Stichting Fedra Medewerkeronderzoek 2013 Eindrapportage. De Lunetten

Transcriptie

1 Stichting Fedra Medewerkeronderzoek 2013 Eindrapportage De Lunetten Baken Adviesgroep Mei 2013 Ir. Laurens van Graafeiland 1

2 Inhoud 1 Inleiding Aanpak Onderzoeksverantwoording Toelichting grafieken 4 2 Resultaten deel 1 Organisatie, beleid en communicatie Respons per school Respondenten per school naar ervaring Cijfers 6 3 Resultaten deel 2 Welbevinden op school, binnen het team en in de omgang met uw directeur Op de school waar ik werk Binnen het team waarin ik werk Bij mijn directeur 8 4 Resultaten deel 3 Beleid en organisatie Het beleid op mijn school spreekt mij aan, omdat Uitvoering van beleid en beleidsafspraken ons team Mijn directeur De beleidsafspraken waar ik zelf mee te maken heb zijn goed, omdat Pedagogisch-didactisch klimaat op school Pedagogisch-didactisch klimaat in de klas Communicatie Overkoepelend Stichting Fedra Overkoepelend communicatie van en met Stichting Fedra 19 5 Resultaten Deel 4. Sociale veiligheid Inleiding Arbomeester 20 2

3 1 Inleiding Achtergrond Tweejaarlijks doet Stichting Fedra onderzoek naar de tevredenheid van de directeuren, medewerkers en ouders. In 2009 heeft Fedra nieuwe vragenlijsten ontwikkeld. Over Baken Adviesgroep Baken is een marktonderzoekbureau met ruime ervaring in tevredenheidonderzoeken, zowel onder medewerkers als onder grote groepen klanten (zoals ouders), statistische analyses, maatwerkanalyses en rapportages. Deze ervaring is opgedaan in een zeer grote variëteit van commerciële en non-profit sectoren. Vraagstelling De vraag van Stichting Fedra was om de resultaten van een schriftelijk medewerkeronderzoek onder alle circa 300 medewerkers van de twaalf basisscholen te verwerken, analyseren en rapporteren. 1.1 Aanpak De eerder door Fedra vastgestelde vragenlijst is via de verspreid onder de medewerkers. Zij konden de vragenlijst gedurende twee weken (8 tot en met 22 april 2013) invullen. Er zijn verschillende vragenlijsten opgesteld voor (vak)leerkrachten, onderwijs ondersteunend personeel (OOP) buiten de klas en zorgcoördinatoren (ZC)/adjunct-directeuren. Een aantal specifieke vragen voor leerkrachten is niet gevraagd aan de groepen OOP buiten de klas en ZC/adjunct-directeuren. De vragenlijst bestaat uit vier hoofdonderdelen: Deel 1 Organisatie, beleid en communicatie functie, school, ervaring, fulltime/parttime Deel 2 Welbevinden op school, binnen het team en in de omgang met uw directeur op de school waar ik werk, binnen het team waarin ik werk, bij mijn directeur Deel 3 Beleid en organisatie het beleid op mijn school spreekt mij aan, omdat uitvoering van beleid en beleidsafspraken - team mijn directeur de beleidsafspraken waar ik zelf mee te maken heb zijn goed, omdat pedagogisch-didactisch klimaat op school en in de klas communicatie op de school waar ik werk overkoepelend Stichting Fedra en communicatie van en met Stichting Fedra Deel 4 Sociale veiligheid, Arbomeester verbale agressie, fysiek geweld, ongewenste intimiteiten, discriminatie, onveilig voelen Er zijn zowel een bovenschoolse rapportage opgesteld als individuele schoolrapportages. In de bovenschoolse rapportage worden de overall resultaten beschreven. In de individuele rapportages worden de resultaten van de desbetreffende school gepresenteerd. Deze worden afgezet tegen de uitkomsten uit 2011 en het gemiddelde van alle Fedra scholen. Positieve punten en kritiekpunten worden afzonderlijk gerapporteerd. Er zijn factor, correlatie, regressie analyses en Chi 2 verschillen-analyses voor de bovenschoolse rapportage uitgevoerd. Voor de individuele scholen zijn Chi 2 verschillen-analyses uitgevoerd. 3

