1 I n l e i d i n g 4 1 Inleiding 4 2 De onderzoeksopzet en onderzoeksmethode 4 3 De hoofdvragen 5 4 Indeling van het rapport 6

Transcriptie

1 1 I n l e i d i n g 4 1 Inleiding 4 2 De onderzoeksopzet en onderzoeksmethode 4 3 De hoofdvragen 5 4 Indeling van het rapport 6 2 R e s p o n s Bewonerscommissies STOK-bestuur Afdelingen van Bo-Ex Directie en Beleid Respons samenvatting 9 3 S a m e n w e r k i n g Inleiding Samenwerking mening bestuur van STOK Samenwerking mening directie en management Samenwerking vanuit perspectief bewonerscommissies Samenwerking mening afdelingen Bo-Ex Samenwerking samenvatting 27 4 D e s k u n d i g h e i d Inleiding Deskundigheid van STOK volgens bestuur Deskundigheid van STOK volgens directie en management Deskundigheid van STOK volgens bewonerscommissies Deskundigheid van STOK volgens medewerkers afdelingen Deskundigheid samenvatting 36 5 C o m m u n i c a t i e Inleiding Communicatie volgens het bestuur van STOK Communicatie volgens de directie en het management Communicatie volgens de bewonerscommissies Communicatie volgens de afdelingen van Bo-Ex Communicatie samenvatting 43 6 S a m e n w e r k i n g s o v e r e e n k o m s t Inleiding Samenwerkingsovereenkomst volgens bestuur van STOK Samenwerkingsovereenkomst volgens directie en het management Samenwerkingsovereenkomst en de bewonerscommissies Samenwerkingsovereenkomst samenvatting 48 7 S a m e n w e r k i n g S T O K m e t d e b e w o n e r s - c o m m i s s i e s Inleiding Samenwerking STOK en bewonerscommissies volgens bestuur Samenwerking STOK en bewonerscommissies volgens de bewonerscommissies 53 Woonbond Kennis- en Adviescentrum Rapportage maart

2 7.4 Samenwerking STOK en bewonerscommissies volgens de afdelingen van Bo-Ex STOK en de bewonerscommissies samenvatting 59 8 S a m e n v a t t i n g Inleiding Respons Samenwerking Deskundigheid Communicatie Samenwerkingsovereenkomst Samenwerking STOK en bewonerscommissies 62 9 C o n c l u s i e s e n a a n b e v e l i n g e n Conclusies Aanbevelingen 66 De bijlagen zijn in een apart deel opgenomen. Woonbond Kennis- en Adviescentrum Rapportage maart

3 Woonbond Kennis- en Adviescentrum Rapportage maart

4 I n l e i d i n g 1 Inleiding De Werkgroep Participatie van Bo-Ex, STOK en een afvaardiging van de bewonerscommissies heeft in gezamenlijk overleg besloten een zogenaamde nul-meting te laten uitvoeren om de mate van tevredenheid over de samenwerking op de verschillende overlegniveaus te meten. De Werkgroep Participatie heeft gefungeerd als begeleidingsgroep bij het onderzoek. In dit rapport worden de eerste onderzoeksresultaten gepresenteerd. 2 De onderzoeksopzet en onderzoeksmethode De nul-meting is erop gericht inzicht te verschaffen in de mate van tevredenheid over de onderlinge samenwerking van Bo-Ex, STOK en de bewonerscommissies. De meting kan in een afgesproken periode na de nul-meting worden herhaald zodat afgesproken aanpassingen of verbeteringen in de samenwerking zichtbaar worden in de onderzoeksresultaten. Het onderzoek is uitgevoerd door middel van een schriftelijke enquête op basis van het adressenbestand van de onderzoeksgroep. Er zijn verschillende, onderling vergelijkbare vragenlijsten ontwikkeld. Alle individuele (bestuurs)leden van de bewonerscommissies hebben een vragenlijst ontvangen evenals alle bestuursleden van STOK. Bij Bo-Ex hebben alle medewerkers die contact hebben met STOK of met bewonerscommissies een vragenlijst ontvangen. Voor de medewerkers is de vragenlijst per medewerkersgroep aangepast aan de contacten en werkzaamheden. Dit heeft geleid tot vijf verschillende vragenlijsten. Alle deelnemers aan de enquête zijn door Bo-Ex of STOK vooraf geïnformeerd over het onderzoek en het belang om daaraan mee te doen. Het Woonbond Kennis- en Adviescentrum heeft de verzending van de vragenlijsten aan de bewonerscommissies en het STOK-bestuur verzorgd. Woonbond Kennis- en Adviescentrum Rapportage maart

5 Bo-Ex heeft de verspreiding van de vragenlijsten onder de 26 medewerkers ter hand genomen. Naast de schriftelijke enquêtes zijn ook enkele interviews gehouden met het STOK-bestuur, met de directie en het management van Bo-Ex en met een afvaardiging van bewonerscommissies. Deze onderzoeksgesprekken zijn verdiepende gesprekken die aan de hand van een vooraf opgestelde gespreksleidraad zijn gevoerd. 3 De hoofdvragen Tijdens het voorgesprek heeft de Werkgroep Participatie aangegeven dat door middel van het onderzoek duidelijk moet worden hoe de samenwerking door de betrokken partijen wordt gewaardeerd. Het gaat hierbij om de formele zaken die de samenwerking betreffen maar ook de informele zaken. De hieronder globaal geformuleerde hoofdvragen geven een goed beeld van de verschillende aspecten van de samenwerking van Bo-Ex met STOK en de bewonerscommissies. - Kent men de samenwerkingsovereenkomst en de Overlegwet. - Handelt men overeenkomstig de samenwerkingsovereenkomst en de Overlegwet. - Wat vindt men van de zaken die in de samenwerkingsovereenkomst zijn geregeld. - Wat vindt men van de bevoegdheden die voortvloeien uit de samenwerkingsovereenkomst? - Wat vinden de partijen van datgene dat in de samenwerking is geregeld met STOK en datgene dat is geregeld met de bewonerscommissies. - Wat vindt men van de procedures die zijn afgesproken in het kader van de samenwerking, het overleg en de advisering. - Worden er voldoende resultaten geboekt als gevolg van het overleg. - Hoe wordt er door Bo-Ex omgegaan met initiatieven en adviezen vanuit de huurdersorganisaties. - Hoe wordt er door de huurdersorganisaties omgegaan met reacties en besluiten door Bo-Ex. - Hebben alle partijen de ervaring dat men serieus genomen wordt, is er sprake van vertrouwen over en weer, is er sprake van voldoende kennis over en weer. - Hoe kijkt men aan tegen het contact van STOK en de bewonerscommissies met hun achterban. - Wat vindt men van de informatieverstrekking naar de huurdersorganisaties en naar de achterban. In de onderzoeksopzet is opgenomen dat de uitkomsten van het onderzoek waar mogelijk worden vergeleken met cijfers die zijn verkregen uit onderzoeken die door het Woonbond Kennis- en Adviescentrum elders zijn uitgevoerd. Woonbond Kennis- en Adviescentrum Rapportage maart

