ONDERZOEKS- VERANTWOORDING NATIONALE STUDENTEN ENQUÊTE 2016

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ONDERZOEKS- VERANTWOORDING NATIONALE STUDENTEN ENQUÊTE 2016"

Transcriptie

1 ONDERZOEKS- VERANTWOORDING NATIONALE STUDENTEN ENQUÊTE 2016

2 Colofon Dit is een uitgave van Stichting Studiekeuze123 met bijdrages van GfK en ResearchNed, September Onderdelen uit deze Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête 2016 mogen worden overgenomen met bronvermelding (bron: Stichting Studiekeuze123 (2016a)). Hoewel de grootst mogelijke zorg is besteed aan de inhoud van deze Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête 2016, kunnen er geen rechten aan worden ontleend. Voor meer informatie: Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

3 INHOUDSOPGAVE Inleiding De opzet en methode van onderzoek Opzet van het onderzoek Technische infrastructuur GfK Atlas Functionality Deliverability GfK Drive Testen van de vragenlijst Beveiliging Privacy Performance tijdens nse Voorbereiding veldwerk Overzicht en analyse van deelnemende instellingen NSE Combinatie-opleidingen Overeenkomst(en) tot deelname Aanlevering van studentgegevens Verwerking van studentgegevens De NSE-vragenlijst Communicatie Student@nse.nl Promotiemateriaal Uitnodigingstekst en reminders Test met beeld en informele schrijfstijl incentives Social media Communicatie via social media Campagnes via social media Communicatie met de instellingen NSE Bijblijvers en WhatsApp-groep Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

4 Bijeenkomsten en werkgroepen Persbericht Populatie en respons Mailing Respons Responsgedrag Hoe is de NSE ingevuld? Analyse vraag 33a (nieuw vanaf 2014) Non-responsanalyse Responsoverzichten Incidenten Datacleaning, bestandsbewerking en Kwaliteitschecks Verrijking en andere bewerkingen Hercoderen open vragen Handicap & Studie Huurwaarden Invultijd Studiejaar student Themascores en instellingsvragen Weging Synchronisatie met voorgaande metingen Aanmaak resultaatbestanden Analyse respons- en invulgedrag op tablets en smartphones Mobiel invullen van de NSE Kwaliteit van de gegevens Switchgedrag Conclusie Analyse adressen Analyse Mailgroepen Respons naar testgroep Enkeltalige vs. meertalige uitnodigingsmail Enkeltalige uitnodigingsmail: responsverschillen naar taal Effect van visuals en nudge Resultaten naar testgroep Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

5 7. Opgeleverde producten Bestanden Bestanden voor deelnemende instellingen Overige verwerking Factsheets Verwerking studentenoordelen in Studiekeuzedatabase (DB16.3.2) Cleaning ten behoeve van koppeling met de Studiekeuzedatabase Beslisregels en controle van respons per opleiding Controleren van respons per vraag Samenvoegen van opleidingen bij onvoldoende respons Aggregeren: het berekenen van de scores per opleiding Verwerking studentenoordelen in Studie in cijfers Studenttevredenheid Contacttijd eerstejaars Valorisatie Studiekeuze-informatie Monitoring van het onderwijs Overig gebruik van NSE-resultaten kennisuitwisseling Noorwegen Nawoord Bijlagen Tabellen- en Figurenoverzicht Bronvermelding Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

6 INLEIDING De Nationale Studenten Enquête (NSE) is een landelijke enquête waarin studenten in het hoger onderwijs hun oordeel geven over hun opleiding aan een Nederlandse hogeschool of universiteit. De NSE wordt jaarlijks afgenomen met het doel om actuele en betrouwbare studentenoordelen te kunnen publiceren per individuele opleiding. De tevredenheid van studenten over onderwijsinstellingen en opleidingen wordt gebruikt om aankomende studenten te helpen bij hun studiekeuze en het is daarnaast een belangrijke informatiebron over de kwaliteit van het onderwijs binnen onderwijsinstellingen. Daarnaast maken partijen als de Inspectie van het Onderwijs en het ministerie van OCW gebruik van NSE-resultatenbestanden om tevredenheid over het onderwijs te monitoren. De NSE 2016 is de achtste editie die is uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van Studiekeuze123. GfK is de partij die met Studiekeuze123 voor de uitvoering van de NSE 2016 heeft zorg gedragen. Ten behoeve van het verbeteren van de representativiteit van de NSE is na afloop van de NSE 2015 een non-responsonderzoek uitgezet (QUO Communications, 2015f). Het doel hiervan was uiteindelijk een evenwichtiger celvulling te realiseren, zodat ook de respons van opleidingen waarvan weinig studenten de enquête invulden hoger werd (bijv. masterstudenten). Hiervoor is inzicht nodig in de redenen voor non-response. Op basis van de uitkomsten uit dit onderzoek is in de communicatie-activiteiten van de NSE 2016 een aantal wijzigingen doorgevoerd. Zo zijn de uitnodigingsteksten van de s ingekort en konden onderwijsinstellingen voor het eerst bij iedere student in hun studentenpopulatie een taalvoorkeur aangeven waarin de student aangesproken zou worden: Nederlands, Engels of Duits. Wanneer er een voorkeur was aangegeven, ontving de student de uitnodiging en reminders alleen in de opgegeven voorkeurstaal. Voorgaande jaren stonden alle drie de talen onder elkaar in één mail en was de onderwerp regel in het Nederlands, waardoor internationale studenten minder goed bereikt werden. Eerstejaars studenten lieten de afgelopen jaren altijd een hogere respons zien dan de ouderejaars studenten. Eerstejaars studenten kregen dit jaar een iets andere tekst dan ouderejaars. Bij ouderejaars studenten werd erop gewezen dat zij de NSE wellicht al eens eerder hadden ingevuld, maar dat jaarlijks invullen belangrijk is. Daarnaast is er geëxperimenteerd met tekst en beeld in de uitnodigingen. Er is een pilot opgezet om te bekijken of s met beeld en/of humor de studenten eerder aan zouden zetten om aan de NSE deel te nemen of niet. Er zijn drie kleine testgroepen van ouderejaars studenten ingezet voor deze pilot. In deze onderzoeksverantwoording worden in paragraaf 6.8 de volgende twee onderzoeksvragen behandeld: is het gelukt de vullingsgraad op kleinere opleidingen te verhogen en zo ja, is te herleiden welke ingreep de grootste impact heeft gehad? Een tweede onderzoeksvraag is de vraag naar methodologische consequenties. Hebben verschillende teksten impact op de studentenoordelen? Kunnen we stellen dat uit deze pilot blijkt dat er geen effect is op kwaliteit van data en we de pilot groter kunnen uitzetten voor de NSE 2017? Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

7 Leeswijzer In deze Onderzoeksverantwoording van de NSE 2016 worden in de eerste vier hoofdstukken de opzet van het onderzoek toegelicht, de technische infrastructuur die is gebruikt, de voorbereiding van het veldwerk, de NSE-vragenlijst en de communicatie gedurende de uitvoering van het onderzoek. De populatie en de respons worden beschreven in hoofdstuk 5. Hoofdstuk 6 licht de data-cleaning en verwerking toe en geeft de uitkomsten van analyses van de betrouwbaarheid en validiteit van de resultaten weer. De opgeleverde producten die voortkomen uit de NSE-resultaten worden beschreven in hoofdstuk 7. Hoofdstuk 8 gaat tenslotte in op de toepassingen van de NSE-resultaten door derden voor zover deze bij Studiekeuze123 bekend zijn. Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

8 1. DE OPZET EN METHODE VAN ONDERZOEK De NSE is een jaarlijks terugkerend, kwantitatief onderzoek. Studiekeuze123 is sinds 2009 verantwoordelijk voor de jaarlijkse uitvoering van de NSE. In 2009 vond het onderzoek gedeeltelijk via en gedeeltelijk via uitnodigingen per brief plaats aan de hand van een steekproef uit het adressenbestand van de IB-groep 1. Vanaf 2010 zijn er meerdere wijzigingen doorgevoerd. Zo wordt het onderzoek sindsdien geheel digitaal uitgevoerd. Vanaf de NSE 2010 wordt de huidige NSE vragenlijst gehanteerd waarin de de oordeelsvragen met rapportcijfers zijn vervangen door tevredenheidsvragen met een vijfpuntschaal. De NSE 2010 is te beschouwen als een nulpunt. De NSE 2010 is daarom het enquêtejaar tot waar trends over worden teruggevoerd in deze Onderzoeksverantwoording. De uitvoering van de NSE is uiteen te zetten in drie fasen: voorbereiding van het onderzoek, het veldwerk en tot slot de verwerking van gegevens. Uniforme deelname is hierin van belang. In paragraaf 1.1 worden deze fases kort beschreven. Tabel 1.1: Populatie- en responsgegevens (netto) van de NSE 2010 tot en met de NSE 2016 Jaar Netto respons Netto populatie Netto respons percentage , , , , , , ,9 1.1 OPZET VAN HET ONDERZOEK Fase 1. Voorbereidingsfase Studiekeuze123 is afhankelijk van de deelname van de onderwijsinstellingen aan de NSE. Jaarlijks nodigt Studiekeuze123 in oktober alle hoger onderwijsinstellingen met NVAO-geaccrediteerd onderwijsaanbod uit om deel te nemen aan dit onderzoek. De brief bevat overeenkomsten met voorwaarden voor deelname aan de NSE. Het overzicht van participerende instellingen aan de NSE 2016 is opgenomen in bijlage 1. Een voorwaarde die wordt gesteld aan instellingen bij deelname aan de NSE is dat de gehele studentenpopulatie die NVAO-geaccrediteerd onderwijs volgt, wordt uitgenodigd voor deelname aan de NSE. Om deze studenten uit te kunnen nodigen worden de participerende instellingen gevraagd de e- 1 Inmiddels DUO Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

9 mailadressen van de studenten in een bepaald format aan te leveren. Bij het adres dient de code van de opleiding die de student volgt te worden vermeld en de locatie waar de opleiding wordt gegeven (gemeentenaam); opleidingsvorm (voltijd, deeltijd, afstandsonderwijs), het studiejaar waarin de student zich bevindt; geslacht en of het hbo- of wo-onderwijs betreft. Daarnaast kan optioneel een (willekeurige) student-id worden aangeleverd. Fase 2. Veldwerk Het veldwerk van de NSE 2016 verliep van maandag 11 januari 2016 tot en met zondag 6 maart Studenten ontvingen gedurende deze periode een met het verzoek een elektronische vragenlijst in te vullen. Aan de niet-responderende student zijn nog drie reminders en een laatste-kans verstuurd. In iedere werd de mogelijkheid geboden voor de student om zich voor de reminders van de NSE 2016 af te melden. De enquête kon worden ingevuld op verschillende apparaten (desktop, tablet, smartphone). Voor de smartphone wordt een apart gebruiksvriendelijk ontwerp aangeboden. Studenten konden het onderzoek tijd- en plaatsonafhankelijk invullen: het was mogelijk de vragenlijst in te vullen, te onderbreken en later te continueren en daarbij van apparaat te wisselen. Fase 3. Verwerken van gegevens Na afronding van het veldwerk werd eerst de respons opgeschoond. Per thema uit de NSE werd een gemiddelde score berekend en gepubliceerd. Er werden verschillende resultatenbestanden opgeverd: een instellingsbestand, het benchmarkbestand, NSE factsheets per instelling, sleutelbestanden, bestand met open antwoorden, bestanden voor Handicap en Studie. Alle definitieve resultatenbestanden zijn op maandag 9 mei 2016 onder embargo naar alle deelnemende hoger onderwijsinstellingen verzonden. Alle resultaten zijn sinds 12 mei 2016 openbaar. Op die datum is ook de dankmail aan alle studenten die de NSE hadden ingevuld verzonden. Vanaf die datum waren ook de nieuwste studentenoordelen op te vinden. Hoofdstuk zes beschrijft welke stappen werden doorlopen in de totstandkoming van de definitieve resultatenbestanden. Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

10 2. TECHNISCHE INFRASTRUCTUUR Voor de uitvoering van de NSE 2016 werd net als vorig jaar gebruik gemaakt van de bestaande technische infrastructuur van GfK, die ook voor andere grootschalige onderzoeken wordt gebruikt. Deze infrastructuur bevat voorzieningen gericht op het in stand houden van de dienstverlening (continuïteit) en het waarborgen van informatiebeveiliging (beschikbaarheid, vertrouwelijkheid en data-integriteit). De infrastructuur bestond in essentie uit twee componenten: GfK Atlas voor het versturen van grote hoeveelheden mail en GfK Drive voor het veldwerk. Beide systemen draaiden in het centrale GfK datacenter en werden volledig redundant 2 uitgevoerd met een 24/7 monitoring door een team van ITspecialisten. Dit team was 24 uur per dag stand-by om in het geval van calamiteiten snel een oplossing te kunnen bieden. In dit hoofdstuk wordt uitgelegd wat beide componenten doen, daarna wordt uitgelegd hoe de vragenlijst is getest en hoe de informatiebeveiliging van de NSE is geregeld. Tot slot kijken we kort terug op de performance tijdens de NSE GFK ATLAS Voor het verzenden van bulk mail werd gebruik gemaakt van de GfK Atlas software. GfK Atlas bestaat uit twee hoofdcomponenten: de functionaliteit voor het versturen van de s (Functionality) en de component die ervoor zorgt dat de s bezorgd worden (Deliverability). Deze laatste component zorgde er onder andere voor dat ontvangende servers geen belemmeringen (o.a. spamfilters) opwierpen voor de bezorging van de s. Schematisch zag dit er als volgt uit: Figuur 2.1: GfK Atlas Atlas Mailer Functionality Deliverability Mail Merge ISP / IP Throttling Campaign Scheduling Return Path Support Feedback Processing DNS 2 Redundant: er functioneren twee systemen onafhankelijk van elkaar, waarbij het tweede (redundante) systeem het werk kan overnemen wanneer het eerste (het primaire) systeem uitvalt. Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

11 2.1.1 Functionality Binnen de component Functionality vond het volgende plaats: 1. Mailmerge Het samenvoegen van de gegevens van het steekproefbestand met de mailtemplates voor de verzending van de uitnodigingen; 2. Internet Service Provider (ISP) / Internet Protocol (IP) Throttling Inregelen (doseren) van het aanbieden van s aan providers, zodat meer dan 1 miljoen e- mails per dag gegarandeerd verzonden konden worden zonder dat GfK op een black list terecht kwam; 3. Campaign scheduling Planning van de hoeveelheden en de tijdintervallen binnen de verzending, wat ervoor zorgde dat de bulk mail in golven (gecontroleerd) kon worden uitgestuurd Deliverability Binnen de component Deliverability vond het volgende plaats: 1. Return Path Support Hiermee werd aan de hand van terugontvangen data actief gemonitord hoe goed de aflevering was bij de diverse providers, waarbij GfK dus op de white list bleef; 2. Feedback processing Mogelijkheden om geautomatiseerd bounce-informatie te vertalen in opvolgacties (deze waren in te stellen). Oftewel: wat te doen als de mail niet bezorgd kon worden; 3. Domain Name Server (DNS) Support op reverse DNS/PTR record (bezorgen mail), Sender Policy Framework protocol (SPF) (verminderen spam) en DomainKeys Identified Mail protocol (DKIM) (verminderen SPAM). Verder zijn de volgende technische details van belang geweest voor de uitvoering: GfK Atlas draaide in een centraal GfK data-center; de servers draaiden daar in een geclusterde omgeving. Servers zaten achter een loadbalancer met failover voor het verdelen van de databelasting waardoor, bij uitval, automatisch werd overgeschakeld op een secundaire server. De internetconnectie vanuit het data-center was 1,5 Gigabyte, waarbij er een redundante omgeving was opgesteld, zodat bij uitval direct kon worden overgegaan op de tweede node (server). De database omgeving was een SQL server 2008 omgeving met een actieve database en een passieve database, die direct gesynchroniseerd was met de actieve database. Bij uitval kon dus naadloos worden omgeschakeld en ging geen data verloren. Er is tijdens de uitvoering van de NSE 2016 geen failover-procedure noodzakelijk gebleken. 2.2 GFK DRIVE Voor het veldwerk is gebruik gemaakt van de GfK Drive applicatie. Een belangrijk voordeel hiervan was de end-to-end oplossing die dit pakket bood voor het doen van enquêteonderzoek: steekproef management (o.a. de basis voor responsmonitoring & vragenlijstselecties); vragenlijstprogrammering; Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

12 online realtime responsmonitoring en -analyses; oplevering van onderzoekdata in elk gewenst format (doorgaans in Microsoft Office Excel of SPSS (Statistical Package for the Social Sciences) van IBM). De technische omgeving van GfK Drive zag er als volgt uit: Figuur 2.2: Technische omgeving GfK Drive Naast het diagram waarin schematisch te zien is hoe de technische infrastructuur voor de NSE was ingericht, is in dit kader nog een aantal zaken van belang om te benoemen: GfK Drive bestond uit een cluster van interviewservers (servers waar de interviewprogrammatuur op draaide), zonder single point of failure. Dat wil zeggen dat de rol van machine-1 automatisch door machine-2 wordt overgenomen, indien machine-1 onverhoopt uitvalt. De kans op down time werd door dit alles geminimaliseerd; De omgeving werd niet gedeeld met andere applicaties; Naast de interviewmachines gold de redundante omgeving ook voor de webservers, firewalls en SQL-dataservers. De firewall-omgeving was een Checkpoint firewall in een geclusterde omgeving achter een loadbalancer met automatische failover-regeling; ook hier dus ingericht om bij het falen van het ene systeem de werking door het volgende systeem over te laten nemen; GfK Drive is gebouwd met als doel maximale compatibiliteit met diverse soorten en versies van browsers en operating systems. Er werd continu gewerkt om deze compatibiliteit te optimaliseren. Vooral in een setting waarin de variatie van gebruikersomgevingen groot is, zoals Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

13 bij de NSE, was het van groot belang dat de vragenlijstsoftware goed was gesynchroniseerd met diverse omgevingen; Het was voor respondenten mogelijk om de vragenlijst tussentijds af te breken en later in te vullen, doordat GfK Drive alle verzamelde data realtime bewaarde op een Enterprise class filer storage unit met continue synchronisatie. Van de filer storage unit werd dagelijks een back-up gemaakt; Het team bestond uit IT-specialisten, die de systemen monitorden en beschikten over een zogenaamde administrative account, waarbij zowel de rechten werden geregeld als via track en trace de uitgevoerde handelingen konden worden nageslagen; GfK Drive leverde de data direct uit in Excel (.xls) of SPSS (.sav). Hier zat geen (extra) conversieslag tussen; er was dus geen risico op fouten. Voor de responsmonitoring is er dit jaar net als voor de NSE gekozen om gebruik te maken van het GfK Connect platform, dat de mogelijkheid biedt om online via een speciaal voor de NSE ontwikkeld dashboard real-time de respons te volgen van onderzoeken, die binnen de GfK Drive-omgeving worden uitgevoerd. Binnen GfK Drive werd iedere deelnemer aan het onderzoek real-time in een parallelle database geregistreerd als respons, waarop GfK Connect de meest actuele stand van respons versus non-respons onttrok uit die parallelle database. Gebruikers (contactpersonen van instellingen) kregen elk een uniek wachtwoord, waarmee ze de respons binnen hun instelling tot op gedetailleerd niveau konden volgen, op elk gewenst moment van de dag. Zie voor een nadere inhoudelijke toelichting ook paragraaf TESTEN VAN DE VRAGENLIJST Zoals hierboven vermeld, heeft GfK gekozen om voor de uitvoering van de NSE 2016 gebruik te maken van de combinatie van GfK Atlas (voor verzending van de s en het samplebeheer) en GfK Drive (voor het hosten van de vragenlijst en de uiteindelijke data storage). Deze combinatie wordt door GfK vaker voor kwantitatieve, grootschalige projecten gebruikt. Een technische capaciteitstest vooraf is niet uitgevoerd, maar continue monitoring van eventuele hickups tijdens de uitvoering wel. De vragenlijst (Stichting Studiekeuze123, 2016b) is in technische zin getest door een controle uit te voeren of de gegeven antwoorden juist werden vastgelegd in het databestand. Hiermee konden ook selecties en routings op die manier op juistheid vanuit de data worden afgelezen. Inhoudelijk is de basisvragenlijst, in het Nederlands (Stichting Studiekeuze123, 2016b), Engels (Stichting Studiekeuze123, 2016c) en Duits (Stichting Studiekeuze123, 2016d), voor de NSE 2016 door de projectleiding van GfK meermaals uitvoerig getest, in samenwerking met Studiekeuze123. De issues die op basis van deze tests naar voren kwamen, betroffen zonder uitzondering kleine suggesties voor aanscherping (punten, komma s, een enkele aanscherping qua formulering in een toelichting) en waren daardoor goed beheersbaar. Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

14 2.4 BEVEILIGING In het kader van de informatiebeveiliging is het belangrijk te constateren dat het aantal verschillende rollen beperkt was door de opzet van het projectteam. Bovendien waren er - buiten GfK - geen andere externe partijen betrokken bij de uitvoering, waardoor van een overdracht tussen partijen met alle veiligheidsrisico s van dien geen sprake was. De verantwoordelijkheid lag dus in alle gevallen bij de projectleiding, die binnen het team op basis van hiërarchische en functionele argumenten de machtigingen toewees voor de toegang tot diverse typen gegevens die binnen de NSE gebruikt en/of verzameld werden. Voor wat betreft de IT-omgeving kan toegevoegd worden dat er binnen GfK een security officer aanwezig was die verantwoordelijk was voor de informatiebeveiliging. De data werd veilig bewaard in een eigen omgeving die niet benaderbaar was voor de buitenwereld (afgeschermd via firewalls). Alle aanpassingen aan de systemen werden gedaan op basis van een ticket. De toegekende taken behorend bij dit ticket waren leidend voor de werkzaamheden die medewerkers (mochten) uitvoeren. Alle relevante bevindingen in het kader van de zogenaamde penetratietest van bureau LBVD, in 2014 speciaal uitgevoerd voor de NSE, ten aanzien van de vigerende informatiebeveiliging van de vragenlijstomgeving en de downloadomgeving zijn voorafgaand aan de NSE 2015 door GfK opgepakt en verholpen. Het betrof in geen enkel geval ernstige kwetsbaarheden. In maart 2014 is ook de GfK uploadtool nog aan een inspectie onderworpen door bureau LBVD. Hieruit bleek dat geen van de gevonden kwetsbaarheden direct toegang gaf tot de achterliggende database of het onderliggende besturingssysteem. De wel gevonden (niet-kritische) kwetsbaarheden, die er in potentie voor zouden kunnen zorgen dat toegang werd verkregen tot een gebruiksaccount, zijn in de beginfase van de NSE 2015 aangescherpt in de uploadmodule Privacy De NSE staat sinds 11 september 2014 geregistreerd in het meldingenregister van het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) onder nummer De NSE vereist een waarborging van de privacy van alle, voor deelname aan het onderzoek, uitgenodigde studenten. Niet alleen gaat het dan om de waarborgen die de technische infrastructuur in dit kader biedt, maar ook gaat het om zorgvuldigheid in de naleving van de richtlijnen en procedures. GfK houdt zich aan de Gedragscode voor Onderzoek & Statistiek, zoals die voor de leden van de MOA (de MarktOnderzoeksAssociatie) is opgesteld. Daarin is exact aangegeven aan welke regels GfK zich in dit opzicht dient te houden. Het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) heeft de Gedragscode voor Onderzoek & Statistiek, die overigens ook voldoet aan de internationale gedragscodes zoals opgesteld door ESOMAR, officieel van een goedkeurende verklaring voorzien op 21 juni De Gedragscode voor Onderzoek & Statistiek en de genoemde verklaring zijn online te raadplegen via: GfK behoort verder tot de groep onderzoeksbureaus die het predicaat Research Keurmerk Groep van de MOA dragen en jaarlijks haar kwaliteitssysteem laat auditen voor drie ISO certificaten, te weten: ISO 9001 (kwaliteit algemeen) ISO (kwaliteit marktonderzoek) ISO (kwaliteit online access panels). Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

