Rapportage ZorgInnovatieWijzer januari 2010

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Rapportage ZorgInnovatieWijzer januari 2010"

Transcriptie

1 Rapportage ZorgInnovatieWijzer januari 2010

2 ZorgInnovatieWijzer Postbus AH Diemen De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus EJ Den Haag Datum 25 januari 2010 Kenmerk ZIW Onderwerp: : Rapportage ZorgInnovatieWijzer januari 2010 Geachte heer Klink, Hierbij bieden wij u ter informatie de eerste rapportage van de ZorgInnovatieWijzer (ZIW) aan. De ZorgInnovatieWijzer is het gezamenlijke verwijsportaal van het CVZ, de NZa en ZonMw voor innovatoren in de gezondheidszorg. Belangrijkste doel van de ZIW is zorgvernieuwers gezamenlijk voor te lichten en hen de weg te wijzen naar de bestaande regelingen van de initiatiefnemende partijen. Voorliggende rapportage geeft inzicht in de ervaringen die de ZIW hiermee heeft opgedaan sinds haar oprichting. De rapportage bevat een overzicht van de behandelde informatievragen, de ervaringen van de vragenstellers met de ZIW en de knelpunten die worden gesignaleerd in de bestaande regelingen. Voor de knelpunten die binnen de reikwijdte van het CVZ, de NZa en ZonMw liggen, geven we een aantal mogelijke oplossingsrichtingen. De ZorgInnovatieWijzer blijkt in een behoefte te voorzien. Sinds de lancering van de officiële website op 24 juni 2009 is het aantal vragen toegenomen. We verwachten dat deze trend zal doorzetten omdat de ZIW steeds bekender wordt. Uit de casuïstiek blijkt dat innovatoren vernieuwingen in de zorgsector lastig vinden en er veel vragen over hebben. Dat deze vragen nu bij één portaal kunnen worden gesteld en integraal worden beantwoord, heeft grote toegevoegde waarde. De ZIW signaleert een aantal knelpunten in de bestaande regelingen die onder de verantwoordelijkheid van de initiatiefnemende organisaties vallen. In 2010 gaan de ZIWpartijen de volgende activiteiten ondernemen om deze knelpunten te verminderen en nieuwe ontwikkelingen in de zorg voor de consumenten mede te faciliteren: 1. Betere onderlinge afstemming van bestaande regelingen. Concreet betekent dit dat de beleidsregels van de NZa gericht op zorginnovatie, de onderzoekprogramma s van ZonMw en de pakketbeoordeling door het CVZ beter op elkaar moeten worden afgestemd. Wij werken toe naar eenduidigheid, transparantie en samenhang.

3 2. Klantgerichtere voorlichting en verwijzing vanuit het gezamenlijke verwijsportaal. De voorlichting en verwijzing gaan wij beter afstemmen op de gebruikers van de ZorgInnovatieWijzer en zij moeten een beter beeld krijgen van de mogelijkheden van het verwijsportaal. 3. Wij gaan beter inzicht verschaffen in de rol die de ZorgInnovatieWijzer kan vervullen voor zorginnovatoren. Met andere woorden: kan de ZIW zelf helpen, is er bijvoorbeeld behoefte aan een aanvullende regeling voor innovaties of moeten we doorverwijzen naar andere organisaties die betrokken zijn bij innovaties in de gezondheidszorg. Wij maken een nadere analyse van casussen waarvoor geen mogelijkheden bleken te zijn in de bestaande regelingen om te bepalen of het CVZ, de NZa en ZonMw alsnog ruimte kunnen bieden. 4. Lacunes in onderzoeks-, bekostigings- en verzekeringsmogelijkheden die buiten de invloedssfeer van de ZIW-partijen liggen, brengen wij onder de aandacht bij het ministerie van VWS. Aansluitend op dit laatste punt merken wij op dat sommige aandachtspunten betrekking hebben op systeemtechnische vraagstukken die zich uitstrekken over het aandachtsgebied van uw ministerie. De ZIW-partijen willen hierover graag met u overleggen en zien uit naar uw reactie. Wij vertrouwen erop u met deze informatie van dienst te zijn geweest. Hoogachtend, dr. P.C. Hermans mw. drs. C.C. van Beek MCM Henk J. Smid Voorzitter Raad van Bestuur lid Raad van Bestuur/plv voorzitter Directeur Bijlage: Rapportage ZorgInnovatieWijzer januari 2010

4 Rapportage ZorgInnovatieWijzer januari 2010

5 Colofon De ZorgInnovatieWijzer is een samenwerking tussen het College voor zorgverzekeringen, de Nederlandse Zorgautoriteit en ZonMw. De ZorgInnovatieWijzer geeft voorlichting om een betere benutting van bestaande regelingen te bereiken. De ZorgInnovatieWijzer behandelt zelf geen aanvragen maar verstrekt informatie over wettelijke regelingen en onderzoek en verwijst waar mogelijk naar bestaande trajecten. De ZorgInnovatieWijzer beschikt niet over eigen fondsen om onderzoek of innovatie te financieren. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de ZorgInnovatieWijzer. Januari 2010 Oplage: 300 exemplaren ZorgInnovatieWijzer Postbus AH Diemen info@zorginnovatiewijzer.nl 2

