Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 1 0,15 0,12 100% = 25%

Nadere informatie

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013.

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013. Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013. Meer informatie vindt u op de website. Beleggingsrendement

Nadere informatie

Herstel van de verzekeringsbranche in 2003

Herstel van de verzekeringsbranche in 2003 Herstel van de verzekeringsbranche in 2003 Uit voorlopige cijfers 1 van de Pensioen- & Verzekeringskamer (PVK) blijkt dat de verzekeringsbranche na een moeizame periode (vanaf 1999) zich enigszins hersteld

Nadere informatie

Persbericht. ABP verlaagt pensioen in 2013 met 0,5% Ondanks goed rendement stijgt dekkingsgraad in 2012 onvoldoende

Persbericht. ABP verlaagt pensioen in 2013 met 0,5% Ondanks goed rendement stijgt dekkingsgraad in 2012 onvoldoende Persbericht ABP verlaagt pensioen in 2013 met 0,5% Ondanks goed rendement stijgt dekkingsgraad in 2012 onvoldoende Hoofdpunten: Verlaging pensioen met 0,5% per 1 april 2013 definitief Mogelijk aanvullende

Nadere informatie

2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG

2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG 2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG 1 Toelichting op het jaarverslag In het Jaarverslag 2013 legt het pensioenfonds uitgebreid verantwoording af over de ontwikkelingen, besluiten en gebeurtenissen

Nadere informatie

Economische effecten van een verlaging van de administratieve lasten

Economische effecten van een verlaging van de administratieve lasten CPB Notitie Datum : 7 april 2004 Aan : Projectdirectie Administratieve Lasten Economische effecten van een verlaging van de administratieve lasten 1 Inleiding Het kabinet heeft in het regeerakkoord het

Nadere informatie

Netto resultaat H1 163 miljoen Actieve benadering klanten beleggingsverzekeringen in volle gang

Netto resultaat H1 163 miljoen Actieve benadering klanten beleggingsverzekeringen in volle gang Netto resultaat H1 163 miljoen Actieve benadering klanten beleggingsverzekeringen in volle gang Toelichting op de halfjaarcijfers 2011 door: Jos Baeten, Voorzitter Raad van Bestuur Roel Wijmenga, CFO Ontwikkelingen

Nadere informatie

Persbericht. Huishoudens verliezen koopkracht in Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Huishoudens verliezen koopkracht in Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB04-112 15 juli 2004 9.30 uur Huishoudens verliezen koopkracht in 2003 In 2003 is het reëel beschikbaar inkomen van huishoudens voor het eerst in tien jaar

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 2,9 procent in Economische groei vierde kwartaal 2,7 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 2,9 procent in Economische groei vierde kwartaal 2,7 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB07-010 13 februari 2007 9.30 uur Economie groeit 2,9 procent in 2006 De Nederlandse economie is in 2006 met 2,9 procent gegroeid. Dit is bijna twee keer

Nadere informatie

Persbericht. Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011

Persbericht. Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011 Persbericht Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011 Hoofdpunten: Dekkingsgraad van 94% is te laag: aanvullende maatregelen nodig Beschikbaar vermogen stijgt met ruim 11 miljard Door gedaalde rente nemen

Nadere informatie

Crisismonitor Drechtsteden

Crisismonitor Drechtsteden Crisismonitor juni 211 (cijfers t/m maart 211) Inhoud: 1. Werkloosheid 2. Werkloosheid naar leeftijd 3. Vacatures, bedrijven, leegstand 4. Woningmarkt Hoe staan de er voor op de arbeidsmarkt en de woningmarkt?

