Gebruikersonderzoek P+R Station Lent. Vervolgmeting 2005

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Gebruikersonderzoek P+R Station Lent. Vervolgmeting 2005"

Transcriptie

1 Gebruikersonderzoek P+R Station Lent Vervolgmeting 2005 Gemeente Nijmegen Afd. Onderzoek en Statistiek Januari 2006

2

3 Inhoudsopgave 1 Inleiding Aanleiding en doel onderzoek De onderzoeksvragen Onderzoeksopzet Afbakening doelgroep onderzoek Opzet rapportage 7 2 Gebruik van de P+R Omschrijving P+R Station Lent Wat is op dit moment het feitelijk gebruik? 9 3 Achtergrondkenmerken van de overstappers Geslacht en leeftijd Opleiding en woonplaats 14 4 Kenmerken van de ketenverplaatsing Herkomst, bestemming en meest gemaakte reizen Reisdoelen, reden voor ketenverplaatsing en openbaar vervoer gebruik 17 5 Oordeel gebruikers over de P+R voorziening Tevredenheid over voorzieningen Problemen in het dagelijks gebruik Tevredenheid over reisinformatie en tarief 25 6 Conclusies en aanbevelingen Meeste P+R gebruikers stappen van fiets over op trein Meer reizigers dan verwacht Reizigers jong, hoog opgeleid en vooral uit Lent P+R terrein speelt grotere rol in het bezoek aan het Nijmeegse stadscentrum Angst voor files belangrijk motief gebruik P+R voorziening Ondanks tevredenheid P+R-voorziening toch enkele problemen Meerderheid nog steeds tevreden over reisinformatie 31

4 Inhoudsopgave (vervolg) 6.8 Aanbevelingen Mogelijkheden vervolgonderzoek Het P+R terrein in Lent 32 7 Bijlagen Vragenlijst Telgegevens voertuigen Reismotieven bij de meest voorkomende reizen 40 2

5 Inleiding 1 Inleiding De verkeersdrukte in de stad neemt toe. Parkeerplaatsen staan vaker vol en er is meer filevorming op de wegen in en naar de stad. Deze verkeersdrukte komt de bereikbaarheid van het centrum van Nijmegen niet ten goede. Om toch enigszins deze bereikbaarheid te garanderen, zou de Park and Ride voorziening in Lent een oplossing kunnen bieden. De P+R voorziening zorgt voor parkeergelegenheid en biedt gelegenheid tot ketenmobiliteit: men parkeert de auto bij de voorziening en reist verder met het openbaar vervoer of vice versa. 1.1 Aanleiding en doel onderzoek De gemeente Nijmegen heeft eind 2004 onderzoek gedaan naar de Park and Ride - voorziening bij station Lent. Gedurende drie weken in november zijn tellingen gedaan en enquêtes afgenomen onder de gebruikers van het P+R terrein. Het doel van dit onderzoek was het in kaart brengen van het gebruik, de gebruiker en het oordeel van de gebruiker over de voorziening in Lent. Onder de gebruikers werden de mensen verstaan die door middel van ketenmobiliteit gebruik maakten van de P+R voorziening. De definitie van ketenmobiliteit is in het onderzoek van 2004 ruimer opgevat dan de gangbare definitie. Zo is naast de autoverplaatsing ook de fietsverplaatsing meegenomen. Bij ketenverplaatsing ging het in dit onderzoek dus om de reizigers die hun auto parkeerden dan wel hun fiets stalden op het P+R Station Lent en overstapten op het openbaar vervoer of vice versa. Een aantal belangrijke conclusies dat werd getrokken uit het gebruikersonderzoek van 2004 was dat het feitelijke gebruik van de P + R voorziening ver onder de verwachte aantallen lag. De voornaamste reden voor automobilisten om gebruik te maken van de voorziening was het grote parkeerprobleem op de bestemming. Fietsers vonden de bestemming te ver en gingen daarom verder met het openbaar vervoer. De belangrijkste verplaatsing waar de P + R voorziening voor werd gebruikt, was de route Nijmegen- Lent - Arnhem en vice versa. Verder bleek dat voornamelijk jongeren, hoog opgeleiden en mannen gebruik maakten van de voorziening en dat de meeste van hen op weg waren naar hun werk of school/studie. Belangrijke klachten waren de kwaliteit van de verharding, het feit dat de fietsenstalling niet overdekt is, diefstal en vernieling. Sinds het gebruikersonderzoek 2004 zijn er, qua inrichting van de P + R voorziening, een aantal zaken veranderd en verbeterd. In 2004 waren nog maar 20 parkeerplaatsen verhard, nu zijn alle parkeerplaatsen (114) verhard. Ook heeft het wooninformatiecentrum Waalsprong zich gevestigd op de parkeervoorziening van het station Lent. De openbaar vervoervoorzieningen tussen station Lent en de binnenstad zijn ten opzichte van 2004 nog niet verbeterd. Ook de plannen van Regiorail om in een rechtstreekse verbinding met het station Heijendaal te voorzien zijn tot op heden niet uitgevoerd. Het doel van deze vervolgmeting is het gebruik, de gebruiker en het oordeel van de gebruiker over de P + R voorziening in kaart te brengen en te vergelijken met het gebruik, de gebruiker en het oordeel van de gebruiker uit Wat is op dit moment het feitelijke gebruik van het P + R Station Lent? Welke achtergrondkenmerken hebben de overstappers? Wat zijn de kenmerken van de ketenverplaatsing? Welk oordeel hebben de overstappers over de kwaliteit van de voorziening? En in welke mate zijn deze zaken veranderd ten opzichte van 2004? 3

6 Vervolgmeting 2005 Dit onderzoek is, net als de eerste meting, gedaan in opdracht van de afdeling Openbare Ruimte (DGG). Op basis van de resultaten kan bekeken worden of aanpassing van de voorziening eventueel nodig is. 1.2 De onderzoeksvragen De centrale onderzoeksvragen zijn: 1. Wat is op dit moment het feitelijke gebruik van de P + R Station Lent? In welke mate is dit veranderd ten opzichte van 2004? 2. Welke achtergrondkenmerken hebben de overstappers? In hoeverre zijn deze veranderd ten opzichte van 2004? 3. Wat zijn de kenmerken van de ketenverplaatsing? In hoeverre zijn deze veranderd ten opzichte van 2004? 4. Welk oordeel hebben de overstappers over de kwaliteit van de voorziening? In welke mate is dit veranderd ten opzichte van 2004? Voordat we verder gaan met de operationalisering van de begrippen uit de centrale onderzoeksvragen is het belangrijk om te beseffen dat de volgende zaken aan de orde komen in dit onderzoek: 1. de herkomst en bestemming van de reizigers; 2. het reismotief; 3. de gebruikte vervoermiddelen; 4. de frequentie van gebruik; 5. het oordeel over diverse onderdelen van de P+R; 6. persoonskenmerken van de reizigers. Aan deze zaken is ook in de nulmeting aandacht besteed. Voor de vragen over deze zaken wordt verwezen naar de vragenlijst die in bijlage 7.1 is opgenomen. Operationalisering van de begrippen uit de onderzoeksvragen In dit gebruikersonderzoek wordt het feitelijke gebruik gemeten aan de hand van tellingen van het aantal geparkeerde auto s en gestalde fietsen op verschillende momenten in de week, en aan de hand van gegevens over de frequentie van het gebruik van de parkeervoorziening/fietsenstalling in de enquête. Bij de achtergrond van de overstappers kijken we naar geslacht, leeftijd, opleiding en woonplaats. Overstappers zijn de reizigers die via een ketenverplaatsing gebruik maken van de P+R bij Station Lent. In dit onderzoek zal dezelfde definitie van ketenmobiliteit worden gehanteerd zoals dit in de nulmeting ook is gedaan: reizigers parkeren hun auto of stallen hun fiets op het P+R Station Lent en stappen vervolgens over op het openbaar vervoer of vice versa. In het gebruikersonderzoek van 2004 werden de kenmerken van de ketenverplaatsing en de achtergrondkenmerken van de overstappers nog samengenomen. In het gebruikersonderzoek van 2005 zijn deze onderscheiden door toevoeging van een extra onderzoeksvraag, d.w.z. een vraag over de kenmerken van de ketenverplaatsing. Hieronder wordt verstaan: herkomst, bestemming, gemaakte reis, reisdoel, reden voor ketenverplaatsing en gebruikt openbaar vervoermiddel. 4

7 Inleiding Als laatste wordt het oordeel van de overstappers over de kwaliteit van de voorziening gemeten in relatie tot de volgende zaken: tevredenheid over de voorzieningen, reisinformatie en tarieven en de problemen in het dagelijkse gebruik. 1.3 Onderzoeksopzet Om de centrale onderzoeksvragen te beantwoorden zijn voertuigtellingen gehouden en is een enquêteonderzoek uitgevoerd. De gegevens van het onderzoek zijn verzameld in de maanden oktober/november 2005, dezelfde periode als in Het veldwerk is uitgevoerd door Bureau Planwerk uit Nijmegen. Voertuigtellingen Om het gebruik van de P+R door overstappers vast te stellen is in overleg met de opdrachtgever uitgegaan van het aantal gestalde voertuigen. Het aantal geparkeerde auto s en fietsen op de P+R is geteld op verschillende dagen in de week: werkdagen, koopavond (donderdagavond) en zaterdag. Om betrouwbare uitspraken te kunnen doen is gedurende 3 weken achtereen op de genoemde dagen geteld, op vastgestelde tijden in week 43, 44 en 45 (oktober/november 2005). Tellocaties waren het parkeerterrein en de fietsenstalling bij station Lent. Enquêteonderzoek De onderzoekspopulatie bestaat uit reizigers die met hun auto geparkeerd dan wel met hun fiets gestald staan op het terrein van P+R station Lent en verder gaan met het openbaar vervoer of vice versa. Een belangrijk verschil met het onderzoek van 2004 is dat nu ook andere type reizigers worden geregistreerd. Mensen die worden afgezet of opgehaald, bus-trein (vice versa) reizen, carpoolen of het wooninformatiecentrum bezoeken worden weliswaar niet geïnterviewd, maar worden wel geregistreerd. Dit middels een kleine aanpassing in de vragenlijst. Deze aanpassing heeft dus als voordeel dat mensen die niet binnen de onderzoekspopulatie vallen niet worden geïnterviewd. Dit was in het onderzoek van 2004 soms wel het geval. In de enquête zijn er vragen aan bod gekomen waarmee we een duidelijk beeld kunnen geven van de kenmerken van de overstappers op de P+R Station Lent en het oordeel dat zij hebben over de kwaliteit van de voorziening. Figuur 1.1: Overzicht telmomenten en enquêtetijden Dinsdag Donderdag Zaterdag Telmomenten uur uur uur uur uur uur uur uur uur Enquêtetijden uur uur uur (globaal) uur uur uur uur uur uur Om statistisch betrouwbare uitspraken te doen over de kenmerken van de overstappers op de P+R Station Lent en het oordeel dat zij hebben over de kwaliteit van de voorziening zijn uiteindelijk 89 automobilisten en 101 fietsers bevraagd (in 2004 lag dit aantal op 104 automobilisten en 93 fietsers). Deze groep is verspreid op verschillende dagen in de week ondervraagd. 5