6 4 Indeling van het rapport In deze rapportage worden de diverse aspecten van de samenwerking en participatie geclusterd in hoofdstukken. Na hoofdstuk 2 met de verantwoording van de respons wordt in hoofdstuk 3 ingegaan op de samenwerking tussen de verschillende partijen. Hoofdstuk 4 behandelt de deskundigheid van STOK, zoals de bewonerscommissies en de andere overlegpartners daar tegen aankijken. Hoofdstuk 5 gaat in op de onderlinge communicatie op diverse niveaus. Hoofdstuk 6 behandelt aspecten van de samenwerkingsovereenkomst en in hoofdstuk 7 wordt ingegaan op het contact tussen de bewonerscommissies en STOK. Het hoofdstuk 8 geeft een samenvatting en in hoofdstuk 9 worden conclusies getrokken en aanbevelingen gedaan. In ieder hoofdstuk wordt beschreven wat de mening is van de verschillende onderzoeksgroepen op het betreffende thema. Over veel thema s zijn bij de diverse groepen de zelfde vragen gesteld. Ieder hoofdstuk begint met de mening van het bestuur van STOK, vervolgens wordt beschreven wat de mening is van de directie, de afdeling beleid, het management en het middenkader. In de rapportage wordt deze groep aangeduid als directie en management van Bo-Ex. De enquête bij de bewonerscommissies komt vervolgens in ieder hoofdstuk aan de orde. Er wordt gerapporteerd in termen van mening van de bewonerscommissies. Strikt genomen gaat het echter om de mening van de individuele bestuursleden van de diverse bewonerscommissies. Aan het eind van ieder hoofdstuk wordt de mening van de medewerkers van de diverse afdelingen van Bo-Ex weergegeven. Ieder hoofdstuk wordt afgesloten met een samenvatting. De afzonderlijke enquêtes van de diverse medewerkers van de 4 afdelingen zijn in dit cluster samengevoegd. De cijfers per afdeling zijn in de afzonderlijke bijlage opgenomen. Van de afdeling financiën is één vragenlijst terugontvangen. Die is niet apart in de bijlage opgenomen. Deze vragenlijst is wel verwerkt in het overzicht van de medewerkers van Bo-Ex. Voor de overzichtelijkheid zijn in de rapportage antwoordcategorieën samengevoegd. Onvoldoende en slecht is samengevoegd tot slecht/onvoldoende. Voldoende en goed is samengevoegd tot de categorie voldoende/goed. De deelnemers aan het onderzoek hebben diverse toelichtingen gegeven. Het gaat om korte statements, maar ook om langere teksten. Deze zijn in een aparte bijlage bij deze rapportage toegevoegd. De vragenlijsten zijn eveneens opgenomen in de bijlage. Dat geldt ook voor de afzonderlijke tabellen per onderzoeksgroep. In de bijlage zijn ook de gespreksleidraden en de onderzoeksinterviews opgenomen. De cijfers in de tabellen geven percentages weer, afgerond op hele getallen. Vanwege afrondingsverschillen is het totaalpercentage soms net onder of Woonbond Kennis- en Adviescentrum Rapportage maart

7 boven de 100%. De n zoals die in de tabellen wordt weergegeven staat voor het aantal respondenten dat de betreffende vraag heeft ingevuld. Bij de beoordeling van de percentages moet er rekening mee worden gehouden dat het over het algemeen om een gering aantal respondenten gaat. Woonbond Kennis- en Adviescentrum Rapportage maart

8 R e s p o n s 2.1 Bewonerscommissies Op 18 mei 2010 hebben alle 107 individuele bestuursleden van de bewonerscommissies de vragenlijst ontvangen. Voorafgaand daaraan heeft STOK de bewonerscommissies geïnformeerd over het onderzoek. Het belang om mee te doen is onder de aandacht gebracht. Op 31 mei is een reminder gestuurd naar bestuursleden van wie nog geen reactie was ontvangen. Vanaf 7 juni zijn bestuursleden van wie een telefoonnummer bekend was opgebeld met het verzoek om alsnog mee te doen aan het onderzoek. In totaal is er met 67% van de individuele bestuursleden van bewonerscommissies contact geweest. 51% van deze onderzoeksgroep heeft daadwerkelijk meegedaan aan het onderzoek en van 16% is bekend dat zij niet meer actief zijn. 33% van deze onderzoeksgroep is niet bereikt of heeft niet meegedaan. Er zijn, zoals beschreven, vragenlijsten verstuurd aan 107 personen. Uiteindelijk zijn er vragenlijsten retour ontvangen en verwerkt van 55 respondenten. Dat betekent dat de respons 51% is. Benaderd zijn de bestuursleden van in totaal 31 bewonerscommissies. Daarvan is een reactie ontvangen van 25 bewonerscommissies. Dat betekent dat de respons gemeten naar het aantal bewonerscommissies 81% is. In de bijlage is een lijst opgenomen met bewonerscommissies waarvan in ieder geval één persoon de enquête heeft ingevuld. Voor de verdiepende interviews zijn 4 bewonerscommissies uitgenodigd. Eén bewonerscommissie heeft deelgenomen aan dit interview. 2.2 STOK-bestuur Van de zes bestuursleden van STOK hebben vijf bestuursleden de vragenlijst ingevuld en teruggestuurd. Dat betekent dat de respons bij deze onderzoeksgroep 83% is. Woonbond Kennis- en Adviescentrum Rapportage maart

9 2.3 Afdelingen van Bo-Ex Van de 19 medewerkers van de afdeling Wonen hebben in eerste instantie 12 medewerkers meegedaan aan het onderzoek. De respons bij deze groep was oorspronkelijk 63%. In oktober 2010 is een oproep aan deze onderzoeksgroep gedaan om de enquête alsnog in te vullen. Dat heeft er toe geleid dat nog 2 medewerkers de vragenlijst hebben ingevuld en hebben teruggestuurd naar het WKA. De respons komt hiermee op 14 respondenten. Dat is een respons van 74%. Van de vier medewerkers van de afdeling vastgoedonderhoud hebben twee medewerkers meegedaan aan het onderzoek (50% respons). Van de zes medewerkers van de Projectgroepen hebben vijf medewerkers meegedaan aan het onderzoek. De respons is hier 83%. De medewerker financiën, die is benaderd, heeft meegedaan aan het onderzoek. 2.4 Directie en Beleid Van de acht medewerkers van Directie, Beleid, Management en Middenkader hebben zeven medewerkers meegedaan aan het onderzoek. De respons voor deze onderzoeksgroep is dus 88%. 2.5 Respons samenvatting De inzet was erop gericht om de hele onderzoeksgroep deel te laten nemen aan het onderzoek. Daarvoor zijn in gezamenlijk overleg verschillende activiteiten uitgevoerd. Dat heeft uiteindelijk een positief resultaat opgeleverd. De respons voor de verschillende onderzoeksgroepen is hoog te noemen. Uit een nadere analyse van de respons bij de respondenten die namens de bewonerscommissies hebben meegedaan blijkt dat in ieder geval van 81% van de aangeschreven bewonerscommissies een reactie is ontvangen. De bewonerscommissies die niet hebben gereageerd zijn waarschijnlijk niet meer actief of slapend. Dat is ook uit het nabellen gebleken. Het gaat om circa 6 bewonerscommissies. De respons bij de verschillende onderzoeksgroepen is voldoende groot om op basis hiervan een representatief inzicht te krijgen in de mening van de betrokken overlegpartners over hun onderlinge samenwerking en het overleg op diverse punten. Woonbond Kennis- en Adviescentrum Rapportage maart

