HERSTRUCTURERINGSREGELING JUMBO DISTRIBUTIECENTRUM B.V. JUMBO SUPERMARKTEN B.V. Centrale Ondernemingsraad Jumbo Groep Holding B.V.

Transcriptie

1 HERSTRUCTURERINGSREGELING JUMBO DISTRIBUTIECENTRUM B.V. JUMBO SUPERMARKTEN B.V. Centrale Ondernemingsraad Jumbo Groep Holding B.V. 1 januari 2016 tot en met 31 december 2018

2 Jumbo Distributiecentrum B.V., gevestigd te Veghel Jumbo Supermarkten B.V., gevestigd te Veghel hierna te noemen de Werkgever elk als partij ter ene zijde en Centrale Ondernemingsraad Jumbo Groep Holding B.V., gevestigd te Veghel hierna te noemen de COR Verklaren te zijn overeengekomen de inhoud van deze Herstructureringsregeling inclusief bijlagen. Aldus overeengekomen te Veghel in DATUM. De tekst van deze Herstructureringsregeling is in drievoud opgemaakt en ondertekend te Veghel op DATUM Partij ter ene zijde: de Werkgever G.F.T. van Eerd CEO A.L. van Veen CFO Partij ter andere zijde: de COR A.T.G.N. Teklenburg Voorzitter COR P.J. Schlömer Vicevoorzitter COR

3 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 3 Artikel 1 Inleiding... 4 Artikel 2 Looptijd Herstructureringsregeling... 4 Artikel 3 Betrokkenheid Ondernemingsraad... 4 Artikel 4 Definities... 4 Artikel 5 Informatieverstrekking door Medewerker... 5 Artikel 6 Fiscale afwikkeling... 5 Artikel 7 Werkingssfeer... 6 Artikel 8 Boventalligheid en Aanzegging... 6 Artikel 9 Positie boventallige Medewerker... 6 Artikel 10 Herplaatsing... 7 Artikel 11 Niet passende functie, op verzoek van de Medewerker... 8 Artikel 12 Proefplaatsing... 8 Artikel 13 Financiële regelingen bij interne herplaatsing... 9 Artikel 14 Werk-naar-werk traject Artikel 15 Beëindiging dienstverband Artikel 16 Eenmalige bruto vergoeding Artikel 16b Extra eenmalige bruto vergoeding Artikel 17 Plaatsmakersregeling Overige emolumenten en procedure bij einde dienstverband Artikel 18 Arbeidsvoorwaarden, (lease)auto, bedrijfseigendommen, studieovereenkomst, concurrentiebeding Artikel 19 Referentie / getuigschrift Artikel 20 Collectieve verzekeringen Artikel 21 Vakantie-uren / rekening courant Artikel 22 Eindafrekening Artikel 23 Betaling eenmalige bruto vergoeding Overige bepalingen Artikel 24 Geschillen interpretatie Herstructureringsregeling Artikel 25 Begeleidingscommissie Artikel 26 Hardheidsclausule Artikel 27 Wijzigingen Herstructureringsregeling... 18

4 Artikel 1 Inleiding Deze Herstructureringsregeling is bedoeld om zowel de uitgangspunten als concrete maatregelen aan te geven die de Werkgever zal nemen in de onder de werkingssfeer van deze Herstructureringsregeling genoemde reorganisaties. Onder reorganisatie wordt in dit verband verstaan de beslissing van de Werkgever om tot een wijziging van de onderneming of een deel van de onderneming over te gaan. Zo n reorganisatie betreft de aanpassing van de organisatie met de volgende effecten: - de functies van een deel van de Medewerkers worden gewijzigd of komen te vervallen, of de Medewerker(s) worden boventallig als gevolg van een reductie van het aantal formatieplaatsen. Dit kan ook één Medewerker betreffen; - interne of externe herplaatsing en/of beëindiging van het dienstverband kan aan de orde zijn. Het belangrijkste uitgangspunt van deze Herstructureringsregeling is dat de Werkgever zich verbindt om bedoelde Medewerkers effectief te begeleiden bij het vinden van ander werk. Hierbij blijft de eigen verantwoordelijkheid van de betreffende Medewerkers overigens essentieel. Artikel 2 Looptijd Herstructureringsregeling De Herstructureringsregeling treedt in werking op 1 januari 2016 en eindigt van rechtswege op 31 december Ingegane rechten voortvloeiend uit deze Herstructureringsregeling blijven van kracht, ook nadat de werkingsduur van deze Herstructureringsregeling is verstreken. Artikel 3 Betrokkenheid Ondernemingsraad De COR zal advies gevraagd worden in het geval de reorganisatie substantieel of ingrijpend genoeg is, conform de bepalingen van de Wet op de ondernemingsraden (WOR). Artikel 4 Definities Werkgever: Medewerker: Aanzegging: Boventalligheid: Oorspronkelijke functie: Bruto periodesalaris: Einddatum: Dienstjaren: Jumbo Supermarkten B.V. of Jumbo Distributiecentrum B.V. de persoon (m/v) die op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd in dienst is van de Werkgever. de schriftelijke bevestiging aan de Medewerker van de individuele gevolgen van de reorganisatie en/of organisatiewijziging (bijvoorbeeld een aankondiging van een (voorgenomen) ontslag, of bijvoorbeeld een functie- en/of standplaatswijziging). de functie en/of arbeidsplaats van de Medewerker komt te vervallen. de functie die de Medewerker vervult op het moment van de aanzegging. het in de voorafgaande periode van aanzegging of boventalligheid geldende bruto periodesalaris (inclusief 8% vakantietoeslag), te vermeerderen met de vaste inkomensbestanddelen functie-, nominale, administratieve toeslag en/of ploegentoeslag. de datum waarop de arbeidsovereenkomst eindigt. de periode gedurende welke de Medewerker op de einddatum op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaam is geweest bij Werkgever en/of haar rechtsvoorgangsters.

