GEZONDHEIDSRISICO'S ROND DE INTENSIEVE VEEHOUDERIJ
|
|
- Christel de Veen
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 NOTITIE MET BETREKKING TOT GEZONDHEIDSRISICO'S ROND DE INTENSIEVE VEEHOUDERIJ Inhoudsopgave: I. Inleiding 2 II. Eerste inventariserende studie ("IRAS-rapport" Universiteit Utrecht- 2 juni 2011) III. Reactie LTO Nederland op "IRAS-rapport" 3 IV. Spoeddebat in Tweede Kamer over gezondheidseffecten van de intensieve 3 veehouderij in Brabant (23 juni 2011) V. Adviesaanvraag richting Gezondheidsraad voor een beoordelingskader risico's 3 veehouderij (27 september 2011) VI. Informatieblad GGD Nederland m.b.t. Intensieve veehouderij en Gezondheid 4 (Update 2011) VII. Kamervragen naar aanleiding van het verschijnen van de Update van het 4 Informatieblad van GGD Nederland VIII. Bericht van de staatssecretaris van ELI richting provincies en de VNG 5 (27 maart 2012) IX. Publicatie VNG d.d. 10 juli 2012 over inwinnen van een GGD-advies bij 5 realisering van nieuwe gevoelige bestemmingen, zoals scholen, kinderopvangcentra en verzorgingstehuizen, langs drukke wegen X. Publicatie GGD midden Nederland omtrent intensieve veehouderij 5 XI. Het advies van de Gezondheidsraad 5 XII. Reactie Omgevingsweb d.d. 10 december XIII. (Ambtelijk) contact tussen de gemeente Achtkarspelen en de VNG 7 XIV. (Ambtelijk) standpunt van de provincie Fryslân 8 XV. (Ambtelijk) contact met de GGD Fryslân (februari 2013) 9 XVI. Schriftelijke reactie van de GGD Fryslân (14 februari 2013) 9 XVII. Uitstel regeringsstandpunt naar aanleiding van advies Gezondheidsraad. 10 XVIII. Overleg met GGD Fryslân naar aanleiding van de brief van februari BIJLAGE 10. Schriftelijke reactie GGD Fryslân d.d. 14 februari februari
2 I. Inleiding De laatste tijd (en vooral als gevolg van de uitbraak van Q-koorts rondom geitenhouderijen) heerst er in de maatschappij onrust over de gezondheidsrisico s met betrekking tot de intensieve veehouderij. Deze onrust richt zich met name op verhoogde concentraties fijnstof en de daarin voorkomende micro organismen en endotoxinen die schadelijk zouden kunnen zijn voor de luchtwegen. Over dit onderwerp verschenen diverse berichten in de media, waarin ook resultaten van eerste verkennende onderzoeken werden gepubliceerd. II. Eerste inventariserende studie ("IRAS-rapport" Universiteit Utrecht-juni 2011) Eén daarvan betrof een in samenwerking tussen de Universiteit Utrecht, het Nederlands Instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (NIVEL) en het RIVM uitgevoerde inventariserende studie in opdracht van de minister van Volksgezondheid (VWS) en de staatssecretaris van Landbouw (ELI). Blijkens het persbericht (BIJLAGE 1) van de genoemde universiteit, dat op 21 juni 2011 ter gelegenheid van de verschijning van hun rapport ("Mogelijke effecten van intensieve veehouderij op de gezondheid van omwonenden; onderzoek naar potentiële blootstelling en gezondheidsproblemen", ook wel het "IRASrapport"genoemd) werd uitgegeven: - kan wonen op korte afstand van bedrijven met intensieve veehouderij nadelige gevolgen voor de gezondheid hebben, vooral voor de luchtwegen; - verschillen de mogelijk schadelijke gevolgen bij megastallen niet of nauwelijks van die bij de gangbare intensieve veehouderijen; - betreft het een eerste inventariserende studie, welke qua opzet en omvang uniek is voor de wereld; - zijn harde cijfers over de veilige afstand tot een intensieve veehouderij niet te geven; - is de lucht rond intensieve veehouderijbedrijven anders van samenstelling dan elders, vanwege een verhoogde concentratie fijnstof met daarin vooral bepaalde micro organismen en endotoxinen (stoffen die voorkomen in de celwand van sommige bacteriën); - bleken er echter weinig verschillen te zijn tussen de algemene gezondheid van de direct omwonenden en die van plattelandsbevolking die beduidend minder intensieve veehouderijen in hun omgeving hebben; - zijn er voor wat betreft enkele aandoeningen (zoals Q-koorts, longontsteking en astma), wel duidelijke verschillen, getuige het feit dat er in de nabijheid van pluimveeen geitenbedrijven verhoudingsgewijs meer gevallen van longontsteking zijn vastgesteld; - komen astma, COPD, hooikoorts en infecties aan de bovenste luchtwegen in de omgeving van intensieve veehouderijen opmerkelijk genoeg minder vaak voor dan elders. Bij mensen die eenmaal astma of COPD hebben worden weer meer complicaties of infecties aan de bovenste luchtwegen geconstateerd; - worden meerdere aanbevelingen voor verder onderzoek gedaan, onder andere rondom de vraag bij welke concentratie bedrijven gezondheidseffecten optreden en hoe de bovenstaande verschillen verklaard kunnen worden; - zouden richtlijnen moeten worden opgesteld voor veilige concentraties micro organismen en endotoxinen rond veehouderijbedrijven en zou aangegeven moeten worden welke risico s op gezondheidseffecten als acceptabel worden gezien. 2
3 III. Reactie LTO Nederland op "IRAS-rapport". LTO Nederland reageerde op dezelfde dag met een persbericht met als kop Geen argumenten om ontwikkeling veehouderij te remmen (BIJLAGE 2). Zij leidt uit bovenstaand rapport af dat: - mensen in de buurt van veehouderijbedrijven even gezond zijn als mensen elders op het platteland; - dit inhoudt dat er geen relatie is tussen veehouderijbedrijven en gezondheidsrisico s voor omwonenden en dus geen argumenten om bedrijfsontwikkeling in de intensieve veehouderij af te remmen of te blokkeren; - directe samenhangen tussen gezondheid van omwonenden en blootstelling vanuit de veehouderij gezien de opzet van het onderzoek zeker zouden zijn gevonden, als die er waren; - er nu helderheid is ontstaan voor zowel omwonenden als de veehouders die perspectief willen voor hun bedrijven; - er geen noodzaak bestaat voor een gezondheidstoets bij vergunningverlening voor veehouderijbedrijven; - de aanbeveling van de onderzoekers om een beoordelingskader voor schadelijke biologische stoffen te ontwikkelen wel ondersteund dient te worden, maar dat tot die tijd het huidige toetsingskader voor fijnstof voldoende waarborgen biedt; - het goed is dat dit onderzoek is gedaan, omdat de gezondheid van mens en dier een belangrijk thema vormt in de veehouderij. Veehouders weten dat zij via management of huisvestingssystemen nog meer kunnen doen aan de reductie van emissies stof. IV. Spoeddebat in Tweede Kamer over gezondheidseffecten van de intensieve veehouderij in Brabant (23 juni 2011) De verschijning van het "IRAS-rapport" leidde tot een spoeddebat in de Tweede Kamer, ingestoken op de situatie in Brabant. Moties die tot gevolg zouden hebben dat gemeenten bij het beoordelen van vergunningaanvragen ook specifiek rekening dienen te houden met de gezondheidseffecten haalden geen meerderheid, nadat de minister van VWS en de staatssecretaris van ELI te kennen hadden gegeven het advies van de Gezondheidsraad af te willen wachten. Het spoeddebat is te volgen op de website van de Tweede Kamer-debat gemist. V. Adviesaanvraag richting Gezondheidsraad voor een beoordelingskader risico's veehouderij (27 september 2011). De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft een adviesaanvraag geformuleerd richting de Gezondheidsraad (BIJLAGE 3). Daarin wordt verwezen naar de in het "IRAS rapport" gedane aanbeveling tot het uitvoeren van nader onderzoek. De adviesaanvraag bevat specifieke vragen en aandachtspunten, die naar het oordeel van beide ministeries bij het opstellen van het gevraagde beoordelingskader betrokken dienden te worden. Aandachtspunten waren: - onderscheid maken tussen de verschillende typen veehouderijbedrijven en diersoorten; - rekening houden met de aanwezigheid van gevoelige bevolkingsgroepen en de blootstellingsduur van de algemene bevolking; 3