6 SAMENVATTING De ZorgInnovatieWijzer (ZIW) is het gezamenlijk verwijsportaal van het CVZ, de NZa en ZonMw voor innovatoren in de gezondheidszorg. De voorliggende rapportage geeft inzicht in de ervaringen die de ZorgInnovatieWijzer sinds haar oprichting heeft opgedaan met het gezamenlijk voorlichten van innovatoren en hen de weg wijzen binnen de bestaande regelingen van de betrokken organisaties. Op basis van deze ervaringen is een eerste inzicht verkregen in de mogelijkheden en knelpunten binnen deze regelingen op het gebied van zorginnovatie. De rapportageperiode van een jaar is echter te kort om te bepalen of de regelingen voldoende ruimte bieden voor vernieuwing in de gezondheidszorg. De ZorgInnovatieWijzer bestaat uit een frontoffice en drie backoffices. De frontoffice is ondergebracht bij het CVZ. Daarnaast beheren het CVZ, de NZa en ZonMw een eigen backoffice. In principe handelt de frontoffice al dan niet in ruggespraak met de backoffice - een informatievraag volledig af. Wanneer echter specialistische deskundigheid vereist is, ligt verdere afhandeling door de relevante backoffice voor de hand. De ZorgInnovatieWijzer voorziet in een behoefte. Dit blijkt uit de 128 informatievragen die, naast het websitebezoek ( in de periode april 2008 tot oktober 2009 zijn gesteld. De meerderheid van de informatievragers (84%) heeft zelf de weg gevonden naar de ZorgInnovatieWijzer. Een klein aantal informatievragers (16%) is door het Zorginnovatieplatform (ZIP) doorverwezen naar de wijzer. De wijzer heeft 85 vragen afgehandeld, momenteel zijn er nog 18 vragen in behandeling. Vijfentwintig innovatoren (20%) verstrekten niet de benodigde extra informatie om de vraag te kunnen beantwoorden en zochten geen contact meer. De ZIW krijgt voornamelijk vragen over de werking van het zorgstelsel. Het informeren van innovatoren over het stelsel is dan ook een belangrijk onderdeel van de werkzaamheden van de wijzer. Verder gaan een deel van de vragen over financieringsmogelijkheden. Dit zijn vragen naar subsidiemogelijkheden, naar financiële middelen tijdens experimenteerperiodes en naar de mogelijkheid van opname van een interventie of hulpmiddel in het pakket van de wettelijke ziektekostenverzekeringen. De ZIW wijst vragenstellers de weg naar ZonMw programma s, de beleidsregel Innovatie ten behoeve van nieuwe zorgprestaties of de regelingen omtrent pakketbeheer. Vanuit haar ervaringen signaleert de ZorgInnovatieWijzer de volgende knelpunten die innovaties in de zorg belemmeren: De beleidsregels van de NZa gericht op zorginnovatie, de programma s van ZonMw en de pakketbeoordeling door het CVZ zijn te weinig op elkaar afgestemd. Bij innovaties die ingrijpen op de organisatie van zorg is de bekostiging vaak een probleem en zijn daarnaast, bijvoorbeeld bij ketenzorg, de schotten in de financiering problematisch. Het huidige systeem biedt weinig ruimte voor arbeidsbesparende en e-health gerelateerde innovaties, deels veroorzaakt door de beperkte reikwijdte van de Wmg. 3

7 Procedures om toegang te krijgen tot de gezondheidszorg zijn voor innovatoren onduidelijk, langdurig en complex. Er zijn ook knelpunten die de ZIW-partijen niet kunnen beïnvloeden. Deze knelpunten hangen samen met het systeem van financiering en verzekering van de zorg of worden veroorzaakt door een gebrek aan financiële mogelijkheden voor onderzoek en ontwikkeling. Met een doorverwijsservice naar andere organisaties die betrokken zijn bij innovatie in de gezondheidszorg creëert de ZIW een betere bewegwijzering, wat meerwaarde heeft voor innovatoren. In 2010 gaan de ZIW-partijen de volgende activiteiten ondernemen om een aantal knelpunten op te lossen en haar functioneren te optimaliseren: 1. Betere onderlinge afstemming van bestaande regelingen. De cirkel van onderzoek, verzekering en bekostiging moet beter gaan draaien, zodat regelingen beter op elkaar aansluiten en daardoor ook beter benut kunnen worden. Dit kan potentiële innovaties versnellen. Concreet betekent dit dat de beleidsregels van de NZa gericht op zorginnovatie, de onderzoekprogramma s van ZonMw en de pakketbeoordeling door het CVZ beter op elkaar moeten worden afgestemd. Er zal worden toegewerkt naar eenduidigheid, transparantie en samenhang. 2. Klantgerichtere voorlichting en verwijzing vanuit het gezamenlijke verwijsportaal De voorlichting en verwijzing moet beter afgestemd worden op de gebruikers van de ZorgInnovatieWijzer. Innovatoren hebben behoefte aan meer duidelijkheid over de mogelijkheden en beperkingen van bestaande regelingen, inclusief de benodigde stappen en resultaten om gebruik te maken van de regelingen. Ook de communicatie over de ZorgInnovatieWijzer verlangt aandacht. Innovatoren moeten een juist beeld krijgen van de mogelijkheden van het verwijsportaal. 3. Beter inzicht in de rol die de ZorgInnovatieWijzer kan vervullen voor zorginnovatoren. Met andere woorden: kan de ZIW zelf helpen, is er bijvoorbeeld behoefte aan een aanvullende regeling voor innovaties of moeten we doorverwijzen naar andere organisaties die betrokken zijn bij innovaties in de gezondheidszorg. Een nadere analyse van casussen waarvoor geen mogelijkheden bleken te zijn in de bestaande regelingen vindt plaats om te bepalen of het CVZ, de NZa en ZonMw alsnog ruimte kunnen bieden. 4. Lacunes in onderzoeks-, bekostigings- en verzekeringsmogelijkheden die buiten de invloedssfeer van de ZIW-partijen liggen onder de aandacht brengen bij het ministerie van VWS. 4

8 Inhoudsopgave Samenvatting Inleiding Inrichting ZorgInnovatieWijzer Behandeling informatievragen Ervaringen van informatievragers Signalering van knelpunten en oplossingsrichtingen Conclusies en aanbevelingen Bijlage I Referenties Bijlage II De zes innovatiestappen Bijlage III Informatievragen Bijlage IV Financieringsmogelijkheden voor zorg en zorginnovaties Bijlage V Aansprekende voorbeelden ZIW-casuïstiek Bijlage VI Vragenlijst voor innovatoren Bijlage VII Interview casus 1 Hartkleppen Bijlage VIII Interview casus 2 Huntington Bijlage IX Voorbeelden ervaren belemmeringen door innovatoren