Nadere informatie

Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2013

Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2013 Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 213 Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 213 Vertrouwelijk 1 Alleen voor intern gebruik Voorwoord Voor u ligt het Financieel jaarverslag met daarin de

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2004-II

Eindexamen economie 1-2 vwo 2004-II 4 Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juiste berekening is:

Nadere informatie

Eindexamen economie 1 vwo 2001-II

Eindexamen economie 1 vwo 2001-II 4 Antwoordmodel Opgave Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. ja Uit de toelichting moet blijken dat de stijging

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2017-1 juli 2017 t/m 30 september 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind september 2017 is 117,8% en is gestegen ten opzichte

Nadere informatie

Eindexamen economie 1 havo 2000-I

Eindexamen economie 1 havo 2000-I Opgave 1 Meer mensen aan de slag Het terugdringen van de werkloosheid is in veel landen een belangrijke doelstelling van de overheid. Om dat doel te bereiken, streeft de overheid meestal naar groei van

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2003-II

Eindexamen economie 1-2 vwo 2003-II 4 Antwoordmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juist antwoord

Nadere informatie

Nederlandse economie in zicht

Nederlandse economie in zicht Nederlandse economie in zicht Vooruitzichten 6-7 Economisch Bureau Nederland december Nederlandse economie: groei houdt aan De Nederlandse economie groeide in met ongeveer % - tweemaal zoveel als in 4.

Nadere informatie

Voorjaarsprognoses : Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's

Voorjaarsprognoses : Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's IP/11/565 Brussel, 13 mei 2011 Voorjaarsprognoses 2011-2012: Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's Het geleidelijke herstel van de EU-economie zet door, zo blijkt uit de vooruitzichten voor

Nadere informatie

Beleggingen institutionele beleggers in 2004 met 8,1 procent omhoog

Beleggingen institutionele beleggers in 2004 met 8,1 procent omhoog Publicatiedatum CBS-website Centraal Bureau voor de Statistiek 9 december 25 Beleggingen institutionele beleggers in 24 met 8,1 procent omhoog drs. J.L. Gebraad Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen,

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo II

Eindexamen economie 1-2 vwo II Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een

Nadere informatie

Zorgverzekeraars in 2013

Zorgverzekeraars in 2013 Zorgverzekeraars in 2013 (Campagne 2014) Consumentenbond Ramona de Jong September 2014 Index Management Samenvatting 1. Introductie 2. Winst zorgverzekeraars 3. Solvabiliteit zorgverzekeraars 4. Bedrijfskosten

Nadere informatie

Beleggingen institutionele beleggers 1,5 biljoen euro in 2010

Beleggingen institutionele beleggers 1,5 biljoen euro in 2010 11 Beleggingen institutionele beleggers 1,5 biljoen euro in John Gebraad Publicatiedatum CBS-website: 3-11-211 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader

Nadere informatie

2018D19763 LIJST VAN VRAGEN

2018D19763 LIJST VAN VRAGEN 2018D19763 LIJST VAN VRAGEN De vaste commissie voor Financiën, heeft over de brief van de Minister van Financiën van 16 februari 2018 met zijn toelichting op de opbouw van het Nederlandse handelsoverschot

Nadere informatie

CPB Notitie. Bijstelling meerjarencijfers Inleiding. Datum : 3 juli 2003

CPB Notitie. Bijstelling meerjarencijfers Inleiding. Datum : 3 juli 2003 CPB Notitie Datum : 3 juli 2003 Bijstelling meerjarencijfers 2004-2007 1 Inleiding De analyse van het Hoofdlijnenakkoord in mei 2003 in CPB Notitie 2003/49 is gebaseerd op het voorzichtige scenario van

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014 Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 214 Willemstad, Maart 214 Inleiding In juni 214 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) de bedrijven benaderd met vragenlijsten op Curaçao. Doel van deze

Nadere informatie

Van Lieshout & Partners Nieuwsbrief 3 e kwartaal Bron: Reuters

Van Lieshout & Partners Nieuwsbrief 3 e kwartaal Bron: Reuters In onze eerste nieuwsbrief nieuwe stijl willen wij terugblikken op het afgelopen kwartaal, lichten wij ons beleggingsbeleid nader toe en uiteraard geven wij onze visie op de financiële markten. Terugblik

Nadere informatie

5.6 Het Nederlands hoger onderwijs in internationaal perspectief

5.6 Het Nederlands hoger onderwijs in internationaal perspectief 5.6 Het s hoger onderwijs in internationaal perspectief In de meeste landen van de is de vraag naar hoger onderwijs tussen 1995 en 2002 fors gegroeid. Ook in gaat een steeds groter deel van de bevolking

Nadere informatie

Beleggingsrendement 3% over het vierde kwartaal van 2012 (14,4% over geheel 2012); waarde van de beleggingen gestegen naar miljoen.