4 - de gevolgen van beroepsmatige blootstelling aan endotoxines erbij betrekken; - rekening houden met vergelijkbare beoordelingskaders voor risico's van de omwonenden, zoals van verkeer, hoogspanningskabels en industriële processen; Vragen waren: - Is het huidige beleid (inclusief normstelling) voor fijnstof uit veehouderijbedrijven voldoende om ook de risico's van micro-organismen en endotoxinen voor de gezondheid van omwonenden afdoende te beheersen en zo nee, welke aanvullingen zijn dan gewenst?; - Wat is de verwachte effectiviteit van diverse varianten van eventuele risico beperkende maatregelen, waaronder managementmaatregelen en verdere beperking van emissies van micro-organismen en endotoxinen? Verzocht wordt om daarbij alle relevante blootstellingsroutes en mogelijke aangrijpingspunten voor maatregelen te betrekken; - Kunt u in deze context het nut en de noodzaak aangeven van het hanteren van minimumafstanden (en zo ja, welke) tussen veehouderijbedrijven en woongebieden in Nederland en aangeven of een minimale afstand kan worden verkort of achterwege kan blijven indien bepaalde emissiebeperkende of risicobeheersende maatregelen genomen worden?; - Kunt u aangeven of er op basis van de beschikbare wetenschappelijke informatie andere relevante factoren dan fijnstof, micro-organismen en endotoxinen zijn die substantiële risico's van veehouderijbedrijven voor de gezondheid kunnen veroorzaken en in een afzonderlijk deeladvies aangeven hoe deze risico's moeten worden beoordeeld en hoe ze kunnen worden beperkt? - Wilt u aan deze adviesaanvraag een hoge prioriteit geven? VI. Informatieblad GGD Nederland m.b.t. Intensieve Veehouderij en Gezondheid (Update 2011) In oktober 2011 verscheen (een update van) het Informatieblad Intensieve Veehouderij en Gezondheid van GGD Nederland (BIJLAGE 4). Voor de noodzaak van een update verwijst het Voorwoord naar nieuwe wetenschappelijke literatuur, ontwikkelingen in provincies met veel intensieve veehouderij, publieke perceptie en maatregelen ter beheersing van de Q- koorts. Het informatieblad is bedoeld voor gemeenteambtenaren en geïnteresseerde burgers. Het bevat aanbevelingen hoe risico's in de huidige intensieve veehouderij geminimaliseerd kunnen worden en hoe gezondheid meegewogen kan worden bij plan- en besluitvorming en een advies over te hanteren afstanden bij (nieuw)vestiging. VII. Kamervragen naar aanleiding van het verschijnen van de Update van het Informatieblad van de GGD Nederland. Kamerlid Thieme van de Partij voor de Dieren stelt op 21 oktober 2011 een aantal vragen aan de minister van VWS en de staatssecretaris van ELI (BIJLAGE 5), naar aanleiding van het verschijnen van dit nieuwe Informatieblad. In de schriftelijke beantwoording van de minister staat te lezen dat zij voor een inhoudelijke reactie op dit Informatieblad eerst het advies van de Gezondheidsraad wil afwachten. Met verwijzing naar het spoeddebat omtrent het "IRAS-rapport" wordt gesteld dat het rapport haar voorshands geen aanleiding geeft voor andere maatregelen dan die welke worden genomen rond fijn stof en Q-koorts. (Citaten: "Dat sommige veehouders nu bezig zijn met nieuwbouw 4
5 of uitbreiding verandert niets aan de noodzaak van een goede wetenschappelijke onderbouwing voordat een sector beperkende maatregelen worden opgelegd" en "Zonder dit advies is een afgewogen oordeel op basis van de beschikbare kennis over mogelijke risico's van veehouderijen voor de volksgezondheid niet mogelijk"). VIII. Bericht van de Staatssecretaris van ELI richting provincies en de VNG (27 maart 2012) Onder toezending van de adviesaanvraag d.d. 27 september 2011 informeert de staatssecretaris de provincies en de VNG over de stand van zaken (BIJLAGE 6). Daarin verwijst hij naar een brief van 31 januari 2012 waarin werd verzocht om ook in 2012 niet mee te werken aan nieuwe bouwaanvragen voor stallen groter dan 300 NGE en met meer dan één bouwlaag (megastallen), waarvoor bestemmingsplanwijzigingen nodig zijn. De brief eindigt met: " Door u nogmaals aandacht te vragen voor de lopende adviesaanvraag bij de Gezondheidsraad beoog ik u zo volledig mogelijk te informeren. U kunt dit gegeven betrekken bij de besluitvorming over uw te voeren ruimtelijk beleid voor de veehouderij en er rekening mee houden dat een dergelijk advies aanstaande is". IX. Publicatie VNG d.d. 10 juli 2012 over het inwinnen van een GGD-advies bij realisering van nieuwe gevoelige bestemmingen, zoals scholen, kinderopvangcentra en verzorgingstehuizen, langs drukke wegen. Een ander thema weliswaar, maar het maakt wel duidelijk dat deze oproep (BIJLAGE 7) niet geldt voor de gezondheidsrisico's rondom veehouderijbedrijven. X. Publicatie GGD midden Nederland omtrent de intensieve veehouderij (BIJLAGE 8). Hierin wordt als volgt verwezen naar het advies van de GGD Nederland (=Update Informatieblad 2011): "GGD Nederland heeft een hard en uniform afstandscriterium geadviseerd voor bedrijven en woningen: er mogen geen nieuwe huizen en bedrijven worden gebouwd binnen een afstand van 250 meter van intensieve veebedrijven. Voor bouwplannen tussen 250 en 1000 meter moet een aanvullende risicobeoordeling worden uitgevoerd met aandacht voor bijvoorbeeld diersoort, type stal en windrichting. Het advies is gegeven aan de Tweede Kamerleden en gemeenten. Het advies wordt meegenomen in het onderzoek van de Gezondheidsraad naar het beoordelingskader voor micro-organismen en endotoxinen afkomstig uit veehouderijen. Naar verwachting is dit onderzoek gereed in het derde kwartaal van 2012". XI. Het advies van de Gezondheidsraad In een brief d.d. 30 november 2012 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer maakt de staatssecretaris van Economische Zaken bekend dat op die dag het advies van de Gezondheidsraad is verschenen. Daarin zegt hij: "Ik zal u mede namens de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu zo spoedig mogelijk voor 1 maart 2013 een beleidsreactie geven op dit advies. De komende periode zal ik onder meer gebruiken om in overleg met relevante partijen te komen tot een reactie van het kabinet". Een samenvatting van het advies is te vinden via deze link: 5
6 Voor de hoofdpunten van het advies kan in dit bestek het best verwezen worden naar het door de Gezondheidsraad uitgegeven persbericht d.d. 30 november Citaten: Het is niet bekend tot welke afstand omwonenden van veehouderijen verhoogde gezondheidsrisico's lopen. Daarom is er niet op wetenschappelijke gronden één landelijke "veilige" minimumafstand vast te stellen tussen veehouderijen en woningen. Omwonenden zijn echter vaak ongerust en dat verdient serieuze aandacht. Daarom zouden gemeenten samen met de GGD en belanghebbenden lokaal beleid moeten ontwikkelen met minimumafstanden. Die kunnen namelijk wel op beleidsmatige gronden vastgesteld worden. Volgens de raad zijn er aanwijzingen dat wonen in de buurt van veehouderijen gezondheidsrisico's met zich mee kan brengen. Maar de aard en omvang van die risico's zijn niet precies bekend. Er is dus te weinig informatie om een wetenschappelijk onderbouwde norm vast te stellen voor een veilige afstand tussen een veehouderijbedrijf en woningen. Maar niet alleen harde gegevens zijn van belang, ook de zorgen van mensen tellen. Volgens de raad heeft de maatschappelijke onrust over de intensieve veehouderij behalve met gezondheidsrisico's, ook te maken met risicopercepties en geurhinder. Geurhinder vermindert de kwaliteit van leven. Bovendien hebben omwonenden vaak het gevoel dat ze geen controle hebben over de situatie, wat ongerustheid kan vergroten en stress kan veroorzaken. Aan de negatieve gezondheidseffecten, die hierdoor veroorzaakt worden, is wel degelijk iets te doen. De raad beveelt daarom aan dat op lokaal niveau beleid gemaakt wordt en minimumafstanden tussen veehouderijen en woningen wordt vastgelegd. Op beleidsmatige gronden kan dat namelijk wél. Hulpmiddel daarbij is het zogeheten Beoordelingskader Gezondheid en Milieu, dat helpt om de relevante aspecten in kaart te brengen. De raad benadrukt dat de lokale aanpak gebaseerd moet zijn op een dialoog met alle belanghebbenden, waaronder bewoners, veehouders en de overheid. Parallel daaraan bepleit de raad vermindering van de uitstoot van stoffen die geurhinder of gezondheidsschade kunnen veroorzaken, bijvoorbeeld door het gebruik van luchtwassers en andere technieken. XII. Reactie Omgevingsweb d.d. 10 december 2012 (Mevr. mr. Franca Damen) In de reactie van Omgevingsweb (BIJLAGE 9) wordt onder andere het volgende opgemerkt: - In het rapport wordt in feite geen nieuwe informatie bekend gemaakt. - Nog steeds is de conclusie dat er weliswaar aanwijzingen zijn dat omwonenden van veehouderijen blootgesteld kunnen worden aan micro-organismen en aan stoffen afkomstig van micro-organismen (met name endotoxinen) en dat zich daarbij effecten op de luchtwegen kunnen voordoen, maar nog steeds zijn er onvoldoende gegevens voor conclusies over oorzakelijke kwalitatieve verbanden tussen het optreden van gezondheidsproblemen en blootstelling aan specifieke agentia. De tot nu toe beschikbare wetenschappelijke informatie is te schaars en heterogeen voor conclusies en heeft derhalve beperkte zeggingskracht; - Het is onbekend vanaf welke concentraties en afstand omwonenden van veehouderijen te maken kunnen krijgen met verhoogde gezondheidsrisico's. De beschikbare, maar beperkte informatie lijkt er wel op te wijzen dat pluimvee, 6
