3. Bij schrijven d.d. 28 juli 1999 heeft UPC tegen dit besluit een bezwaarschrift ingediend.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "3. Bij schrijven d.d. 28 juli 1999 heeft UPC tegen dit besluit een bezwaarschrift ingediend."

Transcriptie

1 OPTA/IBT/2000/ Beslissing op het verzoek van Canal+ Nederland B.V. tot een bindende aanwijzing op grond van artikel 8.7 van de Telecommunicatiewet aan Kabeltelevisie Amsterdam B.V. (UPC Nederland) over het doorgiftetarief Besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) op grond van artikel 8.7 van de Telecommunicatiewet in het geschil tussen: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Canal+ Nederland B.V. (hierna te noemen Canal+), gevestigd te Hilversum, gemachtigde mr J.A. Schaap, advocaat te Amsterdam, en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Kabeltelevisie Amsterdam B.V. (handelend onder de naam UPC Nederland, hierna te noemen: UPC ), gevestigd te Amsterdam, gemachtigde mr D.J. Oranje, advocaat te Amsterdam. A. Het verloop van de procedure 1. Bij schrijven d.d. 16 december 1998 heeft Canal+ het college verzocht op grond van artikel 8.7 van de Telecommunicatiewet aan UPC een bindende aanwijzing te geven over de vergoeding die UPC aan Canal+ kan vragen voor de doorgifte van haar programma's via het kabelnet in het verzorgingsgebied Amsterdam, Abcoude, Diemen, Landsmeer, Nigtevecht, Oostzaan en Weesp. 2. Vooruitlopend op de onderhavige eindbeslissing op dit verzoek heeft het college op 9 juli 1999 het navolgende besluit genomen: "I. Vooruitlopend op de eindbeslissing op het verzoek van Canal+ om een bindende aanwijzing jegens UPC geeft het college op grond van artikel 8.7 van de Telecommunicatiewet de volgende bindende aanwijzingen aan UPC: a. Het college is gelet op de specifieke omstandigheden van dit geval van oordeel dat UPC in staat moet worden geacht, zo door Canal+ gewenst, de programma's van Canal+ met ingang van 15 september digitaal door te geven. UPC dient dan ook met ingang van 15 september 1999 aan Canal+ de mogelijkheid te bieden dat haar programma's digitaal worden doorgegeven. UPC dient binnen twee weken na dagtekening van dit besluit en met inachtneming van de overwegingen van dit besluit aan Canal+ een daartoe strekkend aanbod te doen met een gespecificeerde opgave van de kosten die gemoeid zijn met het aanbrengen van de extra voorzieningen die in het omroepnetwerk nodig zijn om de door Canal+ gevraagde digitale doorgifte van haar programma's mogelijk te maken. Indien UPC en Canal+ niet binnen vier weken na dagtekening van dit besluit tot overeenstemming op dit punt zijn gekomen, dient dit onder opgave van de redenen daarvan aan het college te worden gerapporteerd, waarna het college, zo door Canal+ gewenst, een tussenbeslissing op dit punt zal nemen; 1

2 b. UPC wordt verplicht mee te werken aan een boekenonderzoek door het college aangaande de aan het door UPC aan Canal+ verlangde doorgiftetarief ten grondslag liggende gegevens, waarna door het college een bindende aanwijzing aangaande het doorgiftetarief per kanaal zal worden gegeven. II. Het college houdt iedere verdere beslissing op het verzoek van Canal+ om een bindende aanwijzing jegens UPC aan. De volledige tekst van dit besluit is als bijlage 1 (bijlage 1a: de vertrouwelijke versie; bijlage 1b: de van vertrouwelijke bedrijfsinformatie van UPC geschoonde versie) aan dit besluit gehecht. 3. Bij schrijven d.d. 28 juli 1999 heeft UPC tegen dit besluit een bezwaarschrift ingediend. 4. Bij schrijven d.d. 9 augustus 1999 deelde Canal+ onder verwijzing naar het besluit d.d. 9 juli 1999 het college mede dat UPC en Canal+ niet tot overeenstemming met betrekking tot de digitale doorgifte van de Canal+ programma's waren gekomen, en verzocht zij het college een nadere beslissing te nemen met betrekking tot een tarief voor digitale doorgifte van haar programma's. 5. Op het bezwaar van UPC en op het nadere verzoek van Canal+ heeft het college op 4 november 1999 het navolgende besluit genomen: " I. De bezwaren van UPC tegen het besluit d.d. 9 juli 1999 worden ongegrond verklaard; II. Het besluit d.d. 9 juli 1999 wordt wat het bepaalde onder I.b. en onder II betreft, gehandhaafd; III. De aanwijzingen in het besluit d.d. 9 juli 1999 onder I.a. worden gewijzigd in dier voege dat daarvoor de volgende bindende aanwijzingen aan UPC in de plaats worden gesteld: a. Ten aanzien van het voorlopige doorgiftetarief: Het college is van oordeel dat er geen grond is om terug te komen op het bij besluit d.d. 9 juli uitgesproken oordeel dat UPC in staat en, zo door Canal+ gewenst, verplicht was met ingang van 15 september 1999 aan Canal+ de mogelijkheid te bieden aan programma's digitaal door te geven. Het college stelt vast dat het feit dat aan Canal+ niet met ingang van 15 september 1999 de mogelijkheid is geboden haar programma's digitaal door te geven, te wijten is aan toerekenbare tekortkomingen van UPC in de nakoming van haar verplichting om aan de aanwijzing van 9 juli 1999 gevolg te geven. Het college is in dit verband van oordeel dat door UPC niet aan Canal+ kan worden tegengeworpen dat Canal+ tot nu toe geen beslissing over digitale doorgifte van haar programma's heeft genomen, nu het uitblijven van die beslissing begrijpelijk en redelijk is, aangezien UPC tot nu toe heeft nagelaten een (redelijke) opgave te doen van de met de verandering van analoge naar digitale doorgifte gemoeide kosten en van de bij digitale doorgifte geldende vergoeding. Hangende de eindbeslissing op het verzoek van Canal+ over wat als een redelijke vergoeding voor de doorgifte van haar twee programma's heeft te gelden, geeft het college thans bij wege van tussenbeslissing de aanwijzing aan UPC dat UPC voor de doorgifte van de programma's van Canal+ met ingang van 15 september 1999 slechts de helft 2

