de gemeenschappelijke regeling maatschappelijke zorg Walcheren te wijzigen en als volgt vast te stellen.

Transcriptie

1 De raden en de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Middelburg, Veere en Vlissingen, ieder voor zover zij voor de eigen gemeente bevoegd zijn ; overwegende dat het in verband met de gemeentelijke herindeling op Walcheren per 1 januari 1997 en de instelling van een onafhankelijk indicatie-orgaan voor geïntegreerde indicatiestelling op het terrein van thuiszorg, verzorgingshuiszorg, verpleeghuiszorg en intake in het kader van de Wet Voorzieningen Gehandicapten noodzakelijk is de gemeenschappelijke regeling maatschappelijke zorg Walcheren te wijzigen ; gelet op de bepalingen van de Wet gemeenschappelijke regelingen ; B E S L U I T E N : de gemeenschappelijke regeling maatschappelijke zorg Walcheren te wijzigen en als volgt vast te stellen. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsbepalingen 1. Deze regeling verstaat onder: a. de regeling: deze gemeenschappelijke regeling b. deelnemers : de aan deze regeling deelnemende gemeenten ; c. de instelling: het openbaar lichaam, bedoeld in artikel van de regeling ; d. wet: de Wet voorzieningen gehandicapten ; e. gedeputeerde staten: gedeputeerde staten van Zeeland ; 2. Waar in deze regeling artikelen van enige wet of andere wettelijke regeling van overeenkomstige toepassing worden verklaard, komen in die artikelen in de plaats van de gemeente, de raad, burgemeester en wethouders en de burgemeester, onderscheidenlijk: de instelling, het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter. Artikel 2. Openbaar lichaam Er is een openbaar lichaam, als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen, genaamd "Maatschappelijke Zorg Walcheren", dat is gevestigd te Middelburg. Artikel 3. Belangen en bevoegdheden 1. Het openbaar lichaam heeft tot doel de behartiging van de volgen de belangen: a. het ontwikkelen van beleid en de vaststelling van de meer jarensubsidie van de deelnemers ten behoeve van het algemeen maatschappelijk werk en sociaal raadsliedenwerk; b. de uit artikel 2 van de wet voor de deelnemers voortvloeiende zorgplicht. 2. Ter uitvoering van het in het vorige lid omschreven doel komen het openbaar lichaam alle taken toe ter uitvoering van het doel waarvoor de regeling is aangegaan. 1

2 Bestuur Artikel 4. Algemeen bestuur 1a. Het algemeen bestuur telt zes leden, met dien verstande dat elke deelnemer met twee leden is vertegenwoordigd. b. De raad van elke deelnemer wijst uit zijn midden, de voorzitter inbegrepen, twee leden en twee plaatsvervangende leden aan. c. Het algemeen bestuur wijst uit zijn midden een voorzitter, een plaatsvervangend voorzitter, een secretaris en een penningmees ter aan. De functies van voorzitter, secretaris en penningmees ter worden evenredig verdeeld over de deelnemende gemeenten. d. Het algemeen bestuur kan personen uitnodigen als adviseur aan de vergadering deel te nemen. 2 a. De leden en de plaatsvervangend leden worden benoemd voor een periode, gelijk aan die van de zittingsduur van de gemeen teraden. b. De benoeming geschiedt zo spoedig mogelijk, doch in elk geval binnen dertien weken na installatie van de nieuwe gemeenteraad. Voor de eerste maal geschiedt de benoeming binnen acht weken na het besluit tot instelling van de regeling. Aftredende leden en plaatsvervangende leden kunnen opnieuw worden benoemd. c. De leden kunnen te allen tijde schriftelijk ontslag nemen. d. De betrokken gemeenteraad voorziet zo spoedig mogelijk in de tussentijdse vacatures, doch uiterlijk binnen acht weken na het ontstaan daarvan. e. Hij die ontslag neemt als lid van het algemeen bestuur blijft zijn functie waarnemen tot zijn opvolger deze functie heeft aanvaard. Artikel 5. Bevoegdheden 1. Aan het algemeen bestuur komen in het kader van deze regeling alle bevoegdheden toe, die niet aan een ander orgaan zijn opgedragen. 2. De volgende bevoegdheden van het algemeen bestuur zijn niet overdraagbaar: a. het aanwijzen van een voorzitter, plaatsvervangend voorzit ter, een secretaris en een penningmeester; b. het vaststellen van de begroting, respectievelijk begrotings wijzingen en de rekening; c. het vaststellen van een reglement van orde; d. het vaststellen van een regeling voor het financieel en administratief beheer; e. het doen van voorstellen tot wijziging, toetreding, uit treding en opheffing van de regeling. 3. Het algemeen en dagelijks bestuur stellen voor de wijze van vergaderen een reglement van orde vast. Deze reglementen alsmede de daarin aan te brengen wijzigingen worden zo spoedig mogelijk ter kennis gebracht van gedeputeerde staten van Zeeland en de deelnemers. Artikel 6. Subsidieverordening Bij de uitvoering van het bepaalde in artikel 3, lid 1 onder a. wordt de algemene subsidieverordening welzijn van de gemeente Middelburg van overeenkomstige toepassing verklaard. Artikel 7. Informatie en verantwoordingsplicht 1. Het algemeen bestuur geeft zo spoedig mogelijk doch in elk geval binnen dertien weken aan de raden van de deelnemers de door een of meer leden van die raden schriftelijk gevraagde inlichtingen 2

