CURSUSMAP 2 Module 1. Discipelen van Jezus. Leren dienen in de gaven van de Geest. Kees de Vlieger. Een Kerygma cursus

Transcriptie

1 CURSUSMAP 2 Module 1 Discipelen van Jezus Leren dienen in de gaven van de Geest Kees de Vlieger Een Kerygma cursus

2 Copyright Stichting Kerygma Nederland Kerkstraat GB Voorthuizen Tel Voor deze lessen is studiemateriaal gebruikt uit het boek: Foundations of Christian Living Copyright 1988 Bob Gordon De schriftgedeelten zijn overgenomen uit de herziening van de Statenvertaling 2010 Copyright 2008 Ontwerp van de cursusmap uitgevoerd door: Creatief Offensief te Amersfoort Deze module 1 is een specifiek gedeelte uit cursusmap 2 van de serie Discipelen van Jezus. Uitgave augustus 2016 Zonder schriftelijke toestemming van Kerygma mag niets uit deze cursus worden overgenomen. ii

3 Voorwoord D eze cursus Leren dienen in de gaven van Geest is gericht op de toerusting van de Gemeente van Jezus Christus. We hebben in het gebruik van deze lessen gezien hoe God mensen ingrijpend heeft veranderd; hoe er een nieuw of groter verlangen ontstaat om Jezus te willen volgen en dienen. Deze cursus is samengesteld om gelovigen te helpen hun geestelijke gaven en bediening te ontdekken en die verder te ontwikkelen. In module 1 leggen we vooral nadruk op de gaven van de Geest. De eerste les behandelt Jezus voorbeeld. Daarna wordt er een aantal lessen gewijd aan de Gaven van de Heilige Geest en hoe daarin uit te stappen. De laatste hoofd-stukken gaan over Gebed in de bediening en de Genade en de Zalving van God: belangrijke thema s om in iedere bediening ruimte te geven aan de dynamiek en de kracht van de Heilige Geest. Voor deze cursus is, met zijn persoonlijke toestemming, materiaal overgenomen uit twee boeken van dr. Bob Gordon: The Foundations of Christian Living en Master Builders. In de Gemeente van Jezus Christus groeit het verlangen om te dienen in dezelfde kracht en met dezelfde autoriteit als de eerste gemeente in Handelingen. Jezus zelf zet Zijn kerk op dat spoor. Hij zegt in Johannes 14:12: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie in Mij gelooft, zal de werken die Ik doe, ook doen, en hij zal grotere doen dan deze, want Ik ga heen naar Mijn Vader. en in Johannes 20:21: Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zend Ik ook u. Het geheim van al het christelijk werk ligt in het kennen van de persoon en de bediening van Jezus Christus. Het is mijn gebed dat wij de Vader zullen verheerlijken doordat we vruchtbaar zijn als we dienen in de kracht van Zijn Geest! Kees de Vlieger

4 b

5 Inhoud Voorwoord LES 1 Jezus voorbeeld 1 Inleiding 2 Sleutelverzen 3 Deel 1.1 Jezus visie en bediening 3 Deel 1.2 Jezus, ons voorbeeld 5 Deel 1.3 Jezus zag de mensen 9 Deel 1.4 Te weinig arbeiders 10 Vragen en toepassing 13 LES 2 De genadegaven 15 Inleiding 16 Sleutelverzen _ 16 Deel 2.1 Abraham als voorbeeld 17 Deel 2.2 Dienen vanuit overtuiging 18 Deel 2.3 Dienen in genadegaven 20 Deel 2.4 De genadegaven 23 Deel 2.5 Hoe ontdek je jouw genadegaven? 28 Deel 2.6 Vijf voorwaarden 30 Samenvatting 32 Opdracht 33 i

6 ii LEREN LEVEN IN DE KRACHT VAN JEZUS LES 3 De gaven van de Geest 35 Inleiding 36 Sleutelverzen 37 Deel 3.1 De gaven van de Geest 37 Deel 3.2 Hoe ontvang je gaven? 43 Deel 3.3 Luisteren naar de Geest 47 Bijbelstudie: De stem van de Heilige Geest 51 LES 4 Bedieningen 53 Deel 4.1 Inleiding 54 Sleutelverzen 55 Zijn alle gemeenteleden discipelen van Jezus? 55 Deel 4.2 Het toerustingsmodel 57 Deel 4.3 Van positie naar bediening 60 Deel 4.4 De uitwerking 62 Deel 4.5 Een bediening ontdekken 65 Samenvatting 55 ii