8 Vervolgmeting 2005 Verwachte aantal geparkeerde auto s en gestalde fietsen voor 2005 Bij de schatting van het aantal geparkeerde auto s en gestalde fietsen in 2005 gaan we uit van de tellingen in Deze tellingen staan in figuur 1.2. Hierin is te zien dat het aantal geparkeerde auto s per week 178 en het aantal gestalde fietsen per week 324 bedraagt. Onder een week verstaan wij de werkdagen, donderdagavond en zaterdag 1. Figuur 1.2: Gemiddelde aantal geparkeerde auto s en gestalde fietsen in Auto s Fietsen Gemiddelde werkweek (5 werkdagen) Gemiddelde koopavond 7 24 Gemiddelde zaterdag 6 30 Gemiddelde per week Bron: gebruikersonderzoek P+R Station Lent, nulmeting 2004 Op basis van deze aantallen uit figuur 1.2 gaan we er van uit dat de verwachte aantallen geparkeerde auto s in 2005 minimaal 178, en de verwachte aantallen gestalde fietsen minimaal 324 per week bedragen. 1.4 Afbakening doelgroep onderzoek In hoofdstuk 2 tot en met hoofdstuk 5 worden alleen de reizigersgroepen auto-bus, auto-trein, fiets-trein en fiets-bus meegenomen in de analyse. Deze groepen vallen namelijk onder de definitie van ketenmobiliteit. In figuur 1.3 zijn alle combinaties van vervoersmiddelen weergegeven. Figuur 1.3: Combinatie van vervoersmiddelen in procenten (N=262) 50% 45% 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 37% 23% 12% 11% 9% 5% 2% 2% Fiets-trein Auto-trein Auto-fiets Auto-bus Trein-bus Carpoolen Fiets-bus Bezoek wooninformatiecentrum 0% Totaal Uit figuur 1.3 blijkt dat de meeste mensen van de fiets overstappen op de trein of vice versa (37%). Bijna een kwart van de mensen parkeert de auto op het P+R terrein en reist verder met de trein of vice versa. Een grote groep mensen (12%) parkeert de auto of stalt de fiets en vervolgt de reis met de fiets respectievelijk de auto. Carpoolen komt ook voor, maar in mindere mate. Een beperkt aantal gebruikers van het P+R terrein (2%) bezoekt het wooninformatiecentrum. 1 De maandagavond, dinsdagavond, woensdagavond, vrijdagavond en zondag zijn niet meegenomen in deze schatting, omdat de verwachting is dat er op deze dag(delen) nauwelijks auto s en fietsen staan geparkeerd/gestald op het P+R terrein in Lent. 6

9 Inleiding 1.5 Opzet rapportage In hoofdstuk 2 tot en met hoofdstuk 5 worden de onderzoeksvragen behandeld. Hoofdstuk 2 gaat in op het feitelijke gebruik van de P+R-voorziening. Hoofdstuk 3 geeft vervolgens een beeld van de achtergrond van de gebruikers. Hoofdstuk 4 gaat over het gebruik zelf, waarbij diverse aspecten van de ketenverplaatsing worden belicht. In Hoofdstuk 5 tenslotte staan de P+R-voorzieningen centraal: wat vinden de gebruikers ervan en wat zijn de belangrijkste problemen in het gebruik? De conclusies en aanbevelingen omtrent het P+R station Lent staan opgenomen in hoofdstuk 6. Gezien de ervaringen bij het enquêteren 2, zowel in 2004 als 2005, is het waarschijnlijk dat het aantal geënquêteerde ketenverplaatsers bijna overeenkomt met de onderzoekspopulatie. Aangezien we hier niet te maken hebben met een steekproeftrekking in strikte zin, is het overbodig in de rapportage verschillen tussen 2004 en 2005 via significantietoetsen na te gaan. 2 Tijdens de enquêteperiode werd het steeds moeilijker om nieuwe (nog niet-ondervraagde) respondenten aan te treffen op het P+R terrein. 7

10

11 Gebruik van de P+R 2 Gebruik van de P+R 2.1 Omschrijving P+R Station Lent In november 2005 bestond de P+R-voorziening uit de volgende onderdelen: treinstation, busstation, een verharde parkeervoorziening voor ongeveer 114 auto s (waaronder 5 parkeerplaatsen voor invaliden), ongeveer 206 fietsenrekken van het type hoog-laag voor fietsen, diverse informatieborden en het wooninformatiecentrum Waalsprong. Tijdens de eerste meting waren er slechts 20 verharde parkeerplaatsen en was het wooninformatiecentrum nog niet aanwezig. Alle parkeerplaatsen zijn verhard en het wooninformatiecentrum Waalsprong heeft zich gevestigd op het P+R terrein. In de onderstaande tabel staan de trein- en bustijden weergegeven zoals deze van toepassing waren in november Figuur 2.1: Trein- en bustijden station Lent, november 2005 Werkdagen en Zaterdagavond zaterdagmiddag Treintijden richting Nijmegen.19 en richting Arnhem, Zutphen.15 en Bustijden richting Wijchen.03 en richting Oosterhout.00 en richting Arnhem.21 en richting Nijmegen.19 en Op werkdagen en de zaterdagmiddag stopt vier keer per uur een trein en acht keer per uur een bus bij het station Lent. Op zaterdagavond is het aantal treinen en bussen gehalveerd. 2.2 Wat is op dit moment het feitelijk gebruik? Gedurende drie weken in oktober/november 2005 zijn er op vaste momenten de geparkeerde voertuigen (auto s en fietsen) op de P+R geteld. Dit is gedaan om een beeld te krijgen van het gemiddelde aantal auto s en fietsen die zijn geparkeerd of gestald op een doorsnee werkdag, zaterdag of koopavond (donderdag). Bij het berekenen van het gemiddelde aantal auto s en fietsen per werkdag hebben we voor de 9

12 Vervolgmeting 2005 maandag, woensdag en vrijdag het gemiddelde van het gemiddelde aantal auto s en fietsen op dinsdag en donderdag genomen. Aantal gestalde fietsen sterk toegenomen op werkdagen In figuur 2.2 staat het gemiddelde aantal auto s en fietsen per werkdag. Figuur 2.2: Gemiddelde bezetting P+R Lent per werkdag in absolute aantallen Absolute verandering Auto s Fietsen Auto s Fietsen Auto s Fietsen 9.00 uur uur uur Gemiddeld Per werkdag staan er in 2005 gemiddeld 40 auto s geparkeerd en 74 fietsen gestald op het P+R terrein. In 2004 was dit respectievelijk 33 en 54. Dit is een toename van 7 auto s en 20 fietsen. Vooral deze sterke toename van het aantal fietsen is opvallend. Verder blijkt dat er over het algemeen rond het middaguur de meeste auto s en fietsen zijn geparkeerd/gestald. Bij het interpreteren van deze gegevens moet men wel rekening houden dat deze aantallen geen unieke parkeerders zijn; er is gedurende de dag sprake van turn-over oftewel parkeerders die gedurende de dag aankomen en vertrekken. Aantal geparkeerde auto s en gestalde fietsen toegenomen op zaterdag en koopavond, het gebruik blijft echter relatief laag Het gemiddelde aantal auto s en fietsen op zaterdag is in figuur 2.3 te zien. Figuur 2.3: Gemiddelde bezetting P+R op zaterdag in absolute aantallen Absolute verandering Auto s Fietsen Auto s Fietsen Auto s Fietsen uur uur Gemiddeld In figuur 2.3 is te zien dat er over het algemeen op de zaterdagavond minder auto s geparkeerd staan dan zaterdags overdag. Uit de figuur blijkt verder dat het aantal geparkeerde auto s in 2005 in vergelijking met 2004 op de zaterdag behoorlijk is toegenomen. Het aantal geparkeerde auto s is namelijk op deze dag ruim verdrievoudigd. Ook staan er wat meer gestalde fietsen op zaterdag in 2005; in 2004 stonden er 30 gestalde fietsen, in 2005 waren dit er 35. Vooral in de voormiddag op de zaterdag parkeren veel mensen hun auto op het P+R terrein. Het aantal gestalde fietsen op zaterdag is ongeveer constant over de dagdelen. Ten slotte kan mede op basis van de gegevens uit figuur 2.2 geconcludeerd worden dat het aantal geparkeerde auto s en gestalde fietsen op zaterdag duidelijk lager is dan gedurende de werkdagen. In figuur 2.4 is het aantal geparkeerde auto s en gestalde fietsen vermeld op koopavond (donderdag, 20:30). 10

13 Gebruikersonderzoek P+R Station Lent Gebruik van de P+R Figuur 2.4: Gemiddelde bezetting P+R op koopavond (donderdag) in absolute aantallen uur Auto s Fietsen Auto s Fietsen Absolute verandering Auto s Fietsen Over het algemeen is het aantal geparkeerde auto s op de donderdagavond aanmerkelijk lager dan op een doordeweekse dag. Net als op zaterdagen en werkdagen is het aantal geparkeerde auto s en gestalde fietsen in 2005 toegenomen. Het aantal geparkeerde auto s en gestalde fietsen voor 2005 hoger dan verwacht Uit de voorgaande figuren blijkt dat onze verwachting wat betreft het aantal geparkeerde auto s en gestalde fietsen meer is dan wat we minimaal hadden verwacht op basis van de tellingen uit Verwacht werden immers minimaal 178 geparkeerde auto s en minimaal 324 gestalde fietsen per week. Uit de tellingen van 2005 blijken er wekelijks 231 geparkeerde auto s en 438 gestalde fietsen te staan. Deze toename van 53 auto s en 114 fietsen is mogelijk te verklaren door het feit dat er het laatste jaar meer huizen in Lent zijn gebouwd (meer potentiële P+R gebruikers), verbetering van het P+R terrein en de toenemende bekendheid van het station in Lent. Het aantal gestalde fietsen voor 2005 is meer dan verwacht. Ondervraagde fietsers frequentere gebruikers dan ondervraagde automobilisten Als laatste zullen we kijken naar de frequentie van het gebruik van de parkeervoorziening/fietsenstalling bij automobilisten en fietsers. In figuur 2.5 is deze frequentie in 2004 en 2005 te zien. 11

14 Vervolgmeting 2005 Figuur 2.5: Frequentie gebruik P+R naar type respondent in procenten (N=197 in 2004 en 190 in 2005 ) Automobilist Fietser Totaal Automobilist Fietser Totaal (Haast) nooit <1x per week x per week x per week >4x per week Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% De ondervraagde fietsers zijn frequentere gebruikers dan de ondervraagde automobilisten in De frequentie van het gebruik is bij automobilisten in het afgelopen jaar afgenomen. Voor fietsers is deze ongeveer gelijk gebleven. 12

15 Achtergrondkenmerken van de overstappers 3 Achtergrondkenmerken van de overstappers Dagelijks maken verschillende mensen gebruik van de P+R voorziening in Lent. Verschillende personen parkeren hun auto of stallen hun fiets op het terrein en reizen verder met het openbaar vervoer. Wie zijn deze overstappers in 2005? En in hoeverre is hun profiel ten opzichte van 2004 veranderd? Aan de hand van kenmerken als geslacht, leeftijd, opleiding en woonplaats zal op deze vragen worden ingegaan. 3.1 Geslacht en leeftijd In figuur 3.1 is het geslacht van de ondervraagde overstappers weergegeven. Uit deze figuur blijkt dat het aandeel vrouwen in 2005 ten opzichte van 2004 iets gestegen is. Figuur 3.1: Geslacht ondervraagde overstappers in procenten (N=197 in 2004 en 190 in 2005 ) % 46% Vrouw Man % 53% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% In figuur 3.2 is de leeftijd afgezet tegen het type respondent. Figuur 3.2: Leeftijd overstappers naar type respondent in procenten (N=197 in 2004 en 190 in 2005 ) Automobilist Fietser Totaal Automobilist Fietser Totaal 13 t/m 35 jaar t/m 50 jaar jaar Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% Er zijn in 2005 meer gebruikers van middelbare leeftijd dan in Jongeren blijven echter het sterkst vertegenwoordigd op het P+R terrein. 13