3 van de tot dan toe door UPC van Canal+ verlangde doorgiftevergoeding mag verlangen met dien verstande: 1. dat deze aanwijzing vervalt indien Canal+ niet binnen twee weken nadat UPC aan haar met inachtneming van de overwegingen van dit besluit duidelijkheid over de decoderspecificatiegegevens en over het behoud van de eigen conditional acces-functionaliteit van Canal+ na inrichting van het eigen digitale platform van UPC heeft verschaft, aan UPC schriftelijk kenbaar maakt dat zij digitale doorgifte van haar programma's wenst; 2. dat UPC tijdens de fase van overgang van analoge naar digitale doorgifte vanaf het moment dat daadwerkelijk met digitale doorgifte wordt begonnen, tot het moment dat de analoge doorgifte op verzoek van Canal+ wordt gestaakt, betaling van twee analoge kanalen van Canal+ mag verlangen; 3. dat, indien bij de eindbeslissing op het verzoek van Canal+ over wat als een redelijke vergoeding voor de doorgifte van haar twee programma's heeft te gelden, zou blijken dat de alsdan vastgestelde vergoeding lager is dan welke bij deze tussenbeslissing is bepaald, UPC gehouden is met terugwerkende kracht tot 15 september 1999 het verschil met Canal+ te verrekenen op de wijze zoals tussen partijen overeengekomen in de op 29 januari 1999 door hen gesloten overeenkomst. b. Ten aanzien van de verplichting van UPC tot digitale doorgifte: UPC is met in achtneming van de overwegingen van dit besluit verplicht de programma's van Canal+ binnen een termijn van een maand nadat Canal+ conform de overwegingen van dit besluit de wens daartoe aan UPC schriftelijk kenbaar heeft gemaakt, in digitale vorm door te geven met dien verstande dat UPC alsdan betaling door Canal+ van de in dit besluit overwogen extra kosten die gemoeid zijn met de verandering van analoge naar digitale doorgifte, mag verlangen. De volledige tekst van dit besluit is als bijlage 2 aan dit besluit gehecht. 6. Bij schrijven d.d. 15 december 1999 heeft Canal+ bij het college een bezwaarschrift ingediend tegen het besluit d.d. 4 november 1999 voorzover het college daarbij onder overweging nr. 68 heeft overwogen geen termen aanwezig te achten om alsnog in afwijking van het besluit d.d. 9 juli 1999 het verzoek van Canal+ te honoreren dat namens haar een externe accountant kennis neemt van de door UPC aan het college verstrekte of te verstrekken bedrijfsvertrouwelijke gegevens. 7. Tegen deze overweging heeft Canal+ bij schrijven d.d. 15 december 1999 tevens beroep in gesteld bij de Arrondissementsrechtbank Rotterdam, Sector Bestuursrecht, waarvan de gronden bij schrijven d.d. 14 januari 2000 zijn aangevuld. 8. Bij besluit d.d. 27 januari 2000 heeft het college Canal+ niet-ontvankelijk verklaard in haar eerdergenoemde bezwaar d.d. 15 december Tegen dit besluit heeft Canal+ bij schrijven d.d. 8 maart 2000 beroep ingesteld bij de Arrondissementsrechtbank Rotterdam, Sector Bestuursrecht 10. Bij schrijven d.d. 3 december 1999 heeft UPC tegen het besluit van 4 november 1999 beroep ingesteld bij de Arrondissementsrechtbank Rotterdam, Sector Bestuursrecht, waarvan de gronden bij schrijven d.d. 28 januari 2000 zijn aangevuld. Aangezien de Arrondissementsrechtbank voornoemd van oordeel is dat 3

4 laatstgenoemd beroep van UPC deels als een bezwaarschrift tegen het besluit d.d. 4 november 1999 moet worden beschouwd, namelijk voorzover het betrekking heeft op het met ingang van 15 september 1999 door UPC van Canal+ te verlangen doorgiftetarief, heeft zij bij schrijven d.d. 8 februari 2000 het college verzocht de behandeling van dit beroepschrift voor dat deel van het besluit d.d. 4 november 1999 over te nemen. Het college merkt daarbij op dat bij het besluit d.d. 4 november 1999 hangende de eindbeslissing op het verzoek van Canal+ over wat als een redelijke vergoeding voor de doorgifte van haar twee programma's heeft te gelden, in verband met de mogelijkheid van digitale doorgifte van de programma's van Canal+ onder voorwaarden een voorlopig doorgiftetarief is vastgesteld, inhoudende dat UPC met ingang van 15 september 1999 slechts de helft van de tot dan toe door UPC van Canal+ verlangde doorgiftevergoeding mag verlangen. Het college heeft gevolg gegeven aan het verzoek van de Arrondissementsrechtbank voornoemd en heeft op 15 mei 2000 een hoorzitting over het bezwaar van UPC gehouden waarop UPC en Canal+ in de gelegenheid zijn gesteld zich daarover te doen horen. Bij schrijven d.d. 15 juni 2000 heeft UPC aan het college verzocht de behandeling van dit bezwaar op te schorten tot medio juli 2000 in verband met het lopend overleg daarover tussen UPC en Canal+. Bij schrijven d.d. 21 juni 2000 heeft Canal+ tegen een dergelijke opschorting bezwaar gemaakt en verzocht om een spoedige beslissing. Het college neemt tegelijkertijd met het onderhavige besluit een separaat besluit genomen op het bezwaar van UPC tegen het besluit d.d. 4 november Op grondslag van het besluit d.d. 9 juli 1999 heeft in gezamenlijke opdracht van het college en de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: NMa) Reyn de Blaey Accountants (hierna: RdB) een boekenonderzoek bij UPC verricht waarvan de rapportage in de vorm van een rapport d.d. 20 januari 2000 als bijlage 3 (bijlage 3a: de vertrouwelijke versie; bijlage 3b: de van vertrouwelijke bedrijfsinformatie van UPC geschoonde versie) aan dit besluit wordt gehecht. 12. Over die rapportage is op 1 februari 2000 een hoorzitting met partijen belegd, waarvan het verslag als bijlage 4 (bijlage 4a: de vertrouwelijke versie van het verslag van het besloten gedeelte; Bijlage 4b de van vertrouwelijke bedrijfsinformatie van UPC geschoonde versie van het verslag van het besloten gedeelte; bijlage 4c het verslag van het openbare gedeelte) aan deze beslissing wordt gehecht. 13. Naar aanleiding van hetgeen door UPC op en na die hoorzitting aan nadere inlichtingen is verstrekt, hebben de accountants voornoemd op 23 februari 2000 een addendum op hun eerdere rapport ingezonden, hetwelk als bijlage 5 (bijlage 5a: de vertrouwelijke versie; bijlage 5b: de van vertrouwelijke bedrijfsinformatie van UPC geschoonde versie) aan dit besluit wordt gehecht. 14. Naar aanleiding van hetgeen door UPC daarna aan nadere inlichtingen is verstrekt, hebben de accountants bij schrijven d.d. 22 maart 2000 een nader advies ingediend dat als bijlage 6 (bijlage 6a: de vertrouwelijke versie; bijlage 6b: de van vertrouwelijke bedrijfsinformatie van UPC geschoonde versie) aan dit besluit wordt gehecht. 15. Bij schrijven d.d. 31 maart 2000 heeft Canal+ nadere stukken ingezonden, die naar haar vermoeden informatie bevatten over de financiële huishouding van UPC, en heeft zij aan het college verzocht deze informatie te verifiëren met de eerder door UPC verstrekte informatie. Naar aanleiding van deze informatie zijn door het college nadere vragen aan UPC gesteld. Daarop is nog nadere informatie door UPC aan het college verstrekt. Naar aanleiding van deze informatie hebben de accountants voornoemd op 28 juli 2000 een eindrapportage ingezonden, hetwelke als bijlage 7 (bijlage 7a: de vertrouwelijke versie; bijlage 7b: de van vertrouwelijke bedrijfsinformatie van UPC geschoonde versie) aan dit besluit wordt gehecht. 4