10 S a m e n w e r k i n g 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt beschreven wat de verschillende partijen vinden van hun onderlinge samenwerking. Eerst wordt ingegaan op de samenwerking tussen STOK en Bo-Ex. Beschrijving hiervan vindt plaats vanuit het perspectief van het bestuur van STOK en van de directie, beleid, management en middenkader van Bo-Ex. Vervolgens wordt beschreven wat de bestuursleden van de bewonerscommissies en de medewerkers van de verschillende afdelingen van Bo-Ex vinden van de samenwerking. In het vervolg van dit hoofdstuk wordt wat betreft de resultaten geschreven in termen van bewonerscommissies. Er moet dan worden bedacht dat het hierbij gaat om de mening van de individuele bestuursleden van die commissies. 3.2 Samenwerking mening bestuur van STOK Bijna alle bestuursleden vergaderen regelmatig met Bo-Ex. Eén bestuurslid geeft aan soms het overleg bij te wonen. De mate waarin men van mening is dat het bestuur van STOK is toegerust om op verschillende onderwerpen aan Bo-Ex te adviseren wordt duidelijk uit de volgende tabel. Woonbond Kennis- en Adviescentrum Rapportage maart

11 De bestuursleden van STOK vinden allen in grote meerderheid (100%) dat ze voldoende zijn toegerust om te adviseren over zaken als huurverhoging, servicekostenbeleid en het beleid met betrekking tot zelfaangebrachte voorzieningen. Problemen heeft men daar waar het gaat om de nieuwbouw van woningen. 40% van de bestuursleden vindt dat men op dit punt onvoldoende is toegerust om goed te kunnen adviseren. Het planmatig onderhoud, de dienstverlening aan huurders, beleid rond sloop en nieuwbouw, woonruimteverdeling en energiebeleid zijn eveneens onderwerpen, waarvan in ieder geval één bestuurslid vindt dat STOK daarop niet voldoende is toegerust. In de toelichting wordt opgemerkt dat STOK niet altijd tijdig en volledig door Bo-Ex wordt geïnformeerd om goed te kunnen adviseren. Ook wordt geschreven dat door de complexiteit van de onderwerpen en de vele informatie verdieping door STOK in het kader van de advisering niet altijd mogelijk is. Woonbond Kennis- en Adviescentrum Rapportage maart

12 Wat de bestuursleden van STOK vinden van het overleg met Bo-Ex blijkt uit de volgende tabel. De sfeer van het overleg wordt door alle bestuursleden goed genoemd en ook de frequentie van het overleg is volgens 80% van de bestuursleden goed. Problemen zijn er met name wat betreft de kwaliteit van de informatie van Bo-Ex aan STOK en de besluitvaardigheid van Bo-Ex. Slechts 20% van de bestuursleden van STOK noemt de kwaliteit van de informatie voldoende of goed en eveneens 20% van de bestuursleden is daarover ontevreden. Over de besluitvaardigheid van Bo-Ex is 20% van de bestuursleden ontevreden. Niemand noemt de besluitvaardigheid voldoende of goed. 40% van de respondenten noemt het resultaat ven het overleg voldoende of goed, maar een even groot percentage bestuursleden heeft een oordeel dat tussen onvoldoende en voldoende in ligt. Geschreven wordt dat STOK vaak keer op keer moet vragen om toegezegde stukken of notities. Mede daardoor duurt het erg lang voordat besluiten kunnen worden genomen. Alle bestuursleden van STOK zijn van mening dat het aantal overleggen tussen STOK en de werkgroepen van STOK met Bo-Ex goed is. Het gemiddelde rapportcijfer dat de bestuursleden van STOK geven aan de samenwerking met Bo-Ex vertaalt zich in een waardering van 6,8. Het laagste cijfer dat wordt gegeven is een 6 en het hoogste een 8. In de toelichting wordt nogmaals aangegeven dat het overleg tussen STOK en Bo-Ex slagvaardiger zou kunnen zijn als stukken eerder worden aangeleverd. Men vindt dat de samenwerking van STOK met Bo-Ex goed is en dat het overleg in een goede sfeer gebeurt, maar opgemerkt wordt dat de gemeente Woonbond Kennis- en Adviescentrum Rapportage maart

13 en andere corporaties veel invloed op het beleid hebben als gesprekspartner van Bo-Ex. In het interview met het bestuur van STOK is naar voren gekomen dat het bestuur zich serieus genomen voelt door Bo-Ex. Men heeft de indruk dat Bo- Ex bewonersparticipatie hoog in het vaandel heeft staan. Ontevreden is men echter over het niet tijdig aanleveren van de benodigde stukken voor de agenda. Daarnaast laat, volgens het bestuur, de terugkoppeling van de zijde van Bo-Ex lang op zich wachten. Het bestuur van STOK is van mening dat de problemen over het niet tijdig aanleveren van stukken door Bo-Ex van organisatorische aard zijn. Men vindt dat de begeleiding van de werkgroepen te vaak neerkomt op één Bo-Ex-medewerker. Het niet tijdig aanleveren van de benodigde stukken zorgt volgens het bestuur voor veel frustratie. Dat speelt in meer dan 60% van de gevallen. 3.3 Samenwerking mening directie en management 43% van de respondenten van directie en het management overlegt regelmatig met STOK. Enkele medewerkers overleggen soms met STOK. In hoeverre STOK in de ogen van de directie en het management van Bo-Ex toegerust is om op de diverse onderdelen te adviseren blijkt uit de volgende tabel. Woonbond Kennis- en Adviescentrum Rapportage maart

