1. Overname bestaand kerkgebouw 1.1 Financieringsbehoefte

Transcriptie

1 1.1 Financieringsbehoefte Overname kerkgebouw + afkoop erfpacht Acuut uit te voeren onderhoud Onderhoudsuitgaven op korte termijn Uitbreiding capaciteit kerkgebouw Totaal financieringsbehoefte Toename kapitaallasten na overname Uitgangspunten financiering - Kredietbehoefte : Restwaarde grond : Gebruiksduur : 15 jaar - Rente : 3,75% Annuïteit: ruim

2 1.3 Serieuze showstoppers - Capaciteit en beperkte oppervlakte (bruikbare vierkante meters) trekt een ernstig wissel op: - de veiligheid van bezoekers bij calamiteiten; - het comfort in de kerkzaal (CO 2 -alarm); - Te verwachten problemen in de vergunningsprocedure voor inbreiding (bouwkundig, qua veiligheid als de logistieke impact in de wijk); - Financierbaarheid: visie van de bank op de financiering van de substantiële investering in een relatief oud gebouw. 2.1 Investeringsbedragen Capaciteit: 900 vaste zitplaatsen (modulair uit te breiden) Grond: m 2 à 158 per m Parkeerterrein: m 2 à 31 per m Straatwerk: Bouw: Totaal:

3 2.2 Uitgangspunten en uitkomsten Gebruiksduur: 30 jaar Rente: 3,75% Aantal pastorale eenheden: 750 Aanschafwaarde: Restwaarde (grond/parking): Rente en aflossing op basis van annuïteiten: ,00 per jaar Omgerekend per pastorale eenheid (vóór belastingen): 21,00 per mnd Omgerekend per pastorale eenheid (ná 36,55% belasting): 13,00 per mnd 2.3 Verloop aan te trekken geldlening Verloop financiering nieuwbouw (annuïtair)

4 2.4 Overige aannames en gevoeligheid Aanname: Financiering via Stichting Kerkelijk Geldbeheer (SKG) Gevoeligheid aanname rente: plus of min 0,5% rente betekent circa meer of minder rentelasten. 2.5 Attentiepunten en kansen (1) Financiers financieren in veel gevallen niet meer 100% van de financieringsbehoefte. Zo vragen banken bij de kredietverlening in toenemende mate inbreng van eigen geld. Aansprekende praktijkvoorbeelden: - de financiering van de (ver)nieuwbouw van het Vlissingse ziekenhuis (crowdfunding); - de financiering van de recente nieuwbouw van een kerk in Goes met inbreng van leningen door gemeenteleden ad Het mes snijdt hierbij aan twee kanten: enerzijds heeft het een gunstig effect op de financieringsaanvraag en op de hoogte van de rentelasten; anderzijds hebben gemeenteleden een goed en dubbel rendement op hun uitgeleende vermogen. Bij interne financiering ad en een renteverschil van 2% ten opzichte van bankfinanciering betekent dit een structurele verlaging van ruim op jaarbasis. 4

5 2.5 Attentiepunten en kansen (2) Fondsenwerving In overleg met de gemeente-adviseur van het Regionaal College voor de Behandeling van Beheerszaken (RCBB) zullen fondsen benaderd worden voor subsidies. Impact fondsenwerving Een voorzichtige inschatting levert op dat ruim aan subsidies en fondsen kunnen worden verkregen voor de nieuwbouw van het kerkgebouw. Dit verlaagt de structurele financieringslasten met circa per jaar 3. Recapitulatie Alternatief overname kerkgebouw Rondom de businesscase overname kerkgebouw mogen enkele serieuze organisatorische en procedurele attentiepunten niet worden onderschat. Als de financiële analyse van de businesscase wordt toegespitst op de kapitaallasten is sprake van een voordeel ten opzichte van nieuwbouw ( ). Echter ook de naar verwachting hogere kosten van energie- en onderhoudskosten dienen in aanmerking genomen te worden. Alternatief nieuwbouw Een investering in nieuwbouw van resulteert in jaarlijkse financieringslasten (bij 3,75% rente en afschrijving in 30 jaar) van ,00. Subsidies en fondsen ad verlagen de structurele jaarlijkse financieringslasten met circa Interne financiering door gemeenteleden kan de structurele jaarlijkse financieringslasten verder reduceren. Bij een bedrag van aan interne geldleningen en een renteverschil van 2% verminderen de financieringslasten met Rekening houdend met deze aannames drukt een jaarlijkse financieringslast op de begroting van circa Omgerekend vraagt dit een extra maandelijkse bijdrage van circa 18 per pastorale eenheid. Dit bedrag is fiscaal aftrekbaar; de extra maandelijkse netto-last bedraagt circa 12 per pastorale eenheid. 5