16 Vervolgmeting Opleiding en woonplaats Met name hoger opgeleiden uit Nijmegen Lent en Nijmegen Oosterhout In figuur 3.3 is de opleiding te zien naar type respondent. In deze tabel zullen we onderscheid maken naar hoog opgeleiden (HBO/universiteit), middelbaar opgeleiden (MBO, HAVO/VWO) en laag opgeleiden (LBO, MAVO/MULO en lager onderwijs). Figuur 3.3: Opleiding overstappers naar type respondent in procenten (N=197 in 2004 en 190 in 2005 ) Automobilist Fietser Totaal Automobilist Fietser Totaal Hoog opgeleiden Middelbaar opgeleiden Laag opgeleiden Geen antwoord Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% Uit figuur 3.3 blijkt dat hoog opgeleiden het meeste gebruik maken van de P+R voorziening in Lent. Dit geldt zowel voor automobilisten als voor fietsers. De kleinste groep onder de automobilisten en de fietsers zijn de laag opgeleiden. In vergelijking met 2004 is het aantal gebruikers met een hoge opleiding toegenomen van 58% tot 66%. In figuur 3.4 is per type respondent de woonplaats weergegeven. Bij woonplaats hebben we zeven plaatsen onderscheiden: Nijmegen Lent, Nijmegen Oosterhout, Nijmegen overig, Arnhem, Gelderland overig, Nederland overig en Duitsland. Onder Gelderland overig vallen plaatsen als Bemmel, Huissen, Beek en Velp. Binnen Nederland overig vallen plaatsen die buiten de provincie Gelderland liggen. Figuur 3.4: Woonplaats gebruikers naar type respondent in procenten (N=197 in 2004 en 190 in 2005 ) Automobilist Fietser Totaal Automobilist Fietser Totaal Nijmegen Lent Nijmegen Oosterhout Gelderland overig Arnhem Nederland overig Nijmegen overig Duitsland Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% De plaatsen Nijmegen Lent, Nijmegen Oosterhout en Gelderland overig worden in 2005, net als in 2004, vaak als woonplaats genoemd. In 2005 zijn er meer fietsers die woonachtig zijn in Nijmegen Oosterhout (+12%). Er zijn in 2005 minder gebruikers uit Gelderland overig (-10%) in vergelijking met

17 Kenmerken van de ketenverplaatsing 4 Kenmerken van de ketenverplaatsing In dit hoofdstuk komen de kenmerken van de ketenverplaatsing aan de orde. Waar komt men vandaan? Waar gaat men naartoe? Wat is de meest voorkomende reis? Wat is het doel van de reis? Wat is de reden voor de ketenverplaatsing? Van welk openbaar vervoermiddel maakt men gebruik? Het gaat hier niet om achtergrondkenmerken, maar om kenmerken die betrekking hebben op de ketenverplaatsing. 4.1 Herkomst, bestemming en meest gemaakte reizen Bij herkomst, bestemming en gemaakte reizen zullen we dezelfde plaatsen onderscheiden zoals dit in hoofdstuk 3 is gedaan. De enige aanpassing is dat we bij de gemaakte reizen Utrecht apart als plaats meenemen. Belangrijkste herkomstgebieden en bestemmingen nauwelijks veranderd In figuur 4.1 staan de belangrijkste herkomstgebieden van de P+R gebruikers. Een herkomstgebied is niet hetzelfde als de woonplaats van een respondent. Herkomstgebieden zijn de plaatsen waar men vandaan komt, woonplaats is de plaats waar men woont. In figuur 4.1 is wederom een splitsing gemaakt tussen automobilisten en fietsers. Bij de interpretatie van deze tabel moet men in acht nemen dat het hier gaat om herkomstgebieden voor zowel heen- als terugreis. Figuur 4.1: Belangrijke herkomstgebieden* naar type respondent in procenten (N=197 in 2004 en 190 in 2005 ) Automobilist Fietser Totaal Automobilist Fietser Totaal Nijmegen Lent Gelderland overig Arnhem Nijmegen Oosterhout Nederland overig Nijmegen Centrum Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% * Betreft herkomstgebieden voor zowel heen- als terugreis. In 2005 komen naar verhouding de meeste reizigers uit Nijmegen Lent. Reizigers uit Gelderland overig, Arnhem en Nijmegen Oosterhout komen ook vaak voor, maar in mindere mate. Als we de cijfers uit 2004 vergelijken met die van 2005 valt te concluderen dat het aantal fietsers uit Nijmegen Oosterhout is toegenomen (+12%). 15

18 Vervolgmeting 2005 In figuur 4.2 is de bestemming weergegeven naar type respondent. Figuur 4.2: Belangrijke bestemmingen* naar type respondent in procenten (N=197 in 2004 en 190 in 2005 ) Automobilist Fietser Totaal Automobilist Fietser Totaal Arnhem Nijmegen Centrum Nederland overig Gelderland overig Nijmegen Lent Nijmegen Oosterhout Nijmegen Heijendaal Nijmegen overig Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% * Betreft bestemmingen voor zowel heen- als terugreis. Uit figuur 4.2 blijkt dat de meeste automobilisten in 2005 Nijmegen Centrum of Nederland overig als bestemming hebben. Bij fietsers ligt dit iets anders. Fietsers maken vaak gebruik van de P+R voorziening om naar Arnhem of Nijmegen Lent te gaan. De cijfers uit 2005 lijken veel op de resultaten van Arnhem is zowel in 2004 als in 2005 de belangrijkste bestemming (beide jaren 26%). Deze bestemming wordt gevolgd door Nijmegen Centrum en Nederland overig. Het enige opvallende verschil met 2004 is dat automobilisten veel minder vaak Nijmegen overig als bestemming noemen (-10%). P+R voorziening naar verhouding vaker gebruikt voor reizen richting Nijmegen centrum. Nagegaan is welke reizen het meest voorkomen bij de P+R gebruikers. Om hier inzicht in te krijgen relateren we de belangrijkste herkomstgebieden en bestemmingen aan elkaar. In figuur 4.3 is dit weergegeven. We zullen dit keer geen onderscheid maken naar type respondent. In deze grafiek zijn alleen de meest voorkomende reizen opgenomen. Hierdoor bedraagt het totale percentage van de reizen in 2004 en 2005 geen 100%. 16

19 Kenmerken van de ketenverplaatsing Figuur 4.3: Meest voorkomende reizen in procenten (N=197 in 2004 en 190 in 2005 )* Nijmegen Oosterhout-Gelderland overig (v.v) Nijmegen Lent-Gelderland overig (v.v.) Nijmegen Oosterhout Utrecht (v.v.) 1% 4% 2% 3% 3% 6% Nijmegen Lent Nijmegen Centrum (v.v.) 3% 2% Gelderland overig Nijmegen Heijendaal (v.v.) 2% 4% Arnhem Nijmegen Centrum (v.v.) 4% 8% Arnhem - Nijmegen overig (v.v.) 1% 4% Nijmegen Lent Utrecht (v.v.) 5% 8% Nijmegen Oosterhout Arnhem (v.v.) 8% 10% Gelderland overig Nijmegen Centrum (v.v.) 10% 15% Nijmegen Lent Arnhem (v.v.) 18% 20% 0% 5% 10% 15% 20% 25% * Betreft zowel heen- als terugreizen. Het P+R station is en blijft belangrijk voor reizen binnen Gelderland. De reis Nijmegen Lent-Arnhem komt, zowel in 2004 als 2005, in vergelijking met andere reizen het meest voor. De reizen Gelderland overig- Nijmegen Centrum en Arnhem - Nijmegen Centrum zijn ten opzichte van 2004 belangrijker geworden in Het lijkt er dus op dat de P+R voorziening naar verhouding vaker wordt gebruikt voor reizen richting Nijmegen centrum. 4.2 Reisdoelen, reden voor ketenverplaatsing en openbaar vervoer gebruik Werk blijft belangrijkste reisdoel P+R-gebruiker In figuur 4.4 is het doel van de reis naar type respondent weergegeven. Figuur 4.4: Doel van de reis naar type respondent in procenten (N=197 in 2004 en 190 in 2005 ) Automobilisten Fietsers Totaal Automobilisten Fietsers Totaal Werk Bezoek centrum School/studie Bezoek familie/vrienden Cultuur Bezoek ziekenhuis Hobby/sport Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 17

20 Vervolgmeting 2005 In 2004 bleek het voornaamste doel van de reis werk te zijn (63%). School/studie en bezoek centrum werden naar verhouding ook redelijk vaak genoemd. In 2005 is deze top drie van reisdoelen niet veel veranderd. Fietsers en, in mindere mate, automobilisten maken met name gebruik van ketenverplaatsing vanwege hun werk. De ondervraagde fietsers geven daarnaast de school/studie aan als doel van hun reis. Naast werk maken automobilisten ook vaak gebruik van het P+R terrein om het centrum van Nijmegen te bezoeken. Het percentage automobilisten dat het centrum van Nijmegen bezoekt is tussen 2004 en 2005 toegenomen met 14 procentpunten. Op grond hiervan en mede op basis van tabel 4.2 en 4.3 kan gezegd worden dat het P+R terrein sinds 2004 een grotere rol speelt in het bezoek aan het stadscentrum door automobilisten. In figuur 4.5 hebben we een aantal reismotieven afgezet tegen de eerdergenoemde meest voorkomende reizen. Reismotieven en reizen die in 2004 en 2005 nauwelijks zijn genoemd in de enquête zijn hierin niet opgenomen. De volledige tabel is te vinden in bijlage 7.3. In de figuur zijn de absolute aantallen weergeven, omdat het maar om een beperkt aantal reizigers gaat. We maken geen onderscheid naar type respondent. Figuur 4.5: Reismotieven bij de meest voorkomende reizen in absolute aantallen (N=197 in 2004 en 190 in 2005 ) Werk Bezoek centrum School/ studie Nijmegen Lent Arnhem (v.v.) Gelderland overig Nijmegen Centrum (v.v.) Nijmegen Oosterhout Arnhem (v.v.) Nijmegen Lent Utrecht (v.v.) Arnhem - Nijmegen overig (v.v.) Arnhem Nijmegen Centrum (v.v.) Nijmegen Oosterhout Utrecht (v.v.) Nijmegen Lent-Gelderland overig (v.v.) Nijmegen Oosterhout-Gelderland overig (v.v) De volgende conclusies zijn te trekken uit figuur 4.5: Binnen het traject Nijmegen Lent-Arnhem (en vice versa) gaat het, zowel in 2004 als 2005, voornamelijk om werk en school/studie. In 2004 waren er 15 mensen die deze reis voor hun werk maakten en 13 voor hun school en studie. In 2005 was dit respectievelijk 26 en 7 mensen. In 2004 en 2005 wordt de reis Gelderland overig - Nijmegen centrum (en vice versa) voornamelijk gemaakt voor werk en bezoek aan het centrum. Het aantal mensen dat deze reis maakt voor een bezoek aan het centrum is in 2005 toegenomen met 11 mensen. Voor werk daarentegen is dit aantal afgenomen met 5 mensen. Ook voor Nijmegen Oosterhout-Arnhem (en vice versa) zijn werk en school/studie een belangrijk motief in 2004 en Werk als reismotief is enigszins toegenomen in 2005, school/studie is afgenomen. Bij de reizen Nijmegen Lent-Utrecht (en vice versa) is werk in 2004 en in 2005 het belangrijkste motief. In 2005 zijn er nog meer mensen die werk als doel hebben van deze reis. School/studie neemt in belang wat toe. Binnen het traject Arnhem- Nijmegen overig is het motief werk minder belangrijk geworden. Reizigers van Arnhem naar Nijmegen Centrum (en vice versa) maken deze reis voornamelijk voor werk. In 2005 is dit motief wat belangrijker geworden en is bezoek aan het centrum als motief er bij gekomen. 18

