De kwaliteit van de jeugdhulp bij Altra, School2Care

Transcriptie

1 De kwaliteit van de jeugdhulp bij Altra, School2Care te Amsterdam Utrecht, september Inspectie Jeugdzorg

2 Motto Naar zichtbare kwaliteit in de jeugdhulp! Missie De Inspectie Jeugdzorg, de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de Inspectie Veiligheid en Justitie voeren het landelijk toezicht in het kader van de Jeugdwet uit. Als waren zij één inspectie zien zij in het kader van de Jeugdwet toe op de kwaliteit van de jeugdhulp, de jeugdbescherming en -reclassering en de andere instellingen in het jeugddomein. Daarnaast zien zij toe op de naleving van de wetgeving. Het landelijk toezicht jeugd stimuleert met haar toezicht de voorzieningen tot goede en veilige verzorging, opvoeding en behandeling van kinderen in de jeugdhulp en in de jeugdbescherming en -reclassering en de ondersteuning van ouders en verzorgers van die kinderen. Het landelijk toezicht jeugd draagt er aan bij dat de samenleving er op kan vertrouwen dat kinderen en ouders op tijd en op maat de hulp en zorg krijgen van de instellingen en de professionals. Het onafhankelijke oordeel van het landelijk toezicht jeugd over de kwaliteit van de jeugdhulp, de jeugdbescherming en -reclassering is relevant voor de professional, de instelling en de overheid en helpt bij het verbeteren van die kwaliteit. De foto op de voorkant betreft geen personen in de jeugdhulp en is uitsluitend ter illustratie. 2 Inspectie Jeugdzorg

3 De kwaliteit van de jeugdhulp bij Altra, School2Care te Amsterdam

4 Samenvatting In juni 2016 deden de Inspectie Jeugdzorg en de Inspectie van het Onderwijs (verder te noemen inspecties) onderzoek bij School2Care, onderdeel van Altra Onderwijs en Jeugdhulp. Doel van het onderzoek was om te bepalen in hoeverre School2Care ervoor zorgt dat kinderen verantwoorde hulp krijgen. De inspecties hebben tijdens dit onderzoek (vooral) aandacht besteed aan het geïntegreerd onderwijs- zorgarrangement van School2Care. School2Care in Amsterdam is onderdeel van het aanbod van Altra Onderwijs en Jeugdhulp. School2Care biedt sinds vijf jaar onderwijs en begeleiding aan jongens en meisjes van 12 tot en met 17 jaar die veel spijbelen en extra begeleiding nodig hebben. Het doel is om de jongere binnen een periode van drie maanden tot één jaar (weer) aansluiting te laten vinden binnen het onderwijs of toe te leiden naar werk. Elke jongere heeft een vaste coach. Deze coach is leraar én hulpverlener en verzorgt zowel het onderwijs als de begeleiding. Het eindoordeel van de inspecties luidt dat de kwaliteit van de uitvoering van de jeugdhulp van School2Care voldoende is. De inspecties zijn van oordeel dat de kwaliteit van de jeugdhulp van School2Care op alle criteria voldoende dient te zijn. Bij School2Care is dit bij negen van de elf criteria het geval. De inspecties verwachten dat School2Care ervoor zorgt dat binnen een half jaar aan de twee criteria wordt voldaan die nu nog van onvoldoende kwaliteit zijn. School2Care dient concrete verbetermaatregelen te treffen voor de in dit toezicht geconstateerde tekortkomingen. De inspecties willen vóór 16 september 2016 worden geïnformeerd over deze verbetermaatregelen en de termijnen waarbinnen de maatregelen zijn doorgevoerd. De inspecties volgen de uitvoering van de verbetermaatregelen.

5 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 School2Care... 4 Toetsingskader Bevindingen Uitvoering hulpverlening Veiligheid Leefklimaat Organisatie Eindoordeel en vervolg Bijlage 1 - Toetsingskader Verantwoorde hulp voor jeugd Bijlage 2 Waarderingskader voortgezet speciaal onderwijs Bijlage 3 Verantwoording... 19