15 Bij indiensttreding hebben alle medewerkers van GfK getekend voor het feit dat zij op vertrouwelijke wijze zullen omgaan met (privacy)gevoelige informatie en hier wordt in de praktijk op toegezien. In 2013 zijn deze richtlijnen vanuit de moederorganisatie nog strenger geworden en alle medewerkers hebben een verklaring Integriteit & Compliance getekend. De persoonlijke informatie die GfK in het kader van de NSE 2016 van de instellingen ontving, werd enkel en alleen ten behoeve van de uitvoering van de NSE 2016 gebruikt. Privacygevoelige informatie en enquêteresultaten werden altijd separaat opgeslagen. Na afloop van het project worden de gebruikte persoonsgegevens in nauw overleg met de opdrachtgever Studiekeuze123 vernietigd. 2.5 PERFORMANCE TIJDENS NSE 2016 De door GfK gebruikte technische infrastructuur voor de NSE heeft voldaan aan de vereisten voor een onderzoek van dit volume en deze complexiteit - gedacht in termen van het aantal respondenten, het aantal benaderingen en de instellings-specifieke vragen. Rond het veldwerk valt in technisch opzicht slechts één klein issue te benoemen: Enige overbelasting van server aan het einde van de 1 e week van het veldwerk (na versturing van de eerste uitnodigingen). Aan het eind van de eerste verzendweek, toen het 2 e beschikbare adres werd benaderd heeft dit tot een flinke piek in de respons geleid. Veel hoger dan in voorgaande jaren. Hierdoor laadde de vragenlijst voor studenten tijdelijk trager en kregen sommige studenten een melding te zien dat de vragenlijst op dat moment niet bereikbaar was en dat ze het later nog eens moesten proberen. GfK heeft direct gezorgd voor extra servercapaciteit, waardoor dit probleem snel was opgelost. Conclusie is dat de techniek van het project beter is verlopen dan tijdens de uitvoering van de NSE 2015, mede door de aanscherping van diverse procedures door GfK. Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

16 3. VOORBEREIDING VELDWERK 3.1 OVERZICHT EN ANALYSE VAN DEELNEMENDE INSTELLINGEN NSE 2015 In 2016 participeerden 48 hogescholen en 22 universiteiten in de Nationale Studenten Enquête. Studiekeuze123 nodigde alle instellingen in Nederland uit die NVAO geaccrediteerd hoger onderwijs aanbieden. Deze instellingen kunnen worden ingedeeld in bekostigde instellingen (publiek gefinancierd) en aangewezen instellingen (particulier). Om alle instellingen met NVAO geaccrediteerd hoger onderwijs uit te kunnen nodigen voor deelname aan de NSE, maakte Studiekeuze123 gebruik van twee registers: BRIN en CROHO. De Basis Registratie Instellingen (BRIN) is een register van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en bevat alle onderwijsinstellingen in Nederland. Het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs (CROHO) is een overzicht van alle in Nederland geaccrediteerde opleidingen voor hoger onderwijs. Het CROHO wordt ook uitgegeven door het ministerie van OCW en beheerd door de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Tabel 3.1: Aantal deelnemende instellingen per NSE-jaar WO Aangewezen (particulier) Deelname Aantal aangeschreven instellingen in 2016* Bekostigd (publiek) HBO Aangewezen (particulier) Bekostigd (publiek) TOTAAL * Het betreft hier alle instellingen met een eigen BRIN-code in het CROHO. In het bekostigd onderwijs hebben alle wo-instellingen deelgenomen aan de NSE Van de hboinstellingen hebben drie instellingen afgezien van deelname. Het gaat hier om drie instellingen die kunstonderwijs aanbieden. Eén van deze drie instellingen heeft nog niet eerder deelgenomen aan de NSE (Gerrit Rietveld Academie). De tweede instelling doet sinds 2013 niet meer mee (Hogeschool der Kunsten in Den Haag). De derde instelling heeft ervoor gekozen om om het jaar te participeren (Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten). Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

17 Tabel 3.2: Deelnemende instellingen NSE 2016 Dezelfde instellingen als in Instellingen die eerder hebben deelgenomen, maar niet in Instellingen die nooit eerder hebben deelgenomen 1 Totaal 70 Instellingen opgeheven 1 Instellingen die in 2015 deelnamen, maar niet in Uit Tabel 3.1 blijkt dat 27,1% van de particuliere instellingen deelnam aan de NSE. Deelname vanuit het particulier onderwijs is dit jaar met twee instellingen afgenomen. De Politieacademie en Hogeschool Schoevers hebben dit jaar afgezien van deelname. In de private opleiders is een onderscheid te maken in aanbieders van afstandsonderwijs, zoals de NTI en de LOI. Een andere groep private opleiders is van oudsher gespecialiseerd in branches en beroepsgroepen en bieden hierin contactonderwijs voor jongvolwassenen en volwassenen aan, bijvoorbeeld secretarieel, bedrijfskunde en de financiële sector (Business School Notenboom, IVA Driebergen), ICT (Hogeschool Dirksen). Andere voorbeelen zijn TMO Hogeschool voor Modemanagement en de Fotovakschool. Een aantal van deze instellingen doet mee aan de NSE. Anderen hebben twijfels over de toepasbaarheid van de NSE-vragenlijst op hun onderwijsinstelling. In Tabel 3.3 is te zien aan welk type instelling qua bekostiging (bekostigd of aangewezen) de deelnemende studenten een opleiding volgen. Tabel 3.3: Deelname bekostigde/particuliere instellingen NSE 2016 Bekostigd Aangewezen Aantal studenten Zie bijlage 1 voor een overzicht van de deelnemende instellingen van de NSE COMBINATIE-OPLEIDINGEN Een aantal instellingen biedt gezamenlijk onderwijs aan in zogenaamde combinatie-opleidingen (eventueel via een gezamenlijk instituut). ACTA is bijvoorbeeld een samenwerkingsverband tussen de Universiteit van Amsterdam en de Vrije Universiteit Amsterdam. Instellingen konden via een mee te leveren code (label) bij het aanleveren van de studentgegevens duidelijk maken voor welke studenten dit gold, zodat deze studenten geen dubbele uitnodigingen zouden ontvangen. Daarnaast was het op die manier mogelijk om in het instellingsbestand deze groep studenten terug te kunnen vinden via het aangeleverde label. De overeenkomst voor deelname (zie paragraaf 3.3) is in dit geval afgesloten met de Universiteit van Amsterdam én de Vrije Universiteit Amsterdam. Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

18 Tabel 3.4: Samenwerkingsverbanden voor de NSE 2016 Samenwerkingsverbanden NSE 2016 Aantal aangeleverde studenten Juridische Hogeschool (Fontys Hogescholen / Avans Hogeschool) M Leren en Innoveren - Interactum (Marnix Academie e.a.) 218 B Biotechnologie - Life Sciences (VHL University of Applied Sciences / NHL Hogeschool) B Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek (VHL University of Applied Sciences / NHL Hogeschool) B Chemie (VHL University of Applied Sciences / NHL Hogeschool) 81 B Chemische Technologie (VHL University of Applied Sciences / NHL Hogeschool) B Voedingsmiddelentechnologie - Life Sciences (VHL University of Applied Sciences / NHL Hogeschool) B International Business and Management Studies - IBMS (VHL University of Applied Sciences / NHL Hogeschool / Stenden Hogeschool) B Tourism (Wageningen University / NHTV internationaal onderwijs Breda) 75 M Biotechnology (Wageningen University / Universiteit Twente / Rijksuniversiteit Groningen) 265 M Social Work (NHL Hogeschool / Hanzehogeschool Groningen) 49 M Physician Assistant (NHL Hogeschool / Hanzehogeschool Groningen) 61 M Educational Leadership - Penta Nova (Marnix Acacemie e.a.) 69 M Begeleidingskunde (Hogeschool Rotterdam / Hogeschool van Arnhem en Nijmegen) ACTA Tandheelkunde (Universiteit van Amsterdam / Vrije Universiteit Amsterdam) AUC Liberal Arts and Sciences (Universiteit van Amsterdam / Vrije Universiteit Amsterdam) B Theology (Protestantse Theologische Universiteit / Vrije Universiteit Amsterdam) M Industrial Ecology (Universiteit Leiden / Technische Universiteit Delft) 172 B Life Science and Technology (Universiteit Leiden/ Technische Universiteit Delft) B Sustainable Molecular Science and Technology (Universiteit Leiden / Technische Universiteit Delft) Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

19 Tabel 3.4: Samenwerkingsverbanden voor de NSE 2016 (vervolg) Samenwerkingsverbanden NSE 2016 B Nanobiologie (joint degree) (Technische Universiteit Delft / Erasmus Universiteit Rotterdam) Aantal aangeleverde studenten 205 M Kunsteducatie (NHL Hogeschool / Hanzehogeschool Groningen) 40 B Opleiding tot leraar Basisonderwijs (Iselinge Hogeschool / Open Universiteit) M European Master in Social Work (Wageningen University / Universiteit Twente / Rijksuniversiteit Groningen) B Opleiding tot leraar Basisonderwijs - de Nieuwste Pabo (Fontys Hogescholen / Zuyd Hogeschool) B Scheikunde (Universiteit van Amsterdam / Vrije Universiteit Amsterdam) 195 B Natuur- en Sterrenkunde (Universiteit van Amsterdam / Vrije Universiteit Amsterdam) 352 M Physics (Universiteit van Amsterdam / Vrije Universiteit Amsterdam) 219 M Computational Science (Universiteit van Amsterdam / Vrije Universiteit Amsterdam) M Entrepreneurship (joint degree) (Universiteit van Amsterdam / Vrije Universiteit Amsterdam) M Business in Society (research) (joint degree) (Universiteit van Amsterdam / Vrije Universiteit Amsterdam) M Chemistry (Universiteit van Amsterdam / Vrije Universiteit Amsterdam) 250 Totaal aantal records met een samenwerkingsverband Totaal aantal records waarbij geen samenwerkingsverband genoemd is Totaal aantal records Toelichting: B = Bacheloropleiding, M = Masteropleiding 3.3 OVEREENKOMST(EN) TOT DEELNAME Studiekeuze123 nodigde in oktober 2015 alle instellingen die geaccrediteerde opleidingen aanbieden in het hoger onderwijs in Nederland uit voor deelname aan de Nationale Studenten Enquête De instellingen zijn uitgenodigd middels een Overeenkomst tot deelname die werd verzonden aan het College van Bestuur (CvB) dan wel de directie van de betreffende instelling. Wanneer de instelling de overeenkomst getekend retour stuurde, was deelname officieel vastgelegd. Naast de Overeenkomst tot deelname stuurde Studiekeuze123 ook een Overeenkomst tot levering van een Sleutelbestand van de instelling behorende bij de Nationale Studenten Enquête 2016, voor de levering van een Sleutelbestand. Met dit Sleutelbestand konden instellingen een koppeling leggen tussen de resultaten en hun eigen studentgegevens. Studiekeuze123 stelde aanvullende eisen ten aanzien van Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

20 de verwerking van dit bestand door de instelling. Deze aanvullende eisen zijn opgenomen in de Overeenkomst tot levering van een Sleutelbestand. Als een instelling voor het eerst een aanvraag indiende voor het ontvangen van het Sleutelbestand, dan ging Studiekeuze123 langs voor een informerend gesprek over wat er nodig is om dit bestand veilig te kunnen verwerken, met voldoende waarborgen voor het beschermen van de privacy van de student. Het ging hierbij vooral om de organisatorische, procedurele en technische inbedding van de verwerking binnen de instelling. Studiekeuze123 informeerde tijdens dit gesprek naar deze inrichting op basis van de Wbp, ontwikkelingen als de komende EU privacy Verordening en best practices van andere instellingen. Op basis hiervan bracht Studiekeuze123 een advies uit aan het CvB dan wel de directie van de instelling. Het was uiteindelijk de instelling zelf die bepaalde of ze al dan niet het Sleutelbestand wilde afnemen. In 2016 hebben 45 (2015: 40) instellingen de Overeenkomst tot levering van een Sleutelbestand van de instelling behorende bij de Nationale Studenten Enquête 2016 getekend, waarvan 8 instellingen voor de eerste keer. Van deze 8 instellingen bleken 2 instellingen per abuis de overeenkomst te hebben toegestuurd en zagen af van levering van het Sleutelbestand. Studiekeuze123 heeft 5 bezoeken afgelegd (2 instellingen hadden dezelfde contactpersoon, waardoor slechts één bezoek nodig was); aan deze nieuwe instellingen werd het bestand geleverd. In totaal hebben 43 instellingen het aanvullende Sleutelbestand ontvangen. Tabel 3.5: Aantal instellingen dat Sleutelbestand heeft aangevraagd en ontvangen Aantal instellingen uit NSE Nieuwe aanvragen NSE Getekende Overeenkomst levering Sleutelbestand NSE instellingen Alsnog afgezien van deelname met Sleutelbestand, bij nader inzien 2 Totaal afname Sleutelbestand NSE instellingen Voor elke instelling was een algemene contactpersoon voor de NSE 2016 bekend (of werd door een nieuwe instelling aangesteld). Dit was de persoon binnen de instelling waarmee contact werd onderhouden over alle zaken aangaande de NSE De contactpersoon was ook de persoon die toegang had tot de resultaatbestanden. 3.4 AANLEVERING VAN STUDENTGEGEVENS Voor deelname aan de NSE 2016 werden studenten van de deelnemende instellingen uitgenodigd per e- mail. Daarom was het noodzakelijk dat elke instelling de mailadressen van haar studenten vooraf aanleverde aan GfK, samen met een aantal andere studentgegevens die noodzakelijk waren voor de routering in de vragenlijst, de berekening van de weegfactoren en het analyseren van de uitkomsten. Noodzakelijke velden die dienden te worden aangeleverd waren: Een Student-ID; adres(sen) van de student; De actuele BRIN-Code; De actuele CROHO-Code; De locatie (gemeentenaam); Opleidingsvorm (voltijd, deeltijd, duaal); Afstandsonderwijs; Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

21 Studiejaar (eerstejaars, ouderejaars); Geslacht (man, vrouw); hbo of wo. Naast de noodzakelijke velden waren er nog enkele achtergrondgegevens, waarvan het wenselijk was voor de instellingen om ze aan te leveren. Wenselijke velden die konden worden meegeleverd waren: Vooropleiding; Leeftijd; Etniciteit; Samenwerkingsverband; Organisatieonderdeel; Voorkeurstaal (nieuw sinds 2016). Als laatste was er een blok overige velden die de instelling aan konden leveren. Hierbij ging het om de volgende velden: Vijf extra labels (facultaire of andere organisatorische indelingen, honoursstudenten of andere student-gerelateerde informatie die niet uit andere bronnen voorhanden is); Afwijkende opleidingsnaam of instellingsnaam; Extra ondertekening in uitnodigingstekst; Extra tekstregel in uitnodigingsteks;. Intensief programma (nieuw sinds 2016). GfK heeft een controle uitgevoerd op de privacygevoeligheid naar de studenten toe van de overige velden die werden aangeleverd door de instellingen en nam hierover bij twijfel contact op met de instelling. Er werd bijvoorbeeld gecontroleerd op aanwezigheid van id s, adressen en de specificiteit van de gegevens in deze velden (bijvoorbeeld studievoortgang). Gegevens die relevant waren voor het opstellen van de uitnodigingsmail, zoals de (optionele) instellingsspecifieke ondertekening en de (eveneens optionele) instellings-specifieke motivatieregel werden op recordniveau (dus per student) aangeleverd bij de overige velden. Op Studiekeuzeinformatie.nl/nse was een uitleg gegeven over en zijn definities gegeven van deze aan te leveren gegevens. Deze instructie was ook te downloaden en printen. De studentgegevens moesten door elke instelling vooraf (uiterlijk op 11 december 2015) aangeleverd worden. Vrijwel alle instellingen hebben hier tijdig aan voldaan. Er is hiervoor gebruik gemaakt van een uploadtool waarin instellingen in een vooraf gedefinieerd format de studentgegevens konden uploaden. Elke deelnemende onderwijsinstelling is half november 2015 door middel van een schriftelijke instructie geïnformeerd over hoe de uploadtool gebruikt diende te worden en heeft eigen inloggegevens ontvangen. De uploadtool - actief in een afgeschermde omgeving - bood onderwijsinstellingen ook directe feedback op het aangeleverde bestand door de reeds ingebouwde controles. Deze ingebouwde controles betroffen: Controles op structuur van het bestand; Controles op doublures ( dubbele studenten ); Controles op volledigheid (alle opleidingen aangeleverd?); Controles op geldigheid van de waarden (BRIN, CROHO, datum); Controles op juistheid adressen (syntaxis). Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

22 Nadat het bestand na de controles was goedgekeurd en vervolgens geüpload, diende de instelling de status nog op definitief te zetten. Dat was voor GfK het sein dat het geüploade bestand het definitieve studentenbestand was waarmee voor de NSE 2016 gewerkt zou gaan worden. 3.5 VERWERKING VAN STUDENTGEGEVENS Uiteindelijk zijn in totaal van studenten de noodzakelijke gegevens aangeleverd om hen aan de NSE 2016 deel te kunnen laten nemen. Per student konden één of twee adressen aangeleverd worden. Van de mogelijkheid om een tweede adres aan te leveren, hebben 28 instellingen gebruik gemaakt. In totaal is voor van de studenten een tweede adres aangeleverd. Vervolgens voerde GfK nog enkele inhoudelijke controles uit, zoals een check op de privacy-gevoeligheid van de aangeleverde labels, controle op spelling en neutraliteit van de aangeleverde motivatieteksten en een extra controle op mogelijk oneigenlijk ingevulde velden. Hier zijn geen bijzonderheden uit naar voren gekomen. Daarna zijn de afzonderlijke instellingsbestanden samengevoegd tot één populatiebestand en vervolgens verrijkt met de volgende externe gegevens: Hbo of wo (uit CROHO); De actuele instellingsnaam (uit CROHO); De actuele opleidingsnaam (uit CROHO); Bachelor of Master (uit 1cHO 3 / Studiekeuzedatabase); Studentaantallen (uit 1cHO) controle van de aangeleverde studentaantallen. Sommige van deze gegevens werden óók door instellingen zelf aangeleverd (BRIN, CROHO, hbo/wo); in dat geval diende de koppeling met het CROHO-register als controle. GfK voegde aan het totaalbestand unieke niet-sequentiële respondentnummers en wachtwoorden toe. De wachtwoorden bestonden uit twaalf karakters (een combinatie van cijfers en kleine letters en grote letters, bijvoorbeeld prqevtcxmzj4 ). In aanloop naar de start van de NSE 2016 zijn de variabelen, benodigd voor het veldwerk, uit het totaalbestand geselecteerd. Dit bestand is geüpload naar zowel de software voor het verzenden van de s (GfK Atlas) als de software voor de interviewserver (GfK Drive) en dit bestand is eveneens gebruikt voor de database ten behoeve van de wachtwoordmodule. De gegevens zijn concreet gebruikt voor authenticatie, terugkoppeling in de enquête over de opleiding waaraan men studeert, voor de routing van de vragenlijst en als basis voor het responsoverzicht. 3.6 DE NSE-VRAGENLIJST Zoals in hoofstuk 1 is aangegeven is de NSE 2010 te beschouwen als nulpunt. Dat komt mede doordat vanaf de NSE 2010 de huidige NSE-vragenlijst gehanteerd wordt. In dat jaar zijn de oordeelsvragen met rapportcijfers vervangen door tevredenheidsvragen met een vijfpuntschaal. Sinds 2010 wordt het onderzoek geheel digitaal uitgevoerd. 3 1cHO staat voor 1 cijfer HO. Dit is een extract uit het Centraal Register Inschrijving Hoger Onderwijs (CRI-HO). In het CRI-HO staan alle inschrijvingen en examens van studenten in het hoger onderwijs (wo en hbo) Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

23 De NSE-vragenlijst vraagt eerst naar achtergrondkenmerken van de student. In paragraaf 3.5 is toegelicht dat instellingen samen met adres(sen) van hun studentenpopulatie enkele verplichte gegevens aanleveren: een Student-ID; de actuele BRIN-Code; de actuele CROHO-Code; de locatie (gemeentenaam); opleidingsvorm (voltijd, deeltijd, duaal); afstandsonderwijs; studiejaar (eerstejaars, ouderejaars); geslacht (man, vrouw) en hbo of wo. De vragenlijst opent dan ook met de volgende vraag aan de student; waarbij de velden tussen <> vooringevuld zijn: Klopt het dat je staat ingeschreven aan de <bachelor/master> <croho> <instelling> in <locatie>? 1 Ja, deze gegevens kloppen 2 Nee, deze gegevens kloppen niet Indien de student tussentijd verandert is van opleiding wordt hij/zij door een selectie vragen geleid om in te vullen bij welke instelling / opleiding / opleidingsvorm / locatie hij/zij nu een opleiding volgt; of om aan te geven dat hij/zij is gestopt met studeren. In dat geval eindigt de vragenlijst voor deze persoon. Vervolgens werden alle studenten gevraagd de volgende achtergrondkenmerken in te vullen: het studiejaar waarin hij/zij zich bevindt, wanneer ze aan deze opleiding begonnen zijn, geslacht, leeftijd en vooropleiding. Vervolgens start de vragenlijst met vraag 14 over de algemene tevredenheid over de opleiding. Vraag 15 bestaat uit tevredenheidsvragen ten aanzien van een aantal deelaspecten van de studie. Deze vraag stipt in het kort alle onderwerpen uit de vragenlijst aan, die vervolgens in de rest van de vragenlijst in themablokken aan de orde komen (met uitzondering van vraag 15m, de vraag naar sfeer). Die deelaspecten worden uitgebreid bevraagd in vragen 16 tot en met 31. De opzet van de NSE als meetinstrument is opgezet vanuit opvattingen van schaalconstructie. De onderwerpen in de vragenlijst bestaan in principe uit meerdere items. Een onderwerp/thema vormt een schaal/construct. Een schaal is in dit kader de verzameling items, bijvoorbeeld de tevredenheid over docenten. De items in een schaal dienen een sterke samenhang te vertonen om tezamen een goede representatie van één construct te geven, in dit geval de tevredenheid over docenten aan een opleiding. Die wordt vervat in de themascore docenten. De validiteit en betrouwbaarheid van de schalen worden getoond in hoofdstuk 6. Vraag 15 kan in dit kader gebruikt worden om de validiteit van de themascores te toetsen. Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

24 Tabel 3.6: Beschrijving NSE-vragenlijst Onderwerpen Kenmerk Vragen Aantal vragen 1. Algemene oordeel Trendbestand Niet-trendbestand V. 14 V De inhoud en opzet van het onderwijs bij je Trendbestand V opleiding 3. Verworven algemene vaardigheden Trendbestand V (WO) verworven wetenschappelijke vaardigheden / (HBO) praktijkgericht Trendbestand V onderzoek 5. Voorbereiding beroepsloopbaan Trendbestand V De docenten aan de opleiding Trendbestand V Studiebegeleiding Trendbestand V Toetsing en beoordeling Niet-trendbestand V Informatie vanuit de opleiding Niet-trendbestand V Studieroosters Niet-trendbestand V Studielast Niet-trendbestand V Contacttijd Niet-trendbestand V Groepsgrootte Niet-trendbestand V Stages Niet-trendbestand V Studiefaciliteiten Niet-trendbestand V Kwaliteitszorg Niet-trendbestand V Overige faciliteiten en studieomgeving Niet-trendbestand V Woonsituatie Niet-trendbestand V Handicap en studie Niet-trendbestand V. 33 V. 33a V. 34 V. 35 V. 36 V. 37 V. 38 V. 39 V Internationale studenten Niet-trendbestand V The ultimate question Niet-trendbestand V Wensen / ideeën voor verbetering Niet-trendbestand V De kans dat een student daadwerkelijk alle vragen voorgelegd krijgt is klein. Zo zijn er twee items bij vraag 16 die alleen aan studenten die duaal, afstandsonderwijs of deeltijd onderwijs volgen. Vraag 41 komt alleen in beeld wanneer studenten bij vraag 13 hebben aangegeven een buitenlandse vooropleiding te hebben gevolgd. Aan de onderwerpen: stages en Handicap en studie gaat eerst een vraag vooraf of een student een stage gevolgd heeft en of de student een ziekte, aandoening of functiebeperking heeft. Aan vraag 32 gaat een vraag naar de woonsituatie vooraf. Indien de student aangeeft te wonen in een studentenflat of studentenwoning van een studentenhuisvestingsorganisatie of een particulier studentenhuis wordt gevraagd het bedrag aan maandelijkse huur inclusief servicekosten in te vullen. Studenten die aangeven dat een andere woonsituatie van toepassing is krijgen de vraag naar huur niet te zien. Studenten die afstandsonderwijs volgen krijgen de vragen over contacttijd, groepsgrootte, stages, overige faciliteiten en studieomgeving, woonsituatie en handicap en studie niet voorgelegd. Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