21 Kenmerken van de ketenverplaatsing Voor het traject Nijmegen-Oosterhout naar Utrecht (vice versa) is met name het reismotief werk van belang. Dit geldt zowel voor 2004 als De reizen Nijmegen Lent-Gelderland overig en Nijmegen Oosterhout-Gelderland overig (deze twee reizen zijn in 2005 aanzienlijk toegenomen) worden voornamelijk gemaakt voor werk. School/studie is ook een belangrijk motief binnen het traject Nijmegen Lent-Gelderland overig. Angst voor files belangrijk motief om gebruik te maken van de P+R voorziening In figuur 4.6 hebben we de redenen voor de ketenverplaatsing weergegeven. Onder de categorie overig vallen redenen als gezondheid, comfort, in het bezit zijn van een OVjaarkaart/kortingskaart en mogelijkheden tot werken in de trein. Bij deze grafiek moet in acht worden genomen dat de respondenten meer dan één antwoord mochten geven op de vraag: Waarom maakt u uw reis niet volledig met de auto/fiets? Om deze reden bedragen de percentages tezamen geen 100%. Figuur 4.6: Genoemde redenen voor ketenverplaatsing naar type respondent in procenten (N=197 in 2004 en 190 in 2005 ) Automobilisten Fietsers Totaal Automobilisten Fietsers Totaal Te ver fietsen Files Waalbrug Parkeerprobleem bestemming Files algemeen Overig Prijs van het parkeren Weer Uit figuur 4.6 blijkt dat automobilisten in 2005 voornamelijk het parkeerprobleem op de plaats van bestemming, files voor de Waalbrug en files in het algemeen als redenen noemen om gebruik te maken van de P+R voorziening. In vergelijking met 2004 zijn de redenen van automobilisten dus weinig veranderd. De categorie overig is in 2005 wel sterk afgenomen bij de automobilisten (-22%). Bij fietsers is de belangrijkste reden voor ketenverplaatsing in 2005 de afstand van de reis; men vindt deze te ver om te fietsen. In 90% van de gevallen wordt dit als reden gegeven. In 2004 was dit ook al de belangrijkste reden voor fietsers. Het weer als reden is ten opzichte van 2004 sterk afgenomen (-13%). Overigens was het erg droog in oktober/november van Bijna alle enquêtes (98%) zijn gehouden bij droog weer. Bij slechts 2% van de enquêtes was er sprake van mist/nevel of motregen. Dit in tegenstelling tot november van Deze maand was bovengemiddeld nat (40% van de enquêtes werd afgenomen bij slecht weer). Viervijfde van de ketenverplaatsers in 2004 en 2005 stapt over op de trein In figuur 4.7 is het gebruikte openbaar vervoermiddel binnen de ketenmobiliteit te zien naar type respondent. Met andere woorden: op welk openbaar vervoermiddel stappen de automobilisten en fietsers over? 19

22 Vervolgmeting 2005 Figuur 4.7: Gebruikt openbaar vervoermiddel naar type respondent in procenten (N=197 in 2004 en 190 in 2005 ) 100% 95% 90% 80% 70% 70% 88% 79% 69% 82% 60% 50% Bus Trein 40% 30% 20% 10% 30% 12% 21% 31% 5% 18% 0% Automobilisten Fietsers Totaal Automobilisten Fietsers Totaal In figuur 4.7 is te zien dat de meeste automobilisten en fietsers, zowel in 2004 als 2005, gebruik maken van de trein. 20

23 Oordeel gebruikers over de P+R voorziening 5 Oordeel gebruikers over de P+R voorziening De meeste reizigers hebben een mening over de P+R voorziening in Lent. In het dagelijkse gebruik ondervindt men problemen en ziet men dingen die verbeterd kunnen worden. In 2004 was men over het algemeen redelijk tevreden over de voorziening op het terrein en over de kwaliteit van het terrein. Sinds het vorige gebruikersonderzoek eind 2004 zijn er, qua inrichting van de P+R voorziening, een aantal zaken veranderd en verbeterd, bijvoorbeeld verharding van de parkeerplaatsen en de komst van het wooninformatiecentrum Waalsprong. Hebben deze veranderingen en verbeteringen invloed gehad op het oordeel van de reizigers? In dit hoofdstuk wordt deze vraag beantwoord. 5.1 Tevredenheid over voorzieningen Tevredenheid over de voorzieningen sterk toegenomen in 2005 In figuur 5.1 is de tevredenheid over de P+R voorziening naar type respondent te zien. De jaren 2004 en 2005 zijn met elkaar vergeleken. Figuur 5.1: Tevredenheid over voorzieningen naar type respondent in procenten (N=197 in 2004 en 190 in 2005 ) Automobilisten Fietsers Totaal Automobilisten Fietsers Totaal (Zeer) tevreden Noch tevreden/ontevreden (Zeer) ontevreden Geen mening/weet niet Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% Ten eerste is uit de bovenstaande figuur op te maken dat een grote meerderheid van de respondenten (zeer) tevreden is met de P+R voorziening (80%) in In vergelijking met 2004 is de tevredenheid sterk toegenomen. Ten opzichte van 2004 is de tevredenheid bij fietsers in 2005 iets toegenomen (+8%), maar bij automobilisten is dit nog sterker het geval (+37%). Naar alle waarschijnlijkheid heeft de verharding van het parkeerterrein hiermee te maken. Hier kan nog gezegd worden dat reizigers tussen 13 en 50 jaar tevredener zijn dan reizigers die ouder zijn. Van de reizigers tussen 13 en 50 jaar is 81% (zeer) tevreden. Van de 51 plussers is dat 68%. Zowel bij de mannen als bij de vrouwen is een meerderheid tevreden over de voorzieningen. Bij de mannen is dat 73% en bij de vrouwen 85%. Ook mensen met een middelbare opleiding zijn meer tevreden over de voorzieningen dan lager 3 en hoger opgeleiden. Hoger opgeleiden zijn het minst tevreden. 3 Bij de lager opgeleiden gaat het naar verhouding om een klein aantal reizigers (21 personen). 21

24 Vervolgmeting Problemen in het dagelijks gebruik Ondanks tevredenheid P+R-voorziening toch enkele problemen Ook in deze vervolgmeting is gevraagd naar de problemen die de respondenten ervaren bij het gebruik van de voorzieningen (parkeerplaats, het station, de bushalte). De respondenten mochten maximaal drie antwoorden geven. Uit de analyses blijkt dat 27,5% van de respondenten geen problemen ondervindt, 72,5% ervaart wel problemen met de voorzieningen. In 2004 gaf 78% aan problemen te ondervinden. De verbeteringen van de voorzieningen, die zijn doorgevoerd na de nulmeting in 2004, hebben er kennelijk toe geleid dat minder reizigers problemen noemen. In figuur 5.2 staan de meest genoemde problemen in 2004 en Figuur 5.2: Meest genoemde problemen in 2004 en 2005 in procenten (N=190) Kwaliteit van de wachtruimtes 0% 5% 2005 Lage treinfrequentie 2% 6% 2004 Geen afsluitbare fietsboxen 4% 8% Kwaliteit van de fietsenrekken 0% 5% Geen/slechte omroepinstallatie Beperkt aantal beschutte wachtruimtes op het perron 8% 7% 8% 15% Diefstal en vernieling 11% 14% Fietsenstalling niet overdekt 13% 15% Kwaliteit van de verharding 0% 41% 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% De meest genoemde problemen in 2005 zijn: 1) Beperkt aantal beschutte wachtruimtes op het perron (15%) 2) Fietsenstalling niet overdekt (13%) 3) Diefstal en vernieling (11%) 4) Geen/slechte omroepinstallatie (8%) 5) Geen afsluitbare fietsboxen (8%) 6) Lage treinfrequentie (6%) 7) Kwaliteit van de wachtruimtes (5%) 22

25 Oordeel gebruikers over de P+R voorziening In 2004 waren de meest genoemde problemen: 1) De kwaliteit van de verharding (41%) 2) De niet overdekte fietsenstalling (15%) 3) Diefstal en vernieling (14%) 4) Beperkt aantal beschutte wachtruimtes op het perron (8%) 5) De slechte omroepinstallatie (7%). De kwaliteit van de verharding wordt in 2005 niet meer als probleem genoemd. Het beperkt aantal beschutte wachtruimtes op het perron, de kwaliteit van de wachtruimtes en de lage treinfrequentie zijn in vergelijking met 2004 grotere problemen geworden. Er staan maar een beperkt aantal beschutte wachtruimtes op het perron. We zullen nu de belangrijkste problemen aangeven voor automobilisten en fietsers. Alleen de problemen die door meer dan 10 reizigers worden genoemd zijn in figuur 5.3 weergegeven. 23

26 Gebruikersonderzoek P+R Station Lent Vervolgmeting 2005 Figuur 5.3: Meest genoemde problemen in het gebruik van de P+R naar type respondent in procenten (N=190)* Geen/slechte omroepinstallatie 14% Fietsers 1% Automobilisten Fietsenstalling niet overdekt Geen afsluitbare fietsenboxen Diefstal/vernieling 24% 1% 13% 2% 17% 5% Lage treinfrequentie Beperkt aantal beschutte wachtruimtes 7% 6% 20% 9% 30% Geen 0% 51% 10% 20% 30% 40% 50% * De percentages kunnen hoger uitvallen dan 100% aangezien de respondenten de mogelijkheid hadden meer dan één antwoord te geven. Uit figuur 5.3 blijkt dat 51% van de automobilisten en 30% van de fietsers geen problemen ondervindt in het gebruik van de P+R voorzieningen. De drie grootste problemen voor fietsers zijn achtereenvolgens de onoverdekte fietsenstalling (24%), het gebrek aan beschutte wachtruimtes (20%) en diefstal/vernieling (17%). Bij de automobilisten zijn de meningen over de problemen meer verdeeld. De problemen die er enigszins bij deze groep uitspringen zijn: gebrek aan beschutte wachtruimtes (9%), lage treinfrequentie (6%) en diefstal/vernieling (5%). De fietsenstalling is niet overdekt %

27 Oordeel gebruikers over de P+R voorziening Ten slotte is er nog gekeken naar leeftijd, geslacht en opleiding. Uit deze analyses blijkt dat de oudste leeftijdscategorie (51+) naar verhouding de meeste problemen ervaart. Deze leeftijdscategorie wil meer beschutte wachtruimtes, een overdekte fietsenstalling en afsluitbare fietsenboxen. Ook de leeftijdscategorie 36 tot en met 50 jaar wil meer beschutte wachtruimtes. De jongste leeftijdscategorie ziet de niet overdekte fietsenstalling als het grootste probleem. Ook worden diefstal en vernieling in deze categorie vaak genoemd. Tijdens het gebruik van de P+R voorziening ondervindt 55% van de vrouwen en 41% van de mannen geen problemen. Mannen vinden voornamelijk het beperkt aantal beschutte wachtruimtes een probleem (24%). Vrouwen vinden diefstal en vernieling het grootste probleem, evenals personen met een lage opleiding. Tot zo ver de problemen die de gebruikers van het P+R terrein ondervinden. In de volgende paragraaf zullen we de tevredenheid van de reizigers over de reisinformatie en tarieven bekijken. 5.3 Tevredenheid over reisinformatie en tarief Tevredenheid over reisinformatie sterk toegenomen in 2005 Er is in de vragenlijst ook gevraagd naar de mening van reizigers over de ter plaatse aangeboden reisinformatie en de presentatie hiervan (zoals de informatie over vertrektijden). Men kon antwoorden met voldoende, voldoende noch onvoldoende, onvoldoende of geen mening/weet niet. In tabel 5.4 staan de uitkomsten op deze vraag gesplitst naar type respondent. De jaren 2004 en 2005 worden met elkaar vergeleken. Figuur 5.4: Tevredenheid over de reisinformatie en de presentatie van de reisinformatie naar type respondent in procenten (N=197 in 2004 en 190 in 2005 ) Automobilisten Fietsers Totaal Automobilisten Fietsers Totaal voldoende voldoende noch onvoldoende onvoldoende weet niet/geen mening Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% Uit figuur 5.4 blijkt dat de meerderheid van de automobilisten en de fietsers in 2005 de reisinformatie en de presentatie van de reisinformatie voldoende vindt (respectievelijk 65% en 75%). Het oordeel over de reisinformatie en presentatie hiervan is in 2005 ten opzichte van 2004 gunstiger geworden. Dat geldt zowel voor automobilisten als voor fietsers. Fietsers en automobilisten die een onvoldoende geven voor de informatie zijn ook toegenomen sinds 2004, maar naar verhouding gaat het hier om kleinere aantallen. In 2005 zijn er meer mensen die een mening hebben over de reisinformatie en de presentatie hiervan dan in Een verklaring hiervan kan zijn dat de gebruikers inmiddels wat langer komen op het P+R terrein en nu eerder een mening hierover kunnen formuleren. 25