Beleggingsrendement 3% over het vierde kwartaal van 2012 (14,4% over geheel 2012); waarde van de beleggingen gestegen naar miljoen. Kwartaalbericht 2012 Samenvatting DNB-dekkingsgraad 125,2% per 31 december 2012, toename van 3,6%-punt ten opzichte van 30 september 2012. Meer informatie over de dekkingsgraad vindt u op de website Beleggingsrendement

Nadere informatie

Totaalbeeld arbeidsmarkt: werkloosheid in februari 6 procent

Totaalbeeld arbeidsmarkt: werkloosheid in februari 6 procent Arbeidsmarkt in vogelvlucht Gemiddeld over de afgelopen vier maanden is er een licht stijgende trend in de werkloosheid. Het aantal banen van werknemers stijgt licht en het aantal openstaande vacatures

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkgelegenheid commerciële sector daalt. Minder banen in industrie en zakelijke dienstverlening

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkgelegenheid commerciële sector daalt. Minder banen in industrie en zakelijke dienstverlening Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB02-196 26 september 2002 9.30 uur Werkgelegenheid commerciële sector daalt Voor het eerst sinds 1994 is het aantal banen van werknemers in commerciële bedrijven

Nadere informatie

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015. Samenvatting cijfers per 31 december 2014

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015. Samenvatting cijfers per 31 december 2014 Kwartaalbericht 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015 Samenvatting cijfers per 31 december 2014 Dekkingsgraad: 111,5% Beleidsdekkingsgraad: 112,6% Belegd vermogen: 19,6 miljard Rendement 2014: 27,6%

Nadere informatie

Kwartaalbericht 1e kwartaal 2009

Kwartaalbericht 1e kwartaal 2009 Kwartaalbericht 1e kwartaal 2009 Dekkingsgraad 89% Belegd vermogen 68,3 miljard Herstelplan ingediend In het eerste kwartaal heeft Pensioenfonds Zorg en Welzijn een verlies op beleggingen geleden van 4,5%.

Nadere informatie

Kerncijfers transportverzekering 2011 opgemaakt door de BVT

Kerncijfers transportverzekering 2011 opgemaakt door de BVT Kerncijfers transportverzekering 2011 opgemaakt door de BVT Inhoud 1. Cargo: België blijft in top 15... 2 2. CMR blijft uit het rood... 3 3. Binnenvaart... 4 4. Zeevaart... 5 5. Conclusie... 5 Net voor

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inkomen huishoudens gecorrigeerd voor inflatie licht gedaald. Meer inkomen uit vermogen en pensioen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inkomen huishoudens gecorrigeerd voor inflatie licht gedaald. Meer inkomen uit vermogen en pensioen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB06-074 13 juli 2006 9.30 uur Uitgaven huishoudens hoger dan inkomsten De Nederlandse economie is in 2005 met 1,5 procent gegroeid. Het voor inflatie gecorrigeerde

Nadere informatie

Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2004. Verbond van Verzekeraars

Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2004. Verbond van Verzekeraars Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 24 Verbond van Verzekeraars Voorwoord Voor u ligt het jaarverslag met de belangrijkste resultaten van de verzekeringsbranche over 24. Een financieel verslag

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral opwaartse bijstelling overheidsconsumptie. Kwartaal-op-kwartaalgroei 0,6 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral opwaartse bijstelling overheidsconsumptie. Kwartaal-op-kwartaalgroei 0,6 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB05-144 21 december 2005 9.30 uur Groei economie derde kwartaal 2005 hoger dan eerder geraamd De Nederlandse economie is in het derde kwartaal van 2005 met