5 16. Thans dient een eindbeslissing te worden genomen op het oorspronkelijke verzoek van Canal+ d.d. 16 december 1998 over de vergoeding die UPC aan Canal+ kan vragen voor de doorgifte van haar programma's. B. Beoordeling van het geschil 17. Wat de feitelijke grondslag van het geschil, de standpunten van partijen en de beoordeling van het college daarvan betreft, wordt hier kortheidshalve verwezen naar hetgeen terzake is overwogen in de besluiten d.d. 9 juli 1999 en 4 november Bij de onderhavige beslissing is tevens de inhoud betrokken van de stukken zoals weergegeven op de aan dit besluit als bijlagen 8a respectievelijk 8b gehechte Inventarislijsten van vertrouwelijke respectievelijk openbare stukken. 19. Ten aanzien van de vertrouwelijke versies van de aan dit besluit gehechte bijlagen en de stukken voorkomend op de Inventarislijst vertrouwelijke stukken heeft UPC het college verzocht om vertrouwelijke behandeling van de inhoud daarvan. Het college is van oordeel dat geheimhouding daarvan om gewichtige redenen gerechtvaardigd is gelet op de bedrijfsvertrouwelijke aard daarvan. Het doorgiftetarief per kanaal 20. In hetgeen door partijen naar aanleiding van het rapport en de aanvullingen daarop is aangevoerd, is naar het oordeel van het college geen grond gelegen om zich niet met de uitkomsten van het boekenonderzoek en de daaraan in de rapportage verbonden conclusies en aanbevelingen voor het door UPC ultimo 1998 van Canal+ te verlangen doorgiftetarief van DFl per kanaal te verenigen. 21. Voor de motivering van de hiernavolgende bindende aanwijzing aangaande het door UPC ultimo 1998 van Canal+ te verlangen doorgiftetarief wordt hier naar die rapportage verwezen. In dit verband wordt hier tevens verwezen naar de door het college en de NMa op 17 augustus 1999 vastgestelde Richtsnoeren met betrekking tot geschillen over toegang tot omroepnetwerken, op grond waarvan tot de in de rapportage getrokken conclusies is gekomen. 22. Daarbij is een kanttekening op zijn plaats waar het gaat om het door UPC gehanteerde en in het rapport gevolgde rendementspercentage. Het college en de NMa hebben hun visie op hoe een redelijk rendement vastgesteld dient te worden, op 30 juni 1998 reeds neergelegd in een gezamenlijk document (OPTA/IBT/98/981655). In dit document concluderen het college en de NMa dat de zogenaamde weighted average cost of capital-methode (WACC) op basis van het Capital Asset Pricing Model (CAPM) de meest geëigende methode is voor de vaststelling van het redelijk rendement. Voor een nadere motivering wordt hier verwezen naar eerdergenoemd document. 23. Er dient echter te worden geconstateerd dat aan deze methode in dit bijzondere geval en voor de periode 1998 een onvoldoende concrete invulling kan worden gegeven, omdat bij de invulling van de bij deze methode te hanteren variabelen marges dienen te worden aangehouden, aangezien een aantal van de daarbij te betrekken gegevens aangaande de kabelsector in het algemeen, danwel UPC in het bijzonder, niet voorhanden is. In dit kader wijst het college op het gegeven dat voor de kabelsector in het algemeen en voor UPC in het bijzonder geen gegevens bekend zijn die met enige vastigheid de verhouding tussen eigen en vreemd 5

6 vermogen laten vaststellen. Dergelijke gegevens zijn voor de toepassing van de WACC methode van belang. 24. UPC hanteert in het KTA-Tariefmodel een rendementspercentage van [ ], samengesteld uit [ ] gebaseerd op de gemiddelde rente op staatsobligaties en [ ] risicoopslag op het eigen vermogen. Dit percentage is eerder, rekening houdend met de rentestand op staatsobligaties, naar aanleiding van een boekenonderzoek over de jaren door het Ministerie van Economische Zaken akkoord bevonden. Het college en de NMa hebben geoordeeld dat in dit bijzondere geval van de redelijkheid daarvan kan worden uitgegaan. Dit mede omdat een dergelijk rendementspercentage bij terugrekening volgens de WACC-methode zou neerkomen op een verhouding eigen/vreemd vermogen van ongeveer [ ], hetgeen het college en de NMa voor de kabelsector in het algemeen niet als onredelijk voorkomt. 25. In hetgeen overigens en meer in het algemeen door partijen over de besluitvorming van het college over het doorgiftetarief is aangevoerd, is naar het oordeel van het college geen grond gelegen om terug te komen op hetgeen reeds in de besluiten d.d. 9 juli en 4 november 1999 is overwogen. De mogelijkheid van doorgifte digitale signalen 26. Over de implementaties en de uitvoering door partijen van het besluit d.d. 4 november 1999, waar het gaat om de voorwaardelijke verplichting van UPC tot digitale doorgifte van de programma's van Canal+ en de gevolgen daarvan voor het doorgiftetarief, zal, zoals hierboven onder 10. al is aangegeven, een separaat besluit worden genomen. 27. In hetgeen door partijen terzake is aangevoerd, voorzover relevant voor de onderhavige beslissing over het doorgiftetarief, is naar het oordeel van het college geen grond gelegen om terug te komen op hetgeen bij het besluit d.d. 4 november 1999 reeds is overwogen. Vergelijking behandeling door UPC van Canal+ met die ten aanzien van de eigen betaaltelevisieactiviteiten van UPC 28. Uit de rapportage over het boekenonderzoek is gebleken dat er zich enkele, en op zichzelf niet verklaarde, verschillen voordoen tussen de tarieven die UPC aan de verschillende programma-aanbieders in rekening brengt. Voorzover die verschillen geen rechtstreekse vergelijking met het van Canal+ verlangde tarief toelaten en dus het kader van het onderhavige geschil te buiten gaan, laat het college die hier buiten beschouwing. 29. Dit ligt anders waar het gaat om het verschil in behandeling tussen Canal+ en de betaaltelevisieactiviteiten waarin UPC een eigen (minderheids)belang heeft, terzake waarvan [ ] wordt gebezigd. De stelling van UPC dat hierbij geen sprake is van afwijkende afspraken ten opzichte van Canal+, omdat het hier zou gaan om verschillende diensten, kan het college niet tot de zijne maken. Het gaat in beide gevallen om doorgifte van betaaltelevisie-programma's. 30. Uit de rapportage blijkt dat, indien het KTA-Tariefmodel zoals dit door UPC ten opzichte van Canal+ wordt gehanteerd, ook ten aanzien van de eigen betaaltelevisie-activiteiten zou worden gehanteerd, per kanaal een kostengeoriënteerd tarief in rekening zou moeten worden gebracht van circa [ ]. Aangezien voor die activiteiten vijf kanalen door UPC ter beschikking worden gesteld, zou derhalve een bedrag moeten worden doorberekend [ ]. Daartegenover staat een netto-opbrengst [ ]. Als dus de kosten worden betrokken [ 6