7 INHOUD iii LES 5 Het gebruik van de gaven 67 Inleiding 68 Sleutelverzen 69 Deel 5.1 Gaven van de drieëenheid 69 Deel 5.2 Streef naar de hoogste gaven 72 Deel 5.3 De drie werkvelden 74 Deel 5.4 Verhouding tussen de verschillende gaven 77 Vragen en toepassing 81 Opdracht Goddelijke ontmoetingen 82 LES 6 Gebed in de bediening 83 Inleiding 84 Sleutelverzen 85 Deel 6.1 De kracht van gebed 85 Deel 6.2 Bidden is een voorrecht 86 Deel 6.3 De bediening van Jezus 87 Deel 6.4 Bidden voor anderen 88 Deel 6.5 Bidden voor een wonder 89 Deel 6.6 Bidden: hoe? 90 Deel 6.7 Het opleggen van handen 92 Conclusie 93 Samenvatting 93

8 iv LEREN LEVEN IN DE KRACHT VAN JEZUS LES 7 Genade en zalving 95 Inleiding 96 Sleutelverzen 97 Deel 7.1 De uitwerking van genade 97 Deel 7.2 Wat is zalving? 98 Deel 7.3 Het belang van zalving 99 Deel 7.4 De bron van zalving 100 Deel 7.5 Openstaan voor zalving 101 Deel 7.6 Groeien in zalving 102 Deel 7.7 Voorbereiding blijft nodig 102 Deel 7.8 Zalving en het opleggen van handen 103 Deel 7.9 Het gevolg van zalving 104 Deel 7.10 Wat zalving teniet kan doen 106 Toepassing van deze cursus 110 iv

9 LES 1 Jezus voorbeeld Inleiding Sleutelverzen Deel 1.1 Deel 1.2 Deel 1.3 Deel 1.4 Jezus visie en bediening Jezus, ons voorbeeld Jezus zag de mensen Te weinig arbeiders Vragen en toepassing 1

10 2 LEREN DIENEN IN DE GAVEN VAN DE GEEST Inleiding I n Johannes 20:21 zegt Jezus het volgende: Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zend Ik ook U. Wanneer we willen weten wat het betekent om te dienen in de gaven van de Geest, moeten we naar Jezus kijken. Hij is de Zoon van God en diende hier op aarde als volmaakt Mens in afhankelijkheid van Zijn Vader. Jezus was net zo afhankelijk van de kracht en de gaven van de Heilige Geest als wij zijn. De avond voordat Jezus zou sterven aan een kruis, beloofde Jezus Zijn discipelen het volgende: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie in Mij gelooft, zal de werken die Ik doe, ook doen, en hij zal grotere doen dan deze, want Ik ga heen naar Mijn Vader. En wat u ook zult vragen in Mijn Naam, dat zal Ik doen, opdat de Vader in de Zoon verheerlijkt zal worden. Als u iets vragen zult in Mijn Naam, Ik zal het doen. (Joh. 14:12-14) Jezus gaat naar de hemel en draagt Zijn werk over aan de gelovigen, ook aan ons dus. Hij laat ons niet met lege handen achter en geeft ons Zijn Geest en de gaven van de Geest. Zo kan Jezus vanaf Zijn troon de werken voortzetten en wil ons daarin gebruiken. Daarvoor stelt Hij de gaven van Zijn Geest beschikbaar. In deze les gaan we kijken naar Jezus, hoe Hij diende door de Geest in afhankelijkheid van Zijn Vader. Echt een uitdaging. 2