4 Pearson s Chi 2. Met behulp van deze testen kunnen verschillen tussen groepen worden geanalyseerd. De hypothese wordt getoetst of de verdeling over de verschillende antwoordcategorieën gelijk is aan of verschilt van elkaar. 1.2 Onderzoeksverantwoording Van de 32 medewerkers die zijn uitgenodigd zijn in totaal 27 respondenten (84%) aan de vragenlijst begonnen en hebben 26 respondenten (81%) de vragenlijst volledig ingevuld. De totale respons van alle medewerkers van Fedra was 85% begonnen en 81% volledig afgerond. De vragenlijst is opgesteld door Stichting Fedra en digitaal afgenomen. De vragenlijst betrof 208 stellingen op een schaal van 1-4, veertien cijfers op deelgebieden en een algemeen cijfer. Aan het eind van deel drie bestond de mogelijkheid om positieve en kritiekpunten te geven. 1.3 Toelichting grafieken De vragen waren geformuleerd als stelling met vier antwoordcategorieën: helemaal mee eens (4), mee eens (3), mee oneens (2), helemaal mee oneens (1). De gemiddelde scores zijn berekend en worden weergegeven op een schaal van 1 tot 4. De grafieken zijn op volgorde van de stellingen in de vragenlijst. Voor iedere vraag is de gemiddelde score op de schaal van 1 tot 4 weergegeven van de betreffende school. Daarnaast is de gemiddelde score van 2011 en de gemiddelde score van alle Fedra respondenten weergegeven. Bij de cijfers over de deelonderwerpen wordt een cijfer dat 0,5 of meer lager is dan het gemiddelde beschouwd als ruim ondergemiddeld. Voor de stellingen met een score van 1 tot 4 wordt in het algemeen een score van 0,3 punt of meer onder het gemiddelde aangeduid als ruim ondergemiddeld. Wanneer er een rode asterisk voor de vraag staat, is de score significant afwijkend van het gemiddelde. 4

5 2 Resultaten deel 1 Organisatie, beleid en communicatie 2.1 Respons per school De scholen met de hoogste respons zijn De Ark en De Westbroek en de scholen met de laagste respons zijn De Vrijheit en De Zeearend. De respons van De Lunetten (84% gestart) is vergelijkbaar met de respons van 2011 (82%) en rond het gemiddelde (85% gestart). De Ark De Westbroek De Hoeksteen De Triangel Panta Rhei De Lunetten Bethelschool De Wilgeroos De Anjelier De Sleutelbloem De Vrijheit Respons per school % 48% 59% 82% 71% 93% 71% 69% 89% 82% 91% 87% 85% 77% 84% 81% 82% 83% 83% 83% 83% 81% 78% 81% 81% 73% 67% 100% 100% 100% 100% gestart afgerond % De Zeearend Totaal 55% 73% 69% 73% 85% 81% 2.2 Respondenten per school naar ervaring De respondenten van De Lunetten zijn oververtegenwoordigd ten opzichte van totaal Fedra in de categorieën 16 t/m 20 en 21 t/m 25 jaar ervaring. Respondenten de Lunetten naar aantal jaren ervaring binnen de huidige functie 19% 19% 11% 26% 19% 4% 4% 22% 19% 9% 19% 16% 13% 3% 21% 23% 14% 14% 7% 8% 6% 7% Fedra % 20% 16% 11% 12% 9% 5% 7% 0 tm 5 jr 6 tm 10 jr 11 tm 15 jr 16 tm 20 jr 21 tm 25 jr 26 tm 30 jr 31 tm 35 jr langer dan 35 jr 5

6 2.3 Cijfers De Lunetten scoort met 8,1 als algemeen rapportcijfer net boven het gemiddelde van alle Fedra scholen (8,0) en net wat minder dan in 2011 (8,2). De medewerkers geven hoge cijfers aan het welbevinden op school (8,0) en aan de communicatie met ouders (8,1). Deze laatste scoort ruim bovengemiddeld. welbevinden op school welbevinden binnen team (1) welbevinden bij directeur K. Poncin welbevinden bij directeur D. Heming beleid van de school organisatie van school uitvoering beleid en beleidsafspraken op school mijn directeur K. Poncin mijn directeur D. Heming beleidsafspraken zelf mee te maken pedagogisch-didactisch op school pedagogisch-didactisch in de klas communicatie op school communicatie met ouders Fedra communicatie met Fedra algemeen rapportcijfer Welk cijfer geeft u? 8,0 8,1 7,9 7,8 7,8 8,0 7,4 7,7 7,6 7,7 8,0 7,6 7,4 7,3 7,5 7,7 7,7 7,6 7,0 7,4 7,3 7,3 7,5 7,6 7,6 7,6 7,6 7,1 7,5 7,3 7,6 7,7 7,7 7,9 8,0 7,7 7,8 7,7 7,6 8,1 7,9 7,6 7,8 7,6 7,7 7,7 7,7 7,5 8,1 8,2 8,0 = significant verschil met 2011; = significant verschil met gemiddelde; (1) cijfer 2013 o.b.v. regressiemodel 2011 Opmerking bij de cijfers is, dat in 2011 de enquête schriftelijk was en destijds een deel van de respondenten rapportcijfers met een cijfer achter de komma heeft gegeven (bijvoorbeeld 7,5). In de online enquête van 2013 was dit niet mogelijk. 6