7 ] dan ligt de conclusie voor dat [ ]. Een en ander rechtvaardigt tevens de conclusie dat [ ]. Mede gelet op hetgeen daarover in eerder genoemde Richtsnoeren [ ] is overwogen [ ]. Zoals ook al in de Richtsnoeren is neergelegd, dient een en ander tevens tot de opdracht aan UPC te leiden een transparante, objectieve non-discriminatoire kortingsregeling op te stellen en te publiceren. Daartoe krijgt UPC twee maanden de tijd. 31. Mocht blijken dat UPC haar hierboven omschreven verplichtingen aangaande de eigen betaaltelevisieactiviteiten niet nakomt, dan zal het college zonodig op een daartoe strekkend verzoek van Canal+ alsnog een nieuwe beslissing over de gevolgen daarvan voor het van Canal+ verlangde doorgiftetarief nemen. Overleg met NMa 32. Tenslotte wijst het college erop dat over de inhoud van dit besluit overleg is gevoerd met de NMa, die heeft verklaard zich daarmee te kunnen verenigen conform zijn schrijven d.d. 28 juli 2000 dat als bijlage 9 aan dit besluit is gehecht. Besluit over het door UPC van Canal+ voor de doorgifte van haar twee abonnee televisieprogramma s te verlangen vergoeding Op bovenstaande gronden besluit het college naar aanleiding van het verzoek van Canal+ d.d. 16 december 1998, onder verwijzing naar zijn besluiten d.d. 9 juli 1999 en 4 november 1999 en hetgeen daarin is overwogen, en onder verwijzing naar de door Reyn de Blaey Accountants uitgebrachte rapportage over het boekenonderzoek bij UPC, op grond van artikel 8.7 van de Telecommunicatiewet tot de volgende bindende aanwijzing aan UPC: I Op grond van de door UPC over het jaar 1998 verstrekte gegevens is het college van oordeel dat als redelijke vergoeding voor de doorgifte van de twee abonneetelevisieprogramma's van Canal+ ultimo 1998 heeft te gelden een bedrag ad ƒ per kanaal van 8 Mhz dat voor de doorgifte van die programma's door UPC in het verzorgingsgebied Amsterdam, Abcoude, Diemen, Landsmeer, Nigtevecht, Oostzaan en Weesp ter beschikking is gesteld. II Het college geeft, onder verwijzing naar hetgeen onder 30 is overwogen, aan UPC opdracht om binnen twee maanden na dagtekening van dit besluit een transparante, objectieve en non-discriminatoire kortingsregeling op te stellen en te publiceren. Aldus besloten te 's-gravenhage op 31 juli

8 HET COLLEGE VAN DE ONAFHANKELIJKE POST EN TELECOMMUNICATIE AUTORITEIT, namens het college, Prof. dr J.C. Arnbak, voorzitter 8

BESLISSING OP BEZWAAR OPTA/JUZ/99/8050

BESLISSING OP BEZWAAR OPTA/JUZ/99/8050 BESLISSING OP BEZWAAR OPTA/JUZ/99/8050 Het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit, gezien het verzoek d.d. 16 december 1998 van Canal+ Nederland B.V. tot het geven van een bindende

Nadere informatie

18 december 2007 Uitspraak Raad van State 31 oktober 2007; nieuwe beslissing op bezwaar

18 december 2007 Uitspraak Raad van State 31 oktober 2007; nieuwe beslissing op bezwaar Stichting Algemene Programma Raad (APR) p/a Hellingman Bunders advocaten t.a.v. mr. M. Bunders Postbus 75401 1070 AK AMSTERDAM Datum Onderwerp 18 december 2007 Uitspraak Raad van State 31 oktober 2007;

Nadere informatie

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer - ZKZ do mr. D. Oudenaarden (035)

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer - ZKZ do mr. D. Oudenaarden (035) Programmaraad Amstelveen t.a.v. Het Bestuur Postbus 4 1180 BA AMSTELVEEN Datum Onderwerp 10 juli 2007 verzoek handhaving artikel 82k Mediawet jegens Casema Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer

Nadere informatie

Enerzijds, De besloten vennootschap Broadcast Newco Two B.V. gevestigd te Terneuzen, gemachtigde: mr A.J.H.W.M. Versteeg, advocaat te Amsterdam,

Enerzijds, De besloten vennootschap Broadcast Newco Two B.V. gevestigd te Terneuzen, gemachtigde: mr A.J.H.W.M. Versteeg, advocaat te Amsterdam, Besluit geschil Broadcast Newco Two - Nozema met betrekking tot het antenne-opstelpunt Rotterdam OPTA/G.6.00/2000/203055 Oordeel in de zin van artikel 3.11., vijfde en vierde lid, van de Telecommunicatiewet,

Nadere informatie

BESLUIT. 3. De d-g NMa heeft wegens de hiervoor genoemde overtreding aan Van Oord Holding een boete opgelegd.

BESLUIT. 3. De d-g NMa heeft wegens de hiervoor genoemde overtreding aan Van Oord Holding een boete opgelegd. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 4620/147 Betreft zaak: Besluit op bezwaar - Martens en Van Oord Aannemingsbedrijf B.V. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 26146/2011014629 Betreft: beslissing op bezwaar inzake het besluit tot publicatie van het besluit betreffende het leveren van programmagegevens van de landelijke publieke

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit. Nummer 6486/62 Betreft zaak: Easyjet v. N.V. Luchthaven Schiphol 1. Inleiding 1. Op

Nadere informatie

De zienswijze is op de OPTA website onder thema interconnectie te vinden.

De zienswijze is op de OPTA website  onder thema interconnectie te vinden. Inleiding Bij brief van 17 december 2002, kenmerk OPTA/IBT/2002/202957, heeft het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) de markt op de hoogte gebracht

Nadere informatie

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer 0419 ZKZ ho H.F. Ottenhoff (035)

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer 0419 ZKZ ho H.F. Ottenhoff (035) AANTEKENEN Programmaraad Friesland t.a.v. het bestuur Jan de Wittstraat 23 9062 EW OENTSJERK Datum Onderwerp 23 juni 2004 bezwaarschrift Programmaraad Friesland Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer

Nadere informatie

BESLUIT. 4. Bij besluit van 30 september 2002 heeft de d-g NMa de klacht van Broadcast afgewezen (hierna: het bestreden besluit).

BESLUIT. 4. Bij besluit van 30 september 2002 heeft de d-g NMa de klacht van Broadcast afgewezen (hierna: het bestreden besluit). Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot ongegrond verklaring van het tegen zijn besluit van 30 september 2002, nummer

Nadere informatie

CBE-1142 (030)

CBE-1142 (030) CBE-1142 (030) 253 1745 6 april 2004 beroep A. UITSPRAAK Het College van beroep voor de examens aan de Universiteit Utrecht (hierna: het College) heeft de volgende uitspraak gedaan op het beroep van: A.,

Nadere informatie

ECLI:NL:CBB:2002:AE1633

ECLI:NL:CBB:2002:AE1633 ECLI:NL:CBB:2002:AE1633 Instantie Datum uitspraak 09-04-2002 Datum publicatie 17-04-2002 Zaaknummer AWB 00/25 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie College van Beroep voor het bedrijfsleven

Nadere informatie

BESLUIT. 3. De Raad heeft wegens de hiervoor in randnummer 1 genoemde overtreding aan Bouwbedrijf P. Moll B.V. een boete opgelegd.

BESLUIT. 3. De Raad heeft wegens de hiervoor in randnummer 1 genoemde overtreding aan Bouwbedrijf P. Moll B.V. een boete opgelegd. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3938_650/35 Betreft zaak: B&U-sector / Beheermaatschappij P. Moll Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren

Nadere informatie

BESLUIT. 2. De d-g NMa heeft wegens de hiervoor genoemde overtreding aan bovengenoemde ondernemingen een boete opgelegd.

BESLUIT. 2. De d-g NMa heeft wegens de hiervoor genoemde overtreding aan bovengenoemde ondernemingen een boete opgelegd. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 4363-134 Betreft zaak: 4363 Dijkers & Pijl B.V. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht tegen

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 631501/645034 Betreft: Beslissing op bezwaar Sapphire Media International B.V. Het Commissariaat voor de Media, gezien het besluit van 10 juni 2014, verzonden op 19 juni

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nummer 4528-59 Betreft zaak: 4528 / D.

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-151 d.d. 11 mei 2012 (mevrouw mr. E.M. Dil-Stork, voorzitter, mevrouw mr. A.M.T. Wigger en mevrouw. mr. J.W.M. Lenting, leden, met de heer

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 700087/701936 Betreft: Beslissing op het bezwaar inzake het besluit op het ontheffingsverzoek van T-Mobile Netherlands BV met kenmerk 666340/688335. Het Commissariaat voor

Nadere informatie

6. Bij brief van 22 oktober 2001 heeft Vebega de gronden van haar bezwaarschrift op het punt van de ontvankelijkheid aangevuld.