25 Vanaf de NSE 2013 zijn er beperkte wijzigingen in de vragenlijst uit 2010 doorgevoerd. De wijzigingen zijn gebaseerd op een advies dat was uitgebracht door een hiervoor ingestelde werkgroep, bestaande uit een onafhankelijke voorzitter en beleidsmedewerkers van de VSNU, Vereniging Hogescholen, de NRTO, het ISO en de LSVb en vier adviseurs, waarvan één adviseur werkzaam was van het onderzoeksbureau en drie adviseurs werkzaam waren bij diverse onderwijsinstellingen. De exacte wijzigingen zijn terug te vinden in het codeboek. Ook is toen geadviseerd een onderscheid te maken tussen kernvragen (vastgesteld voor negen jaar) en niet-kernvragen (vastgesteld voor drie jaar) in de vragenlijst. Instellingen voeren beleid om studenten meer tevreden te maken en willen lange termijn effecten kunnen meten. Hiervoor is het noodzakelijk dat er geen wijzigingen in de vragenlijst of de werkwijze worden doorgevoerd. Anderzijds wil men nieuwe onderwerpen aan studenten voorleggen. Verondersteld is dat niet alle vragen even belangrijk zijn voor trendanalyses over meerdere jaren, maar ook voor vragen die niet direct deel uitmaken van het trendbestand zijn meerjarige analyses nuttig. Daarom is besloten het niet-trendgedeelte voor tenminste een periode van drie jaar als geheel ongewijzigd te laten. Met het hanteren van de vragenlijst in de NSE 2013, NSE 2014 en de NSE 2015 was voor de NSE 2016 ruimte om in het niet-trendbestand wijzigingen door te voeren. In een korte peiling in het voorjaar van 2015 bleek dat men in het algemeen de voorkeur uitsprak voor zo min mogelijk wijzigingen in de vragenlijst omdat deze a) goed bruikbaar en gevalideerd is en b) vanwege historische vergelijkbaarheid. Elke wijziging veroorzaakt een trendbreuk. Toch zijn er ook verbetersuggesties ingediend. Deze voorgestelde aanpassingen betroffen zowel wijzigingen aan bestaande vragen als voorstellen voor nieuwe vragen. Ook is er door verschillende instellingen aangegeven dat er behoefte is meer te differentiëren in de vragenlijst voor specifieke groepen studenten: bachelorstudenten, masterstudenten, deeltijdstudenten en internationale studenten. Studiekeuze123 heeft hierop besloten wederom een werkgroep in stellen die de gehele vragenlijst nogmaals onder de loep neemt. Als uitgangspunt werd algehele continuïteit van de huidige vragenlijst gesteld. Dit maakt een gewenst lange termijn onderzoek naar studenttevredenheid in Nederland mogelijk. Voorstellen tot aanpassingen moesten met steekhoudende argumenten worden ingebracht en werden bij voorkeur gebaseerd of gestaafd door analyses en onderzoek. De NSE is minder geschikt als instrument om innovaties in het onderwijs die zich nog in de experimenteerfase bevinden te beoordelen. Een eerder gehanteerd onderscheid in de NSE vragenlijst in een trendgedeelte en een niet-trendgedeelte is met dit uitgangspunt komen te vervallen. Ter volledigheid staat in tabel 3.5 de oorspronkelijke indeling vermeld. De NSE is in hoofdzaak een tevredenheidsonderzoek waarbij gekozen is voor een likert schaal. Een student wordt gevraagd aan te geven hoe tevreden hij/zij is op een schcaal van 1 t/m 5; 1=zeer ontevreden; 5=zeer tevreden; 6=n.v.t.>. In 2010 zijn met de constructie van een nieuwe NSEvragenlijst verschillende antwoordschalen getest. Uit de resultaten bleek dat de antwoorden op de 5- puntschaal en de Likertschaal het minst scheef verdeeld waren. Daardoor zijn deze antwoordschalen voor de nieuwe NSE het meest geschikt bevonden (ResearchNed, 2010). De opzet van de vragenlijst heeft soms het nadeel dat niet geheel duidelijk is in welke richting tevredenheid of ontevredenheid geïnterpreteerd moet worden. Wanneer een student ontevreden is over de studielast, is niet te herleiden of de opleiding te weinig uitdagend of teveel uitdagend is. Sinds 2013 zijn er bij de onderwerpen toetsen en beoordeling en contacttijd naast tevredenheidsvragen, zogenaamde duidingsvragen toegevoegd; bijvoorbeeld de vraag: Het aantal toetsmomenten (tentamens, verslagen, presentaties e.d.) in je opleiding is: Veel te weinig / Te weinig / Precies goed / Te veel / Veel te veel. Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

26 De Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) beschouwt vragen over de gezondheid als bijzondere persoonskenmerken waarvoor nadrukkelijke toestemming van de student nodig is. Daarom is in 2014 in dit kader voor het eerst een toestemmingsvraag opgenomen voorafgaand aan het vragenblok Handicap en Studie. Instellingen hebben de mogelijkheid tegen meerkosten aan het einde van de vragenlijst een aantal extra vragen toe te voegen. Bij de NSE 2016 hebben 22 instellingen (14 hbo en 8 wo) gebruik gemaakt van deze mogelijkheid. Door GfK werd gemonitord of de invulduur van de extra vragen (4 à 5 vragen per instelling) binnen maximaal 5 minuten bleef. Tevens was het bewaken van de meerjarige vergelijkbaarheid van de vragen belangrijk. Vragen die in eerdere jaren zijn gesteld, zijn als dezelfde variabele in de meerjarige instellingsbestanden opgenomen. Daarnaast zijn de extra vragen gecontroleerd op juistheid en formulering als ook op mogelijke privacy-gevoeligheid. Studiekeuze123 heeft de NSE-vragenlijst laten vertalen. De vertaling van de instellingsvragen hebben instellingen zelf voor hun rekening genomen. De vragenlijst inclusief alle instellingsvragen is door GfK drietalig (Nederlands, Engels, Duits) geprogrammeerd in de GfK Drive software. Studenten konden de vragenlijst op zowel smartphone, tablet als PC invullen. De weergave pastte zich automatisch aan het device aan. Ter illustratie hieronder een schermafbeelding van vraag 20 (gridvraag) van de vragenlijst NSE 2016 (Figuur 3.1). De actieve vraag staat nu in vet op het scherm, na een reactie van een respondent, wordt de volgende vraag actief (alles scrollt naar boven in het scherm). De lay-out van de vragelijst is door GfK aangepast naar de nieuwe huisstijl van Studiekeuze123. Figuur 3.1: Schermafbeelding vraag 20 vragenlijst NSE 2016 Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

27 4. COMMUNICATIE In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de communicatieactiviteiten die hebben plaatsgevonden richting de studenten en richting de instellingen. 4.1 Studenten konden vragen stellen of opmerkingen plaatsen aan Gfk/Studiekeuze123 via het adres Het uitlezen van gebeurde in de veldwerkperiode dagelijks; daarvoor en daarna geschiedde het uitlezen van minimaal wekelijks. Antwoorden op veel gestelde vragen waren voor studenten ook na te lezen op In totaal zijn er 995 s binnengekomen van studenten (ten opzichte van 906 vorig jaar), waarvan er 785 binnenkwamen tijdens de reguliere veldwerkperiode van 12 januari tot en met 8 maart 2016 (ten opzichte van 804 vorig jaar). Onderwerpen van vragen waren grotendeels: niet willen deelnemen, vragen over verloting van de incentives, extra opmerkingen, opmerkingen over de vragenlijst en problemen met invullen van de vragenlijst. 4.2 PROMOTIEMATERIAAL Instellingen konden in de communicatie naar de studenten gebruik maken van het promotiemateriaal dat door Studiekeuze123 was ontwikkeld. Studiekeuze123 heeft voor de NSE 2016 het promotiemateriaal volledig vernieuwd. Dit had deels te maken met de nieuwe huisstijl van Studiekeuze123 (nieuw logo, nieuwe huisstijlkleuren) en deels met het doorvoeren van wensen/ideeën die uit de evaluatie van de contactpersonen waren gekomen. Om de nieuwe campagne te laten aansluiten bij de doelgroep is er via de werkgroep Communicatie NSE een oproep gedaan aan studenten om mee te denken over het promotiemateriaal. Hieraan hebben zeven studenten van vier verschillenden hogescholen en universiteiten gehoor gegeven. Zij hebben commentaar mogen geven op de concepten en suggesties mogen doen. Op basis hiervan is het definitieve ontwerp gemaakt. Dit jaar is er gekozen voor een tweetal posters en banners, beide in diverse formaten. Al het materiaal was beschikbaar in het Nederlands, Engels en Duits. Zie Figuur 4.1 en Figuur 4.2 voor de postercampagne NSE De instellingen hadden, net als vorige jaren, de keuze uit een basispakket of een bouwpakket. Het basispakket bestond uit een kant-en-klare versie van de posters en banners. Dit basispakket kon eenvoudig worden gedownload op In plaats van dit basispakket te gebruiken, kon ook een bouwpakket worden aangevraagd waarbij instellingen de mogelijkheid hadden om een eigen logo en/of tekst toe te voegen aan de posters. Het bouwpakket is door 25 instellingen aangevraagd. Dit is zes instellingen minder dan tijdens de NSE Nieuw dit jaar was de mogelijkheid om een QR-code toe te voegen aan de poster. Studenten die deze QR-code scanden, kwamen direct bij de lost link tool uit. De QR-code was onderdeel van het bouwpakket. In totaal is de pagina achter de QR-code (met een unieke url) 138 keer bezocht door 114 unieke bezoekers vanaf januari Vrijwel alle bezoekers hebben deze pagina in de periode medio januari medio februari bezocht. Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

28 Figuur 4.1: Postercampagne NSE 2016 Figuur 4.2: Postercampagne NSE 2016 (Engels) Ook dit jaar is er een NSE-video gemaakt ter promotie van de NSE om studenten uit te leggen wat het belang van de NSE is en waarom het zinvol is om je mening te laten horen. In het filmpje vertelden twee studenten en een docent wat er binnen hun instelling is gedaan met de NSE resultaten. Naast de gehele video, was de film ook opgeknipt in drie korte filmpjes waarin telkens één van de hoofdpersonen aan het woord werd gelaten. Deze korte filmpjes triggerden de studenten om de NSE in te vullen. Alle filmpjes waren gratis te gebruiken door de deelnemende instellingen. Er was een Nederlands gesproken versie en een versie met Engelse ondertiteling. De studenten en docent die figureerden in de video waren van instellingen die deelnamen aan de NSE Op YouTube zijn de diverse videos op het moment van schrijven keer bekeken. Daarnaast hebben vijf instellingen de video opgevraagd, om binnen de opleidingen te laten zien. Tot slot is bekend dat instellingen vaak zelf per , of berichten op Blackboard, of met eigen promotieacties studenten oproepen de NSE in te vullen. Op Studiekeuzeinformatie.nl was tijdens het veldwerk een pagina ingericht waar promotieacties die door instellingen opgezet zijn te zien waren, zoals een NSE Café, een stand waar studenten meer informatie konden krijgen over de NSE, vloerstickers, banieren en eigen NSE-filmpjes. 4.3 UITNODIGINGSTEKST EN REMINDERS De studenten ontvingen de uitnodiging voor deelname aan de NSE per . Dit jaar zijn er enkele wijzigingen doorgevoerd met betrekking tot de uitnodigingsteksten en reminders. Allereerst hadden instellingen de mogelijkheid om een voorkeurstaal per student door te geven. De uitnodigingsteksten en reminders werden dan g d in de voorkeurstaal die de instelling heeft opgegeven. Dit kon zijn Nederlands, Engels of Duits. Als een instelling geen voorkeurstaal had doorgegeven, ontving de student net als voorgaande jaren de uitnodiging en reminders in alle talen achter elkaar. In totaal is er voor studenten een voorkeurstaal opgegeven ( Nederlands, Engels en Duits). Daarnaast kregen dit jaar eerstejaars studenten een iets andere uitnodigings- en remindertekst dan Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

29 ouderejaars studenten. Hiermee wilden we inspelen op het feit dat ouderejaars deze uitnodiging wellicht al meerdere jaren hebben ontvangen en een andere motivatie (kunnen) hebben om deel te nemen aan de NSE Test met beeld en informele schrijfstijl Er is dit jaar voor het eerst onder een kleine groep ouderejaars studenten getest met het toevoegen van beeld en/of het hanteren van een informelere schrijfstijl bij zowel de uitnodiging als de reminders. Het toevoegen van beeld hield in dat bovenaan de een banner staat over de NSE. Zie Figuur 4.3. Het hanteren van een informelere schrijfstijl wordt ook wel nudging toegevoegd. Wederom hebben studenten meegekeken naar de tekst die is gebruikt voor de uitnodiging. Zeven studenten van vier instellingen hebben hun reactie gegeven welke is meegenomen in het formuleren van de definitieve uitnodigingstekst. Uit het totale NSE-bestand zijn drie testgroepen geselecteerd bestaande uit ouderejaarsstudenten. In Tabel 4.1 is te zien welke testgroep welke vorm van de uitnodiging en reminders heeft ontvangen. In paragraaf 6.8 wordt een analyse gegeven van het effect van deze test met diverse vormen van de uitnodiging en reminder. Tabel 4.1: Overzicht soort uitnodiging/reminder testgroepen SOORTEN MAIL - TYPE INHOUD OUDEREJAARS ALLE TALEN TESTgroep1 TESTgroep2 TESTgroep3 Uitnodiging Beeld/ Geen Nudge Geen Beeld/ Geen Nudge Geen Beeld/ Geen Nudge 1e reminder Beeld/ Geen Nudge Geen Beeld/ Nudge Beeld/ Nudge 2e reminder Beeld/ Geen Nudge Geen Beeld/ Geen Nudge Geen Beeld/ Geen Nudge 3e reminder Beeld/ Geen Nudge Geen Beeld/ Geen Nudge Geen Beeld/ Geen Nudge last shot Beeld/ Geen Nudge Geen Beeld/ Nudge Beeld /Nudge Figuur 4.3: Banner uitnodiging en reminder testgroep NSE 2016 Het versturen van uitnodigingen is van start gegaan op 11 januari Uiterlijk 18 december 2015 hebben de instellingen een overzicht ontvangen waarop zij konden zien op welke dagen die betreffende instelling g d zou worden. Na de uitnodiging ontvingen de studenten (tenzij zij zich hadden afgemeld of de enquête inmiddels hadden ingevuld) nog drie reminders per . In de laatste week van het veldwerk hebben alle studenten die nog niet hadden gereageerd op eerdere s (maar zich niet hadden afgemeld) de last shot ontvangen. Dit was de laatste oproep om alsnog de NSE in te vullen. Bij het bekend worden van de NSE-resultaten op 12 mei ontvingen alle studenten die hadden deelgenomen aan de NSE tot slot een dankmail. In deze mail werden zij bedankt voor hun deelname en doorverwezen naar Studiekeuze123.nl waar zij de studentenoordelen van hun Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

30 eigen opleiding konden gaan bekijken. Het versturen van deze dankmail heeft voor een piek gezorgd van bezoekers aan de website De piek was dermate hoog dat de servers van de website deze een korte periode niet aankon en de website daardoor onbereikbaar was. In Tabel 4.2 ziet u de bezoekersstatistieken in de dagen rond de bekendwording van de NSE voor de jaren De piek is hierin duidelijk te zien. Figuur 4.4: Bezoekersstatieken na versturen dankmail aan studenten LEGENDA D = dag waarop dankmail is verstuurd D+1 = 1 dag na versturen dankmail D+2 = 2 dagen na versturen dankmail D+3 = 3 dagen na versturen dankmail D+4 = 4 dagen na versturen dankmail 4.4 INCENTIVES Studiekeuze123 heeft vijf keer een halfjaar collegegeld ter waarde van EUR 975,50 en 205 BOL.com bonnen ter waarde van EUR 25,- verloot. Het inzetten van een prijs als collegegeld heeft wel wat kritiek opgeleverd van met name particuliere instellingen omdat daar het collegegeld regelmatig vele malen hoger ligt. Op hun verzoek is daarom in de reminders niet meer gesproken over een halfjaar collegegeld, maar over een deel van je collegegeld. De naam en instelling van de prijswinnaars hebben we, met hun toestemming, gepubliceerd op Zo zien studenten dat de incentives ook daadwerkelijk worden uitgekeerd. De verwachting is dat het instrument van de incentives de komende jaren nog kan worden aangescherpt Bij de NSE 2015 leidde de url naar een mini-website (binnen Studiekeuze123.nl) waar de studenten terecht konden voor meer informatie over de Nationale Studenten Enquête. Voor de NSE 2016 is in verband met het re-design van de totale website Studiekeuze123.nl een landingspagina gecreëerd voor de NSE. Daar konden studenten alle informatie vinden over de NSE. Zie Figuur 4.4 voor een screenshot van De belangrijkste informatie over de NSE was hier ook in het Engels te vinden (via Engelse vlag). Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

31 Figuur 4.5: Screenshot Het betrof bijvoorbeeld informatie over de achtergrond (Wat is de NSE?), het doel van de NSE (Waarom de NSE?), FAQ, de NSE-video en de mogelijkheid om contact op te nemen. Hier was tijdens het veldwerk ook de lost-link-tool te vinden. Bij het uitreiken van de incentives zijn hier de winnaars vermeld (die toestemming hadden gegeven hiervoor). Bij het bekend worden van de resultaten konden studenten landelijke resultaten bekijken op hbo- en wo-niveau. Ook werd hier een overzicht opgenomen van alle persvermeldingen met betrekking tot de resultaten. Tot slot, werden hier alle tweets over de NSE (#NSE2016) live getoond. 4.6 SOCIAL MEDIA Communicatie via social media Studenten hadden in 2016, net als in 2015, de mogelijkheid om aan het einde van de vragenlijst automatisch een bericht te plaatsen op Facebook of Twitter. Het standaard bericht is iets gewijzigd t.o.v. van vorig jaar en luidde als volgt: Nationale Studenten Enquête ingevuld en mijn mening gegeven over mijn opleiding. Wat vind jij van je studie? Doe mee! #NSE2016 nse.nl. Het standaard bericht is in totaal 19 keer getwitterd (in 2015 was dit 133 keer). Verder is er door studenten en instellingen 160 keer getweet en 360 keer geretweet over de NSE 2016 met een eigen bericht (in 2015 is er 721 keer ge(re)tweet). Berichten waarin een vraag of opmerking stond, zijn door Studiekeuze123 via Twitter beantwoord. Studiekeuze123 heeft zelf gedurende de NSE verschillende tweets verzonden. In onderstaande tabel is het aantal verzonden tweets te zien en het aantal keer dat deze tweets zijn doorgestuurd (retweet). Tabel 4.2: Aantal tweets van Studiekeuze123 tijdens de NSE 2016 (t.o.v. 2015) Onderwerp tweets Aantal tweets Aantal retweets Doe mee aan de NSE Resultaten van de NSE Campagnes via social media Studiekeuze123 heeft tijdens de NSE 2016 net als vorig jaar - social media ingezet ter promotie van de NSE. Op Facebook hebben diverse campagnes gelopen. De doelstelling van deze campagne was aandacht genereren voor de Nationale Studenten Enquête (zichtbaarheid, bekendheid) onder Nederlandse ouderejaarsstudenten in de leeftijdscategorie 19 t/m 25 jaar met als bijkomend doel dat de enquête werd ingevuld. Er is gekozen om de campagnes specifiek te richten op ouderejaarsstudenten omdat deze achterbleven in de respons ten opzichte van eerstejaarsstudenten. De campagnes hebben in drie periodes gelopen: 25 januari 2016 tot en met 7 februari 2016, 10 februari 2016 tot en met 28 februari 2016 en 2 maart 2016 tot en met 6 maart In de eerste campageperiode is zowel een banner als het NSE-filmpje ingezet. In de daaropvolgende periodes zijn uitsluitend de filmpjes ingezet omdat deze beter scoorden bij de doelgroep. In totaal hebben de campagnes mensen bereikt. Het aantal weergaven van de filmpjes via Facebook is geëindigd op keer. Vanuit de advertenties en filmpjes is keer doorklikt naar de website Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

32 4.7 COMMUNICATIE MET DE INSTELLINGEN Uit de evaluatie onder contactpersonen na de NSE 2015 was naar voren gekomen dat mensen de NSEinformatie op Studiekeuzeinformatie.nl onoverzichtelijk vonden en lastig konden vinden. Daarom was besloten de indeling van de website voor de NSE 2016 aan te passen. De planning is centraal gesteld. Het gedeelte van de planning dat op dat moment relevant was, stond op de homepage ( Vanuit deze planning werd er doorgelinkt naar de relevante pagina s. De volledige planning met daarin de links naar zaken die later speelden was te allen tijde te bekijken. Zie figuur 4.5. Zaken die niet in de planning terugkwamen (denk bijv. aan de NSE Bijblijvers (zie paragraaf 4.7.2), maar wel belangrijk waren, werden aan de rechterzijde van de pagina uitgelicht. Hier stonden ook zaken die op een bepaald moment extra aandacht vroegen zoals bijv. het promotiemateriaal of de responsoverzichten tijdens het veldwerk. De planning en de handleiding voor het aanleveren van studenten waren ook als PDF klaargezet, zodat contactpersonen deze konden printen. De pagina voor docenten om hen tips te geven over het onder de aandacht brengen van de NSE is wederom opgesteld voor de NSE Daarnaast konden instellingen tijdens het veldwerk inspiratie opdoen van andere instellingen over de manieren waarop zij de NSE promoten onder de studenten. Instellingen konden voorbeelden aanleveren van hun campagnes en deze zijn getoond op Studiekeuzeinformatie.nl. Tijdens de Startbijeenkomst (zie paragraaf 4.8) is de nieuwe opzet toegelicht en positief ontvangen. Contactpersonen die niet aanwezig waren op de Startbijeenkomst, zijn middels de NSE Bijblijver gewezen op de nieuwe opzet van de website. Figuur 4.6: screenshot Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

33 4.7.2 NSE Bijblijvers en WhatsApp-groep De contactpersonen werden tijdens de NSE op de hoogte gehouden van ontwikkelingen via de NSE Bijblijver. In totaal zijn er 12 NSE Bijblijvers verstuurd tijdens de NSE De belangrijkste onderwerpen van de NSE Bijblijvers waren: De wijzigingen in de overeenkomst tot deelname, de vernieuwde websites en het promotiemateriaal, de werkgroepen, meldplicht datalekken, de record respons, de aanbesteding en de resultaten van de NSE Daarnaast heeft Studiekeuze123 een WhatsApp-groep opgericht waarvoor contactpersonen zich konden aanmelden. In geval van storingen werden de contactpersonen via deze groep op de hoogte gebracht. In totaal zijn er vier berichten via de WhatsApp-groep verstuurd. Twee hiervan hadden betrekking op een storing tijdens het veldwerk, de overige twee berichten waren van GfK op het moment dat bestanden klaar stonden in de downloadomgeving Voor de communicatie met deelnemende instellingen werd het centrale NSE adres gebruikt, van waaruit zowel Studiekeuze123 als GfK communiceerden gedurende het gehele uitvoeringstraject van de NSE Daarnaast was er ook een NSE telefoonnummer beschikbaar ( ). Voor, tijdens en na het veldwerk is op werkdagen dagelijks uitgelezen. De binnengekomen s via zijn geregistreerd in JIRA. JIRA is een systeem dat binnengekomen mails registreert in een zogenaamde call en vervolgens wordt deze call toegekend aan een lid van het projectteam (van GfK of Studiekeuze123). Hiermee was eenvoudig de voortgang van calls te monitoren en werd er voorkomen dat gestelde vragen tussen wal en schip belandden. Studiekeuze123 en GfK beheerden samen dit call-afhandelingssysteem. In totaal zijn er 943 calls aangemaakt in de JIRA Servicedesk voor Ten opzichte van voor de NSE 2015 is dit een daling van 15%. De piek in de binnenkomende communicatie lag in de voorbereidings- en uitvoeringsfase. Er was vooral contact over de voorbereiding van het onderzoek (aanleveren studentgegevens, afstemming spamfilter, responsoverzichten). Andere onderwerpen die veel aan bod zijn gekomen, waren de vragenlijst, vragen over de bestanden en vragen over communicatie. Tabel 4.3: Overzicht afgehandelde JIRA-calls per NSE-jaar Afgehandelde calls Uit de evaluatie van de NSE 2015 kwam naar voren dat instellingen soms te lang moesten wachten op een reactie. Vijf contactpersonen gaven toen aan ontevreden te zijn over de snelheid waarmee gereageerd werd op mails. Daarnaast hebben contactpersonen dit tijdens bijeenkomsten mondeling aangegeven. Studiekeuze123 vond dit een terecht punt van kritiek. Er is afgesproken dat er binnen een halve werkdag gereageerd wordt op binnengekomen berichten. Uit de evaluatie van de NSE 2016 is gebleken dat de reactiesnelheid inderdaad is verbeterd. Er is slechts van één contactpersoon vernomen dat er soms niet snel genoeg is gereageerd op s. Studiekeuze123 blijft hier alert op. Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