3 waarvan het verstrekken niet in strijd is met het openbaar belang. 2. Een lid van het algemeen bestuur is aan de gemeenteraad, die hem als lid heeft aangewezen, verantwoording verschuldigd voor het door hem in het algemeen bestuur gevoerde beleid. Het afleggen van verantwoording geschiedt volgens door de betrokken gemeente raad nader te stellen regels. 3. De raad van elke deelnemer is bevoegd een door hem aangewezen lid van het algemeen bestuur ontslag te verlenen, indien dit lid het vertrouwen van de raad niet meer bezit. Artikel 8. Dagelijks bestuur a. Het dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter, secretaris en de penningmeester van het algemeen bestuur ; b. Zodra men ophoudt lid van het algemeen bestuur te zijn, eindigt het lidmaatschap van het dagelijks bestuur van rechtswege. c. Hij die ontslag neemt als lid van het dagelijks bestuur blijft zijn functie waarnemen tot zijn opvolger deze functie heeft aanvaard. d. Het dagelijks bestuur kan personen uitnodigen als adviseur aan de vergadering deel te nemen. e. Het algemeen bestuur kan te allen tijde een lid van het dagelijks bestuur ontslag verlenen. Artikel 9. Bevoegdheden Het dagelijks bestuur is belast met: a. het voorbereiden van al hetgeen aan het algemeen bestuur ter overweging en beslissing zal worden voorgelegd, voor zover die voorbereiding niet aan anderen is opgedragen ; b. het uitvoeren van besluiten van het algemeen bestuur ; c. het beheer van de eigendommen en geldmiddelen van de instelling ; d. het nemen van alle conservatoire maatregelen, zowel in als buiten rechte en het doen van alles wat nodig is ter voorkoming van verjaring en het verlies van recht of bezit ; e. besluiten inzake de overdracht van uitvoering van taken aan derden; f. het houden van een voortdurend toezicht op het beheer en de exploitatie van de instelling, op de uitvoering van de taken die aan derden zijn opgedragen alsmede op al wat de instelling aangaat ; g. het beslissen op aanvragen ingevolge de wet ; h. het behartigen van de belangen van de instelling bij andere overheidslichamen en instellingen, diensten of personen, waarmee contact voor de instelling van belang is. Artikel 10. Informatie en verantwoordingsplicht 1. Het dagelijks bestuur en elk van zijn leden verstrekken aan het algemeen bestuur, zo spoedig mogelijk doch in elk geval binnen dertien weken de door een of meer leden van dit bestuur gevraagde inlichtingen. 2. Het dagelijks bestuur en elk van zijn leden leggen op verzoek van het algemeen bestuur verantwoording af over het door het dage lijks bestuur of een der leden gevoerde bestuur. 3. Het reglement van orde van het algemeen bestuur houdt bepalingen in omtrent de wijze waarop de leden van het dagelijks bestuur de hier bedoelde inlichtingen verstrekken en verantwoording afleg gen. Artikel 11. Vergaderingen 1. Op de vergaderingen van het algemeen bestuur zijn de artikelen 22 en 23 van de Wet gemeenschappelijke regelingen van toepassing. 2. Het dagelijks bestuur vergadert zo dikwijls de voorzitter dit nodig acht of twee van zijn leden dit aan de voorzitter verzoe ken. 3. Voor de besluitvorming in het dagelijks bestuur en de verplich ting tot geheimhouding zijn de overeenkomstige bepalingen zoals die zijn opgenomen in de Gemeentewet voor het college van burge 3