6 1 Inleiding In juni 2016 hebben de Inspectie Jeugdzorg en de Inspectie van het Onderwijs onderzoek gedaan bij School2Care, onderdeel van Altra. Doel van het onderzoek was om te bepalen in hoeverre School2Care ervoor zorgt dat kinderen verantwoorde hulp krijgen. De inspecties hebben tijdens dit onderzoek (vooral) aandacht besteed aan het geïntegreerd onderwijs- zorgarrangement van School2Care. School2Care School2Care in Amsterdam is onderdeel van het aanbod van Altra Onderwijs en Jeugdhulp. School2Care biedt sinds vijf jaar onderwijs en begeleiding aan jongens en meisjes van 12 tot en met 17 jaar die veel spijbelen en extra begeleiding nodig hebben. Het doel is om de jongere binnen een periode van drie maanden tot één jaar (weer) aansluiting te laten vinden binnen het onderwijs of toe te leiden naar werk. Elke jongere heeft een vaste coach. Deze coach is leraar en hulpverlener in één en verzorgt zowel het onderwijs als de begeleiding. De jongeren verblijven van uur tot uur op school en werken samen met hun coach aan hun doelen die zich richten op leren en gedrag, vrije tijd en de thuissituatie. Zodra de jongere zijn overstap naar de uitstroombestemming maakt, volgt voor School2Care een periode van ambulante begeleiding. De coach blijft de jongere en zijn of haar ouders begeleiden op de nieuwe school of in het werktraject. In ieder geval gedurende een half jaar en langer wanneer dit nodig is. Toetsingskader Het onderzoek is uitgevoerd aan de hand van het toetsingskader Verantwoorde hulp voor jeugd van de Inspectie Jeugdzorg. Dit toetsingskader bestaat uit vijf thema s: uitvoering hulpverlening, veiligheid, leefklimaat, cliëntenpositie en organisatie. Tijdens het onderzoek bij School2Care hebben de inspecties de thema s uitvoering hulpverlening, veiligheid en leefklimaat getoetst. Bij de beoordeling van de uitvoering van de hulpverlening hebben de inspecties ook indicatoren uit het toezichtkader speciaal onderwijs 2012 van de Inspectie van het Onderwijs betrokken. Het gaat daarbij om indicatoren uit het Waarderingskader voortgezet speciaal onderwijs 2012 die de leerlingenzorg en het onderwijsleerproces betreffen. Ook hebben de inspecties van het thema organisatie de aanwezigheid van Verklaringen Omtrent Gedrag gecontroleerd. Het toetsingskader Verantwoorde hulp voor jeugd en de geselecteerde indicatoren uit het Waarderingskader voortgezet speciaal onderwijs 2012 zijn opgenomen in bijlage 1 respectievelijk 2. 4 Inspectie Jeugdzorg

7 2 Bevindingen In dit hoofdstuk geven de Inspectie Jeugdzorg en de Inspectie van het Onderwijs hun oordeel weer op de thema s uitvoering hulpverlening, veiligheid en leefklimaat. Ook hebben de inspecties van het thema organisatie de aanwezigheid van Verklaringen Omtrent Gedrag gecontroleerd. Ieder thema is uitgewerkt in een aantal criteria. Elke paragraaf bevat de verwachting van de inspectie en een tabel met de oordelen van de inspectie over elk criterium: V O voldoende onvoldoende De beoordeling van de criteria wordt toegelicht aan de hand van de bevindingen. De geselecteerde indicatoren uit het Toezichtkader Speciaal Onderwijs 2012 zijn niet afzonderlijk beoordeeld, maar betrokken bij beoordeling van de criteria van Verantwoorde hulp voor jeugd. De bevindingen bij de indicatoren van het kwaliteitsaspect leerlingenzorg, onderwijsaanbod en onderwijstijd zijn vooral geïntegreerd in het oordeel over criterium Professionals bieden passende hulp. De bevinding bij de geselecteerde indicator didactisch handelen is verwerkt in het oordeel over criterium Professionals bieden hulp van goede kwaliteit. De bevindingen bij de indicatoren van het kwaliteitsaspect schoolklimaat zijn betrokken bij meerdere criteria van de onderdelen Veiligheid en Leefklimaat. In de toetsingskaders die zijn opgenomen in bijlage 1 en 2, staat beschreven wat de inspecties moeten hebben aangetroffen om tot het oordeel voldoende te komen. Overal waar het woord hulp staat in dit hoofdstuk wordt ook onderwijs bedoeld. 2.1 Uitvoering hulpverlening De inspecties verwachten dat kinderen die jeugdhulp krijgen, de hulp krijgen die zij nodig hebben om zich onbedreigd te kunnen ontwikkelen. Oordeel 1. Uitvoering hulpverlening 1.1 Professionals bieden passende hulp. O 1.2 Professionals bieden hulp van goede kwaliteit. V 1.3 Professionals betrekken kinderen en ouders bij de hulp. V 1.4 Professionals stemmen af met de bij de kinderen en hun ouders betrokken instanties. V 5 Inspectie Jeugdzorg