34 4.8 BIJEENKOMSTEN EN WERKGROEPEN De Startbijeenkomst vond plaats op 29 september 2015 en had ongeveer 35 deelnemers (inclusief medewerkers van Studiekeuze123 en GfK). Tijdens de bijeenkomst zijn de teamleden voor de NSE 2016 voorgesteld, is uitgelegd dat er dit jaar geen wijzigingen worden aangebracht in de vragenlijst, maar dat er een externe werkgroep wordt ingesteld die een voorstel zal doen voor de NSE 2017, zijn de uitkomsten van het non-respons onderzoek besproken, net als de nieuwe huisstijl van Studiekeuze123 en de planning voor de NSE De Slotbijeenkomst vond plaats op dinsdag 31 mei Met de ruim 20 aanwezige contactpersonen hebben Studiekeuze123 en GfK besproken wat er dit jaar goed is gegaan en wat er volgend jaar beter moet. Voorgaande jaren werd tijdens tussentijdse NSE Bijeenkomsten een bepaald onderwerp belicht gedurende één korte workshop. Uit de evaluatie onder de contactpersonen bleek dat het niveau waarop een onderwerp dan ter sprake kwam niet altijd aansloot bij de behoefte. Daarom is besloten om werkgroepen op te zetten die een aantal keer bij elkaar komen om dieper op een onderwerp in te gaan. Dit jaar zijn de volgende werkgroepen bij elkaar gekomen: Communicatieplan rond de NSE (onder leiding van Marieke Langeslag en Maud Huygen van Studiekeuze123) Rapportages op basis van het Benchmarkbestand (onder leiding van Pascal Brenders van Studiekeuze123) Beslisregels voor tonen van NSE resultaten in de Studiekeuzedatabase (onder leiding van Pascal Brenders van Studiekeuze123) Hoe te transformeren naar een afdeling IR (onder leiding van Erik Schaapman van Windesheim) 4.9 PERSBERICHT Bij het openbaar worden van de resultaten NSE 2016 heeft Studiekeuze123 op 12 mei 2016 een persbericht verspreid. Het persbericht had de kop Nationale Studenten Enquête: Studenten blijven tevreden. Het bericht gaf een inhoudelijk beeld van de tevredenheid van de studenten op bepaalde themascores en de respons. Er werd specifiek ingegaan op het invoeren van het leenstelsel en het eventuele effect daarvan op de tevredenheid, de verwachting die studenten vooraf hebben van hun opleiding en op de tevredenheid over stages tijdens de opleiding. Het persbericht is door diverse media opgepakt waaronder De Telegraaf, NU.nl en diverse regionale kranten zoals De Gelderlander, BN De Stem en De Stentor. Ook diverse instellingen hebben n.a.v. het persbericht van Studiekeuze123 gecommuniceerd over de resultaten van de NSE op hun eigen website. Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

35 5. POPULATIE EN RESPONS 5.1 MAILING Het reguliere veldwerk van de NSE 2016 heeft acht weken geduurd, van maandag 11 januari 2016 tot en met zondag 6 maart De studenten zijn steeds benaderd op het beschikbare adres en - indien aangeleverd door onderwijsinstellingen - ook op een tweede adres. In totaal zijn er studenten aangeleverd, voor studenten is ook een tweede adres aangeleverd door de participerende instellingen. De initiële uitnodigingsmail is verspreid over zeven dagen; studenten met een tweede adres kregen de maandag na deze week nogmaals de initiële uitnodigingsmail via het tweede adres. De herinneringsmails zijn steeds verspreid over een periode van vijf dagen, waarbij het tweede adres de zondag voor deze week is aangeschreven. In totaal zijn er s (alle verzonden s naar beide adressen bij elkaar opgeteld) aan studenten verstuurd. Na de initiële uitnodigingsmail volgden nog drie reguliere herinneringsmails (met een interval van steeds twee weken). Studenten die de enquête al hadden ingevuld, of zich hadden afgemeld, zijn niet nogmaals benaderd. In de laatste week is nog een last shot verstuurd om ook de laatste studenten, die nog niet hadden gereageerd, over de streep te trekken. De verzending van de last shot is verspreid over drie dagen. 5.2 RESPONS De adressen van in totaal studenten zijn door de onderwijsinstellingen aangeleverd. Een overzicht van de aangeleverde studentenpopulatie is te zien in Tabel 5.1. Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

36 Tabel 5.1: Samenstelling aangeleverde studentenpopulatie Soort hoger onderwijs Hogeschool Universiteit Totaal Aantal Percentage Aantal Percentage Aantal Percentage Geslacht - Man ,5% ,2% ,8% - Vrouw ,5% ,8% ,2% - Onbekend 1 0,0% 0 0,0% 1 0,0% Type hoger onderwijs - Bachelor ,5% ,6% ,4% - Master ,1% ,4% ,7% - Associate Degree ,3% nvt nvt ,8% Studiejaar - Eerstejaars ,0% ,7% ,2% - Ouderejaars ,0% ,3% ,8% Onderwijsvorm - Voltijd ,4% ,1% ,7% - Deeltijd ,5% ,8% ,9% - Duaal ,1% 448 0,2% ,4% Totaal ,0% ,0% ,0% In totaal zijn studenten benaderd om deel te nemen aan het onderzoek, zie Tabel 5.2. Tabel 5.2: Respons Aantal Typering Populatie initieel (bruto) Aangeleverd, maar buiten de doelgroep Dubbelingen adres niet bereikt (bouncers) Populatie bruikbaar (netto = responsbasis) Afmelders via unsubscribe button Afmelders via unsubscribe button (%) 0,3% 1,0% 1,8% 0,7% 0,6% 0,5% 0,4% - Respons bruto Respons bruto (%) 37,4% 36,6% 32,6% 40,4% 34,5% 39,3% 43,2% - Respons netto (gecleaned) Respons netto (%) 35,1% 35,2% 31,2% 39,5% 33,7% 38,9% 42,9% Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

37 Van de studenten konden er niet deelnemen omdat zij niet via het beschikbare e- mailadres konden worden bereikt. Dit aantal is wederom minder dan voorgaande jaren, zeker gezien de grotere populatie. De hieruit resulterende netto populatie bedroeg studenten. Bij de NSE 2016 waren er 612 studenten die ten onrechte dubbel zijn aangeleverd: - De VU ACTA had ten onrechte studenten aangeleverd die de UvA ACTA al had aangeleverd. Toen dit aan het licht kwam, zijn de dubbele VU-studenten niet meer benaderd voor de herinneringsmailings. Binnengekomen respons is aan UvA ACTA toegewezen. - Windesheim had enkele studenten dubbel aangeleverd. De dubbele studenten zijn slechts eenmaal aangeschreven. Tijdens het veldwerk is gebleken dat de studenten van de Roosevelt Academy zijn aangeleverd met het verkeerde adres. Dit is meteen aangepast, waardoor de studenten alsnog mee konden doen met de NSE Elke student die minimaal de eerste inhoudelijke enquêtevraag (v14: algemene tevredenheid over de opleiding) had ingevuld, is in de respons meegerekend. Op basis hiervan bedroeg de bruto respons studenten (43,2%). Na cleaning op invulduur (zie paragraaf 6.1.3) kwam de netto respons uit op deelnemende studenten (42,9%). Dat is hoger dan in 2015 (38,9%); mogelijke verklaring hiervoor is dat instellingen de voorkeurstaal voor de konden aangeven, waardoor studenten meteen werden aangeschreven in de juiste taal. Slechts 0,4% van alle studenten heeft zich tijdens de uitvoering van het onderzoek afgemeld voor deelname door te klikken op de afmeldlink in de uitnodigingsmail of reminder ( unsubscribe ). De dalende trend van afmelders - sinds zet zich hiermee door. De betreffende studenten zijn vervolgens binnen het mailsysteem uitgesloten voor verdere benaderingen. Sinds 2016 wordt er ook een uitsplitsing gemaakt naar Vorm en Type onderwijs voor de respons (Tabel 5.3). Het responspercentage is het hoogst onder voltijd studenten en bachelor studenten. Tabel 5.3: Netto respons en Bruto Vorm onderwijs en Type onderwijs Vorm onderwijs Type onderwijs Typering Voltijd Deeltijd Duaal Bachelor Master Ad Universiteiten - Populatie initieel (bruto) nvt - Respons netto (gecleaned) nvt - Responspercentage 41% 30% 30% 42% 39% nvt Hogescholen - Populatie initieel (bruto) Respons netto (gecleaned) Responspercentage 45% 39% 36% 44% 45% 42% Totaal - Populatie initieel (bruto) Respons netto (gecleaned) Responspercentage 43% 38% 36% 43% 40% 42% Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

38 Aantal studenten per dag Bruto respons 5.3 RESPONSGEDRAG De netto respons in 2016 is met 42,9% de hoogste respons ooit (zie Tabel 5.4. Tabel 5.4: Netto respons en veldwerkduur in 2010 tot en met 2016 Jaar Netto respons Veldwerkduur ,1% 10 weken ,2% 10 weken ,0% 10 weken ,5% 8-10 weken ,7% 8 weken ,9% 8-9 weken ,9% 8 weken Figuur 5.1: Bruto responsverloop cumulatief en per dag Bruto respons NSE ,0% ,0% ,0% ,0% ,0% Bruto responspercentage Bruto respons per dag 20,0% 15,0% 10,0% ,0% 0 0,0% 11 jan 13 jan 15 jan 17 jan 19 jan 21 jan 23 jan 25 jan 27 jan 29 jan 31 jan 2 feb 4 feb 6 feb 8 feb 10 feb12 feb14 feb16 feb18 feb20 feb22 feb24 feb26 feb28 feb 1 mrt 3 mrt 5 mrt 7 mrt Aan de pieken in de grijze lijn (bruto respons per dag) in Figuur 5.1 is te zien dat iedere remindermail effect heeft gehad en zorgt dat de respons weer oploopt. Ook is te zien dat meer dan de helft van de uiteindelijke respons is behaald na de initiële uitnodigingsmail en de eerste herinnering. Na elke nieuwe verzending is er de eerste paar dagen weer een flinke piek zichtbaar. Dat komt ook doordat het 2 e beschikbare adres werd aangeschreven, hier werd gemiddeld beter op gerespondeerd. Dit jaar had de last shot (laatste mailing) minder effect dan voorgaande jaren. Deze piek in de respons heeft zich dit jaar als het ware verplaatst naar het begin van het veldwerk. Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

39 5.4 HOE IS DE NSE INGEVULD? De enquête was geprogrammeerd in drie talen: Nederlands, Engels en Duits. Bij de start van de vragenlijst konden studenten een taal kiezen, waarna de student direct werd doorgeleid naar de vragenlijst in de door hem/haar gekozen taal. In totaal vulde 89,2% van de respondenten de Nederlandse vragenlijst in, 8,0% de Engelse en 2,8% de Duitse (zie Tabel 5.5). Tabel 5.5: Percentage ingevulde vragenlijst 2016, uitgesplitst naar taal 4 NSE 2010 NSE 2011 NSE 2012 NSE 2013 NSE 2014 NSE 2015 NSE 2016 Nederlands 93,0% 93,0% 91,0% 91,8% 90,7% 91,7% 89,2% Engels 5,7% 5,7% 5,7% 5,4% 6,3% 6,5% 8,0% Duits 1,3% 1,3% 3,6% 2,8% 3,0% 2,6% 2,8% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% De gemiddelde invulduur van de vragenlijst in 2016 bedroeg 12,7 minuten voor studenten die op locatie onderwijs volgden en 9,4 minuten voor studenten die afstandsonderwijs volgden en als gevolg hiervan een kortere vragenlijst invulden (zie paragraaf 6.1.3) 5. Dat is vergelijkbaar met de NSE Tabel 5.6: Gemiddelde invulduur in minuten voor locatie en afstandsonderwijs Jaar Locatie Afstandsonderwijs NSE Niet bekend NSE ,6 Niet bekend NSE ,6 Niet bekend NSE ,6 10,0 NSE ,7 9,2 NSE ,6 9,4 NSE ,7 9,4 Belangrijk voor de datakwaliteit was de mate waarin de vragenlijst volledig (tot het einde, tot en met de ultimate question ) werd ingevuld. Op basis van de netto respons kan geconcludeerd worden dat 87,5% van de respondenten de vragenlijst integraal beantwoordde. Dit komt redelijk overeen met de NSE van 2015 (88,2%). In 2013 lag het percentage respondenten dat de vragenlijst integraal invulde overigens hoger dan in 2014 en 2015 (91%). 4 Als percentages niet tot exact 100% optellen, komt dit door afrondingsverschillen. 5 Omdat er geen maximum gesteld is aan de tijd die respondenten konden nemen voor het invullen van de vragenlijst, is de invulduur voor sommige respondenten extreem lang (bijvoorbeeld omdat zij tijdens het invullen iets anders zijn gaan doen en op een later moment de vragenlijst hebben afgerond. Om die reden zijn alle waarden boven 30 minuten invulduur (of 22 minuten voor studenten in het afstandsonderwijs) buiten beschouwing gelaten bij berekening van de gemiddelde invulduur. Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

40 Figuur 5.2: Niet-volledig ingevulde vragenlijst (verval voor een aantal vragen) Vraag 14: algemeen oordeel over de studie; Vraag 15n: tevredenheid over betrekken student bij opleiding; Vraag 20h: tevredenheid over kennis docenten beroepspraktijk; Vraag 25d: tevredenheid over de mogelijkheid om zonder vertraging de gewenste studieonderdelen te volgen; Vraag 30d: tevredenheid over de manier waarop je opleiding op klachten en problemen reageert; Vraag 42: Zou je jouw opleiding aanraden aan vrienden, familie of collega s? De merendeel van de studenten (die zijn meegerekend tot de netto respons) vallen, net als vorig jaar, ergens af in de vragenlijst tussen vraag 15 en vraag 20 (Figuur 5.2). De minste uitval is op het einde van de vragenlijst. Dit wijst erop dat studenten die eenmaal besloten om deel te nemen, over het algemeen niet later tijdens het invullen van de vragenlijst alsnog door de lengte werden ontmoedigd om verder te gaan. 5.5 ANALYSE VRAAG 33A (NIEUW VANAF 2014) Zoals vermeld in paragraaf 3.7 is omwille van de Wbp in 2014 een nadrukkelijke toestemmingsvraag opgenomen in de vragenlijst voor het delen van de antwoorden van de student met een functiebeperking met de onderwijsinstelling. De studenten die geen toestemming gaven, werden doorgeleid naar het volgende onderwerp in de vragenlijst. Dit jaar gaven studenten geen toestemming, dit aantal komt redelijk overeen met vorig jaar. Tabel 5.7 laat zien hoeveel studenten wel toestemming hebben gegeven en hoeveel niet. Tabel 5.7: Antwoorden studenten op vraag 33a Vraag 33a Aantal % Aantal % Aantal % Geen toestemming ,0% ,4% ,3% Wel toestemming ,0% ,6% ,7% Totaal % % % Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

41 5.6 NON-RESPONSANALYSE Het netto responspercentage voor de NSE 2016 bedroeg 42,9%. In een analyse is uitgezocht in hoeverre er verschillen bestonden tussen degenen die respondeerden en de studenten die dat niet deden. Voor de analyse zijn percentages berekend voor de volgende groepen studenten: vragenlijst volledig ingevuld: studenten die de vragenlijst volledig hebben ingevuld; vragenlijst onvolledig ingevuld: studenten die de vragenlijst niet volledig hebben ingevuld, maar wel de algemene tevredenheidsvraag hebben beantwoord; de non-respons: studenten die de hebben ontvangen, maar niet hebben meegedaan met het onderzoek; afmelders: studenten die niet meer mee wilden doen aan het onderzoek; adres niet bereikt: studenten bij wie de niet was aangekomen ( bouncers ). De verschillen waren voor de NSE 2013 geanalyseerd naar de volgende achtergrondkenmerken: Soort hoger onderwijs (hogeschool of universiteit) Type hoger onderwijs (Bachelor, Master of anders, bijvoorbeeld Associate degree) Opleidingsvorm (voltijd, deeltijd of duaal) Geslacht (man of vrouw) Studiejaar (eerstejaars of ouderejaars) Voor de NSE 2014 is deze analyse uitgebreid met de volgende achtergrondkenmerken: Onderwijssector Landsdeel Stedelijkheid Aantal beschikbare adressen (één of twee) Voor de NSE 2015 en de NSE 2016 is deze analyse op dezelfde manier uitgevoerd als voor de NSE In Tabel 5.8 worden per onderwerp de verschillen tussen de hiervoor genoemde responscategorieën getoond. Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

42 Tabel 5.8: Non-responsanalyse NSE Vragenlijst ingevuld (geheel of gedeeltelijk) -Vragenlijst volledig ingevuld -Vragenlijst gedeeltelijk ingevuld Non-respons Afmelders Totaal (excl. adres niet bereikt) adres niet bereikt (als % van bruto steekproef) Totaal Soort hoger onderwijs Type hoger onderwijs Aantal adressen Associate Hogeschool Universiteit Bachelor M aster Degree ,9% 44,1% 40,8% 43,5% 39,7% 42,5% 41,8% 46,1% 37,5% 38,5% 35,8% 37,8% 35,8% 36,8% 36,6% 40,2% 5,4% 5,6% 4,9% 5,6% 4,0% 5,8% 5,2% 5,8% 56,8% 55,5% 58,9% 56,1% 59,7% 57,0% 58,0% 53,1% 0,4% 0,4% 0,4% 0,4% 0,5% 0,5% 0,2% 0,9% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 0,2% 0,3% 0,2% 0,2% 0,3% 0,7% 0,2% 0,4% Vragenlijst ingevuld (geheel of gedeeltelijk) -Vragenlijst volledig ingevuld -Vragenlijst gedeeltelijk ingevuld Non-respons Afmelders Totaal (excl. adres niet bereikt) adres niet bereikt (als % van bruto steekproef) Totaal Opleidingsvorm (vt dt du) Geslacht Studiejaar Voltijd Deeltijd Duaal M an Vrouw Eerstejaars Ouderejaars 42,9% 43,5% 37,7% 35,7% 37,3% 48,1% 51,6% 39,2% 37,5% 38,0% 33,2% 31,1% 32,4% 42,3% 44,5% 34,6% 5,4% 5,5% 4,5% 4,6% 4,9% 5,8% 7,0% 4,7% 56,8% 56,2% 61,7% 63,7% 62,2% 51,6% 48,1% 60,3% 0,4% 0,4% 0,6% 0,6% 0,5% 0,3% 0,3% 0,4% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 0,2% 0,2% 0,5% 0,1% 0,3% 0,2% 0,2% 0,3% De respons is nog steeds hoger onder hogescholen (44,1%) dan onder universiteiten (40,8), wel is dit verschil kleiner dan vorig jaar (toen: hogeschool: 41,8%, universiteit: 34,0%). De totale respons was het hoogst onder bachelorstudenten (43,5%) in vergelijking met de masterstudenten (39,7%) en de studenten uit de groep Associate degree (42,5%). Van meer dan een kwart van de studenten was naast het adres van de instelling óók een tweede adres bekend. Studenten waarvan twee adressen bekend waren, reageerden beter (46,1%) dan wanneer er maar één adres bekend was (41,8%). Het aantal afmelders bij studenten met twee adressen lag iets boven dat van studenten met één adres. Ook was het aandeel onbestelbare s bij studenten met twee e- mailadressen hoger (0,9% versus 0,2% bij studenten met één adres). Onder voltijd studenten was de respons het hoogst (43,5%), de respons was het laagst onder duale studenten (35,7%). Net als in 2015 was de respons onder vrouwen (48,1%) aanzienlijk hoger dan onder mannen (37,3%). Eerstejaars (51,6%) respondeerden vaker dan ouderejaars (39,2%). Het verschil tussen beide groepen is elk jaar groter; NSE 2015 (eerstejaars 45,0%; ouderejaars 36,1%) en NSE 2014 (eerstejaars 38,3%; ouderejaars 31,5%). 6 Als percentages niet tot exact 100% optellen, komt dit door afrondingsverschillen. Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

43 Tabel 5.8: Non-responsanalyse NSE 2016 (vervolg) Vragenlijst ingevuld (geheel of gedeeltelijk) -Vragenlijst volledig ingevuld -Vragenlijst gedeeltelijk ingevuld Non-respons Afmelders Totaal (excl. adres niet bereikt) adres niet bereikt (als % van bruto steekproef) Totaal Onderwijs Landbouw & Natuurlijke Omgeving Natuur Techniek Onderwijssector Gezondheidszorg Economie Recht Taal & Cultuur Gedrag & M aatschappij Sectoroverstijgend 42,9% 47,2% 52,2% 41,3% 43,3% 48,5% 40,1% 34,4% 42,7% 42,4% 45,6% 37,5% 42,0% 46,1% 36,9% 37,4% 42,9% 34,7% 29,9% 37,4% 37,8% 39,7% 5,4% 5,3% 6,1% 4,4% 6,0% 5,6% 5,4% 4,5% 5,2% 4,6% 6,0% 56,8% 52,5% 47,5% 58,3% 56,1% 51,2% 59,5% 65,2% 57,0% 57,3% 54,2% 0,4% 0,3% 0,3% 0,5% 0,6% 0,3% 0,4% 0,4% 0,3% 0,3% 0,2% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 0,2% 0,2% 0,4% 0,1% 0,2% 0,1% 0,3% 0,3% 0,3% 0,2% 0,1% Vragenlijst ingevuld (geheel of gedeeltelijk) -Vragenlijst volledig ingevuld -Vragenlijst gedeeltelijk ingevuld Non-respons Afmelders Totaal (excl. adres niet bereikt) adres niet bereikt (als % van bruto steekproef) Totaal Landsdeel Noord Oost West Zuid Zeer sterk stedelijk Sterk stedelijk Stedelijkheid M atig stedelijk Weinig stedelijk Niet stedelijk 42,9% 42,8% 49,4% 39,2% 46,9% 40,2% 48,2% 42,7% 49,0% 49,7% 37,5% 37,9% 43,3% 34,2% 40,9% 35,1% 42,4% 36,5% 42,9% 45,7% 5,4% 4,9% 6,1% 5,0% 6,0% 5,1% 5,8% 6,3% 6,1% 4,0% 56,8% 56,9% 50,3% 60,4% 52,7% 59,4% 51,4% 57,1% 50,3% 49,1% 0,4% 0,3% 0,3% 0,4% 0,4% 0,4% 0,4% 0,2% 0,7% 1,2% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 0,2% 0,1% 0,4% 0,2% 0,3% 0,2% 0,3% 0,3% 0,1% 0,4% Tussen de diverse onderwijssectoren zijn duidelijke responsverschillen zichtbaar. Studenten in de sectoren Onderwijs (47,2%), Landbouw & Natuurlijke Omgeving (52,2%), Techniek (43,3%), Gezondheidszorg (48,5%) en Sector overstijgende opleidingen (45,6%) lieten, net als in 2014 en 2015, respons zien van boven het gemiddelde; de sectoren Natuur (41,3%), Economie (40,1%) en Recht (34,4%) scoorden beneden gemiddeld. De sectoren Gedrag en Maatschappij (42,7%) en Taal en Cultuur (42,4%) bevonden zich qua respons net even onder het gemiddelde. Een uitsplitsing naar het landsdeel 7 waar de onderwijsinstelling is gevestigd, gaf het volgende beeld: in de landsdelen Oost (49,4%) en Zuid (46,9%) was de respons het hoogst en bovengemiddeld. De respons in Noord (42,8%) was gelijk aan de gemiddelde respons en in West (39,2%) was de respons het laagst. Dit beeld komt overeen met De totale respons lag het laagst onder onderwijsinstellingen die in zeer sterk stedelijke gebieden (40,2%) zijn gevestigd zijn. Onderwijsinstellingen die in niet stedelijke gebieden zijn gevestigd lieten de hoogste respons (49,7%) zien. Op basis van bovenstaande analyse is de conclusie dat er bij met name het soort onderwijs (hbo of wo), de beschikbaarheid van één of twee adressen, studiejaar, sekse en onderwijssector verschillen waarneembaar zijn in de respons. Tussen bachelor- (hogere respons) en masterstudenten (lagere respons) was ook een responsverschil te zien, dat komt overeen met het beeld over Studiejaar (lagere respons bij ouderejaars). We zien tevens dat in zeer sterk stedelijke gebieden (West-Nederland) de respons lager lag dan in minder stedelijke gebieden (de overige landsdelen). 7 Oost = Flevoland, Overijssel en Gelderland. Zuid = Brabant en Limburg. Noord = Groningen, Friesland en Drenthe. West = Noord- en Zuid-Holland, Zeeland en Utrecht. Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

44 5.7 RESPONSOVERZICHTEN Net als vorig jaar is er voor de NSE 2016 weer gebruik gemaakt van de responsmodule. Deze tool was destijds ontwikkeld om de responsoverzichten gebruiksvriendelijker te maken, zodat de onderwijsinstellingen beter in staat werden gesteld om hun communicatie naar de studenten aan te passen aan de actuele stand van de respons. Om toegang te krijgen tot de GfK Connect omgeving ontving men een instellings-specifieke toegangscode, waarmee de contactpersonen: 1) Een totaaloverzicht van de meest actuele, tussentijdse respons van alle deelnemende instellingen konden bekijken (Figuur 5.3). 2) Een instellings-specifiek overzicht konden naslaan met de meest actuele respons, uitgesplitst naar organisatieonderdeel, opleidingsnaam, CROHO-code, locatie en onderwijstype (voltijd, deeltijd, duaal). Dit laatste overzicht was alleen toegankelijk voor de instelling zelf en niet voor andere instellingen. De responstabellen toonden in absolute aantallen het aantal benaderde studenten, het aantal ingevulde vragenlijsten en het hieruit resulterende responspercentage (NB: het betrof de bruto respons, nog zonder enige vorm van cleaning of bewerking). Figuur 5.3: Fictief voorbeeld Dashboard I (totaalrespons per instelling) Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