5 Opzegtermijn: Fictieve opzegtermijn: CAO: Arbeidsvoorwaardenregeling: Partijen: COR: AOW: WW: BW: de opzegtermijn die tussen partijen geldt, op basis van de (collectieve) arbeidsovereenkomst. de opzegtermijn minus de doorlooptijd van de procedure bij het UWV, zoals bedoeld in de wet, in het geval de arbeidsovereenkomst wordt opgezegd met gebruikmaking van een ontslagvergunning. In het geval van beëindiging met wederzijds goedvinden (VSO) is de fictieve opzegtermijn de opzegtermijn op grond van de (collectieve) arbeidsovereenkomst. 1. Op de arbeidsovereenkomsten van Medewerkers Hoofdkantoor & Overhead Supply Chain is de beloningssystematiek Hoofdkantoor & Overhead Supply Chain van toepassing ( het loonhuis ) en andere van toepassing verklaarde bedrijfseigen regelingen. De CAO voor het Personeel van Grootwinkelbedrijven in Levensmiddelen (VGL CAO) vormt de basis voor het loonhuis. Voor zover in het loonhuis niet anders is bepaald, geldt de VGL CAO. 2. CAO Jumbo Logistiek De aanvullende regelingen geldend op het moment van aanzegging of boventalligheid voor de betreffende arbeidsvoorwaarden doelgroep contractpartijen bij de Herstructureringsregeling, zijnde de Werkgever en de COR de Centrale Ondernemingsraad Jumbo Groep Holding B.V. Algemene ouderdomswet. Werkloosheidswet. Boek 7, titel 10 van het Burgerlijk Wetboek. Artikel 5 Informatieverstrekking door Medewerker De Medewerker die een beroep doet op de financiële voorzieningen van de Herstructureringsregeling verplicht zich aan de Werkgever de ter zake doende inlichtingen en gegevens tijdig en naar waarheid te verstrekken. Artikel 6 Fiscale afwikkeling Alle in de Herstructureringsregeling genoemde vergoedingen zijn tenzij uitdrukkelijk anders vermeld bruto vergoedingen. Werkgever zal de wettelijk verplichte inhoudingen plegen. Vergoedingen worden slechts onbelast uitgekeerd voor zover de fiscale en/of sociale wetgeving zich hier niet tegen verzet en dit niet leidt tot een kostenverhoging voor de Werkgever.

6 Artikel 7 Werkingssfeer Deze herstructureringsregeling is van toepassing op de besluiten uit de adviesaanvragen in het kader van wijziging van de organisatie van het hoofdkantoor, d.d. 23 december 2015 en van wijziging van een deel van de non-overhead organisatie SC, d.d. 22 januari De Herstructureringsregeling is van toepassing op alle Medewerkers die een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd met de Werkgever hebben, ongeacht of op deze arbeidsovereenkomst de cao of arbeidsvoorwaardenregeling van toepassing is verklaard, en van wie de arbeidsplaats komt te vervallen als direct gevolg van de in de onderneming aan de orde zijnde reorganisatie en/of organisatiewijziging en die in de periode van 1 januari 2016 tot en met 31 december 2018 een aanzegging/boventalligheid hebben ontvangen, met uitzondering van Medewerkers met wie om een andere reden dan een reorganisatie of organisatiewijziging (bijvoorbeeld wanprestatie, niet of onvoldoende functioneren, dringende reden, twee jaar arbeidsongeschiktheid, het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd) de arbeidsovereenkomst eindigt. Artikel 8 Boventalligheid en Aanzegging 1. Als gevolg van het vervallen van de arbeidsplaats en/ of de functie van de Medewerker, wordt een Medewerker boventallig verklaard. Bij de bepaling of een Medewerker boventallig is, wordt binnen een groep van uitwisselbare functies het afspiegelingsbeginsel gehanteerd, conform de geldende wet-, regelgeving en richtlijnen, conform de Ontslagregeling. 2. Na het definitieve besluit van de directie tot reorganisatie en/of organisatiewijziging, ontvangt de Medewerker een aanzegging waarin de gevolgen van het besluit voor de Medewerker worden beschreven. 3. In de aanzegging wordt vermeld: a. De datum waarop de Medewerker boventallig wordt; b. Of er mogelijkheden zijn tot interne herplaatsing, al dan niet in een passende functie(s), en de procedure om in aanmerking te komen voor de betreffende functie(s); c. Op welke wijze het dienstverband door de Werkgever zal worden beëindigd; d. De mogelijke Einddatum. Artikel 9 Positie boventallige Medewerker 1. In beginsel zal de Medewerker niet worden vrijgesteld van werkzaamheden. Medewerker dient de werkzaamheden tot einddatum te blijven voldoen alsmede de noodzakelijke overdracht van werkzaamheden. Op basis van een schriftelijk verzoek en schriftelijke akkoordverklaring kan de Medewerker één maand voor beëindiging van de dienstbetrekking worden vrijgesteld van werk. 2. De intentie van de Werkgever is om zich voor zover mogelijk in te spannen om de Medewerker te herplaatsen via de faciliteiten als genoemd in artikel 14 ( werk-naar-werk traject ), al dan niet in een interne (passende) functie. De aangezegde Medewerker zal zich op zijn beurt actief inzetten om een andere externe danwel interne functie te zoeken en kan daarbij gebruik maken van de faciliteiten beschreven in artikel 14 werk-naar-werk traject. 3. De aangezegde Medewerker wordt, na overleg met diens leidinggevende, in de gelegenheid gesteld om onder werktijd te solliciteren naar een andere interne of externe functie. 4. De aangezegde Medewerker wordt in de gelegenheid gesteld om onder werktijd eventuele collectieve trainingen in het kader van het werk-naar-werk-traject te volgen.

7 Artikel 10 Herplaatsing 1. Voor de Medewerkers die boventallig worden verklaard wordt onderzocht of er intern mogelijkheden zijn tot herplaatsing. Indien er mogelijkheden zijn, zal de Werkgever daar in de aanzegging naar verwijzen en de Medewerker informeren ten aanzien van de procedure om in aanmerking te komen voor de betreffende functie. 2. De Werkgever acht elke aangeboden functie passend, echter kan de Medewerker in de zin van artikel 11 van deze Herstructureringsregeling schriftelijk beargumenteren dat de aangeboden functie niet passend is. 3. Indien de Medewerker een aanbod voor een interne functie accepteert, wordt hij niet langer als boventallig aangemerkt en zal een eventueel gestarte ontslagprocedure worden beëindigd. Indien de Medewerker reeds een vaststellingsovereenkomst heeft getekend, dan brengt het aanvaarden van een interne functie mee dat de Medewerker accepteert dat de vaststellingsovereenkomst komt te vervallen. Aan de vaststellingsovereenkomst kunnen dan geen rechten meer aan worden ontleend. 4. De oorspronkelijke indiensttredingsdatum blijft bij herplaatsing gehandhaafd. 5. Medewerker en Werkgever kunnen binnen 6 maanden na interne plaatsing van de Medewerker terugkomen op de plaatsing in een nieuwe functie. Dan valt de Medewerker terug op de arbeidsvoorwaarden behorende bij zijn Oorspronkelijke functie en op de bepalingen van deze Herstructureringsregeling. In voorkomende gevallen zal onderzocht worden of het mogelijk is de Medewerker in een andere functie te herplaatsen. Betrokken Medewerker zal voorrang krijgen boven Medewerkers die niet boventallig zijn. 6. Indien het openstellen van vacatures voor sollicitaties onwenselijk is omdat dit zou kunnen leiden tot oneigenlijke procedures en onwenselijke onzekerheid bij de betrokkenen, kan deze openstelling achterwege blijven. 7. Bij de invulling van vrijvallende functies wordt met inachtneming van het bepaalde in lid 10 - voorrang gegeven aan Medewerkers van wie de arbeidsplaats is vervallen of komt te vervallen. 8. Alle vacante functies worden gelijktijdig en op gelijke wijze aan alle Medewerkers bekend gemaakt. Medewerkers hebben tot tien werkdagen na dagtekening van de vacaturemelding gelegenheid om te solliciteren op de vacature. Daarnaast heeft Werkgever het recht om een betrokken Medewerker te benaderen voor vervulling van de functie. 9. Indien overtuigend kan worden aangetoond dat geen van de betrokken Medewerkers die hebben gesolliciteerd voor die vervulling in aanmerking komen en kunnen worden gebracht, zullen Medewerkers met een contract voor bepaalde tijd aan wie is medegedeeld dat hun arbeidsovereenkomst vanwege bedrijfseconomische redenen niet wordt verlengd in de gelegenheid worden gesteld op de vacature te solliciteren. Pas als ook dat niet tot vervulling van de vacature heeft geleid, vindt externe vacaturevervulling plaats. 10. Gedeeltelijk arbeidsongeschikte boventallige Medewerkers worden met voorrang geplaatst boven boventallige Medewerkers. 11. Ten aanzien van boventalligen met een zwakke arbeidsmarktpositie zal door Werkgever een extra inspanningsverplichting in acht worden genomen voor wat betreft de in- en externe herplaatsing. Indien van toepassing dient tegelijkertijd te worden vastgesteld op welke datum de Medewerker met pensioen zal gaan. De Begeleidingscommissie toetst of Werkgever de extra inspanningsverplichting in acht heeft genomen.