6. Bij brief van 22 oktober 2001 heeft Vebega de gronden van haar bezwaarschrift op het punt van de ontvankelijkheid aangevuld. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit op het bezwaar gericht tegen de beslissing van 4 september 2001, kenmerk 2269-95.F.049. Zaaknummer 2705-19/ Vebega I.

Nadere informatie

GERECHTSHOF AMSTERDAM

GERECHTSHOF AMSTERDAM Uitspraak GERECHTSHOF AMSTERDAM kenmerk 13/00004 en 13/00005 30 juli 2014 uitspraak van de negende enkelvoudige belastingkamer op het hoger beroep van [X] te Uithoorn, belanghebbende, gemachtigde: [A]

Nadere informatie

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE POST per 1 april 2016

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE POST per 1 april 2016 REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE POST per 1 april 2016 Begripsomschrijving Artikel 1. In dit reglement wordt verstaan onder: stichting : de Stichting Geschillencommissies voor Consumentenzaken; commissie

Nadere informatie

BESLUIT inzake geschil Canal+ - UPC IV OPTA/IBT/2002/200696

BESLUIT inzake geschil Canal+ - UPC IV OPTA/IBT/2002/200696 BESLUIT inzake geschil Canal+ - UPC IV OPTA/IBT/2002/200696 Besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: college ) op grond van artikel 8.7 van de Telecommunicatiewet

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN PENSIOENADVISERING D.B. van der Oord Advies BV handelend onder VDO Pensioen

ALGEMENE VOORWAARDEN PENSIOENADVISERING D.B. van der Oord Advies BV handelend onder VDO Pensioen ALGEMENE VOORWAARDEN PENSIOENADVISERING D.B. van der Oord Advies BV handelend onder VDO Pensioen 1. ALGEMEEN. 1.1 Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op overeenkomsten waarbij door D.B. van der

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden van knowledge in store bij de uitvoering van opdrachten tot het verrichten van marktonderzoek.

Algemene Voorwaarden van knowledge in store bij de uitvoering van opdrachten tot het verrichten van marktonderzoek. Algemene Voorwaarden Algemene Voorwaarden van knowledge in store bij de uitvoering van opdrachten tot het verrichten van marktonderzoek. Artikel 1 Algemeen 1.1. Deze algemene voorwaarden aan te duiden

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2006:AY4086

ECLI:NL:CRVB:2006:AY4086 ECLI:NL:CRVB:2006:AY4086 Instantie Datum uitspraak 07-07-2006 Datum publicatie 18-07-2006 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 03/1299 AOW en 04/1342

Nadere informatie

Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst

Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst Aan: De vakorganisaties ABVA/KABO en CFO Dienstleiding Belastingdienst Bijlagen: 1. hoorverslag AAC/00.00102 22 september 2000 2. arbitrageverzoek AAC.71 Onderwerp:

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766

ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766 ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 19-12-2006 Datum publicatie 02-02-2007 Zaaknummer SBR 06-1767 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3802-59 Betreft zaak: Waldeck (verzoek intrekking VLOD) Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot niet ontvankelijk

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 06-07-2010 Datum publicatie 23-07-2010 Zaaknummer AWB 10/180, 10/181, 10/508, 10/513, 10/684 en 10/685 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2012:BV0179

ECLI:NL:CRVB:2012:BV0179 ECLI:NL:CRVB:2012:BV0179 Instantie Datum uitspraak 04-01-2012 Datum publicatie 05-01-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 10-4246 WMO Bestuursrecht

Nadere informatie

BESLUIT. 3. Tegen het bestreden besluit heeft Automark tijdig bezwaar aangetekend bij brief van 30 juli 2008.

BESLUIT. 3. Tegen het bestreden besluit heeft Automark tijdig bezwaar aangetekend bij brief van 30 juli 2008. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6386 / 66 Betreft zaak: Wob-verzoek Automark II Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht tegen

Nadere informatie

BESLUIT. Openbare versie. 1 Verloop van de procedure. Openbaar

BESLUIT. Openbare versie. 1 Verloop van de procedure. Openbaar Openbare versie Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6944/91 Betreft zaak: Zegelverbreking LHV Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht

Nadere informatie

gelet op het bepaalde in de artikelen 42, 64a, 82i en 134 van de Mediawet,

gelet op het bepaalde in de artikelen 42, 64a, 82i en 134 van de Mediawet, Het Commissariaat voor de Media, gezien het bezwaarschrift d.d. 8 januari 2002 van UPC Nederland B.V. tegen het besluit van het Commissariaat voor de Media d.d. 27 november 2001 waarbij aan UPC Nederland

Nadere informatie

2.1 Voor het feitencomplex wordt verwezen naar het bestreden dwangsombesluit van 22 oktober 2009.

2.1 Voor het feitencomplex wordt verwezen naar het bestreden dwangsombesluit van 22 oktober 2009. Ons kenmerk: OPTA/ACNB/2010/201149 Zaaknummer: 09.0181.34.01 Datum: 1 april 2010 van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit op het bezwaar van Telfort B.V. gericht tegen

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst. Datum: 24 maart 2015 Rapportnummer: 2015/067

Rapport. Rapport over een klacht over de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst. Datum: 24 maart 2015 Rapportnummer: 2015/067 Rapport Rapport over een klacht over de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst. Datum: 24 maart 2015 Rapportnummer: 2015/067 2 Klacht Verzoeker klaagt er over dat de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst

Nadere informatie

Regeling Beroepscommissie Gedragscode Onderzoek & Statistiek

Regeling Beroepscommissie Gedragscode Onderzoek & Statistiek Regeling Beroepscommissie Gedragscode Onderzoek & Statistiek Begripsomschrijving Artikel 1 In deze beroepsregeling wordt verstaan onder: Gedragscode: De gedragscode die de VBO, VSO en MOA hebben vastgesteld

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN ADVISERING VAN NL PENSIOEN OP HET TERREIN VAN PENSIOENEN EN EMPLOYEE BENEFITS

ALGEMENE VOORWAARDEN ADVISERING VAN NL PENSIOEN OP HET TERREIN VAN PENSIOENEN EN EMPLOYEE BENEFITS ALGEMENE VOORWAARDEN ADVISERING VAN NL PENSIOEN OP HET TERREIN VAN PENSIOENEN EN EMPLOYEE BENEFITS 1. ALGEMEEN. 1.1 Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op overeenkomsten waarbij door NL Pensioen,

Nadere informatie

Ons kenmerk [VERTROUWELIJK] Contactpersoon [VERTROUWELIJK]

Ons kenmerk [VERTROUWELIJK] Contactpersoon [VERTROUWELIJK] Autoriteit Persoonsgegevens AANGETEKEND Datum Contactpersoon Onderwerp Besluit tot invordering en voornemen tot publicatie Geachte, Bij besluit van 11 mei 2017 met kenmerk heeft de Autoriteit Persoonsgegevens

Nadere informatie

Inzet van middelen: Er zijn geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel

Inzet van middelen: Er zijn geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel College V200900174 Onderwerp: Beslissing op bezwaarschrift van T.J.G. Berkers met betrekking tot de d.d. 5 september 2008 verleende bouwvergunning voor het vergroten van het woonhuis en het plaatsen van

Nadere informatie

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit OPENBAAR. 1 Verloop van de procedure