45 5.8 INCIDENTEN Door een foutieve aanlevering van studentgegevens van Stenden Hogeschool hebben alle studenten van deze instelling de route gevolgd van het afstandsonderwijs en daardoor een groot aantal vragen niet gehad. Om dit in het vervolg te voorkomen is het plan opgevat om de instellingen hier nog intensiever over te informeren dan reeds werd gedaan. Bovendien is het de bedoeling om vooral de variabelen voor de routing ook handmatig nog te controleren na het uploaden van de informatie. Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

46 6. DATACLEANING, BESTANDSBEWERKING EN KWALITEITSCHECKS Toen het veldwerk was afgerond zijn de bestanden opgeschoond, gestructureerd en verrijkt met externe gegevens. Vervolgens zijn de gegevens geanalyseerd en zijn themascores berekend. Het responsbestand is gekoppeld aan het bestand met alle aangeleverde studentgegevens en de naamgeving van de variabelen is in overeenstemming gebracht met de naamgeving zoals gehanteerd in het Codeboek (Stichting Studiekeuze123, 2016e). De invulduur van de vragenlijst en de invuldatum zijn bepaald op basis van de in het interviewsysteem vastgelegde gegevens. De respons is als geldig beschouwd als minimaal V14 (algemene tevredenheid opleiding) was ingevuld; records van respondenten die de vragenlijsten in een ongeloofwaardige tijdsspanne hebben ingevuld, zijn verwijderd (zie paragraaf 6.1.3). Dit leidde tot een basisbestand, waarvan alle andere bestanden werden afgeleid. 6.1 VERRIJKING EN ANDERE BEWERKINGEN Aan het basisbestand zijn vanuit externe databases gegevens gekoppeld. Allereerst het CROHO-register: het register van DUO over alle geaccrediteerde opleidingen die in Nederland worden aangeboden in het hoger onderwijs. Het CROHO-register is vanuit Excel ingelezen in SPSS en geaggregeerd op het niveau dat voor de betreffende variabele nodig was. Het laagste aggregatieniveau is CROHO*BRIN*Locatie*Opleidingsvorm. De gemeentecode en -naam wordt vanuit CBS-informatie gekoppeld aan de locatie van de betreffende opleiding. Door de synchronisatie kon tevens worden gecontroleerd of alle codes in het bestand geldige en actuele codes waren. In tegenstelling tot de opleidingen die zijn opgenomen in de Studiekeuzedatabase (alleen opleidingen met instroom), zijn in dit bestand alle opleidingen opgenomen (dus ook de opleidingen die geen instroom meer kennen, maar nog wel aangeboden worden). Aan het bestand zijn vanuit het CROHO-register verder de variabelen bekostiging (bekostigingskenmerken), CrohoNaam(Actueel), CrohoSector, CrohoSectorNaam en Fixus (numerus fixusgegevens) toegevoegd. Tevens is er een variabele Samenwerking aangemaakt, waarmee samenwerkingsverbanden zijn te herkennen (combinatie-opleidingen die gezamenlijk door enkele instellingen worden aangeboden, zie hiervoor ook paragraaf 3.2). De variabelen stedelijkheid en landsdeel waren afkomstig uit CBS Statline en zijn op gemeentecode aan het basisbestand gekoppeld. Op basis van de CROHO-code zijn de velden BaMa (bachelor; master: Type hoger onderwijs) en soort hoger onderwijs (hbo; wo: Soort hoger onderwijs) aangemaakt, mede gebruikmakend van de aangeleverde studentgegevens van de instellingen. Missende records in het door instellingen aangeleverde studentenbestand zijn achteraf aangevuld vanuit de antwoorden op de vragenlijst (sekse, leeftijd en vooropleiding); in geval van tegenstrijdige gegevens hebben de door de instellingen aangeleverde gegevens voorrang gekregen. Etniciteit is vanaf de NSE 2013 niet meer bevraagd in de vragenlijst: voor zover de informatie in het basisbestand was opgenomen, betrof het de door instellingen zelf aangeleverde gegevens. Bij de tevredenheidsvragen is er onderscheid gemaakt tussen werkelijk missende scores (-1) en een code voor de vragen die niet van toepassing waren (-2). Beide codes zijn in het bestand gedefinieerd als missing value. Het voordeel van deze codering is dat deze gegevens niet worden meegerekend bij berekeningen maar nog wel zichtbaar zijn als zodanig in het databestand Hercoderen open vragen Handicap & Studie Bij vraag 34 en 35 van het blok Handicap & Studie werd gevraagd welke functiebeperkingen, aandoeningen of ziektes de student heeft. Bij beide vragen werd een lijst gepresenteerd met items waar studenten er één of meerdere van konden kiezen. Dit waren dus geen tevredenheidsvragen. Beide Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

47 vragen hadden een antwoordcategorie Anders, namelijk, waarna de studenten een open antwoord konden geven. Dit is achteraf gerubriceerd. In 2016 leverde dit antwoorden op. Deze zijn door een basisarts achteraf (na)gecodeerd. In meer dan 97% van de gevallen konden de open antwoorden herleid worden tot een categorie die in het vragenblok Handicap & Studie werd gebruikt. In 2015 leverde dit antwoorden op. In meer dan 93% van de gevallen konden toen de open antwoorden herleid worden tot een categorie die in het vragenblok Handicap & Studie werd gebruikt Huurwaarden In Figuur 6.1 is te zien dat er geen onrealistische huurwaarden waren aan de hoge kant van het spectrum in de NSE 2016: dit komt overeen met de NSE De meeste afwijkingen waren te vinden aan de lage kant van het spectrum, maar ook hier ging het om relatief beperkte aantallen en bestond er geen aanleiding om te denken dat het om irreële bedragen ging. Er is daarom geen correctie geweest op extreme huurwaarden (net als in 2013, 2014 en 2015). Figuur 6.1: Histogram van de huurwaarden in de NSE 2016 Huurwaarden NSE Invultijd De antwoorden van studenten die de enquête in minder dan 5 minuten invulden zijn, net zoals in eerdere jaren, verwijderd. Een invulduur langer dan 30 minuten is afgekapt op deze 30 minuten, temeer omdat wanneer studenten dat wilden, ze de vragenlijst tussentijds konden onderbreken en later weer konden verder gaan. Omdat studenten afstandsonderwijs een deel van de vragenlijst niet voorgelegd krijgen, is in 2013 door GfK voorgesteld om de minimale invulduur voor studenten afstandsonderwijs op 3,5 minuut te stellen. Dit is toen vastgesteld op basis van de gemiddelde invulduur van de volledige vragenlijst versus die van de vragenlijst voor studenten afstandsonderwijs. De ratio tussen beide cijfers is Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

48 vermenigvuldigd met de minimale invulduur voor de volledige vragenlijst (invulduur afstandsonderwijs/ invulduur volledige vragenlijst * 5 minuten = 3,5 minuut). De volgende vragen zijn niet gesteld aan studenten die afstandsonderwijs volgden: Inhoud en opzet van het onderwijs (9 wel, 2 niet: 16J en 16K); Samenwerking met anderen (17E); Studieroosters (2 vragen); Contacttijd (4 vragen); Groepsgrootte (3 vragen); Stages (6 vragen); Studiefaciliteiten (5 vragen niet, 1 vraag wel: 29F); Studieomgeving (7 vragen); Woonsituatie (2 vragen); Handicap en studie (8 vragen) Studiejaar student De variabele studiejaar student bevatte het antwoord op vraag 9 uit de vragenlijst, waarbij de student werd gevraagd naar het studiejaar waarin hij/zij studeert. De student werd hier gevraagd het studiejaar in te vullen van het jaar waarin hij/zij de meeste vakken volgde. Deze variabele verschilt van de door de instellingen zelf aangeleverde variabele studiejaar, welke bij de NSE als formeel juist wordt beschouwd. Beide variabelen zijn vanaf meetjaar 2014 opgenomen in de bestanden en niet met terugwerkende kracht aangevuld voor voorgaande jaargangen. 6.2 THEMASCORES EN INSTELLINGSVRAGEN Net als in 2015 zijn de afzonderlijke vraagitems samengevat in een aantal themascores. Dat gebeurde door het berekenen van een gemiddelde score van de bij elk thema horende vraagitems. Studenten hoefden niet alle vraagitems behorende bij het thema te hebben ingevuld, maar er is wel een minimum gehanteerd, volgens de criteria in Tabel 6.1. De criteria zijn afgeleid van de berekeningswijze van de themascores in 2012 en ook toegepast op alle nieuwe themascores die sinds 2013 worden berekend. Tabel 6.1: Minimaal vereiste aantal stellingen voor de berekening van de themascores Aantal stellingen behorende bij thema Minimum aantal stellingen in themascore >= Hiermee werd aangesloten bij de logica die in voorgaande metingen is gehanteerd. Een voorbeeld: als er acht items bij een thema hoorden, dan diende een student over minimaal zes van deze items een mening te hebben gegeven om te worden meegenomen in de berekening van dit thema. Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

49 Na de fase van cleaning en bewerking van de resultaatbestanden zijn Principale Componenten- (PCA) en betrouwbaarheidsanalyses (RA = Reliability Analysis) uitgevoerd, waarna de themascores konden worden berekend (zie Tabel 6.2). Het doel van de PCA was om de validiteit van de themascores te controleren. Dat wil zeggen: dekken de stellingen die in 2016 onder het thema vielen nog steeds de inhoudelijke lading van dat thema? Of blijkt uit de empirie dat een stelling eigenlijk inhoudelijk niet goed meer bij het thema past (hetgeen tot uitdrukking zou komen in een lage componentlading)? Een PCA werkt als volgt: Er wordt een aantal latente ( virtuele ) variabelen aangemaakt, die niet aan elkaar gecorreleerd zijn (de componenten). De correlaties van de vraagitems met de componenten worden berekend (de componentladingen). Daarbij worden de componenten vaak geroteerd 8, wat inhoudt dat de statistische software de componenten dusdanig samenstelt dat de vraagitems met zo min mogelijk componenten sterk correleren. Dat leidt er doorgaans toe dat vraagitems die inhoudelijk bij elkaar passen met dezelfde component correleren (en minder sterk met de andere componenten), waardoor de componenten inhoudelijk sterker van elkaar zullen verschillen en beter interpreteerbaar worden 9. De PCA laat ook zien welk deel van de variantie van de vraagitems wordt verklaard door de component (de communaliteiten), ofwel (in het geval van een enkele component) de gekwadrateerde correlaties (componentladingen) van de items met de component. Omdat de samenstelling van de componenten al in 2013 is onderzocht met de data uit 2013, is in 2016 geen PCA op alle items tezamen uitgevoerd, maar zijn voor elk thema afzonderlijke PCA s berekend. Daarbij zijn de vraagitems per thema telkens op één component geforceerd, ter controle van de componentladingen. Als zou blijken dat één of meer vraagitems een lage componentlading hebben, dan zou exclusie van de vraagitems uit de themascore kunnen worden overwogen, of wellicht zelfs een hernieuwde analyse van alle vraagitems in een enkele PCA 10. Per component is ook het totale percentage verklaarde variantie weergegeven: dit percentage lag tussen 0% en 100% en geeft aan hoe goed de vraagitems tezamen het achter de component liggende concept (het thema) meten. De verklaarde variantie lag bij alle thema s rond of ruim boven 50%. Als vuistregel wordt gehanteerd dat waarden rond 50% ruim voldoende zijn, waarden vanaf 60% goed en waarden boven 70% uitzonderlijk goed 11. Het doel van de betrouwbaarheidsanalyse (RA) was om vervolgens de mate van betrouwbaarheid van de stellingen die tezamen de indicator voor het thema vormen (ook wel een schaal genoemd) vast te stellen. Uit de PCA kan namelijk blijken dat de stellingen hetzelfde concept (thema) meten, daarmee is nog niet gezegd dat het opnemen van alle stellingen leidt tot een betrouwbaardere schaal. 8 Meestal met de Varimax-methode met Kaiser Normalization, zo ook bij de NSE. 9 Missende waarden in de PCA zijn behandeld volgens de methode pairwise deletion, dat wil zeggen ook studenten die een missende waarde op een of meer vraagitems hadden, zijn meegenomen in de analyse. Deze aanpak komt overeen met de uiteindelijke berekening van de themascores, waarbij ook, afhankelijk van het aantal vraagitems, één of meer missende waarden zijn toegestaan op de items waaruit de score is opgebouwd. Hierdoor wordt optimaal gebruik gemaakt van de beschikbare gegevens en wordt het - reeds beperkte - aantal missende waarden verder gereduceerd. 10 Alhoewel er geen duidelijke regels voor zijn, kan een componentlading van <0,6 als laag worden beschouwd. In 2016 bestond hier geen aanleiding toe, slechts een enkel item heeft een componentlading van 0,58 (thema Studieomgeving). 11 Deze waarden worden geformuleerd op basis van de gemiddelde onderzoekresultaten van veel sociaalwetenschappelijk uitgevoerd onderzoek. Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

50 Met behulp van een RA kan dit worden gecontroleerd, dit komt tot uitdrukking in de statistische maat Cronbach s Alpha. Als de waarde van Cronbach s Alpha beduidend toeneemt door weglating van een vraagitem uit de schaal ( Alpha if item deleted ), dan is dat een aanwijzing dat het item wellicht beter niet in de berekening van de schaalscore kan worden meegenomen. Cronbach s Alpha kan een waarde tussen 0 en 1 innemen. Afhankelijk van de wetenschappelijke discipline en precieze invulling van het onderzoek waarin het criterium wordt gehanteerd, wordt een Cronbach s Alpha waarde van 0,7 of hoger doorgaans bij wijze van vuistregel - als voldoende betrouwbaar beschouwd. In het geval van de themascores die voor de NSE 2016 werden berekend, is ruimschoots aan die vuistregel voldaan. De resultaten van zowel de PCA als de RA zijn bij de NSE door de jaren heen zeer stabiel; zowel factorladingen en betrouwbaarheidsscores verschillen nauwelijks van die van 2015 en eerdere jaargangen. Na berekening van de PCA en RA is vervolgens uit de bij elkaar passende vraagitems een themascore berekend. Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

51 Tabel 6.2: Principale Componenten- en betrouwbaarheidsanalyses, meting 2016 Inhoud (themascore) Communaliteiten Componentladingen Alpha if item deleted Het niveau van je opleiding 0,48 0,69 0,90 De aansluiting van de inhoud bij het beeld dat je van je opleiding had 0,53 0,73 0,90 De aansluiting van je opleiding bij je vooropleiding 0,34 0,58 0,91 De mate w aarin de inhoud van je opleiding stimulerend is 0,59 0,77 0,90 De aansluiting van de inhoud van je opleiding bij actuele ontw ikkelingen 0,45 0,67 0,90 De samenhang tussen de verschillende onderdelen van je opleiding 0,44 0,67 0,90 De in jouw opleiding gehanteerde w erkvormen 0,47 0,69 0,90 De mogelijkheid die je opleiding je biedt om zelf de inhoud te bepalen 0,37 0,61 0,91 De inhoudelijke kw aliteit van het studiemateriaal 0,50 0,71 0,90 De aansluiting bij je w erkervaring (nieuw vanaf 2013) 0,62 0,79 0,90 De mate w aarin je het geleerde kunt toepassen in je baan (nieuw vanaf 2013) 0,60 0,77 0,90 % verklaarde variantie 48,9 Cronbach's Alpha 0,91 Algemene vaardigheden (themascore) Communaliteiten Componentladingen Alpha if item deleted Het aanleren van een kritische houding 0,54 0,73 0,79 Probleemoplossend vermogen 0,59 0,77 0,78 Het onderbouw en van conclusies 0,60 0,78 0,78 Communicatieve vaardigheden (bijv. mondelinge presentaties, gespreksvoering) 0,46 0,68 0,80 Samenw erken met anderen 0,40 0,64 0,81 Argumenteren/redeneren 0,59 0,77 0,78 % verklaarde variantie 53,1 Cronbach's Alpha 0,82 Wetenschappelijke Vaardigheden WO (themascore) Communaliteiten Componentladingen Alpha if item deleted Analytisch denken 0,44 0,66 0,85 Het kritisch beoordelen van w etenschappelijk w erk 0,61 0,78 0,81 Het schrijven van w etenschappelijke artikelen 0,65 0,81 0,80 Methoden en technieken van onderzoek 0,70 0,84 0,79 Het doen van onderzoek (w as WetenschappelijkeVaardighedenWo_06 tot 2012, gew ijzigde vraagstelling in 2013) 0,67 0,82 0,80 % verklaarde variantie 61,5 Cronbach's Alpha 0,84 Wetenschappelijke Vaardigheden HBO (themascore) Communaliteiten Componentladingen Alpha if item deleted Analytisch denken 0,57 0,75 0,84 Het kritisch beoordelen van praktijkgericht onderzoek 0,73 0,85 0,79 Het schriftelijk rapporteren over praktijkgericht onderzoek 0,72 0,85 0,79 Methoden en technieken van praktijkgericht onderzoek 0,71 0,84 0,79 % verklaarde variantie 68,2 Cronbach's Alpha 0,84 Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

52 Tabel 6.2: Principale Componenten- en betrouwbaarheidsanalyses, meting 2016 (vervolg) Voorbereiding Beroepsloopbaan (themascore) Communaliteiten Componentladingen Alpha if item deleted Het opdoen van vaardigheden voor de beroepspraktijk 0,79 0,89 0,77 De praktijkgerichtheid van je opleiding 0,81 0,90 0,75 Het contact met de beroepspraktijk (bijv. stages, gastsprekers) 0,71 0,84 0,85 % verklaarde variantie 77,3 Cronbach's Alpha 0,85 Docenten (themascore) Communaliteiten Componentladingen Alpha if item deleted De inhoudelijke deskundigheid van docenten 0,57 0,75 0,89 De didactische kw aliteit van docenten 0,59 0,77 0,89 De bereikbaarheid van docenten buiten contacturen 0,51 0,71 0,89 De betrokkenheid van de docenten bij de studenten 0,65 0,81 0,88 De kw aliteit van de begeleiding door docenten 0,71 0,84 0,88 De kw aliteit van feedback van docenten 0,60 0,78 0,89 De mate w aarin docenten inspirerend zijn 0,63 0,79 0,89 De kennis van de docenten over de beroepspraktijk 0,48 0,69 0,90 % verklaarde variantie 59,1 Cronbach's Alpha 0,90 Studiebegeleiding (themascore) Communaliteiten Componentladingen Alpha if item deleted De mogelijkheid tot begeleiding 0,82 0,90 0,79 De kw aliteit van de begeleiding 0,83 0,91 0,79 De mate w aarin jouw opleiding initiatief neemt in ondersteuning of begeleiding (nieuw vanaf 2013) 0,74 0,86 0,86 % verklaarde variantie 79,5 Cronbach's Alpha 0,87 ToetsingBeoordeling (themascore) Communaliteiten Componentladingen Alpha if item deleted De duidelijkheid van criteria w aarop beoordeeld w ordt 0,60 0,77 0,84 De aansluiting van toetsing en beoordeling bij de inhoud van de opleiding 0,75 0,87 0,78 De kw aliteit van de toetsing op kennis en inzicht (nieuw vanaf 2013) 0,75 0,87 0,79 De kw aliteit van de toetsing op vaardigheden (nieuw vanaf 2013) 0,67 0,82 0,82 % verklaarde variantie 69,2 Cronbach's Alpha 0,85 Informatievoorziening (themascore) Communaliteiten Componentladingen Alpha if item deleted De informatie over jouw studievoortgang 0,61 0,78 0,70 De informatie over regels en procedures 0,69 0,83 0,67 De informatie over de opzet van de opleiding (nieuw vanaf 2013) 0,62 0,79 0,69 Het tijdig bekend maken van resultaten van toetsen en beoordelingen (w as voorheen ToetsingBeoordeling_03) 0,44 0,66 0,77 % verklaarde variantie 59,1 Cronbach's Alpha 0,76 Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

53 Tabel 6.2: Principale Componenten- en betrouwbaarheidsanalyses, meting 2016 (vervolg) Studierooster (themascore) Communaliteiten Componentladingen Alpha if item deleted Het tijdig bekendmaken van de studieroosters 0,84 0,92 n.v.t. Het tijdig bekendmaken van w ijzigingen in het studierooster 0,84 0,92 n.v.t. % verklaarde variantie 83,8 Cronbach's Alpha 0,81 Studielast (themascore) Communaliteiten Componentladingen Alpha if item deleted De spreiding van de studielast over het studiejaar 0,65 0,81 0,74 De haalbaarheid van deadlines 0,68 0,83 0,72 De mate w aarin de studiepunten (EC) overeenkomen met de daadw erkelijke studielast (w as Studielast_03 tot 2012, gew ijzigde vraagstelling vanaf 2013) 0,58 0,76 0,76 De mogelijkheid om zonder vertraging de gew enste studie-onderdelen te volgen (nieuw vanaf 2013) 0,58 0,76 0,76 % verklaarde variantie 62,3 Cronbach's Alpha 0,80 Groepsgrootte (themascore) Communaliteiten Componentladingen Alpha if item deleted De groepsgrootte bij w erkgroepen (nieuw vanaf 2013) 0,67 0,82 0,75 De groepsgrootte bij hoorcolleges (nieuw vanaf 2013) 0,71 0,85 0,71 De verhouding kleinschalig versus grootschalig onderw ijs in mijn opleiding (nieuw vanaf 2013) 0,74 0,86 0,69 % verklaarde variantie 70,7 Cronbach's Alpha 0,79 Stage En Opleiding (themascore) Communaliteiten Componentladingen Alpha if item deleted De kw aliteit van de stagebegeleiding vanuit de opleiding (w as VoorbereidingBeroepsloopbaan_04 tot 2012) 0,80 0,90 n.v.t. De voorbereiding op de stage door de opleiding (nieuw vanaf 2013) 0,80 0,90 n.v.t. % verklaarde variantie 80,4 Cronbach's Alpha 0,76 Stage Ervaring (themascore) Communaliteiten Componentladingen Alpha if item deleted De begeleiding op je stageplek door het bedrijf of de instelling w aar je stage loopt (nieuw vanaf 2013) 0,65 0,81 0,71 Wat je tijdens je stage hebt geleerd (nieuw vanaf 2013) 0,77 0,87 0,58 De aansluiting van de stages bij het overige onderw ijs (w as VoorbereidingBeroepsloopbaan_05 tot 2012) 0,62 0,79 0,73 % verklaarde variantie 67,9 Cronbach's Alpha 0,76 Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

54 Tabel 6.2: Principale Componenten- en betrouwbaarheidsanalyses, meting 2016 (vervolg) Studiefaciliteiten (themascore) Communaliteiten Componentladingen Alpha if item deleted De geschiktheid van de onderw ijsruimten 0,57 0,75 0,87 De geschiktheid van w erkplekken (bv. computers, studieruimten van voldoende kw aliteit) 0,73 0,85 0,85 De beschikbaarheid van w erkplekken (bv. voldoende w erkplekken) 0,65 0,81 0,86 De bibliotheek/mediatheek 0,61 0,78 0,87 De ICT-faciliteiten 0,71 0,84 0,86 De digitale leeromgeving 0,55 0,74 0,88 % verklaarde variantie 63,4 Cronbach's Alpha 0,89 Kw aliteitszorg (themascore, w as Betrokkenheid tot 2012) Communaliteiten Componentladingen Alpha if item deleted Onderw ijsevaluaties die onder studenten plaatsvinden (w as Betrokkenheid_01 tot 2012) 0,64 0,80 0,85 Informatie over de uitkomsten van onderw ijsevaluaties (w as Betrokkenheid_02 tot 2012) 0,72 0,85 0,82 De w ijze w aarop je opleiding gebruik maakt van de uitkomsten van onderw ijsevaluaties (w as Betrokkenheid_03 tot 2012) 0,80 0,90 0,80 De manier w aarop je opleiding op klachten en problemen reageert (w as Betrokkenheid _04 tot 2012) 0,67 0,82 0,85 % verklaarde variantie 71,0 Cronbach's Alpha 0,87 Studieomgeving (themascore) Communaliteiten Componentladingen Alpha if item deleted De bereikbaarheid van je instelling (openbaar vervoer e.d.) 0,39 0,62 0,69 De restauratieve voorzieningen op je instelling 0,38 0,62 0,68 De sportvoorzieningen vanuit je instelling (w as Studieomgeving_03 tot 2012, gew ijzigde vraagstelling vanaf 2013) 0,32 0,57 0,72 De horecavoorzieningen in je studiestad (kroegen, eetcafés, restaurants e.d.) 0,68 0,82 0,62 Het cultureel aanbod van je studiestad (bioscopen, theaters, evenementen e.d.) 0,64 0,80 0,64 % verklaarde variantie 48,2 Cronbach's Alpha 0,72 Huisvesting (themascore) Communaliteiten Componentladingen Alpha if item deleted De beschikbaarheid van w oonruimte in je studiestad 0,89 0,94 n.v.t. De betaalbaarheid van w oonruimte in je studiestad 0,89 0,94 n.v.t. % verklaarde variantie 88,6 Cronbach's Alpha 0, WEGING Om te corrigeren voor de responsverschillen tussen opleidingeninstellingen en locatie is de netto respons gewogen op het niveau van BRIN*CROHO*Locatie. Hiertoe is eerst de respons bepaald per mogelijke combinatie. De weegfactor is vastgesteld door de proportie in de populatie te delen door de proportie in de respons. Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