7 varkens, geiten en nertsbedrijven eerder gezondheidsrisico's met zich meebrengen dan rundveehouderijen; - aangezien er slechts enkele aanwijzingen zijn voor het bestaan van gezondheidsrisico's van wonen in de buurt van veehouderijen, kan op dit moment geen kwantitatief beoordelingskader gegeven worden waarin wordt vastgelegd welke risiconiveaus voor omwonenden maximaal toelaatbaar zijn. De Gezondheidsraad herhaalt in haar rapport nogmaals dat het te vroeg is om een uitspraak te kunnen doen over eventuele negatieve gezondheidseffecten; - Gelet op het voorgaande kunnen (minimale) afstandseisen tussen veehouderijen en woningen, bedoeld om gezondheidsrisico's te voorkomen dan wel tot een aanvaardbaar niveau te beperken, wetenschappelijk noch gezondheidskundig worden onderbouwd; - Risicobeperkende maatregelen en technieken zoals luchtwassers, kunnen de uitstoot van stoffen die geurhinder of gezondheidsschade veroorzaken tot op zekere hoogte reduceren. Naar het oordeel van de Gezondheidsraad blijft het van belang om hier aandacht aan te besteden; - Gelet op het voorgaande bestaat er mijns inziens geen grond om bij nieuwvestiging danwel uitbreiding van veehouderijen een minimumafstand tot woningen aan te houden. Hiervoor bestaat immers vanuit wetenschappelijk noch gezondheidskundig oogpunt een onderbouwing. XIII. Ambtelijk contact tussen gemeente Achtkarspelen en de VNG In een ambtelijke notitie d.d. 10 januari 2013 is de vraagstelling van de gemeente en de telefonische reactie van de zijde van de VNG weergegeven. Kernpunten hieruit zijn: - De VNG heeft nog geen reactie laten uitgaan, maar is wel in overleg met de ministeries van VWS, IenM en EZ over het adviesrapport van de Gezondheidsraad; - De VNG kreeg aanvankelijk de indruk dat de ministeries de problematiek op basis van dit advies verder aan de gemeenten wilden overlaten; - Volgens de VNG is dat bij gebrek aan een goed, duidelijk beoordelingskader zeer moeilijk en dus is het niet terecht dat de ministeries het op een dergelijke manier bij de gemeenten neer willen leggen; - In het overleg met de ministeries, waarbij ook gemeenten aan tafel zitten (waar de problematiek het meest speelt) gaat het over vragen aan welke ondersteuning van het Rijk de gemeenten behoefte hebben en hoe het Rijk de lokale overheden kan faciliteren; - Het is de bedoeling van het kabinet om vóór 1 maart 2013 in de richting van de Tweede Kamer een reactie geven op het advies van de Gezondheidsraad. In een ambtelijke notitie van 11 januari 2013 zijn de vragen, die in onze gemeente spelen met het oog op het vervolgoverleg tussen VNG en de ministeries aan de contactpersoon van de VNG voorgelegd. Onze specifieke vragen waren: 1. Noodzaakt het advies van de Gezondheidsraad de gemeenten tot het ontwikkelen van lokaal gezondheidsbeleid, alvorens beslissingen kunnen worden genomen over plannen tot vestiging of uitbreiding van (intensieve)veehouderijen? 2. Is het in de richting van de betrokken agrariërs te verdedigen om medewerking aan hun bouwplan (voor lange tijd?) op te schorten en afhankelijk te stellen van de totstandkoming van lokaal gezondheidsbeleid? 3. In welk kader hoort een afweging omtrent de gezondheidsaspecten thuis (uitsluitend het milieuspoor of ook bij de ruimtelijke afweging)? 4. Zou vooruitlopend op dit laatste volstaan kunnen worden met het ad hoc inwinnen van advies van de regionale GGD voor de in behandeling zijnde bouwplannen, waarop de verantwoordelijke bestuursorganen hun beslissing kunnen baseren? 7
8 5. Is dit laatste zinvol en verdedigbaar als een gemeentelijk beleidskader ontbreekt? Uit de VNG-reactie (mede voortgekomen uit het overleg tussen VNG en ministeries) op laatstgenoemde notitie blijkt het volgende: 1. Bij uw eerste vraag: Het is wel aan te bevelen om gezondheidsbeleid te ontwikkelen, op basis van het beoordelingskader Gezondheid en Milieu. Maar de gemeenten hebben de ministeries uitgelegd dat zij dit nu niet kunnen omdat zij om te beginnen een aantal belangrijke vragen nu niet kunnen beantwoorden. Oftewel het beoordelingskader moet meer handen en voeten krijgen. 2. Mijn indruk op basis van het gesprek is dat het richting agrariërs moeilijk te verdedigen is om medewerking aan bouwplannen voor zo lange(re) tijd op te schorten tot het vaststellen van dat gezondheidsbeleid. Juist omdat het opstellen van gezondheidsbeleid erg lastig is en er nog veel zaken onduidelijk zijn of informatie er simpelweg nog niet is. De ministeries hebben ook nog niet uitgewerkt wat het advies betekent of zou kunnen betekenen voor nu lopende aanvragen. Maar uit het gesprek kwam wel dat het goed, of zelfs noodzakelijk, is om te werken aan een dialoog met de omgeving en de agrariërs. 3. Milieuspoor of ook ruimtelijk spoor? De afweging hoort ook zeker bij het ruimtelijk spoor. Bij het overleg bleek dat de mogelijkheden in het milieuspoor beperkt zijn, bijvoorbeeld door de recente wijziging van het Activiteitenbesluit. Ook vonden de gemeenten het niet wenselijk om voor ieder individueel bedrijf het beoordelingskader gezondheid en milieu te volgen, ze geven de voorkeur aan gebiedsgerichte aanpak. 4. En 5. Kan vooruitlopend op lokaal gezondheidsbeleid worden volstaan met advies van de lokale GGD? Ik denk dat het in ieder geval goed is om te overleggen met de GGD, zodat je als gemeente kunt onderbouwen dat gezondheid zo goed mogelijk is meegenomen met de huidige kennis. De gemeenten die bij het overleg waren hebben allen contact met GGD, en zeker de gemeenten waar de lokale onrust over gezondheid en geurproblemen spelen betrekken daar ook de GGD bij. "Om u een indruk te geven van het verloop van het overleg heb ik mijn aantekeningen bijgevoegd. Daaruit blijkt al dat uw vragen over het ontwikkelen van lokaal gezondheidsbeleid en milieu- en ruimtelijk spoor ook voor die gemeenten spelen. In het gesprek werd duidelijk dat er ook landelijk komende tijd het een en ander moet worden uitgewerkt. Het is mijn bedoeling om daar gemeenten bij te betrekken, zodat de koplopergemeenten verder kunnen werken aan hun lokale beleid en de overige gemeenten komende tijd ook meer handvatten krijgen hoe ze het lokale gezondheidsbeleid kunnen opzetten", aldus de contactpersoon van de VNG. XIV. (Ambtelijk) standpunt van de provincie Fryslân (d.d.18 februari 2013) - de provincie wacht de reactie van het Rijk af op het advies van de gezondheidsraad (verwacht maart 2013). Mogelijk komt dan wel weer een handreiking. - Op basis daarvan wordt bekeken of het interimbeleid ten aanzien van de intensieve veehouderij ook moet worden aangepast. - Tot die tijd werkt de provincie met de norm van 300 NGE (het interimbeleid), daarin zijn in principe ook de volksgezondheidsaspecten meegenomen. - In de loop van 2013 komt de provincie naar verwachting- met beleid ten aanzien van de intensieve veehouderij. Daarin zullen waarschijnlijk ook wel aanbevelingen worden opgenomen ten aanzien van de volksgezondheid (alhoewel de provincie mogelijk ook zal aangeven dat het beter op lokaal niveau kan worden geregeld). - De provincie beveelt aan om het beleid ten aanzien van volksgezondheid te koppelen aan het geurbeleid (anders wordt het veel te breed). 8