8 Artikel 11 Niet passende functie, op verzoek van de Medewerker 1. Een interne functie kan als niet passend worden aangemerkt, op schriftelijk verzoek van de Medewerker aan de Werkgever, indien sprake is van meer dan een verschil van maximaal één functieniveau naar boven of naar beneden ten opzichte van het functieniveau van de Oorspronkelijke functie. Hierbij verwijzen de functieniveaus naar de niveaus die binnen het functiegebouw van de organisatie van de Werkgever gehanteerd worden. Indien de nieuwe reisafstand langer wordt dan de reisafstand in de Oorspronkelijke functie, kan aanvullend op basis van onderstaande een beroep op niet passendheid worden gedaan: - de nieuwe reistijd bedraagt meer dan 90 minuten (enkele reis van het huisadres naar de nieuwe werkplek). Indien de Medewerker aangeeft te reizen met het openbaar vervoer dan wordt gekeken naar de meest gebruikelijke route per openbaar vervoer. Bij de vaststelling van de reistijd wordt gebruik gemaakt van de reisplanner Indien de Medewerker aangeeft te reizen per (lease)auto dan wordt bij de vaststelling van de reistijd gebruik gemaakt van de routeplanner Easy Travel. De reistijd wordt vastgesteld op basis van de snelste route van de postcode van het woonadres naar de postcode van het werkadres. Indien binnen 6 maanden na plaatsing mocht blijken dat de werkelijke reistijd (enkele reis) aantoonbaar en structureel langer is dan 90 minuten, kan Medewerker alsnog een beroep doen op het niet passend zijn van de functie. 2. Indien de Medewerker een aanbod voor een passende functie weigert, zonder dat daarvoor naar het oordeel van de Werkgever een redelijke grond aanwezig is, wordt hij uitgesloten van de voorzieningen van deze Herstructureringsregeling. 3. Indien de Medewerker zich niet kan vinden in het oordeel van de Werkgever omtrent de passendheid van een functie of omtrent het uitsluiten van een Medewerker van de Herstructureringsregeling nadat deze een passende functie heeft geweigerd, kan de Medewerker binnen tien werkdagen na het schriftelijke aanbod van de Werkgever van een passende functie danwel na de schriftelijke beslissing van de Werkgever tot uitsluiting van de Medewerker, een schriftelijk verzoek indienen bij de Begeleidingscommissie. Artikel 12 Proefplaatsing 1. Ingeval van twijfel over de vraag of de functie niet passend is, danwel in geval van twijfel over de geschiktheid van de Medewerker voor een (niet passende) functie, kan de Werkgever besluiten tot een proefplaatsing. Indien zij daartoe besluit, wordt de duur ervan meegedeeld. De duur bedraagt maximaal een termijn van vier perioden. Bovendien wordt meegedeeld of mogelijk sprake is van verplichte trainingen. 2. Indien na de periode van maximaal vier perioden nog steeds twijfel bestaat bij de Werkgever in de in het vorige lid bedoelde zin, kan de Werkgever aan de Begeleidingscommissie verzoeken de termijn van proefplaatsing te verlengen met maximaal vier perioden. 3. Artikel 13 is van toepassing tijdens de proefplaatsing (en uiteraard ook indien de Medewerker vervolgens definitief wordt geplaatst in een interne functie). 4. Indien de Werkgever na afloop van de proefplaatsing vaststelt dat de Medewerker niet geschikt is voor de nieuwe functie, dan valt de Medewerker terug op de arbeidsvoorwaarden behorende bij zijn Oorspronkelijke functie en op de bepalingen van deze Herstructureringsregeling. In voorkomende gevallen zal onderzocht worden of het mogelijk is de Medewerker in een andere functie te herplaatsen. Betrokken Medewerker zal voorrang krijgen boven Medewerkers die niet boventallig zijn.