14 Directie en management van Bo-Ex vinden in ruime meerderheid (80%) dat STOK voldoende of goed is toegerust om te adviseren over onderwerpen als dienstverlening aan huurders en het beleid met betrekking tot zelfaangebrachte voorzieningen. Eenderde van de respondenten is van mening dat STOK onvoldoende is toegerust om te adviseren over planmatig onderhoud en het beleid met betrekking tot sloop en renovatie. 20% van de directieleden of managers van Bo-Ex vindt dat STOK niet voldoende is toegerust om te adviseren over nieuwbouw van woningen, woonruimteverdeling, of leefbaarheid in de buurt. In een toelichting wordt opgemerkt dat er natuurlijk rekening mee moet worden gehouden dat de bestuursleden van STOK geen professionals zijn. Wat de directie en het management van Bo-Ex vindt van het overleg met STOK blijkt uit de volgende tabel. Woonbond Kennis- en Adviescentrum Rapportage maart

15 De directie en het management van Bo-Ex zijn met name ontevreden over de besluitvaardigheid van STOK. 86% van de respondenten noemt die besluitvaardigheid onvoldoende of slecht. 43% van de directieleden en managers is ook niet tevreden over de kwaliteit van de informatie van STOK aan hen of aan hun afdeling. In grote meerderheid (71%) is men wel tevreden over de sfeer van het overleg. In zijn algemeenheid vindt men dat het aantal overleggen van Bo-Ex met STOk en de werkgroepen goed is. 57% van de medewerkers van de directie of het management vindt dat zowel het overleg in algemene zin als die met de eigen afdeling qua aantal genoeg is. Twee medewerkers (29%) vinden dat er te weinig overleg plaatsvindt van STOK en de werkgroepen met hun eigen afdeling. Gemiddeld wordt een 6,5 gegeven als rapportcijfer voor de samenwerking met STOK. Het laagste cijfer is een 5, het hoogste een 7. In de toelichting wordt beschreven dat de terugkoppeling van STOK naar de algemene ledenvergadering en het ophalen van een mandaat soms veel tijd kost. Opgemerkt wordt dat de samenwerking bij de thematische bijeenkomsten positief is, maar ook wel scherp en kritisch. Geschreven wordt ook dat de positie van STOK niet altijd helder is voor de directie en het management. Gepleit wordt voor meer snelheid in het besluitvormingsproces. De suggestie wordt ook gedaan dat er meer op hoofdlijnen wordt gepraat. Directie en management van Bo-Ex doen ook nog de suggestie dat de bestuursleden van STOK via cursussen hun kennisniveau opkrikken en in zijn algemeenheid dat STOK meer vakgebieden beheerst. STOK zou, zo wordt bepleit, ook meer een afspiegeling van het bewonersbestand moeten zijn. Woonbond Kennis- en Adviescentrum Rapportage maart

16 Uit het interview met de directeur-bestuurder en de manager wonen blijkt dat er veel waardering is voor STOK. Men vindt dat de werkgroepen goed werken. De directie erkent dat door Bo-Ex gevraagde informatie in een aantal gevallen niet of te laat wordt aangeleverd. Men vindt dat er een goede verhouding is met STOK. De sfeer wordt positief genoemd met een goede balans tussen formeel en informeel. STOK wordt gezien als zeer betrokken. 3.4 Samenwerking vanuit perspectief bewonerscommissies Waarover de bewonerscommissies overleggen met Bo-Ex blijkt uit de volgende tabel. De meeste bewonerscommissies (73%) overleggen met Bo-Ex over de leefbaarheid en veiligheid van de woonomgeving. Veel overleg vindt ook plaats over het planmatig onderhoud, het servicekostenpakket en de afhandeling van klachten. Iets meer dan de helft van de bestuursleden van de bewonerscommissies (51%) geeft aan dat men overleg heeft over energiebesparende maatregelen. De meeste bewonerscommissies (83%) hebben overleg met de afdeling wonen en het wijkteam. 53% van de bewonerscommissies overlegt met de afdeling vastgoed, 43% met de projectgroep over renovatie, sloop of nieuwbouw. 40% van de bewonerscommissies overlegt met de afdeling financiën over servicekosten. Eén bewonerscommissie geeft onder de noemer anders aan overleg te hebben met de huismeester. Woonbond Kennis- en Adviescentrum Rapportage maart

17 Wat de bewonerscommissies vinden van het resultaat van het overleg met de verschillende afdelingen laat de volgende tabel zien. Bewonerscommissies die te maken hebben met de projectgroep renovatie of sloop zijn in ruime meerderheid (91%) tevreden over het resultaat. Iets meer dan eenderde van de bewonerscommissies noemt het resultaat van het overleg met de diverse andere afdelingen voldoende of goed. In de toelichting wordt geschreven dat afspraken soms niet worden nagekomen, dat de afwerking te lang op zich laat wachten en dat de terugkoppeling vaak ontbreekt. Kritiek is er ook dat de afdeling wonen alleen overdag wil vergaderen. Opgemerkt wordt dat afdelingen binnen Bo-Ex slecht samenwerken. De volgende tabel geeft aan wat de bewonerscommissies vinden van het overleg met de gesprekspartners bij Bo-Ex. Woonbond Kennis- en Adviescentrum Rapportage maart

18 De sfeer van het overleg is goed zegt 82% van de respondenten. Kritiek is er voornamelijk op de besluitvaardigheid van Bo-Ex en de tijdigheid waarmee Bo-Ex de bewonerscommissies informeert. Iets meer dan een kwart van de bewonerscommissies is op deze onderdelen ontevreden over Bo-Ex. 18% van de bewonerscommissies vindt dat de medewerkers in het overleg te weinig mandaat hebben. In de toelichting geven enkele bewonerscommissies aan dat zij te maken hebben met vele wisselingen van woonconsulenten en dat zij dit als onprettig ervaren. Men vindt dat het vaak te lang duurt voordat zaken worden afgehandeld. Het duurt te lang tot er notulen komen van bijvoorbeeld een rondgang. Positief is men over het overleg met de projectgroep, maar daarentegen is er kritiek op het overleg met de afdeling financiën. Het verwijt is dat de afdeling financiën nauwelijks bereid is om bepaalde zaken uit te zoeken, terwijl zij wel zou moeten kunnen verklaren hoe een bepaalde rekening in elkaar zit. Opgemerkt wordt door een enkele bewonerscommissie dat het overleg nu beter gaat dat een tijdje geleden. Bijna de helft van de bewonerscommissies (47%) vindt dat er redenen zijn om het overleg met Bo-Ex te verbeteren. Diverse voorstellen worden gedaan. Over het algemeen wordt gepleit voor een betere informatievoorziening en het tijdig aanleveren hiervan. Men wil voor vol worden aangezien en niet op een paternalistische manier worden Woonbond Kennis- en Adviescentrum Rapportage maart

