Bestemmingsplan Maastricht Aachen Airport, herziening brandweertrainingsobject. Gemeente Beek

Transcriptie

1 Bestemmingsplan Maastricht Aachen Airport, herziening brandweertrainingsobject

2

3 Bestemmingsplan Maastricht Aachen Airport, herziening brandweertrainingsobject Toelichting Regels Plankaart schaal 1:2.000 Vastgesteld: 18 december 2014 Projectgegevens: TOE A REG A TEK A Vestiging Oosterhout Beneluxweg SJ Oosterhout T: +31 (0) Vestiging Maastricht Louis Loyensstraat AK Maastricht T: +31 (0) info@croonenburo5.com

4

5 Inhoud 1 Inleiding Algemeen Plangebied Vigerend bestemmingsplan 2 2 Planbeschrijving Het initiatief Regeling vigerend bestemmingsplan Conclusie en plansystematiek 6 3 Uitvoerbaarheid Beleidskader Milieuhygiënische en planologische verantwoording Economische uitvoerbaarheid Maatschappelijke uitvoerbaarheid 10

6 Ligging plangebied (maps.bing.com) Begrenzing plangebied

7 1 Inleiding 1.1 Algemeen Maastricht Aachen Airport beschikt over een bedrijfsbrandweer, die regelmatig theorieen praktijktraining krijgt. Een deel van de praktijkoefeningen vindt plaats op het luchthaventerrein, voor een deel van de oefeningen werd tot voor kort gebruik gemaakt van de faciliteiten van het Brandweer Opleidings- en Trainingscentrum (BOTC) van de Koninklijke Luchtmacht in Woensdrecht. Door bezuinigingen van het Ministerie van Defensie is het voor brandweerkorpsen van burgerluchthavens inmiddels niet meer mogelijk om gebruik te maken van het BOTC. Omdat het voor de brandweer van Maastricht Aachen Airport noodzakelijk (en verplicht) is om realistische praktijksituaties te blijven trainen, is besloten om op het luchthaventerrein, aan de zijde van de Vliegveldweg, een brandweertrainingsobject te realiseren in de vorm van een oefenvliegtuig (een zogenaamde mock-up). Omdat het trainingsobject op een vaste locatie wordt gemonteerd en het een voor mensen toegankelijke, geheel met wanden omsloten ruimte betreft, moet het trainingsobject worden aangemerkt als een gebouw. Op grond van het vigerende bestemmingsplan 'Maastricht Aachen Airport' mogen gebouwen uitsluitend worden gebouwd binnen een bouwvlak. Op de beoogde locatie van het trainingsobject is op de verbeelding van dat bestemmingsplan geen bouwvlak opgenomen, zodat realisering van de mock-up niet mogelijk is op grond van het geldende bestemmingsplan. Voorliggend bestemmingsplan is opgesteld om de bouw van het brandweertrainingsobject mogelijk te maken. Omdat het object in functioneel opzicht past binnen de geldende bestemming 'Luchtvaartdoeleinden' kan worden volstaan met de toevoeging van een bouwvlak op de plankaart. Het bestemmingsplan 'Maastricht Aachen Airport, herziening brandweertrainingsobject' is dan ook vormgegeven als een partiële herziening van het vigerende bestemmingsplan. Op de plankaart van het vigerende bestemmingsplan wordt een bouwvlak toegevoegd, de voorschriften (regels) van het vigerende bestemmingsplan hoeven niet te worden herzien. 1.2 Plangebied Het plangebied van voorliggend herzieningsplan is beperkt tot de gronden waarop de bouw van het brandweertrainingsobject is voorzien. Het betreft gronden die in de huidige situatie al in gebruik zijn als trainingslocatie voor de brandweer, direct ten zuiden van de proefdraaiplaats. De gronden liggen tussen de start- en landingsbaan in het oosten en de Vliegveldweg en A2 in het westen. Zowel ten noorden als ten zuiden van het plangebied staan loodsen. 1

8 1.3 Vigerend bestemmingsplan Voor het plangebied vigeert het bestemmingsplan 'Maastricht Aachen Airport', dat op 12 oktober 2006 is vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Beek en op 7 februari 2007 is goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Limburg. Naar aanleiding van veranderde inzichten is dit bestemmingsplan in 2010 en 2014 op onderdelen herzien. De gemeenteraad van de gemeente Beek heeft op 4 februari 2010 het bestemmingsplan 'Maastricht Aachen Airport, herziening 1' vastgesteld en op 21 mei 2014 het bestemmingsplan 'Maastricht Aachen Airport, herziening 2'. De eerste en tweede herziening van het bestemmingsplan 'Maastricht Aachen Airport' hadden geen betrekking op de bestemming ter plaatse van het brandweeroefenterrein. Het plangebied ligt binnen de bestemming 'Luchtvaartdoeleinden' en de aanduiding 'proefdraaiplaats' zoals opgenomen op plankaart 1 van het bestemmingsplan 'Maastricht Aachen Airport'. Voor het plangebied is geen bouwvlak opgenomen, zodat het bouwen van gebouwen niet is toegestaan. 2