11 LES 1: JEZUS VOORBEELD 3 Sleutelverzen Joh.14:1-14 Joh.20:19-23 Joh.16:5-15 Hand.1:4-8 I Deel 1.1 Jezus visie en bediening n Mattheüs 9:35 zien we de visie en bediening van Jezus. En Jezus trok rond in al de steden en dorpen en gaf onderwijs in hun synagogen, en Hij predikte het Evangelie van het Koninkrijk en genas iedere ziekte en elke kwaal onder het volk. 1. De visie Jezus ging alle steden en dorpen langs en zocht de mensen op waar ze samenkwamen. Ondanks dat Hijzelf heilig en zonder zonde was, schaamde Hij zich er niet voor om zondige mensen op te zoeken. Twee belangrijke punten komen hier naar voren: a. Jezus werd Zelf niet beïnvloed door de zonde. Hij liet zich niet omlaag trekken, de duisternis in. b. Jezus trok juist anderen vanuit de diepte en de zonde omhoog. Hij trok ze vanuit de duisternis in het licht! Waar Jezus ging daar kwam ook het Koninkrijk. Jezus leven en bediening was als het ware een mobiele manifestatie van het Koninkrijk. 2. De bediening Hij verkondigde het evangelie van het Koninkrijk. Zijn bediening begon op het moment dat Hij gedoopt werd met de Heilige Geest (Matt. 3:15-17). Dit was absoluut noodzakelijk, want zonder de

12 4 LEREN DIENEN IN DE GAVEN VAN DE GEEST Heilige Geest was zijn bediening niet mogelijk geweest. Daarna ging Hij als het Licht van de wereld naar het volk dat in duisternis leefde (Matt. 4:12-17; Joh. 8:12). In Mattheüs 4:23-25 zien we hoe krachtig zijn bediening was. De nadruk lag op: a. de verkondiging van het evangelie, wat Hij met Gods gezag deed. Zie bijvoorbeeld Mattheüs 5-7; 7: b. tekenen en wonderen, die op Zijn verkondiging volgden. Zie Mattheüs 8:1-17, 23-34; 9:1-8; Waar Jezus kwam, daar gebeurde iets! Het waren niet alleen woorden, maar ook daden. Lucas schrijft in Handelingen 1:1 over alles wat Jezus begonnen is te doen én te onderwijzen. Er ontstond een confrontatie met de machten van de duisternis en het Koninkrijk werd zichtbaar door de kracht van de Heilige Geest. 4

13 LES 1: JEZUS VOORBEELD 5 Deel 1.2 Jezus, ons voorbeeld J ezus sprak en diende vanuit de relatie met Zijn Vader. De autoriteit die Hij bezat, was Hem door de Vader geschonken. Hij had iets speciaals, wat een enorme indruk op het leven van andere mensen maakte. Ze reageerden er vaak op een gewillige en positieve manier op, maar soms ook heel negatief en boos (Matt. 7:28-29; Luc. 7:1-10; Joh. 6:60-66). Jezus droeg deze autoriteit en kracht aan Zijn discipelen over en door de Heilige Geest draagt Hij het ook aan ons over. Door onze positie in Jezus en onze relatie met de Vader ontvangen wij autoriteit om in de bediening van Gods Koninkrijk betrokken te zijn. Onze bediening is daarom een afspiegeling van Zijn bediening. Wij hebben dezelfde kracht van het Koninkrijk ontvangen. Van daaruit kunnen wij effectief handelen in de reddende naam van Jezus (Joh. 20:21; 14:12-14). Als we naar de bediening van Jezus kijken, kunnen we bepaalde aspecten zien die Zijn leven en werk karakteriseerden: 1. Zijn karakter: Jezus diende in afhankelijkheid van Zijn Vader (Joh. 5:19) Jezus was nederig van hart (Joh. 13:1-17) Jezus diende vanuit bewogenheid (Matt. 9:35-38) Jezus zette Zijn hele leven in (Joh. 10:11) Jezus diende uit liefde (Joh. 15:9) Jezus leefde om te dienen (Matt. 20:28) 2. Zijn bediening: i. Het was voor de armen/behoeftigen Het kenmerk van de bediening van Jezus was dat het gericht was op degenen die beseften dat ze het nodig hadden, Jezus zei: Wie gezond zijn, hebben geen dokter nodig, maar wie ziek zijn. (Matt. 9:12)