9 6

10 1. Inleiding Achtergrond In het najaar van 2008 hebben het College voor zorgverzekeringen (CVZ), de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en ZonMw een gezamenlijk verwijsportaal voor zorginnovaties opgericht, de zogenoemde ZorgInnovatieWijzer (ZIW of wijzer). Op 24 juni 2009 is de wijzer officieel gelanceerd. Het hoofddoel van de ZorgInnovatieWijzer is zorgvernieuwers de weg naar bestaande regelingen te wijzen, zodat deze regelingen beter en vollediger worden benut. Daarnaast signaleert de wijzer knelpunten in deze regelingen, die innovaties belemmeren. Vanuit de ervaringen van de ZorgInnovatieWijzer moet op termijn blijken of de bestaande regelingen voldoende ruimte bieden voor vernieuwing. De rapportageperiode van een jaar blijkt hiervoor te kort te zijn. Het is echter wel mogelijk om op basis van de huidige ervaringen al een aantal knelpunten te benoemen. De wijzer verstrekt sinds de oprichting informatie aan zorgvernieuwers over regelingen die vallen onder de verantwoordelijkheid van de drie initiatiefnemers: CVZ: adviezen over al dan niet te verzekeren zorg via de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ); NZa: experimenten, prestatiebeschrijvingen, tarieven en beleidsregels volgens de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg); ZonMw: het stimuleren en financieren van onderzoek, ontwikkeling en implementatie. Kortom, de programma's van ZonMw. Rapportage januari 2010 De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft de ZorgInnovatieWijzer gevraagd jaarlijks te rapporteren over de ervaringen van de wijzer. Er is afgesproken de eerste rapportage in het najaar (per 1 december) van 2009 aan het ministerie van VWS aan te reiken. De vertraging in het uitkomen van de rapportage is een zichtbare uiting van een spanningsveld dat ontstaat bij enerzijds het nastreven van volledigheid en anderzijds de wens om resultaten van de wijzer te laten zien. Uiteindelijk hebben de ZIW partijen ervoor gekozen de kwaliteit en de inhoud van de rapportage te laten prevaleren boven snelheid. Een eerste ambtelijke rapportage was namelijk al aangeleverd; vooruitlopend op deze rapportage is in mei 2009 op verzoek van VWS de Tussenrapportage ZorgInnovatieWijzer in oprichting verschenen 1. Dit betrof een eerste beschrijving van de behandelde vragen, de verstrekte informatie en de gesignaleerde knelpunten bij de vragenstellers. De huidige rapportage geeft inzicht in de ervaringen die de ZorgInnovatieWijzer heeft opgedaan sinds de oprichting met het gezamenlijk voorlichten en de weg wijzen aan innovatoren en signaleert een aantal knelpunten in de bestaande regelingen. 7

11 Doel rapportage Het doel van de rapportage over de ZorgInnovatieWijzer is het ministerie van VWS en de initiatiefnemende partijen te informeren over: 1. de ervaringen van de ZorgInnovatieWijzer met a. het informeren van zorginnovatoren over het samenstel van regelingen die betrekking hebben op de toelating tot het pakket van Zorgverzekeringswet en AWBZ, de bekostiging van de zorg op grond van de Wet marktordening gezondheidszorg en de mogelijkheden voor financiering van onderzoek, ontwikkeling en implementatie; b. het verwijzen van zorginnovatoren naar de goede regelingen; 2. de ervaringen van informatievragers met de ZorgInnovatieWijzer; 3. de gesignaleerde belemmeringen in bestaande regelingen voor innovaties op basis van de ervaringen van de ZorgInnovatieWijzer en de ervaringen van de innovatoren zelf met als doel de zorg te verbeteren. Opzet rapportage De rapportage ZorgInnovatieWijzer is onder verantwoordelijkheid van het CVZ, de NZa en ZonMw met externe ondersteuning tot stand gekomen. In hoofdstuk 2 is de organisatie en publiciteit van de wijzer beschreven. Hoofdstuk 3 geeft een overzicht van de informatievragen die de ZIW heeft behandeld in de periode april 2008 tot oktober De ervaringen van de informatievragers met de ZIW worden beschreven in hoofdstuk 4. De ZorgInnovatieWijzer signaleert een aantal knelpunten in de bestaande regelingen voor innovaties in de gezondheidszorg. Voor de knelpunten op het terrein van de ZIW zijn oplossingsrichtingen geschetst. Dit is terug te vinden in hoofdstuk 5. Tot slot worden in hoofdstuk 6 de conclusie en aanbevelingen beschreven. 8

12 2. Inrichting ZorgInnovatieWijzer Het CVZ, de NZa en ZonMw hebben vanaf oktober 2008 projectmatig invulling gegeven aan de realisatie van de ZorgInnovatieWijzer op basis van het Plan van aanpak ZorgInnovatieWijzer (april 2008) 2. Om te komen tot een goed functionerende wijzer is er in het afgelopen jaar voornamelijk geïnvesteerd in de onderlinge afstemming van werkwijzen tussen de drie initiatiefnemers. Dit hoofdstuk beschrijft de organisatie en publiciteit van de wijzer. Organisatie De ZorgInnovatieWijzer bestaat uit een frontoffice en drie backoffices. De frontoffice is ondergebracht bij het CVZ. Daarnaast beheren het CVZ, de NZa en ZonMw ieder een eigen backoffice. De frontoffice is bereikbaar via de website, per en telefoon. Informatievragers kunnen een vraag digitaal indienen, bij voorkeur via een contactformulier. De frontoffice stuurt een ontvangstbevestiging en geleidt de informatievragen, die niet zelfstandig afgehandeld kunnen worden, ter behandeling door naar de backoffices. In principe handelt de frontoffice, al dan niet in ruggespraak met één of meer backoffices, een informatievraag volledig af. Wanneer echter specialistische deskundigheid is vereist, ligt verdere afhandeling door de relevante backoffice(s) voor de hand. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van de drie organisaties afzonderlijk om de eigen backoffice in te richten en te beheren. De drie organisaties hebben verschillende medewerkers beschikbaar gesteld om invulling te geven aan dit organisatiemodel. Binnen elke organisatie is een coördinator verantwoordelijk voor de organisatie van de backoffice. De coördinator zet vragen door naar medewerkers binnen de eigen organisatie en zorgt voor de kwaliteit en tijdigheid van de antwoorden. De coördinator van het CVZ bemant daarnaast ook de frontoffice. Voor de publiciteit worden de coördinatoren ondersteund door communicatieadviseurs en een webredacteur. Tijdens de oprichtingsfase (oktober 2008 tot juli 2009) heeft een kwartiermaker de projectorganisatie ondersteund. Publiciteit Op 24 juni 2009 is de ZorgInnovatieWijzer officieel van start gegaan tijdens een landelijk evenement van het Zorginnovatieplatform (ZIP). De bestuurders van de drie betrokken organisaties gaven het startsein door het lanceren van de website Op deze website staan onder andere tips voor het omzetten van ideeën in een innovatieplan. Verder wordt op deze site uitgelegd welke stappen moeten worden doorlopen om een innovatie te testen en in te voeren, en welke regelingen, voorwaarden en termijnen daarbij van belang zijn. In bijlage II zijn de zes innovatiestappen nader toegelicht. In een informatiestand op het ZIP-evenement konden innovatoren hun vraag informeel voorleggen aan medewerkers van de ZIW. 9