9 Artikel 13 Financiële regelingen bij interne herplaatsing 1. Gelijke inschaling Indien de nieuwe functie en de oude functie tot dezelfde salarisschaal behoren, blijft de inschaling bij herplaatsing ongewijzigd. 2. Inpasbaar in nieuwe schaal Indien de nieuwe functie behoort tot een lagere salarisschaal dan de oude functie, doch het maximum van de nieuwe schaal is hoger dan of gelijk aan het geldende schaalsalaris, wordt het schaalsalaris bij herplaatsing vastgesteld op het gelijke bedrag in de nieuwe salarisschaal. 3. Eén schaal lager en niet inpasbaar Indien de nieuwe functie behoort tot een één schaal lagere salarisschaal dan de oude functie en het maximum van de nieuwe schaal is lager dan het geldende schaalsalaris, wordt de Medewerker ingeschaald op het maximum van de nieuwe schaal. Het verschil tussen dit schaalmaximum en het huidige schaalsalaris wordt omgezet in een functietoeslag (initiële verhogingen en/of prijscompensatie worden zowel over het nieuwe salaris als over deze toeslag gegeven). Over de functietoeslag wordt vakantietoeslag betaald en vindt pensioenopbouw plaats. Indien de Medewerker in een hogere schaal wordt ingeschaald, wordt de functietoeslag afgebouwd met het bedrag waarmee het schaalsalaris stijgt. 4. Meer dan één schaal lager en niet inpasbaar Indien de nieuwe functie behoort tot een meer dan één schaal lagere salarisschaal dan de oude functie en het maximum van de nieuwe schaal is lager dan het geldende schaalsalaris, wordt de Medewerker ingeschaald op het maximum van de nieuwe schaal. Het verschil tussen dit schaalmaximum en het schaalmaximum van de één schaal hogere salarisschaal dan waartoe de nieuwe functie behoort, wordt omgezet in een functietoeslag (initiële verhogingen en/of prijscompensatie worden zowel over het nieuwe salaris als over deze toeslag gegeven). Over de functietoeslag wordt vakantietoeslag betaald en vindt pensioenopbouw plaats. Het resterend verschil tussen het schaalmaximum van de één schaal hogere salarisschaal dan waartoe de nieuwe functie behoort en het huidige schaalsalaris wordt omgezet in een afbouw toeslag, die wordt afgebouwd in een periode van 2 jaar, met 25% per half jaar (te verdelen in: 7 periodes, 6 periodes, 7 periodes en 6 periodes). Initiële verhogingen en/of prijscompensatie worden alleen over het nieuwe salaris gegeven en niet over de afbouw toeslag. Deze verhogingen zullen niet op de toeslag in mindering worden gebracht. Vakantietoeslag en pensioenopbouw vindt over de afbouwtoeslag plaats. Indien de Medewerker in een hogere schaal wordt ingeschaald, wordt de afbouwtoeslag en daarna de functietoeslag afgebouwd met het bedrag waarmee het schaalsalaris stijgt 5. Functiegebonden arbeidsvoorwaarden Emolumenten, zoals een onkostenvergoeding, mobiele telefoon, die de Medewerker ontving op grond van de Oorspronkelijke functie, komen te vervallen bij aanvaarding van de interne functie. De Medewerker ontvangt de mogelijke emolumenten behorende bij de uitvoering van de nieuwe functie. Als dit dezelfde emolumenten zijn, kunnen deze worden voortgezet, naar beoordeling van de Werkgever. De Werkgever bevestigt het vervallen van emolumenten en de eventuele toekenning van mogelijke emolumenten schriftelijk aan de Medewerker, waarbij er eveneens de uiterste inleverdatum zal worden vermeld. 6. Ploegentoeslag Een ploegentoeslag die aan de oude functie wel en aan de nieuwe functie niet zijn verbonden, worden afgebouwd conform de CAO Jumbo Logistiek 7. Bonusregeling Medewerkers die in de oude functie wel recht hadden op een bonusregeling en in de nieuwe functie hier geen recht meer op hebben, behouden over het lopende bonusjaar nog recht op een bonusregeling. Het recht komt te vervallen na afloop van het lopende bonusjaar. Betrokkenen hebben daarnaast recht op een eenmalige uitkering van de gemiddelde uitbetaalde bonus over de drie laatste bonusjaren.

10 8. Leaseauto Medewerkers die in de oude functie wel recht hadden op een leaseauto en in de nieuwe functie hier geen recht meer op hebben, kunnen indien zij op datum herplaatsing korter dan 5 jaar een leaseauto hebben gehad, nog maximaal 1,5 jaar na datum van herplaatsing gebruik maken van deze leaseauto (of een door Werkgever ter beschikking gestelde auto). Deze Medewerkers kunnen echter ook afzien van dit recht en per direct geen gebruik meer maken van een leaseauto en in plaats daarvan een eenmalige uitkering ontvangen van 3.000,- bruto. Indien Medewerker op datum herplaatsing langer dan 5 jaar een auto heeft gehad, heeft de Medewerker het recht de leaseauto (of een door Werkgever ter beschikking gestelde auto) voor de duur van 2,5 jaar uit te rijden of af te zien van dit recht en in plaats daarvan een eenmalige uitkering ontvangen van 4.500,- bruto. Bovenstaande regeling geldt ook voor medewerkers waarbij de toekenning van leaseauto komt te vervallen door het aanvaarden van een functie in een andere plaats dan de plaats waarin zij voordien een functie uitoefenden, 9. Vergoeding reiskosten woon-werkverkeer na overplaatsing Medewerkers die een functie hebben aanvaard in een andere plaats dan de plaats waarin zij voordien een functie uitoefenden, waardoor de woon-werkverkeer afstand enkele reis meer dan 10 kilometer wordt, ontvangen een vergoeding van 0,15 per kilometer over maximaal 100 kilometer enkele reis. De Medewerker ontvangt de vergoeding alleen over dagen waarop hij daadwerkelijk (op eigen kosten) heeft gereisd. Voor zolang de Belastingdienst dit acceptabel acht, zal deze tegemoetkoming netto uitbetaald worden. Mocht dit in de toekomst niet meer mogen, dan zullen de genoemde bedragen bruto worden uitbetaald zonder dat hier een compensatie voor het nettoverschil tegenover staat. Zolang de Medewerker nog gebruik maakt van de leaseauto heeft hij geen recht op een reiskostenvergoeding. Deze gaat pas in op het moment dat de leaseauto is ingeleverd. 10. Reistijdcompensatie Indien de Medewerker wordt overgeplaatst naar Veghel en ten gevolge daarvan de feitelijke reistijd met meer dan een half uur per dag toeneemt, komt hij gedurende een periode van drie jaar in aanmerking voor een compensatie welke in % van het periodesalaris extra wordt uitgekeerd per periode en volgens onderstaande staffel wordt afgebouwd. extra reistijd per dag > 0,5 > 0,75 > 1 > 1,25 > 1,5 > 1,75 > 2 periode 1 t/m 7 5,0% 7,5% 10,0% 12,4% 14,9% 17,4% 19,9% periode 8 t/m 13 4,0% 6,0% 8,0% 10,0% 11,9% 13,9% 15,9% periode 14 t/m 20 2,0% 3,0% 4,0% 5,0% 6,0% 7,0% 8,0% periode 21 t/m 26 1,0% 1,5% 2,0% 2,5% 3,0% 3,5% 4,0% periode 27 t/m 33 0,5% 1,0% 1,5% 2,0% 2,5% 3,0% 3,5% periode 34 t/m 39 0,0% 0,5% 1,0% 1,5% 2,0% 2,5% 3,0% De Medewerker ontvangt alleen reistijdcompensatie over de dagen dat hij daadwerkelijk heeft gereisd naar de nieuwe standplaats. De compensatie kan in overleg met de Werkgever gedurende maximaal één uur per dag in plaats van in geld, in tijd worden genoten. Dit artikel geldt niet in geval van mobiele functies, tenzij er sprake is van een evidente toename van de reistijd door wijziging van de standplaats. In dat geval zal op basis van redelijkheid en billijkheid, te beoordelen door Werkgever, pro rato reistijdcompensatie worden toegekend voor het aantal dagen per week dat de boventallige Medewerker naar zijn standplaats/werkplek reist. 11. Voor de vaststelling van de reisafstand en reistijd ten behoeve van de reiskostenvergoeding en/of reistijdcompensatie wordt de routeplanner Easy Travel gehanteerd. De reisafstand en tijd wordt vastgesteld op basis van de snelste route van de postcode van het woonadres naar de postcode van het werkadres. Reist de Medewerker met het openbaar vervoer dan wordt de vaststelling van de reisafstand en reistijd individueel bepaald. In geval van eventueel geschil over deze individuele bepaling kan gebruik worden gemaakt van de begeleidingscommissie. 12. Verhuisregeling Indien door het aanvaarden van een nieuwe functie de Medewerker verder dan 25 kilometer van de nieuwe standplaats komt te wonen, kan hij tot maximaal 2 jaar na aanvaarding van de nieuwe functie beroep doen op de verhuiskostenregeling zoals die op het moment van afsluiten van deze Herstructureringsregeling bij Werkgever van toepassing is. Bij verhuizing buiten de fiscaal toegestane termijn zal de vergoeding gebruteerd worden. De terugbetalingsregeling uit de verhuiskostenregeling is niet van toepassing.