19 behandeld. Afspraken moeten worden vastgelegd en nagekomen. Gepleit wordt voor meer mandaat bij de gesprekspartners van Bo-Ex. Bewonerscommissies zijn in ruime meerderheid (84%) tevreden over het leefbaarheidbudget dat zij hebben voor kleine activiteiten. 58% van de commissies is ook tevreden over het budget voor grotere voorzieningen. Diverse bewonerscommissies laten weten nog geen ervaring te hebben opgedaan met het leefbaarheidbudget. Die commissies die dat wel hebben zijn erg lovend over de samenwerking op dit punt met Bo-Ex. 80% van de bewonerscommissies laat weten dat men zich als bewonerscommissie serieus genomen voelt door Bo-Ex, 14% van de commissies is op dit punt niet tevreden. Bij bijna alle bewonerscommissies (96%) vindt er een jaarlijkse schouw plaats van Bo-Ex met de betreffende commissie. De volgende tabel laat zien wat men vindt van deze schouw. Een kwart van de bewonerscommissies is ontevreden over de jaarlijkse schouw. 52% van de commissies noemt een dergelijk schouw voldoende of goed. In de toelichting wordt door vele respondenten geschreven dat zo n schouw op zichzelf heel goed is, maar dat het er om gaat dat er ook wat mee wordt gedaan. Kritiek is er op het uitblijven van een verslag en het ontbreken van het uitvoeren van de actiepunten. Op deze manier, zo wordt enkele malen geschreven, komen jaarlijks telkens weer dezelfde punten op tafel, waarover beloftes zijn gedaan die vervolgens niet worden nagekomen. In het interview dat met leden van een bepaalde bewonerscommissie is gehouden worden de zelfde zaken genoemd die ook in de afzonderlijke toelichtingen bij de vragenlijsten van de bewonerscommissies zijn beschreven. Kritiek heeft deze bewonerscommissie op het op de lange baan schuiven van zaken. Het ontbreekt bij Bo-Ex aan structuur, zo wordt gesteld. Woonbond Kennis- en Adviescentrum Rapportage maart

20 Notulen worden niet op tijd aangeleverd. Er vindt geen terugkoppeling plaats van gemaakte afspraken. Men vindt dat individuele medewerkers van Bo-Ex erg hun best doen, dat het overleg het laatste jaar is verbeterd, maar toch is men ontevreden over de samenwerking. Kritiek is er ook dat Bo-Ex bij voorkeur overdag wil vergaderen en dat is voor het voltallige bestuur niet haalbaar. 3.5 Samenwerking mening afdelingen Bo-Ex Wat de verschillende medewerkers op de diverse afdelingen vinden van het overleg met de bewonerscommissies wordt hieronder beschreven. De meeste medewerkers (58%) hebben regelmatig contact met de bewonerscommissies, ruim een kwart heeft soms contact. De vorm en frequentie van het overleg is dikwijls afhankelijk van de wens en behoefte van de commissie. Over welke onderwerpen men overlegt blijkt uit de volgende tabel. Het meeste overleg heeft betrekking op leefbaarheid (61%) en renovatie, sloop of nieuwbouw (56%). Opvallend is dat er volgens de medewerkers van de afdelingen van Bo- Ex weinig overleg plaatsvindt over energiebesparende maatregelen. Dat is opvallend, omdat 51% van de bewonerscommissies heeft aangegeven dat zij wel overleg hebben over dit onderwerp. Mogelijk wordt het begrip overleg over energiebesparende maatregelen door de verschillende gesprekspartners niet eenduidig en op de zelfde manier geïnterpreteerd. Gevraagd is of de medewerkers worden geïnformeerd over de wijze waarop bewonerscommissies hun achterban raadplegen en informeren. Woonbond Kennis- en Adviescentrum Rapportage maart

21 De volgende tabel geeft hiervan een beeld. Iets meer dan de helft van de medewerkers wordt soms geïnformeerd over de nieuwsbrief van de bewonerscommissie en een eventuele bewonersbijeenkomst. Regelmatig informatie van de bewonerscommissies naar de medewerkers van de Bo-Ex vindt nauwelijks plaats, zo blijkt uit de tabel. In de toelichting geven de medewerkers van Bo-Ex aan dat de wijze waarop men wordt geïnformeerd heel erg verschilt per commissie. Bewonerscommissies verschillen in stijl en activiteit zo wordt geschreven. Er is dus niet één lijn te trekken. De volgende tabel geeft de mening weer van de medewerkers over de activiteiten die de bewonerscommissies hebben en de wijze waarop zij hun achterban bijvoorbeeld bij het werkplan betrekken. Woonbond Kennis- en Adviescentrum Rapportage maart

22 Veel medewerkers hebben geen mening over de activiteiten van de bewonerscommissies. Circa 40% van de medewerkers vindt wel dat de bewonerscommissies hun huurders voldoende en tijdig informeren en dat zij relevante informatie onder de huurders verspreiden. Eenderde van de medewerkers vindt dat de bewonerscommissie de huurders onvoldoende betrekt bij het werkplan of de activiteiten voor het komende jaar. 45% van de medewerkers vindt dat de bewonerscommissies vaak goed bereikbaar zijn voor de huurders. Er zijn enkele vragen gesteld over het overleg. Hoe dat in de ogen van de medewerkers van Bo-Ex verloopt wordt duidelijk uit de volgende tabel. Woonbond Kennis- en Adviescentrum Rapportage maart

23 De sfeer van het overleg is goed en de bereidwilligheid om in de samenwerking knelpunten op te lossen is volgens 58% van de respondenten ook goed. 45% van de medewerkers van Bo-Ex laat weten geen mening te hebben over de mate waarin bewonerscommissies openstaan voor suggesties van hun huurders. In de toelichting wordt opgemerkt dat bewonerscommissies soms niet goed bereikbaar zijn voor huurders, dat zij te weinig openstaan voor de inbreng van huurders. Men hoort bij bewoners de klacht dat bestuursleden van bewonerscommissies er te veel voor zichzelf zitten. Een medewerker van de afdeling vastgoed schrijft dat als je je standpunt goed onderbouwt dat dan de bewonerscommissie bijna altijd wel mee gaat. Aan de medewerkers van de verschillende afdelingen van Bo-Ex is ook gevraagd wat men vindt van de kwaliteit van het werk van de bewonerscommissies. De volgende tabel hierover geeft daarvan een beeld. Woonbond Kennis- en Adviescentrum Rapportage maart

24 Veel medewerkers weten niet of de bewonerscommissies zijn toegerust op hun taken. 39% van de respondenten vindt de kwaliteit van het advies van de bewonerscommissie aan de Bo-Ex soms voldoende, 28% van de medewerkers laat weten dat adviezen kwalitatief vaak voldoende zijn. 67% van de medewerkers laat weten dat het aantal overleggen dat men per jaar met de bewonerscommissies heeft wel goed is. Over het algemeen gaat het initiatief voor dit overleg uit van de medewerker van de Bo-Ex. In 60% van de gevallen is Bo-Ex meestal de initiatiefnemer voor dit overleg en in 10% van de keren is Bo-Ex soms de initiatiefnemer. In bijna alle gevallen (81%) gaat de bewonerscommissie in op dit initiatief. Er zijn ook aan de medewerkers diverse vragen gesteld over de jaarlijkse schouw. Woonbond Kennis- en Adviescentrum Rapportage maart