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit OPENBAAR. 1 Verloop van de procedure OPENBAAR Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3309 / 347 Betreft zaak: NIP, LVE, NVVP Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot gegrondverklaring van de

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 641581/644645 Betreft: Beslissing op bezwaar inzake Radio Unique en Jazz Radio Het Commissariaat voor de Media, gezien de volgende besluiten: het besluit van 20 januari 2015,

Nadere informatie

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201108441/1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) op het

Nadere informatie

Gelet op het bepaalde in de artikelen 2.61, 2.70, 6.13, eerste lid, aanhef en onder c, en het tweede lid, onder a, van de Mediawet 2008,

Gelet op het bepaalde in de artikelen 2.61, 2.70, 6.13, eerste lid, aanhef en onder c, en het tweede lid, onder a, van de Mediawet 2008, Besluit Kenmerk: 23557/2011002840 Betreft: bestuursrechtelijke handhaving Commissariaat voor de Media Gezien het verzoek van 9 september 2010 van de Stichting Stad Schagen Radio, ontvangen op 13 september

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B tegen C te D Zaak : Beëindiging, emigratie Zaaknummer : 2008.02006 Zittingsdatum : 18 november 2009 1/6 Geschillencommissie Zorgverzekeringen (prof. mr. A.I.M.

Nadere informatie

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT. Nummer 2853-28 Betreft zaak: DGT B.V. vs Relan Arbo B.V. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring

Nadere informatie

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE TELECOMMUNICATIEDIENSTEN per 2 mei 2016

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE TELECOMMUNICATIEDIENSTEN per 2 mei 2016 REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE TELECOMMUNICATIEDIENSTEN per 2 mei 2016 Begripsomschrijving Artikel 1. In dit reglement wordt verstaan onder: stichting : de Stichting Geschillencommissies voor Consumentenzaken;

Nadere informatie

1. Op 2 juli 1999 heeft Nellen Seeds bij de NMa een klacht ingediend tegen de Nederlandse Vereniging voor Zaaizaad en Plantgoed (hierna: NVZP).

1. Op 2 juli 1999 heeft Nellen Seeds bij de NMa een klacht ingediend tegen de Nederlandse Vereniging voor Zaaizaad en Plantgoed (hierna: NVZP). BESLUIT Zaaknummer 1400/Nellen Seeds vs NVZP Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot niet ontvankelijkverklaring van het bezwaarschrift gericht tegen zijn besluit

Nadere informatie

3. Tegen het besluit werd op 10 oktober 2006 een bezwaarschrift ingediend. 2

3. Tegen het besluit werd op 10 oktober 2006 een bezwaarschrift ingediend. 2 Advies in de zaak 4802, Cegelec B.V. Prismanummer: Subcommissie van de Adviescommissie bezwaarschriften Mededingingswet bestaande uit: prof. mr J.H. Jans (voorzitter), dr J.F. Appeldoorn (secretaris) en

Nadere informatie

DOORLOPENDE VOLMACHT BV EURO AUTO LOGIC BV t.b.v. mr. T.B. Vriesema. a. De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid:

DOORLOPENDE VOLMACHT BV EURO AUTO LOGIC BV t.b.v. mr. T.B. Vriesema. a. De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid: DOORLOPENDE VOLMACHT BV EURO AUTO LOGIC BV t.b.v. mr. T.B. Vriesema De ondergetekende: a. De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid: gevestigd en kantoorhoudende te en ten deze rechtsgeldig

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN ADVISERING JOHN VAN VLIET FINANCIEEL ADVIES OP HET TERREIN VAN VERZEKERINGEN, PENSIOENEN EN ANDERE EMPLOYEE BENEFITS

ALGEMENE VOORWAARDEN ADVISERING JOHN VAN VLIET FINANCIEEL ADVIES OP HET TERREIN VAN VERZEKERINGEN, PENSIOENEN EN ANDERE EMPLOYEE BENEFITS ALGEMENE VOORWAARDEN ADVISERING JOHN VAN VLIET FINANCIEEL ADVIES OP HET TERREIN VAN VERZEKERINGEN, PENSIOENEN EN ANDERE EMPLOYEE BENEFITS 1. ALGEMEEN. 1.1 Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing

Nadere informatie

1. ALGEMEEN. 2. OVEREENKOMST.

1. ALGEMEEN. 2. OVEREENKOMST. ALGEMENE VOORWAARDEN ADVISERING VAN SCHRIJVER ASSURANTIE MANAGEMENT OP HET TERREIN VAN RISK MANAGEMENT, VERZEKERINGEN, PENSIOENEN EN ANDERE EMPLOYEE BENEFITS 1. ALGEMEEN. 1.1 Deze algemene voorwaarden

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN

ALGEMENE VOORWAARDEN ALGEMENE VOORWAARDEN ADVISERING FINANCIEEL ADVIESBUREAU KARIN BLOTT OP HET TERREIN VAN HYPOTHEKEN / VERZEKERINGEN / OVERIG FINANCIEEL ADVIES. 1. ALGEMEEN. 1.1 Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing

Nadere informatie

Beslisdocument college van Peel en Maas

Beslisdocument college van Peel en Maas Beslisdocument college van Peel en Maas Document openbaar: Ja Zaaknummer: 1894/2016/888870 Besluitnummer: 21 6.4 Onderwerp: Beslissing op bezwaar Advies: Gelet op het gestelde in de uitspraak van de Rechtbank

Nadere informatie

Rapport Datum: 23 oktober 2013 Rapportnummer: 2013/153

Rapport Datum: 23 oktober 2013 Rapportnummer: 2013/153 Rapport Rapport over een klacht over de Belastingdienst te Almere (voorheen Belastingdienst/Randmeren) Datum: 23 oktober 2013 Rapportnummer: 2013/153 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de ontvanger van

Nadere informatie

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE ENERGIELABEL per 7 juli 2015

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE ENERGIELABEL per 7 juli 2015 REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE ENERGIELABEL per 7 juli 2015 Begripsomschrijving Artikel 1. In dit reglement wordt verstaan onder: stichting : de Stichting Geschillencommissies voor Consumentenzaken; commissie

Nadere informatie

Verweerder heeft op 7 november 1995 een verweerschrift ingediend.

Verweerder heeft op 7 november 1995 een verweerschrift ingediend. Zaaknummer: 1995/147 Rechter(s): mrs. Loeb, Martens, dr Brommer Datum uitspraak: 4 maart 1996 Partijen: X tegen het college van bestuur van de Rijksuniversiteit Groningen Trefwoorden: Fatale datum, bekendmaking

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2017:3845

ECLI:NL:RBLIM:2017:3845 ECLI:NL:RBLIM:2017:3845 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 26042017 Datum publicatie 27042017 Zaaknummer 5494929 \ CV EXPL 1610633 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Verbintenissenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBBRE:2011:BP8246

ECLI:NL:RBBRE:2011:BP8246 ECLI:NL:RBBRE:2011:BP8246 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 25-02-2011 Datum publicatie 18-03-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 10 / 938 Wmo Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Intermediaire Voorschotbank B.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen de Kredietverstrekker.