9 - Je zou nu kunnen overwegen om: bij afstanden kleiner dan 250 meter de GGD laten onderzoeken, buiten de 250 meter tot gevoelige bestemmingen geen nader onderzoek. XV. (Ambtelijk) contact met GGD Fryslân (februari 2013) Aan de GGD Fryslân zijn per de volgende vragen gesteld: - Kunt u een algemeen advies opstellen en/of aanbevelingen doen, op basis waarvan de gemeente op een verantwoorde manier de volksgezondheidsaspecten meeweegt in de besluitvorming van de uitbreidingsplannen met betrekking tot de intensieve veehouderij? - Zo niet, is het dan zinvol/wenselijk dat per concreet geval advies van de GGD wordt ingewonnen? - Met welke aspecten houdt de GGD rekening in een eventuele algemene richtlijn of een eventuele incidentele beoordeling? Worden hier behalve de normen voor fijnstof en geur, waaraan concrete aanvragen nu reeds getoetst worden, ondanks het ontbreken van concrete handvatten in het advies van de Gezondheidsraad nog andere specifieke gezondheidsaspecten bij betrokken en zo ja, welke? - Is een specifieke beoordeling van de gezondheidaspecten (op basis van eventuele algemene GGD richtlijnen dan wel een individueel GGD advies) ook noodzakelijk als een fysieke bedrijfsuitbreiding plaats vindt om te kunnen voldoen aan de dierenwelzijnsnormen en het dus niet om een uitbreiding van de reeds vergunde veebezetting gaat? XVI. Schriftelijke reactie van de GGD Fryslân (brief 14 februari 2013) Deze is toegevoegd als BIJLAGE 10 (zie pagina 12). Het antwoord van de GGD Fryslân begint met een algemene inleiding met betrekking tot de voorgeschiedenis, waarin verwezen wordt naar de in september 2011 verschenen Update van het Informatieblad Intensieve Veehouderij en Gezondheid. In de reactie op onze vragen wordt (dus) ook weer melding gemaakt van de daarin vermelde minimumafstand van 250 meter. Concluderend wordt in dit schrijven het volgende opgemerkt: "Juist vanwege de vele onzekerheden, uiteenlopende risicopercepties en maatschappelijke ongerustheid is een ordelijke en transparante bespreking van alle facetten, of zo men wil dimensies, van dit milieugezondheidsvraagstuk onmisbaar. De Gezondheidsraad vindt dat het bestaande Beoordelingskader Gezondheid en Milieu hiervoor bruikbare aanknopingspunten biedt. In dat gestructureerde beoordelingskader worden vijf types informatie opgenomen: a) omvang van het probleem; b) ernst van de (mogelijke) gezondheidseffecten; c) waardering van het probleem; d) noodzaak tot en mogelijkheden voor interventie; e) kosten en baten van maatregelen om het risico te beperken. Er zijn vele verschillende factoren van invloed op het daadwerkelijke risico voor omwonenden, die bij het hanteren van dit kader kunnen worden gebruikt. Hierbij dient onder andere gedacht te worden aan diersoort, bedrijfsgrootte, bedrijfskenmerken (open/dicht, uitloop, luchtwassers, gaten/kieren), bedrijfsmanagement (compliance*=) de mate waarin zich eraan houden) aan hygiënemaatregelen, ongediertebestrijding, all in/all out, luchtwassers aan/uit), de aan- of afwezigheid van groenzones en andere locale omgevingsfactoren rondom het bedrijf. Vooral bedrijfsmanagement is een factor die gemakkelijk kan veranderen en een significant effect kan hebben op de daadwerkelijke uitstoot. 9
10 Daarnaast is het risico per pathogeen micro-organisme verschillend, onder meer door verschillen in infectieroute, overlevingsmogelijkheden in het milieu en infectieuze vermogen. GGD Fryslân adviseert dan ook dat per locatie in overleg met belanghebbenden een beoordeling gemaakt wordt van blootstelling, percepties en mogelijke gezondheidseffecten. Hiermee zijn zowel de belangen van het bedrijf en het welzijn van de omwonenden gediend. XVII. Uitstel regeringsstandpunt naar aanleiding van advies Gezondheidsraad. Hoewel de staatssecretaris van Economische Zaken in haar brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer (inzake beantwoording vragen over de ontwikkelingen rond een geitenbedrijf in Ambt Delden) d.d. 25 januari 2013 nog aangaf dat de Kamer uiterlijk 1 maart 2013 een beleidsreactie zou krijgen op het advies van de Gezondheidsraad, is uit telefonisch ingewonnen informatie bij VNG gebleken dat deze datum niet gehaald wordt. (NB. De staatssecretaris kondigde in bedoelde brief aan dat in die beleidsreactie ook een standpunt zal worden ingenomen over fijnstof en over een eventueel afstandscriterium). Aan VNG zijde heeft men voor wat betreft de duur van dit uitstel de hoop gevestigd op eind maart 2013, maar of dit in het licht van de noodzakelijke afstemming tussen de betrokken ministeries lukt durft men niet te voorspellen. Bovendien is het nog de vraag in hoeverre de beleidsreactie van de regering concrete kaders of richtlijnen zal bevatten, waar de gemeenten bij de beoordeling van lopende aanvragen in het kader van eventuele gezondheidsrisico's mee uit de voeten kunnen. XVIII. Overleg met GGD Fryslân naar aanleiding van de brief van 14 februari De portefeuillehouder heeft besloten om dhr. Janssen (arts Maatschappij en Gezondheid/Adviseur Milieu en Gezondheid) van de GGD Fryslân naar aanleiding van diens brief van 14 februari 2013 uit te nodigen voor een gesprek. Daarbij zal de vraag centraal gesteld worden wat de gemeente precies mag verwachten van de door GGD Fryslân voorgestelde en aan het slot van die brief geformuleerde aanpak. Met andere woorden: "Leidt het overleg met belanghebbenden, waarbij een beoordeling gemaakt wordt van blootstelling, percepties en mogelijke gezondheidsaffecten binnen afzienbare tijd tot een conclusie, op basis waarvan de gemeente een beslissing kan nemen op de vraag of medewerking aan de lopende aanvragen voor uitbreiding van intensieve veehouderijbedrijven uit een oogpunt van volksgezondheid wel of niet verdedigbaar is?
11 BIJLAGE 10. Schriftelijke reactie GGD Fryslân d.d. 14 februari
12 Gemeente Achtkarspelen Afdeling Ruimte en Beheer/Team Ontwikkeling T.a.v. Guido Klont, juridisch medewerker ruimtelijke plannen Postbus ZV Buitenpost Leeuwarden, Betreft: advies beoordeling volksgezondheidsaspecten intensieve veehouderij Ons kenmerk: UIT/ /ZCA/A Geachte heer Klont, Namens de gemeente Achtkarspelen hebt u GGD Fryslân gevraagd te adviseren hoe de gemeente op een verantwoorde manier de volksgezondheidsaspecten mee kan wegen in de besluitvorming van de uitbreidingsplannen met betrekking tot de intensieve veehouderij. Maatschappelijk wordt steeds meer aandacht gevraagd voor de ontwikkeling van de veehouderij (megastallen) en de mogelijke gevolgen voor de gezondheid van de omwonenden. Vanuit gezondheidsoverwegingen is de huidige wet- en regelgeving waarschijnlijk niet toereikend zijn voor het beschermen van de die volksgezondheid omdat zij vrijwel alleen gericht is op geurhinder en fijn stof (PM10) en onvoldoende rekening houdt met andere blootstellingen zoals endotoxinen en (micro- )biologische agentia zoals Q-koorts en MRSA. Voor uitgebreide informatie over milieublootstellingen en gezondheidsrisico s door intensieve veehouderij verwijs ik u naar het in 2009 door GGD Nederland uitgebrachte informatieblad Intensieve veehouderij en gezondheid. Het informatieblad is bedoeld voor gemeenteambtenaren en geïnteresseerde burgers. In september 2011 is een update verschenen van dit informatieblad met een actualisatie van de stand van zaken tot dat moment. In het informatieblad worden aanbevelingen gegeven hoe risico s in de huidige intensieve veehouderij geminimaliseerd kunnen worden. Vanuit het voorzorgsprincipe bij nieuwbouw en/of uitbreiding van veehouderijen werd een minimumafstand van 250 meter geadviseerd. Bijlage 1 bevat een korte samenvatting van het informatieblad, aangevuld met nieuwe feiten op grond van recent verschenen rapporten. In november 2012 heeft de Gezondheidsraad het advies uitgebracht Gezondheidsrisico s rond veehouderijen. De Gezondheidsraad stelt in haar advies dat gegeven de stand van zaken één algemeen kwantitatief beoordelingskader waarin wordt vastgelegd welke risico s voor omwonenden maximaal toelaatbaar zijn, nog buiten bereik ligt. Hiermee is nog steeds niet bekend tot welke afstand omwonenden verhoogde gezondheidsrisico s lopen. Juist vanwege de vele onzekerheden, uiteenlopende risicopercepties en maatschappelijke ongerustheid is een ordelijke en transparante bespreking van alle facetten, of zo men wil dimensies, van dit milieugezondheidsvraagstuk onmisbaar. De Gezondheidsraad vindt dat het bestaande Beoordelingskader Gezondheid en Milieu hiervoor bruikbare aanknopingspunten biedt. In dat gestructureerde beoordelingskader worden vijf types informatie opgenomen: a) omvang van het probleem; b) ernst van de (mogelijke) gezondheidseffecten; c) waardering van het probleem; d) noodzaak tot en mogelijkheden voor interventie; e) kosten en baten van maatregelen om het risico te beperken. Er zijn vele verschillende factoren van invloed op het daadwerkelijke risico voor omwonenden, die bij het hanteren van dit kader kunnen worden gebruikt. Hierbij dient onder andere gedacht te worden aan diersoort, bedrijfsgrootte, bedrijfskenmerken (open/dicht, uitloop, luchtwassers, gaten/kieren), bedrijfsmanagement (compliance aan hygiënemaatregelen, ongediertebestrijding, all in/all out, luchtwassers aan/uit), de aan- of afwezigheid van groenzones en andere locale omgevingsfactoren rondom het bedrijf. Vooral bedrijfsmanagement is een factor die gemakkelijk kan veranderen en een significant effect kan hebben op de daadwerkelijke uitstoot. 12