25 Ruim tweederde van medewerkers doet mee aan de jaarlijkse schouw. Voor de medewerkers van de afdeling wonen ligt dit percentage op 74%. Volgens de medewerkers voelt bijna 90% van de bewonerscommissies zich betrokken bij de jaarlijkse schouw. Het beeld van de betrokkenheid van de bewoners bij de schouw is omgekeerd. Volgens bijna 90% van de medewerkers voelen de individuele bewoners zich niet betrokken bij de schouw. Men vindt in overgrote meerderheid (90%) de schouw zinvol. Medewerkers die de schouw zinvol vinden geven over het algemeen als argument dat de schouw een goed moment is om met bewoners in contact te komen. Je krijgt zicht op de staat van het complex en de omgeving, zo wordt gesteld. Algemeen wordt geklaagd over het gebrek aan belangstelling van de bewoners. Geschreven wordt ook dat er wat betreft onderhoud en leefbaarheid geen reden is om te wachten tot er een schouw is. Er komt zelden iets constructiefs uit een schouw, zo wordt gesteld. In het onderzoek bij de verschillende afdelingen van Bo-Ex zijn ook aanvullende vragen gesteld over het leefbaarheidbudget. Wat de mening van de respondenten hierover is blijkt uit de volgende tabel. In iets meer dan de helft van de gevallen komt een bewonerscommissie soms met ideeën over het leefbaarheidbudget. In 38% van de gevallen neemt de bewonerscommissie vaak het initiatief. Woonbond Kennis- en Adviescentrum Rapportage maart

26 In veel gevallen (75%) komt de medewerker van Bo-Ex soms of vaak zelf met voorstellen over besteding van het leefbaarheidbudget. Vaak leiden die activiteiten tot het gewenste resultaat (67%). Als succesfactor voor een geslaagd leefbaarheidproject wordt de directe inzet en betrokkenheid van bewoners genoemd. Opgemerkt wordt dat het geen goede zaak is dat medewerkers van Bo-Ex steeds maar weer bedenken wat bewoners met bergen geld kunnen doen zonder dat er animo voor is. Gevraagd is om met een rapportcijfer aan te geven wat men vindt van de samenwerking van de eigen afdeling met de bewonerscommissies. Gemiddeld wordt een rapportcijfer van 6,2 gegeven, met als laagste cijfer een 1 en als hoogste een 8. Luistert men serieus naar de bewonerscommissies en omgekeerd vindt men dat bewonerscommissies de afdeling serieus nemen? Het beeld hiervan blijkt uit de volgende tabel. Alle medewerkers vinden dat men goed luistert naar de bewonerscommissies. Omgekeerd luisteren de bewonerscommissies ook serieus naar de afdeling. Men vindt ook in grote meerderheid (75%) dat de eigen afdeling eventuele problemen van bewonerscommissies signaleert en oppakt. Men merkt op dat Bo-Ex heel hulpvaardig is bij het oprichten van een bewonerscommissie. Kritiek is er dat bewonerscommissies het wijkteam soms niet als gesprekspartner zien. Men stapt direct naar een leidinggevende. 50% van de medewerkers vindt dat er redenen zijn om het overleg met de bewonerscommissies te verbeteren. Voorstellen die worden gedaan zijn Woonbond Kennis- en Adviescentrum Rapportage maart

27 onder meer het inplannen van vaste overleggen. Gepleit wordt ook voor meer eenduidigheid omtrent de contactpersonen binnen de organisatie. Duidelijk moet ook zijn met wie er door de bewonerscommissies wordt gecommuniceerd met het wijkteam of met direct leidinggevenden. In het interview met enkele medewerkers van de afdeling wonen en wijken wordt kritiek geuit op de wantrouwende houding bij sommige bewonerscommissies. Men pleit voor een meer open en vriendelijker houding. Men heeft zorgen over de betrokkenheid van de bewoners. Die gaat eerder achteruit dan vooruit, zo wordt gesteld. Voor alle partijen zou moeten gelden koppel regelmatig terug wat je doet. De medewerkers laten weten dat het door tijdsdruk vaak niet mogelijk is om een verslag van een overleg tijdig af te hebben. Men is van mening dat de energie die er door de medewerkers wordt gestopt in het aanleveren van ideeën voor besteding van het leefbaarheidbudget niet in verhouding staat tot het resultaat. 3.6 Samenwerking samenvatting De partijen geven als rapportcijfer een voldoende voor hun onderlinge samenwerking. De cijfers verschillen niet zoveel: 6,5 door directie en management van Bo-Ex, 6,8 door bestuursleden STOK en 6,2 door de medewerkers van de verschillende afdelingen van Bo-Ex. Een meerderheid van de bewonerscommissies is op onderdelen tevreden over de samenwerking en het overleg met Bo-Ex, maar bij deze onderzoeksgroep is er ook kritiek. In zijn algemeenheid kan worden geconcludeerd dat het beeld over de samenwerking redelijk positief is. In ieder geval is men overtuigd van de goede intenties en inzet van de verschillende partijen. Tevreden is men over de sfeer van het overleg. De besluitvaardigheid is echter een groot probleem in de ogen van de directie en management en in de ogen van het bestuur van STOK. Bo-Ex vindt dat het lang duurt voordat STOK in het adviestraject bij haar achterban mandaat heeft gekregen. Omgekeerd is STOK niet tevreden over de kwaliteit van de informatie die men van Bo-Ex krijgt. Ontevreden is men vooral over het niet tijdig aanleveren van stukken. Met name de samenwerking tussen de bewonerscommissies en de medewerkers van Bo-Ex is voor verbetering vatbaar. Het beeld van de samenwerking is wisselend afhankelijk van het wijkteam en de betrokken bewonerscommissie. Er is wel een algemene noemer. Bewonerscommissies vinden dat de medewerkers van Bo-Ex meer dan nu de bereidheid moeten hebben om ook s avonds te vergaderen. Men wil een snellere verslaggeving en een betere en tijdige informatievoorziening. Wat betreft de schouw is er veel kritiek dat er geen opvolging plaatsvindt van gemaakte afspraken. Woonbond Kennis- en Adviescentrum Rapportage maart

28 Omgekeerd hebben medewerkers van Bo-Ex kritiek op de wantrouwende houding van sommige bewonerscommissies. Men wil ook duidelijkheid over de positie van bewonerscommissies in relatie tot andere contactpersonen bij Bo-Ex. Duidelijk moet zijn met wie een bewonerscommissie communiceert: met een wijkteam of met direct leidinggevenden. Er dient over en weer meer openheid te zijn. Woonbond Kennis- en Adviescentrum Rapportage maart

