Startprojectboek PiT. Naam:... Klas:...

Transcriptie

1 Startprojectboek PiT Naam:... Klas:...

2 Colofon Uitgeverij: Uitgeverij Edu Actief b.v. Meppel Auteurs: Marjel Lecluse-Dielen en Ingrid Koops Redactie: Uitgeverij Edu Actief b.v. Meppel Inhoudelijke redactie: Nicolette Di Giulio Stramienontwerp: Herman ten Kate en Anniek Olsder Vormgeving: Tekst in Beeld, Zorgvlied Illustraties: Uitgeverij Edu Actief, Menno Kooistra, Hubi de Gast Drukwerk: ORO, Grafisch Project Management, De Wijk PiT edu4all Startprojectboek ISBN: NUR: 181 Trefwoord: leermiddelen, vmbo Zorg & Welzijn, WPS Copyright 2010 Uitgeverij Edu Actief b.v. Postbus KB Meppel Tel.: Fax: info@edu-actief.nl Internet: Eerste druk/eerste oplage Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, microfilm, fotokopie of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photo print, microfilm or any other means, without written permission from the publisher. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb. 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (Postbus 3060, 2130 KB) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

3 Inhoud Pictogrammen Start 1 Start 2 Start 3 Start 4 Start 5 Start 6 Start 7 Start 8 Start 9 Het personeel van Zorg & Welzijn Kennismaken met het leerplein: werkplekken Leren door te doen De Theek-iT en pictogrammen Regels bij Zorg & Welzijn Werken in een groep Hoe werk je met PiT Edu4all? Naar de werkplekken Een lesplanning maken Werkplek A Actie A1 Werken als werkplekassistent Actie A2 Werken bij de receptie/administratie Actie A3 Werken bij food Actie A4 Werken bij non-food Actie A5 Differentiatieopdracht: Presentatie voorbereiden Werkplek B Actie B1 Werken bij ouderen in de thuiszorg Actie B2 Handen wassen Actie B3 Helpen bij drinken Actie B4 Oefenen met EHBO Actie B5 Differentiatieopdracht: Presentatie voorbereiden Werkplek C Actie C1 Werken in een hotel Actie C2 Broodje gezond maken Actie C3 Voedselveiligheid Actie C4 Differentiatieopdracht: Presentatie voorbereiden Werkplek D Actie D1 Werken in de gehandicaptenzorg Actie D2 Placemat maken Actie D3 Fruitsalade maken Actie D4 Keuken schoonmaken Actie D5 Differentiatieopdracht: Presentatie voorbereiden Werkplek E Actie E1 Werken in een schoonheidssalon Actie E2 Handen verzorgen Actie E3 Een klant ontvangen Actie E4 Dagcrème Actie E5 Differentiatieopdracht: Presentatie voorbereiden

4 Werkplek F Actie F1 Werken in de kinderopvang Actie F2 Liedjes zingen Actie F3 Bewegingsspelletjes Actie F4 Veiligheid Actie F5 Differentiatieopdracht: Presentatie voorbereiden Werkplek G Actie G1 Werken in een buurthuis Actie G2 Kruidcake bakken Actie G3 Vlaggetjes ontwerpen Actie G4 EHBO: Brandwond en mitella Actie G5 Differentiatieopdracht: Presentatie voorbereiden Even terugkijken Reactie 1 Werkplekken Reactie 2 Competenties Reactie 3 Afsluiting van het Startprojectboek Reactie 4 Jouw eerste projectboek Begrippenlijst Gebruikersnaam en wachtwoord Bij dit projectboek hoort lesmateriaal dat je op de methodesite kunt vinden. Om toegang tot deze site te krijgen, heb je een gebruikersnaam en een wachtwoord nodig. Vraag aan je docent welke dat zijn.

5 Pictogrammen In dit projectboek komen de volgende pictogrammen voor: Doe deze opdracht alleen. Doe het rollenspel. Overleg met je docent. Laat het door je docent controleren. Haal de opdrachten of de teksten op. Kijk naar de clip. Lees de tip. Gebruik het stappenplan. Gebruik de minicursus. Gebruik het stappenplan van een ander vak. Gebruik de minicursus van een ander vak. Zoek de betekenis op van de woorden die je niet kent. Ga daarvoor naar de Theek-iT.