7 3 Resultaten deel 2 Welbevinden op school, binnen het team en in de omgang met uw directeur 3.1 Op de school waar ik werk De medewerkers komen met veel plezier op school (), voelen zich gewaardeerd door de leerlingen (). Ze komen wel met minder plezier naar school dan in 2011 zijn het er minder mee eens dat ze de baan hebben die ze altijd al wilde hebben en vinden de balans tussen lesgebonden en niet-lesgebonden taken minder goed dan in De personeelsleden vinden ruim meer dan gemiddeld dat de leermiddelen en materialen voldoende en goed van kwaliteit zijn. 2.1 Op de school waar ik werk 1. kom ik met plezier 3,6 3,8 2. gelden omgangsvormen waar ik me prettig bij voel 3. voel ik mij betrokken bij belangrijke besluiten 4. heb ik de baan die ik altijd al wilde hebben 5. heb ik last van extreme werkdruk 2,2 2,2 6. voel ik mij gewaardeerd door de leerlingen 7. kan ik mij ontspannen tijdens de lunchpauze 8. is de balans tussen lesgebonden en nietlesgebonden taken goed 9. is de onderlinge communicatie open 10. is de sfeer bij de oudergesprekken vriendelijk 11. ben ik positief over de betrokkenheid van de ouders bij de school 12. blijf ik voorlopig werken 2.1 Op de school waar ik werk 15. heb ik een goede werkplek 16. werken wij met gebruiksvriendelijke software pakketten 13. zijn voldoende leermiddelen en materialen aanwezig 14. Is de kwaliteit van de leermiddelen en materialen goed 17. zijn wij voldoende voorbereid op de invoering van Passend Onderwijs niet door OOP buiten de klas 18. heb ik moeite om mijn werk vol te houden 1,8 1,9 = significant verschil met 2011; = significant verschil met gemiddelde Fedra 7

8 3.2 Binnen het team waarin ik werk De meeste stellingen over het team scoren voldoende en rond het gemiddelde. Er zijn geen significante veranderingen ten opzichte van 2011 waar te nemen. 18. heb ik een goede verstandhouding met mijn collega s 19. voel ik mij op mijn gemak 20. voel ik mij betrokken 21. voel ik mij voldoende gewaardeerd 22. word ik niet gepest 23. wordt naar mij geluisterd 24. durf ik vrijuit te spreken 25. durf ik mijn mening te zeggen, ook als deze afwijkt van de groep 26. heb ik minstens 1 collega met wie ik vertrouwelijk kan spreken 27. krijg ik op een positieve manier feedback 28. worden afspraken nagekomen 2.2 Binnen het team waarin ik werk 3,7 3,7 3,8 3,7 3,6 3.3 Bij mijn directeur De medewerkers van De Lunetten voelen zich in het algemeen op hun gemak bij de directeuren, durven hun mening te geven, kunnen met een gerust hart hun problemen van thuis bespreken en kunnen erop vertrouwen dat afspraken worden nagekomen. De verschillen in scores van beide directeuren kunnen deels verklaard worden door de taakverdeling in de dagelijkse werkzaamheden. De scores van de beide directeuren komen meer overeen dan in Het grootste verschil in score zit in het op een positieve manier geven van feedback. Directeur K. Poncin krijgt hier een score van, terwijl directeur D. Heming een score krijgt van. 8

