Centurion. Teelt Ter bestrijding van Dosis Toepassingstijdstip L/ha. Toepassingsvoorwaarden: Maximum 1 toepassing/teelt.

Transcriptie

1 Centurion Selectief na-opkomst herbicide voor de bestrijding van onkruidgrassen in bieten, aardappelen, pootaardappelteelt, bonen, voedererwten, schorseneren en spinazie. Toelatingsnummer: 8246P/B Emulgeerbaar concentraat (EC) op basis van 240 g/l clethodim (25.5 % w/w). GEBRUIK EN GEBRUIKSDOSISSEN A. WORTEL- EN KNOLGEWASSEN Aardappelen (open L/ha Maximum 1 toepassing/teelt. Bufferzone: 20 meter met klassieke techniek. Pootaardappelteelt (open Suiker- en voederbieten Schorseneren (open L/ha Max. 1 toepassing/teelt. Bufferzone: 20 meter met klassieke techniek, hanepoot, wilde haver, duist en raaigras L/ha, 1 toepassing 0.15 L/ha, 2 toepassingen 1.5 L/ha, 1 toepassing 0.75 L/ha, 2 toepassingen Bufferzone: 20 meter met 75 % drift reducerende techniek Veiligheidstermijn vóór de oogst: 90 dagen. Max. 1 toepassing. Bufferzone: 20 meter met 50 % drift reducerende techniek. Toepassen op jonge onkruiden (max. 1-2 bladeren). onkruiden (20-30 cm hoog). Toepassen op jonge onkruiden (max. 1-2 bladeren). Toepassen in het 1-2 bladstadium van de teelt.

2 B. BLADGROENTEN Spinazie 1 L/ha Toepassen in het 2-4 bladstadium van de teelt 1.5 L/ha (BBCH 12-14). Max. 1 toepassing/teelt. Bufferzone: 20 meter met 50 % drift reducerende techniek. C. PEULGROENTEN Stamslabonen (prinsessen-, snijboon) (groengeoogst) Voedererwten (open L/ha, 1 toepassing 1.5 L/ha, 1 toepassing of 0.75 L/ha, 2 toepassingen Max. 360 g actieve stof/ha. Bufferzone: 20 meter met 75 % drift reducerende techniek L/ha, 1 toepassing 1.5 L/ha,1 toepassing of 0.75 L/ha, 2 toepassingen Max. 360 g as/ha. Bufferzone: 20 meter met 75 % drift reducerende techniek. onkruiden (2-4 bladeren). onkruiden (2-4 bladeren). Algemene opmerking betreffende de dosis De erkende dosis is de laagste dosis waarbij de beste werkzaamheid wordt gewaarborgd in de meeste gevallen. Deze dosis kan worden verlaagd onder verantwoordelijkheid van de gebruiker, bijvoorbeeld in onkruidbestrijdingsprogramma s met lage dosissen (FAR-systeem in bieten). Bij verlaging van de dosis is het niet toegelaten het maximale aantal toepassingen te verhogen, noch de wachttermijn voor de oogst te verkorten. BIJZONDERE TOEPASSINGSVOORWAARDEN Product bestemd voor beroepsgebruik. Steeds behandelen bij groeizame weersomstandigheden. De beste resultaten worden verkregen op grassen in volle groei. Ter bestrijding van kweek: Centurion steeds alleen inzetten (dus niet mengen met andere herbiciden). De spuitoplossing moet de grassen kunnen raken, dus ingrijpen vooraleer er paraplu -effect van de teelt optreedt. Vermijd spuitdrift bij gevoelige teelten zoals maïs en graangewassen. Aanbevolen watervolume : 200 à 400 l/ha Centurion steeds gebruiken met een additief dat erkend is in de behandelde teelt. Vervangteelten: Mogelijke vervanggewassen na het gebruik van Centurion : alle tweezaadlobbige teelten.