4 meester en wethouders van toepassing. Artikel 12. Voorzitter De voorzitter wordt in de eerste vergadering van elke zittingsperiode door het algemeen bestuur uit zijn midden aangewezen. Artikel 13. Bevoegdheden 1. De voorzitter leidt de vergaderingen van het algemeen en het dagelijks bestuur. 2. Hij tekent de stukken, die van het algemeen bestuur en dagelijks bestuur uitgaan. 3. Hij vertegenwoordigt de instelling in en buiten rechte. Hij kan deze vertegenwoordiging over dragen aan een door hem aan te wijzen gemachtigde. Indien de voorzitter behoort tot het bestuur van een gemeente, die partij is in een geding waarbij de instelling is betrokken, wordt de instelling door een ander door het dagelijks bestuur aan te wijzen lid vertegenwoordigd. 4. Hij is belast met het toezicht op de uitvoering van de besluiten van het algemeen en dagelijks bestuur. Artikel 14. Ambtelijke ondersteuning 1. Met het oog op de ambtelijke ondersteuning aan het algemeen en dagelijks bestuur wordt een regionale ambtelijke werkgroep ingesteld. 2. Het college van burgemeester en wethouders van elke deelnemer wijst één vertegenwoordiger aan om zitting te nemen in de regio nale ambtelijke werkgroep. 3. Het algemeen bestuur stelt hiervoor de nodige taakomschrijvingen, instructies en werkwijzen vast. Hierin wordt tevens de wijze geregeld waarop derden die taken verrichten in het kader van de wet daarbij worden betrokken. Artikel 15. Ambtelijk secretaris 1. Het algemeen en dagelijks bestuur worden bijgestaan door een ambtelijk secretaris, die deel uitmaakt van de ambtelijke werk groep als bedoeld in artikel 14, lid De ambtelijk secretaris en zijn plaatsvervanger worden aangewezen door de colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemers op voordracht van het algemeen bestuur. 3. Door de instelling wordt een jaarlijks vast te stellen bedrag voor de werkzaamheden van de ambtelijk secretaris aan de betref fende gemeente vergoed. Artikel 16. Taken en bevoegdheden ambtelijk secretaris 1. De ambtelijk secretaris staat het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter bij de uitoefening van hun taken terzij de. 2. De ambtelijk secretaris woont de vergaderingen van het algemeen en dagelijks bestuur bij en draagt zorg voor het (doen) verslaan van hun vergaderingen. 3. Op basis van mandaat worden alle van het algemeen en dagelijks bestuur uitgaande stukken door hem mede ondertekend. Artikel 17. Functionele commissies Het algemeen bestuur kan commissies instellen met het oog op de behartiging van de belangen, zoals omschreven in artikel 24 van de Wet gemeenschappelijke regelingen. Financiën Artikel 18. Begroting 1. Het dagelijks bestuur zendt jaarlijks voor 1 april de ontwerpbe groting voor het komende kalenderjaar, voorzien van een memorie van toelichting alsmede de financiële beleidsuitgangspunten voor de 4

5 komende jaren (meerjarenraming) toe aan de raden van de deelnemers. 2. De raden van de deelnemers kunnen, binnen acht weken na ont vangst, omtrent de ontwerpbegroting het dagelijks bestuur van hun gevoelen doen blijken. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren waarin dit gevoelen is vervat bij de ontwerpbegroting, zoals deze aan het algemeen bestuur wordt aangeboden. 3. Het algemeen bestuur stelt vervolgens uiterlijk 1 juli de begro ting vast. 4. Nadat deze zijn vastgesteld, zendt het algemeen bestuur de begroting aan de raden van de deelnemers. 5. Op wijzigingen van de begroting zijn voorgaande bepalingen zo mogelijk van overeenkomstige toepassing. Artikel 19. Rekening 1. Het dagelijks bestuur legt voor 1 mei aan het algemeen bestuur verantwoording af over het afgelopen kalenderjaar, onder overleg gen van de opgestelde jaarrekening, het ingediende jaarverslag met de daarbij behorende bescheiden en een berekening van de door de deelnemers te betalen bijdragen, benevens het rapport van de met de controles belaste accountant. 2. De jaarrekening en het verslag worden gelijktijdig aan de raden van de deelnemers toegezonden, die - binnen acht weken na ont vangst daarvan - schriftelijk bezwaren kunnen indienen bij het algemeen bestuur. 3. Het algemeen bestuur stelt vervolgens de jaarrekening, alsmede de bijdragen die de deelnemers betalen in het eventuele exploitatie tekort, voor 1 juli vast. 4. Het besluit tot vaststelling van de rekening strekt - voorzover het de daarin opgenomen ontvangsten en uitgaven betreft - het dagelijks bestuur tot decharge, behoudens later in rechte geble ken valsheid in bewijsstukken en andere onregelmatigheden. Artikel 20. Overschotten en tekorten de uitvoering van de wet betreffende 1. Overschotten over enig dienstjaar worden gestort in een egalisa tiefonds ; 2. Bij de vaststelling van de jaarrekening als bedoeld in artikel 19 wordt de maximale hoogte van het egalisatiefonds bepaald ; 3. Tekorten over enig dienstjaar komen ten laste van het egalisatie fonds. Indien het egalisatiefonds ontoereikend is wordt het alsdan resterende tekort verrekend met de deelnemers. De verrekening vindt plaats naar verhouding van het bij begroting vastgestelde percentage per deelnemer. Artikel 21. Garantie rente en aflossing leningen Voor de betaling van rente en aflossing van door de instelling te sluiten geldleningen wordt aan de geldschieter op diens verzoek waarborg gegeven door de deelnemers. Archief Artikel 22. Archief 1. Het dagelijks bestuur draagt zorg voor de archiefbescheiden, met inachtneming van de bepalingen van de Archiefwet. 2. De secretaris is belast met de bewaring en het beheer van de archiefbescheiden. 3. Het algemeen bestuur wijst een archiefbewaarplaats aan van de op grond van de Archietfwet over te brengen archiefbescheiden. Toetreding, uittreding, wijziging en opheffing 5