8 Onderbouwing 1.1 Professionals bieden passende hulp Voor elke jongere wordt na de intake een startplan opgesteld met daarin standaarddoelen. Na zes weken wordt het ontwikkelingsperspectief van de jongere vastgesteld en dit wordt, samen met de leerbehoeften op onderwijs- en hulpverleningsgebied, in één integraal ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) vastgelegd. Het OPP moet richting geven aan de invulling van het onderwijs en de hulpverlening, maar schiet hier in tekort. In het OPP ontbreken voor zowel het onderwijs als voor de hulpverlening SMART geformuleerde doelen. Hierdoor is niet inzichtelijk wat de jongere wil leren, welke resultaten er geboekt moeten worden en welke ondersteuning School2Care de jongere hierbij biedt. De inspecties troffen bijvoorbeeld een dossier aan van een jongere met een heel hoog schoolverzuim, maar hierin stond niet beschreven welke handelingen School2Care verricht om dit verzuimpatroon te doorbreken. Doordat concrete doelen en de onderbouwing van de gekozen leerroute en hulp in het OPP ontbreken, is het bij een evaluatie lastig te bepalen welke resultaten zijn behaald en welke stappen zijn gezet om deze resultaten te behalen. Een dergelijke onderbouwing ontbreekt ook regelmatig wanneer leerlingen tijdens hun School2Care-periode switchen van de voortgezet onderwijs-klas (hierna vo-klas) naar de entree-klas. In het OPP staat bij de onderwijsbehoeften beschreven wat voor gedrag de leraar moet laten zien, wat voor groep de leerling nodig heeft en wat voor opdrachten en instructie nodig zijn. Dit is relevante informatie, maar het is niet duidelijk wat het resultaat hiervan moet zijn. Ook staat het beoogde moment van uitstroom niet vermeld waardoor niet duidelijk is hoeveel tijd er is om de jongere goed voor te bereiden op een overstap naar onderwijs of werk. Een deel van de leerlingen komt terecht in de vo-klas. Het onderwijs borduurt hier in principe voort op het voorafgaande onderwijs. Het is echter niet duidelijk naar welke concrete beheersingsniveaus de school toewerkt en op basis van welke gerichte acties. Het onderwijs in de vo-klas lijkt daardoor eerder volgend dan sturend van karakter. De school borgt onvoldoende dat het onderwijsaanbod in de verschillende leergebieden goed aansluit op de eisen van de vervolgschool. De school maakt bovendien niet inzichtelijk hoe zij aan leergebiedoverstijgende doelen, zoals het functioneren in sociale situaties of het ontwikkelen van een persoonlijk toekomstperspectief werkt. De school besteedt hier zeker aandacht aan, maar te weinig op een planmatige en doelgerichte wijze. In de entree-klas wordt doelgerichter en planmatiger gewerkt dan in de vo-klas. De jongeren in deze klas werken toe naar een examen dat leidt tot een diploma. Het OPP wordt regelmatig geëvalueerd. De evaluaties gaan vooral over het gedrag van de jongere. School2Care volgt de ontwikkeling van de jongeren systematisch met passende instrumenten, maar zou deze gegevens meer inzichtelijk kunnen betrekken bij de evaluaties. 6 Inspectie Jeugdzorg

9 1.2 Professionals bieden hulp van goede kwaliteit De medewerkers van School2Care werken volgens professionele standaarden. School2Care heeft samen met haar medewerkers een eigen methodiek ontwikkeld, en deze vastgelegd in een methodiekhandleiding. Verder werken de medewerkers van School2Care volgens het Positive Behavior Support (PBS) principe. Dit principe is gericht op het creëren van een omgeving die het leren bevordert en gedragsproblemen voorkomt, en uit zich onder andere in complimenteren en adequaat gedrag belonen. Een aantal medewerkers is getraind in het gebruik van Signs of Safety, wat breder onder de collega s wordt uitgedragen door het train de trainer principe. Kernbeslissingen worden multidisciplinair in de Commissie van Begeleiding genomen. School2Care zet de hulp tijdig in. Binnen één week na de aanmelding volgt het intakegesprek met de jongere en de voor de jongere belangrijke personen. De jongere start de maandag na het intakegesprek bij School2Care in de instroomklas. Vervolgens wordt de jongere op basis van zijn of haar ontwikkelingsperspectief bij een vo- of entree-klas ingedeeld. School2Care zorgt daarnaast ook voor continuïteit van de hulp, doordat de coaches de jongeren gemiddeld zes maanden ambulante zorg bieden na hun uitstroom bij School2Care. Tijdens deze ambulante fase begeleiden de coaches de overstap naar de nieuwe school of werk en zorgen zij voor een warme overdracht met de nieuwe school of werktraject. Een aandachtspunt is de werkvorm tijdens de leerblokken. Jongeren werken voornamelijk zelfstandig de stof in hun leerboeken door, terwijl coaches individuele instructies geven. Het lukt veel jongeren maar korte tijd om hun aandacht bij het werk te houden. Deze werkvorm is daardoor niet voor alle jongeren passend, zeker niet voor langere tijd. Als leraren meer groepsgericht instructie geven of een klassengesprek voeren, lukt het beter om de aandacht van de leerlingen langer vast te houden. Meer afwisseling in werkvormen kan bijdragen aan de effectiviteit van de leerblokken. 1.3 Professionals betrekken kinderen en ouders bij de hulp Tijdens de intake wordt jongeren en hun ouders duidelijkheid gegeven over de inhoud en uitvoering van het onderwijs en de hulp. Er wordt stilgestaan bij wat ouders en jongeren kunnen verwachten van School2Care, maar ook wordt tijdens de intake uitgelegd wat School2Care van de jongere en zijn of haar ouders verwacht. De coaches informeren de ouders niet alleen tijdens de evaluaties die drie keer per jaar plaatsvinden over de schoolresultaten en het verloop van de hulp, maar gaan daarnaast ook op huisbezoek en nemen tussendoor telefonisch contact op om te vertellen hoe het met de jongere gaat. Het OPP wordt tijdens evaluaties met jongeren en hun ouders besproken en in conceptversie aan hen voorgelegd. Het definitieve plan wordt daarna door School2Care en in de meeste gevallen ook door de ouders en de jongere getekend. 7 Inspectie Jeugdzorg