9 29. voel ik mij over het algemeen op mijn gemak 30. voel ik mij gewaardeerd 32. verloopt het functionerings-/beoordelingsgesprek in een open en vertrouwelijke sfeer 33. durf ik tijdens het functionerings-/beoordelingsgesprek mijn mening te geven 34. ervaar ik het functionerings-/beoordelingsgesprek als zinvol 35. kan ik met een gerust hart komen om problemen van thuis te bespreken 36. kan ik met een gerust hart komen om problemen binnen het team te bespreken 37. voel ik mij tijdens individuele gesprekken met hem/haar op mijn gemak 38. durf ik voor mijn mening uit te komen 39. krijg ik feedback op een positieve manier 40. word ik gewaardeerd voor mijn inzet 41. kan ik erop vertrouwen dat afspraken nakomen worden 31. voel ik mij op mijn gemak bij het klassenbezoek 2.3 Bij mijn directeur dhr. K. Poncin Alleen leerkrachten 29. voel ik mij over het algemeen op mijn gemak 30. voel ik mij gewaardeerd 32. verloopt het functionerings-/beoordelingsgesprek in een open en vertrouwelijke sfeer 33. durf ik tijdens het functionerings-/beoordelingsgesprek mijn mening te geven 34. ervaar ik het functionerings-/beoordelingsgesprek als zinvol 35. kan ik met een gerust hart komen om problemen van thuis te bespreken 36. kan ik met een gerust hart komen om problemen binnen het team te bespreken 37. voel ik mij tijdens individuele gesprekken met hem/haar op mijn gemak 38. durf ik voor mijn mening uit te komen 39. krijg ik feedback op een positieve manier 40. word ik gewaardeerd voor mijn inzet 41. kan ik erop vertrouwen dat afspraken nakomen worden 31. voel ik mij op mijn gemak bij het klassenbezoek 2.3 Bij mijn directeur mevr. D. Heming = significant verschil met 2011; = significant verschil met gemiddelde Fedra 3,6 3,6 3,6 3,6 3,6 3,6 Alleen leerkrachten 9

10 4 Resultaten deel 3 Beleid en organisatie 4.1 Het beleid op mijn school spreekt mij aan, omdat De medewerkers vinden dat ze leerlinggericht bezig zijn, dat ze door het beleid een goed imago in de wijk hebben, dat de zorg voor het personeel goed is geregeld, de school oog heeft voor de ontwikkeling van sociale vaardigheden bij de kinderen en ziekte goed ondervangen wordt. Ze kunnen zich ruim minder dan gemiddeld vinden in de stellingen dat ze duidelijke doelen en een eigen identiteit hebben. Men vindt het beleid op het gebied van sociale veiligheid onvoldoende. 42. wij een duidelijke visie en missie hebben 43. wij duidelijke doelen hebben 44. mijn school actief werkt aan een goed contact met de ouders 45. wij een eigen identiteit hebben 46. wij leerlinggericht bezig zijn 49. wij door het beleid een goed imago in de wijk hebben 53. de zorg voor het personeel goed geregeld is 54. het een duidelijke indeling van taken en bevoegdheden beschrijft 55. wij er op school veel aan doen om ieders werkdruk binnen de perken te houden 56. afspraken schriftelijk zijn vastgelegd 57. wij een MR hebben waardoor ik mij goed vertegenwoordigd voel 3.1 Het beleid op mijn school spreekt mij aan, omdat 3.1 Het beleid op mijn school spreekt mij aan, omdat 58. de school oog heeft voor de ontwikkeling van sociale vaardigheden bij de kinderen 66. ziekte goed ondervangen wordt 67. de zorg voor langdurig zieken goed geregeld is 68. wij een duidelijk plan van aanpak hebben, gericht op de preventie van agressie, geweld, pesten, seksuele intimidatie en discriminatie 69. wij in vertrouwen klachten over agressie, geweld, pesten, seksuele intimidatie en discriminatie kunnen melden bij een vertrouwenspersoon 70. wij voldoende getraind zijn in het herkennen van signalen van agressie, geweld, pesten, seksuele intimidatie en discriminatie 71. wij ouders en leerlingen voldoende informeren over het beleid rondom agressie, geweld, pesten, seksuele intimidatie en discriminatie 2,3 72. wij klachten over agressie, geweld, pesten, seksuele intimidatie en discriminatie schriftelijk registreren 73. wij de geregistreerde klachten vertrouwelijk behandelen 74. wij er met ons allen voor zorgen dat de privacy van de klager over agressie, geweld, pesten, seksuele intimidatie en discriminatie niet wordt geschaad 75. wij een preventiemedewerker hebben die het beleid gericht op preventie en bestrijding van agressie, geweld, pesten, seksuele intimidatie en discriminatie coördineert 2,3 = significant verschil met 2011; = significant verschil met gemiddelde Fedra 10