Nadere informatie

Jaarlijks gemiddeld Cumulatief vanaf 1970 2008 Q2 2008 Q1 2008 Q4 2007 Q3 2007 Q2 2007 Dekkingsgraad (kwartaalultimo) 143% 137% 148% 153% 153%

Jaarlijks gemiddeld Cumulatief vanaf 1970 2008 Q2 2008 Q1 2008 Q4 2007 Q3 2007 Q2 2007 Dekkingsgraad (kwartaalultimo) 143% 137% 148% 153% 153% Kwartaalbericht 2e kwartaal 2008 Dekkingsgraad op 143% Rendement 0,2% in tweede kwartaal Belegd vermogen 86,3 miljard Klein positief resultaat in moeilijke markt In het tweede kwartaal is een totaalrendement

Nadere informatie

Internationale varkensvleesmarkt 2012-2013

Internationale varkensvleesmarkt 2012-2013 Internationale varkensvleesmarkt 212-213 In december 212 vond de jaarlijkse conferentie van de GIRA Meat Club plaats. GIRA is een marktonderzoeksbureau, dat aan het einde van elk jaar een inschatting maakt

Nadere informatie

NOTITIE VOLMACHTMARKT

NOTITIE VOLMACHTMARKT NOTITIE VOLMACHTMARKT April 2014 Uitgevoerd in opdracht van het College Deskundigheid Financiële Diensten WWW.FREDDEJONG.EU INHOUDSOPGAVE INLEIDING... FOUT! BLADWIJZER NIET GEDEFINIEERD. LEVEL PLAYING

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2017 t/m 30 september Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2017 t/m 30 september Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Derde kwartaal 2017-1 juli 2017 t/m 30 september 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 113,6% naar 116,5%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Markt voor onderhandse derivaten in korte tijd sterk gekrompen

Markt voor onderhandse derivaten in korte tijd sterk gekrompen Markt voor onderhandse derivaten in korte tijd sterk gekrompen De mondiale markt voor onderhandse derivaten - niet gestandaardiseerd verhandeld op de beurs maar in maatwerk tussen grote partijen - is sinds

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal 2017-1 januari 2017 t/m 31 maart 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind maart 2017 is 112,6% en is gestegen ten opzichte

Nadere informatie

Huishoudens bouwen hun effectenportefeuille af

Huishoudens bouwen hun effectenportefeuille af Huishoudens bouwen hun effectenportefeuille af Inleiding Door de opkomst van moderne informatie- en communicatietechnologieën is het voor huishoudens eenvoudiger en goedkoper geworden om de vrije besparingen,

Nadere informatie

Datum : 3 juli 2003 Aan : De Minister van Economische Zaken

Datum : 3 juli 2003 Aan : De Minister van Economische Zaken CPB Notitie Datum : juli Aan : De Minister van Economische Zaken Economierapportage juli De Nederlandse economie blijft ondermaats presteren. Na de oorlog in Irak zijn de internationale spanningen afgenomen

Nadere informatie

Eindexamen vwo economie 2014-I

Eindexamen vwo economie 2014-I Opgave 1 1 maximumscore 2 De kredietcrisis in de VS leidt ertoe dat Nederlandse banken verlies lijden op hun beleggingen in de VS en daardoor minder makkelijk krediet verstrekken aan bedrijven. Hierdoor

Nadere informatie

Arbeidsproductiviteit in MKB en grootbedrijf

Arbeidsproductiviteit in MKB en grootbedrijf M21221 Arbeidsproductiviteit in MKB en groot Verklaring van verschillen tussen MKB en groot en ontwikkelingen 1993-29 Anne Bruins Ton Kwaak Zoetermeer, november 212 Arbeidsproductiviteit in MKB en groot

Nadere informatie

Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2009. Verbond van Verzekeraars

Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2009. Verbond van Verzekeraars Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 29 Verbond van Verzekeraars Voorwoord Voor u ligt het Financieel jaarverslag met de belangrijkste resultaten van de verzekeringsbranche over 29. Een verslag

Nadere informatie

Eindexamen economie havo I

Eindexamen economie havo I Opgave 1 Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. 1 Voorbeeld van een juiste berekening: 47,5 27,5 100% = 72,73% 27,5

Nadere informatie

Centraal Economisch Plan 2019

Centraal Economisch Plan 2019 Economische groei terug naar normaal Internationale risico s raken de Nederlandse economie Centraal Economisch Plan bbp-groei, in % 2,9 1,5 2,5 2,2 2016 2017 2018 1,5 1,5 Krappe arbeidsmarkt met hogere

Nadere informatie

Beleggingen institutionele beleggers met 7 procent toegenomen

Beleggingen institutionele beleggers met 7 procent toegenomen Publicatiedatum CBS-website: 1 oktober 27 Beleggingen institutionele beleggers met 7 procent toegenomen drs. J.L. Gebraad Centraal Bureau voor de Statistiek Voorburg/Heerlen 27 Verklaring der tekens. =

Nadere informatie

Veel gestelde vragen kwartaalcijfers pensioenfondsen

Veel gestelde vragen kwartaalcijfers pensioenfondsen Veel gestelde vragen kwartaalcijfers pensioenfondsen 1. De kwartaalcijfers van de pensioenfondsen zijn negatief. Hoe komt dat? Het algemene beeld is dat het derde kwartaal, en dan in het bijzonder de maand

Nadere informatie

Kwartaalbericht 4e kwartaal 2008

Kwartaalbericht 4e kwartaal 2008 Kwartaalbericht 4e kwartaal 2008 Dekkingsgraad 92% Belegd vermogen daalt naar 71,5 miljard Geen indexering in 2009 In het vierde kwartaal heeft Pensioenfonds Zorg en Welzijn een verlies op beleggingen

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2017-1 januari 2017 t/m 31 maart 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 105,7% naar 110,5%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Eindexamen vwo economie II

Eindexamen vwo economie II Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat de particuliere

Nadere informatie

Als de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering.

Als de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering. Top 100 vragen. De antwoorden! 1 Als de lonen stijgen, stijgen de productiekosten. De producent rekent de hogere productiekosten door in de eindprijs. Daardoor daalt de vraag naar producten. De productie

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 havo 2007-I

Eindexamen economie 1-2 havo 2007-I 4 Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 twee van de volgende voorbeelden

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een voorbeeld van een

Nadere informatie

Internationale Economie. Doorzettend, maar mager groeiherstel, veel neerwaartse risico s

Internationale Economie. Doorzettend, maar mager groeiherstel, veel neerwaartse risico s Internationale Economie Doorzettend, maar mager groeiherstel, veel neerwaartse risico s Wim Boonstra, 27 november 2014 Basisscenario: Magere groei wereldeconomie, neerwaartse risico s De wereldeconomie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 400 Nota over de toestand van s Rijks Financiën Nr. 42 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Datum : 4 december 2003 Aan : De Minister van Economische Zaken

Datum : 4 december 2003 Aan : De Minister van Economische Zaken CPB Notitie Datum : december Aan : De Minister van Economische Zaken Economierapportage december De wereldeconomie is het afgelopen kwartaal sterk opgeveerd en de verwachting is dat het herstel zal doorzetten.

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal 2017-1 oktober 2017 t/m 31 december 2017 Samenvatting: De (12 maands)beleidsdekkingsgraad is gestegen van 112,7% eind september 2017 naar 115,3%

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 havo 2008-II

Eindexamen economie 1-2 havo 2008-II Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 De werkgelegenheid verandert met

Nadere informatie

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.