28 Gebruikersonderzoek P+R Station Lent Vervolgmeting 2005 De reisinformatie op het P+R terrein. Minder trein- en busreizigers vinden OV-tarief te hoog Tenslotte is nagegaan hoe men denkt over de tarieven van het openbaar vervoer (alleen tarieven van het openbaar vervoer, aangezien het stallen voor de fiets en het parkeren van de auto op de P+R Lent gratis is). Sinds november 2004 zijn de trein- en bustarieven gestegen. De gemiddelde tariefstijging bij de trein is 3,25%. Bij busreizen is er sprake van een tariefstijging van gemiddeld 4,87%4. In 2006 wil de huidige minister van Verkeer en Waterstaat, mevrouw Peijs, de strippenkaart 2,6% duurder maken. De NS wil haar tarieven met 3,5% laten stijgen. In de enquête is gevraagd of men het tarief van de bus of trein hoog of laag vindt. Busreizigers 2004 Treinreizigers Figuur 5.5: Oordeel over tarief OV opgesplitst naar trein- en busreizigers in procenten (N=197 in 2004 en 190 in 2005 ) % 21% 42% 42% 12% 10% 20% 0% 29% 30% Hoog noch laag 40% Laag 50% 60% 0% 21% 27% 43% Hoog 4 10% 52% % 12% 4% 70% Weet niet/geen mening 21% 18% 80% 0% 6% 90% Heb OV-jaarkaart De gemiddelde tariefstijgingen van bus- en treinreizen in 2005 zijn afkomstig van de Vereniging Reizigers Openbaar Vervoer (Rover). 26 3% 100%

29 Oordeel gebruikers over de P+R voorziening In 2004 bleken veel busreizigers (42%) geen mening te hebben over de tarieven, eenderde (36%) vond deze te hoog en 10% te laag. De rest had geen mening. Treinreizigers waren in 2004 duidelijker in hun mening over de tarieven dan de busreizigers. De meerderheid van de treinreizigers (52%) vond de tarieven van de trein toen te hoog. In 2005 vindt ongeveer éénvijfde van de busreizigers het tarief van de bus te hoog. De grootste groep busreizigers vindt het hoog noch laag (42%). Van de busreizigers uit 2005 vindt 12% het tarief te laag. Deze groep verschilt niet veel met de groep die dat in 2004 vond. In vergelijking met 2004 zijn er minder busreizigers die het tarief te hoog vinden. Bij de treinreizigers van 2005 zien we een afname van het aantal mensen dat het tarief van de trein te hoog vindt. In 2004 was dit percentage nog 52%. In 2005 is dit afgenomen tot 43%. Ook in 2005 zijn er nogal wat bus- en treinreizigers die geen mening hebben over het OV-tarief. Kennelijk heeft de tariefstijging van de trein en bus na 2004 niet geleid tot een grotere groep mensen die de tarieven van het openbaar vervoer te hoog vindt. In tegendeel zelfs, deze categorie is, zowel bij trein- als busreizigers, kleiner geworden. Het is mogelijk dat de prijs-kwaliteitverhouding van het OV in de ogen van de OV-reiziger is verbeterd, hetgeen een gunstige invloed heeft op het oordeel over de tarieven. 27

30

31 Conclusies en aanbevelingen 6 Conclusies en aanbevelingen In de vorige hoofdstukken hebben we getracht een antwoord te geven op de onderzoeksvragen. In dit hoofdstuk zullen we alle belangrijke conclusies nog een keer op een rijtje zetten. Ook doen we enkele aanbevelingen voor eventueel vervolgonderzoek en verbeteringen van het P+R terrein. 6.1 Meeste P+R gebruikers stappen van fiets over op trein De meeste mensen stappen van de fiets over op de trein of vice versa. Het parkeren van de auto op het P+R terrein en het verder reizen met de trein of vice versa komt ook vaak voor. Er blijkt ook een grote groep mensen die de auto parkeert of de fiets stalt of verder reist met de fiets respectievelijk de auto. Carpoolen wordt ook nog redelijk vaak gedaan. Ten slotte bezoekt een kleine groep het wooninformatiecentrum. 6.2 Meer reizigers dan verwacht Het aantal geparkeerde auto s en gestalde fietsen in 2005 is op werkdagen, zaterdagen en koopavonden ten opzichte van 2004 toegenomen. Op een werkdag staan er gemiddeld meer auto s en fietsen op het terrein dan op de donderdagavond en op de zaterdag. Ondanks de toename van het aantal geparkeerde auto s en gestalde fietsen op de koopavond blijft het gebruik op deze avond gering. Op werkdagen staan er s middags de meeste auto s en fietsen geparkeerd/gestald. In het weekend staan er zaterdagochtend de meeste auto s. Het aantal gestalde fietsen is op de zaterdag ongeveer constant. Onze voorspelling over het aantal geparkeerde auto s en gestalde fietsen in een week (werkdagen, donderdagavond en zaterdag), minimaal 178 geparkeerde auto s en minimaal 324 gestalde fietsen, is uitgekomen. In 2005 blijken er wekelijks ongeveer 231 geparkeerde auto s en 438 gestalde fietsen te staan. Als laatste kunnen we concluderen dat de ondervraagde fietsers frequentere gebruikers zijn van het P+R terrein dan de ondervraagde automobilisten in De frequentie van het gebruik is voor automobilisten afgenomen over de tijd. Voor fietsers is deze ongeveer gelijk gebleven. 6.3 Reizigers jong, hoog opgeleid en vooral uit Lent De overstapper was in 2004 over het algemeen jong (13 t/m 35 jaar), hoog opgeleid en woonachtig in Lent. In 2005 zijn deze dominante kenmerken nauwelijks veranderd. In 2005 is het aandeel hoog opgeleiden en personen woonachtig in Lent ten opzichte van 2004 toegenomen. Het percentage jongeren is echter iets afgenomen. Verder blijkt dat het aandeel vrouwen in 2005 ten opzichte van 2004 iets gestegen is. 6.4 P+R terrein speelt grotere rol in het bezoek aan het Nijmeegse stadscentrum Arnhem is in het algemeen, zowel in 2004 als 2005, de belangrijkste bestemming voor de P+R gebruikers. Ook Nijmegen centrum en Nederland overig blijven belangrijk. De meeste automobilisten hebben Nijmegen Centrum of Nederland overig als bestemming. Fietsers hebben vaker Arnhem en Nijmegen Lent als bestemming. De cijfers uit 2005 lijken wat dit betreft veel op de resultaten uit

32 Vervolgmeting 2005 In het algemeen zijn de herkomstgebieden in 2005 niet veel veranderd ten opzichte van 2004: Nijmegen Lent, Nijmegen Oosterhout, Arnhem en Gelderland overig blijven belangrijke gebieden. Belangrijke herkomstgebieden voor automobilisten in 2005 zijn Gelderland overig, Nijmegen Lent, Nijmegen Centrum, Arnhem en Nijmegen Oosterhout. Voor fietsers is de rangorde iets anders. Fietsers geven als herkomstgebied vooral Nijmegen Lent, Nijmegen Oosterhout en Arnhem aan. Als we kijken naar de reizen die het vaakst worden gemaakt, kunnen we concluderen dat de reizen die in 2004 belangrijk waren dit in 2005 nog steeds zijn (Nijmegen Lent- Arnhem, Gelderland overig-nijmegen centrum, Nijmegen Oosterhout- Arnhem en Nijmegen Lent-Utrecht). De reizen Arnhem-Nijmegen centrum en Nijmegen Lent- Gelderland overig zijn in 2005 toegenomen, terwijl de reis Arnhem-Nijmegen overig in deze periode is afgenomen. Het P+R station is en blijft dus voornamelijk belangrijk voor reizen binnen Gelderland. 6.5 Angst voor files belangrijk motief gebruik P+R voorziening Zowel in 2004 als 2005 blijken werk, school/studie en bezoek centrum de belangrijkste doelen te zijn van de reis. Werk wordt verreweg het meest genoemd als reisdoel. Reismotieven die in beide jaren in beperkte mate worden genoemd zijn bezoek aan het ziekenhuis en bezoek aan familie/vrienden. Het aandeel automobilisten dat naar het werk gaat is in 2005 afgenomen, bij fietsers is dit aandeel toegenomen. Bij automobilisten is een sterke toename te constateren van het aantal mensen dat het centrum van Nijmegen bezoekt. Bij fietsers is school/studie het meest genoemde doel van hun reis. Binnen bijna alle trajecten is werk, zowel in 2004 als 2005, het belangrijkste motief. Alleen in 2005 is het bezoek aan het centrum het voornaamste doel van de mensen die reizen van Gelderland overig naar Nijmegen Centrum (of vice versa). In 2004 was school/studie binnen het traject Waalsprong - Arnhem een belangrijk motief. Net als in 2004 blijft school/studie als motief in 2005 belangrijk. Het aandeel hiervan is echter enigszins afgenomen. De angst om in files te komen speelt bij automobilisten in 2005 een steeds belangrijkere rol om gebruik te maken van het P+R terrein. In 2005 blijkt namelijk dat, naast de parkeerproblemen op de plaats van bestemming, files voor de Waalbrug en files in het algemeen de meest genoemde redenen zijn voor automobilisten om gebruik te maken van het P+R terrein. In vergelijking met 2004 zijn de redenen van automobilisten weinig veranderd. De categorie overig (redenen als gezondheid, comfort, in het bezit zijn van een OVjaarkaart/kortingskaart en mogelijkheden tot werken in de trein) is bij automobilisten wel sterk afgenomen. In 2004 en 2005 was te ver fietsen de meest genoemde reden voor fietsers om deels te reizen met het openbaar vervoer. Het weer is bij fietsers in 2005 minder vaak genoemd dan in De meeste respondenten maken, zowel in 2004 als 2005, gebruik van de trein. De bus wordt veel minder vaak gebruikt als openbaar vervoermiddel. Het gebruik van de trein door fietsers is in 2005 toegenomen. 30

De belangrijkste conclusies die op basis van de tellingen in 2018 (in vergelijking met 2016) kunnen worden getrokken zijn:

De belangrijkste conclusies die op basis van de tellingen in 2018 (in vergelijking met 2016) kunnen worden getrokken zijn: FACTSHEET Tellingen Coffeeshopbezoekers Roermond Resultaten metingen 2018: april en augustus In opdracht van de gemeente Roermond voert Breuer&Intraval jaarlijks (van 2018 tot en met 2021) tellingen uit

Nadere informatie

RAPPORT EVALUATIE 2 KAARTJE HEUVELLANDLIJN 2014

RAPPORT EVALUATIE 2 KAARTJE HEUVELLANDLIJN 2014 RAPPORT EVALUATIE 2 KAARTJE HEUVELLANDLIJN 2014 Opdrachtnemer: Team Financieel Advies, Onderzoek & Statistiek Gemeente Maastricht Opdrachtgever: Roy Cornelissen Projectleider Topdagen en Evenementen Programmabureau

Nadere informatie

Onderzoek gebruik fietsenstallingen rondom station Zwolle

Onderzoek gebruik fietsenstallingen rondom station Zwolle fietsen Advies en Faciliteiten AF Stadskantoor Lübeckplein Postbus 538 8000 AM Zwolle Telefoon (038) 498 2008 www.zwolle.nl Onderzoek gebruik fietsenstallingen rondom station Zwolle Opdrachtgever Opdrachtnemer

Nadere informatie

Parkeeronderzoek De Biezen. Resultaten bewonersenquête

Parkeeronderzoek De Biezen. Resultaten bewonersenquête Parkeeronderzoek De Biezen Resultaten bewonersenquête Gemeente Nijmegen Afdeling Onderzoek en Statistiek Januari 2005 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 2 1.1 Achtergrond en doel onderzoek... 2 1.2 Vraagstellingen