14 6 LEREN DIENEN IN DE GAVEN VAN DE GEEST Jezus woorden en daden waren altijd gericht op hen die naar geest, ziel en lichaam arm en behoeftig waren. Mensen kwamen geestelijk leeg en met veel noden bij Jezus en vonden in Hem het antwoord op die leegheid en behoefte (Joh. 4:13-15). De Geest van de Heere is op Mij, omdat Hij Mij gezalfd heeft; Hij heeft Mij gezonden om aan armen het Evangelie te verkondigen, om te genezen die gebroken van hart zijn, om aan gevangenen vrijlating te prediken en aan blinden het gezichtsvermogen, om verslagenen weg te zenden in vrijheid, om het jaar van het welbehagen van de Heere te prediken. (Woorden van Jezus in Lucas 4:18-19) ii. Het was tegen satan De gehele bediening van Jezus (Zijn leven, dood en opstanding) was een directe aanslag op de autoriteit van satan. Satan wordt gezien als een sterke macht die door Jezus gebonden zal worden in de kracht van de Heilige Geest (Matt. 12:29). Als hij gebonden is, kan zijn huis leeggeroofd worden. De bediening van Jezus is een voorproef op de volledige val en veroordeling van satan, eens, op een dag die nog komen gaat. Het is een proclamatie van de val van de boze en een teken van zijn uiteindelijke nederlaag. Elke machtige daad en elke genezing door Jezus is een bewijs van het feit dat het Koninkrijk van God baan breekt en dat satan zijn greep op het leven van mannen en vrouwen verliest (Joh. 12:31). De komst van Jezus in de wereld was een regelrechte tegenaanval op de macht van satan (Kol. 2:13-15). 6 iii. Het was om te verlossen Het doel van Jezus was de totale verlossing van de mens. Als Hij mensen genas, keek Hij keer op keer verder dan alleen hun lichaam en wees erop dat verlossing iets veel diepers was. Hij zei vaak tegen mensen dat hun geloof hen gered had en dat ze nu in een nieuw leven verder mochten gaan! Het is Jezus verlangen dat mensen naar geest, ziel en lichaam verlost en hersteld worden (Luc. 7:50; 8:48; 17:19).

15 LES 1: JEZUS VOORBEELD 7 iv. Het was door kracht De evangeliën staan vol met voorbeelden over de krachtige bediening van Jezus. Een ware bediening van het evangelie bestaat niet alleen uit woorden. We hebben woorden nodig om te getuigen van de hoop die in ons is, maar woorden op zich zijn vaak onvoldoende voor mensen die heel hun leven in geestelijke duisternis en slavernij geleefd hebben. Er is een doorbraak van de directe kracht van God voor nodig om hen bewust te maken van hun behoefte aan God. Dit gebeurde in de bediening van Jezus. Ons geheim is (net als voor Hem) het diepe vertrouwen dat de Heilige Geest ons in elke situatie de weg wijst, om met Gods kracht door te dringen tot de noden van de ander (Zach. 4:6; Luc. 4:18-19; 5:16-17). Voor elk wonder verwachtte Hij het alleen van de Heilige Geest. Bij de doop ging de hemel open, daarom zag Jezus bij elk wonder in alle afhankelijkheid op naar de hemel. Zie bijvoorbeeld Mattheüs 14:19: en Hij nam de vijf broden en de twee vissen, en terwijl Hij opkeek naar de hemel, Zie ook Marcus 6:41, 7:34; Lucas 9:16; Johannes 11:41, 17:1. v. Het was door de gaven van de Geest Voordat Jezus met zijn bediening begon, ontving Hij een krachtige zalving door en met de Heilige Geest. Deze zalving gaf Hem de bekwaamheid van de Heilige Geest, zodat Hij kon dienen in de gaven van de Geest. Een voorbeeld is de gave van kennis, in Johannes 4: Dit gaf een opening in het leven van deze vrouw en had een geweldige uitwerking op de omgeving (v ). Zie ook Hebreeën 2:4. vi. Het was gericht op het Koninkrijk De bediening van Jezus was gericht op het Koninkrijk. Zie Marcus 1:15. In Mattheüs 12:28 getuigt Hij: Maar als Ik door de Geest van God de demonen uitdrijf, dan is het Koninkrijk van God bij u gekomen.