10 1.4 Professionals stemmen af met de bij de kinderen en hun ouders betrokken instanties Vrijwel alle jongeren bij School2Care hebben een gezinsmanager van Jeugdbescherming Regio Amsterdam. Voor zowel de jongeren als voor de medewerkers van School2Care is het duidelijk dat de gezinsmanager de regievoerder is. Ongeveer één keer in de zes weken vindt er een uitvoeringsoverleg (UVO) plaatst. Bij dit overleg is de jongere aanwezig samen met zijn of haar ouders en de bij de jongere betrokken instanties. Tijdens het UVO wordt de voortgang van het onderwijs en de hulp besproken. Op het moment dat de samenwerking met de betrokken instanties vastloopt, schaalt de coach op naar de gedragswetenschapper of locatiemanager. 2.2 Veiligheid De inspecties verwachten dat kinderen die jeugdhulp krijgen, worden beschermd tegen gevaren die hun ontwikkeling bedreigen. Oordeel 2. Veiligheid 2.1 Professionals houden goed zicht op de veiligheid van kinderen. V 2.2 Professionals beperken de veiligheidsrisico s voor kinderen. O 2.3 Professionals zorgen ervoor dat acuut onveilige situaties voor kinderen worden opgeheven. V Onderbouwing 2.1. Professionals houden goed zicht op de veiligheid van kinderen De coaches houden zicht op de veiligheid van jongeren door onder andere gesprekken met hen te voeren, op huisbezoek te gaan, het netwerk in kaart te brengen en uitvoeringsoverleggen bij te wonen. De uitkomsten van deze activiteiten worden binnen verschillende overleggen multidisciplinair besproken. Daarnaast spelen de twee veiligheidscoördinatoren van School2Care een belangrijke rol als het gaat om het thema veiligheid. Zij worden door collega s geraadpleegd bij vragen en zorgen over veiligheid, maar ook bij incidenten. In de preventieve sfeer organiseert School2Care thema-avonden voor jongeren en ouders over bijvoorbeeld social media en sexting. Een aandachtspunt is dat School2Care bij de start van de plaatsing veiligheidsrisico s niet systematisch inschat. Ook hanteert School2Care geen criteria op grond waarvan risico s door hen ingeschat moeten worden. Dit vormt een risico, omdat de risicotaxatie die Jeugdbescherming Regio Amsterdam uitvoert vrijwel nooit aanwezig is in het dossier en de uitkomsten van de risicotaxatie niet worden verwerkt in het OPP. 8 Inspectie Jeugdzorg

11 2.2 Professionals beperken de veiligheidsrisico s voor kinderen School2Care ontvangt bij de aanmelding relevante informatie over een jongere. De aanmeldgegevens bevatten echter niet structureel informatie over de veiligheid van de jongere. Bovendien maakt School2Care zoals hierboven beschreven bij aanvang van de plaatsing van een jongere geen systematische inschatting van veiligheidsrisico s en is veiligheid geen vast onderdeel van het OPP. Hierdoor ontbreken in het OPP doelen gericht op het vergroten van de veiligheid van de jongere. Ook is niet inzichtelijk of acties zijn uitgezet om de risico s voor de jongere te beperken en welke dat zijn. 2.3 Professionals zorgen ervoor dat acuut onveilige situaties voor kinderen worden opgeheven De medewerkers van School2Care treden bij acute onveiligheid op en zorgen ervoor dat de onveilige situatie voor de jongere wordt beëindigd. Bij acute onveiligheid bepaalt een multidisciplinair team hoe te handelen en stelt de veiligheidscoördinator een veiligheidsplan op. De meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling is bij de medewerkers van School2Care bekend en wordt door hen gebruikt bij een onveilige situatie. Verder zijn de medewerkers toegerust om met acuut onveilige situaties om te kunnen gaan. Zij zijn getraind in het omgaan met agressie en in de-escalerend handelen. Op het niveau van de stichting Altra worden maatregelen getroffen om ervoor te zorgen dat alle scholen voldoen aan de wettelijke bepalingen over de sociale veiligheid van leerlingen op school die per 1 augustus 2015 in werking zijn getreden (Wet op de expertisecentra, artikel 5a). De bepalingen regelen dat elke school ervoor moet zorgen dat er: - veiligheidsbeleid wordt gevoerd; - monitoring plaatsvindt van de veiligheidsbeleving van leerlingen; - een coördinator het aanspreekpunt is voor jongeren en medewerkers over sociale veiligheid. 2.3 Leefklimaat De inspecties verwachten dat kinderen in een aandachtvolle omgeving verblijven. Oordeel 3. Leefklimaat 3.1 De fysieke leefomgeving is van goede kwaliteit. V 3.2 Het leefklimaat is passend bij de kinderen. V 3.3 Professionals hebben een respectvolle houding naar de kinderen. V 9 Inspectie Jeugdzorg