11 De personeelsleden vinden dat hun aanpak leidt tot kwalitatief goed onderwijs, dat de ouders voldoende worden betrokken bij de begeleiding van hun kind(eren), dat de leerlingen de verwachte resultaten behalen. Ten opzichte van 2011 is de score op het voldoende ondersteunen van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften significant verbeterd. Wel vinden de medewerkers dat er onvoldoende tijd is voor deskundigheidsbevordering. 76. wij trainingen krijgen in het vroegtijdig herkennen en signaleren van agressie, geweld, pesten, seksuele intimidatie en discriminatie 47. wij een schoolplan hebben waar ik achter sta 48. Ik betrokken wordt bij de totstandkoming van het schoolplan 65. de kwaliteit van de scholingsbijeenkomsten goed is 50. onze aanpak leidt tot kwalitatief goed onderwijs 51. wij actief werken aan een goed pedagogisch-didactisch onderwijsklimaat 52. ouders betrokken worden bij de begeleiding van hun kind 59. de leerlingen resultaten behalen voor begrijpend lezen op het niveau dat wij van hen verwachten 60. de leerlingen resultaten behalen voor rekenen/wiskunde op het niveau dat wij van hen verwachten 61. de doorstroom naar het voortgezet onderwijs past bij onze leerlingen 62. leerlingen met specifieke onderwijs-behoeften voldoende gesteund worden 63. het werken met instructieniveaus leidt tot betere resultaten bij de kinderen 64. er voldoende tijd is voor deskundigheidsbevordering 3.1 Het beleid op mijn school spreekt mij aan, omdat 2,0 2,0 2,3 niet OOP buiten de klas = significant verschil met 2011; = significant verschil met gemiddelde Fedra 11

12 4.2 Uitvoering van beleid en beleidsafspraken ons team De meeste aspecten rond beleid en beleidsafspraken en het team scoren (ruim) ondergemiddeld tussen de en. De medewerkers zijn het er het minste mee eens dat het team fouten bespreekt zonder elkaar aan te vallen. 77. zorgt voor een veilige omgeving in en om de school 78. heeft regelmatig overleg over onze school 79. bespreekt zorgen, ervaringen en verwachtingen met elkaar 80. heeft een open communicatie met elkaar 81. werkt aan een goed imago van onze school 82. werkt aan een collegiale omgang met elkaar 83. zorgt voor saamhorigheidsgevoel 84. staat open voor nieuwe collega s 85. zorgt voor rust, orde en netheid in de klassen 86. maakt heldere afspraken n.a.v. overleg/vergadering 3.2 Uitvoering van beleid en beleidsafspraken ons team 87. geeft informatie mondeling aan elkaar door 3.2 Uitvoering van beleid en beleidsafspraken ons team 88. bespreekt fouten zonder elkaar aan te vallen 89. legt afspraken schriftelijk vast 90. zorgt voor het oplossen van problemen tussen leerlingen 91. gaat pesten actief tegen 92. zorgt voor het goed inwerken van nieuwe collega s 93. zorgt ervoor dat iedereen op de hoogte is van nieuwe beleidslijnen 94. weet hoe de verantwoordelijkheden binnen de school verdeeld zijn 95. werkt aan doorgaande leerlijnen 96. praat over onderwijs niet OOP buiten de klas 97. is tevreden over de resultaten die de kinderen behalen = significant verschil met 2011; = significant verschil met gemiddelde Fedra 12

13 4.3 Mijn directeur De verschillen in scores van beide directeuren kunnen deels verklaard worden door de taakverdeling in de dagelijkse werkzaamheden. De medewerkers beoordelen de directeur K. Poncin op bepaalde onderdelen goed en op andere onderdelen minder. Ze vinden dat directeur K. Poncin hun informeert over belangrijke besluiten en hun faciliteert om goed onderwijs te geven. Ze zijn het er ruim minder dan gemiddeld mee eens dat hij een open houding heeft voor ideeën vanuit het team, goed kan enthousiasmeren en gerichte feedback geeft op hun werk. 3.3 Mijn directeur -K. Poncin 99. kan het schoolbeleid duidelijk uitleggen 100. kan het stichtingsbeleid duidelijk uitleggen 101. schept voorwaarden waarbinnen het team het beleid uit kan voeren 102. heeft een open houding voor ideeën vanuit het team 103. draagt onze visie en missie op onderwijs uit 104. heeft oog voor alle medewerkers in de school 105. is betrouwbaar 106. heeft oog voor (onderwijs)vernieuwingen 107. kan goed enthousiasmeren 2, stelt uitvoerbare doelen 3.3 Mijn directeur -K. Poncin 109. werkt aan een goede werksfeer 110. denkt met mij mee over mijn loopbaanwensen 112. geeft mij gerichte feedback op mijn werk 115. betrekt ons bij belangrijke besluiten 116. informeert ons over belangrijke besluiten 98. is op de eerste plaats een onderwijskundig leider 111. zorgt voor een evenwichtige verdeling van nietlesgevende taken over het gehele team niet OOP buiten de klas 113. heeft een goed oog voor doorgaande leerlijnen 114. stimuleert mij om goed onderwijs te geven 117. faciliteert ons om goed onderwijs te geven alleen leerkrachten = significant verschil met 2011; = significant verschil met gemiddelde Fedra 13