29 Woonbond Kennis- en Adviescentrum Rapportage maart

30 D e s k u n d i g h e i d 4.1 Inleiding In dit hoofdstuk komt aan de orde wat de verschillende partijen vinden van de deskundigheid van STOK. Eerst wordt beschreven wat het bestuur hier zelf van vindt. Vervolgens komt de mening van de directie en het management aan de orde. In dit hoofdstuk wordt ook de mening van de bewonerscommissies op dit onderwerp weergegeven. De opvatting van de medewerkers op dit punt komt eveneens aan de orde. 4.2 Deskundigheid van STOK volgens bestuur Hoe het bestuur van STOK denkt over diverse aspecten met betrekking tot de eigen deskundigheid blijkt uit de volgende tabel. Woonbond Kennis- en Adviescentrum Rapportage maart

31 Alle bestuursleden zijn van mening dat STOK de afspraken goed nakomt en dat de kwaliteit van de schriftelijke adviezen ook voldoende of goed is. Bestuursleden vinden wel dat men onvoldoende in het nieuws komt. 40% van de respondenten is deze mening toegedaan. In de toelichting wordt geschreven dat STOK sterk leunt op de externe adviseur. Verdieping van de deskundigheid zou wenselijk zijn, zo wordt opgemerkt. In het interview laat het bestuur weten dat men er naar streeft om in het bestuur meer specialismen te ontwikkelen. Men zou ook graag meer specialistische, bijvoorbeeld juridische, kennis willen binnenhalen. 4.3 Deskundigheid van STOK volgens directie en management Hoe de directie en het management denken over de deskundigheid van STOK laat het volgende overzicht zien. Woonbond Kennis- en Adviescentrum Rapportage maart

32 De helft van de respondenten uit de onderzoeksgroep directie en management vindt dat STOK onvoldoende of slecht de afspraken nakomt. Een even groot percentage vindt dat STOK te weinig in het nieuws komt. Kritisch is men ook over de mate waarin STOK op de hoogte is van zaken die huurders belangrijk vinden. Positief is men bij de directie en het management van Bo-Ex over de inbreng van de werkgroepen van STOK. Men hecht belang aan het overleg met de werkgroepen (86%). Men vraagt advies aan de STOK-werkgroepen over het vastgestelde beleid voordat het wordt geïmplementeerd (86%). Men is ook in meerderheid (71%) van mening dat de inbreng van de STOK-werkgroepen een meerwaarde hebben voor het vast te stellen beleid. 33% van de medewerkers van de directie en het management is van mening dat STOK altijd tijdig wordt geïnformeerd. Dat gebeurt soms zegt 67% van de respondenten. De volgende tabel laat zien wat men vindt van het instellen van werkgroepen. Of er in de ogen van de directie en het management sprake is van vertraging in de procedures door terugkoppeling van STOK naar de algemene ledenvergadering blijkt eveneens uit die tabel. Woonbond Kennis- en Adviescentrum Rapportage maart

33 Men is in grote meerderheid (71%) van mening dat de werkwijze van STOK met terugkoppeling naar de algemene ledenvergadering tot vertraging leidt. 29% van de respondenten vindt het instellen van werkgroepen efficiënt. Een even groot percentage medewerkers is echter de tegenovergestelde mening toegedaan. In de toelichting wordt geschreven dat de algemene ledenvergadering niet frequent genoeg bij elkaar komt. Men bepleit een ruimer mandaat voor STOK. De vraag wordt ook gesteld of de algemene ledenvergadering wel voldoende representatief is voor de huurders. De suggestie wordt gedaan dat STOK meer aan achterbanraadpleging moet gaan doen met bijvoorbeeld nieuwe communicatievormen, zoals internetforums. In het interview dat is gehouden pleit de directie er voor de participatie te verbeteren in de vorm van op activiteit of thema gerichte participatie. Dat kan door het ad hoc oprichten van werkgroepen en dergelijke. De gestarte digitale nieuwsbrief van STOK wordt door de directie positief beoordeeld als nieuwe vorm van contact met de achterban van huurders. 4.4 Deskundigheid van STOK volgens bewonerscommissies Wat de bewonerscommissies vinden van de deskundigheid van STOK blijkt uit de volgende tabel. Woonbond Kennis- en Adviescentrum Rapportage maart

34 Veel leden van de bewonerscommissies (34 tot 47%) hebben geen mening over de deskundigheid van STOK. 10% van de respondenten vindt dat STOK meer in het nieuws moet komen. Een meerderheid van de bestuursleden van de bewonerscommissies noemt de deskundigheid van STOK voldoende of goed (54%). Vergelijking van de resultaten op deze onderdelen met landelijk gemiddelde cijfers waarover het WKA beschikt laat zien dat substantieel meer commissies bij Bo-Ex geen mening hebben over de bovenstaande vragen dan elders in het land. De landelijke cijfers zijn gebaseerd op de kwaliteitsmetingen die het WKA heeft gedaan bij een 25-tal huurdersorganisaties in het land. Elders is bijvoorbeeld 9% van de bewonerscommissies ontevreden over de deskundigheid van hun overkoepelende huurdersorganisatie, 68% is hierover wel tevreden en 13% heeft geen mening. Bij de Bo-Ex heeft op dit punt 34% van de bewonerscommissies geen mening en 2% is ontevreden. Eenderde van de commissies heeft wel eens advies gevraagd aan STOK in verband met een probleem. 65% van die commissies is van mening dat men toen goed is geholpen. Genoemd wordt een affaire over lampen. Complimenten worden gegeven over de wijze waarop men door STOK is geholpen. Wat de bewonerscommissies vinden van het resultaat van het werk van STOK laat de volgende tabel zien. Woonbond Kennis- en Adviescentrum Rapportage maart

35 Het meeste resultaat is volgens de bewonerscommissies bereikt op het onderwerp servicekosten en de jaarlijks huurverhoging. Veel bewonerscommissies laten weten dat men te weinig zicht heeft op het resultaat dat STOK heeft bereikt. Ook bij deze vragen zijn er bij Bo-Ex veel meer bewonerscommissies die geen mening hebben dan elders in het land. 4.5 Deskundigheid van STOK volgens medewerkers afdelingen De medewerkers van de diverse afdelingen hebben in een specifieke vraag hun mening gegeven over de deskundigheid van STOK. Dat levert het volgende beeld op. Woonbond Kennis- en Adviescentrum Rapportage maart