12 Onderbouwing 3.1 De fysieke leefomgeving is van goede kwaliteit De jongeren zijn tevreden over de fysieke leefomgeving. De klaslokalen en de gemeenschappelijke ruimtes zien er opgeruimd en schoon uit. Op meerdere plekken in het gebouw van School2Care hangen ingelijste posters met daarin de kernwaarden van School2Care. Ook hangen er meerdere lijsten met foto s van jongeren en hun coaches tijdens uitstapjes en speciale gelegenheden. In de kantine is een hoek gecreëerd met banken waar de jongeren op de Playstation kunnen spelen of een film kunnen kijken. Daarnaast is in de kantine een voetbaltafel aanwezig. School2Care beschikt over een eigen gymzaal waar jongens en meisjes gescheiden van elkaar sporten. Verder is er een gebedsruimte in het gebouw van School2Care aanwezig voor de jongeren die daar gebruik van willen maken. 3.2 Het leefklimaat is passend bij de kinderen De jongeren draaien vanaf de start bij School2Care direct mee in het volledige dagprogramma van uur tot uur. Wanneer jongeren een baantje hebben of bij een sportclub zitten, kunnen zij in overleg eerder weg. Van de jongeren wordt verwacht dat zij deelnemen aan het onderwijs en de workshops. Jongeren kunnen vanaf uur bij School2Care terecht, ook om te ontbijten, en moeten zich voor uur melden bij de leerplichtassistent. Indien de jongere zich niet meldt, dan worden zijn of haar ouders gebeld om te vragen waar de jongere blijft. Vervolgens wordt gestart met de stamtafel. Dit betreft een samenkomen van jongeren en coaches om de dagplanning en de mededelingen door te spreken. Na de stamtafel volgt in verschillende leerblokken het onderwijs. Vanaf uur worden er workshops aan jongeren gegeven. Tijdens de workshops leren de jongeren onder andere koken, wordt er sportles of sociale vaardigheidstraining gegeven. Net als tussen de middag eten de jongeren in de avond ook gezamenlijk. Na het avondeten volgt een avondprogramma. Rond uur wordt de avond door middel van een stamtafel afgesloten. De jongeren kennen deze vaste dagroutine en de regels die binnen School2Care gelden, maar geven aan dat zij het avondprogramma lang vinden duren en de invulling saai vinden. School2Care vindt het belangrijk dat activiteiten van jongeren van vóór de plaatsing bij School2Care doorgaan. Zo gaan de jongeren die een baantje hebben in de avond naar hun werk en de jongeren die een sport beoefenen gaan naar hun training. Voor jongeren die weinig activiteiten ondernemen in hun vrije tijd, zoeken coaches soms samen naar een passende activiteit. In de zomervakantie verzorgt School2Care een verkort dagprogramma. De jongeren maken dan samen met de coaches uitstapjes. 3.3 Professionals hebben een respectvolle houding naar de kinderen Een belangrijk element van School2Care is de integrale rol van de coach. De coach is zowel docent als hulpverlener en de relatie tussen de coach en de jongere is zeer belangrijk. 10 Inspectie Jeugdzorg

13 De coaches investeren in deze relatie door interesse te tonen, respectvol te zijn, complimenten te geven en door consequent te zijn. De coach leert de leefwereld van de jongere kennen door op huisbezoek te gaan, bij een sportwedstrijd te kijken en door het netwerk van de jongere te leren kennen. De jongeren ervaren bij de coaches een positieve benadering en vertrouwen. De coach is volgens de jongeren 24 uur per dag bereikbaar. Als de coach niet aanwezig is, dan is de schaduwcoach van de jongere dat wel. Het complimenteren en het belonen van positief gedrag volgens de aanpak van de Positive Behavior Support maakt deel uit van de methodiek van School2Care. 2.4 Organisatie De inspecties verwachten dat instellingen die jeugdhulp bieden, voorzien in de voorwaarden om verantwoorde hulp te leveren. Oordeel 5. Organisatie 5.1 De instelling voert systematisch kwaliteitsmanagement uit. nb* 5.2 De instelling zet gekwalificeerde professionals in. nb* 5.3 De instelling handelt conform de wet om haar doelen te bereiken. V 5.4 De instelling zorgt voor jeugdhulp in samenhang met andere hulp. nb* 5.5 De instelling werkt volgens de Governancecode. nb* *niet beoordeeld. De inspecties hebben van het thema organisatie de aanwezigheid van Verklaringen Omtrent Gedrag gecontroleerd. Onderbouwing 5.3 De instelling handelt conform de wet om haar doelen te bereiken School2Care beschikt over actuele Verklaringen Omtrent Gedrag (VOG) van medewerkers, vrijwilligers en stagiaires die contact hebben met jongeren en/of hun ouders. De VOG s zijn afgegeven voor de betreffende functies en worden door School2Care om de vijf jaar vernieuwd. De medewerkers van School2Care zijn of geregistreerd in het Kwaliteitsregister Jeugd of zijn onderwijsbevoegd. 11 Inspectie Jeugdzorg

14 3 Eindoordeel en vervolg Het eindoordeel van de inspecties luidt dat de kwaliteit van de uitvoering van de jeugdhulp van School2Care voldoende is. Het onderwijs en de zorg zijn bij School2Care op een natuurlijke wijze met elkaar geïntegreerd, wat met name tot uiting komt in de functie van de coach. De coaches zijn een rolmodel voor de jongeren en ondersteunen hen met veel aandacht op het gebied van onderwijs én zorg. Jongeren zijn positief over hun verblijf bij School2Care. De inspecties zijn van oordeel dat de kwaliteit van de jeugdhulp van School2Care op alle criteria voldoende dient te zijn. Bij School2Care is dit bij negen van de elf criteria het geval. De inspecties verwachten dat School2Care ervoor zorgt dat binnen een half jaar aan de twee criteria wordt voldaan die nu nog van onvoldoende kwaliteit zijn. School2Care dient concrete verbetermaatregelen te treffen die ertoe leiden dat: Criterium 1.1 Professionals bieden passende hulp. - In het OPP SMART geformuleerde doelen op het gebied van onderwijs en hulpverlening worden opgenomen. - In het OPP de gekozen leerroute, de uitstroombestemming en ondersteuning op het gebied van onderwijs en hulpverlening worden onderbouwd. - School2Care inzichtelijk maakt hoe zij sturing geeft aan een planmatige en opbrengstgerichte invulling van onderwijs en hulpverlening. - In evaluaties van het OPP wordt bepaald of de (tussen)doelen zijn bereikt en wordt onderbouwd welke aanvullende acties of interventies zo nodig worden ingezet. Criterium 2.2 Professionals beperken de veiligheidsrisico s voor kinderen. - School2Care inzichtelijk maakt welke hulp wordt geboden in relatie tot de veiligheid van de jongere. De inspecties willen vóór 16 september 2016 geïnformeerd worden over deze verbetermaatregelen en de termijnen waarbinnen de maatregelen zijn doorgevoerd. De inspecties volgen de uitvoering van de verbetermaatregelen. Daarnaast verwachten de inspecties dat School2Care de benoemde aandachtspunten op het gebied van het systematisch inschatten van veiligheidsrisico s ter harte neemt. 12 Inspectie Jeugdzorg