14 De medewerkers beoordelen de directeur D. Heming op vrijwel alle onderdelen goed. De personeelsleden vinden dat directeur D. Heming oog heeft voor (onderwijs)vernieuwingen, op de eerste plaats een onderwijskundig leider is en een goed oog heeft voor doorgaande leerlijnen. 3.3 Mijn directeur -D. Heming 99. kan het schoolbeleid duidelijk uitleggen 100. kan het stichtingsbeleid duidelijk uitleggen 101. schept voorwaarden waarbinnen het team het beleid uit kan voeren 102. heeft een open houding voor ideeën vanuit het team 103. draagt onze visie en missie op onderwijs uit 104. heeft oog voor alle medewerkers in de school 105. is betrouwbaar 106. heeft oog voor (onderwijs)vernieuwingen 107. kan goed enthousiasmeren 108. stelt uitvoerbare doelen 109. werkt aan een goede werksfeer 110. denkt met mij mee over mijn loopbaanwensen 3.3 Mijn directeur D. Heming 112. geeft mij gerichte feedback op mijn werk 115. betrekt ons bij belangrijke besluiten 116. informeert ons over belangrijke besluiten 98. is op de eerste plaats een onderwijskundig leider 111. zorgt voor een evenwichtige verdeling van nietlesgevende taken over het gehele team niet OOP buiten de klas 113. heeft een goed oog voor doorgaande leerlijnen 114. stimuleert mij om goed onderwijs te geven 117. faciliteert ons om goed onderwijs te geven alleen leerkrachten = significant verschil met 2011; = significant verschil met gemiddelde Fedra 14

15 4.4 De beleidsafspraken waar ik zelf mee te maken heb zijn goed, omdat De beleidsafspraken waar personeelsleden zelf mee te maken hebben, scoren in het algemeen rond het gemiddelde. De personeelsleden van De Lunetten zijn het er minder mee eens dat ze door de beleidsafspraken voldoende tijd hebben om het werk goed uit te voeren. 3.4 De beleidsafspraken waar ik zelf mee te maken heb zijn goed, omdat 118. ze voor mij helder en duidelijk zijn 119. ik daardoor goed gefaciliteerd word bij de uitvoering van mijn taken 120. ik voldoende gelegenheid krijg om cursussen/opleiding/bijscholing te volgen 121. deze zinvol zijn voor mijn werk 123. ik daardoor weet wat mijn verantwoordelijkheden zijn 124. ik daardoor weet wat mijn bevoegdheden zijn 125. ik voldoende betrokken ben geweest bij de besluitvorming 126. ik daardoor voldoende tijd heb om mijn werk goed uit te voeren 122. ik niet-lesgebonden taken heb, die aansluiten bij mijn interesses = significant verschil met 2011; = significant verschil met gemiddelde Fedra 15