16 8 LEREN DIENEN IN DE GAVEN VAN DE GEEST In Handelingen 1:1-8 legt Jezus uit dat de doop met de Geest verbonden is aan de komst van Gods Koninkrijk. Als wij ons richten op het Koninkrijk, dan zal God ons Zijn kracht geven om, net als Jezus, Zijn getuigen te zijn. vii. Het was in afhankelijkheid van Zijn Vader In Johannes 5:17 en zegt Jezus: Mijn Vader werkt tot nu toe en Ik werk ook. Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: De Zoon kan niets van Zichzelf doen, als Hij dat niet de Vader ziet doen, want al wat Deze doet, dat doet ook de Zoon op dezelfde wijze. Want de Vader heeft de Zoon lief en laat Hem alles zien wat Hij doet, en Hij zal Hem grotere werken laten zien dan deze, opdat u zich verwondert. We kunnen dit als volgt samenvatten: de Vader werkt tot nu toe en daarom werk Ik ook de Zoon kan van Zichzelf niets doen Ik moet het eerst de Vader zien doen en wat Ik Hem zie doen, dat doe Ik ook de Vader houdt immers van Mij daarom laat Hij Mij alles zien waar Hij mee bezig is Hier zien we hoe afhankelijk Jezus was van Zijn Vader. God is aan het werk. Hij streeft naar een liefdesrelatie en nodigt Jezus uit om met Hem samen te werken door Hem te laten zien wat Hij aan het doen is. Dan past Jezus zich aan en doet wat de Vader doet. Jezus sprak verschillende keren over deze relatie: Mijn onderricht is niet van Mij, maar van Hem Die Mij gezonden heeft. (Joh. 7:16) De woorden die Ik tot u spreek, spreek Ik niet uit Mijzelf, maar de Vader, Die in Mij blijft, Die doet de werken. (Joh. 14:10) Jezus realiseerde Zich dat Hij uit Zichzelf niets kon doen. Maar als de Vader in Hem aan het werk was, kon Hij alles doen. 8

17 LES 1: JEZUS VOORBEELD 9 Deel 1.3 Jezus zag de mensen J ezus was met diepe ontferming bewogen. Maar dit was wel een gevolg ergens van. In Mattheüs 9:36 staat namelijk: Toen Hij de menigte zag, was Hij innerlijk met ontferming bewogen over hen, omdat zij vermoeid en verstrooid waren, zoals schapen die geen herder hebben. Jezus zag. Het woord zien heeft hier de betekenis van doorzien. Jezus zag het hart van de ander, de nood achter de nood. Hij had de gave om achter de maskers en achter de voordeur te kijken. Wat zag Hij precies? De mensen waren vermoeid. In het Grieks staat eskulmenoi en dit betekent: gewond zijn, geplunderd zijn of vermoeid zijn, zonder kracht, zwak. Ze waren ook verstrooid. In het Grieks wordt hier het woord errimmenoi gebruikt, hetgeen betekent: aan de kant geworpen, als een lijk ter aarde vallen of totaal uitgeput zijn. Als schapen die geen herder hebben. Daarom is Jezus gekomen om Zijn leven als Herder voor deze mensen in te zetten. Zie Joh.10:11-16 Jezus zag dieper dan de buitenkant en zag daardoor de werkelijke nood in de mens. Dit bewerkte in Hem twee dingen: Hij raakte met ontferming bewogen Hij wilde Zijn leven voor deze verloren schapen inzetten Vragen: 1. Hoe kijk jij naar mensen? 2. Wat zie je? 3. Wat doet dit jou?