6 Start >> Startprojectboek PiT > Start 1 Het personeel van Zorg & Welzijn Welkom bij de sector Zorg & Welzijn. Je gaat dit schooljaar met de projectboeken van PiT Edu4all werken. In dit Startprojectboek leer je hoe alle projectboeken zijn opgebouwd. Je leert ook hoe je met de projectboeken bij Zorg & Welzijn gaat werken. Elk projectboek begint met enkele startopdrachten. Je bent nu bezig met de eerste startopdracht: Start 1. Als alle startopdrachten af zijn, ga je verder met het actiedeel. De antwoorden op de vragen vul je in dit projectboek in op de lijnen of in de schema s. Als je klaar bent met de opdrachten, kun je alles zelf nakijken met behulp van antwoordbladen. Verbeter jouw antwoorden met een andere kleur pen. Zo leer je van de fouten. 1 Hoe heten de docenten die je tijdens de lesuren van Zorg & Welzijn begeleiden? 2 De onderwijsassistenten of klassenassistenten zijn: S 1 van 28

7 > Start 3 >A >C >D >E >F >G > Reactie > Begrippenlijst Andere belangrijke namen zijn: Naam 4 >B Functie Hebben de leerlingen een naamkaartje of badge? Zo ja, vul dan jouw naam op jouw kaartje of badge in. > Start 2 Kennismaken met het leerplein: werkplekken Bij Zorg & Welzijn zit je niet in een gewoon klaslokaal. Kijk goed om je heen: je ziet allerlei werkplekken, bijvoorbeeld een receptie, een huiskamer en een ziekenkamer. S 2 van 28 e4a_spb_pit_v6.indd :33

8 Start >> Startprojectboek PiT 1 Welke werkplekken zie je nog meer? 2 Teken een plattegrond van de ruimte. S 3 van 28

9 Start >> Startprojectboek PiT 3 Welke kleuren hebben de werkplekken bij jou op school? Kleur de werkplekken op jouw plattegrond. 4 Geef op de plattegrond ook aan waar de docenten zitten. 5 Mis je nog bijzonderheden op de plattegrond, bijvoorbeeld de garderobe of toiletten? Teken die dan ook op jouw plattegrond. 6 Elk projectboek heeft een eigen kleur. Deze kleur past bij een werkplek. Schrijf bij de werkplekken op de plattegrond welk projectboek daarbij past. Bekijk daarvoor de projectboeken die in je PiT-map zitten. 7 a Nu werken jullie aan het Startprojectboek. Welke kleur heeft het Startprojectboek? b Welk projectboek heeft diezelfde kleur? Kijk in je PiT-map met projectboeken. Nadat je de startopdrachten hebt gemaakt, ga je met een groepje leerlingen opdrachten doen op alle werkplekken bij Zorg & Welzijn. > Start 3 Leren door te doen Simulaties De werkplekken bij Zorg & Welzijn zijn een simulatie van een werkplek in de echte beroepspraktijk. Bij Zorg & Welzijn ben je iemand die werkt op een werkplek. Docenten beoordelen je op gedrag dat hoort bij de werkplek. Je bent dus meer stagiair of werknemer dan leerling! Op de werkplekken maak je kennis met jouw mogelijke toekomstige werkomgeving. Je gaat ontdekken welk beroep het best bij jou past. Zo kun je na het vmbo de beroepsopleiding kiezen die het best bij jou past. Op de werkplekken ontwikkel je vaardigheden die je later in je werk nodig zult hebben. Denk bijvoorbeeld aan zelfstandig werken, hygiënisch werken, samenwerken en een goede beroepshouding. Door het uitvoeren van opdrachten leer je jezelf beter kennen. Jouw beste eigenschappen ga je sterker maken. Jouw minder goede eigenschappen leer je (her)kennen. S 4 van 28

10 Start >> Startprojectboek PiT Rollenspel Bij veel opdrachten moeten jullie een rollenspel uitvoeren. Een rollenspel past heel goed bij de simulatie van de echte beroepspraktijk. Je oefent bijvoorbeeld de vaardigheid hoe je een gesprek moet voeren of hoe je een praktische handeling moet uitvoeren, zoals een snelverband aanleggen. Bij de rollenspellen oefen je meestal in tweetallen. Soms observeren de andere leerlingen uit de groep en zij vullen een observatieformulier in. Je wisselt van rol zodat iedereen in de groep alle rollen geoefend heeft. Er zijn ook rollenspellen voor 4 personen, dan hebben jullie in je groepje allemaal een andere rol. Een rollenspel oefen je zonder aanwezigheid van de docent. Jullie werken zelfstandig en zijn er zelf verantwoordelijk voor dat er serieus geoefend wordt. Hoe beter je jouw rol speelt, hoe beter de andere leerlingen kunnen oefenen. Voor het oefenen van een vaardigheid krijg je vaak maar 1 keer de kans. Gebruik de oefentijd goed! 1 a Hoe vind jij het om een rollenspel te doen? b Vind je het belangrijk om te leren hoe je goed een rollenspel kunt doen? Ja/nee, omdat Samenwerken Op de werkplekken werk je samen met andere leerlingen in een groepje. De docent doet niet alles voor en legt niet alles uit. Je bent er zelf verantwoordelijk voor om de oefeningen serieus uit te voeren en om informatie op te zoeken. Met elkaar zijn jullie er ook verantwoordelijk voor dat alles netjes blijft en dat jullie prettig met elkaar samenwerken. S 5 van 28 e4a_spb_pit_v6.indd :33