11 13. Ter ondersteuning van de begeleiding naar ander werk voor de Partner van de Medewerker die zich beroept op de verhuiskostenregeling, zal een budget ter beschikking worden gesteld van (maximaal) 3.500,- (exclusief BTW) waarmee de Partner van de Medewerker een op maat gemaakt pakket qua begeleiding bij het outplacementbureau kan afspreken. 14. Bruto tegemoetkoming in verschil huisvestingskosten Indien de huur van de nieuwe woning op het tijdstip van verhuizing meer dan 11,- hoger ligt dan de huur van de oude woning, wordt het verschil tussen de oude en nieuwe huur, met een maximum van 250,- per maand door de Werkgever vergoed. Dit bedrag zal jaarlijks op 1 januari worden geïndexeerd op basis van de CPI huishoudens algemeen. Het huurverschil wordt eenmalig vastgesteld. Voorwaarde is dat er sprake is van gelijkwaardig woongenot. Na een jaar wordt de vergoeding verminderd met 25% per jaar, zodat de vergoeding gedurende 4 jaar als volgt wordt afgebouwd: Het eerste jaar: 100% van het huurverschil Het tweede jaar: 75% van het huurverschil Het derde jaar: 50% van het huurverschil Het vierde jaar: 25% van het huurverschil Een eventuele huursubsidie wordt hierbij verrekend. De Medewerker is verplicht om een aanvraag voor huursubsidie in te leveren, indien hij hiervoor in aanmerking kan komen. Onder huur wordt verstaan het maandelijkse huurbedrag exclusief de eventueel tot de huur behorende vergoedingen voor het gebruik van gas, water, elektriciteit en verwarmingskosten. Rekenvoorbeeld: Oude huur is: 227,- Nieuwe huur is: 340,- Verschil is 113,- Uitbetaald wordt: 1e jaar: 113,- x 100% = 113,- 2e jaar: 113,- x 75% = 85,- 3e jaar: 113,- x 50% = 57,- 4e jaar: 113,- x 25% = 28,- Bewijslast Medewerkers, die in aanmerking willen komen voor vergoeding van het huurverschil, moeten gegevens overleggen van de samenstelling van zowel de oude als de nieuwe huur. De vergoeding van het huurverschil vervalt op het moment dat het dienstverband -op eigen verzoekwordt verbroken. I. Dubbele huur Indien betrokkene een huurwoning heeft en naar een andere huurwoning verhuisd, wordt in geval van dubbele huur de huurprijs van de nieuwe woning vergoed gedurende de periode van dubbele huur, met een maximum van 6 maanden. II. Dubbele woonlasten In geval van dubbele woonlasten ongeacht huur- of kooplasten, worden de woonlasten van de nieuwe woning gedurende de periode van dubbele woonlasten, met een maximum van 6 maanden vergoed. III. Van koop- naar huurwoning Indien de Medewerker bij overplaatsing zijn woning moet verkopen en een nieuwe gelijkwaardige woning huurt, zal de vergoedingsregeling worden toegepast conform het hierboven beschrevene in.ii. De waarde van de oude woning wordt gelijkgesteld aan het bedrag zoals dat door de Wet waardering onroerende zaken (wet Woz) is vastgesteld. De Medewerker dient daartoe een kopie van de beschikking aan de Werkgever te overleggen. De huurwaarde van de woning wordt vervolgens vastgesteld op 4,5% van deze waarde.. Dit bedrag zal jaarlijks op 1 januari worden geïndexeerd op basis van de CPI huishoudens algemeen.

12 Rekenvoorbeeld: de waarde van de woning is door de wet Woz vastgesteld op , ,- x 4,5% = 4.084, ,- : 12 (maanden) = 340,- fictieve huur oude woning wordt aldus 340,- huur nieuwe woning = 386,- verschil = 46,- Dit verschil wordt vergoed c.q. afgebouwd conform de beschreven afbouw bij huurwoningen. Medewerkers die voor vergoeding in aanmerking willen komen, moeten gegevens overleggen van de samenstelling van de huur en van de meest recente beschikking van de wet Woz. Artikel 14 Werk-naar-werk traject 1. Ondanks het feit dat het baanverlies niet aan de Medewerker te wijten is, zal de Medewerker worden aangespoord de leidende rol te nemen in het vinden van ander werk. De Werkgever is hierbij ondersteunend. De Werkgever zal contacten die er zijn met andere ondernemingen aanwenden bij het zoeken naar een functie buiten de organisatie. 2. De aangezegde Medewerker ontvangt, via een door de Werkgever aangewezen professioneel en erkend outplacementbureau, (individuele) ondersteuning bij het zoeken naar een passende arbeidsplaats buiten de onderneming. Deze outplacementondersteuning kan zich onder meer richten op: a. individuele begeleiding; b. verkenning van de arbeidsmarkt; c. versterking van de eigen positie op de arbeidsmarkt; d. vergroting van de sollicitatievaardigheden door middel van training; e. de ondersteuning van het opzetten van een eigen bedrijf of het zich vestigen als zelfstandige. Medewerker dient, binnen tien werkdagen na ontvangst van de Aanzegging, aan Werkgever te laten weten of hij gebruik wenst te maken van outplacementondersteuning. Werkgever biedt hiertoe de keuze uit 2 outplacementbureaus, de Medewerker kiest de voor hem/haar best passende. 3. Ter ondersteuning van de begeleiding naar ander werk zal een budget ter beschikking worden gesteld van (maximaal) 3.500,- (exclusief BTW) waarmee de Medewerker een op maat gemaakt pakket qua begeleiding bij het outplacementbureau kan afspreken. Een eventueel niet gebruikt deel van het budget kan door de Medewerker worden aangewend voor een scholing wanneer scholing leidt tot een aanzienlijke verbetering van de positie op de arbeidsmarkt. 4. Werkgever stelt aan de Medewerker die zich laat begeleiden door het outplacementbureau aanvullend een budget van maximaal 1.500,- (exclusief BTW) ter beschikking, dat door de Medewerker kan worden aangewend voor scholing wanneer scholing leidt tot een aanzienlijke verbetering van de positie op de arbeidsmarkt. De Medewerker kan een gemotiveerd verzoek bij Werkgever indienen om het scholingsbudget uit te breiden indien de opleiding noodzakelijk is om in de nieuwe baan te kunnen werken. 5. De outplacementondersteuning start uiterlijk één maand voor de Einddatum en kan tot maximaal één jaar na de Einddatum doorlopen. Vanaf het moment dat de betrokken (ex-) Medewerker een baan heeft gevonden, danwel zich heeft gevestigd als zelfstandige, danwel om een andere reden geen baat meer heeft bij de outplacementondersteuning, houdt de outplacementondersteuning op. De Medewerker kan een gemotiveerd verzoek bij Werkgever indienen om de outplacementondersteuning te verlengen. De outplacementondersteuning kan maximaal twee maal met drie maanden worden verlengd. Bij het verlengen van de outplacementondersteuning wordt het ter beschikking gestelde budget uitgebreid. 6. Sollicitatieverlof De Medewerker kan, mits binnen redelijke grenzen, na verkregen toestemming van de Werkgever betaald verlof krijgen voor sollicitatiegesprekken en de eventueel daaruit voortvloeiende onderzoeken binnen Nederland en voor de tijd die daarvoor staat. 7. Reiskosten sollicitatiegesprek De reiskosten voor sollicitatiebezoek binnen Nederland zullen (voor zover deze niet binnen de reguliere (woon-werk) reiskostenvergoeding vallen), binnen redelijke grenzen, voor zover deze niet door het ontvangende bedrijf betaald worden, door de Werkgever worden vergoed op basis van kosten openbaar vervoer (2e klas). Voornoemde met inachtneming van en passend binnen de hieromtrent geldende fiscale regelingen.