13 Om de ZorgInnovatieWijzer verder onder de aandacht te brengen van potentiële innovatoren, is er een brochure uitgebracht waarin de verschillende stappen in het innovatieproces, en de rol van de ZIW daarin, centraal staan 3. Deze brochure is uitgedeeld tijdens het ZIP-evenement en is na de lancering van de wijzer in juni 2009 ook meegestuurd met Mediator (uitgave van ZonMw) en Zorgvisie. Beide tijdschriften hebben tevens in een artikel aandacht besteed aan de ZIW. In september 2009 is in de special Innovatie van Zorgvisie ook een artikel over de ZIW verschenen. Ook in het CVZ magazine (najaar 2009) en de externe nieuwsbrief van de NZa (september 2009) zijn artikelen gepubliceerd over de ZIW. Verder zijn er diverse websites die doorverwijzen naar de ZIW. Het betreft onder andere de websites van het CVZ, de NZa, ZonMw en het Zorginnovatieplatform (ZIP). De medewerkers van de ZIW verzorgen regelmatig presentaties tijdens bijeenkomsten en congressen om de wijzer verder onder de aandacht te brengen. De ZIW was op 17 september 2009 met een informatiestand aanwezig tijdens het Nationaal Congres Volksgezondheid. 10

14 3. Behandeling informatievragen Dit hoofdstuk bevat een eerste overzicht van de gegevens die de wijzer heeft geregistreerd tijdens de behandeling van de informatievragen. 3.1 Informatievragen Aantal De ZorgInnovatieWijzer is in de periode april 2008 tot oktober keer benaderd met een informatievraag. In bijlage III is informatie opgenomen over de spreiding van de vragen over de onderzochte periode en de afhandelingstermijn. De meerderheid van de informatievragers (107; 84%) heeft zelf de weg gevonden naar de ZorgInnovatieWijzer. Een klein aantal informatievragers (21; 16%) is door het ZIP doorverwezen naar de wijzer. Van de 128 vragen zijn er in 2009 (tot en met september) 104 binnengekomen; in 2008 waren dat er 24. De wijzer heeft 85 vragen afgehandeld, momenteel zijn er nog 18 vragen in behandeling. Vijfentwintig innovatoren (20%) verstrekten niet de benodigde extra informatie om de vraag te kunnen beantwoorden en zochten geen contact meer. Twee maanden na de indieningsdatum zijn deze vragen afgesloten. Van de door het ZIP doorverwezen vragen zijn er elf nooit tot een verzoek om informatie bij de ZorgInnovatieWijzer gekomen, omdat bleek dat een innovator geen duidelijke vraag had of dat ten tijde van de verwijzing het probleem al was opgelost. Van de tien overgebleven vragen zijn er negen afgehandeld. Eén vraag is nog in behandeling. Onderwerp Omdat de ZorgInnovatieWijzer een verwijsportaal is, wordt geen strikte definitie voor innovatie gehanteerd. Voorlichting behoort tot de taken van het CVZ, de NZa en ZonMw; alle vragen zijn dus in behandeling genomen. De informatievraag betreft in de meeste gevallen direct of indirect een vraag naar financieringsmogelijkheden. Dit zijn vragen naar subsidiemogelijkheden, naar financiële middelen tijdens experimenteerperiodes en naar de mogelijkheid van opname van een interventie of hulpmiddel in het pakket van de wettelijke ziektekostenverzekeringen. Een globaal overzicht van financieringsmogelijkheden voor zorg en zorginnovaties staat in bijlage IV. Soms wordt gevraagd naar begeleiding bij de aanpak van onderzoek, naar ervaringen van andere innovatoren of naar hulp bij invoering van een innovatie. Tabel 1 laat zien over welke type zorginnovatie vragen werden gesteld aan de ZIW. Een op de vier informatievragen was gericht op de verbetering van de organisatie van zorg. Eenderde betrof de inhoud van de zorg (medische interventies, hulpmiddelen, e-health / ICT, welzijn en alternatieve behandelwijze). Een aantal vragen betrof de regelgeving van de financiering van de zorg en de wettelijke ziektekostenverzekeringen. Enkele aansprekende voorbeelden per type zorginnovatie zijn beschreven in bijlage V. 11

15 Tabel 1. Type zorginnovatie Innovatie van zorg betrof aantal (%) Organisatie van zorg 33 (26%) Inhoud van zorg 41 (32%) Algemene vraag regelgeving 16 (12%) Overig 38 (30%) Totaal 128 (100%) Herkomst Zoals in tabel 2 te zien is, komen de informatievragen uit uiteenlopende delen van de zorg. Eén op de vier informatievragers is een leverancier van zorgproducten. Er zijn vragen gesteld door bijvoorbeeld leveranciers van een draadloos patiëntenvolgsysteem, van een elektronisch gestuurde handprothese en van hartkleppen. Voorbeelden van zorginstellingen zijn een instelling voor psychiatrische zorg aan kinderen, een aanbieder van thuiszorg en (academische) ziekenhuizen. Professionals zijn bijvoorbeeld een huisarts, een fysiotherapeut, een apotheker, een zelfstandig behandelcentrum en een verpleegkundige. Wetenschappers zijn onderzoekers van TNO, verschillende universiteiten en academische centra. In de categorie Anders vallen bijvoorbeeld een kinderkamp, maatschappelijk werk, GGD, een kinderdagverblijf en een patiëntenorganisatie. Tabel 2. ZIW informatievragers Informatievragers aantal (%) Leverancier 21 (25%) Zorginstelling 14 (16%) Professional 14 (16%) Wetenschapper 8 (9%) Ziektekostenverzekeraar 4 (5%) Aanbieder alternatieve behandelwijze 3 (4%) Anders 21 (25%) Totaal 85 (100%) 3.2 Antwoorden De antwoorden van de ZIW waren vooral gericht op het informeren over en de weg wijzen naar bestaande regelingen (zie tabel 3). Veel innovatoren bleken behoefte te hebben aan algemene voorlichting over financiering en wettelijke ziektekostenverzekeringen. Zo werd bijvoorbeeld antwoord gegeven op vragen als 'Hoe zijn de voorwaarden voor opname in de wettelijke verzekeringen', 'Kunt u helpen bij zorginkoop', 'Kunt u mij helpen aan voorbeelden van aanschaf van medische apparaten' en 'Heeft u subsidie voor het wegwerken van wachtlijst kinderdagverblijven'. De ZIW wees vragenstellers 12