11 Start >> Startprojectboek PiT Je kunt zo laten zien dat je goed voorbereid bent op een stage bij een instelling of bedrijf. Of dat je goed voorbereid bent om succesvol een vervolgopleiding te gaan doen. 2 a b Ga je dit schooljaar op stage? Ja/nee Ga je in het vierde leerjaar op stage? Ja/nee 3 Heb jij al een idee over een vervolgopleiding? Ja/nee Werkplekassistenten Misschien heb je vierdejaarsleerlingen al eens achter de receptie gezien. Die leerlingen noem je werkplekassistent. Ze assisteren de docenten om te zorgen dat alles goed loopt op die werkplek. 4 Werkt jouw school met werkplekassistenten? Ja, in leerjaar 3 en 4 Ja, alleen in leerjaar 4 Nee In het actiedeel van dit Startprojectboek kun je al kennismaken met de werkplek voor werkplekassistenten. S 6 van 28 e4a_spb_pit_v6.indd :33

12 Start >> Startprojectboek PiT > Start 4 De Theek-iT en pictogrammen Bij Zorg & Welzijn zijn jullie op de werkplekken vooral praktisch bezig. Maar theorie is natuurlijk wel nodig om de doe-opdrachten goed te kunnen doen. In de projectboeken staan daarom ook theorievragen bij de praktische opdrachten. Theek-iT In alle projectboeken komen woorden voor uit de beroepspraktijk. Veel van die woorden ken je misschien nog niet. Je kunt die moeilijke woorden opzoeken in een woordenboek, maar ook in de Theek-iT. Dat is een hulpmiddel op de computer, dat bij PiT Edu4all hoort. De moeilijke woorden staan in kleur met een streep eronder in de projectboeken. De betekenis van moeilijke woorden kun je op de begrippenlijst achter in elk projectboek schrijven. Zo maak je je eigen woordenlijst. 1 Waar begint de begrippenlijst in dit Startprojectboek? 2 Ga met een groepje achter een computer zitten en zoek in de Theek-iT de woorden op die bij Start 1, 2 en 3 onderstreept zijn. Schrijf de woorden en de betekenis op de lijst achter in dit projectboek. 3 In de Theek-iT kun je de betekenis van moeilijke woorden vinden. Maar er staat meer informatie in de Theek-iT. Welke informatie is dat? S 7 van 28

13 Start >> Startprojectboek PiT Om je eraan te herinneren dat je de moeilijke woorden op moet zoeken, kom je in de projectboeken regelmatig deze opdracht tegen: Zoek de betekenis op van de woorden die je niet kent. Schrijf de woorden en de betekenis op de lijst achter in dit projectboek. Ook als je deze opdracht niet ziet, is het natuurlijk verstandig om moeilijke woorden op te zoeken en op je begrippenlijst te schrijven. 4 Waarom is het belangrijk om de moeilijke woorden regelmatig op te zoeken? Soms is het woord dat in de Theek-iT staat net iets anders geschreven dan in je projectboek. Het woord simuleren kun je bijvoorbeeld niet vinden in de Theek-iT, maar simulatie wel. 5 Bij welk woord kun je de betekenis vinden van: Gesorteerd Activiteiten Stagiairs Interculturele S 8 van 28

14 Start >> Startprojectboek PiT Ontsmet Geïdentificeerd Depressief Voorbereiden Georganiseerd Uitvoeren Opgenomen Pictogrammen De opdracht om Theek-iT-woorden op te zoeken, kun je gemakkelijk herkennen aan het pictogram: 6 Wat is een pictogram? S 9 van 28

15 Start >> Startprojectboek PiT 7 In de projectboeken kom je nog meer pictogrammen tegen. Verbind elk pictogram met de juiste betekenis. Gebruik het stappenplan. Doe deze opdracht alleen. Doe het rollenspel. Gebruik de minicursus. Overleg met je docent. Laat het door je docent controleren. Haal de opdrachten of de teksten op. Gebruik de minicursus van een ander vak. Kijk naar de clip. Lees de tip. Zoek de betekenis op van de woorden die je niet kent. Ga daarvoor naar de Theek-iT. Gebruik het stappenplan van een ander vak. Voor in het boek staat wat de pictogrammen betekenen. S 10 van 28