18 10 LEREN DIENEN IN DE GAVEN VAN DE GEEST Deel 1.4 Te weinig arbeiders I n Matteüs 9:36-38 kijkt Jezus om zich heen en ziet de geweldige nood van de verloren mensheid. Voor Jezus is de nood geen probleem, maar een uitdaging. Zolang Hij hier op aarde was kon Hij, net als wij, maar op één plaats tegelijk zijn. Om deze uitdaging aan te kunnen, zijn er dus meer werkers nodig! Het gaat om de oogst Jezus noemt deze uitdaging de oogst! (zie ook Joh.4:35). Hij kan de hele oogst niet in Z n eentje binnenhalen. Daarvoor zijn meer arbeiders nodig die weten hoe dat moet, d.w.z. hoe ze het werk van Jezus kunnen voortzetten. Hij roept ons op om hiervoor te bidden en geeft daarmee aan dat het, wat Hem betreft, een urgente zaak is! Waarom spreekt Jezus eigenlijk over een oogst? Welke oogst ziet Hij dan? Als wij naar mensen om ons heen kijken, zien we vaak de zondige wereld, als afgeschreven, en wij blijven dan afstandelijk, het doet ons niets. Maar zo krijgen we geen bewogenheid, voelen we geen compassie, en raken we dus niet betrokken bij het binnenhalen van de oogst. Jezus kijkt heel anders naar de wereld. Voor Hem is het een veld dat rijp is om geoogst te worden. Voor Jezus is het nu de tijd om: mensen het evangelie te vertellen hen te helpen in hun omstandigheden Hierin zien we een groot verschil van kijken. Waarom ziet Jezus oogst? Er was toch grote nood? Jezus zag namelijk altijd oogst, want waar Hij komt daar is oogst. Het is namelijk zijn aanwezigheid die een oogst opwekt. Het was toen door Jezus lijfelijke aanwezigheid, nu door de aanwezigheid van Zijn Geest. Waar een krachtige overtuigende werking van Gods Geest is, is oogst. De vele opwekkingen hebben dit laten zien. Op die momenten komen er velen tot geloof, vinden er tekenen en wonderen plaats, en breidt het Koninkrijk zich uit. 10

19 LES 1: JEZUS VOORBEELD 11 Het gaat om nú Voor Jezus is het nu de tijd van de oogst. Er is een grote urgentie bij Jezus. Wij denken soms dat het later de tijd van de oogst zal zijn, straks als Jezus terugkomt. Maar dan is het te laat, want dan vindt de afrekening plaats. Wachten we op Jezus wederkomst, zodat Hij het kan gaan doen? Dan gaat de oogst verloren en zullen wij als arbeiders met lege handen staan, zonder beloning! Waarom is het nu de tijd van de oogst: Het is nog dag (Joh.9:4) Het is nog tijd van genade De Heilige Geest is nog aanwezig om te getuigen (Joh. 16:5-11) God is geduldig (2Petr. 3:9) Onze verantwoordelijkheid Wie is er dan schuldig aan het feit dat mensen niet gered zijn? Het boek Spreuken zegt heel veel over verantwoordelijkheid. Enkele teksten: Spreuken 10:5 Wie in de zomer verzamelt, is een verstandige zoon, wie in de oogsttijd diep slaapt, is een zoon die beschaamd maakt. Spreuken 11:11 Door de zegen van de oprechten wordt een stad verheven, maar door de mond van goddelozen wordt ze met de grond gelijkgemaakt. Spreuken 12:14 Door de vrucht van zijn mond wordt iemand met goed verzadigd, en wat mensenhanden verdienen, keert bij hem terug. Spreuken 12:24 De hand van de vlijtigen zal heersen, maar ledigheid leidt tot herendienst. Spreuken 22:13 Een luiaard zegt: Er is een leeuw op straat, midden op de pleinen zal ik gedood worden!

20 12 LEREN DIENEN IN DE GAVEN VAN DE GEEST Spreuken 24:11-12 Red hen die opgepakt zijn om te sterven, wee als u zich afzijdig houdt van wie wankelend ter slachting gaat. Wanneer u zegt: Zie, wij hebben dat niet geweten, zal Hij Die de harten toetst, dat niet merken? Hij Die uw ziel gadeslaat, zal Híj het niet weten? Immers, Hij zal een mens vergelden naar zijn werk. Jezus roept ons op om te bidden voor nieuwe arbeiders. Wat doen wij met de verzuchting van Jezus? Voelen wij ons aangesproken op onze verantwoordelijkheid? 12

21 LES 1: JEZUS VOORBEELD 13 Vragen en toepassing 1. Als Jezus zegt: Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zend ik ook u (Joh. 20:21), waarom is er dan zo n groot verschil tussen Zijn bediening en die van ons? Wat wil jij van Jezus leren? Waarom? 2. Moeten we Jezus bediening kopiëren of deze bediening ontvangen? Wat is trouwens het verschil? 3. Heb jij die bewogen blik naar buiten? En hoe is dit in je gemeente? Wat zou jij van Jezus willen leren/ontvangen? 5. Waarom is deze tijd zo bijzonder/urgent?

22 14