55 Vervolgens is de range van de resulterende weegfactoren onderzocht om vast te stellen in hoeverre sprake was van extreme weegfactoren. Er was geen sprake van extreme waarden aan het lage uiteinde van het spectrum: de laagste waarde bedroeg 0,43. De weegfactoren boven een waarde van 4 zijn op 4,0 gefixeerd, zoals in 2013, 2014 en In totaal zijn 30 (van de in totaal 2.789) cellen gefixeerd, corresponderend met 86 respondenten. Een cel was in dit geval een BRIN*CROHO*Locatie combinatie. 20 cellen hadden een weegfactor tussen de vier en zes; in zes cellen lag de weegfactor tussen zes en 10 en in vier gevallen had de weegfactor een waarde van meer dan 10. Tot slot is de weegfactor herschaald (door de weegfactor te delen door het gemiddelde gewicht), zodat het gemiddelde gewicht wederom uitkwam op een waarde van 1 en aldus voor de totale groep de ongewogen aantallen gelijk waren aan de gewogen aantallen (Stichting Studiekeuze123, 2014f). 6.4 SYNCHRONISATIE MET VOORGAANDE METINGEN Om de trendbestanden op te stellen, was een synchronisatie van de organisatorische mutaties op basis van het CROHO-register nodig. Dit gebeurde als volgt: update voor mutaties tussen aanlevering studenten en afsluiting veldwerk NSE 2016; update voor mutaties die ten opzichte van voorgaande jaren hadden plaatsgevonden. De mutaties konden betrekking hebben op BRIN en CROHO. Om dit te inventariseren zijn het meerjarige Benchmarkbestand, de door instellingen aangeleverde studentgegevens (NSE 2016) en het CROHOregister van de door ons in gezamenlijkheid met Studiekeuze123 gekozen peildatum ( ) naast elkaar gelegd. Daarnaast is gebruik gemaakt van een door ResearchNed geleverd bestand met BRIN/CROHO mutaties. Het aantal te synchroniseren zaken was beperkt (ongeveer 6 opleidingen). Vorig jaar is in overleg met Studiekeuze123 besloten om de techniekconversie (die per is ingegaan) alvast door te voeren in de bestanden die in 2015 zijn opgeleverd. Om die reden is een aantal CROHO-codes overschreven met de nieuwe, toekomstige code, zodat een landelijke vergelijking tussen betreffende opleidingen alvast mogelijk is (voor bepaalde instellingen was de conversie namelijk al wel eerder doorgevoerd). In de NSE 2016 is gebleken dat sommige instellingen studenten al wel onder de juiste CROHO-code hadden aangeleverd en sommige studenten nog onder de oude CROHO-code hadden aangeleverd. Om deze reden is de techniekconversie ook dit jaar gedraaid over de data van Dit jaar is gebleken dat vorig jaar een opleiding van Avans niet omgezet is naar de juiste code en dat is dit jaar met terugwerkende kracht aangepast in alle bestanden. In de door GfK uitgeleverde bestanden (als belangrijkste het meerjarige Benchmarkbestand) was in de variabelen BrinActueel, BrinNaamActueel, CrohoActueel en CrohoNaamActueel de meest actuele naam en codering van instelling en opleiding terug te vinden (dus ook de nieuwe naam na de eventuele techniekconversie), van de eerder genoemde peildatum. De benaming en codering, als oorspronkelijk aangeleverd door de instelling in het desbetreffende jaar, zijn nog altijd terug te vinden in de variabelen BRIN, BRINNaam, CROHO en CROHONaam. 6.5 AANMAAK RESULTAATBESTANDEN Op basis van bestanden uit de jaargangen en het bestand voor de NSE 2016 is door GfK een meerjarig moederbestand gemaakt. Dit moederbestand is gebruikt als basis voor de bestanden voor de NSE Om het bestand niet te ver in omvang te laten groeien (wat analyse beduidend zou Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

56 vertragen), is er dit jaar voor gekozen om tot 2013 terug te gaan. Voor eerdere jaargangen is een Benchmarkbestand beschikbaar. 6.6 ANALYSE RESPONS- EN INVULGEDRAG OP TABLETS EN SMARTPHONES Het smartphone- en tabletgebruik zijn de afgelopen jaren steeds verder toegenomen. Dat heeft belangrijke gevolgen voor het uitvoeren van online onderzoek. De belangrijkste implicatie is dat respondenten minder bereid zijn om lange vragenlijsten op een smartphone in te vullen 12. Een vragenlijstontwerp dat speciaal is toegerust op mobiel invullen (met name op smartphone) is daarom van cruciaal belang. Mobile research is inmiddels mainstream geworden, ongeacht of onderzoekers dat prettig vinden of niet. Inmiddels vult gemiddeld meer dan 30% van de respondenten in het GfK online panel de vragenlijsten in op een tablet of smartphone. Om het invullen om een mobiel zo eenvoudig mogelijk te maken is sinds 2015 de vragenlijst van de NSE volledig geschikt gemaakt voor smartphone of tablet. De interviewsoftware detecteerde automatisch op welk apparaat de vragenlijst werd ingevuld; de respondent kreeg vervolgens de vragenlijst te zien in een lay-out die het meest geschikt was voor invullen op het gebruikte apparaat. Dat studenten steeds vaker vragenlijsten mobiel invullen en daarin optimaal gefaciliteerd willen worden, zorgt ervoor dat onderzoeken bij de tijd blijven. Het mobiel invullen van de NSE riep echter wel een aantal methodologische vragen op. De belangrijkste daarvan waren het mogelijke effect op de themascores en de eventuele effecten van het switchen van het ene apparaat naar het andere gedurende het invullen. Deze zijn getest en worden in de volgende subparagrafen beschreven, na een kort overzicht van de omvang van het mobiel invulgedrag in de NSE Mobiel invullen van de NSE Bij de NSE 2016 werd de vragenlijst door 72,6% van de respondenten (die minimaal vraag 14A hebben ingevuld) op de PC/Mac geopend, 3,5% opende de vragenlijst op een tablet en 23,9% opende de vragenlijst op een smartphone. Bijna alle respondenten die de vragenlijst op een PC/Mac openden, maakten de vragenlijst in vrijwel alle gevallen op hetzelfde apparaat af, tabletgebruikers (4%) en smartphonegebruikers (6%) wisselden vaker van apparaat voor verder invullen. Invullers op de smartphone braken vaker de vragenlijst af (na vraag 14A) vergeleken PC/laptop- en tabletgebruikers. Het beeld is vergelijkbaar met de uitkomsten van de analyses voor de NSE Tabel 6.3: Devicegebruik begin / eind vragenlijst (respons, vraag 14A ingevuld), rijpercentages Desktop PC Tablet Smartphone Afgebroken <-- eindigt op: --> start op: Desktop PC 88% 0% 1% 12% 100% Tablet 3% 85% 1% 11% 100% Smartphone 6% 0% 78% 16% 100% Voor degenen die de gehele vragenlijst op hetzelfde apparaat hebben ingevuld is de gemiddelde invulduur bekeken 13. In Tabel 6.4 is te zien dat de gemiddelde invulduur van de vragenlijst op PC s en tablets nagenoeg gelijk is; de invulduur op smartphones is het kortst. 12 De geïnteresseerde lezer verwijzen wij graag naar The Handbook of Mobile Market Research van Ray Pointer, Navin Williams en Sue York, Wiley, Die kan in theorie liggen tussen 3 minuten (de minimaal geaccepteerde vragenlijstduur voor studenten in het afstandsonderwijs) en 30 minuten (invulduur boven 30 minuten betreft vrijwel zeker studenten die de vragenlijst hebben gepauzeerd om deze op later moment in te vullen, deze zijn daarom niet in deze berekening meegenomen). Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

57 Themascore Tabel 6.4: Gemiddelde invulduur per device (in minuten) PC/Laptop Tablet Smartphone Gemiddelde tijdsduur 12,7 12,8 12,5 Minimum 3,5 4,0 3,5 Maximum 30,0 30,0 30,0 St.dev. 5,2 5,0 4, Kwaliteit van de gegevens De themascores in de NSE worden berekend vanuit vijfpunts likertschalen (vraagitems). Deze werden op de PC/ Mac per thema aan de respondenten voorgelegd in een matrixvraag (grid). Op een smartphone werkte een dergelijke aanpak niet wegens de beperkte omvang van het scherm. De vragen werden door de interviewsoftware automatisch voorgelegd in de vorm van scrollmatrices, waarbij slechts één vraagitem tegelijk in beeld is. Dit kan potentieel leiden tot een ander antwoordpatroon dan bij het standaard matrixvraagformat (zie ook Sikkel et.al., ). Niet alleen de lay-out van de vragenlijst, ook de omgeving waarin men de vragenlijst invult, kan potentieel van invloed zijn op de resultaten. Het kan bijvoorbeeld nogal schelen of men de vragenlijst rustig thuis achter de PC invult, of op een smartphone in een volle tram. Om bovenstaande redenen is nagegaan of het apparaat waarop men de vragenlijst invulde van invloed was op de gemiddelde themascores (Figuur 6.2) 15. Figuur 6.2: Gemiddelde themascores per device 5,00 4,50 4,00 3,50 3,00 2,50 2,00 1 Desktop PC 2 Tablet 3 Telefoon 1,50 1,00 14 Dirk Sikkel, Sjoerd Gras, Reinder Steenbergen en Paul Oosterveld: Klikken of Slepen: een vergelijking tussen vraagformats, gebaseerd op een verschillend gebruik van de muis, MOA jaargids 2014, p De gegevens zijn gewogen berekend Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

58 Themascore Uit de figuur valt af te lezen dat het apparaat waarop men de vragenlijst invulde slechts een marginale invloed had op de resultaten. De gemiddelde themascores verschilden niet systematisch (soms marginaal hoger, soms marginaal lager) en in de meeste gevallen was het verschil pas in het tweede cijfer achter de komma te zien Switchgedrag Zoals we eerder zagen is er maar een beperkt deel van de respondenten die wisselde van apparaat waarop de vragenlijst werd ingevuld. Respondenten schakelen soms wel over van een smartphone/tablet naar een PC/Mac en nauwelijks andersom. In Figuur 6.3 zijn de themascores weergegeven voor switchers en degenen die de vragenlijst volledig op hetzelfde apparaat invulden. Figuur 6.3: Gemiddelde themascores niet-switchers, switchers en partiële respondenten 5,00 4,50 4,00 3,50 3,00 2,50 2,00 1,50 1,00 Niet geswitched Geswitched Vragenlijst afgebroken na v14 Switchgedrag bleek nauwelijks van invloed op de resultaten: de gemiddelde themascores tussen switchers en niet-switchers verschilden slechts marginaal. Degenen die de vragenlijst voortijdig hebben afgebroken lieten gemiddeld iets lagere themascores zien, maar ook hier zijn de verschillen gering Conclusie Het apparaat waarop de vragenlijst werd ingevuld blijkt geen noemenswaardige gevolgen te hebben voor de kwaliteit van de verzamelde data. Respondenten vulden de vragenlijst het snelst in op een smartphone, wel is de uitval bij smartphones na vraag 14A iets groter dan bij de andere devices. Dit beeld komt overeen met vorig jaar, toen was de uitval na vraag 14 ook het grootst bij de invullers via een smartphone. Een verdere toename van invullen op smartphones zou dus tot een hogere item nonrespons aan het eind van de vragenlijst kunnen leiden. 6.7 ANALYSE ADRESSEN Een deel van de instellingen had naast het adres van de instelling een tweede adres aangeleverd voor het versturen van de uitnodigingen van het onderzoek. De veronderstelling is dat door 16 De verschillen in invulgedrag per device zijn alleen bekeken voor degenen die niet van device zijn geswitched tijdens het invullen en gewogen berekend. Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

59 de hogere trefkans (niet alle studenten gebruiken even intensief hun instellingsmailadres) de responskansen worden vergroot. Om na te gaan of die veronderstelling klopt, is de gemiddelde respons per instelling berekend en zijn de instellingen die twee adressen hadden aangeleverd vergeleken met die waar slechts één e- mailadres beschikbaar was 17. De (ongewogen) gemiddelde respons van de instellingen met een enkel adres was 42,1%, met een standaarddeviatie van 13,1. Instellingen met dubbele adressen hadden een gemiddelde respons van 53,7%, met een standaarddeviatie van 12,1. We kunnen hieruit concluderen dat de veronderstelling dat het aanleveren van twee adressen in potentie respons verhogend werkt klopt. 6.8 ANALYSE MAILGROEPEN Instellingen hebben tijdens NSE 2016 voor elk van de door hen aangeleverde studenten de mogelijkheid gekregen om een voorkeurstaal (Nederlands, Engels of Duits) aan te leveren. Die voorkeurstaal is door GfK gebruikt in alle s die aan de betreffende studenten zijn gericht. Als er geen voorkeurstaal was aangeleverd, dan werd de mail in alle drie de talen opgesteld, zoals gebruikelijk was in de NSE tot en met In deze paragraaf wordt nagegaan in hoeverre het aanschrijven in alleen de taal van voorkeur (ten opzichte van een meertalige ) van invloed is op de respons. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen eerstejaars en ouderejaars, omdat we zicht willen hebben op de verschillen tussen deze groepen, die vanouds sterk uiteenlopen qua responsbereidheid. Daarnaast is er een experiment uitgevoerd om te zien wat het effect op de respons is van het toevoegen van een visual (een banner bovenaan de mail) en/of humor ( nudge ). Dit experiment is uitgevoerd binnen de groep ouderejaars die in alle drie de talen zijn aangeschreven. Er zijn vier groepen onderscheiden: Visual gekregen (2.000 studenten) Nudge gekregen (2.000 studenten) Visual + nudge gekregen (2.000 studenten) Controlegroep (standaard meertalige gekregen, ruim studenten) We hebben niet alleen de respons bekeken, maar ook of de wijze waarop respondenten zijn benaderd van invloed is op de themascores. Zo zou wellicht een bepaalde wijze van uitnodigen een ander type student kunnen aanspreken Respons naar testgroep Als eerste is gekeken naar het responsverloop, voor de volgende groepen respondenten: Studenten die een enkeltalige uitnodigingsmail hebben gekregen versus studenten die meertalig zijn benaderd. Dit is nagegaan voor eerstejaars en ouderejaars afzonderlijk. Degenen die enkeltalig zijn benaderd, zijn in het Nederlands, Engels en Duits aangeschreven. Er is gekeken naar eventuele responsverschillen per taal, eveneens afzonderlijk voor eerstejaars en ouderejaars. 17 Elke instelling weegt daarbij even zwaar mee. Bij sommige grotere instellingen zijn zowel enkele als dubbele e- mailadressen aangeleverd, al naar gelang beschikbaarheid per student. Als meer dan 100 studenten in één van beide categorieën (enkel of dubbel adres) kon worden geplaatst, is gedaan alsof het om een afzonderlijke instelling ging. Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

60 De groep respondenten waarop het experiment met visual en/of nudge is uitgevoerd, inclusief controlegroep Enkeltalige vs. meertalige uitnodigingsmail In Figuur 6.4 wordt het cumulatieve responsverloop per dag getoond voor de vier groepen respondenten: Eerstejaars en ouderejaars studenten die een uitnodigingsmail hebben gekregen in alleen de taal van voorkeur en eerstejaars en ouderejaars studenten die in alle drie de talen zijn aangeschreven. Figuur 6.4: Cumulatieve responsverloop per dag Eerstejaars hadden in het algemeen de hoogste respons: aan het einde van de veldwerkperiode was de respons voor eerstejaars die in een enkele taal zijn benaderd 53%, van de meertalig benaderde eerstejaars respondeerde 50%. De respons onder ouderejaars lag lager, 43% voor enkeltalig benaderden en 36% voor studenten die in meerdere talen waren aangeschreven. Eerstejaars hadden een hogere respons dan ouderejaars. Dat gold ook voor studenten die in een enkele taal zijn aangeschreven versus studenten die een meertalige uitnodigingsmail hadden gekregen. Bij eerstejaars had enkeltalig uitnodigen vooral in de eerste helft van de veldwerkperiode effect (men respondeerde eerder); aan het eind van de veldwerkperiode was het verschil met meertalig benaderde eerstejaars minder groot. Of studenten eerstejaars of ouderejaars waren, was van groter belang voor de uiteindelijke respons dan wel of niet enkel in de voorkeurstaal aanschrijven. Evenwel lijkt in de voorkeurstaal aanschrijven een positieve uitwerking op de respons te hebben. Omdat instellingen zelf bepaalden of een voorkeurstaal wel of niet werd aangeleverd, kan hier echter sprake zijn van een schijneffect. Stel dat instellingen die nu een voorkeurstaal hadden aangeleverd vorig jaar ook een hogere respons lieten zien, dan vormt dat wellicht de verklaring voor de hogere respons en niet het soort uitnodiging. Er is daartoe voor de betreffende instellingen (dus de instellingen die zowel in 2015 als in 2016 met de NSE meededen) ook naar de responspercentages van 2015 gekeken. Van de instellingen van wie de studenten in 2016 in één taal waren aangeschreven is daarom ook de respons in 2015 bekeken en vergeleken met die van de overige (in 2016 meertalig benaderde) instellingen (Tabel 6.5). Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

61 Tabel 6.5: respons per cluster instellingen per jaar (selectie) *Incl.testgroepen Enkeltalig benaderd in 2016 Eerstejaars Meertalig benaderd in 2016 Enkeltalig benaderd in 2016 Ouderejaars Meertalig benaderd in 2016* % 47% 37% 37% % 51% 42% 37% De enkeltalige en meertalige groep instellingen verschilden in 2015 bij de ouderejaarsstudenten niet van elkaar. Onder eerstejaars was de respons in 2015 iets hoger in de groep meertalig benaderd. In 2016 zien we een duidelijk ander beeld: de respons was in alle groepen hoger dan in 2015, behalve bij de ouderejaars in de groep meertalig benaderd. In 2016 was de respons zowel bij eerstejaars als bij ouderejaars het hoogst als zij in één taal waren benaderd. Het lijkt er dus op dat het eerder geconstateerde positieve effect op de respons van het benaderen van studenten in de voorkeurstaal niet wordt veroorzaakt door zelfselectie; met andere woorden: het effect van enkeltalig benaderen is geen schijneffect. Het positieve effect van benaderen in de voorkeurstaal zien we echter niet bij alle instellingen en indien aanwezig is het effect ook niet overal een even sterk. Mogelijk speelden andere factoren hier een rol, zoals eventuele responsverhogende maatregelen die instellingen zelf wel of niet van jaar tot jaar nemen Enkeltalige uitnodigingsmail: responsverschillen naar taal Er is gekeken of binnen de groep respondenten die een uitnodigingsmail in de voorkeurstaal heeft ontvangen of er verschillen in respons per taal bestaan (Figuur 6.5/6.6). Figuur 6.5 Respons per taal eerstejaars Bij de eerstejaars zijn tot de laatste twee weken van het veldwerk weinig verschillen te zien, daarna namen de in het Duits aangeschreven studenten een kleine voorsprong in de respons. De uiteindelijke respons wa 52% onder Nederlandstalige eerstejaarsstudenten, 56% procent bij studenten die een uitnodiging in het Engels hebben gekregen en 62% bij Duitstalige eerstejaarsstudenten. Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

62 Figuur 6.6 Respons per taal ouderejaars Ook bij ouderejaarsstudenten zien we een differentiatie naar taal, waarbij de uiteindelijke respons het laagst was onder in het Engels benaderde studenten, gevolgd door Nederlandstaligen (43%) en degenen met Duits als voorkeurstaal (50%). Bij ouderejaars was dit verschil al zichtbaar vanaf de start van het veldwerk, waarbij Duitstaligen in de loop van het traject qua respons steeds verder uitliepen op de rest. Al met al kunnen we zeggen dat het aanschijven in de eigen taal bij Duitstalige studenten het grootste effect had; bij eerstejaars vooral in de laatste veldwerkweken, bij ouderejaars in de gehele veldwerkperiode en nog wat sterker naarmate het veldwerk vorderde Effect van visuals en nudge Binnen de groep ouderejaars die in meerdere talen is aangeschreven, is geëxperimenteerd met toevoegen van een visuele stimulus (plaatje) in de uitnodigingsmail en/of een uiting van humor ( nudge ). In Figuur 6.7 is het responsverloop voor de vier onderscheiden groepen weergegeven: testgroep 1 heeft alleen een visual gekregen (in de vorm van een banner bovenaan de mail), testgroep 2 heeft alleen een nudge gekregen en testgroep 3 heeft beide gekregen. De controlegroep (ouderejaars alle talen) heeft de standaard ontvangen. De testgroepen waren random verdeeld over de verschillende instellingen, er was geen sprake van zelfselectie. Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

63 Figuur 6.7 Respons testgroepen Testgroepen 1 (uiteindelijke respons: 36%) en 2 (37%) vertoonden geen wezenlijk anders responsverloop dan de controlegroep (36%). De derde testgroep had een lagere respons (33%) dan de andere groepen. Het toevoegen van een visual of humor afzonderlijk lijkt daarmee geen responsverhogend effect te sorteren, het toevoegen van beide kan juist averechts werken en tot een lagere respons leiden Resultaten naar testgroep Voor eerstejaars en ouderejaars afzonderlijk zijn de themascores berekend, uitgesplitst naar enkeltalig (alleen de voorkeurstaal) of meertalig benaderd. Figuur 6.8 themascores eerstejaars en ouderejaars, naar benaderingswijze 2016 Eerstejaars lieten over het algemeen iets hogere themascores zien dan ouderejaars. Hetzelfde gold voor studenten die in de voorkeurstaal zijn aangeschreven versus degenen die in meerdere talen zijn benaderd. Het gaat echter om relatief geringe verschillen (maximaal een verschil van 0,1 in de themascore) en ook hier zien we dat de verschillen tussen eerstejaars en ouderejaars groter zijn dan de verschillen naar benaderingswijze. Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

64 Ook hier bestaat de mogelijkheid dat de verschillen, hoe gering ook, werden veroorzaakt door zelfselectie: instellingen die een voorkeurstaal hadden aangeleverd zouden sowieso een gemiddeld hogere themascores kunnen hebben gehad. Om die reden is nagegaan om welke instellingen het gaat en is voor die instellingen naar de resultaten van 2015 gekeken. Instellingen die in 2016 een voorkeurstaal hadden aangeleverd, zijn onder het kopje 1 taal geschaard, de overige instellingen onder meerdere talen. Figuur 6.9 themascores eerstejaars en ouderejaars, naar benaderingswijze 2016 Het blijkt dat de verschillen tussen de groepen in 2015 vrijwel identiek zijn aan die in Het lijkt er dan ook sterk op dat de verschillen vrijwel volledig te wijten zijn aan de zelfselectie en dat de instellingen die een voorkeurstaal hadden aangeleverd naar alle waarschijnlijkheid sowieso iets hogere themascores zouden hebben gehad. We kunnen dan ook concluderen dat er geen verband is tussen de wijze van benaderen en de themascores. Met andere woorden: de door ons getest wijze(n) van benaderen leiden niet tot andere resultaten. Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

65 7. OPGELEVERDE PRODUCTEN 7.1 BESTANDEN Na afloop van het veldwerk is er een aantal bestanden geproduceerd. Het betrof databestanden: voor de deelnemende instellingen; voor verwerking van de NSE-resultaten door Studiekeuze123 en door anderen. Daarnaast is er per instelling een factsheet opgesteld welke (zowel in het Nederlands als in het Engels) is verstuurd naar het CvB/de directie van elke deelnemende instelling. De NSE oordelen zijn geïntegreerd in de Studiekeuzedatabase van Studiekeuze123 voor publicatie op de website De oplevering van bestanden vond plaats in de beveiligde GfK Drive omgeving. Met persoonlijke inloggegevens kon men daar de door GfK voor de gebruiker klaargezette bestanden downloaden. Hieronder volgt een algemene beschrijving van alle in het kader van de NSE 2016 uitgeleverde bestanden Bestanden voor deelnemende instellingen Codeboek De wijzigingen in het openbaar Benchmarkbestand worden elk jaar gedocumenteerd in het Codeboek. Het Codeboek geeft de semantiek van de variabelen in het SPSS bestand. Het bevat ook een gedetailleerde beschrijving van hoe wijzigingen in de vragenlijst sinds 2013 zijn doorgevoerd in het huidige Benchmarkbestand. De basis voor het huidige Codeboek is gelegd tijdens de NSE 2013, toen door een aantal wijzigingen in de vragenlijst het Benchmarkbestand qua opbouw was veranderd. Studiekeuze123 heeft er toen voor gekozen om de wijzigingen in de vragenlijst met terugwerkende kracht door te voeren in het Benchmarkbestand. Bij de NSE 2016 is de structuur van het bestand lichtelijk gewijzigd. Dit jaar is het label van Opleidingsvorm2 aangepast van Opleidingsvorm2 (vt dt) naar Opleidingsvorm (vt/du dt). Door een fout in de aanlevering van gegevens van studenten van Stenden Hogeschool (zie paragraaf 5.8), hebben deze studenten enkele vragen niet voorgelegd gekregen, waardoor in sommige gevallen een speciale missing-code is toegevoegd aan het bestand: -9 Missing vanwege foute routering in In het Codeboek en in het SPSS-bestand zijn in de beschrijving van de variabelen aantekeningen gemaakt over wijzigingen, zodat een verwerker die het Codeboek niet bij de hand heeft, toch een indicatie heeft van de wijzigingen. Zie Tabel 7.1 en 7.2. Tabel 7.1: Voorbeeld documentatie SPSS-bestand (betreft wijziging per 2014) Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