16 daarnaast de weg naar ZonMw programma s, de beleidsregel Innovatie ten behoeve van nieuwe zorgprestaties of de regelingen omtrent pakketbeheer. Tabel 3. Verstrekte informatie Verstrekte informatie betrof aantal (%) Algemene voorlichting 35 (41%) ZonMw programma s 30 (35%) Beleidsregels NZa * 26 (31%) Te verzekeren zorg 22 (26%) Verwijzing naar anderen 16 (19%) Diagnose Behandel Combinatie (DBC) 9 (11%) Overig 7 (8%) * De NZa heeft een aantal beleidsregels gericht op zorginnovatie. Dit zijn de beleidsregels Innovatie ten behoeve van nieuwe zorgprestaties, Samenwerking ten behoeve van geïntegreerde eerstelijnszorgproducten, Screen to screenzorg, Lokale productiegebonden toeslag, Transitieprojecten Langdurige Zorg, Nationaal Programma Ouderenzorg en Ketenzorg Dementie ( Bij Te verzekeren zorg heeft de ZIW aangegeven of de gevraagde innovatie wel of geen onderdeel uitmaakt van het te verzekeren pakket Zvw of AWBZ of beoordeeld moet worden voor toelating tot het te verzekeren pakket. Bij een aantal adviezen is toegelicht hoe de beoordeling plaatsvindt en welke eisen het CVZ aan onderzoeksgegevens stelt. Bij de Beleidsregels NZa is met name geadviseerd over de mogelijkheden voor experimentele en reguliere bekostiging van innovatieve zorgvormen. Aan een groot deel van de innovatoren is uitgelegd wat er mogelijk is met de beleidsregels gericht op zorginnovatie. Dit betrof voor het grootste deel de beleidsregel Innovatie ten behoeve van nieuwe zorgprestaties (de beleidsregel Innovatie). Daarnaast bleken veel innovatoren niet bekend te zijn met het feit dat de NZa alleen prestaties beschrijft voor zorgverlening en niet voor medische technologie, infrastructuur of hulpmiddelen. Deze innovatoren zijn geïnformeerd over de tarief- en prestatieregulering en de stappen die genomen moeten worden om een reguliere zorgprestatie en/of tarief aan te vragen. Hiervoor zijn innovatoren soms ook doorverwezen naar een contactpersoon binnen de NZa en DBC-Onderhoud. Daarnaast heeft de NZa met meerdere innovatoren gesprekken gevoerd over de knelpunten die zij ervaren bij het financieren van innovatieve zorgvormen. Bij ZonMw programma s is de weg gewezen naar relevante ZonMw programma s en is de vragensteller geïnformeerd over de bijbehorende mogelijkheden. Daarnaast is ook de weg gewezen naar relevante (onderzoek)expertise en ZonMw (onderzoeks-)resultaten. Een aantal innovatoren is geattendeerd op (financierings)mogelijkheden buiten ZonMw. Er is veelvuldig geïnformeerd naar de mogelijkheden voor het financieren van (kosten-) effectiviteitonderzoek (= stap 4 bewijzen, in het innovatieproces; zie bijlage II). De innovatoren zijn gewezen op de mogelijkheden binnen de ZonMw 13

17 programma s DoelmatigheidsOnderzoek (DO), Preventie en/of Revalidatie II. Aan enkele innovatoren is vanuit ZonMw advies over de opzet van het beoogde (kosten-) effectiviteitonderzoek aangereikt. Daarnaast hebben innovatoren ook geïnformeerd naar de mogelijkheden voor het financieren van translationeel onderzoek (= stap 2 vormgeven), ontwikkelprojecten (= stap 3 uitproberen), evaluatief onderzoek (= stap 4 bewijzen) en implementatieonderzoek (= stap 6 invoeren). Er is verwezen naar de ZonMw programma s Translationeel Onderzoek, Innovatieprogramma Revalidatie, Preventie en het deelprogramma Implementatie van het programma DoelmatigheidsOnderzoek. 14

18 4. Ervaringen van informatievragers In dit hoofdstuk wordt de evaluatievragenlijst besproken die de ZorgInnovatieWijzer aan haar informatievragers heeft gestuurd. Deze vragenlijst (zie bijlage VI) is half oktober 2009 verstuurd naar 80 ZIW gebruikers, die hun informatieverzoek indienden tussen april 2008 en september Er zijn geen vragenlijsten verstuurd aan de informatievragers die vanuit het Zorginnovatieplatform zijn doorverwezen naar de wijzer. Omdat zij niet zelf de ZIW hebben benaderd, werden deze informatievragen niet als representatief beoordeeld voor de groep informatievragers. Van de 80 vragenlijsten werden 17 vragenlijsten (20%) geretourneerd. Twee respondenten vulden het formulier niet in maar stuurden wel een reactie per mail. In totaal zijn er dus 19 respondenten. In dit hoofdstuk zijn de antwoorden van de respondenten samengevat. De gegevens moeten voorzichtig worden geïnterpreteerd, omdat de respons op de vragenlijst laag was. In bijlage II is het antwoord op de vraag In welke fase van het proces bevond het idee zich op het moment van het stellen van de vraag en op het moment van het invullen van de vragenlijst opgenomen. Wie zijn de respondenten? In tabel 4 is te zien dat de vragenlijst is geretourneerd door innovatoren van zes groepen informatievragers. Tabel 4. Respondenten Soort respondent aantal Leverancier 7 Professional 4 Wetenschapper 2 Anders 3 Zorginstelling 0 Ziektekostenverzekeraar 2 Aanbieder alternatieve behandelwijze 1 Totaal 19 Heeft u informatie ontvangen van de ZorgInnovatieWijzer? Een van de vragen aan de innovatoren was of zij advies van de ZorgInnovatieWijzer hadden ontvangen. Vier van de negentien respondenten beschouwden het antwoord van de Zorginnovatiewijzer niet als advies. Volgens de ZorgInnovatieWijzer kan het hier gaan om algemene voorlichting. Eén vraag was nog niet afgehandeld. In tabel 5 is opgenomen welke informatie is verstrekt aan de respondenten. Per respondent kunnen meerdere informatie typeringen zijn verstrekt. 15