6 Artikel 23. Toetreding en uittreding 1. Toetreding van andere besturen tot deze regeling vindt plaats indien tweederde van de deelnemers daarmee instemmen. Toetreding kan plaatsvinden bij besluit van de raad, het college van burge meester en wethouders en de burgemeester, ieder voor zover zij voor de eigen gemeente bevoegd zijn. 2. Het algemeen bestuur regelt de gevolgen van de toetreding. 3. Aan de toetreding kunnen door het algemeen bestuur voorwaarden worden verbonden. 4. Ingaande de inwerkingtreding van de regeling is uittreding door deelnemers gedurende een periode van vijf kalenderjaren niet mogelijk. Na het verstrijken van deze periode is uittreding ten allen tijde mogelijk, mits daarvan tenminste één kalenderjaar van tevoren schriftelijk aankondiging is gedaan en mits wordt voldaan aan de daaraan door het algemeen bestuur te stellen voorwaarden 5. Het algemeen bestuur regelt de financiële en overige gevolgen van de uittreding. Artikel 24. Wijziging 1. De regeling wordt gewijzigd, indien tweederde van de deelnemers daartoe eensluidend besluiten. 2. Voorstellen tot wijziging van de regeling kunnen worden gedaan door het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur of één of meer van de deelnemers. 3. Voorstellen uitgaande van het algemeen bestuur worden toegezonden aan de deelnemers, die binnen dertien weken na ontvangst terzake een besluit nemen en dat terstond aan het algemeen bestuur mededelen. 4. Voorstellen uitgaande van één of meer deelnemers worden toegezon den aan het algemeen bestuur, dat het voorstel met zijn beschou wingen terzake binnen acht weken aan de deelnemers doet toekomen, waarna deze deelnemers en het algemeen bestuur verder handelen conform het bepaalde in het vorige lid van dit artikel. Artikel 25. Opheffing en liquidatie a. De regeling wordt opgeheven indien tweederde van de deelnemers daartoe besluiten. b. Indien tot opheffing is besloten stelt het algemeen bestuur, de deelnemers gehoord, een regeling inzake de gevolgen van de opheffing vast. c. Het liquidatieplan voorziet in de verplichting van de deelnemers tot deelneming in de financiële gevolgen van de opheffing en het vereffenen van alle schulden van de regeling. d. Indien nodig blijft het algemeen bestuur na het tijdstip van de opheffing in functie ter afwikkeling van de liquidatie. Overgangs- en slotbepalingen Artikel 26. Inwerkingtreding 1. Deze regeling wordt aangegaan voor onbepaalde tijd. 2. Burgemeester en wethouders van de gemeente Middelburg dragen zorg voor het ter goedkeuring inzenden van de regeling, alsmede besluiten tot wijziging of opheffing van de regeling aan gedepu teerde staten. 3. Zodra bericht van goedkeuring van de regeling is ontvangen, delen burgemeester en wethouders van de gemeente Middelburg dit mede aan de overige deelnemers. Binnen tien dagen na ontvangst van die laatste mededeling dragen de deelnemers zorg voor inschrijving in het register, als bedoeld in artikel 27, lid 1 van de Wet gemeen schappelijke regelingen. 4. Burgemeester en wethouders van de gemeente Middelburg dragen namens alle deelnemers zorg voor bekendmaking in een regionaal dagblad. De kosten daarvan komen ten laste van de regeling. 5. De regeling treedt in werking na opname in het door gedeputeerde staten bij het houden register. 6