Intermediaire Voorschotbank B.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen de Kredietverstrekker. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-048 d.d. 18 januari 2018 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. dr. S.O.H. Bakkerus en mr. J.S.W. Holtrop, leden en mw. mr. M. Nijland,

Nadere informatie

Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3801-75 Betreft zaak: Waldeck (VLOD) Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot nietontvankelijk verklaring van het

Nadere informatie

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE ENERGIELABEL per 1 oktober 2012

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE ENERGIELABEL per 1 oktober 2012 REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE ENERGIELABEL per 1 oktober 2012 Begripsomschrijving Artikel 1. In dit reglement wordt verstaan onder: stichting : de Stichting Geschillencommissies voor Consumentenzaken;

Nadere informatie

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Afweging. Inzet van Middelen. Risico's. Zaaknummer: OLOGJvB26

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Afweging. Inzet van Middelen. Risico's. Zaaknummer: OLOGJvB26 Zaaknummer: OLOGJvB26 Onderwerp Beslissing op bezwaarschrift m.b.t. weigering verzoek om wijziging van het bestemmingsplan "Buitengebied Vlijmen" ten behoeve van de bouw van een woonhuis, schuur en kassen

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procesverloop

Samenvatting. 1. Procesverloop Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-502 (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter, mr. B.F. Keulen en mr. W.H.G.A. Filott mpf, leden en mr. A. Kanhai, secretaris) Klacht ontvangen

Nadere informatie

Rapport. inzake. de stichting FUNDASHON E HENDE. tegen. de Minister van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning

Rapport. inzake. de stichting FUNDASHON E HENDE. tegen. de Minister van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning Rapport inzake de stichting FUNDASHON E HENDE tegen de Minister van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning Scharlooweg 41, Tel: (+5999) 461-0303 Fax: (+5999) 461-9483 Info@ombudsman-curacao.cw 1. Inleiding

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden Dockbite B.V.

Algemene Voorwaarden Dockbite B.V. Algemene Voorwaarden Dockbite B.V. Artikel 1 Definities 1. In deze algemene voorwaarden worden de hiernavolgende termen in de navolgende betekenis gebruikt, tenzij uitdrukkelijk anders is aangegeven. -

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN ADVISERING VAKADI ASSURANTIEN C.V. OP HET TERREIN VAN RISK MANAGEMENT, VERZEKERINGEN EN EMPLOYEE BENEFITS

ALGEMENE VOORWAARDEN ADVISERING VAKADI ASSURANTIEN C.V. OP HET TERREIN VAN RISK MANAGEMENT, VERZEKERINGEN EN EMPLOYEE BENEFITS ALGEMENE VOORWAARDEN ADVISERING VAKADI ASSURANTIEN C.V. OP HET TERREIN VAN RISK MANAGEMENT, VERZEKERINGEN EN EMPLOYEE BENEFITS 1. ALGEMEEN. 1.1 Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op overeenkomsten

Nadere informatie

Rapport. Datum: 23 maart 2000 Rapportnummer: 2000/115

Rapport. Datum: 23 maart 2000 Rapportnummer: 2000/115 Rapport Datum: 23 maart 2000 Rapportnummer: 2000/115 2 Klacht Op 8 oktober 1999 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw K. te Sri Lanka, ingediend door mevrouw mr. I. Gerrand, advocaat

Nadere informatie

prof. mr. A.S. Hartkamp, voorzitter, mr A. Bus, mr. F.H.J. Mijnssen, mr. F.P. Peijster en prof. mr. F.R. Salomons.

prof. mr. A.S. Hartkamp, voorzitter, mr A. Bus, mr. F.H.J. Mijnssen, mr. F.P. Peijster en prof. mr. F.R. Salomons. GCHB 2012-434 Uitspraak van 2 februari 2012 prof. mr. A.S. Hartkamp, voorzitter, mr A. Bus, mr. F.H.J. Mijnssen, mr. F.P. Peijster en prof. mr. F.R. Salomons. Consument aanvaardt advies van de Geschillencommissie

Nadere informatie

UITTREKSEL uit het Huishoudelijk Reglement van de Stichting ROTA 8 mei 2014

UITTREKSEL uit het Huishoudelijk Reglement van de Stichting ROTA 8 mei 2014 UITTREKSEL uit het Huishoudelijk Reglement van de Stichting ROTA 8 mei 2014 Hoofdstuk 2 Vaststelling van het Reglement omtrent de behandeling van klachten door het Bestuur (Het Klachtenreglement Reclamewezen)

Nadere informatie

Koninklijke Nederlandse Voetbalbond. College van Arbiters. ARBITRAAL VONNIS nr d.d. 25 januari 2013 in de zaak van:

Koninklijke Nederlandse Voetbalbond. College van Arbiters. ARBITRAAL VONNIS nr d.d. 25 januari 2013 in de zaak van: Koninklijke Nederlandse Voetbalbond College van Arbiters ARBITRAAL VONNIS nr. 1365 d.d. 25 januari 2013 in de zaak van: De besloten vennootschap RKC Waalwijk B.V., gevestigd en kantoorhoudende te Waalwijk,

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 26574/2012006262 Betreft: Beslissing op bezwaar tegen de vaststelling toezichtskosten 2011 NostalgieNet b.v. Het Commissariaat voor de Media, gezien het besluit van 9 december

Nadere informatie

4. Op 23 september 2014 heeft u schriftelijk en per laten weten af te willen zien van de hoorzitting.

4. Op 23 september 2014 heeft u schriftelijk en per  laten weten af te willen zien van de hoorzitting. Ons kenmerk: ACM/DJZ/2014/205722_OV Zaaknummer: 14.0492.51.1.01 Datum: Beslissing op bezwaar van de Autoriteit Consument en Markt inzake het bezwaarschrift van de heer [VERTROUWELIJK] van 22 juli 2014,

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:1999:ZB8147

ECLI:NL:CRVB:1999:ZB8147 ECLI:NL:CRVB:1999:ZB8147 Instantie Datum uitspraak 02-03-1999 Datum publicatie 11-09-2001 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 98/6295 ABW Bestuursrecht

Nadere informatie

2.2 Huis & Hypotheek Bergen behoudt zich het recht voor opdrachten zonder opgave van redenen te weigeren.

2.2 Huis & Hypotheek Bergen behoudt zich het recht voor opdrachten zonder opgave van redenen te weigeren. Algemene voorwaarden 1 Algemeen 1.1 Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op overeenkomsten waarbij door Huis & Hypotheek Bergen verder ook opdrachtnemer te noemen, al dan niet op declaratiebasis

Nadere informatie

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer ZKZ ho H.F. Ottenhoff (035)

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer ZKZ ho H.F. Ottenhoff (035) AANTEKENEN Programmaraad Friesland t.a.v. het bestuur, Postbus 3 9062 ZH OENKERK Datum Onderwerp 5 februari 2004 verzoek ex artikel 82k, tweede lid, Mediawet Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : De heer A te B tegen De Friesland Zorgverzekeraar N.V. te Leeuwarden en Achmea Zorgverzekeringen N.V. te Zeist Zaak : Aanvullende ziektekostenverzekering, beëindiging,

Nadere informatie

gezien het daartegen op 24 september 2012 ingediende pro forma bezwaarschrift, aangevuld bij brief van 11 september 2013,

gezien het daartegen op 24 september 2012 ingediende pro forma bezwaarschrift, aangevuld bij brief van 11 september 2013, Besluit op bezwaar Kenmerk: 612321/630377 Betreft: Radio Decibel Het Commissariaat voor de Media, gezien zijn beslissing van 17 maart 2009, kenmerk 15300/2009002841, waarbij de namen van drie radioprogrammakanalen

Nadere informatie

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer 050120.01-PG/BD FTZ-002333-sw drs. S. Windt (035) 7737 743

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer 050120.01-PG/BD FTZ-002333-sw drs. S. Windt (035) 7737 743 Stichting Omrop Fryslân t.a.v. het bestuur Postbus 7600 8903 JP LEEUWARDEN Datum Onderwerp 31 maart 2005 bezwaarschrift Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer 050120.01-PG/BD FTZ-002333-sw

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nummer 5551 / 63 Betreft zaak: KPN Wob-verzoek

Nadere informatie

MEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten,

MEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten, Vonnis RECHTBANK LEEUWARDEN Sector kanton Locatie Heerenveen zaak-/rolnummer: 371218 CV EXPL i 1-5231 vonnis van de kantonrechter d.d. 14 maart 2012 inzake X wonende te eiser. procederende met toevoeging.