19 Tabel 5. Verstrekte informatie Verstrekte informatie betrof aantal Algemene voorlichting 6 ZonMw programma s 8 Te verzekeren zorg 9 Diagnose Behandel Combinatie (DBC) 6 Beleidsregels NZa 8 Verwijzing naar anderen 1 Kwaliteit en inhoud van ontvangen informatie van de ZorgInnovatieWijzer De kwaliteit van de ontvangen informatie werd door zeven respondenten als positief beoordeeld en aangeduid als adequaat en nuttig, redelijk deskundig, binnen 24 uur en op maat. Een respondent vond de betrokkenheid en interesse van de frontoffice erg fijn, een andere respondent schreef dat de ZorgInnovatieWijzer niet kon helpen met het vervolg van de innovatie, maar dat dat naar verwachting was. Verder gaf een van de respondenten aan dat het antwoord van de ZIW voor de hand lag en dat er niet werd meegedacht met de ondernemer. Eén respondent was teleurgesteld in de strekking van het antwoord en vond dat het antwoord te lang op zich had laten wachten (twee maanden). Verder meldde een respondent dat het antwoord er goed uit zag, maar dat het in de praktijk zo niet werkte. Acht respondenten hebben deze vraag niet beantwoord. Geholpen door ontvangen informatie bij verdere ontwikkeling zorginnovatie Eén respondent heeft naar aanleiding van de ontvangen informatie een subsidieaanvraag geschreven; hij zal deze in 2010 bij ZonMw indienen. Een andere respondent schreef dat contact met een zorgverzekeraar geen opening heeft gegeven maar dat er momenteel contact is met een andere zorgverzekeraar, en dat dit eind 2009 een vervolg zal krijgen. Een innovator heeft twee projecten gestart op basis van de beleidsregel Innovatie. Niet alle respondenten zijn echter op basis van de ontvangen informatie verder gekomen met hun idee voor innovatie. Eén respondent meldde bijvoorbeeld dat de strekking en inhoud van de informatie (geen financiering mogelijk) voor een tegenslag in de verdere ontwikkeling van de innovatie heeft gezorgd. Een ander schreef dat de informatie nauwelijks heeft geholpen, omdat er bijna geen mogelijkheden tot verdere implementatie bleken te zijn. Verder gaf een van de respondenten aan wel een stap verder te zijn gekomen, maar dat het nog steeds onduidelijk is hoe het proces van innovatie tot implementatie verder aangepakt moet worden. Ondernomen vervolgstappen Vijf respondenten gaven aan verdere stappen ondernomen te hebben. Zij hebben contact gelegd en overleg gevoerd met een derde partij, zoals het ministerie van VWS. In een ander geval werd er rechtstreeks contact gelegd met de NZa. Een respondent zal een subsidieaanvraag indienen bij ZonMw in Een andere respondent schreef te blijven onderzoeken of er andere methoden zijn om de innovatieve dienst aan te kunnen bieden. Vijf respondenten hebben tot op heden geen 16

20 vervolgstappen ondernomen. Eén van de redenen was dat er in de praktijk geen nuttige vervolgstappen bleken te zijn. Een andere reden was dat de informatie zeer recent is ontvangen en er nog geen mogelijkheid was tot het zetten van vervolgstappen. Twee respondenten zijn nog van plan om stappen te ondernemen. Eén respondent gaf aan dat hij nog bepaalde keuzes in de uitvoering van het idee moest maken voordat er nieuwe stappen ondernomen kunnen worden. Vier respondenten, die eerder aangaven geen advies te hebben ontvangen, hebben de vraag niet beantwoord. Verdere verbetering van de ZorgInnovatieWijzer Afsluitend werd gevraagd of de respondenten adviezen hadden voor verbetering van de ZorgInnovatieWijzer. Alle respondenten vulden deze vraag in. Er werden verschillende suggesties gedaan. Opvallend is dat twee respondenten schreven dat de ZorgInnovatieWijzer snelheid moet ontwikkelen. Deze respondenten ontvingen twee weken na het stellen van de vraag een antwoord, wat korter is dan de gemiddelde tijdsduur voor een antwoord (namelijk 1,5 maand). Eén van deze respondenten schreef dat snelheid momenteel ontbreekt in de ambtelijke molen en dat de ZorgInnovatieWijzer daar een rol in kan vervullen. Sommige respondenten zouden graag zien dat de ZorgInnovatieWijzer een actievere rol krijgt. Eén van hen opperde dat de wijzer bijvoorbeeld het contact met de verzekeraar kan leggen en bij het gesprek met de verzekeraar aanwezig kan zijn. Een andere respondent zou graag in gesprek gaan met de ZorgInnovatieWijzer en denkt dat de repliek en informatie vanuit de ZorgInnovatieWijzer kan helpen om de innovatie verder te ontwikkelen. Een respondent vindt dat de wijzer meer moet doen ter ondersteuning van initiatieven om tot projectvoorstellen en realisatie van projecten te komen. Een ander is van mening dat de wijzer verschil kan maken tussen grote projecten en financiering voor kleinere projecten. Een respondent schreef dat de wijzer moet aandringen op meer mogelijkheden voor kleine doelgroepen. Onopgeloste knelpunten Om een beter inzicht te krijgen in de ervaringen van informatievragers met de ZorgInnovatieWijzer zijn - in aanvulling op de vragenlijst - twee informatievragers geïnterviewd (zie bijlage VII en VIII). Zij hebben ingestemd met het opnemen van het interview in het rapport. In deze interviews is expliciet gevraagd naar onopgeloste knelpunten. De eerste informatievrager geeft aan dat het antwoord van de ZIW nog geen duidelijk inzicht heeft gegeven in wie gedurende het innovatietraject verantwoordelijk is voor de te ondernemen acties in verband met financiering van onderzoek, financiering van zorg en opname in het basispakket. En hoe het bijbehorende tijdpad er uit ziet. Voor de tweede informatievrager blijft het ook na het antwoord van de ZIW onduidelijk hoe structurele financiering geregeld moet worden. De in ontwikkeling zijnde KetenDBC is als mogelijkheid genoemd. De ZIW stelt dat er sprake is van verzekerde zorg. De informatievrager twijfelt daar aan. 1 1 De twijfel van de informatievrager is te begrijpen. De zorg is beschouwd als medisch specialistische zorg uitgevoerd met een multidisciplinair team (zorg zoals specialisten plegen te bieden). En maakt daarmee deel uit van te verzekeren zorg (Zvw). Financiering door middel van een DBC ligt dan in de rede. Hierbij wordt de zorg getoetst aan de stand van de wetenschap en praktijk. Er moet nog beoordeeld worden of deze zorg als DBC straks gedeclareerd mag worden in het kader van de Zvw. 17