13 Artikel 15 Beëindiging dienstverband 1. Bij de beëindiging van de arbeidsovereenkomst volgt de Werkgever in beginsel het volgende: a. door een beëindiging met wederzijds goedvinden (hierna vaststellingsovereenkomst), en gelijktijdig gedurende het vaststellen van de vaststellingsovereenkomst; b. door het indienen van een verzoek om een ontslagvergunning bij het UWV. 2. Werkgever geeft de voorkeur aan een beëindiging met wederzijds goedvinden. Werkgever zal de aangezegde Medewerker, indien er geen mogelijkheden zijn van een interne passende functie, gelijktijdig met de Aanzegging een vaststellingsovereenkomst aanbieden (tenzij Werkgever reeds de beschikking heeft over een door het UWV verleende ontslagvergunning) waarin de wederzijdse verplichtingen zoals beschreven in deze Herstructureringsregeling worden bevestigd. 3. Indien de Medewerker binnen tien werkdagen na ontvangst van een aangeboden vaststellingsovereenkomst, zijn volledige medewerking verleent aan de beëindiging van de arbeidsovereenkomst door de ondertekening van deze vaststellingsovereenkomst, ontvangt de Medewerker een zogenoemde tekenbonus ter hoogte van 1.500,- bruto. De tekenbonus zal tegelijk met de eindafrekening als bedoeld in artikel 22 van deze Herstructureringsregeling worden uitbetaald. De aanspraak op deze tekenbonus is vervallen indien de Medewerker de vaststellingsovereenkomst ontbindt op grond van artikel 7:670b lid 2 BW. 4. De Medewerker kan bij een beëindiging met wederzijds goedvinden eveneens aanspraak maken op een bijdrage in eventueel door hem te maken kosten in verband met rechtsbijstand of financieel advies tot een bedrag van maximaal 750,- inclusief kantoorkosten, exclusief BTW op basis van een daartoe gestelde gespecificeerde factuur op naam van de Medewerker. Conform nieuwe richtlijnen van de Orde van Advocaten dient de Medewerker zelf de factuur te betalen. De Medewerker kan daarna de kosten declareren bij de Werkgever. 5. In het geval dat niet binnen tien werkdagen na ontvangst van de vaststellingsovereenkomst tot ondertekening van de vaststellingsovereenkomst wordt overgegaan, gaat de Werkgever over tot beëindiging van het dienstverband conform 1 b van dit artikel. 6. De Werkgever neemt de voor de betreffende Medewerker geldende (fictieve) Opzegtermijn in acht bij de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. 7. De Medewerker kan de Werkgever verzoeken om eerder uit dienst te treden, dan op de met inachtneming van de (fictieve) Opzegtermijn beoogde Einddatum. De Werkgever beoordeelt en beslist binnen tien kalenderdagen op het verzoek van de Medewerker. Indien het verzoek van de Medewerker wordt gehonoreerd, zal het niet in achtgenomen deel van de Opzegtermijn in het kader van de eindafrekening ineens worden uitbetaald.

14 Artikel 16 Eenmalige bruto vergoeding 1. Bij de beëindiging van het dienstverband komt de Medewerker die voldoet aan de voorwaarden van deze Herstructureringsregeling, per de Einddatum in aanmerking voor een eenmalige bruto vergoeding. 2. De eenmalige bruto vergoeding wordt gebaseerd op de formule A x B. A = Aantal gewogen dienstjaren Voor de vaststelling van het aantal gewogen dienstjaren wordt uitgegaan van aanbeveling 3.2. van De aanbevelingen van de kring van kantonrechters voor de vaststelling van een ontslagvergoeding bij een ontbindingsprocedure ex art. 7:685 BW, zoals deze aanbeveling is vastgesteld op 30 oktober 2008 en geactualiseerd op 1 januari Voor de berekening van A (aantal gewogen dienstjaren) wordt de diensttijd berekend aan de hand van de dienstjaren, de leeftijd bij aanvang van het dienstverband en de leeftijd bij beëindiging van het dienstverband: 1. dienstjaren, afgerond op hele jaren, tot het bereiken van de leeftijd van 35 jaar tellen voor 0,5; 2. dienstjaren, afgerond op hele jaren, van 35 tot en met 44 jaar tellen voor 1; 3. dienstjaren, afgerond op hele jaren, van 45 tot en met 54 tellen voor 1,5; 4. dienstjaren, afgerond op hele jaren, vanaf het bereiken van de leeftijd van 55 jaar tellen voor 2. Afronding: een half jaar en één dag wordt afgerond op een heel jaar naar boven. B = Beloning. Onder beloning wordt verstaan: het bruto maandsalaris. Voor de vaststelling van het bruto maandsalaris wordt uitgegaan van aanbeveling 3.3. van De aanbevelingen van de kring van kantonrechters voor de vaststelling van een ontslagvergoeding bij een ontbindingsprocedure ex art. 7:685 BW, zoals deze aanbeveling is vastgesteld op 30 oktober 2008 en geactualiseerd op 1 januari De eenmalige bruto vergoeding wordt berekend conform de formule genoemd in dit artikel waarbij voor de factoren A en B wordt uitgegaan van de fictie dat het dienstverband eindigt op 30 juni Dienstjaren op en na 1 juli 2015 hebben geen invloed op de hoogte van de eenmalige bruto vergoeding. Wijziging van de beloning op en na 1 juli 2015 heeft geen invloed op de hoogte van de eenmalige bruto vergoeding tenzij op of na 1 juli 2015 de omvang van de arbeidsovereenkomst wijzigt; alsdan wordt de eenmalige bruto vergoeding zoals berekend op 30 juni 2015 naar rato van het deeltijdpercentage op de laatste dag van het dienstverband vastgesteld. De eenmalige bruto vergoeding van deze Medewerkers wordt gemaximeerd overeenkomstig het bepaalde in artikel 16 lid 4.