15 Bijlage 1 - Toetsingskader Verantwoorde hulp voor jeugd Het toetsingskader bestaat uit de thema s uitvoering hulpverlening, veiligheid, leefklimaat, cliëntenpositie en organisatie. Ieder thema is uitgewerkt in een aantal criteria. Om van de oordelen op de verschillende criteria te komen tot het eindoordeel, hanteert de inspectie de onderstaande beslisregel. De inspectie wijkt alleen gemotiveerd van deze beslisregel af als op inhoudelijke gronden hiervoor aanleiding bestaat. Het eindoordeel is: 1. voldoende als 75 procent van de criteria of meer als een voldoende is beoordeeld; 2. matig als tussen de 65 en 75 procent van de criteria als een voldoende is beoordeeld; 3. onvoldoende als minder dan 65 procent van de criteria als een voldoende is beoordeeld, of als een instelling op één of meerdere thema s op alle criteria als onvoldoende is beoordeeld. De inspectie heeft de vetgedrukte criteria onderzocht. 1. UITVOERING HULPVERLENING Kinderen krijgen de hulp die zij nodig hebben om zich onbedreigd te kunnen ontwikkelen. 1.1 Professionals bieden passende hulp. Professionals bieden hulp die aansluit bij de relevante ontwikkelgebieden en de problematiek van de kinderen. Professionals bieden hulp die aansluit bij de achtergrond, eigen mogelijkheden en het probleemoplossend vermogen van kinderen, hun ouders en hun netwerk. Professionals zorgen ervoor dat kinderen contact kunnen (onder)houden met hun ouders en hun netwerk. 1.2 Professionals bieden hulp van goede kwaliteit. Professionals werken volgens professionele standaarden. Professionals zetten de hulp tijdig in. Professionals nemen kernbeslissingen in multidisciplinair verband. Professionals zorgen voor continuïteit van de hulp. 1.3 Professionals betrekken kinderen en ouders bij de hulp. Professionals werken met een plan dat door of in overleg met kinderen en hun ouders is opgesteld. Professionals bieden kinderen en hun ouders duidelijkheid over de inhoud en uitvoering van de hulp. Professionals bejegenen kinderen en hun ouders met respect en nemen hen serieus bij de uitvoering van de hulp. 1.4 Professionals stemmen af met de bij de kinderen en hun ouders betrokken instanties. Professionals stemmen het plan af met de plannen van de overige betrokken instanties. 13 Inspectie Jeugdzorg

16 Professionals evalueren regelmatig het resultaat van de geboden hulp met de overige betrokken instanties. Professionals zorgen voor een tijdige en volledige overdracht naar de overige betrokken instanties. 2. VEILIGHEID Kinderen worden beschermd tegen gevaren die hun ontwikkeling bedreigen. 2.1 Professionals houden goed zicht op de veiligheid van kinderen. Professionals hebben een actueel beeld van de veiligheid van kinderen. Professionals schatten de veiligheid van kinderen in aan de hand van een gestandaardiseerd risicotaxatie instrument. Professionals beoordelen de veiligheid in multidisciplinair verband. 2.2 Professionals beperken de veiligheidsrisico s voor kinderen. Professionals bepalen mede op basis van de veiligheidsrisico s de in te zetten hulp. Professionals bewaken de gemaakte afspraken over het beperken van de veiligheidsrisico s. Professionals stellen vast of de veiligheidsrisico s zijn verminderd. 2.3 Professionals zorgen ervoor dat acuut onveilige situaties voor kinderen worden opgeheven. Professionals treden bij acute onveiligheid actief op. Professionals bepalen multidisciplinair hoe bij acute onveiligheid van kinderen te handelen. Professionals zijn toegerust om met acuut onveilige situaties voor kinderen om te kunnen gaan. 3. LEEFKLIMAAT Kinderen verblijven in een aandachtvolle omgeving. 3.1 De fysieke leefomgeving is van goede kwaliteit. Kinderen zijn tevreden over de fysieke leefomgeving. De leefomgeving is schoon, passend en veilig. Kinderen hebben invloed op de inrichting van de fysieke leefomgeving. 3.2 Het leefklimaat is passend bij de kinderen. Het leefklimaat past bij de leeftijd en de ontwikkelingsfase van de kinderen. Kinderen kennen de dagelijkse routine en de regels binnen de instelling. Kinderen leiden een voor hen zo gewoon mogelijk leven, inclusief onderwijs en vrijetijdsbesteding. 3.3 Professionals hebben een respectvolle houding naar de kinderen. Kinderen vertrouwen de professionals. Professionals hebben tijd en aandacht voor de kinderen. Professionals belonen positief gedrag van kinderen. Professionals tonen voorbeeldgedrag. 14 Inspectie Jeugdzorg