66 Tabel 7.2: Voorbeeld documentatie SPSS-bestand (betreft wijziging per 2013) Openbaar Benchmarkbestand ( ) Dit bestand bevatte voor alle deelnemende instellingen alle antwoorden sinds 2013 op de standaard NSE vragenlijst. Het bestand is geanonimiseerd. Bovendien zijn door middel van verrijking gegevens uit externe bronnen (als het CROHO-register, peildatum 2 februari 2016) en gegevens uit de door instellingen aangeleverde informatie over studenten toegevoegd (zie ook Hoofdstuk 3). Het bestand bevatte geen instellings-specifieke vragen of informatie (labels) en ook geen privacygevoelige gegevens. Het Benchmarkbestand was te openen en te bewerken in het softwarepakket SPSS (Statistical Package for the Social Sciences) van IBM Corp (2013). Dit bestand is tevens een openbaar bestand, in die zin dat het bij Studiekeuze123 opvraagbaar is door externe partijen. Het Benchmarkbestand voor de NSE 2016 heette Definitief Benchmarkbestand ( ) v Met een digitale handtekening kon de authenticiteit van het bestand vastgesteld worden. De digitale handtekening (MD5) voor dit bestand (2016) was: 9ca7ff4c26643edcb4ea4dd6f1a0edb2. Het bestand bevatte de volgende variabelen: random volgnummer, jaar, weegfactor, actuele instellingscode, actuele instellingsnaam, oorspronkelijke instellingscode, oorspronkelijke instellingsnaam, actuele opleidingscode, actuele opleidingsnaam, oorspronkelijke opleidingscode, oorspronkelijke opleidingsnaam, locatie zoals aangeleverd door de instellingen, sector, sectornaam, soort hoger onderwijs, type hoger onderwijs, gemeentecode, stedelijkheid, landsdeel, numerus fixus, decentrale selectie, bekostiging, opleidingsvorm (vt/dt/du), opleidingsvorm (vt/du dt), studiejaar volgens instelling, studiejaar volgens student, alle tevredenheidsoordelen, duidingsvragen, contacttijd, huur, woonsituatie en de antwoorden op de ultimate question. De antwoorden op de vragen over Handicap & Studie, internationale studenten en Engels taalaanbod waren niet opgenomen. Instellingsbestand Het Instellingsbestand is een extract uit het Benchmarkbestand met de antwoorden van alle deelnemende studenten van een specifieke instelling. Het is geleverd in SPSS formaat en op verzoek in Microsoft Office Excel formaat. Bovendien bevatte het Instellingsbestand de instellings-specifieke vragen (indien gesteld), de informatie die door de instelling zelf was aangeleverd in labels, de achtergrondkenmerken (leeftijd, geslacht, vooropleiding en etniciteit) en de antwoorden op Handicap & Studie, internationale studenten en Engels taalaanbod. Sleutelbestand Het Sleutelbestand legt de relatie tussen het ID als gebruikt in de NSE en het StudentID als aangeleverd door de instelling. Dit Sleutelbestand stelde instellingen in staat om de NSE-resultaten te koppelen aan andere gegevens die in hun studentenregistratie beschikbaar waren (denk bijvoorbeeld aan studievoortgang). Het bestand werd geleverd in SPSS formaat. Dit bestand is alleen geleverd aan instellingen waarmee de aanvullende overeenkomst is afgesloten. 18 Om het bestand niet te omvangrijk te laten worden (wat analyses kan vertragen) zijn de jaargangen vóór 2013 niet in het bestand opgenomen. Voor jaargangen vóór 2013 is een afzonderlijk bestand beschikbaar ( ). Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

67 Open vraag bestand Dit bestand bevatte voor iedere instelling antwoorden van alleen de eigen studenten op de volgende open vraag, die als afsluiting van de NSE vragenlijst werd gesteld: Heb je nog wensen of ideeën voor de verbetering van je opleiding of heb je verder nog opmerkingen? De door jou geplaatste opmerkingen worden doorgegeven aan jouw instelling. Zij gebruiken deze informatie voor het verbeteren van het onderwijs. De open antwoorden op bovengenoemde vraag zijn achteraf niet bewerkt en werden dus in ruwe vorm uitgeleverd aan de instellingen. Het bestand werd geleverd in Excel formaat via de beveiligde downloadomgeving (GfK Drive) Overige verwerking Populatiebestand Het Populatiebestand is een bestand waarin de populatie (bruto N) en de respons (netto n) is opgenomen en wordt uitgesplitst naar alle mogelijke combinaties van de volgende achtergrondkenmerken: BRINActueel, CROHOActueel, Locatie, Fixus, Decentraal, Bekostiging, Opleidingsvorm3, Geslacht, Leeftijd, Etniciteit, Vooropleiding, Studiejaar en Woonsituatie. Dit bestand is de basis voor de beslissing op welk niveau wel/niet wordt gerapporteerd in de Studiekeuzedatabase en wordt door Studiekeuze123 gebruikt als naslagwerk. Dit bestand werd gebruikt bij de beslisregels voor het tonen van NSE resultaten op en voor Studie in Cijfers. Tevens werd (een aggregatie van) dit bestand gebruikt voor de Studiekeuzedatabase. De beslisregels staan op de website Studiekeuzeinformatie.nl. Benchmarkbestand Plus Het Benchmarkbestand Plus is een versie van het reguliere Benchmarkbestand aangevuld met de achtergrondkenmerken Leeftijd en Geslacht plus alle antwoorden van het blok Handicap & Studie (vraag 33-40). Dit bestand is gebruikt voor verwerking door Studiekeuze123 voor Studie in Cijfers ( en de Studiekeuzedatabase (zie paragraaf 7.3). Excelsheets Dit jaar heeft GfK voor het eerst, als aanvullend product, Excelsheets opgeleverd aan Studiekeuze123. In deze Excelsheets staat de studenttevredenheid, vanaf , op alle vragen uitgesplitst naar het niveau hbo, wo en heel ho. In het overzicht kan men de tevredenheid bekijken naar gemiddelde, op driepuntsschaal en een vijfpuntsschaal. 7.2 FACTSHEETS Bij de definitieve bestandsoplevering (9 mei 2016) ontving iedere deelnemende instelling ook een Factsheet op instellingsniveau (in twee talen; Nederlands en Engels). De voorkant van de Factsheet bestond uit een overzicht van de themascores en de tevredenheidsoordelen (zie Figuur 7.2): Bovenaan, horizontaal, was te vinden: algemene tevredenheid over de opleiding, sfeer op de opleiding en of de student de studie zou aanraden aan anderen. Van boven naar beneden de themascores van de instelling voor de NSE 2016, inclusief vergelijking met vorig jaar en met de landelijke themascores dan wel met een door de instelling aangegeven referentiegroep. Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

68 Instellingen konden zelf kiezen met welke instellingen zij werden vergeleken op de Factsheets. Zij konden worden vergeleken met het landelijk gemiddelde (uitgesplitst naar wo of hbo). In plaats van dit landelijk gemiddelde hadden zij de mogelijkheid om zichzelf te vergelijken met maximaal zeven zelf te kiezen instellingen (zelf gekozen referentiegroep). Negen instellingen hebben gebruik gemaakt van de mogelijkheid zichzelf te vergelijken met een referentiegroep naar keuze. Op de achterkant van de Factsheet zijn de scores voor de onderliggende items (2015 en 2016) vermeld, waarbij ook is aangegeven of de score in 2016 significant lager of hoger was dan in Middels een symbool is getoond of het item significant hoger, lager was of dat er geen significant verschil was met het landelijk gemiddelde of een zelf gekozen referentiegroep. Zie Figuur 7.1. Figuur 7.1: Gebruikte symbolen op Factsheet NSE 2016 Naast een Factsheet voor de deelnemende instellingen is er ook een Factsheet ontwikkeld voor respectievelijk het gehele wo en het gehele hbo (wederom tweetalig; een Nederlandse versie en een Engelse versie). Deze staan op Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

69 Figuur 7.2: Fictief voorbeeld van de voorzijde van de Factsheet NSE 2016 Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête

ONDERZOEKS- VERANTWOORDING NATIONALE STUDENTEN ENQUÊTE 2017

ONDERZOEKS- VERANTWOORDING NATIONALE STUDENTEN ENQUÊTE 2017 ONDERZOEKS- VERANTWOORDING NATIONALE STUDENTEN ENQUÊTE 2017 Colofon Dit is een uitgave van Stichting Studiekeuze123 met bijdrages van GfK, september 2017. Onderdelen uit deze Onderzoeksverantwoording Nationale

Nadere informatie

CCC ONDERZOEKS- VERANTWOORDING NATIONALE STUDENTEN ENQUÊTE 2015

CCC ONDERZOEKS- VERANTWOORDING NATIONALE STUDENTEN ENQUÊTE 2015 CCC ONDERZOEKS- VERANTWOORDING NATIONALE STUDENTEN ENQUÊTE 2015 Colofon Dit is een uitgave van Stichting Studiekeuze123 met bijdrages van GfK en ResearchNed, oktober 2015. Onderdelen uit deze Onderzoeksverantwoording

Nadere informatie

ONDERZOEKS- VERANTWOORDING NATIONALE STUDENTEN ENQUÊTE 2018

ONDERZOEKS- VERANTWOORDING NATIONALE STUDENTEN ENQUÊTE 2018 ONDERZOEKS- VERANTWOORDING NATIONALE STUDENTEN ENQUÊTE 2018 Colofon Dit is een uitgave van Stichting Studiekeuze123 met bijdrages van GfK, oktober 2018. Onderdelen uit deze Onderzoeksverantwoording Nationale

Nadere informatie

Even voorstellen: Teamleden NSE 2014

Even voorstellen: Teamleden NSE 2014 Even voorstellen: Teamleden NSE 2014 Welkom op de Startbijeenkomst NSE 2014 Lex Sijtsma Projectleider - Studiekeuze123 Projectleider NSE Peter van de Vijver Research Manager - GfK Intomart Verantwoordelijk

Nadere informatie

WELKOM OP DE STARTBIJEENKOMST NSE 2016

WELKOM OP DE STARTBIJEENKOMST NSE 2016 WELKOM OP DE STARTBIJEENKOMST NSE 2016 2-10-2015 EVEN VOORSTELLEN: TEAMLEDEN NSE 2016 Lex Sijtsma Projectleider - Studiekeuze123 Projectleider NSE Peter van de Vijver Research Manager - GfK Eindverantwoordelijk

Nadere informatie

INSTRUCTIE VOOR HET AANLEVEREN VAN STUDENTGEGEVENS

INSTRUCTIE VOOR HET AANLEVEREN VAN STUDENTGEGEVENS INSTRUCTIE VOOR HET AANLEVEREN VAN STUDENTGEGEVENS WELKE STUDENTEN WORDEN AANGELEVERD? Alle studenten die geaccrediteerd onderwijs volgen moeten worden aangeleverd. Er zijn ook postmasteropleidingen die

Nadere informatie

Welkom op de Startbijeenkomst NSE 2015

Welkom op de Startbijeenkomst NSE 2015 Welkom op de Startbijeenkomst NSE 2015 Even voorstellen: Teamleden NSE 2015 Lex Sijtsma Projectleider - Studiekeuze123 Projectleider NSE Peter van de Vijver Research Manager - GfK Eindverantwoordelijk

Nadere informatie

Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête 2014

Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête 2014 Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête 2014 Colofon Dit is een uitgave van Stichting Studiekeuze123 met bijdrages van GfK en ResearchNed, oktober 2014. Onderdelen uit deze Onderzoeksverantwoording

Nadere informatie

WELKOM OP DE STARTBIJEENKOMST NSE Studiekeuze123, GfK

WELKOM OP DE STARTBIJEENKOMST NSE Studiekeuze123, GfK WELKOM OP DE STARTBIJEENKOMST NSE 2017 Studiekeuze123, GfK 27-09-2016 EVEN VOORSTELLEN: TEAMLEDEN NSE 2017 Lex Sijtsma Productmanager NSE - Studiekeuze123 Opdrachtgever Marij Tillmanns Research Manager

Nadere informatie

Instructie voor het aanleveren van Studentgegevens

Instructie voor het aanleveren van Studentgegevens Instructie voor het aanleveren van Studentgegevens Voor NSE 2016 Manier van aanleveren Het is belangrijk dat u de studentgegevens aanlevert in Excel en daaraan de volgende naam geeft: BRIN-code gevolgd

Nadere informatie

Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête 2013

Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête 2013 Onderzoeksverantwoording Nationale Studenten Enquête 2013 Colofon Dit is een uitgave van Stichting Studiekeuze123 met bijdrages van GfK en ResearchNed, april 2014. Onderdelen uit deze Onderzoeksverantwoording

Nadere informatie

Highlights Nationale Studenten Enquête 2015

Highlights Nationale Studenten Enquête 2015 Highlights Nationale Studenten Enquête 2015 De Nationale Studenten Enquête (NSE) is een grootschalig landelijk onderzoek waarin jaarlijks alle Bachelor en Master studenten in het hoger onderwijs gevraagd

Nadere informatie

PRIVACYVERKLARING NATIONALE STUDENTEN ENQUÊTE

PRIVACYVERKLARING NATIONALE STUDENTEN ENQUÊTE PRIVACYVERKLARING NATIONALE STUDENTEN ENQUÊTE Studiekeuze123, gevestigd aan Arthur van Schendelstraat 600, 3511 MJ Utrecht, is verantwoordelijk voor de verwerking van persoonsgegevens zoals weergegeven

Nadere informatie

UPLOAD FACILITEIT NSE Instructie voor leveren van de studentgegevens voor de uitvoering van de Nationale Studenten Enquête 2013

UPLOAD FACILITEIT NSE Instructie voor leveren van de studentgegevens voor de uitvoering van de Nationale Studenten Enquête 2013 UPLOAD FACILITEIT NSE 2013 Instructie voor leveren van de studentgegevens voor de uitvoering van de Nationale Studenten Enquête 2013 Inhoud Inleiding en Processchema... 3 Belangrijk om vooraf te weten...

Nadere informatie

UPLOAD FACILITEIT NSE Instructie voor leveren van de studentgegevens voor de uitvoering van de Nationale Studenten Enquête 2017

UPLOAD FACILITEIT NSE Instructie voor leveren van de studentgegevens voor de uitvoering van de Nationale Studenten Enquête 2017 UPLOAD FACILITEIT NSE 2017 Instructie voor leveren van de studentgegevens voor de uitvoering van de Nationale Studenten Enquête 2017 Inhoud Inleiding en Processchema... 3 Belangrijk om vooraf te weten...

Nadere informatie

UPLOAD FACILITEIT NSE 2015. Instructie voor leveren van de studentgegevens voor de uitvoering van de Nationale Studenten Enquête 2015

UPLOAD FACILITEIT NSE 2015. Instructie voor leveren van de studentgegevens voor de uitvoering van de Nationale Studenten Enquête 2015 UPLOAD FACILITEIT NSE 2015 Instructie voor leveren van de studentgegevens voor de uitvoering van de Nationale Studenten Enquête 2015 Inhoud Inleiding en Processchema... 3 Belangrijk om vooraf te weten...

Nadere informatie

PRIVACYVERKLARING NATIONALE STUDENTEN ENQUÊTE

PRIVACYVERKLARING NATIONALE STUDENTEN ENQUÊTE PRIVACYVERKLARING NATIONALE STUDENTEN ENQUÊTE Studiekeuze123, gevestigd aan Arthur van Schendelstraat 600, 3511 MJ Utrecht, is verantwoordelijk voor de verwerking van persoonsgegevens zoals weergegeven

Nadere informatie

Instructie voor het aanleveren van Studentgegevens

Instructie voor het aanleveren van Studentgegevens Instructie voor het aanleveren van Studentgegevens Voor NSE 2014 Manier van aanleveren Het is belangrijk dat u de studentgegevens aanlevert in Excel en daaraan de volgende naam geeft: BRIN-code gevolgd

Nadere informatie

Bruto respons NSE 2017

Bruto respons NSE 2017 Aantal studenten per dag Bruto respons VERSLAG NSE SLOTBIJEENKOMST 6 JUNI 2017 WELKOM EN OPENING Lex Sijtsma van Studiekeuze123 heet alle aanwezigen (circa 15 personen) van harte welkom. Het is een druk

Nadere informatie

Enquêteresultaten QSK & studiekeuzetevredenheid

Enquêteresultaten QSK & studiekeuzetevredenheid Enquêteresultaten QSK & studiekeuzetevredenheid www.qompas.nl Januari 2015 Enquêteresultaten QSK & studiekeuzetevredenheid 1 Oordeel studenten/scholieren over Qompas en tevredenheid met betrekking tot

Nadere informatie

Instructie voor het aanleveren van Studentgegevens

Instructie voor het aanleveren van Studentgegevens Instructie voor het aanleveren van Studentgegevens Voor NSE 2018 Studenten: Alle studenten die geaccrediteerd onderwijs volgen moeten worden aangeleverd. Er zijn ook postmasteropleidingen die geen geaccrediteerd

Nadere informatie

NSE-PORTAL: UPLOAD FACILITEIT NSE Instructie aanleveren van de studentgegevens voor de uitvoering van de Nationale Studenten Enquête 2018

NSE-PORTAL: UPLOAD FACILITEIT NSE Instructie aanleveren van de studentgegevens voor de uitvoering van de Nationale Studenten Enquête 2018 NSE-PORTAL: UPLOAD FACILITEIT NSE 2018 Instructie aanleveren van de studentgegevens voor de uitvoering van de Nationale Studenten Enquête 2018 INHOUDSOPGAVE Uploaden van studentgegevens 3 Stap 1 5 Stap

Nadere informatie

Instructie voor het aanleveren van Studentgegevens

Instructie voor het aanleveren van Studentgegevens Instructie voor het aanleveren van Studentgegevens Voor NSE 2017 Manier van aanleveren Het is belangrijk dat u de studentgegevens aanlevert in Excel en het bestand de volgende naam geeft: BRIN-code gevolgd

Nadere informatie

Aanpak NSE 2019 SK

Aanpak NSE 2019 SK Aanpak NSE 2019 SK123 18.0283 Inleiding In het kader van de Algemene verordening gegevensbescherming (Avg) is in juli 2018 een tijdelijke adviesgroep van start gegaan (naast de formele werkgroep NSE) om

Nadere informatie

Resultaten NSE Resultaten Domein Gezondheid, Sport en Welzijn. Mei Institutional Research Afdeling Informatievoorziening en Technologie

Resultaten NSE Resultaten Domein Gezondheid, Sport en Welzijn. Mei Institutional Research Afdeling Informatievoorziening en Technologie Resultaten NSE 2017 Resultaten Domein Gezondheid, Sport en Welzijn Mei 2017 Institutional Research Afdeling Informatievoorziening en Technologie 2 Inleiding Hogeschool Inholland (Inh) voert voor de dertiende

Nadere informatie

Memo NSE resultaten 2018

Memo NSE resultaten 2018 Memo NSE resultaten 2018 Auteur: Olof Wiegert, Institutional Research Dienst O&O Datum: 22 juni 2018 In de periode 15 januari tot 11 maart 2018 is de Nationale Studenten Enquête (NSE) afgenomen. Van de

Nadere informatie

Memo. Aanpak NSE 2019

Memo. Aanpak NSE 2019 Memo Aanpak NSE 2019 Inleiding In het kader van de Algemene verordening gegevensbescherming (Avg) is in juli 2018 een tijdelijke adviesgroep van start gegaan (naast de formele werkgroep NSE) om de NSE

Nadere informatie

Overeenkomst tot deelname aan de Nationale Studenten Enquête 2016

Overeenkomst tot deelname aan de Nationale Studenten Enquête 2016 Overeenkomst tot deelname aan de Nationale Studenten Enquête 2016 Stichting Studiekeuze123, gevestigd te Utrecht, vertegenwoordigd door mevrouw I. Kolkhuis Tanke-Prinsenberg in de functie van directeur,

Nadere informatie

Welkom op de Tussenbijeenkomst NSE 2015

Welkom op de Tussenbijeenkomst NSE 2015 Welkom op de Tussenbijeenkomst NSE 2015 Terugblik; verloop veldwerk NSE 2015 - Qua uitvoering naar tevredenheid verlopen - Beperkt aantal technische issues Respons NSE2015: flinke verbetering 2012 2013

Nadere informatie

UPLOADTOOL NSE Instructie aanleveren van de studentgegevens voor de uitvoering van de Nationale Studenten Enquête 2019

UPLOADTOOL NSE Instructie aanleveren van de studentgegevens voor de uitvoering van de Nationale Studenten Enquête 2019 UPLOADTOOL NSE 2019 Instructie aanleveren van de studentgegevens voor de uitvoering van de Nationale Studenten Enquête 2019 UPLOADEN VAN STUDENTGEGEVENS Het aanleveren van de studentgegevens gebeurt via

Nadere informatie

Verslag van de Startbijeenkomst NSE 2014 d.d. woensdag 2 oktober 2013, van 13:00 16:00 uur. 1. Presentatie SK123 en GfK Intomart over de NSE 2014

Verslag van de Startbijeenkomst NSE 2014 d.d. woensdag 2 oktober 2013, van 13:00 16:00 uur. 1. Presentatie SK123 en GfK Intomart over de NSE 2014 Gehouden te: SURF (VK 5a) Verslag van de Startbijeenkomst NSE 2014 d.d. woensdag 2 oktober 2013, van 13:00 16:00 uur 1. Presentatie SK123 en GfK Intomart over de NSE 2014 Lex Sijtsma opent de bijeenkomst

Nadere informatie

Review nationale studenten enquête Lotte Oostrom Bram Rouw Naomi Schalken Lotte Schoot

Review nationale studenten enquête Lotte Oostrom Bram Rouw Naomi Schalken Lotte Schoot Review nationale studenten enquête 2019 Lotte Oostrom Bram Rouw Naomi Schalken Lotte Schoot CBS Den Haag Henri Faasdreef 312 2492 JP Den Haag Postbus 24500 2490 HA Den Haag +31 70 337 38 00 www.cbs.nl

Nadere informatie

NATIONALE STUDENTEN ENQUÊTE 2017

NATIONALE STUDENTEN ENQUÊTE 2017 NATIONALE STUDENTEN ENQUÊTE 2017 Het landelijke tevredenheidsonderzoek Figuur X.x Ontwikkeling themascore onder studenten in het hoger onderwijs inhoud naar studieniveau (2013 t/m 2017), waarbij 1 is zeer

Nadere informatie

Toelichting op de Vragenlijst NSE 2018

Toelichting op de Vragenlijst NSE 2018 Toelichting op de Vragenlijst NSE 2018 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave... 2 Inleiding... 3 1. Wijzigingen in de vragenlijst NSE 2018... 3 1.1 Aanpassing bestaande vragen... 3 1.2 Nieuwe vragen... 3 2. Wijzigingen

Nadere informatie

Overeenkomst tot deelname aan de Nationale Studenten Enquête 2018

Overeenkomst tot deelname aan de Nationale Studenten Enquête 2018 Overeenkomst tot deelname aan de Nationale Studenten Enquête 2018 ONDERGETEKENDEN Stichting Studiekeuze123, gevestigd te Utrecht, vertegenwoordigd door mevrouw I. Kolkhuis Tanke in de functie van directeur-bestuurder,

Nadere informatie

TOELICHTING INDICATOREN STUDIE IN CIJFERS HBO d.d. mei 2017

TOELICHTING INDICATOREN STUDIE IN CIJFERS HBO d.d. mei 2017 TOELICHTING INDICATOREN STUDIE IN CIJFERS HBO d.d. mei 2017 Studie in Cijfers (vaak ook studiebijsluiter genoemd) geeft een beeld van hoe een opleiding aan een hogeschool het doet in vergelijking met dezelfde

Nadere informatie

TOELICHTING INDICATOREN STUDIE IN CIJFERS WO d.d. mei 2017

TOELICHTING INDICATOREN STUDIE IN CIJFERS WO d.d. mei 2017 TOELICHTING INDICATOREN STUDIE IN CIJFERS WO d.d. mei 2017 Studie in Cijfers (vaak ook studiebijsluiter genoemd) geeft een beeld van hoe een opleiding aan een universiteit het doet in vergelijking met

Nadere informatie

Op weg naar JOB - Monitor 2014

Op weg naar JOB - Monitor 2014 Op weg naar JOB Monitor 2014 JOB, de Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs, belangenbehartiger van een half miljoen mbostudenten, voert voor de achtste keer onderzoek uit naar de tevredenheid van studenten

Nadere informatie

Europese Aanbesteding Nationale Studentenenquête. Nota van Inlichtingen. 4 april # Document Pagina Vraag; opmerking Antwoorden.