36 De medewerkers hebben overwegend geen mening over de ondersteuning van STOK aan de bewonerscommissies, de deskundigheid en de juridische steun die men kan inhuren, zo laat de tabel zien In de toelichting wordt aangegeven dat men niets hoort van de overleggen van de bewonerscommissies met STOK. 4.6 Deskundigheid samenvatting Veel medewerkers van Bo-Ex zijn niet op de hoogte van het werk van STOK en de deskundigheid van het bestuur. De bewonerscommissies bij Bo-Ex hebben veel vaker dan elders in het land geen mening over de deskundigheid en de resultaten van STOK als hun vertegenwoordigende huurdersorganisatie. Binnen de te hanteren randvoorwaarde dat het om vrijwilligerswerk gaat kan worden gesteld dat het bestuur van STOK deskundig is. Wel is er in het bestuur behoefte aan meer specialistische deskundigheid. De ondersteuning die Stade biedt wordt door alle partijen zeer gewaardeerd. De ondersteuning van Stade draagt er in belangrijke mate toe bij dat er door het bestuur van STOK een goede inhoudelijke bijdrage kan worden geleverd. Van belang wordt gevonden dat de participatie wordt verbeterd door het houden van enquêtes, digitale achterbanraadpleging en via nieuwe werkwijzen en vormen. Woonbond Kennis- en Adviescentrum Rapportage maart

37 Woonbond Kennis- en Adviescentrum Rapportage maart

38 C o m m u n i c a t i e 5.1 Inleiding Specifieke vragen zijn gesteld over de communicatie van STOK met Bo-Ex Gevraagd is ook naar de communicatie tussen de afdelingen van Bo-Ex en de bewonerscommissies. Eveneens is aan de orde gesteld wat men vindt van de wijze waarop STOK de huurders consulteert. 5.2 Communicatie volgens het bestuur van STOK Er zijn enkele vragen gesteld over de communicatie van STOK met Bo-Ex en omgekeerd. 75% van de bestuursleden van STOK vindt dat Bo-Ex STOK tijdig informeert over belangrijke zaken zoals beleidswijzigingen. Andersom gebeurt dat ook zegt 67% van de bestuursleden. 40% van de bestuursleden vindt dat Bo-Ex niet goed luistert naar STOK en dat men STOK onvoldoende serieus neemt. Andersom wordt er wel geluisterd, zo is de mening. Het bestuur van STOK laat in het interview weten dat er volgens haar nog steeds geen sprake is van een goede communicatie tussen de bewonerscommissies en Bo-Ex. 5.3 Communicatie volgens de directie en het management Wat de directie en het management vinden van de communicatie met STOK laat de volgende tabel zien. Woonbond Kennis- en Adviescentrum Rapportage maart

39 In grote meerderheid (83%) vindt men dat STOK door Bo-Ex tijdig wordt geïnformeerd. En alle respondenten uit deze onderzoeksgroep vinden dat STOK door Bo-Ex serieus wordt genomen. Omgekeerd hebben enkele leden van de directie en het management (50%) geen mening over de informatie die STOK verstrekt of men is daarover ontevreden (17%). 5.4 Communicatie volgens de bewonerscommissies De bewonerscommissies hebben een oordeel gegeven over de wijze waarop STOK de huurders raadpleegt en informeert. De volgende overzichtstabel geeft daarvan een beeld. Woonbond Kennis- en Adviescentrum Rapportage maart

40 De helft van de bewonerscommissies is tevreden over de regelmaat waarmee STOK de huurders informeert via het bewonersblad. 51% van de bewonerscommissies is ook tevreden over de leesbaarheid van de informatie. Veel bewonerscommissies (47%) hebben geen zicht op de actualiteit van de informatie van STOK op de website. Bewonerscommissies merken in de toelichting op dat STOK afhankelijk is van Bo-Ex als het om de regelmaat van publicatie in het bewonersblad gaat. Een bestuurslid schrijft dat de verslagen van STOK best wat smeuïger zouden kunnen zijn. Aan de bewonerscommissies is ook gevraagd op welke wijze men communiceert met de achterban en hoeveel personen meedoen in het bestuur. Gemiddeld vertegenwoordigen de bewonerscommissies die hebben meegedaan aan het onderzoek 125 woningen, variërend van 20 tot 348 woningen. Bijna alle bewonerscommissies hebben een voorzitter, secretaris en penningmeester. Daarnaast kan men een beroep doen op gemiddeld nog 2 andere bestuursleden. Bovendien kan men soms een beroep doen op huurders die hand- en spandiensten verrichten. Op welke wijze de bewonerscommissies hun huurders raadplegen en informeren wordt duidelijk uit de volgende tabel. Woonbond Kennis- en Adviescentrum Rapportage maart

41 De vragen over het contact met de achterban zijn over het algemeen ingevuld door minimaal 46 van de 55 respondenten. Alleen de categorie anders is ingevuld door 25 respondenten. De cijfers in de tabel laten de antwoorden zien van die bewonerscommissies die de betreffende vraag hebben ingevuld. Dat kan een bepaalde vertekening geven. Bewonerscommissies die bijvoorbeeld geen jaarlijkse bewonersvergadering houden zullen mogelijk eerder geneigd zijn om de betreffende vraag niet in te vullen. Uit nadere analyse blijkt dat 46 van de 55 respondenten van de bewonerscommissies de vraag over de bewonersvergadering hebben ingevuld. Daarvan laten 40 respondenten (87%) weten dat zij jaarlijks een bewonersvergadering houden en 6 respondenten (13%) beantwoorden de betreffende vraag met nee. Wordt ook de non-respons (9 personen) betrokken bij deze vraag dan komt het percentage bewonerscommissies dat jaarlijks een bewonersvergadering houdt uit op 73%. In die zin kunnen de resultaten uit de voorgaande tabel nader worden geïnterpreteerd. Gebruikelijk is om uit te gaan van het aantal antwoorden dat is gegeven. Bijna alle bewonerscommissies (94%) informeren hun huurders schriftelijk over hun activiteiten en 87% houdt jaarlijks een bewonersavond. Veel bewonerscommissies (84%) informeren hun bewoners door informatie op te hangen op een centrale plaats. Meer dan de helft van de bewonerscommissies heeft wel eens een enquête gehouden onder de achterban en 45% van de commissies informeert de huurders via een website over hun activiteiten. Woonbond Kennis- en Adviescentrum Rapportage maart

42 Aan de bewonerscommissies is gevraagd of men aan nieuwe huurders informatie levert over de bewonerscommissie. Dat wordt gedaan, zegt 81% van de bewonerscommissies. Gevraagd is ook of men informatie levert voor de website van STOK. Slechts 14% van de bewonerscommissies doet dat, 86% van de commissies doet dit niet. Bijna de helft van de bewonerscommissies laat weten dat men bepaalde doelgroepen in hun commissie mist. Het gaat hierbij met name om allochtone huurders en jongeren, zo wordt in de toelichting geschreven. 5.5 Communicatie volgens de afdelingen van Bo-Ex Aan de medewerkers van de verschillende afdelingen is gevraagd wat men vindt van de communicatie van STOK met de huurders en met de bewonerscommissies. De volgende tabel geeft daarvan een beeld. Woonbond Kennis- en Adviescentrum Rapportage maart