Nadere informatie

LEVERINGSVOORWAARDEN STRUIJS FINANCIAL PLANNING:

LEVERINGSVOORWAARDEN STRUIJS FINANCIAL PLANNING: LEVERINGSVOORWAARDEN STRUIJS FINANCIAL PLANNING: 1. ALGEMEEN 1.1 Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op overeenkomsten waarbij door Struijs Financial Planning (hierna SFP) al dan niet op declaratiebasis

Nadere informatie

BEZWARENREGLEMENT ex. artikel 7:13 Awb van de Openbare Rechtspersoon Openbaar Onderwijs Zwolle en Regio te Zwolle

BEZWARENREGLEMENT ex. artikel 7:13 Awb van de Openbare Rechtspersoon Openbaar Onderwijs Zwolle en Regio te Zwolle BEZWARENREGLEMENT ex. artikel 7:13 Awb van de Openbare Rechtspersoon Openbaar Onderwijs Zwolle en Regio te Zwolle Het bevoegd gezag, zijnde het College van Bestuur van de Openbare Rechtspersoon Openbaar

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 621648/628545 Betreft: vaststelling toezichtskosten 2013 Het Commissariaat voor de Media, gezien zijn besluit van 13 december 2013, kenmerk 617495/619195, waarbij het Commissariaat

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. R.G. de Kruif, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. R.G. de Kruif, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-264 (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. R.G. de Kruif, secretaris) Klacht ontvangen op : 27 juli 2017 Ingediend door : Consument Tegen

Nadere informatie

Algemene voorwaarden van De Oranje Fiets, praktijk voor coaching, begeleiding en bijles

Algemene voorwaarden van De Oranje Fiets, praktijk voor coaching, begeleiding en bijles Algemene Voorwaarden Algemene voorwaarden van De Oranje Fiets, praktijk voor coaching, begeleiding en bijles Artikel 1 Algemeen Artikel 2 Uitvoering van de overeenkomst Artikel 3 Betaling Artikel 4 Eigendomsvoorbehoud

Nadere informatie

De Hoge Raad der Nederlanden,

De Hoge Raad der Nederlanden, 2 januari 1980. nr. 19.623 DG. De Hoge Raad der Nederlanden, Gezien het beroepschrift in cassatie van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Y B.V. te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN DE NEDERLANDSE PENSIOEN ASSOCIATIE Versie mei 2015

ALGEMENE VOORWAARDEN DE NEDERLANDSE PENSIOEN ASSOCIATIE Versie mei 2015 ALGEMENE VOORWAARDEN DE NEDERLANDSE PENSIOEN ASSOCIATIE Versie mei 2015 1. ALGEMEEN. 1.1 Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op overeenkomsten waarbij door De Nederlandse Pensioen Associatie,

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN ADVISERING ALFISURE 1. ALGEMEEN.

ALGEMENE VOORWAARDEN ADVISERING ALFISURE 1. ALGEMEEN. ALGEMENE VOORWAARDEN ADVISERING ALFISURE 1. ALGEMEEN. 1.1 Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op overeenkomsten waarbij door Alfisure, verder ook opdrachtnemer te noemen, al dan niet op declaratiebasis

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:1999:AA3765

ECLI:NL:RBROT:1999:AA3765 ECLI:NL:RBROT:1999:AA3765 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 01-04-1999 Datum publicatie 10-11-2004 Zaaknummer VMEDED 99/366-Sl Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Voorlopige voorziening

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procedure

Samenvatting. 1. Procedure Niet-Bindende uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-247 d.d. 30 augustus 2012 (mr. C.E. du Perron, voorzitter, prof. drs. A.D. Bac en de heer J.C. Buiter, leden en mevrouw mr.

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201010673/1 A/1. Datum uitspraak: 25 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 2962-12 Betreft zaak: Van der Post-overheidssteun politieke partijen Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot nietontvankelijkverklaring

Nadere informatie

2. Bij besluit van de d-g NMa van 5 september 2001 (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen.

2. Bij besluit van de d-g NMa van 5 september 2001 (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen. BESLUIT Nummer 2600/ 41 Betreft zaak: Ralet vs CZ en VGZ Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van het bezwaar gericht tegen zijn besluit van

Nadere informatie

Beschikking op ontheffingsverzoek

Beschikking op ontheffingsverzoek Beschikking op ontheffingsverzoek Kenmerk: 15637\2009000994 Betreft: ontheffingsverzoek Europese quota Film 1, Film 1.2 en Film 1.3 alsmede Film 1 Action Beschikking van het Commissariaat voor de Media

Nadere informatie

BESLUIT. 4. Tegen het bestreden besluit heeft M.E. Steneker (hierna: bezwaarmaker) tijdig bezwaar aangetekend bij brief van 3 augustus 2006.

BESLUIT. 4. Tegen het bestreden besluit heeft M.E. Steneker (hierna: bezwaarmaker) tijdig bezwaar aangetekend bij brief van 3 augustus 2006. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3938_277/44 Betreft zaak: B&U-sector / Bouwbedrijf Steneker Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht

Nadere informatie

Hieronder staan de Algemene Voorwaarden van Wake n Walk Vierdaagseslaapplaats. Wanneer er onduidelijkheden of vragen zijn, kunt u altijd en.

Hieronder staan de Algemene Voorwaarden van Wake n Walk Vierdaagseslaapplaats. Wanneer er onduidelijkheden of vragen zijn, kunt u altijd  en. Geachte Gast, Hieronder staan de Algemene Voorwaarden van Wake n Walk Vierdaagseslaapplaats. Wanneer er onduidelijkheden of vragen zijn, kunt u altijd e-mailen. Met vriendelijke groet, Jur Jacobs CONTRACTVOORWAARDEN

Nadere informatie

Algemene voorwaarden voor financiële dienstverleners

Algemene voorwaarden voor financiële dienstverleners Algemene voorwaarden voor financiële dienstverleners Deze algemene voorwaarden worden gehanteerd door Sinior Hypotheek & Financieel Advies, gevestigd te Hengelo aan de Enschedesestraat 164 (7552 CL) hierna

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2001:AB2258

ECLI:NL:CRVB:2001:AB2258 ECLI:NL:CRVB:2001:AB2258 Instantie Datum uitspraak 05-04-2001 Datum publicatie 02-08-2001 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 99/3213 AW Bestuursrecht

Nadere informatie

1. In deze algemene voorwaarden worden de hiernavolgende termen in de navolgende betekenis gebruikt, tenzij uitdrukkelijk anders is aangegeven.

1. In deze algemene voorwaarden worden de hiernavolgende termen in de navolgende betekenis gebruikt, tenzij uitdrukkelijk anders is aangegeven. Algemene voorwaarden voor dienstverlening van: JanssenCoaching hierna te noemen: opdrachtnemer Artikel 1 Definities 1. In deze algemene voorwaarden worden de hiernavolgende termen in de navolgende betekenis

Nadere informatie