15 4. De eenmalige bruto vergoeding zal niet hoger zijn dan de verwachte inkomstenderving tot aan de AOW-gerechtigde leeftijd of indien sprake is van pensionering de verwachte inkomstenderving tot aan de datum waarop de Medewerker recht heeft op een pensioenuitkering. (overeenkomstig aanbeveling 3.5. van De aanbevelingen van de kring van kantonrechters ). Onder inkomstenderving wordt in dit geval verstaan het verschil tussen de som van de Bruto periodesalarissen (100%) plus gederfde bruto pensioenpremie per jaar vanaf de Einddatum tot de dag waarop de Medewerker de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt of indien sprake is van pensionering de datum waarop de Medewerker recht heeft op een pensioenuitkering en de te verwachten inkomsten van de Medewerker na de Einddatum tot de dag waarop de Medewerker de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt of indien sprake is van pensionering de datum waarop de Medewerker recht heeft op een pensioenuitkering. Ten aanzien van de verwachte inkomsten wordt daarbij uitgegaan van het volgende: a) De Medewerker ontvangt 75% gedurende de eerste 2 maanden en vervolgens 70% van het voor hem geldende bruto uitkeringsdagloon (wordt door de Werkgever vastgesteld op basis van het in de voorafgaande periode van Aanzegging geldende Periodeloon) gedurende de periode waarin recht bestaat (of zou hebben bestaan) op de loongerelateerde uitkering krachtens de WW. 5. De vergoeding wordt als een eenmalige bruto vergoeding toegekend. 6. Er is geen sprake van een eenmalige bruto vergoeding indien de Medewerker wordt herplaatst bij Werkgever. 7. De transitievergoeding zoals deze na invoering van de Wet Werk en Zekerheid is geregeld in het Burgerlijk Wetboek, wordt geacht te zijn opgenomen in de eenmalige bruto vergoeding conform deze Herstructureringsregeling. Indien de transitievergoeding hoger is dan de eenmalige bruto vergoeding conform deze Herstructureringsregeling heeft de Medewerker recht op de hogere transitievergoeding in plaats van de eenmalige bruto vergoeding. 8. Medewerker zal naast de eenmalige bruto vergoeding geen aanspraak kunnen maken op enige (wettelijke of contractuele) vergoeding. Alleen niet uitbetaalde vakantiedagen worden middels een eindafrekening onder inhouding van de wettelijke afdrachten bruto uitbetaald. Voor zover nodig doet Medewerker afstand van het recht op een dergelijke (wettelijke of contractuele) vergoeding c.q. wordt geacht dat deze (wettelijke of contractuele) vergoeding is verdisconteerd in de eenmalige bruto vergoeding. Artikel 16b Extra eenmalige bruto vergoeding 1. Bij de beëindiging van het dienstverband in 2016 komt de Medewerker die voldoet aan de voorwaarden van deze Herstructureringsregeling, per de Einddatum in aanmerking voor een extra eenmalige bruto vergoeding van één bruto maandsalaris. 2. Bij de beëindiging van het dienstverband in 2017 komt de Medewerker die voldoet aan de voorwaarden van deze Herstructureringsregeling, per de Einddatum in aanmerking voor een extra eenmalige bruto vergoeding van twee bruto maandsalarissen. 3. Bij de beëindiging van het dienstverband in 2018 komt de Medewerker die voldoet aan de voorwaarden van deze Herstructureringsregeling, per de Einddatum in aanmerking voor een extra eenmalige bruto vergoeding van drie bruto maandsalarissen. 4. De extra eenmalige bruto vergoeding zal tegelijk met de eindafrekening als bedoeld in artikel 22 van deze Herstructureringsregeling worden uitbetaald.

16 Artikel 17 Plaatsmakersregeling 1. Een niet aangezegde Medewerker kan op eigen verzoek aangeven zijn arbeidsovereenkomst te willen beëindigen als plaatsmaker, waardoor een boventallig verklaarde Medewerker kan blijven. 2. Een niet aangezegde Medewerker komt alleen in aanmerking voor de plaatsmakersregeling als diens functie tot dezelfde categorie uitwisselbare functies behoort als de boventallig verklaarde Medewerker. 3. Een niet aangezegde Medewerker die voor de organisatie essentiële vaardigheden, kennis en ervaring en competenties bezit kan niet als plaatsmaker vertrekken. 4. De plaatsmaker kan binnen twee weken na de Aanzegging van de boventallig verklaarde Medewerker, schriftelijk aan de Werkgever kenbaar maken met het verzoek om de plaatsmakersregeling toe te passen. 5. De Werkgever besluit of de plaatsmakersregeling wordt toegekend en deelt haar besluit schriftelijk mee aan de betreffende Medewerker. 6. De beëindiging van de arbeidsovereenkomst van de plaatsmaker zal op basis van een vaststellingsovereenkomst zijn waarin de voorwaarden zoals beschreven in deze Herstructureringsregeling zijn bevestigd. 7. Bij toekenning van de plaatsmakersregeling ontvangt de plaatsmaker een eenmalige bruto vergoeding ter hoogte van: - De eenmalige bruto vergoeding bedraagt 75% van de, in artikel 16 beschreven vergoeding. Hierbij zal de plaatsmaker nooit meer ontvangen dan hetgeen aan de boventallige Medewerker zou zijn uitgekeerd. Overige emolumenten en procedure bij einde dienstverband Artikel 18 Arbeidsvoorwaarden, (lease)auto, bedrijfseigendommen, studieovereenkomst, concurrentiebeding 1. De Medewerker behoudt tot de Einddatum zijn of haar arbeidsvoorwaarden, tenzij de Medewerker eerder wordt vrijgesteld van het verrichten van werkzaamheden. De vaste onkostenvergoeding en de reiskostenvergoeding komen in dat geval te vervallen. 2. De Medewerker verplicht zich om de eventueel door de Werkgever ter beschikking gestelde (lease)auto uiterlijk op de Einddatum te retourneren. 3. Een eventuele terugbetalingsverplichting ten gevolge van de overschrijding van de resterende looptijd van het contract van de leaseauto komt bij het einde van het dienstverband te vervallen. 4. De Medewerker verplicht zich om alle overige bedrijfseigendommen van de Werkgever die nog in zijn bezit zijn uiterlijk op de Einddatum te retourneren. Ten aanzien van de laptop en mobiele telefoon geldt dat, indien de Medewerker voor de Einddatum wordt vrijgesteld van werk, deze op de datum van vrijstelling dienen te worden ingeleverd. 5. Een eventuele terugbetalingsverplichting ten gevolge van een studieovereenkomst komt bij het einde van het dienstverband te vervallen. 6. Met inachtneming van de geheimhoudingsbepaling in de arbeidsovereenkomst en/of de cao en/of de arbeidsvoorwaardenregeling, wordt de Medewerker vanaf het einde van het dienstverband niet meer gehouden aan een eventueel met Werkgever overeengekomen concurrentiebeding. 7. Een Medewerker die bij voortzetting van het dienstverband binnen een jaar na datum van formele boventalligheid een dienstjubileum zou hebben gevierd, ontvangt de eventuele jubileumuitkering bij beëindiging dienstverband, conform de van toepassing zijnde jubileumregeling, zoals deze is vastgelegd in het arbeidsvoorwaardenhandboek van Werkgever. Artikel 19 Referentie / getuigschrift 1. De Werkgever zal desgevraagd referenties verstrekken over het functioneren van de (ex-) Medewerker. 2. Op verzoek van de Medewerker verstrekt de Werkgever een getuigschrift.