7 Artikel 27. Citeertitel Deze regeling kan worden aangehaald als "gemeenschappelijke regeling maatschappelijke zorg Walcheren. Aldus vastgesteld door de gemeenteraad van Middelburg in zijn openbare vergadering van 21 februari de secretaris, de voorzitter, 7

8 Toelichting op de gemeenschappelijke regeling maatschappelijke zorg Walcheren. Inleiding De aanleiding tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling maatschappelijke zorg Walcheren is tweeërlei nl. de plaatsgevonden gemeentelijke herindeling per 1 januari 1997 en de vorming per 1 april 1998 van een Regionaal Indicatie Orgaan Walcheren. Aan dit orgaan is opgedragen de intake van voorzieningen ingevolge de Wet Voorzieningen Gehandicapten. De (nieuwe) gemeenschappelijke regeling is opgesteld overeenkomstig het door de Vereniging Zeeuwse Gemeenten opgestelde model voor gemeenschappelijke regelingen. Artikelsgewijze toelichting Artikel 2 Openbaar lichaam, en artikel 3. Belangen en bevoegdheden Gezien de aard en omvang van de te behartigen belangen is gekozen voor de vorming van een openbaar lichaam. Een openbaar lichaam bezit, op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen, rechtspersoonlijkheid. Duidelijk blijkt het tweeledig doel van de regeling. Artikel 4. Algemeen bestuur De deelname aan de regeling vindt plaats op basis van gelijkwaardigheid. Om deze reden is gekozen voor een gelijkwaardige vertegenwoordiging van de deelnemende gemeenten in het algemeen bestuur. Gezien de aard en omvang van de werkzaamheden - in het bijzonder de uitvoering van de WVG - verdient het de voorkeur om leden uit de colleges van burgemeester en wethouders aan te wijzen als voorzitter, plaatsvervangend voorzitter, secretaris en penningmeester. Dit vloeit voort uit de te verwachten intensieve contacten met het ambtelijk apparaat en de informatieverstrekking aan het college van burgemeester en wethouders. Artikel 6. Subsidieverordening Op de werkvorm algemeen maatschappelijk werk en sociaal raadsliedenwerk is de algemene subsidieverordening welzijn van de gemeente Middelburg van toepassing. De Wet voorzieningen gehandicapten regelt de uit die wet voortvloeiende zorgplicht voor de gemeenten. Artikel 8. Dagelijks bestuur Het dagelijks bestuur wordt (zo mogelijk in de eerste vergadering van het algemeen bestuur van een zittingsperiode) door en uit het algemeen bestuur aangewezen. Over de aanwijzing van de voorzitter is in artikel 12 een nadere bepaling opgenomen. De functies van voorzitter, secretaris en penningmeester worden evenredig verdeeld over de deelnemende gemeenten. In tegenstelling tot de voorzitter zijn er over de secretaris en penningmeester geen afzonderlijke bepalingen opgenomen. Artikel 14. Ambtelijke ondersteuning Naast de ondersteuning van de zijde van de ambtelijk secretaris wordt een regionale ambtelijke werkgroep ingesteld. Dit teneinde een gedegen breedgedragen voorbereiding van de besluitvorming in het bestuur te garanderen. Artikel 18. Begroting en artikel 19. Rekening In deze artikelen wordt aangegeven welke procedure gevolgd moet worden om te komen tot vaststelling van de begroting en rekening. Individuele gemeenteraden kunnen invloed hebben op de besluitvorming. Uitgangspunt voor de gemeenten blijft de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de uit de Wet Voorzieningen 8

9 Gehandicapten voorvloeiende zorgplicht. De omvang van die zorgplicht vormt voor de gemeenten geen basis voor onderlinge verrekening (solidariteitsgedachte). Artikel 20. Overschotten en tekorten de uitvoering van de wet betreffende Dit artikel heeft betrekking op de vaststelling van de jaarrekening voor het onderdeel Wet Voorzieningen Gehandicapten. Voor de werkvorm algemeen maatschappelijk werk/bureau sociale raadsliedenwerk wordt in de gemeenschappelijke regeling geen bepaling opgenomen m.b.t. reserveren. Bij het sluiten van het subsidiecontract of bij de vaststelling van de jaarrekening kan daarover zonodig een bepaling/voorwaarde worden opgenomen. 9