3 BEREIDING VAN DE SPUITOPLOSSING, BEHANDELING VAN DE LEGE VERPAKKING EN BEHANDELINGSOVERSCHOTTEN. Het product in de voor 1/2 gevulde spuittank gieten. Mengen en verder met water aanvullen. De zorgvuldig geledigde verpakking van dit product dient met water gespoeld te worden, ofwel manueel (drie opeenvolgende malen schudden) ofwel met behulp van een reinigingssysteem met water onder druk dat op het sproeitoestel geplaatst is. Het bekomen spoelwater moet in de sproeitank gegoten worden. De aldus gespoelde verpakking moet door de gebruiker ingeleverd worden op een daartoe voorzien inzamelpunt. De spuitoverschotten circa 10 maal verdunnen en verspuiten op de reeds behandelde percelen volgens de gebruiksvoorschriften. Vijvers, waterlopen, beken en grachten niet besmetten met het product of de lege verpakking. De verpakking mag in geen enkel geval hergebruikt worden voor andere doeleinden. Om spuitoverschotten na de behandeling te vermijden, moet de benodigde hoeveelheid spuitvloeistof nauwkeurig worden berekend aan de hand van de te behandelen oppervlakte en van het debiet per hectare. MAATREGELEN TER VOORKOMING VAN VERONTREINIGING VAN HET GROND- EN OPPERVLAKTEWATER SP1: zorg ervoor dat u met het product of zijn verpakking geen water verontreinigt. Reinig de apparatuur niet in de buurt van oppervlaktewater. Zorg ervoor dat het water niet via de afvoer van erven of wegen kan worden verontreinigd. SPe3: Om in het water levende organismen te beschermen mag u in een welbepaalde bufferzone rond oppervlaktewater niet sproeien. Voor instructies bij een specifieke teelt: zie rubriek Gebruik en gebruiksdosissen. Driftreductie: vermijd spuitdrift op naburige vegetatie en gronden en op wateroppervlakten en waterlopen. Spuit bij windstil weer, met lage druk bij standaard spuitdoppen of aangepaste druk naargelang de specifieke aanbevelingen voor drift reducerende doppen. Pas de waterhoeveelheid en rijsnelheid aan om zoveel mogelijk drift op naburige gewassen of waterlopen te vermijden. Gebruik drift reducerende doppen langs waterlopen en akkerranden. Erosiegevoelige percelen: het is ten zeerste aanbevolen om erosie beperkende maatregelen te nemen op percelen die erosiegevoelig zijn om afspoeling naar oppervlaktewater tegen te gaan. VOORZORGSMAATREGELEN Gelieve de normale voorzorgsmaatregelen te respecteren die bij het gebruik van plantenbeschermingsmiddelen geldig zijn. Dit product in een originele gesloten verpakking vorstvrij bewaren in een frisse, droge en afgesloten ruimte, speciaal daarvoor bestemd. SPo: na de behandeling de percelen/oppervlakken pas opnieuw betreden nadat de spuitvloeistof is opgedroogd. SPo2: was alle beschermende kleding na gebruik. AANWIJZINGEN VOOR DE EERSTE HULP Bij vermoedelijke vergiftiging, een arts waarschuwen en het antigifcentrum opbellen (tel. Nr ). Na spatten in de ogen : de oogleden goed opensperren en gedurende 10 minuten spoelen met zacht stromend water. Niet naar het andere oog toe spoelen. Blijft het oog pijnlijk of opgezwollen, of verdraagt men moeilijk licht, dan is een verder oogonderzoek aangewezen. Na inademing : het slachtoffer uit de besmette omgeving verwijderen. Na inslikken : Als het slachtoffer slaperig of niet bij bewustzijn is : Niet laten drinken. Niet laten braken. Het slachtoffer op zijn zijde leggen en het hoofd wat lager houden. De ademhalingswegen vrijmaken door de kin en de tong naar beneden te trekken en het eventuele braaksel uit de mond te verwijderen. Als het slachtoffer volledig bij bewustzijn is : Geen braken opwekken. Geen melk laten drinken. Wat water laten drinken en verder advies vragen. Bij morsen op kleren en huid : de verontreinigde kleding verwijderen. De huid overvloedig spoelen met water.

4 ADVIES VOOR DE GENEESHEER Symptomatische behandeling. Meld ons uw ziekteverschijnselen; U helpt hiermee andere gebruikers. Tel. 070/ Antigifcentrum. WAARBORG Elke fabricatie wordt zorgvuldig in het laboratorium gecontroleerd; ook leveren wij alleen producten af van onberispelijke kwaliteit. Omdat het ons echter onmogelijk is om de door de koper gedane toepassing van onze producten na te gaan, kunnen wij aan de koper geen enkele waarborg geven; wij wijzen dan ook alle verantwoordelijkheid af voor wat betreft eventuele onvoldoende resultaten, schade of nadeel berokkend aan mensen, dieren, planten of werktuigen behalve indien duidelijk bewezen is dat de oorzaak van de schade uitsluitend te wijten is aan een gebrek van het product. De koper alleen draagt alle risico over het gebruik van producten gezien hij alleen over de speciale toepassingsmodaliteiten beslist. Centurion : gedeponeerd handelsmerk Arysta Life Science Erkenningshouder : Arysta Lifescience S.A.S. Route d Artix BP 80 F Noguères France Verdeeld door: Bayer Cropscience SA-NV J.E. Mommaertslaan Diegem (Machelen) TEL. 02/ Lotnummer: zie op de verpakking Labelversie: 11/2015 Inhoud: 3L Copyright Bayer CropScience

5 H304 H315 H317 H319 H336 H411 P102 P261 P270 P273 P280 P P P302+P352 P305+P351 +P338 P308-P311 P391 P411 P403+P233 P501 Signaalwoord: Gevaar GHS07 GHS08 GHS09 Gevarenaanduidingen Kan dodelijk zijn als de stof bij inslikken in de luchtwegen terechtkomt. Veroorzaakt huidirritatie. Kan een allergische huidreactie veroorzaken. Veroorzaakt ernstige oogirritatie. Kan slaperigheid of duizeligheid veroorzaken. Giftig voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen. Veiligheidsaanbevelingen Buiten het bereik van kinderen houden. Inademing van spuitnevel vermijden. Niet eten, drinken of roken tijdens het gebruik van dit product. Voorkom lozing in het milieu. Beschermende handschoenen/beschermende kleding/oogbescherming dragen. NA INSLIKKEN: GEEN braken opwekken. BIJ CONTACT MET DE HUID: met veel water en zeep wassen. BIJ CONTACT MET DE OGEN: voorzichtig afspoelen met water gedurende een aantal minuten; contactlenzen verwijderen, indien mogelijk; blijven spoelen. NA (mogelijke) blootstelling: ren ANTIGIFCENTRUM of een arts raadplegen. Gelekte/gemorste stof opruimen. Bij maximaal 30 C bewaren. Op een goed geventileerde plaats bewaren. In goed gesloten verpakking bewaren. Inhoud/verpakking afvoeren naar inzamelpunt voor gevaarlijk of bijzonder afval. Aanvullende informatie EUH210 Veiligheidsinformatieblad op verzoek verkrijgbaar. EUH401 Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor de menselijke gezondheid en het milieu te voorkomen. Bevat/Contient : solvent-nafta (aardolie), zwaar aromatisch/