9 2 Planbeschrijving 2.1 Het initiatief De bedrijfsbrandweer van Maastricht Aachen Airport is mede verantwoordelijk voor de veiligheid op het luchthaventerrein. Om de veiligheid te kunnen waarborgen, dient het brandweerpersoneel conform wet- en regelgeving jaarlijks minimaal 80 uur te trainen. De training is opgedeeld in theorie- en praktijkoefeningen. De theorieoefeningen worden gegeven in een instructielokaal op het luchthaventerrein en ook een deel van de praktijkoefeningen vindt al plaats op het luchthaventerrein. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een klein gesloopt toestel. Proefdraaiplaats en huidige oefenterrein brandweer met in rood het plangebied (maps.bing.com) Voor een ander deel van de praktijkoefeningen werd tot voor kort gebruik gemaakt van het Brandweer Opleidings- en Trainingscentrum van de Koninklijke Luchtmacht in Woensdrecht. Op dit terrein werden specifieke 'realistische' oefeningen afgewerkt die, vanwege het ontbreken van faciliteiten, niet konden worden gegeven op het terrein van Maastricht Aachen Airport. Het betreft onder andere oefeningen met betrekking tot inzettechniek en - tactiek in een vliegtuig, die op grond van de wet- en regelgeving verplicht zijn. Door bezuinigingen van het Ministerie van Defensie kunnen brandweerkorpsen van burgerluchthavens inmiddels geen gebruik meer maken van de faciliteiten van het BOTC. Om voldoende getraind te blijven en te kunnen blijven voldoen aan de wettelijke vereisten is besloten om op het luchthaventerrein van Maastricht Aachen Airport een brandweertrainingsobject te realiseren, waarin diverse situaties in een realistische mock-up van een vliegtuig kunnen worden nagebootst. De mock-up zal in twee fases worden gerealiseerd. 3

10 Fase 1 bestaat uit het plaatsen van het object, compleet met vleugels en motoren. Fase 2 bestaat uit het monteren van een gasinstallatie in het toestel waardoor ook 'warm' kan worden geoefend. Het brandweertrainingsobject bestaat uit een mock-up van een vliegtuigromp met een lengte van circa 28,5 meter en een hoogte (gemeten vanaf maaiveld) van circa 4,5 meter. Op de romp zijn een staartvlak en twee korte vleugels met een propellormotor en straalmotor aangebracht. Het staartvlak heeft (gemeten vanaf het maaiveld) een hoogte van circa 7,5 meter. Zijaanzicht mock-up De mock-up wordt gerealiseerd op de huidige brandweeroefenplaats aan de westzijde van het luchthaventerrein, die is gesitueerd naast de proefdraaiplaats. Het oefenobject sluit qua hoogte aan op de bestaande loodsen ten noorden en ten zuiden van de brandweeroefenplaats. Doordat rond de proefdraaiplaats geluidsschermen staan zijn en omdat tussen de A2, de Vliegveldweg en het luchthaventerrein opgaand groen aanwezig is, wordt de mock-up vanaf de snelweg grotendeels aan het zicht onttrokken. De dichtstbijzijnde bebouwing (buiten het luchthaventerrein) bevindt zich aan de overzijde van de snelweg, op ruime afstand van het plangebied. In ruimtelijk opzicht is de mockup goed inpasbaar in het plangebied. 2.2 Regeling vigerend bestemmingsplan De gronden binnen het plangebied zijn in het vigerende bestemmingsplan 'Maastricht Aachen Airport' (inclusief de eerste en tweede herziening) bestemd als 'Luchtvaartdoeleinden'. De gronden met deze bestemming zijn onder meer bestemd voor 'luchtvaartdoeleinden ten behoeve van het luchtvaartverkeer, met de daarbij behorende voorzieningen zoals startbanen, verkeerstorens, radartorens, terminals, hangars, opslagruimtes, naderingsverlichting en overige luchtverkeersveiligheids- en luchtverkeersregelvoorzieningen'. De activiteiten van de bedrijfsbrandweer van Maastricht Aachen Airport maken onlosmakelijk deel uit van de activiteiten van de luchthaven en passen in functioneel opzicht dus binnen de bestemming 'Luchtvaartdoeleinden'. Realisering van een brandweertrainingsobject is dan ook niet strijdig met de doeleindenomschrijving van het vigerende bestemmingsplan. In de bouwregels van de bestemming 'Luchtvaartdoeleinden' is onder meer bepaald dat gebouwen uitsluitend zijn toegestaan binnen een bouwvlak. De loodsen ten noorden en ten zuiden van het plangebied zijn opgenomen in bouwvlakken met een maximale bouwhoogte van 11 respectievelijk 8 meter. Op de gronden binnen het plangebied is geen bouwvlak opgenomen, waardoor realisering van gebouwen hier niet mogelijk is. 4