13 Daarnaast is het risico per pathogeen micro-organisme verschillend, onder meer door verschillen in infectieroute, overlevingsmogelijkheden in het milieu en infectieuze vermogen. GGD Fryslân adviseert dan ook dat per locatie in overleg met belanghebbenden een beoordeling gemaakt wordt van blootstelling, percepties en mogelijke gezondheidseffecten. Hiermee zijn zowel de belangen van het bedrijf en het welzijn van de omwonenden gediend. Mocht u nog vragen hebben, kunt u contact opnemen met ondergetekende Met vriendelijke groeten, J.M.T. Janssen, arts Maatschappij en Gezondheid Adviseur Milieu en gezondheid Bijlage: Gezondheidsrisico s omwonenden van intensieve veehouderij 13
14 De belangrijkste feiten tot nu toe m.b.t. relatie intensieve veehouderij en gezondheid zijn hieronder samengevat. Fijn stof (PM10) De samenstelling van fijn stof afkomstig van veehouderijen verschilt in belangrijke mate van fijn stof afkomstig van verkeer. Fijn stof uit verkeer bevat vooral ultrafijne deeltjes (kleiner dan 2,5 micrometer), waaronder roet, en is met allerlei chemische stoffen beladen. Het fijn stof uit de landbouw bestaat vooral uit de grove fijn stof fractie en is vooral beladen met allerlei biologische agentia, zoals bacteriën, virussen, parasieten, schimmels en endotoxinen. Dit betekent dat de mogelijke gezondheidseffecten van fijn stof uit de landbouw anders zijn dan die van het fijn stof afkomstig van het verkeer. Er is voldoende wetenschappelijk bewijs dat verkeersgerelateerd fijn stof de kans op vroegtijdige sterfte vergroot door effecten op het hart- en vaatsysteem. Wat betreft gezondheidseffecten van landbouwgerelateerd fijn stof is er nog onvoldoende onderzoek om een eensluidende conclusie te trekken. Er zijn aanwijzingen voor meer gezondheidsklachten van de ademhaling (luchtwegen) bij omwonenden van intensieve veehouderij. Endotoxinen Inademing van endotoxinen kan leiden tot ontstekingen van de luchtwegen. Verschijnselen zoals droge hoest, kortademigheid met verminderde longfunctie en koorts kunnen direct optreden. Uit onderzoek blijkt dat langdurige blootsteling aan endotoxinen kan leiden tot chronische bronchitis en vermindering van de longfunctie. Rondom intensieve veehouderijen zijn tot op 250 meter van pluimveebedrijven endotoxineconcentraties gemeten boven het achtergrondniveau van 10 EU/m³ (IRAS-onderzoek, Heederik en IJzermans, 2011). Op dit moment is echter nog te weinig bekend is over de endotoxineconcentraties in relatie tot de afstand van een bedrijf en over de relatie met gezondheidsklachten om een eenduidige norm te hanteren. Zoönosen Per diersoort kunnen verschillende ziekten voorkomen die via de lucht verspreiden naar mensen, via direct contact tussen mens en dier of via voedsel. Voor omwonenden zijn vooral de via de lucht overdraagbare aandoeningen van belang. In 2012 heeft het RIVM een literatuuroverzicht gepubliceerd dat speciaal gewijd is aan infectierisico s ten gevolge van veehouderijactiviteiten. Over het risico voor omwonenden bleek slechts beperkt informatie voorhanden. Voor Q-koorts waren er duidelijke aanwijzingen dat omwonenden bij uitbraak een verhoogd risico lopen in relatie tot de afstand tussen woonhuis en melkgeitenbedrijf. Het gaat hier om afstanden tot ongeveer 5 kilometer. Bij gebrek aan onderzoeksgegevens waren voor andere zoönosen zoals vogelgriep, papegaaienziekte, campylobacteriose, veegerelateerde MRSA en ESBLproducerende bacteriën geen onderbouwde uitspraken mogelijk over afstand en gezondheidsrisico. Geur Intensieve veehouderijen met grote aantallen legkippen, slachtkuikens, varkens of mestkalveren zorgen in de omgeving voor geurhinder. Geur wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de uitwerpselen van de dieren (ammoniak). De emissie van geur is o.a. afhankelijk van het type en aantal dieren, het voer, de wijze van opvang van de mest en van de afzuiging in de stal. Geur kan verschillende effecten oproepen bij de mens, die als nadelig voor de gezondheid worden beschouwd. Toxische schade van geurstoffen zijn bij de huidige normen niet aannemelijk. Gezondheidsklachten zijn vrijwel altijd het gevolg van hinder welke zich kunnen uiten in bijvoorbeeld hoofdpijn, duizeligheid benauwdheid en misselijkheid. Deze klachten hoeven niet consistent te zijn en kunnen elkaar afwisselen ondanks een feitelijk gelijke geurbelasting. Geurhinder kan de kwaliteit van leven ernstig schaden. Niet alleen door ervaren lichamelijke klachten maar ook door verstoring van gedrag of activiteiten. Veel voorkomende verstoringen zijn onvoldoende ventilatie door het gesloten houden van ramen, het niet graag buiten zijn, bezoek niet graag uitnodigen en/of familie of vrienden komen niet graag op bezoek, vertrouwde/aangename geuren niet meer kunnen ruiken, minder diep ademhalen en het indienen van klachten. 14
15 Het percentage (ernstige) hinder neemt toe met toenemende geurimmissieconcentratie. In onderstaande tabel is aangegeven het geschatte percentage hinder bij de toegestane waarden in de Wet Geurhinder en Veehouderij (WGV) Maximaal toegestane geurbelasting OUE/m³ % Hinder Maximum van de toegestane bandbreedte OUE/m³ % Hinder Concentratiegebied Binnen bebouwd kom 3,0 8 14,0 25 Buiten bebouwde kom 14, ,0 41 Niet-concentratiegebied Binnen bebouwde kom 2,0 11 8,0 29 Buiten bebouwde kom 8, ,0 46 Geraadpleegde literatuur: Heederik DJJ, IJzermans CJ (red). Mogelijke effecten van intensieve veehouderij op de gezondheid van omwonenden: onderzoek naar potentiële blootstelling en gezondheidsproblemen. IRAS, NIVEL, RIVM, Utrecht, 2011 Maassen CBM, Van Duijkeren E, Van Duynhoven YHTP. Infectierisico s van de veehouderij voor omwonenden. RIVM, rapportnr /2012, Bilthoven, 2012 Gezondheidsraad. Gezondheidsrisico s rond veehouderijen. Den Haag: Gezondheidsraad, 2012; publicatienr. 2012/27 Nijdam R, Dam Sv. Informatieblad: Intensieve veehouderij en gezondheid, Update GGD NL werkgroep intensieve veehouderij en gezondheid. Utrecht, 2011 Fast T, Van den Hazel PJ, Van de Weerdt DHJ. Gezondheidseffectscreening, gezondheid en milieu in ruimtelijke planvorming; handboek voor een gezonde inrichting van de leefomgeving, versie 1.6, juni 2012 GGD Nederland, Utrecht 2012 Van Bruggen M, Fast T. Beoordelingskader Gezondheid en Milieu. RIVM, rapportnr /2003. Bilthoven,
16 16 16
I J s s e I I a n d V iiidatum
I J s s e I I a n d V iiidatum kenmerk doorkiesnummer onderwerp ` ' z _.ï.....-,..
Nadere informatieSamenvatting. Waaraan kunnen mensen die in de buurt van veehouderijen wonen worden blootgesteld?
Samenvatting Maatschappelijk is er de laatste jaren veel ongerustheid over de intensieve veehouderij in ons land. Diverse elementen zijn daarbij in het spel: dierwelzijn, duurzaamheid, leefbaarheid, landschapskwaliteit
Nadere informatieToetsingsinstrument veehouderij en gezondheid Theo vd Ven Gemeente Oirschot Renske Nijdam GGD Bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid
Toetsingsinstrument veehouderij en gezondheid 2013 Theo vd Ven Gemeente Oirschot Renske Nijdam GGD Bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid Inhoud Toelichting toetsingsinstrument Proces Keuze indicatoren
Nadere informatieRaadsinformatiebrief
Raadsinformatiebrief Van: N. Lemlijn Aan: de leden van de Gemeenteraad Onderwerp: Boeren met buren Advies gezondheidsraad NR. 008 Steller: E. Paree Datum: 5 december 2012 Nr.: RIB-NL-1237 In september
Nadere informatietoetsingsinstrument veehouderij en gezondheid 2013 Theo vd Ven Gemeente Oirschot Renske Nijdam GGD Bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid
toetsingsinstrument veehouderij en gezondheid 2013 Theo vd Ven Gemeente Oirschot Renske Nijdam GGD Bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid Zoönosen aandachts punt voor GGD Streefwaarden 10 ou woonkernen
Nadere informatie1 Sommige fragmenten zijn door de opsteller van dit stuk vetgedrukt of onderstreept voor extra attentie.