Nadere informatie

Macro-economische Ontwikkelingen

Macro-economische Ontwikkelingen Macro-economische Ontwikkelingen e kwartaal 8 Overall conclusie De kredietcrisis zorgt voor een terugval van de economische bedrijvigheid in Nederland die sinds het begin van de jaren tachtig niet is voorgekomen.

Nadere informatie

Hoofdstuk 14 Conjunctuur

Hoofdstuk 14 Conjunctuur Hoofdstuk 14 Conjunctuur Open vragen 14.1 CPB: groei Nederlandse economie valt terug naar 1% in 2005 In 2005 zal de economische groei in Nederland licht terugvallen naar 1% ten opzichte van een groei van

Nadere informatie

Eindexamen economie havo I

Eindexamen economie havo I Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat

Nadere informatie

UIT groei en conjunctuur

UIT groei en conjunctuur Economische groei. Economische groei drukken we uit in de procentuele groei van het BBP op jaarbasis. De groei van het BBP heeft twee oorzaken. Het BBP kan groeien omdat de prijzen van producten stijgen

Nadere informatie

Haarlem. Raadsfractie Trots Haarlem t.a.v. de heer Van den Raadt

Haarlem. Raadsfractie Trots Haarlem t.a.v. de heer Van den Raadt Gemeente Haarlem Haarlem Retouradres Postbus 511, 2003PB Haarlem Raadsfractie Trots Haarlem t.a.v. de heer Van den Raadt Datum Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer E-mai] Onderwerp 31 maart 2015 CS//2015/107824

Nadere informatie

Figuur 1: ontwikkeling totaal aantal zorgverzekeraars medio het jaar (bron: Vektis)

Figuur 1: ontwikkeling totaal aantal zorgverzekeraars medio het jaar (bron: Vektis) Jaarcijfers 2010 Zorgverzekeraars en zorgfinanciering December 2010 In het eerste gedeelte van dit artikel staat de ontwikkeling van het aantal zorgverzekeraars in 2008, 2009 en 2010 centraal. In het tweede

Nadere informatie

ONDERWERP PRESENTATIE IS EEN STELSELWIJZIGING IN BELANG VAN U ALS DEELNEMER? GENOEMDE ONTWIKKELINGEN / PROBLEMEN OM ONS PENSIOEN STELSEL TE WIJZIGEN

ONDERWERP PRESENTATIE IS EEN STELSELWIJZIGING IN BELANG VAN U ALS DEELNEMER? GENOEMDE ONTWIKKELINGEN / PROBLEMEN OM ONS PENSIOEN STELSEL TE WIJZIGEN ONDERWERP PRESENTATIE IS EEN STELSELWIJZIGING IN BELANG VAN U ALS DEELNEMER? GENOEMDE ONTWIKKELINGEN / PROBLEMEN OM ONS PENSIOEN STELSEL TE WIJZIGEN 1 GEVOLGEN DEMOGRAFISCHE ONTWIKKELINGEN 2 REKENRENTE,

Nadere informatie

4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016

4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016 Kwartaalbericht 4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016 Samenvatting cijfers per 31 december 2015 Dekkingsgraad (UFR): 100,5% Beleidsdekkingsgraad: 104,4% Belegd vermogen: 19,9 miljard Rendement 4 e

Nadere informatie

FÉDÉRATION GENERALE DU TRAVAIL BELGIQUE

FÉDÉRATION GENERALE DU TRAVAIL BELGIQUE FÉDÉRATION GENERALE DU TRAVAIL BELGIQUE 83/00 A 23/70 GG/MDV/BL Trad. wdg Bruxelles, le 13 octobre 1983. NOTE AUX MEMBRES DU BUREAU. Concerne : Financement de la Sécurité Sociale. La F.G.T.B. a répété

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie krimpt 4,5 procent in eerste kwartaal 2009

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie krimpt 4,5 procent in eerste kwartaal 2009 Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-038 15 mei 2009 9.30 uur Economie krimpt 4,5 procent in eerste kwartaal 2009 Grootste krimp na de Tweede Wereldoorlog Export en investeringen vallen

Nadere informatie