16 4.5 Pedagogisch-didactisch klimaat op school Dit gedeelte is niet door onderwijs ondersteunend personeel (OOP) buiten de klas ingevuld. De medewerkers weten bij wie ze terecht kunnen met zorgen over een leerling. De overige aspecten van de vragen over het pedagogisch-didactisch klimaat op school scoren net onder het gemiddelde met een tot. De medewerkers zijn het er niet geheel mee eens dat iedereen toeziet op het naleven van schoolregels () en dat er veel aandacht is voor klassenmanagement () wordt de zelfstandigheid van leerlingen voldoende gestimuleerd 128. worden de kinderen goed voorbereid op de maatschappij 129. ziet iedereen toe op het naleven van schoolregels 130. gaan het personeel en de leerlingen respectvol met elkaar om 131. heerst rust, orde en netheid 132. hebben wij hoge verwachtingen van wat de leerlingen aankunnen 133. hangt een prettige sfeer 134. wordt niet structureel gepest 135. is voldoende aandacht voor denk- en leerstrategieën van de leerlingen 3.5 Pedagogisch-didactisch klimaat - op de school waar ik werk 136. gebruiken we goede toetsen 137. weet ik bij wie ik terecht kan als ik mij zorgen maak over een leerling 138. hebben wij een goed werkend leerlingvolgsysteem 139. is veel aandacht voor klassenmanagement De personeelsleden vinden dat er onvoldoende regelmatig met elkaar gepraat wordt over hoe ze de leerstof zo effectief mogelijk kunnen aanbieden en dat ze onvoldoende tegemoet kunnen komen aan de onderwijsbehoefte bij alle leerlingen. 3.5 Pedagogisch-didactisch klimaat - op de school waar ik werk 140. word ik goed ondersteund als een leerling extra zorg nodig heeft 141. passen wij de lessen voldoende aan voor leerlingen met een leerachterstand 142. passen wij de lessen voldoende aan voor leerlingen met een leervoorsprong 143. gebruiken wij het leerlingvolgsysteem om te bepalen wat wij de leerlingen aan moet bieden 144. werken wij effectief met groepsplannen 145. praten wij regelmatig met elkaar over hoe wij de leerstof zo effectief mogelijk kunnen aanbieden 146. ben ik tevreden over onze aanpak bij taal 147. ben ik tevreden over onze aanpak bij rekenen 148. vind ik dat de lessen in de opeenvolgende jaren goed op elkaar aansluiten 149. kan ik bij alle leerlingen tegemoet komen aan hun onderwijsbehoefte 150. zijn de mogelijkheden om de leerlingen te laten doubleren te beperkt 2,3 2, zijn de mogelijkheden om de leerlingen te laten versnellen te beperkt 2,2 2,2 = significant verschil met 2011; = significant verschil met gemiddelde Fedra 16

17 4.6 Pedagogisch-didactisch klimaat in de klas Dit gedeelte is alleen door onderwijsgevend personeel ingevuld. Het pedagogisch-didactisch klimaat in de klas scoort beter dan het pedagogisch-didactisch klimaat op school. Met name het eerste gedeelte van de aspecten van het pedagogisch-didactisch klimaat in de klas wordt door de medewerkers van De Lunetten hoger gescoord dan op school. De scores liggen rond het gemiddelde tussen de en. 3.5 Pedagogisch-didactisch klimaat in mijn klas 152. stimuleer ik de zelfstandigheid van leerlingen voldoende 153. bereid ik de kinderen goed voor op de maatschappij 154. ziet iedereen toe op het naleven van schoolregels 155. heerst rust, orde en netheid 156. heb ik hoge verwachtingen van wat de leerlingen aankunnen 157. hangt een prettige sfeer 158. wordt niet structureel gepest 159. besteed ik voldoende aandacht aan denk- en leerstrategieën van de leerlingen 160. kan ik mijn lessen voldoende zelf inrichten binnen het schoolbeleid 161. ervaar ik de informatie uit het leerlingvolgsysteem als nuttig De onderdelen die verbeterd kunnen worden zijn voldoende tijd hebben om leerlingen in de groep aparte aandacht te geven, effectief werken met groepsplannen (scoort ruim ondergemiddeld en significant lager dan in 2011) en tegemoet komen bij alle leerlingen aan hun onderwijsbehoefte. 3.5 Pedagogisch-didactisch klimaat in mijn klas 162. ervaar ik geen problemen op het gebied van klassenmanagement 163. worden de lessen voldoende aangepast voor leerlingen met een leerachterstand 164. worden de lessen voldoende aangepast voor leerlingen met een leervoorsprong 165. heb ik voldoende tijd om leerlingen in de groep aparte aandacht te geven 166. gebruik ik het leerlingvolgsysteem om te bepalen wat ik de leerlingen aan moet bieden 2,3 De Lunetten 2013 De Lunetten heb ik te veel verschillende instructieniveaus in mijn groep 2, werk ik effectief met groepsplannen 169. heb ik voldoende informatie om aan te sluiten bij het vorige en het volgende schooljaar 170. kan ik bij alle leerlingen tegemoet komen aan hun onderwijsbehoefte = significant verschil met 2011; = significant verschil met gemiddelde Fedra 17