Nadere informatie

LANDELIJKE FACTSHEET. 1. Context voor reisgedrag. Beter Benutten. Gedragsmeting 2015

LANDELIJKE FACTSHEET. 1. Context voor reisgedrag. Beter Benutten. Gedragsmeting 2015 LANDELIJKE FACTSHEET Beter Benutten Gedragsmeting 2015 1. Context voor reisgedrag Het effect van maatregelen in het kader van Beter Benutten is niet alleen afhankelijk van de drivers die mensen hebben

Nadere informatie

Onderzoek station Breukelen Rapport

Onderzoek station Breukelen Rapport Rapport Rapport in opdracht van ROCOV-Utrecht 19 januari 2011 rapportnummer: 4144-R-E auteur(s): Tanthofdreef 15 Badhuiswal 3 Hoff van Hollantlaan 6 Conradstraat 8D Heresingel 12 Postbus 2873 Postbus

Nadere informatie

Verkeer en vervoer. Omnibus 2011

Verkeer en vervoer. Omnibus 2011 Verkeer en vervoer Omnibus Afdeling Onderzoek & Statistiek Januari 2012 2 Samenvatting In het najaar van is door de afdeling Onderzoek & Statistiek van de gemeente s-hertogenbosch een omnibusonderzoek

Nadere informatie

Fiets in de metro. Martijn Epskamp. Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) maart In opdracht van de Stadsregio

Fiets in de metro. Martijn Epskamp. Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) maart In opdracht van de Stadsregio Fiets in de metro Fiets in de metro Martijn Epskamp Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) maart 2008 In opdracht van de Stadsregio Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) Auteur: Martijn Epskamp

Nadere informatie

LANDELIJKE FACTSHEET. 1. Hoofdpunten en kansen voor beleid. Beter Benutten. Gedragsmeting 2016

LANDELIJKE FACTSHEET. 1. Hoofdpunten en kansen voor beleid. Beter Benutten. Gedragsmeting 2016 LANDELIJKE FACTSHEET Beter Benutten Gedragsmeting 2016 1. Hoofdpunten en kansen voor beleid De tabel op de volgende pagina toont de belangrijkste uitkomsten van de Gedragsmeting 2016, een landelijk mobiliteitsonderzoek

Nadere informatie

Hoofdstuk 10 Parkeren

Hoofdstuk 10 Parkeren Hoofdstuk 10 Parkeren Samenvatting Zeven op de tien Leidse huishoudens beschikken over één of meer auto s. Eén op de vijf huishoudens heeft te maken met betaald parkeren in de eigen straat of in aangrenzende

Nadere informatie

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 26 juni 2017 DATUM 26 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Overlast park Lepelenburg

Overlast park Lepelenburg Overlast park Lepelenburg 1-meting oktober 2014 www.onderzoek.utrecht.nl Colofon Uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht Postbus 16200 3500 CE Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl in opdracht

Nadere informatie

Verkeer en vervoer. Omnibus 2015

Verkeer en vervoer. Omnibus 2015 Verkeer en vervoer Omnibus Afdeling Onderzoek & Statistiek Januari 2016 2 Inleiding In het najaar van is door de afdeling Onderzoek & Statistiek van de gemeente s-hertogenbosch een omnibusonderzoek gehouden.

Nadere informatie

Ervaren overlast door omwonenden en parkbezoekers van het Wilhelminapark

Ervaren overlast door omwonenden en parkbezoekers van het Wilhelminapark Ervaren overlast door omwonenden en parkbezoekers van het Wilhelminapark Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht Postbus 16200 3500 CE Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl

Nadere informatie

Hoofdstuk 22. Parkeren

Hoofdstuk 22. Parkeren Hoofdstuk 22. Parkeren Samenvatting Van alle Leidse huishoudens heeft circa acht op de tien een auto. Vergelijkbaar met eerdere jaren geeft 14% van de autobezitters aan een parkeervergunning te hebben.

Nadere informatie

Fietsen in Groningen 2017

Fietsen in Groningen 2017 veel respon Fietsen in Groningen 2017 Kübra Ozisik April 2017 www.os-groningen.nl BASIS VOOR BELEID Inhoud Inhoud... 1 1. Inleiding... 2 2. Fietsen in Groningen 2017... 3 2.1 Respons en achtergrond...

Nadere informatie

Openingstijden Stadswinkels 2008

Openingstijden Stadswinkels 2008 Openingstijden Stadswinkels 2008 Openingstijden Stadswinkels 2008 René van Duin & Maaike Dujardin Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) december 2008 In opdracht van Publiekszaken afdeling Beleid

Nadere informatie

Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden

Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden Projectnummer: 10203 In opdracht van: Dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer drs. Merijn Heijnen dr. Willem Bosveld Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus 658 1012 GL

Nadere informatie

Onderzoek Parkeerbeleid

Onderzoek Parkeerbeleid Rapportage Onderzoek Parkeerbeleid In opdracht van: Contactpersoon: Gemeente IJsselstein Harmke Martens Utrecht, augustus 2013 DUO Market Research drs. Aart van Grootheest Anja Schaapman MSc Postbus 681

Nadere informatie

koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER

koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER Oktober 2012 2 Opdrachtnemer: Opdrachtgever: Team Financieel Advies, Onderzoek & Statistiek Camiel De Bruijn Ard Costongs Economie

Nadere informatie

Tussentijdse evaluatie. gratis openbaar vervoer 65-plussers. Afdeling Ruimtelijke en Economische Ontwikkelingen Sector Beleid en Projecten

Tussentijdse evaluatie. gratis openbaar vervoer 65-plussers. Afdeling Ruimtelijke en Economische Ontwikkelingen Sector Beleid en Projecten Tussentijdse evaluatie gratis openbaar vervoer 65-plussers Afdeling Ruimtelijke en Economische Ontwikkelingen Sector Beleid en Projecten 10 februari 2010 Inhoudsopgave Samenvatting... 3 1 Inleiding...

Nadere informatie

Hoofdstuk 27. RijnGouweLijn

Hoofdstuk 27. RijnGouweLijn Hoofdstuk 27. RijnGouweLijn Samenvatting Ruim acht op de tien Leidenaren weet dat er een nieuwe light-railverbinding komt die Leiden, Gouda en de kust van Noordwijk en Katwijk met elkaar verbindt. Dit

Nadere informatie

Buurt- en dorpsenquête Openbaar vervoer

Buurt- en dorpsenquête Openbaar vervoer Buurt- en dorpsenquête 2009 Openbaar vervoer Buurt- en dorpsenquête 2009 Openbaar vervoer In juni 2009 hebben 7.250 inwoners van 18 jaar en ouder een uitgebreide vragenlijst ontvangen in het kader van

Nadere informatie

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 20 juni 2017 DATUM 20 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Grafiek 12.1a Soorten vervoermiddelen waar Leidenaren over beschikken, in procenten van alle Leidenaren 0% 25% 50% 75% 100%

Grafiek 12.1a Soorten vervoermiddelen waar Leidenaren over beschikken, in procenten van alle Leidenaren 0% 25% 50% 75% 100% 12 VERVOERMIDDELENKEUZE De afdeling Ruimte- en Milieubeleid wil graag weten over welke vervoermiddelen de Leidenaren beschikken en welke zij voor verschillende doeleinden gebruiken. Daarnaast is de gemeente

Nadere informatie

Eén Zuidoost: verbondenheid oost- en westkant spoor. Nulmeting. Onderzoek, Informatie en Statistiek

Eén Zuidoost: verbondenheid oost- en westkant spoor. Nulmeting. Onderzoek, Informatie en Statistiek - Eén Zuidoost: verbondenheid oost- en westkant spoor Nulmeting Onderzoek, Informatie en Statistiek In opdracht van: Stadsdeel Zuidoost Projectnummer: 19123 Eliza van der Beek Laura de Graaff Josca Boers

Nadere informatie

Hoofdstuk 21. Fietsgebruik

Hoofdstuk 21. Fietsgebruik Hoofdstuk 21. Fietsgebruik Samenvatting Om meer inzicht te krijgen in het fietsgebruik ten opzichte van andere vervoermiddelen is voor vier bestemmingen binnen Leiden gevraagd welk vervoermiddel inwoners

Nadere informatie

(Nog) beter op weg over water!? Klanttevredenheidsonderzoek 2014

(Nog) beter op weg over water!? Klanttevredenheidsonderzoek 2014 2 (Nog) beter op weg over water!? Klanttevredenheidsonderzoek 2014 Riveer Onderzoeksrapport December 2014 3 INHOUD 1. Opzet van het onderzoek 1.1. Waarom? 5 1.2. Hoe? 5 2. Gebruik per veerverbinding 6

Nadere informatie

Faradaystraat 2a Postbus DB Zwolle T: F:

Faradaystraat 2a Postbus DB Zwolle T: F: BVA Faradaystraat 2a Postbus 40089 8004 DB Zwolle T:038-4606747 F:038-4604912 Fietsenstalling Station Haren 1.117-1 - bepaling aantal stallingsvoorzieningen oostzijde - 10 maart 2014 Gemeente Haren 1.

Nadere informatie

Onderzoek lijnvoering Oss Eindrapport

Onderzoek lijnvoering Oss Eindrapport Onderzoek lijnvoering Eindrapport Onderzoek lijnvoering Eindrapport in opdracht van Provincie Noord-Brabant 10 januari 2012 rapportnummer: 4397-R-E02 auteurs: M.T. Te Wierik en H.J. Zoer Tanthofdreef

Nadere informatie

Onderzoek naar vervoersarmoede: BEVINDINGEN STUDENTEN VAN HET MBO

Onderzoek naar vervoersarmoede: BEVINDINGEN STUDENTEN VAN HET MBO 1 Onderzoek naar vervoersarmoede: BEVINDINGEN STUDENTEN VAN HET MBO In opdracht van: Ruben de Cuyper December 2016 2 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Vervoersarmoede: hoe groot is het probleem en wie hebben

Nadere informatie

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Inleiding Chris M. Jager In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten. Doel

Nadere informatie

Openingstijden Stadskantoor. Afdeling O&S Gemeente s-hertogenbosch

Openingstijden Stadskantoor. Afdeling O&S Gemeente s-hertogenbosch Openingstijden Stadskantoor Afdeling O&S Gemeente s-hertogenbosch Afdeling Onderzoek & Statistiek April 2013 2 Samenvatting De afdeling Burgerzaken wil graag weten of de huidige openingstijden van het

Nadere informatie

Breng direct RijnWaalsprinter

Breng direct RijnWaalsprinter Nieuw vanaf 29 augustus: Breng direct RijnWaalsprinter Arnhem Huissen Bemmel Nijmegen Gratis 5x retour Breng me direct langs de file Kijk voor meer info op breng.nl Nieuw: Breng direct RijnWaalsprinter

Nadere informatie

Breng direct RijnWaalsprinter

Breng direct RijnWaalsprinter Nieuw vanaf 29 augustus: Breng direct RijnWaalsprinter Arnhem Huissen Bemmel Nijmegen Gratis 5x retour Breng me direct langs de file Kijk voor meer info op breng.nl Comfortabel én snel langs de files Nieuw:

Nadere informatie

Bezoekersstromen bij burgerzaken april 2003 t/m maart 2005

Bezoekersstromen bij burgerzaken april 2003 t/m maart 2005 Bezoekersstromen bij burgerzaken april 2003 t/m maart 2005 Effecten van nieuwe openings- en werktijden bij de gemeente s-hertogenbosch Deelonderzoek 1 O&S Juli 2005 Dit product is tot stand gekomen met

Nadere informatie

Resultaten enquête Uithoornlijn

Resultaten enquête Uithoornlijn Resultaten enquête Uithoornlijn Juni 2015 Resultaten enquête Uithoornlijn Inleiding De gemeente Uithoorn en de Stadsregio Amsterdam willen graag weten wat inwoners van Uithoorn belangrijk vinden aan het