11 Binnen het plangebied mogen wel bouwwerken worden gerealiseerd. De bouwhoogte van geluidsbeperkende voorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'proefdraaiplaats' mag maximaal 10 meter bedragen en de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde mag maximaal 4 meter bedragen. Voor alle bouwwerken geldt dat rekening moet worden gehouden met de beperkingen die voortvloeien uit de obstakelzones vanwege het vliegverkeer (zoals de invliegfunnel, de ILS-zone en de zones met bouwhoogtebeperkingen vanwege Eurocontrol). Uitsnede vigerend bestemmingsplan met in rood het plangebied De zones met (hoogte)beperkingen zijn opgenomen op de belemmeringenkaart van de bestemmingsplannen 'Maastricht Aachen Airport' en 'Maastricht Aachen Airport, herziening 1'. Het plangebied ligt niet binnen de ILS-zone of binnen het gebied met beperkingen rond Eurocontrol (een cirkel met een straal van meter, waarbinnen hoogtebeperkingen gelden voor bebouwing). Het plangebied ligt wel binnen de 'zone bouwhoogtebeperking invliegfunnel'. De funnel is een obstakelvrij start- en landingsvlak waarbinnen hoogtebeperkingen gelden voor bebouwing. De funnel bestaat ter hoogte van het plangebied uit een oplopend vlak, waarbij de bouwhoogte oploopt van circa 15 meter langs de oostelijke grens van het plangebied tot ruim 25 meter in het westelijk deel van het plangebied. Het brandweertrainingsobject is met een hoogte van circa 7,5 meter ruimschoots lager dan toegestaan op grond van de invliegfunnel. De ligging van het plangebied in de funnel levert derhalve geen beperkingen op voor realisering van het initiatief. Ten westen van het plangebied ligt de rijksweg A2. Het Rijk heeft bebouwingsvrije zones vastgesteld langs wegen die in zijn beheer zijn. Het rooilijnenbeleid dat Rijkswaterstaat hanteert, bestaat uit een bebouwingsvrije zone en een overlegzone. Langs rijkswegen is de bebouwingsvrije zone het gebied tussen de 0 en 50 meter, gemeten uit de as van de dichtstbijzijnde rijbaan, inclusief toe- en afritten. 5