17 Artikel 20 Collectieve verzekeringen Bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst eindigt de deelname aan de collectieve verzekeringen. Artikel 21 Vakantie-uren / rekening courant Als een Medewerker wordt vrijgesteld van werkzaamheden, zal het saldo vakantie-uren worden vastgesteld per de datum waarop de Medewerker is vrijgesteld. Er worden geen vakantie-uren opgebouwd in de periode tussen de datum van vrijstelling van werkzaamheden en de Einddatum. Artikel 22 Eindafrekening 1. Uiterlijk binnen één periode na de Einddatum zal de Werkgever een definitieve salarisafrekening opstellen en aan de Medewerker overmaken. De nog verschuldigde vakantietoeslag en eventuele niet-genoten of te veel opgenomen vakantie-uren of vakantiedagen (zie artikel 21) worden hierbij afgerekend. 2. Indien de Medewerker nog deelneemt aan het fietsplan, zal het eventuele restbedrag ineens met de eindafrekening worden verrekend. Artikel 23 Betaling eenmalige bruto vergoeding Zonder tijdig en schriftelijk tegenbericht van de Medewerker, zal de eenmalige bruto vergoeding als bedoeld in artikel 16 uiterlijk binnen een periode na de Einddatum op het reguliere rekeningnummer van de Medewerker worden overgemaakt, met inachtneming van de wettelijk verplichte inhoudingen. Overige bepalingen Artikel 24 Geschillen interpretatie Herstructureringsregeling In geval van eventuele geschillen over de interpretatie van bepalingen in deze Herstructureringsregeling zal in overleg tussen ondertekenende partijen van deze Herstructureringsregeling een oplossing worden gezocht. Voor andere geschillen kan gebruik worden gemaakt van de begeleidingscommissie. Artikel 25 Begeleidingscommissie 1. Er wordt een begeleidingscommissie ingesteld die erop toeziet dat deze Herstructureringsregeling in individuele gevallen juist wordt toegepast. 2. De begeleidingscommissie bestaat uit twee door Werkgever aangewezen alsmede twee door de COR aangewezen leden en een onafhankelijke voorzitter. 3. De begeleidingscommissie adviseert de Werkgever in individuele gevallen met betrekking tot de uitvoering van deze Herstructureringsregeling. De commissie komt zo spoedig mogelijk bijeen nadat de Medewerker danwel de Werkgever een schriftelijk verzoek heeft gedaan om een uitspraak. 4. De beslissing van de commissie geldt als een zwaarwegend advies aan de Werkgever Indien de commissie tot een unaniem advies komt, zal de Werkgever overeenkomstig besluiten. 5. De commissie bepaalt haar eigen werkwijze. 6. De leden van de commissie zijn verplicht tot geheimhouding van alle particuliere en zakelijke gegevens die hen bij de uitoefening van hun taak ter kennis komen. 7. Eventuele kosten die de begeleidingscommissie maakt in verband met de uitoefening van haar taak komen binnen redelijke grenzen voor rekening van de Werkgever.

18 Artikel 26 Hardheidsclausule 1. In het individuele geval waarin de toepassing van deze Herstructureringsregeling leidt tot een individueel onbillijke situatie(s), kan de betrokken Medewerker schriftelijk, binnen zes weken na ontstaan of bekendwording van de onbillijke situatie, verzoeken de toepassing van deze Herstructureringsregeling te toetsen aan de maatstaven van redelijkheid en billijkheid. 2. De Werkgever kan vervolgens, na advies van de begeleidingscommissie, besluiten om ten gunste van de Medewerker van deze Herstructureringsregeling af te wijken. 3. Of al dan niet aanleiding is voor toepassing van de hardheidsclausule, is geheel ter discretie van de directie van de Werkgever. 4. In situaties waarin de Herstructureringsregeling niet voorziet, beslist de Werkgever op welke wijze zij in die betreffende situatie handelt. 5. De Werkgever zal haar besluit motiveren en schriftelijk aan de Medewerker verstrekken. Artikel 27 Wijzigingen Herstructureringsregeling Indien zich omstandigheden voordoen, die bij de totstandkoming van deze Herstructureringsregeling niet waren voorzien (waaronder nadrukkelijk begrepen eventuele wijzigingen in wet- en regelgeving), verklaren ondertekenende partijen zich bereid om met elkaar in overleg te treden en zo nodig wijzigingen en/of aanvullingen in deze Herstructureringsregeling aan te brengen. Eventueel inkomens verlies uit sociale wijzigende sociale zekerheidsuitkeringen of pensioenen worden bij voorbaat niet door de Werkgever gecompenseerd. Indien sprake is van een Medewerker die een Eenmalige bruto vergoeding ontvangt, waarbij ingevolge artikel 16 lid 5 rekening is gehouden met de verwachte inkomstenderving tot aan de AOWgerechtigde leeftijd en mocht die AOW-gerechtigde leeftijd, als gevolg van een wijziging in de wet- en regelgeving, wijzigen voor de Einddatum van de betreffende Medewerker, dan wordt voor de individuele Medewerker een herberekening uitgevoerd, waarbij rekening wordt gehouden met die gewijzigde AOW-gerechtigde leeftijd van de betreffende Medewerker.