Nadere informatie

Fietsen in Groningen 2016

Fietsen in Groningen 2016 B A S I S V O O R B E L E I D Fietsen in Groningen 2016 Laura de Jong Onderzoek en Statistiek Groningen, april 2016 Fietsen in Groningen 2016 Inhoud 1. Inleiding 3 2. Fietsen in Groningen 2016 4 2.1 Respons

Nadere informatie

Verkeer en vervoer. Omnibus 2009

Verkeer en vervoer. Omnibus 2009 Verkeer en vervoer Omnibus 2009 Afdeling O&S Maart 2010 2 Kort samengevat Najaar 2009 is door de afdeling Onderzoek & Statistiek een omnibusonderzoek gehouden. In dit onderzoek is de bewoners van de gemeente

Nadere informatie

PARKEERONDERZOEK BINNENSPEELLOCATIE PLASWIJCKPARK 25 februari 2011

PARKEERONDERZOEK BINNENSPEELLOCATIE PLASWIJCKPARK 25 februari 2011 PARKEERONDERZOEK BINNENSPEELLOCATIE PLASWIJCKPARK 25 februari 2011 In opdracht van de Stichting Plaswijckpark uitgevoerd door: 1. INLEIDING Het Plaswijckpark is een familiepark in de deelgemeente Hillegersberg-Schiebroek

Nadere informatie

Landelijke peiling Nijmegen 2000. Resultaten eindmeting, januari 2006

Landelijke peiling Nijmegen 2000. Resultaten eindmeting, januari 2006 Resultaten eindmeting, januari 2006 O&S Nijmegen januari 2006 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Onderzoeksresultaten 5 2.1 Eerste gedachte bij de stad Nijmegen 5 2.2 Bekendheid met gegeven dat Nijmegen de

Nadere informatie

Landelijke peiling Nijmegen Resultaten tussenmeting, begin juli 2005

Landelijke peiling Nijmegen Resultaten tussenmeting, begin juli 2005 Resultaten tussenmeting, begin juli 2005 O&S Nijmegen 13 juli 2005 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Onderzoeksresultaten 5 2.1 Eerste gedachte bij de stad Nijmegen 5 2.2 Bekendheid met gegeven dat Nijmegen

Nadere informatie

Monitoring gebruikerstevredenheid invoering 130 km/h

Monitoring gebruikerstevredenheid invoering 130 km/h TNS Nipo Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam t 020 5225 444 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Rapport Monitoring gebruikerstevredenheid invoering 130 km/h Rick Heldoorn & Matthijs de Gier H1630

Nadere informatie

5. CONCLUSIES. 5.1 Overlast

5. CONCLUSIES. 5.1 Overlast 5. CONCLUSIES In dit afsluitende hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies besproken. Achtereenvolgens komen de overlast, de criminaliteit en de veiligheidsbeleving aan bod. Aan de 56 buurtbewoners

Nadere informatie

Bewonerspanel Bereikbaarheid

Bewonerspanel Bereikbaarheid Interne Bedrijven, Gemeente Utrecht onderzoek@utrecht.nl / 030 286 1350 www.utrecht.nl/onderzoek Bewonerspanel Bereikbaarheid Leden Bewonerspanel Utrecht vinden bereikbaarheid centrum afgenomen De respondenten

Nadere informatie

Hoofdstuk 15. RijnGouwelijn

Hoofdstuk 15. RijnGouwelijn Hoofdstuk 15. RijnGouwelijn Samenvatting Op dit moment maakt zes op de tien Leidenaren gebruik van de trein, ruim vier op de tien van de bus binnen Leiden en een kwart van de bus naar een plaats in de

Nadere informatie

Passantenonderzoek. Station Laan van NOI te Den Haag/Voorburg Najaar 2015

Passantenonderzoek. Station Laan van NOI te Den Haag/Voorburg Najaar 2015 Station Laan van NOI te Den Haag/Voorburg Najaar 2015 Opdrachtnummer: 33-2573 Dataverzameling: oktober 2015 Oplevering: oktober 2015 Projectbegeleiding: drs. J.P. Verwaaijen Strabo bv Marktonderzoek en

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014 Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 214 Willemstad, Maart 214 Inleiding In juni 214 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) de bedrijven benaderd met vragenlijsten op Curaçao. Doel van deze

Nadere informatie

Fietsparkeren in Leiden

Fietsparkeren in Leiden Fietsparkeren in Leiden peiling Leids JongerenPanel Colofon Serie Statistiek 2011 / 12 Gemeente Leiden Afdeling Strategie en Onderzoek, BOA Postbus 9100, 2300 PC Leiden E-mail: boa@leiden.nl Website: www.leiden.nl/jongerenpanel

Nadere informatie

Straatintimidatie Amsterdam. Factsheet Onderzoek, Informatie en Statistiek

Straatintimidatie Amsterdam. Factsheet Onderzoek, Informatie en Statistiek Straatintimidatie Amsterdam Factsheet 201 Onderzoek, Informatie en Statistiek In opdracht van: Directie Openbare Orde en Veiligheid Projectnummer: 11 Beek, Eliza van der Smeets, Harry Bezoekadres: Oudezijds

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2015

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2015 Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2015 Willemstad, oktober 2015 Inleiding In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten.

Nadere informatie

OV-plangedrag Breng-reizigers

OV-plangedrag Breng-reizigers OV-plangedrag Breng-reizigers Lectoraat Human Communication Development Auteurs: Daphne Hachmang Renée van Os Els van der Pool Datum: 9-9-2014 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Achtergrond onderzoek 4 2.1

Nadere informatie

Rapportage. Parkeeronderzoek Stationsgebied Wijchen. April Eindrapportage. Gemeente Wijchen Mw. C. Bitter

Rapportage. Parkeeronderzoek Stationsgebied Wijchen. April Eindrapportage. Gemeente Wijchen Mw. C. Bitter Rapportage Parkeeronderzoek Stationsgebied Eindrapportage Opdrachtgever Gemeente Mw. C. Bitter Opdrachtnemer Dufec Onderzoekt wat mensen beweegt Mark Mulders, Bart Dolstra Dufec houdt zich bezig met data.

Nadere informatie

Het digitale stadspanel over bereikbaarheid

Het digitale stadspanel over bereikbaarheid Het digitale stadspanel over bereikbaarheid Enkele resultaten uit de digitale enquête onder het Nijmeegse stadspanel over het thema bereikbaarheid 1. Inleiding Eind augustus / begin september jl. is het

Nadere informatie

Bedrijfsbelangenvereniging. Landsmeer. Parkeren centrum. Landsmeer

Bedrijfsbelangenvereniging. Landsmeer. Parkeren centrum. Landsmeer Bedrijfsbelangenvereniging Landsmeer Parkeren centrum Landsmeer Bedrijfsbelangenvereniging Landsmeer Parkeren centrum Landsmeer Datum 26 oktober 2013 Kenmerk BLM002/Mdm/0007 Eerste versie 24 september

Nadere informatie

Stadsmonitor. -thema Openbare Ruimte-

Stadsmonitor. -thema Openbare Ruimte- Stadsmonitor -thema Openbare Ruimte- Modules Samenvatting 1 Beeldkwaliteit stad 2 Beeld van openbare ruimte in buurt 4 Onderhoud openbare ruimte 10 Bronnen 19 Datum: februari 2016 Gemeente Nijmegen Onderzoek

Nadere informatie

Wat zie jij er uitgeslapen uit... Monitoringsrapport 2.0

Wat zie jij er uitgeslapen uit... Monitoringsrapport 2.0 Wat zie jij er uitgeslapen uit... Monitoringsrapport 2. Inhoud 1 Inleiding... 5 2 Werving en achtergronden deelnemers... 6 2.1 Interpretatie van de gegevens...6 2.2 Werving...6 2.3 Doelgroep...7 2.4 Kenmerken

Nadere informatie

Onderzoek parkeren 2019

Onderzoek parkeren 2019 Onderzoek parkeren 2019 ONDERZOEK PARKEREN 2019 April 2019 Samenstelling rapport: Mariëlle Bartels, afdeling JABO/Onderzoek en Statistiek In opdracht van: Desirée Kluyver, afdeling Stadsontwikkeling JABO/Onderzoek

Nadere informatie

Verkeer en vervoer in Helmond

Verkeer en vervoer in Helmond D. Vragenlijst VERKEER EN VERVOER A. VERVOERSMIDDELEN 1 Wilt u aangeven hoeveel van de volgende vervoersmiddelen er in uw huishouden aanwezig zijn? - Fiets - Personenauto - Bromfiets, scooter, motor (tweewielig

Nadere informatie

Gebruikersonderzoek P+R Station Lent. Nulmeting 2004

Gebruikersonderzoek P+R Station Lent. Nulmeting 2004 Gebruikersonderzoek P+R Station Lent Nulmeting 2004 Afdeling Onderzoek en Statistiek januari 2005 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding en doel onderzoek 3 1.2 De onderzoeksvragen en -opzet 3 1.3

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 2014 Willemstad, april 15 Inhoud Inleiding... 2 Methodologie... 2 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Investeringsbelemmeringen en bevorderingen...3 Concurrentiepositie...5 Vertrouwen in de economie...5 Vertrouwen

Nadere informatie

Evaluatie P&R-Waalsprinter

Evaluatie P&R-Waalsprinter Evaluatie P&R-Waalsprinter Gebruikers over het P&R-terrein en de Waalsprinter Datum: december 2011 Colofon Gemeente Nijmegen Afdeling Onderzoek en Statistiek contactpersoon: Henk Moeniralam tel.: (024)

Nadere informatie

Hoofdstuk 20. Fietsgebruik

Hoofdstuk 20. Fietsgebruik Hoofdstuk 20. Fietsgebruik Samenvatting Negen op de tien Leidenaren van 18-75 jaar zegt een fiets te beschikken en vrijwel alle mensen met een fiets fietsen wel eens. De fiets wordt door driekwart van

Nadere informatie

Gemeente Midden-Delfland. Aanpak overlast wijkvreemde parkeerders Den Hoorn Resultaten parkeeronderzoek

Gemeente Midden-Delfland. Aanpak overlast wijkvreemde parkeerders Den Hoorn Resultaten parkeeronderzoek Gemeente Midden-Delfland Aanpak overlast wijkvreemde parkeerders Den Hoorn Resultaten parkeeronderzoek Gemeente Midden-Delfland Aanpak overlast wijkvreemde parkeerders Den Hoorn Resultaten parkeeronderzoek

Nadere informatie

Inwoners van Enschede beoordelen bereikbaarheid centrum

Inwoners van Enschede beoordelen bereikbaarheid centrum Inwoners van Enschede beoordelen bereikbaarheid centrum De gemeente Enschede hecht veel belang aan de mening van inwoners. Daarom is het opgericht. Via dit panel kunnen inwoners van Enschede gedurende

Nadere informatie

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Willemstad, Mei 2016 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Methodologie... 3 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Concluderende opmerkingen... 17 1 CBS Curaçao mei 2016 Inleiding

Nadere informatie

Onderzoek Zondagopenstelling Gemeente Borger-Odoorn

Onderzoek Zondagopenstelling Gemeente Borger-Odoorn Onderzoek Zondagopenstelling Gemeente Borger-Odoorn Oktober 2015 2 Management Summary Inleiding Ongeveer een jaar geleden heeft de gemeenteraad van Borger-Odoorn besloten om de winkels in haar gemeente

Nadere informatie

Het openbaar vervoer in Gelderland

Het openbaar vervoer in Gelderland Het openbaar vervoer in Gelderland Resultaten derde peiling GeldersPanel 3 april 2009 Inleiding Dit jaar wordt het streekvervoer in Gelderland opnieuw aanbesteed door de provincie. Het gaat dan met name

Nadere informatie

Klanttevredenheid WMO vervoer Haren 2013

Klanttevredenheid WMO vervoer Haren 2013 Klanttevredenheid WMO vervoer Haren 2013 Colofon "Klanttevredenheid WMO vervoer Haren 2013" Klanttevredenheidsonderzoek naar het WMO vervoer in de gemeente Haren. Uitgave Deze publicatie is een uitgave

Nadere informatie

Stadsmonitor. -thema Verkeer en Vervoer-

Stadsmonitor. -thema Verkeer en Vervoer- Stadsmonitor -thema Verkeer en Vervoer- Modules Samenvatting 2 Bereikbaarheid 3 Vervoersbewegingen en verkeersoverlast 5 Parkeren 7 Duurzame mobiliteit 10 Verkeersveiligheid 14 Bijlage: Bronnen 16 Datum:

Nadere informatie

Onderzoek fietstransferia

Onderzoek fietstransferia Onderzoek fietstransferia Resultaten onderzoek 2017 In opdracht van de gemeente Houten Projectnummer 20737 December 2017 Laurette Haas Totta Research N.V. Burgemeester Stramanweg 105F 1101 AA Amsterdam

Nadere informatie

RESPONS Er zijn panelleden benaderd. Van hen hebben er de vragenlijst ingevuld. Dit resulteert in een respons van 66%.