Eindconclusie inzake gezondheidsrisico's rond uitbreidingen intensieve veehouderijen aan De Rysloane 10 te Harkema (De Klein) en aan de Skieppedrifte 6 te Drogeham (Broos). 12 maart 2013 Op 13 december
Nadere informatieVeehouderij en gezondheid omwonenden
Veehouderij en gezondheid omwonenden Hebben veehouderijen effect op de gezondheid van mensen die in de omgeving wonen? Dat was de centrale vraag in het onderzoek VGO. In deze brochure vindt u de belangrijkste
Nadere informatieVeehouderij en volksgezondheid
Veehouderij en volksgezondheid Stand van zaken wetgeving en jurisprudentie Peter Bokelaar Inleiding Gezondheidseffecten veehouderij nog steeds een actueel thema. Q-koorts uitbraak in 2008/2009: bewustwording
Nadere informatieIntensieve veehouderij en gezondheid
Intensieve veehouderij en gezondheid Renske Nijdam Adviseur milieu & gezondheid 3 december 2015 Bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid Samenwerkingsverband GGD en Brabant/Zeeland Arts, toxicologen, milieugezondheidkundigen,
Nadere informatieVeehouderij & Gezondheid uitkomsten onderzoek
Veehouderij & Gezondheid uitkomsten onderzoek 2016-2017 Renske Nijdam adviseur milieu & gezondheid Regio Hart van Brabant Wat speelt lokaal Landelijke onderzoeken naar effecten veehouderij op gezondheid
Nadere informatieIntensieve veehouderij en gezondheid. Henk Jans, arts MG/chemicus Renske Nijdam 15 juni 2009
Intensieve veehouderij en gezondheid Henk Jans, arts MG/chemicus Renske Nijdam 15 juni 2009 Inhoud presentatie Actualiteit Componenten Beleving Kansen en bedreigingen Onderzoeksvoorstel Actualiteit Handtekeningenactie
Nadere informatieVolksgezondheid en veehouderij
VNG bijeenkomst landelijk gebied en gezondheid 14 september 2016 Volksgezondheid en veehouderij Handelingsperspectieven? Inhoud Werkprogramma regio Zuidoost-Brabant Uitkomsten VGO en Endotoxinen onderzoeken
Nadere informatieDe voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20350 2500 EH Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Bijlage(n)
Nadere informatieWelk inzicht hebben we in de relatie veehouderij en gezondheid? Dick Heederik IRAS Universiteit Utrecht
Welk inzicht hebben we in de relatie veehouderij en gezondheid? Dick Heederik IRAS Universiteit Utrecht Emissies veehouderij Primair fijnstof voer, mestdeeltjes, haren, huidschilfers, veren,.. bacterien
Nadere informatieVeehouderij & Gezondheid stand van zaken onderzoek oktober 2015. Renske Nijdam Adviseur milieu & gezondheid
Veehouderij & Gezondheid stand van zaken onderzoek oktober 2015 Renske Nijdam Adviseur milieu & gezondheid 20 oktober 2015 Danielle van Oudheusden Arts M&G, Infectieziektebestrijding GGD Brabant-Zuidoost
Nadere informatieVOORSTEL AAN DE RAAD: VERGADERING d.d. 27 sept 2016 NR.: RI
VOORSTEL AAN DE RAAD: VERGADERING d.d. 27 sept 2016 NR.: RI-16-00186 Onderwerp: RIVM rapport "Veehouderij en gezondheid omwonenden" Agendapunt 14. Voorstel: Raadsvoorstelnummer 2016-45 1. Kennis te nemen
Nadere informatieVeehouderij & Gezondheid. Renske Nijdam Adviseur milieu & gezondheid
Veehouderij & Gezondheid Renske Nijdam Adviseur milieu & gezondheid 13 januari 2015 Wat ga ik vertellen? Gezondheid & veehouderij Mogelijkheden om gezondheid mee te wegen in de discussie veehouderij Casus
Nadere informatieVeehouderij & Gezondheid stand van zaken april Renske Nijdam Adviseur milieu & gezondheid
Veehouderij & Gezondheid stand van zaken april 2015 Renske Nijdam Adviseur milieu & gezondheid 22 april 2015 Stand van zaken Uitkomsten geuronderzoek GGD Tussentijdse uitkomsten Veehouderij Gezondheid
Nadere informatieVolksgezondheid en veehouderij: handelingsperspectieven
Fred Stouthart Volksgezondheid en veehouderij: handelingsperspectieven Studiedag Hekkelman, Doorn, 3 november 2016 Zijn we uit een droom wakker geworden. We dachten dat de lucht in het buitengebied schoon
Nadere informatieKernpunten advies Gezondheidsraad (november 2012)
Samenvatting kabinetsstandpunt inzake omvang intensieve veehouderij en schaalgrootte d.d. 14 juni 2013 met commentaar ten aanzien van de vraag welke invloed en betekenis het heeft in relatie tot concrete
Nadere informatieVervolggesprekken over leefbaarheid in en om Heusden
Vervolggesprekken over leefbaarheid in en om Heusden Programma 20.00 uur inloop 20.15 uur welkom door wethouder Martens presentaties van Fred Stouthart (OZOB) en Renske Nijdam (GGD) over geur, fijnstof
Nadere informatieMemo. Vragen gemeenteraadsfractie Partij voor de Dieren. aan
Memo aan onderwerp van directie afdeling telefoon datum Raadsfractie Partij voor de Dieren Vragen Partij voor de Dieren n.a.v. Regionaal risicoprofiel De burgemeester mo Veiligheid en wijken 0182-588725
Nadere informatieuw kenmerk DGA-DAD / 14100206 ons kenmerk ECFD/U201401664
Ministerie van Economische Zaken Aan de staatssecretaris van Economische Zaken Mw. S.A.M. Dijksma Postbus 20401 2500 EK 'S-GRAVENHAGE doorkiesnummer (070) 373 8641 betreft Reactie VNG op concept wijzigingsvoorstel
Nadere informatieGGD advies bij vergunningaanvraag Polderweg 25a te Oostwold Herziene versie Jantien Noorda, 29 januari 2013
GGD advies bij vergunningaanvraag Polderweg 25a te Oostwold Herziene versie Jantien Noorda, 29 januari 2013 Aanleiding Gemeente Oldambt heeft contact opgenomen met GGD Groningen naar aanleiding van de
Nadere informatieDe staatssecretaris van Economische Zaken T.a.v. contactpersoon Nationale ombudsman Postbus EK DEN HAAG. Geachte xxx,
De staatssecretaris van Economische Zaken T.a.v. contactpersoon Nationale ombudsman Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG Postadres Postbus 93122 2509 AC Den Haag Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 151 2594 AG Den
Nadere informatieGemeente Bladel Heer C. van Hintum Postbus AA BLADEL
Gemeente Bladel Heer C. van Hintum Postbus 11 5530 AA BLADEL Kenmerk: UIT-17039450 Datum: 28 november 2017 Behandeld door: M. Stijntjes E-mail: m.stijntjes@ggdgmv.nl Onderwerp: GGD advies n.a.v. woningbouw
Nadere informatieVeehouderij en gezondheid in de regio Hollands Midden, een notitie
Veehouderij en gezondheid in de regio Hollands Midden, een notitie Informatie voor beleidsmakers over veehouderij, gezondheid en ruimtelijke ordening Juni 2013 Opstellers: Eline van Daalen, GGD Hollands
Nadere informatieMet deze brief willen de GGD en in Noord-Brabant u informeren over nieuwe inzichten in het dossier geurhinder van veehouderijen.
Aan de wethouders Volksgezondheid en wethouders Milieu van de gemeenten in Noord-Brabant Kenmerk: UIT-15033471 Z-14016606 Datum: 10 maart 2015 Behandeld door: L. Geelen E-mail: l.geelen@ggd-bureaugmv.nl
Nadere informatieIntensieve veehouderij in Zeeland
Intensieve veehouderij in Zeeland Donderdag 7 juli jl. werd het onderzoek Veehouderij en Gezondheid Omwonenden i van het RIVM, Universiteit Utrecht, Wageningen UR en het NIVEL gepubliceerd. Dit onderzoek
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 28 973 Toekomst van de intensieve veehouderij Nr. 137 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARISSEN VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU Aan
Nadere informatieVAN : College van B&W, portefeuillehouder wethouder Th.M. Martens NAMENS DEZE : team Ruimte, A.M.G.T. Smits
MEMO ZAAKNUMMER : 2017039042 AAN : Raad VAN : College van B&W, portefeuillehouder wethouder Th.M. Martens NAMENS DEZE : team Ruimte, A.M.G.T. Smits DATUM : 24 oktober 2017 ONDERWERP : Beleid aanvragen
Nadere informatieAan de voorzitter en leden van Provinciale Staten van Limburg
Aan de voorzitter en leden van Provinciale Staten van Limburg Cluster RMT Behandeld E.H.J. Roos Ons kenmerk 2016/69221 Telefoon +31 43 389 88 04 Uw kenmerk - Maastricht 13 september 2016 Bijlage(n) 1 Verzonden
Nadere informatieIntensieve veehouderij en. hoe groot zijn de risico s? HWA Jans, arts Maatschappij en Gezondheid, profiel medische milieukunde en chemicus
Intensieve veehouderij en gezondheid hoe groot zijn de risico s? HWA Jans, arts Maatschappij en Gezondheid, profiel medische milieukunde en chemicus 14 februari 2012 Historie 1997/98: varkenspest: virus
Nadere informatieQ&A Q&A geitenhouderij en gezondheid
Q&A Q&A geitenhouderij en gezondheid Kennisbericht ter ondersteuning van GGD Bureau GMV in Noord-Brabant in verband met de mogelijke vestiging van een geitenhouderij in de gemeente Gemert/Bakel Versie
Nadere informatieFAQ s geitenhouderij en gezondheid September 2017
FAQ s geitenhouderij en gezondheid September 2017 1. Waarom deze wijziging van de omgevingsverordening? Uit voorzorg, omdat uit recent onderzoek in opdracht van het Rijk blijkt dat omwonenden in straal
Nadere informatieZijn omwonenden veehouderij vaker ziek?