12 De overlegzone langs deze wegen is het gebied tussen de 50 en 100 meter, eveneens gemeten uit de as van de dichtstbijzijnde rijbaan, inclusief toe- en afritten. De zones zijn in het bestemmingsplan 'Maastricht Aachen Airport' vertaald in de aanduiding 'bebouwingsgrens A2'. Het westelijk deel van het plangebied ligt tussen de 50 meter en 100 meter lijn vanaf de snelweg. Voor het oprichten van bebouwing in deze zone geldt dat slechts mag worden gebouwd nadat Rijkswaterstaat is gehoord. Rijkswaterstaat Zuid-Nederland heeft in het kader van het vooroverleg (zie paragraaf 3.4.1) aangegeven geen bezwaar te hebben tegen oprichting van het trainingsobject. 2.3 Conclusie en plansystematiek Zoals in voorgaande paragrafen aangegeven, is het gebruik van het plangebied als oefenterrein voor de bedrijfsbrandweer mogelijk binnen de regels van de bestemming 'Luchtvaartdoeleinden'. Het brandweertrainingsobject kan op basis van het bestemmingsplan 'Maastricht Aachen Airport' niet worden gerealiseerd omdat op de trainingslocatie geen bouwvlak is opgenomen. Realisering van de mock-up op deze locatie is in ruimtelijk opzicht echter goed inpasbaar en past bovendien binnen de regels die ter plaatse gelden vanwege de invliegfunnel. Er zijn dan ook geen bezwaren om realisering van het brandweertrainingsobject toe te staan Plansystematiek Aangezien het trainingsobject past binnen de vigerende bestemming, hoeft uitsluitend de bebouwingsregeling ter plaatse te worden aangepast zodat de realisering van een trainingsobject (gebouw) met een hoogte van maximaal 8 meter mogelijk is. Voorliggend bestemmingsplan betreft een partiële herziening van de plankaart van het vigerende bestemmingsplan, waarbij op de locatie van het trainingsobject een bouwvlak is opgenomen met een maximaal toegestane bouwhoogte van 8 meter. De voorschriften (regels) van het bestemmingsplan 'Maastricht Aachen Airport' en de bestemmingsplannen 'Maastricht Aachen Airport, herziening 1' en 'Maastricht Aachen Airport, herziening 2' blijven ongewijzigd Opzet van de regels De regels van dit herzieningsplan zijn ingedeeld in twee hoofdstukken. Hoofdstuk 1 - Inleidende regels Dit hoofdstuk bevat één artikel, waarin het begrip plan is uiteengezet. In dat artikel is aangegeven dat plankaart 1 van het bestemmingsplan 'Maastricht Aachen Airport' en plankaart 1 van het bestemmingsplan 'Maastricht Aachen Airport, herziening 1' worden herzien zoals weergegeven op de plankaart behorende bij dit herzieningsplan. Daarnaast is in dit artikel aangegeven dat de regels van de bestemmingsplannen 'Maastricht Aachen Airport', 'Maastricht Aachen Airport, herziening 1' en 'Maastricht Aachen Airport, herziening 2' ongewijzigd van toepassing blijven. 6

13 Hoofdstuk 2 - Overige regels In hoofdstuk 2 zijn twee artikelen opgenomen. Het eerste artikel bevat het overgangsrecht, zoals dat ingevolge het Besluit ruimtelijke ordening is voorgeschreven. In het tweede artikel is de slotregel opgenomen: de aanhaaltitel van het bestemmingsplan. 7

14 8

15 3 Uitvoerbaarheid 3.1 Beleidskader Voorliggend herzieningsplan heeft betrekking op de realisering van een trainingsobject voor de bedrijfsbrandweer van Maastricht Aachen Airport op het luchthaventerrein. Realisering van het object is noodzakelijk in verband met de benodigde training van de brandweer. Het initiatief past in functioneel opzicht binnen de regels van het vigerende bestemmingsplan en de ruimtelijke impact is zeer beperkt. Om die redenen is een uitgebreide toetsing aan de provinciale en gemeentelijke beleidskaders niet zinvol. In algemene zin kan worden aangegeven dat zowel het provinciaal als het gemeentelijk beleid is gericht op het realiseren en behouden van een luchthavenstructuur met hoogwaardige voorzieningen. De realisering van trainingsfaciliteiten voor de bedrijfsbrandweer past binnen dit beleidskader. 3.2 Milieuhygiënische en planologische verantwoording Hoewel het brandweertrainingsobject conform de regels van het bestemmingsplan 'Maastricht Aachen Airport' moet worden aangemerkt als een gebouw, is in feite eerder sprake van de bouw van een bedrijfsinstallatie/constructie dan van een gebouw in de gebruikelijke zin van het woord. De mock-up bestaat uit een vliegtuigromp met een staartstuk en vleugels, die via een staalconstructie op de reeds aanwezige betonplaat wordt geplaatst. De betonplaat is daarop berekend. Voor het realiseren van het object zijn dus geen ingrepen in de grond nodig. Aangezien niet of nauwelijks ingrepen plaatsvinden in de grond is het verrichten van bodemonderzoek en archeologisch onderzoek niet noodzakelijk. Het terrein is in de huidige situatie al volledig verhard, zodat er in waterhuishoudkundig opzicht geen veranderingen plaatsvinden. Gezien het huidige karakter en gebruik van het terrein kan ook onderzoek naar flora en fauna achterwege blijven. Tenslotte kan worden aangegeven dat er ook uit oogpunt van geluidhinder (de mock-up is geen geluidgevoelig object) en luchtkwaliteit (het initiatief leidt niet tot een toename van verkeersbewegeingen) geen belemmeringen zijn voor het initiatief. In hoofdstuk 2 is reeds aandacht besteed aan de belemmeringen die voortvloeien uit de belemmeringenzones op het luchthaventerrein en is geconstateerd dat hieruit geen beperkingen voortvloeien. Geconcludeerd kan worden dat er uit milieuhygiënisch oogpunt geen belemmeringen zijn voor realisering van het brandweertrainingsobject. 3.3 Economische uitvoerbaarheid Uitvoerbaarheid De kosten die worden gemaakt voor de realisering van het brandweertrainingsobject zijn voor rekening van de initiatiefnemer. Voor de gemeente Beek vloeien uit de planherziening geen negatieve financiële gevolgen voort. Het bestemmingsplan is hiermee financieel uitvoerbaar. 9