17 4. CLIËNTENPOSITIE Kinderen en hun ouders krijgen voldoende mogelijkheden om voor hun individuele en gemeenschappelijke belangen op te komen. 4.1 De instelling geeft kinderen en hun ouders de mogelijkheid om voor hun individuele belangen op te komen. De instelling onderneemt actie indien kinderen en/of hun ouders aangeven ontevreden te zijn over de aan hen geboden hulp. Kinderen en/of hun ouders kunnen gebruikmaken van een onafhankelijke vertrouwenspersoon. Kinderen en/of hun ouders kunnen een klacht indienen bij een onafhankelijke klachtencommissie. 4.2 De instelling draagt zorg voor de behartiging van gemeenschappelijke belangen van kinderen en hun ouders. De instelling beschikt over een representatieve cliëntenraad. De instelling draagt er zorg voor dat de cliëntenraad naar behoren kan functioneren. De instelling gebruikt de adviezen van de cliëntenraad. De instelling informeert kinderen en hun ouders actief over de cliëntenraad en de wijze waarop de medezeggenschap binnen de instelling is georganiseerd. 4.3 De instelling gaat zorgvuldig om met de gegevens van kinderen en hun ouders. De instelling waarborgt de privacy van kinderen en hun ouders. De instelling zorgt voor waarheidsgetrouwe verslaglegging. De instelling reageert adequaat op een inzage-, afschrift-, of wijzigingsverzoek van kinderen en/of hun ouders. 15 Inspectie Jeugdzorg

18 5. ORGANISATIE De instelling voorziet in de voorwaarden om verantwoorde hulp te leveren. 5.1 De instelling voert systematisch kwaliteitsmanagement uit. De instelling heeft een visie op hoe zij verantwoorde hulp biedt. De instelling verzamelt systematisch informatie over de kwaliteit van de hulp. De instelling brengt op basis van de verzamelde informatie veranderingen aan om de kwaliteit van de hulp te verbeteren. 5.2 De instelling zet gekwalificeerde professionals in. De instelling zorgt voor een verantwoorde werktoedeling. De instelling zet professionals in die aantoonbaar zijn geschoold voor de functie die zij uitoefenen. De instelling biedt medewerkers de mogelijkheid kennis en vaardigheden actueel te houden. De instelling heeft richtlijnen en procedures vastgesteld voor het handelen van de professionals. 5.3 De instelling handelt conform de wet om haar doelen te bereiken. De instelling beschikt over actuele VOG s van medewerkers die contact hebben met kinderen of hun ouders. De instelling handelt volgens een meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. De instelling past vrijheidsbeperkende maatregelen toe conform de wettelijke kaders. De instelling hanteert de wettelijke bewaartermijn voor dossiers. 5.4 De instelling zorgt voor jeugdhulp in samenhang met andere hulp. De instelling heeft samenwerkingsafspraken met haar ketenpartners vastgelegd. De instelling stelt haar professionals in staat samen te werken met ketenpartners. 5.5 De instelling werkt volgens de Governancecode. De instelling beschikt over een Raad van Toezicht die intern toezicht houdt. De instelling beschikt over een Raad van Toezicht die het externe toezicht regelt. De instelling beschikt over een Raad van Toezicht die aan belanghebbenden verantwoording aflegt. 16 Inspectie Jeugdzorg

19 Bijlage 2 Waarderingskader voortgezet speciaal onderwijs 2012 Het onderstaande overzicht vormt een selectie van indicatoren die zijn toegepast in het onderzoek op School2Care. Het volledige toezichtkader speciaal onderwijs 2012 is te vinden op de website: In de waardering wordt tot uitdrukking gebracht in welke mate de indicatoren bijdragen aan de kwaliteit van het desbetreffende kwaliteitsaspect: 1 niet aanwezig; 2 onvoldoende aanwezig; 3 voldoende aanwezig; 4 operationeel. De normindicatoren zijn gemarkeerd met een asterisk (*). Kwaliteitsdomein B: Leerlingenzorg Kwaliteitsaspect 2: De school begeleidt de leerlingen aan de hand van hun ontwikkelingsperspectief, zodat zij zich naar hun mogelijkheden ontwikkelen 2.1* Het ontwikkelingsperspectief bestaat naast de uitstroombestemming en het uitstroomniveau minimaal uit de leerroute die de school met de leerling volgt om het uitstroomniveau te bereiken. 2.2* De school gebruikt een samenhangend systeem van (waar mogelijk genormeerde) instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. 2.3* De school stelt vast of de leerlingen zich ontwikkelen conform het ontwikkelingsperspectief en maakt naar aanleiding hiervan beredeneerde keuzes. 2.4* De school voert het onderwijs en de ondersteuning planmatig uit. 2.5 De school kent structurele samenwerking met ketenpartners waar noodzakelijke interventies op leerlingenniveau haar eigen kerntaak overschrijden. 2.6 De mentoren stimuleren het welbevinden en de motivatie van de leerlingen Kwaliteitsdomein C: Onderwijsleerproces Kwaliteitsaspect 3: De aangeboden leerstofinhouden bereiden de leerlingen voor op vervolgonderwijs en samenleving 3.2 Bij de aangeboden leerinhouden op de leergebied overstijgende vormingsgebieden biedt de school de kerndoelen als te bereiken doelstellingen. 3.3* Het leerstofaanbod van de leerroute sluit aan op de uitstroombestemming. Kwaliteitsaspect 4: De leraren geven de leerlingen voldoende tijd om zich het leerstofaanbod eigen te maken 4.4 Het ongeoorloofd verzuim van leerlingen is beperkt. 17 Inspectie Jeugdzorg