RESPONS Er zijn panelleden benaderd. Van hen hebben er de vragenlijst ingevuld. Dit resulteert in een respons van 66%. Samenvatting mobiliteit, 4-meting 2014 Het Delft Internet Panel (DIP) is ingezet om een beeld te krijgen van de door Delftenaren gebruikte vervoersmiddelen voor verplaatsingen binnen de stad en de regio.

Nadere informatie

Managementsamenvatting

Managementsamenvatting Managementsamenvatting De provincie Noord-Brabant heeft twee pilots ingevoerd met goedkoop openbaar vervoer. De eerste pilot gericht op jongeren tot 12 jaar en ouderen vanaf 65 jaar en de tweede pliot

Nadere informatie

Bataviastad. Parkeeronderzoek Parkeerdrukmeting en inzittenden telling

Bataviastad. Parkeeronderzoek Parkeerdrukmeting en inzittenden telling Bataviastad Parkeeronderzoek 21 Parkeerdrukmeting en inzittenden telling Bataviastad, Parkeeronderzoek 21 Parkeerdrukmeting en inzittenden telling Datum 7 juli 21 LLS12/Glw/817 Kenmerk Documentatiepagina

Nadere informatie

Waar winkelen de inwoners van de gemeente Ede? Een onderzoek op basis van 304 winkelmomenten

Waar winkelen de inwoners van de gemeente Ede? Een onderzoek op basis van 304 winkelmomenten Waar winkelen de inwoners van de gemeente? Een onderzoek op basis van 304 winkelmomenten In opdracht van de SGP Door Studentenpool Bestuurlijke Bedrijfskunde Academie Mens & Organisatie Christelijke Hogeschool

Nadere informatie

Raadsvoorstel Parkeerbalans en parkeermaatregelen Leidschendam Centrum

Raadsvoorstel Parkeerbalans en parkeermaatregelen Leidschendam Centrum Raadsvoorstel Parkeerbalans en parkeermaatregelen Leidschendam Centrum BIJLAGE 2 1. Inleiding In 2017 is de parkeerbalans van Leidschendam Centrum herzien. Deze balans wordt gebruikt om de bouwplannen

Nadere informatie

Resultaten Conjuntuurenquete 2018

Resultaten Conjuntuurenquete 2018 Resultaten Conjuntuurenquete 2018 Datum, maart 2019 Inleiding In november en december 2018 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) ruim 500 bedrijven benaderd. Doel van deze enquête is om op reguliere

Nadere informatie

RESPONS Er zijn panelleden benaderd. Van hen hebben er de vragenlijst ingevuld. Dit resulteert in een respons van 71%.

RESPONS Er zijn panelleden benaderd. Van hen hebben er de vragenlijst ingevuld. Dit resulteert in een respons van 71%. Samenvatting Parkeren Cluster Ruimte/afdeling Advies heeft O&S gevraagd een onderzoek naar parkeren uit te zetten onder de leden van het Delft Internet Panel (DIP). In april 2014 is het DIP hierover benaderd.

Nadere informatie

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Deelrapport Kohnstamm Instituut over doorstroom vmbo-mbo t.b.v. NRO-project 405-14-580-002 Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Inleiding De doorstroom van vmbo naar mbo in de groene sector is lager dan de doorstroom

Nadere informatie

Bekendheid Norm Gezond Bewegen

Bekendheid Norm Gezond Bewegen Bewonersonderzoek 2013 gemeente Deventer onderdeel Sport Nationale Norm Gezond Bewegen De Nationale Norm Gezond Bewegen is in 2013 bij 55% van de Deventenaren bekend. Dit percentage was in 2011 licht hoger

Nadere informatie

P l a t f o r m P a r k e r e n n e d e r l a n d V e x Pa n Pa r k e e r o n d e r z o e k 2 010

P l a t f o r m P a r k e r e n n e d e r l a n d V e x Pa n Pa r k e e r o n d e r z o e k 2 010 P l a t f o r m P a r k e r e n N e d e r l a n d V e x pa n Pa r k e e r o n d e r z o e k 2 010-1 - U i t g e v o e r d d o o r T r e n d b o x 2010, Vexpan Platform Parkeren Nederland en Trendbox Alles

Nadere informatie

Fietsen in deelgemeente Noord

Fietsen in deelgemeente Noord rotterdam.nl/onderzoek Fietsen in deelgemeente Noord Onderzoek en Business Intelligence Fietsen in deelgemeente Noord Margriet Heessels Onderzoek en Business Intelligence (OBI) juni 2013 In opdracht van

Nadere informatie

Factsheet onderzoek naar de effecten van de wijziging van de leeftijdsgrens in de drank- en horecawet 2014 in gemeentes Almere, Huizen en Zeist

Factsheet onderzoek naar de effecten van de wijziging van de leeftijdsgrens in de drank- en horecawet 2014 in gemeentes Almere, Huizen en Zeist Factsheet onderzoek naar de effecten van de wijziging van de leeftijdsgrens in de drank- en horecawet 2014 in gemeentes Almere, Huizen en Zeist Margreth Egelkamp Marina Horseling Andrea Donker Contactgegevens:

Nadere informatie

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Een analyse van de huisartsenregistratie over de

Nadere informatie

RESPONS Er zijn panelleden benaderd. Van hen hebben er de vragenlijst ingevuld. Dit resulteert in een respons van 61%.

RESPONS Er zijn panelleden benaderd. Van hen hebben er de vragenlijst ingevuld. Dit resulteert in een respons van 61%. Samenvatting Parkeren 2016 Cluster Ruimte en Economie/afdeling Advies heeft O&S gevraagd een onderzoek naar parkeren uit te zetten onder de leden van het Delft Internet Panel (DIP). In april 2016 is het

Nadere informatie

Evaluatie pilot "bike rules"

Evaluatie pilot bike rules In opdracht van: Verkeer & Openbare ruimte Projectnummer: Christel van Dijk Willem Bosveld Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal Postbus, AR Amsterdam Christel.van.Dijk@amsterdam.nl Telefoon www.ois.amsterdam.nl

Nadere informatie

Sociale Veiligheid van de ov-reiziger

Sociale Veiligheid van de ov-reiziger Sociale Veiligheid van de ov-reiziger Reizigersmonitor 2007 2 Colofon Uitgave Kennisplatform Verkeer en Vervoer Postbus 1031 3000 BA Rotterdam Boompjes 200, 3011 XD Rotterdam KpVV Het Kennisplatform Verkeer

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

Hoofdstuk 13 Luchtkwaliteit

Hoofdstuk 13 Luchtkwaliteit Hoofdstuk 13 Luchtkwaliteit Samenvatting Ruim één op de drie Leidenaren maakt zich wel eens zorgen over de luchtkwaliteit. Dit aandeel is vergelijkbaar met vorig jaar, maar is lager dan in 2008. Bewoners

Nadere informatie

Onderzoek Trappers. rapportage. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Nationale Fiets Projecten Postbus 594 8440 AN Heerenveen

Onderzoek Trappers. rapportage. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Nationale Fiets Projecten Postbus 594 8440 AN Heerenveen Onderzoek Trappers rapportage Opdrachtgever Nationale Fiets Projecten Postbus 594 8440 AN Heerenveen Opdrachtnemer DTV Consultants B.V. Ruben van den Hamsvoort en Alex van Ingen POM 8267 Breda, maart 2009

Nadere informatie

Panel Openbare Ruimte en Mobiliteit

Panel Openbare Ruimte en Mobiliteit Panel Openbare Ruimte en Mobiliteit Resultaten 2017 - ronde 2 Fotograaf: Alphons Nieuwenhuis M. van der Lof Team Onderzoek & Kennis verkeersonderzoek@amsterdam.nl Inleiding In deze rapportage zijn de resultaten

Nadere informatie

Gemeente Losser. Parkeeronderzoek. Gemeente Losser

Gemeente Losser. Parkeeronderzoek. Gemeente Losser Gemeente Losser Parkeeronderzoek Gemeente Losser Gemeente Losser Parkeeronderzoek Gemeente Losser Datum 4 maart 2016 LSR018/Grd/0450.01 Kenmerk Eerste versie www.goudappel.nl goudappel@goudappel.nl Documentatiepagina

Nadere informatie

Hoofdstuk 21. Mobiliteit

Hoofdstuk 21. Mobiliteit Hoofdstuk 21. Mobiliteit Samenvatting Om meer inzicht te krijgen in de mobiliteit van Leidenaren is dit jaar in de Stadsenquête voor het eerst gevraagd om voor één dag alle verplaatsingen van die dag aan

Nadere informatie

Onderzoek Bereikbaarheid Cronjéstraat

Onderzoek Bereikbaarheid Cronjéstraat Onderzoek Bereikbaarheid Cronjéstraat Gemeente Haarlem (Onderzoek en Statistiek, dr. J.M. Kersloot ) Datum: 11 december 2012 1. Aanleiding Bij de gemeente Haarlem leeft de vraag in welke mate het winkelend

Nadere informatie

Onderzoek gratis OV voor 55-plussers

Onderzoek gratis OV voor 55-plussers Eindrapport Utrecht, 7 mei 2007. Gemeente Tilburg SAMENVATTING Inleiding Van 1 oktober tot en met 30 juni 2007 voert de gemeente Tilburg een proef uit met gratis openbaar vervoer voor 55-plussers. Deze

Nadere informatie

RAADSINFORMATIEBRIEF 18R.00673

RAADSINFORMATIEBRIEF 18R.00673 RAADSINFORMATIEBRIEF 18R.00673 gemeente WOERDEN Van college van burgemeester en wethouders Datum 27 november 2018 Portefeuillehouders) Wethouder Noorthoek Portefeuille(s) : ^ Verkeer en parkeren Contactpersoon

Nadere informatie

53% 47% 51% 54% 54% 53% 49% 0% 25% 50% 75% 100% zeer moeilijk moeilijk komt net rond gemakkelijk zeer gemakkelijk

53% 47% 51% 54% 54% 53% 49% 0% 25% 50% 75% 100% zeer moeilijk moeilijk komt net rond gemakkelijk zeer gemakkelijk 30 FINANCIËLE SITUATIE In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de financiële situatie van de Leidse burgers. In de enquête wordt onder andere gevraagd hoe moeilijk of gemakkelijk men rond kan komen met het

Nadere informatie

Rapportage online raadpleging OV Lijnennet 2018

Rapportage online raadpleging OV Lijnennet 2018 Rapportage online raadpleging OV Lijnennet 2018 In oktober 2016 organiseerde de Stadsregio Amsterdam een publieksraadpleging over het nieuwe OV Lijnennet. Een online vragenlijst maakte onderdeel uit van

Nadere informatie

Resultaten fietsenquête

Resultaten fietsenquête Resultaten fietsenquête Geslacht 16% meer mannen dan vrouwen hebben deze enquête beantwoord. 1 Leeftijd Minder jonge mensen hebben de enquête ingevuld. Zij zijn dus ondervertegenwoordigd in de resultaten

Nadere informatie