Europese Aanbesteding Nationale Studentenenquête. Nota van Inlichtingen. 4 april # Document Pagina Vraag; opmerking Antwoorden. Europese Aanbesteding Nationale Studentenenquête Nota van Inlichtingen 4 april 2016 # Document Pagina Vraag; opmerking Antwoorden 1 Onderzoeks verantwoor ding 3.7 21 Er staat beschreven dat voor de NSE

Nadere informatie

Studentenenquête. Jessica Pass ResearchNed

Studentenenquête. Jessica Pass ResearchNed Vernieuwing Nationale Studentenenquête Jessica Pass ResearchNed Aanleiding tot vernieuwing NSE Lange traditie (15 jaar geleden gestart, nadruk op continuïteit, marginale veranderingen) Veel vragenlijsten

Nadere informatie

Analyse NSE 2016 opleiding ergotherapie. Inhoud. 1 Inleiding

Analyse NSE 2016 opleiding ergotherapie. Inhoud. 1 Inleiding Analyse NSE 2016 opleiding ergotherapie Inhoud Analyse NSE 2016 opleiding ergotherapie... 1 1 Inleiding... 1 2 Aandachtspunten... 2 2.1 Algemene items... 2 2.2 Onderliggende items... 3 2.3 Organisatie

Nadere informatie

Doel van het onderzoek

Doel van het onderzoek Op weg naar JOB-monitor 2016 JOB, de Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs is de belangenbehartiger van een half miljoen mbostudenten. JOB voert in 2016 voor de negende keer onderzoek uit naar de tevredenheid

Nadere informatie

INSTRUCTIE MONITOREN TUSSENTIJDSE RESPONS NSE 2017

INSTRUCTIE MONITOREN TUSSENTIJDSE RESPONS NSE 2017 INSTRUCTIE MONITOREN TUSSENTIJDSE RESPONS NSE 2017 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave... 2 Belangrijk om vooraf te weten... 2 Definitie van respons... 2 Het naslaan van de actuele respons... 3 Het responsoverzicht

Nadere informatie

INSTRUCTIE MONITOREN TUSSENTIJDSE RESPONS NSE 2018

INSTRUCTIE MONITOREN TUSSENTIJDSE RESPONS NSE 2018 INSTRUCTIE MONITOREN TUSSENTIJDSE RESPONS NSE 2018 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave... 2 Belangrijk om vooraf te weten... 2 Definitie van respons... 2 Het naslaan van de actuele respons... 3 Het responsoverzicht

Nadere informatie

1. Studenttevredenheid TOELICHTING

1. Studenttevredenheid TOELICHTING 1. Studenttevredenheid TOELICHTING Dit criteria geeft een beeld van het oordeel dat studenten over hun studie geven. Het is een eenvoudige maar robuuste indicatie van hoe de studenten de kwaliteit van

Nadere informatie

B Creative Technology

B Creative Technology B Creative Technology Onderdeel 3.3: Tabel (gemiddelden en aantallen) met tevredenheidsoordelen van de onderliggende items van de thema's Jaar 2013 2015 Mean Valid N Mean Valid N Mean Valid N Afwijking

Nadere informatie

CODEBOEK NSE Nationale Studenten Enquête 2017

CODEBOEK NSE Nationale Studenten Enquête 2017 CODEBOEK NSE Nationale Studenten Enquête 2017 In 2012 zijn beperkte wijzigingen doorgevoerd in de vragenlijst van 2013, in nauwe afstemming met het onderwijsveld. Dit is ook gebeurd in 2016 voor de vragenlijst

Nadere informatie

Emancipatie Opinies 2016 (EMOP) Onderzoeksverantwoording

Emancipatie Opinies 2016 (EMOP) Onderzoeksverantwoording Emancipatie Opinies 2016 (EMOP) Onderzoeksverantwoording In opdracht van: Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) Kenmerk: 360054 Datum: mei 2016 Vertrouwelijk Alle rechten voorbehouden GfK Panel Services

Nadere informatie

Factsheet. HBO-Monitor De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden

Factsheet. HBO-Monitor De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden HBO-Monitor 2018 De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden Managementsamenvatting In deze factsheet staat de arbeidsmarktpositie van de hbo-afgestudeerden uit studiejaar 2016-2017 centraal. Eind 2018,

Nadere informatie

Factsheet. HBO-Monitor De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden

Factsheet. HBO-Monitor De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden HBO-Monitor 2017 De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden Managementsamenvatting In deze factsheet staat de arbeidsmarktpositie van de hbo-afgestudeerden uit studiejaar 2015-2016 centraal. Eind 2017,

Nadere informatie

Opvoeden in Nederland 2010 Onderzoeksverantwoording. Sociaal en Cultureel Planbureau

Opvoeden in Nederland 2010 Onderzoeksverantwoording. Sociaal en Cultureel Planbureau Opvoeden in Nederland 2010 Onderzoeksverantwoording In opdracht van: Sociaal en Cultureel Planbureau Date : 19 april 2010 Reference : 14280.PW.ND.mr GfK Panel Services Benelux is gecertificeerd voor het

Nadere informatie

1,4% ten opzichte van studiejaar

1,4% ten opzichte van studiejaar 1 februari 2018 Feiten & Cijfers Stijgende lijn in instroom, inschrijvingen en aantal gediplomeerden hbo houdt stand. Grote toename instroom associate degrees. De instroom in het hbo in studiejaar 2017-2018

Nadere informatie

Datum 19 april 2019 Antwoord op schriftelijke vragen van het lid Tielen inzake Hogescholen stoppen met nationale studentenenquête

Datum 19 april 2019 Antwoord op schriftelijke vragen van het lid Tielen inzake Hogescholen stoppen met nationale studentenenquête >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Hoger Onderwijs en Studiefinanciering Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375

Nadere informatie

NSE-specials. 2014: sterke en zwakke punten Avans

NSE-specials. 2014: sterke en zwakke punten Avans NSE-specials 2014: sterke en zwakke punten Avans Inleiding NSE-specials NSE-specials zijn vlugschriften, korte rapportages op hoofdlijnen over speciale NSE-onderwerpen. De specials zijn kort, kernachtig

Nadere informatie

Verslag startbijeenkomst NSE 2019

Verslag startbijeenkomst NSE 2019 Verslag startbijeenkomst NSE 2019 Datum bijeenkomst: dinsdag 9 oktober 20181. WELKOM EN OPENING 1. WELKOM EN OPENING De NSE productmanager van Studiekeuze123 heet alle aanwezige contactpersonen van harte

Nadere informatie

Vrouwen In maatschappelijke Besluitvorming (VIB 2010) Onderzoeksverantwoording. Sociaal en Cultureel Planbureau

Vrouwen In maatschappelijke Besluitvorming (VIB 2010) Onderzoeksverantwoording. Sociaal en Cultureel Planbureau Vrouwen In maatschappelijke Besluitvorming (VIB 2010) Onderzoeksverantwoording In opdracht van: Sociaal en Cultureel Planbureau Datum: 20 augustus 2010 Referentie: 14665.PW/SD/ND GfK Panel Services Benelux

Nadere informatie

Artikel I. Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek

Artikel I. Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek Voorstel van wet tot wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met het verzamelen en verspreiden van studiekeuze-informatie en het doen van onderzoek naar studenttevredenheid

Nadere informatie

Factsheet. Totale hbo-instroom, inschrijvingen en diploma s

Factsheet. Totale hbo-instroom, inschrijvingen en diploma s Instroom, inschrijvingen en diploma s 2018/19 De instroom in het hbo is dit studiejaar toegenomen met 3,4% tot 110.307 eerstejaars aan een associate degree, bachelor of masteropleiding. Dit is de hoogste

Nadere informatie

Factsheet. HBO-Monitor De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden

Factsheet. HBO-Monitor De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden HBO-Monitor 2016 De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden Managementsamenvatting In deze factsheet staat de arbeidsmarktpositie van de hbo-afgestudeerden uit studiejaar 2014/2015 centraal. Eind 2016,

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs

Feiten en cijfers. Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs Feiten en cijfers Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs 2010 1 Feiten en cijfers Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs 2010 Ten opzichte van 2009 is de instroom stabiel: -0,3 procent

Nadere informatie

SIXTAT. Statistiek Marktonderzoek. Rapport Effect melding gebruik ID in de NSE juni 2012 Prof. Dr. D Sikkel

SIXTAT. Statistiek Marktonderzoek. Rapport Effect melding gebruik ID in de NSE juni 2012 Prof. Dr. D Sikkel SIXTAT Statistiek Marktonderzoek Software Rapport Effect melding gebruik ID in de NSE 2012 27 juni 2012 Prof. Dr. D Sikkel d.sikkel@sixtat.nl Schout van Eijklaan 98 2262 XV LEIDSCHENDAM 070-3200031 www.sixtat.nl

Nadere informatie

Factsheet. Instroom hbo toegenomen, lichte groei aantal inschrijvingen en aantal gediplomeerden neemt gestaag toe.

Factsheet. Instroom hbo toegenomen, lichte groei aantal inschrijvingen en aantal gediplomeerden neemt gestaag toe. 30 januari 2017 Feiten & Cijfers Instroom hbo toegenomen, lichte groei aantal inschrijvingen en aantal gediplomeerden neemt gestaag toe. Het aantal beginnende studenten in het hbo is in 2016-17 gegroeid

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Studenttevredenheids onderzoek juni 2008

Feiten en cijfers. Studenttevredenheids onderzoek juni 2008 Feiten en cijfers Studenttevredenheids onderzoek 2008 juni 2008 Feiten en cijfers 2 Studenttevreden heids - onderzoek 2008 Inleiding In maart 2008 hebben 27 hogescholen dezelfde vragenlijst voorgelegd

Nadere informatie

RESPONSMONITORING NSE 2014

RESPONSMONITORING NSE 2014 RESPONSMONITORING NSE 2014 Instructie voor het monitoren van de tussentijdse respons op de Nationale Studenten Enquête 2014 Inhoud Belangrijk om vooraf te weten... 3 Definitie van respons... 3 Het naslaan

Nadere informatie

De Haagse Hogeschool. Hogeschool Rotterdam. HBO-Nederland

De Haagse Hogeschool. Hogeschool Rotterdam. HBO-Nederland HBO-Nederland De Haagse Rotterdam Utrecht INHOLLAND van Amsterdam Leiden aantal respondenten 195507 10139 14384 13180 9102 17584 4193 Je studie in het algemeen 3,88 3,83 3,81 3,79 3,70 3,83 3,98 De inhoud

Nadere informatie

Subsector sociale wetenschappen

Subsector sociale wetenschappen Samenvatting... 2 Weinig opleidingen... 2 Kleinste aantal instromende studenten... 3 Uitval lager... 3 Veel switch... 3 Diplomarendement beter dan sector, slechter dan totaal ho... 3 Accreditaties met

Nadere informatie

Oordeel over de opleiding

Oordeel over de opleiding Steeds meer studenten raden hun opleiding aan... 2 Niet-bekostigd: studenten tweedegraads hbo raden studie vaker aan... 3 Minder ulo-studenten raden opleiding aan... 5 Uitkomsten inspectie onderzoek vergelijkbaar

Nadere informatie

Aan de slag met de Effectenmonitor: registreren en onderzoek uitzetten

Aan de slag met de Effectenmonitor: registreren en onderzoek uitzetten Aan de slag met de Effectenmonitor: registreren en onderzoek uitzetten Hieronder volgen kort de stappen die u moet doorlopen om te starten met de Effectenmonitor en aan de slag te gaan met het uitzetten

Nadere informatie

Planning. Kijk op voor het laatste nieuws en de meest actuele planning.

Planning. Kijk op  voor het laatste nieuws en de meest actuele planning. Routeboek 2013 Planning 4 oktober 2012 Startbijeenkomst Nationale Studenten Enquête 2013 Begin oktober 2012 Telefonisch contact over deelname NSE 2013 Week van 15 oktober 2012 Studiekeuze123 verstuurt

Nadere informatie

Revisie Keuzegids Universiteiten 2015

Revisie Keuzegids Universiteiten 2015 Revisie Keuzegids Universiteiten 2015 Voor u ligt een nieuwe analyse Keuzegids 2015 d.d. 5-11-2014. Deze vernieuwde analyse is tot stand gekomen wegens een grote rectificatie op de Keuzegids 2015 d.d.

Nadere informatie

Nationale Studentenenquête 2014

Nationale Studentenenquête 2014 Nationale Studentenenquête 2014 Fontys Academy for Creative Industries Dimphy Hooijmaijers Renate Smits Petra Szczerba Dienst Onderwijs en Onderzoek mei 2014 2014 Dienst Onderwijs en Onderzoek. Alle rechten

Nadere informatie

Opzet en uitvoering onderzoek 'Motie Straus'

Opzet en uitvoering onderzoek 'Motie Straus' Opzet en uitvoering onderzoek 'Motie Straus' Aansluiting mbo-opleidingen op de arbeidsmarkt gev16-0731mr/bes_alg 1 1. Inleiding Aanleiding en achtergrond onderzoek Op 14 oktober 2015 heeft Tweede Kamerlid

Nadere informatie

Handleiding Service Apotheken. Serviceapotheek.tevreden.nl

Handleiding Service Apotheken. Serviceapotheek.tevreden.nl Handleiding Service Apotheken Serviceapotheek.tevreden.nl Inhoud 1. Inloggen op Serviceapotheek.tevreden.nl 3 2. Dashboard 4 Rapportcijfers 4 Toon resultaten 4 Download in PDF 4 Startdatum / Einddatum

Nadere informatie

Instructie registratie & digitaal aanbieden

Instructie registratie & digitaal aanbieden Instructie registratie & digitaal aanbieden Registratie Om deel te kunnen nemen aan een tender, dient u uw organisatie éénmalig te registreren op het Negometrix platform. Het platform van Negometrix is

Nadere informatie

Quick scan dyslexie in mbo en ho

Quick scan dyslexie in mbo en ho Quick scan dyslexie in mbo en ho Onderzoek in opdracht van het ministerie van OCW datum 7 september 2016 auteur(s) Boukje Cuelenaere versie 5.0 CentERdata, Tilburg, 2016 Alle rechten voorbehouden. Niets

Nadere informatie

Verslag Slotbijeenkomst NSE 2015

Verslag Slotbijeenkomst NSE 2015 Verslag Slotbijeenkomst NSE 2015 Afronding veldwerk We hebben dit jaar een prachtige netto respons van 38,9% behaald (vorig jaar lag het rond de 33%). Dit jaar is ook het hoogste aantal studenten ooit

Nadere informatie

Subsector politicologie en bestuurskundige opleidingen

Subsector politicologie en bestuurskundige opleidingen Subsector politicologie en bestuurskundige Samenvatting... 2 Weinig deeltijd... 2 Wo-instroom... 3 Weinig uitval iets toegenomen... 3 Veel switch... 3 Vier in herstel... 3 Veel studenten raden opleiding

Nadere informatie

Tweede studies Doorrekening maximering instellingscollegegelden

Tweede studies Doorrekening maximering instellingscollegegelden Tweede studies Doorrekening maximering instellingscollegegelden Onderzoek in opdracht van het Ministerie van OCW Bas Kurver Danny Brukx Anja van den Broek ResearchNed maart 2017 2017 ResearchNed Nijmegen

Nadere informatie

Studentenenquête. Proces, respons, analyses, resultaten en rapportages Anja van den Broek, ResearchNed

Studentenenquête. Proces, respons, analyses, resultaten en rapportages Anja van den Broek, ResearchNed Nationale Studentenenquête Proces, respons, analyses, resultaten en rapportages Anja van den Broek, ResearchNed Onderwerpen Deelname Veldwerk Respons Communicatie Analyses Resultaten Rapportages 2 Deelname

Nadere informatie

Tips en tricks rondom enquêtes: van vraag naar kennis. Anja van den Broek & Jessica Nooij

Tips en tricks rondom enquêtes: van vraag naar kennis. Anja van den Broek & Jessica Nooij Tips en tricks rondom enquêtes: van vraag naar kennis Anja van den Broek & Jessica Nooij Thema s Waarom een vragenlijst Constructie van vragen Kiezen van antwoordschalen Structuur van de vragenlijst en

Nadere informatie

NSE-specials. 2014: Tevredenheid over toetsing en beoordeling

NSE-specials. 2014: Tevredenheid over toetsing en beoordeling NSE-specials 2014: Tevredenheid over toetsing en beoordeling Inleiding NSE-specials NSE-specials zijn korte rapportages over specifieke NSE-onderwerpen. specials hebben een signalerende functie en veronderstellen

Nadere informatie

Nationale Studenten enquête 2015

Nationale Studenten enquête 2015 projectnr Title Subtitle Afdeling-Instituut Nationale Studenten enquête 2015 Fontys Academy for Creative Industries Dienst Onderwijs en Onderzoek Dimphy Hooijmaijers, Renate Smits, Eindhoven, 1 juni 2015

Nadere informatie

Overzicht fixusopleidingen met selectie studiejaar Hogescholen. d.d. 1 december 2017

Overzicht fixusopleidingen met selectie studiejaar Hogescholen. d.d. 1 december 2017 Overzicht fixusopleidingen met selectie studiejaar 2018-2019 Hogescholen 34397 2018 B Biologie en Medisch Laboratoriumonderz Avans Hogeschool voltijd 210 3 34397 2018 B Biologie en Medisch Laboratoriumonderz

Nadere informatie

Rapportage Enquête StudieKeuze 2015

Rapportage Enquête StudieKeuze 2015 Rapportage Enquête StudieKeuze 2015 www.qompas.nl Februari 2016 Surrounded by Talent Inleiding In deze rapportage laten we de resultaten zien van een enquête onder eerstejaars studenten welke met de Qompas

Nadere informatie

Studenten aan lerarenopleidingen

Studenten aan lerarenopleidingen Studenten aan lerarenopleidingen Factsheet januari 219 In de afgelopen vijf jaar is het aantal Amsterdamse studenten dat een lerarenopleiding volgt met ruim 9% afgenomen. Deze daling is het sterkst voor

Nadere informatie

GEBRUIKERSHANDLEIDING Uploaden Excel bestand

GEBRUIKERSHANDLEIDING Uploaden Excel bestand GEBRUIKERSHANDLEIDING Uploaden Excel bestand Uitleg Excelbestand uploaden - Handmatig aanmelden patiënten In dit document wordt het gebruik van Qualiview uitgelegd. Omdat u gebruik maakt van software waarmee

Nadere informatie

céáíéå=éå=åáàñéêë= HBO-Monitor 2012: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo juni 2013

céáíéå=éå=åáàñéêë= HBO-Monitor 2012: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo juni 2013 céáíéå=éå=åáàñéêë= HBO-Monitor 2012: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo juni 2013 céáíéå=éå=åáàñéêë 2 Inleiding In deze factsheet staan de arbeidsmarktresultaten van hbo-afgestudeerden

Nadere informatie

Onderzoeksverantwoording Panel Fryslân

Onderzoeksverantwoording Panel Fryslân Onderzoeksverantwoording Panel Fryslân Steekproef en werving van een representatief internetpanel Fries Sociaal Planbureau 2017 Versie 1.0 Datum: Juni 2017 Auteur: Miranda Visser en Henk Fernee Voor aanvullende

Nadere informatie

Releasebeschrijving e-former versie 7.0

Releasebeschrijving e-former versie 7.0 Releasebeschrijving e-former versie 7.0 INHOUDSOPGAVE Inleiding... 2 Tussentijds opslaan... 3 Digitale handtekening... 4 Beveiliging... 6 Toegangscontrole bij lokaal gebruik... 6 Verwijderen uploads...

Nadere informatie

Tevredenheid over praktijkgerichtheid/contact beroepspraktijk

Tevredenheid over praktijkgerichtheid/contact beroepspraktijk Tevredenheid over praktijkgerichtheid/contact beroepspraktijk Studenten in sector vaker tevreden dan in totale hoger onderwijs... 2 Wisselende tevredenheid over praktijkgerichtheid... 3 Pabo-studenten

Nadere informatie

Nederlands bedrijfsleven: maak faillissementsfraude snel openbaar

Nederlands bedrijfsleven: maak faillissementsfraude snel openbaar Nederlands bedrijfsleven: maak faillissementsfraude snel openbaar Korte peiling over een actueel onderwerp op het gebied van credit management juni 2014 Tussentijdse meting Trendmeter 14 B16475 / juni

Nadere informatie

Instructie digitaal aanbieden

Instructie digitaal aanbieden Instructie digitaal aanbieden Inhoud digitaal aanbieden Dit inkooptraject zal in digitale vorm plaatsvinden middels een online tender. De digitale vorm van aanbieden houdt in dat alle communicatie, de

Nadere informatie

Overzicht fixusopleidingen met selectie. Hogescholen. d.d. 17 november Opleidingscode Studiejaar Opleidingsomschrijving Instelling

Overzicht fixusopleidingen met selectie. Hogescholen. d.d. 17 november Opleidingscode Studiejaar Opleidingsomschrijving Instelling Overzicht fixusopleidingen met selectie Hogescholen Studiejaar Opleidingsomschrijving Instelling Opleidingsvorm Capaciteit 30016 2017 B Advanced Business Creation Avans Hogeschool voltijd 160 3 34397 2017

Nadere informatie

Subsector geografie. Sectorbeeld Gedrag & Maatschappij, Inspectie van het Onderwijs,

Subsector geografie. Sectorbeeld Gedrag & Maatschappij, Inspectie van het Onderwijs, Samenvatting... 2 Minst aantal opleidingen... 2 Minst aantal studenten... 3 Instroom neemt af... 3 Laagste uitval... 3 Lager diplomarendement... 3 Daling in switch... 3 Twee nieuwe opleidingen... 4 Weinig

Nadere informatie

Hoofdlijnen van beleid management onderzoeksdata Universiteit voor Humanistiek

Hoofdlijnen van beleid management onderzoeksdata Universiteit voor Humanistiek 1 november 2016 Hoofdlijnen van beleid management onderzoeksdata Universiteit voor Humanistiek Preambule In deze notitie wordt op hoofdlijnen vastgelegd hoe onderzoeksdata moet worden beheerd. Het is van

Nadere informatie

PROGRAMMA OPEN AVOND VISIT E PLORE CHOOSE

PROGRAMMA OPEN AVOND VISIT E PLORE CHOOSE PROGRAMMA OPEN AVOND VISIT E PLORE CHOOSE Welkom op de Open Avond Maak kennis met de opleidingen van onze hogeschool en kies de studie die bij jou past. Op de informatiemarkt, tijdens een voorlichting

Nadere informatie

Aantal ingeschreven studenten per universiteit naar onderwijstaal, studiejaar

Aantal ingeschreven studenten per universiteit naar onderwijstaal, studiejaar Aantal per universiteit naar onderwijstaal, studiejaar 2015-2016 Bron: VSNU 1. Per instelling bachelor, studiejaar 2015-2016 +ENG Erasmus Universiteit Rotterdam 27,27% 3658 54,55% 7184 18,18% 3184 14026

Nadere informatie

Instructie digitaal aanbieden

Instructie digitaal aanbieden Instructie digitaal aanbieden Inhoud digitaal aanbieden Dit inkooptraject zal in digitale vorm plaatsvinden middels een online tender. De digitale vorm van aanbieden houdt in dat alle communicatie, de

Nadere informatie

Prestatie-indicatoren uit 1 cijfer ho en het algemeen studentenoordeel over de opleiding (nse).

Prestatie-indicatoren uit 1 cijfer ho en het algemeen studentenoordeel over de opleiding (nse). pagina: 1 (V10) Nummer instelling Naam instelling Plaats instelling : 21CW : HAS Hogeschool : S HERTOGENBOSCH Aantal opleidingen vt/dt/du, aantal unieke opleidingen, aantal hoofd- en neveninschrijvingen

Nadere informatie

HANDLEIDING. onderzoekaccount. serviceapotheek.tevreden.nl handleiding onderzoekaccount 2013 pagina 1 van 23

HANDLEIDING. onderzoekaccount. serviceapotheek.tevreden.nl handleiding onderzoekaccount 2013 pagina 1 van 23 HANDLEIDING onderzoekaccount serviceapotheek.tevreden.nl handleiding onderzoekaccount 2013 pagina 1 van 23 Inhoudsopgave Inloggen serviceapotheek.tevreden.nl... 3 Dashboard... 3 Rapportcijfers... 4 Toon...

Nadere informatie