18 4.7 Communicatie De personeelsleden vinden dat de schoolgids alle belangrijke informatie voor ouders bevat () en lezen regelmatig notulen en nieuwsbrieven (3,6). Ze vinden de vergaderingen minder effectief en efficiënt (). Met de overige aspecten van de communicatie op de school zijn de personeelsleden van de Lunetten het grotendeels eens (tussen en ). De rapportgesprekken worden gezien als een goede effectieve manier van communiceren. 3.6 Communicatie op de school waar ik werk 171. bevat de schoolgids alle belangrijke informatie voor ouders 172. lees ik regelmatig notulen en nieuwsbrieven 3, zijn de vergaderingen effectief en efficiënt 174. weet ik waar ik moet zoeken naar belangrijke informatie 175. krijg ik de juiste informatie op tijd 176. hebben we een informatieve en actuele website 177. wordt op een zorgvuldige manier over kinderen gecommuniceerd 178. is de communicatie naar ouders eenduidig 179. informeren wij ouders actief over schoolbeleid 183. bevatten de nieuwsbrieven voldoende informatie voor de ouders 3.6 Communicatie op de school waar ik werk 184. zijn de nieuwsbrieven voor ouders aantrekkelijk om te lezen 185. worden ouders tijdig geïnformeerd over de ontwikkeling van hun kind 186. weten ouders waar zij terecht kunnen met vragen en/of klachten 187. weten personeelsleden waar zij terecht kunnen met vragen en/of klachten 188. is de informatie verstrekking aan de ouders goed 181. zijn de rapportgesprekken met ouders voldoende in aantal 182. geeft het rapport ouders goed inzicht in de vorderingen van hun kind niet OOP buiten de klas 180. ervaar ik de rapportgesprekken als een effectieve manier van communiceren alleen leerkrachten = significant verschil met 2011; = significant verschil met gemiddelde Fedra 18

19 4.8 Overkoepelend Stichting Fedra Het personeel van De Lunetten is het met de meeste stellingen die betrekking hebben op stichting Fedra eens, zoals dat Fedra een goede werkgever is om voor te werken en dat Fedra een organisatie is waarbinnen ze zich thuis voelen. Volgens de personeelsleden weet Fedra aanzienlijk beter wat er op de werkvloer leeft dan in Ze zijn het er minder mee eens dat Fedra vooral van belang is bij problemen die niet op de eigen school opgelost kunnen worden. 3.7 Overkoepelend Stichting Fedra 189. is een goede werkgever om voor te werken 190. is een organisatie waarbinnen ik mij thuis voel 191. communiceert met mij via duidelijke kanalen 192. staat open voor opmerkingen en suggesties van het personeel 193. is een werkgever waar ik vertrouwen in heb 194. faciliteert de scholen goed 195. weet wat er op de werkvloer leeft 196. is goed bereikbaar voor vragen over het personeelsbeleid e.d is voor mij te onbekend om een duidelijk beeld te kunnen vormen 198. is voor mij vooral van belang bij problemen die ik niet op mijn school op kan lossen 199. is voor mij het bestuur, maar verder voel ik mij er niet zo bij betrokken 200. is een organisatie die ik anderen aanraad om bij te werken 201. De Fedra Academie is een goed initiatief 2,3 2,2 4.9 Overkoepelend communicatie van en met Stichting Fedra De personeelsleden lezen de website veel vaker dan in 2011 en de Novello bovengemiddeld vaak. Ze vinden ook significant meer dat ze voldoende geïnformeerd worden over belangrijke ontwikkelingen binnen Fedra. 3.7 Overkoepelend - Communicatie Stichting Fedra 202. Ik lees de website van Fedra regelmatig 2, Ik lees de Novello altijd 204. Ik ontvang voldoende informatie van Fedra 205. Ik word goed geïnformeerd over belangrijke ontwikkelingen binnen Fedra 206. De informatie van Fedra is voor mij helder 207. De informatie van Fedra is voor mij belangrijk 208. Ik ben goed op de hoogte van het Fedra beleid = significant verschil met 2011; = significant verschil met gemiddelde Fedra 19

20 5 Resultaten Deel 4. Sociale veiligheid 5.1 Inleiding Het vierde deel bevat een vijftal algemene vragen over (sociale) veiligheid. Wanneer een van deze vragen positief beantwoord werd, werd doorverwezen naar de uitgebreide vragenset uit de Arbomeester. De vragen uit de Arbomeester waren als bijlage opgenomen. 5.2 Arbomeester Er zijn vier respondenten die hebben aangegeven problemen te hebben ondervonden met de sociale veiligheid. Bij drie respondenten betrof het verbale agressie, bij een respondent daarnaast nog fysiek geweld en bij een respondent een onveilig gevoel. De verbale agressie betrof uitschelden en/of vloeken door collega s en bedreigingen en/of intimidatie door ouders. Het fysieke geweld betrof slaan of schoppen door leerlingen. Het onveilig gevoel werd ervaren tijdens individuele gesprekken met ouders. Er is gesproken met collega s en/of met de schoolleiding. Acties die zijn ondernomen hebben geleid tot een oplossing. Er is geen formele klacht ingediend. 20