21 18

22 5. Signalering van knelpunten en oplossingsrichtingen In dit hoofdstuk signaleert de ZorgInnovatieWijzer een aantal knelpunten voor innovaties in de gezondheidszorg en geeft de wijzer een eerste richting voor oplossingen aan. 5.1 Gesignaleerde knelpunten De ZorgInnovatieWijzer bestaat nog betrekkelijk kort; een brede en uitvoerige analyse van knelpunten is daarom nog niet mogelijk. Toch zijn de ZIW-partijen van oordeel dat een aantal knelpunten al dusdanig duidelijk is, dat de wijzer die op dit moment al onder de aandacht wil brengen. De basis hiervoor vindt de wijzer enerzijds in de belemmeringen die de innovatoren zelf ervaren hebben en de analyse daarvan door de wijzer, anderzijds in de kennis van de ZIW-partijen over innovaties in de zorg. In bijlage IX zijn voorbeelden opgenomen van belemmeringen die innovatoren ervaren. De ZorgInnovatieWijzer signaleert de volgende knelpunten die innovaties in de zorg belemmeren: 1. De beleidsregels van de NZa gericht op zorginnovatie, de programma s van ZonMw en de pakketbeoordeling door het CVZ zijn te weinig op elkaar afgestemd. 2. Bij innovaties die ingrijpen op de organisatie van zorg is de bekostiging vaak een probleem en zijn daarnaast, bijvoorbeeld bij ketenzorg, de schotten in de financiering problematisch. 3. Het huidige systeem biedt weinig ruimte voor arbeidsbesparende en e-health gerelateerde innovaties. 4. Procedures om toegang te krijgen tot de gezondheidszorg zijn voor innovatoren onduidelijk, langdurig en complex. In onderstaande blokken staat per knelpunt een aantal concrete voorbeelden ter illustratie. 1. Voorbeelden te geringe afstemming van regelingen De wijzer stelt vast dat in de meeste gevallen de financiering van onderzoek geheel losstaat van de experimentele bekostiging van de zorg. Bijvoorbeeld de NZa geeft innovatoren drie jaar de tijd om te experimenteren op grond van de beleidsregel Innovatie, de financierings-periode van het onderzoek vanuit een ZonMw programma kan korter of langer zijn. Er is geen passende financiering voor het leveren van een zorgprestatie beschikbaar, terwijl het onderzoeksproject al gehonoreerd is vanuit ZonMw. Bijvoorbeeld omdat de schaal van het onderzoeksproject niet aansluit bij de schaal van de beleidsregel Innovatie. Er is een verplichting tot evaluatie bij de beleidsregel Innovatie. Daar zijn echter geen nadere eisen aan gesteld. Uitkomsten van deze evaluatie kunnen daardoor onvoldoende informatie opleveren voor een beoordeling als een nieuwe DBC of voor de beoordeling voor opname als te verzekeren prestatie. Er is onzekerheid over het vervolg op experimenten bij succes. De kans dat zorg ook bij positieve uitkomsten moet worden gestopt, totdat het aanpassen van de prestatieomschrijving of de opname in het basispakket is gerealiseerd, schrikt zorgaanbieders en financiers af. 19

23 2. Voorbeelden schotten in financiering en bekostiging van zorg Bij ketenzorg of andere zorgpakketten met meer financieringsbronnen moet overeenstemming worden bereikt met een scala aan organisaties. De afstemming loopt daardoor niet altijd parallel en innovatoren moeten een groot deel van hun tijd besteden aan het maken van individuele afspraken. Dit speelt met name bij financiering door Zvw, AWBZ, WMO, Wet publieke gezondheid en sociale wetgeving rondom zorg en arbeid (bijvoorbeeld bij innovaties op het gebied van domotica, ouderenzorg en GGZ-zorg in combinatie met begeleiding naar werk). De kosten en baten vallen niet in hetzelfde segment, bijvoorbeeld bij verschuiving van zorg van de tweede naar de eerste lijn. De bereidheid om de extra kosten te financieren in de eerste lijn is vaak klein als de besparingen in de tweede lijn niet vrij komen. 3. Voorbeelden weinig ruimte voor arbeidsbesparende en e-health gerelateerde innovaties Technologie die arbeidsbesparend werkt levert kostenbesparingen op, maar binnen de budgetgefinancierde zorg wordt dit niet beloond. Het besparen van arbeidskrachten levert een budgetkorting op. Hierdoor is er geen prikkel om arbeidsbesparende technologie te gaan gebruiken. Wanneer alleen arbeid, zoals binnen de extramurale AWBZ zorg, vergoed wordt, wordt het gebruik van arbeidsbesparende technologie niet gestimuleerd. ICT-infrastructuur (hardware, software en licenties) wordt steeds belangrijker voor de zorgverlening, maar moet grotendeels bekostigd worden vanuit de bestaande tarieven. Investeringen en exploitatiekosten voor ICT blijken in de praktijk moeilijk op te brengen te zijn, waardoor deze vertraging oplopen. Dit speelt ook bij de beleidsregel Innovatie. De reikwijdte van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) bepaalt dat de beleidsregel alleen toegepast kan worden bij het leveren van zorg, waardoor ICT-innovaties in de zorg geen gebruik kunnen maken van de beleidsregel. Een specialist mag geen e-consult declareren. Dit is geen los te declareren prestatie. Zorg op afstand kan binnen de bestaande DBC-systematiek wel plaatsvinden maar alleen als er eerst face-to-face contact geweest is met een specialist. Volledige internetbehandelingen kunnen dus niet bekostigd worden. 4. Voorbeelden onduidelijke, langdurige en complexe procedures Het is niet altijd duidelijk welke onderzoeksresultaten nodig zijn voor het aanvragen van een zorgprestatie of opname in het verzekerde pakket. Dit belemmert het opstellen van een goede onderzoeksopzet en een realistische business case. Er is regelmatig onduidelijkheid over het stadium waarin een zorginnovatie zich bevindt. Zo komt het bijvoorbeeld voor dat de innovator overtuigd is van de effectiviteit en dit wil implementeren op grotere schaal, maar ZonMw nog vraagtekens plaatst bij de veiligheid en (kosten)effectiviteit van de innovatie. Aan (kosten)effectiviteitsonderzoek worden hoge eisen gesteld. Voor kleine ondernemingen is het vaak niet haalbaar om de daarvoor benodigde kostbare onderzoeken en experimenten te financieren. Dit speelt onder andere bij hulpmiddelen. 20