16 3.3.2 Kostenverhaal Wanneer met een bestemmingsplan een bouwplan, zoals gedefinieerd in artikel van het Besluit ruimtelijke ordening, mogelijk wordt gemaakt, dient conform artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening een exploitatieplan te worden opgesteld. Deze eis geldt niet indien het kostenverhaal anderszins is verzekerd, of als het totaal aan verhaalbare kosten beperkt is en er geen sprake is van kosten voor (onder andere) bodemsanering of natuurcompensatie. Gezien de beperkte ontwikkeling die in voorliggend bestemmingsplan wordt mogelijk gemaakt is het opstellen van een exploitatieplan niet verplicht. De vaststelling van een exploitatieplan kan dan ook achterwege blijven. 3.4 Maatschappelijke uitvoerbaarheid Vooroverleg Het voorontwerpbestemmingsplan 'Maastricht Aachen Airport, herziening brandweertrainingsobject' is conform artikel van het Besluit ruimtelijke ordening in vooroverleg gezonden naar de betrokken instanties. Van de volgende instanties is een vooroverlegreactie ontvangen: Waterschap Roer en Overmaas; Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL); Eurocontrol; Rijkswaterstaat. De reacties worden hierna kort samengevat en beantwoord. De reacties hebben niet geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan. Waterschap Roer en Overmaas (brief d.d. 16 juli 2014) Het bestemmingsplan heeft naar verwachting geen of slechts een zeer geringe invloed op de waterhuishouding. Het plan valt hierdoor onder de ondergrens die het waterschap hanteert voor de behandeling van plannen. Het Watertoetsloket Roer en Overmaas zal derhalve geen (pre)wateradvies verstrekken. Het waterschap wijst er wel op dat rekening moet worden gehouden met de kwaliteit van afstromend oppervlaktewater, omdat vrijkomend bluswater mogelijk vervuild kan zijn. Het is niet gewenst om vervuild water te lozen op de riolering. De reactie van het waterschap is voor kennisgeving aangenomen. Er zullen voorzieningen worden getroffen om te voorkomen dat vervuild bluswater in het riool terechtkomt. De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. Luchtverkeersleiding Nederland (mail d.d. 10 juli 2014) LVNL heeft geen opmerkingen op het voorontwerpbestemmingsplan en ziet daarom geen reden om formeel op het plan te reageren. 10

17 De reactie van LVNL is voor kennisgeving aangenomen. De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. Eurocontrol (mail d.d. 1 augustus 2014) Eurocontrol heeft geen bezwaren of opmerkingen op het voorontwerpbestemmingsplan. De reactie van Eurocontrol is voor kennisgeving aangenomen. De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. Rijkswaterstaat Zuid-Nederland (mail d.d. 26 augustus 2014) Het plan is beoordeeld op de beheerdersaspecten, zoals die door Rijkswaterstaat Zuid- Nederland worden behartigd. Het westelijk deel van het plangebied ligt in de overlegzone van de A2 ( meter). Het trainingsobject valt binnen de overlegplicht. Rijkswaterstaat heeft als beheerder van de A2 geen bezwaar tegen het oprichten van het brandweertrainingsobject in de overlegzone. Uit overleg met de initiatiefnemer is gebleken dat de branden vanaf de A2 niet te zien zullen zijn, dat er geen sprake is van rookontwikkeling en dat de blusoefeningen naar verwachting niet zichtbaar zijn vanaf de snelweg. Mocht na ingebruikname worden geconstateerd dat de oefeningen toch leiden tot grote verkeersafleiding, dan is afgesproken dat nader overleg zal plaatsvinden. De reactie van Rijkswaterstaat is voor kennisgeving aangenomen. De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan Vaststelling Het ontwerpbestemmingsplan 'Maastricht Aachen Airport, herziening brandweertrainingsobject' heeft conform artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening van 18 september 2014 tot en met 29 oktober 2014 ter visie gelegen. Gedurende de termijn van tervisielegging zijn geen zienswijzen ingediend. Het bestemmingsplan 'Maastricht Aachen Airport, herziening brandweertrainingsobject' is op 18 december 2014 vastgesteld door de gemeenteraad. 11