Zijn omwonenden veehouderij vaker ziek? Zijn de omwonenden van veehouderijen vaker ziek? En wat zijn dan hun klachten? Dat is in een notendop de vraag die een groep onderzoekers heeft beantwoord. En daar
Nadere informatieQ&A Q&A aanvullend onderzoek VGO
Q&A Q&A aanvullend onderzoek VGO Kennisbericht ter ondersteuning van GGD Bureau GMV in Noord-Brabant naar aanleiding van de publicatie van het aanvullend onderzoek VGO. Versie 1, 2 november 2017 Versie
Nadere informatieWorkshop Eerste hulp voor gemeente Volksgezondheid en veehouderij
Fred Stouthart Workshop Eerste hulp voor gemeente Volksgezondheid en veehouderij Symposium 13 maart 2019 Verspreiding stoffen uit stallen 2 Veehouderij en volksgezondheid VGO 1, 2, 3 meer luchtwegklachten
Nadere informatie: mogelijkheden vermindering ultrafijn stof en informatieverstrekking
Aan de voorzitter en leden van Provinciale Staten van Limburg Cluster MOA Behandeld Ons kenmerk 2017/4847 Telefoon Uw kenmerk - Maastricht Bijlage(n) 1 Verzonden J.E.M.L. Pijnenburg/ T.C.M. van Dort +31
Nadere informatieMonique Meijerink 30 maart 2009. Relatie luchtkwaliteit - gezondheidsaspecten
Monique Meijerink Relatie luchtkwaliteit - gezondheidsaspecten Krantenkoppen liegen er niet om Bewoners eisen recht op schone lucht Niks aan de hand, gewoon deuren en ramen dicht Megastal bedreiging voor
Nadere informatie15-07-2008 Kamervragen aan de ministers van VWS en LNV over de explosieve stijging van het aantal Q-koorts gevallen in Brabant
15-07-2008 Kamervragen aan de ministers van VWS en LNV over de explosieve stijging van het aantal Q-koorts gevallen in Brabant Kamervragen van het lid Thieme aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Agro en Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den
Nadere informatieInspraakreactie Stichting Leefbaar Buitengebied Gelderland vergadering Commissie Ruimtelijke Ordening, Landelijk gebied en Wonen
Inspraakreactie Stichting Leefbaar Buitengebied Gelderland vergadering Commissie Ruimtelijke Ordening, Landelijk gebied en Wonen 13-09-2017 We zijn erg blij met het besluit om de geitenhouderij op slot
Nadere informatieVolksgezondheid en veehouderij
Volksgezondheid en veehouderij Ammoniak, geur Emissies intensieve veehouderij Fijn stof (PM10, PM2,5) 75-80% door menselijk handelen, rest is van natuurlijke oorsprong Zeezout, bodemstof, verkeersemissies,
Nadere informatieUIT Datum: 14 maart 2017 M. Scholtes / R. Nijdam/ S. van Dam Onderwerp:
/ r^/0i Gemeente Meierijstad De heer C. van den Boogaard Postbus 10.001 5460 DA VEGHEL Kenmerk: Behandeld door: UIT-17038236 Datum: 14 maart 2017 M. Scholtes / R. Nijdam/ S. van E-mail: m.scholtes@ggdgmv.nl
Nadere informatieMinisterie van Infrastructuur en Milieu T.a.v. mevrouw S. Dijksma, staatssecretaris. Postbus 20901, 2500 EX Den Haag. Geachte mevrouw Dijksma,
Ministerie van Infrastructuur en Milieu T.a.v. mevrouw S. Dijksma, staatssecretaris Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Geachte mevrouw Dijksma, Met veel genoegen bied ik u de resultaten aan van de bestuurlijke
Nadere informatieUitbreiding pluimveehouderij Buijs VOF te Emmer-Compascuum
Uitbreiding pluimveehouderij Buijs VOF te Emmer-Compascuum Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 9 november 2016 / projectnummer: 3157 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) Landbouwbedrijf
Nadere informatieGezondheidsrisico s voor omwonenden van intensieve veehouderijen. Prof Dr Dick Heederik Institute for Risk Assessment Sciences Universiteit Utrecht
Gezondheidsrisico s voor omwonenden van intensieve veehouderijen Prof Dr Dick Heederik Institute for Risk Assessment Sciences Universiteit Utrecht MER bijeenkomst Utrecht 2013 Gezondheidsrisico s en effecten
Nadere informatieGezondheid gebaat bij 250 meter afstand tussen intensieve veehouderij en burgerwoning
Gezondheid gebaat bij 250 meter afstand tussen intensieve veehouderij en burgerwoning Vanuit gezondheidsperspectief adviseert de GGD aan gemeenten een minimumafstand van 250 meter tussen een intensieve
Nadere informatieStand van zaken duurzaam veehouderijbeleid. 5 november 2013
Stand van zaken duurzaam veehouderijbeleid 5 november 2013 Inhoud Rijksoverheid provincie Noord Brabant Beleid Oirschot Toetsingsinstrument gezondheid bij veehouderijen Beleid rijksoverheid Dierrechten/mestoverschot
Nadere informatieGeachte mevrouw Vork,
Bezoekadres Mien Ruysweg 1 9408 KA Assen Postadres Postbus 144 Stalbouw.NL T.a.v. mw. Iris Vork Kosterijland 7 3981 AJ Bunnik T 0592-306300 F 0592-314248 Einfo@ggddrenthe.nl I www.ggddrenthe.nl Datum:
Nadere informatieRaadsinformatiebrief Nr
gemeente Hilvarenbeek *16int03478* 16int03478 Zaaknummer: Raadsinformatiebrief Nr. 2016-78 Aan : Raad Van : College van B&W Behandeld in collegevergadering van : 19 juli 2016 Datum : 12 juli 2016 Portefeuillehouder
Nadere informatieDe Geurverordening veehouderij Boxtel 2008 in te trekken en de Geurverordening veehouderij Boxtel 2014 vast te stellen.
Datum: 13-05-14 Onderwerp Evaluatie geurverordening veehouderij Boxtel Status Besluitvormend Voorstel De Geurverordening veehouderij Boxtel 2008 in te trekken en de Geurverordening veehouderij Boxtel 2014
Nadere informatieVOORSTEL AAN DE RAAD: Raadsvergadering d.d. 13 mrt 2018 NR.: RI
VOORSTEL AAN DE RAAD: Raadsvergadering d.d. 13 mrt 2018 NR.: RI-18-00370 Onderwerp: Voorbereidingsbesluit geitenhouderijen Agendapunt 16. Voorstel: Raadsvoorstelnummer 2018-18 1. Voorbereidingsbesluit
Nadere informatieDe voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000
Nadere informatieResultaten VGO en gerelateerde studies: inzichten in de relatie veehouderij en gezondheid? Dick Heederik IRAS Universiteit Utrecht
Resultaten VGO en gerelateerde studies: inzichten in de relatie veehouderij en gezondheid? Dick Heederik IRAS Universiteit Utrecht VGO studie Geen aanwijzingen voor meer ziekte door zoönoseverwekkers of
Nadere informatieSeminar Veehouderij en volksgezondheid
Seminar Veehouderij en volksgezondheid Dick Heederik Universiteit Utrecht (IRAS) Fred Stouthart Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant Paul Bodden Hekkelman Advocaten Doorn 3 november 2016 Programma Seminar
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 29 383 Regelgeving Ruimtelijke Ordening en Milieu 28 973 Toekomst veehouderij Nr. 295 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Nadere informatieBrochure INFORMATIE VOOR OUDERS MET KINDEREN BIJ AGRARISCHE KINDEROPVANG. 15 december
Brochure INFORMATIE VOOR OUDERS MET KINDEREN BIJ AGRARISCHE KINDEROPVANG 15 december 2017 www.vggm.nl Informatie voor ouders met kinderen bij agrarische kinderopvang INHOUDSOPGAVE INFORMATIE VOOR OUDERS...
Nadere informatieRaadsvoorstel. Status: Besluitvormend. Agendapunt: 13. Datum: 12 augustus 2014. Decosnummer: 226. E. m.borkent@dalfsen.nl T.
Raadsvoorstel Status: Besluitvormend Agendapunt: 13 Onderwerp: Geurverordening Datum: 12 augustus 2014 Portefeuillehouder: dhr. N.L. Agricola Decosnummer: 226 Informant: Marco Borkent E. m.borkent@dalfsen.nl
Nadere informatieGeachte heer Landeweerd,
I'@I+'" Gelderland-M idden Omgevingsdienst De Vallei T.a.v. de heer H. Landeweerd Postbus 9024 6710 HM EDE Datum 15 juni 2016 Uw kenmerk Ons kenmerk 160615-0003 Contactpersoon Chris Zwerver Telefoonnummer
Nadere informatieAdvieslijst. Datum: 20:00 uur. De agenda wordt ongewijzigd. Omschrijving. Onderwerp. vastgesteld. van de agenda. zoeken veehouderij.
Advieslijst van de vergadering van de commissie Ruimte & Economie Plaats: Gemeentehuis Deurne Datum: 1 november 2016 Tijd: 20:00 uur Aanwezig: L. Cuijpers, voorzitter; C. Hendriks, griffier; W. Luijten,
Nadere informatieDe voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000
Nadere informatieVormvrije m.e.r. versie 30 november 2016
Vormvrije m.e.r. versie 30 november 2016 Zomerstaete Holding B.V. De heer L. Flier Provincialeweg 7d 3271 LW Mijnsheerenland Inleiding In gevallen dat een besluit of plan betrekking heeft op activiteiten
Nadere informatieGeitenhouderij en gezondheid duiding van het extra risico op longontsteking bij omwonenden van geitenhouderijen in Gelderland
Bijlage bij Statenbrief - zaaknummer 2017-012141 Geitenhouderij en gezondheid duiding van het extra risico op longontsteking bij omwonenden van geitenhouderijen in Gelderland Geitenhouderij en gezondheid
Nadere informatieINGEKOMEN GEMEENTE BERGEIJK 3 OKT Afd Kopie aan
16IK003394 College van B&W (verzendlijst) Afd Kopie aan INGEKOMEN GEMEENTE BERGEIJK 3 OKT. 2016... t Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC 's-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 info@brabant.nl
Nadere informatieHierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Arib (PvdA) over het nut van de griepprik (2011Z20885).
> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX DEN HAAG T 070 30 79 11 F 070 30
Nadere informatieFijnstofnieuws mag wel naar buiten
Persinformatie Fijnstofnieuws mag wel naar buiten Praktijkcentrum E missiereductie Veehouderij Op 13 februari 2019 is het Fijnstof Event in Barneveld georganiseerd door het Praktijkcentrum Emissiereductie
Nadere informatieOntmoetingsdag OD -GGD 26 maart Rik van de Weerdt, arts medische milieukunde toxicoloog / GAGS GGD en Overijssel & Gelderland
Ontmoetingsdag OD -GGD 26 maart 2015 Rik van de Weerdt, arts medische milieukunde toxicoloog / GAGS GGD en Overijssel & Gelderland GGD enregio Oost Stralingshygiëne Milieugezondheidskunde Bouwfysica Geneeskunde
Nadere informatieGezondheidswinst door schonere lucht. Nr. 2018/01. Samenvatting
Gezondheidswinst door schonere lucht Nr. 2018/01 Gezondheidswinst door schonere lucht pagina 2 van 5 De lucht in Nederland is de afgelopen decennia een stuk schoner geworden en voldoet nu vrijwel overal
Nadere informatiePROVINCIALS STATEN VAN OVERUSSEL Reg.nr. V$/ZO 11 / \OX8. Dat. ontv.: 0 1 DEC 2011. Routing
Provinciate Staten van Overijsssl PROVINCIALS STATEN VAN OVERUSSEL Reg.nr. V$/ZO 11 / \OX8 Dat. ontv.: 0 1 DEC 2011 Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 0384998899 Fax 0384254888 overijssel.nl
Nadere informatieVictorialaan 1 b-g 5213 JG s-hertogenbosch Gildekamp SP Cuijk Postbus AB Cuijk
Victorialaan 1 b-g 5213 JG s-hertogenbosch Gildekamp 8 5431 SP Cuijk Postbus 88 5430 AB Cuijk 0485-338300 info@odbn.nl www.odbn.nl Datum 22 maart 2016 Aan Gemeente Haaren, de heer Van Nuland Van De heer
Nadere informatieAntwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) d.d. 19 oktober Nummer 2730
van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PvdD) d.d. 19 oktober 2012 Nummer 2730 Onderwerp Grotere bouwvlakken dan 2 ha veehouderij. Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting In een
Nadere informatieFactsheet luchtkwaliteit over het jaar 2014
Factsheet luchtkwaliteit over het jaar 2014 Achtergrondinformatie Fijnstof is een vorm van luchtverontreiniging die een negatief effect kan hebben op de gezondheid van de mens. Kortstondige blootstelling
Nadere informatie2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE
> Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4
Nadere informatieAntwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.K.H. van Viegen (PvdD) (d.d. 4 juli 2017 ) Nummer 3311
van Gedeputeerde Staten op vragen van A.K.H. van Viegen (PvdD) (d.d. 4 juli 2017 ) Nummer 3311 Onderwerp Plannen melkgeitenstal Mijnsheerenland Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting vragensteller
Nadere informatieProjectplan Veehouderij en Gezondheid Omwonenden (VGO)
Projectplan Veehouderij en Gezondheid Omwonenden (VGO) Waarom dit onderzoek? Sinds enkele jaren staat de gezondheid van mensen die in de buurt van veehouderijen wonen in de belangstelling. Discussies over
Nadere informatieAan de Commissie Bezwaar en Beroep p/a Gemeente Horst aan de Maas Wilhelminaplein 6 Horst
Aan de Commissie Bezwaar en Beroep p/a Gemeente Horst aan de Maas Wilhelminaplein 6 Horst Grubbenvorst, 11-3- 11 Betreft: Behandeling klacht Behoud de Parel Geachte commissie, Op 24 november 2009 hebben
Nadere informatieSalland Café: Veehouderij en gezondheid in Salland, wat weten we ervan?
Salland Café: Veehouderij en gezondheid in Salland, wat weten we ervan? 18 september 2017 Korte introductie Ingrid Jansen Biografie Voorzitter POV en NVV Politiek-bestuurlijke achtergrond Dochter van Brabantse
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.
Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden
Nadere informatiede nabijheid van geiten- en pluimveehouderijen; actualisering van gegevens uit huisartspraktijken
Statenmededeling Onderwerp Huisartsenonderzoek Longontsteking in de nabijheid van geiten- en pluimveehouderijen Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant, Kennisnemen van Het rapport Veehouderij en Gezondheid
Nadere informatieAanpak fijn stof bij veehouderijen
Aanpak fijn stof bij veehouderijen Ministerie van Infrastructuur en Milieu 13 december 2011 1. Inleiding In het kader van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) is in 2009 en 2010 onderzoek
Nadere informatieRuimtelijke impact fijn stof bij veehouderijen
Ruimtelijke impact fijn stof bij veehouderijen VNG Studiedag: Naar een beter buitengebied 9 maart 2017 (Eindhoven) Frank Toemen (OddV) en Regina Jansen (Ede) Wat vertellen we? Schets problematiek regio
Nadere informatieAntwoorden op veel gestelde vragen over de folder Chroom-6 en ziekten: wat is er bekend uit de wetenschap?
Antwoorden op veel gestelde vragen over de folder Chroom-6 en ziekten: wat is er bekend uit de wetenschap? De vragen en antwoorden zijn onderverdeeld in vijf groepen: 1 Algemene vragen over de folder...1
Nadere informatieLuchtverontreiniging en gezondheid
Luchtverontreiniging en gezondheid Dr. Ir. Moniek Zuurbier GGD Gelderland-Midden 2 Inhoud presentatie Gezondheidseffecten: longen en hart Gevoelige groepen Blootstelling in Nederland Trends Componenten
Nadere informatieOpenbare bijeenkomst over Asvam met gedeputeerde Yves de Boer en wethouder Nicole Lemlijn
LEDENBRIEF Vereniging Stopdestank Deurne nummer 17 januari 2013 Stopdestank organiseert Openbare bijeenkomst over Asvam met gedeputeerde Yves de Boer en wethouder Nicole Lemlijn WOENSDAG 23 JANUARI 2013
Nadere informatie22 Gezondheid en de intensieve veehouderij
BIJLAGE 22 Gezondheid en de intensieve veehouderij Inleiding In dit hoofdstuk is informatie opgenomen aangaande de lopende onderzoeken en huidige inzichten met betrekking tot de relatie tussen intensieve
Nadere informatieLuchtkwaliteit in Zeist
Luchtkwaliteit in Zeist Inleiding In een eerder artikel is gesproken over Samen het milieu in Zeist verbeteren en de vier pijlers onder het uitvoeringsplan, zie het artikel op deze website van 7 juni en
Nadere informatie13 Intensieve veehouderij
13 Intensieve veehouderij Aan de orde is het spoeddebat over gezondheidseffecten van de intensieve veehouderij in Brabant. Voorzitter. Ik woon met mijn gezin in Brabantdorp. Ons huis is het laatste huis
Nadere informatieOntvangen 3 0 JUNI Gemeente Dongen. M Gezondheid, Milieu en Veiligheid Brabant. t.a.v. M. Boonekamp Postbus GE DONGEN
Ontvangen M Gezondheid, Milieu en Veiligheid Brabant 3 0 JUNI 2017 Gemeente Dongen Gemeente Dongen t.a.v. M. Boonekamp Postbus 10153 5100 GE DONGEN Kenmerk: UIT-17038706 Datum: 28 juni 2017 Behandeld door:
Nadere informatieOnafhankelijke informatie over het effect van de veehouderij op de gezondheid van mensen
Onafhankelijke informatie over het effect van de veehouderij op de gezondheid van mensen Betrouwbaarheid door samenwerking Het Kennisplatform geeft, op een onafhankelijke manier, duidelijkheid over wat
Nadere informatieLuchtkwaliteit. Een gezonde hoeveelheid luchtvervuiling bestaat niet!!??
Luchtkwaliteit Een gezonde hoeveelheid luchtvervuiling bestaat niet!!?? Deel 1: Wat is luchtverontreiniging? Emissie, Verspreiding,Blootstelling 1952 2009 3 4 5 Van de bronnen van luchtvervuiling in Nederland
Nadere informatieHoogspanningslijnen. Antwoord op de meest gestelde vragen
Hoogspanningslijnen Antwoord op de meest gestelde vragen 2 Ministerie van Infrastructuur en Milieu Hoogspanningslijnen Antwoorden op de meest gestelde vragen Inhoudsopgave 1. Waarom deze brochure? 3 2.
Nadere informatieRisicoschatting emissie PFOA voor omwonenden
Risicoschatting emissie PFOA voor omwonenden Inhoud 1. Aanleiding 2. Risicoschatting 3. Resultaten 4. Conclusie Gezondheidsrisico 5. Aanbevelingen PFOA emissies Dordrecht 5 april 2016 1. Aanleiding voor
Nadere informatieG G D n o t i t i e : Gemeente Bronckhorst : Marianne Pothof : Team MMK GGD
G G D n o t i t i e Aan T.a.v. Van : Gemeente Bronckhorst : Marianne Pothof : Team MMK GGD Tel. nr. : 088-443 3016 Datum : 7 januari 2013 Kopie : Onderwerp: Advies GGD realisatie pluimveebedrijf Landeweerweg
Nadere informatieGeachte griffier, Bij voorbaat hartelijk dank voor uw medewerking, Met vriendelijke groet,
Van: Secretariaat-Kennisplatformveehouderij Verzonden: donderdag 23 mei 2019 08:53 Onderwerp: Kennisplatform Veehouderij en humane gezondheid. Aan de griffier
Nadere informatieVMR Actualiteitendag Veehouderij en volksgezondheid
VMR Actualiteitendag 2019 Veehouderij en volksgezondheid Paul Bodden Utrecht 21 maart 2019 Veehouderij en volksgezondheid Gezondheidsrisico s van veehouderijen: onderzoeken Omgevingsrechtelijk kader Ruimtelijke
Nadere informatieartikel 2.1, lid 1, onder a, artikel 2.10, artikel 2.1, lid 1, onder e en artikel 2.14 Wabo (Activiteiten bouwen en Milieu)
gemeente Nieuwkoop afdeling Publiekszaken nota van n aanvraag locatie aanvrager zaaknummer procedure het in gebruik hebben van een tweede mestopslagplaats met een capaciteit van 80 m 3 en het overkappen
Nadere informatie1. Oordeel over het Milieueffectrapport (MER)
1. Oordeel over het Milieueffectrapport (MER) 1 De gemeente Gemert-Bakel wil een nieuw bestemmingplan voor het buitengebied vaststellen. Belangrijk uitgangspunt is om de inhoud af te stemmen op de provinciale
Nadere informatieVeehouderij 2012 Bedrijfsontwikkelingen, ammoniak, geur en fijnstof
Provincie Noord-Brabant Veehouderij 2012 Bedrijfsontwikkelingen, ammoniak, geur en fijnstof Auteur U.M.Henkel Datum 1 april 2014 2 Samenvatting De Rapportage Veehouderij 2012 bevat informatie over de ontwikkelingen
Nadere informatie