20 Kwaliteitsdomein C: Onderwijsleerproces Kwaliteitsaspect 5: Het schoolklimaat wordt gekenmerkt door veiligheid en respectvolle omgangsvormen 5.2* De school heeft een veilige leer- en werksituatie voor zowel de leerlingen als het personeel. 5.3 De leerlingen gaan op een respectvolle manier met elkaar en anderen om. 5.4 De leraren gaan op een respectvolle wijze om met de leerlingen. 5.5 De inrichting van het gebouw en de lesruimten getuigen van een veilige en inspirerende leer- en werkomgeving. Kwaliteitsaspect 6: De leraren leggen duidelijk uit, organiseren de onderwijsactiviteiten efficiënt en houden de leerlingen taakbetrokken 6.3* De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. 18 Inspectie Jeugdzorg

21 Bijlage 3 Verantwoording Het toezicht is op 14 juni 2016 uitgevoerd bij School2Care. Het toezicht bestond uit de volgende onderdelen: 1. Een gesprek met de directeur onderwijs en de locatiemanager. 2. Het bijwonen van vier onderwijslessen. 3. Het inzien van de incidentenregistratie. 4. Het gezamenlijk lunchen met jongeren en coaches in de kantine. 5. Gestructureerde interviews met: Coaches; Zorgcoördinator; Gedragswetenschapper; Jongeren; Commissie van Begeleiding. 6. De check van tien personeelsdossiers op de aanwezigheid van de Verklaring Omtrent het Gedrag van medewerkers, waarbij de inspecties zelf de dossiers hebben geselecteerd op basis van een aantal criteria. 7. De check van zes dossiers van jongeren, onder andere op de aanwezigheid van een plan en risico-inschattingen en beoordelingen. Hierbij was een medewerker aanwezig. De inspecties hebben zelf de dossiers geselecteerd. 19 Inspectie Jeugdzorg

22 Wat is het landelijk toezicht jeugd? Het landelijk toezicht jeugd bestaat uit de Inspectie Jeugdzorg (IJZ), de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) en de Inspectie Veiligheid en Justitie (IVenJ). Wat zegt de wet over het landelijk toezicht jeugd? De Jeugdwet geeft de inspecties die het landelijk toezicht jeugd vormen de volgende taken: onderzoek doen naar de kwaliteit in algemene zin van de jeugdhulp, de instellingen voor jeugdbescherming en jeugdreclassering, de certificerende instelling, het adviespunt huiselijk geweld en kindermishandeling, de Raad voor de Kinderbescherming en de justitiële jeugdinrichtingen; toezicht houden op de naleving van de kwaliteitseisen die in de wet staan; voorstellen doen voor verbetering. Het toezicht gebeurt uit eigener beweging of op verzoek van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en/of de minister van Veiligheid en Justitie. Het landelijk toezicht houdt bij de vervulling van haar taak rekening met de behoeften van gemeenten. Wat is toezicht? Toezicht houden betekent dat de inspecties informatie verzamelen over de kwaliteit van de instellingen die onder de Jeugdwet vallen, zich een onafhankelijk oordeel vormen en zo nodig ingrijpen. Daarbij kijken zij of het beleid voor deze instellingen in de praktijk goed werkt. De rapporten zijn in principe openbaar. De openbaar gemaakte rapporten staan op de website van de inspecties. Wat wil het landelijk toezicht jeugd bereiken? Het landelijk toezicht jeugd wil met haar onderzoeken bijdragen aan: het behouden en bevorderen van de kwaliteit van de jeugdhulp en de instellingen voor jeugdbescherming en jeugdreclassering en de andere instellingen in het jeugddomein; het versterken van de positie van jeugdigen en hun ouders of verzorgers (de cliënten); de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van het beleid. Waarop houdt zij toezicht? Er zijn vijf verschillende wetten en regelingen met toezichttaken en bevoegdheden voor de inspecties die het landelijk toezicht jeugd vormen: Jeugdwet; Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen; Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie; Wet Centraal Orgaan opvang Asielzoekers; Subsidieregeling opvang kinderen van ouders met een trekkend/varend bestaan. Op grond van die wetten en al dan niet in samenwerking met andere inspecties wordt er toezicht gehouden op de volgende organisaties: de jeugdhulpaanbieders (jeugdzorg, jeugd-ggz en jeugd-lvb); de certificerende instelling voor jeugdbescherming en jeugdreclassering; de instellingen voor jeugdbescherming en jeugdreclassering; Veilig Thuis: het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling; de justitiële jeugdinrichtingen; de vergunninghouders voor interlandelijke adoptie; de opvangvoorzieningen voor (alleenstaande) minderjarige vreemdelingen; de Raad voor de Kinderbescherming Halt; de schippersinternaten. 20 Inspectie Jeugdzorg

23 Inspectie Jeugdzorg Postbus AL Utrecht Inspectie Jeugdzorg