24 Knelpunten liggen echter deels ook buiten de mogelijkheden van de partijen van de ZorgInnovatieWijzer. Zo blijkt er bijvoorbeeld behoefte te zijn aan: financiering van marktonderzoek; financiering voor doorontwikkeling van een welzijnsproduct; financiering van communicatiemiddelen ter ondersteuning van de zorg (instructiefilm, website); financiering van infrastructuur en communicatie (met name gericht op ICT); het leggen van contacten met het bedrijfsleven (ICT, communicatie). Dit zijn knelpunten die innovaties kunnen remmen, maar waar de ZorgInnovatieWijzer de innovator nog niet bij kan helpen. Een eveneens veel voorkomend obstakel is het gebrek aan competenties nodig voor ondernemerschap bij innovatoren in de gezondheidszorg. Veel innovatoren komen uit de zorg zelf en hebben weinig kennis van projectmanagement, marketing en financiën. Een ander veelgehoord probleem is het gebrek aan acceptatie van een innovatie, bijvoorbeeld omdat gebruikers niet opgeleid zijn voor de toepassing of de innovatie niet aansluit bij de taal van de werkvloer. Maar ook vanwege terughoudendheid binnen een beroepsgroep. Tot slot hebben marktpartijen soms ook tegenstrijdige belangen, wat een innovatie kan belemmeren. 5.2 Oplossingsrichtingen De ZorgInnovatieWijzer beseft dat zij vooral een signalerende rol heeft met betrekking tot de knelpunten in bestaande regelingen. De drie organisaties achter de wijzer zijn verantwoordelijk voor een optimale benutting van de regelingen binnen hun domein. De eerste ervaringen van de wijzer hebben geleid tot het inzicht bij het CVZ, de NZa en ZonMw dat - naast de verantwoordelijkheid voor de eigen regelingen - er ook een expliciete verantwoordelijkheid bestaat voor een goede afstemming van die regelingen onderling. Het CVZ, de NZa en ZonMw zien op dit moment twee mogelijke oplossingsrichtingen binnen de bestaande regelingen, die vooral relevant zijn voor de gesignaleerde knelpunten op het terrein van een te geringe afstemming van regelingen en van onduidelijke, langdurige en complexe procedures. 1. Betere onderlinge afstemming van bestaande regelingen De cirkel van onderzoek, verzekering en bekostiging moet beter gaan draaien, zodat regelingen beter op elkaar aansluiten en daardoor ook beter benut kunnen worden. Dit kan potentiële innovaties versnellen. Concreet betekent dit dat de beleidsregels van de NZa gericht op zorginnovatie, de onderzoekprogramma s van ZonMw en de pakketbeoordeling door het CVZ beter op elkaar moeten worden afgestemd. Het is wenselijk om helder te krijgen welke kennis nodig is en welk onderzoek haalbaar is om te kunnen voldoen aan de eisen die gesteld worden aan het introduceren van nieuwe zorgvormen. Financiering van experimentele zorg en van onderzoek kan beter met elkaar worden verbonden. De drie organisaties nemen zich voor de oneffenheden binnen hun domeinen beter in kaart te brengen en na te gaan waar een aanpassing van procedures en regelingen gewenst is. Voor een aantal in behandeling zijnde complexe casussen, waarvoor binnen de bestaande regelingen onvoldoende 21

25 mogelijkheden lijken, zal in 2010 een verkenning plaatsvinden van de knelpunten en gezocht worden naar de ruimte die het CVZ, de NZa en ZonMw kunnen bieden. 2. Klantgerichtere voorlichting en verwijzing vanuit het gezamenlijke verwijsportaal De voorlichting en verwijzing moet beter afgestemd worden op de gebruikers van de ZorgInnovatieWijzer. Innovatoren hebben behoefte aan meer duidelijkheid over de mogelijkheden en beperkingen van bestaande regelingen, inclusief de benodigde stappen en resultaten om gebruik te maken van de regelingen. Essentieel is de optimalisatie van de termijn van afhandeling van vragen. Ook het opnemen van een fase van vraagverheldering in het werkproces van de ZorgInnovatieWijzer kan bijdragen aan een betere aansluiting tussen vraag en antwoord. Een niet onbelangrijk verbeterpunt betreft de inhoud en de vorm van de verstrekte informatie. De informatie vanuit het gezamenlijke verwijsportaal moet samenhangend en begrijpelijk zijn. Ook de communicatie over de ZorgInnovatieWijzer verlangt aandacht. Innovatoren moeten een juist beeld krijgen van de mogelijkheden van het verwijsportaal en zich realiseren dat de verantwoordelijkheid voor de innovatie te allen tijde bij de initiatiefnemer ligt. Tot slot kan de toegankelijkheid van informatie, zowel van de ZorgInnovatieWijzer als van het CVZ, de NZa als ZonMw, worden verbeterd. Naast bovenstaande richtingen om de innovatiecirkel binnen het brede zorgdomein soepeler te laten verlopen, zijn de drie wijzerpartijen elk op hun eigen terrein ook bezig innovaties meer ruimte te geven. Op 1 december 2009 heeft het CVZ zijn rapport Voorwaardelijke financiering in het kader van een verantwoord pakket aan de minister van VWS uitgebracht. Het verzekerde pakket Zvw en AWBZ dient verantwoord te zijn, wat betekent dat het zoveel mogelijk bestaat uit zorg die van goede kwaliteit, betaalbaar en toegankelijk is. Niet altijd is de informatie beschikbaar om te beoordelen of de op te nemen of opgenomen zorg verantwoord is. Door veelbelovende zorg, waarover nog onvoldoende gegeven bestaan, tijdelijk te financieren onder de voorwaarde dat ontbrekende gegevens worden verzameld, kan tijdige beschikbaarheid van verantwoorde zorg worden gerealiseerd en definitieve besluitvorming worden bespoedigd. Het CVZ adviseert de minister daarom een subsidieregeling te treffen op basis van Zvw en AWBZ (in aanvulling op bestaande regelingen) waardoor (innovatieve) zorg tijdelijk kan worden gefinancierd onder de voorwaarde dat ontbrekende gegevens verzameld worden. Uit de ervaren belemmeringen komen ook problemen naar voren die buiten de reikwijdte van de wijzer vallen. Zoals reeds opgemerkt hebben deze vooral betrekking op belemmeringen binnen de financiering- en verzekeringssystematiek van de zorg of worden ze veroorzaakt door een gebrek aan financiële mogelijkheden voor onderzoek en ontwikkeling. Om innovatoren toch zo veel mogelijk verder te helpen, verwijst de ZorgInnovatieWijzer ook door naar andere organisaties die betrokken zijn bij innovaties in de gezondheidszorg. Hiervoor is vanaf september 2009 de samenwerking opgestart met het ZIP, VWS, SenterNovem, DBC-onderhoud, Syntens, het Innovatiefonds Zorgverzekeraars en de Nederlandse Vereniging voor e-health (NVEH). Het gaat dan voornamelijk om voorlichting op het 22

26 terrein van de DBC-systematiek, ketenzorg, ondernemerschap, aanvullende financieringsmogelijkheden en expertise op het terrein van e-health. Om in de opstartfase van het netwerk inzicht te krijgen in de doorverwijsmogelijkheden, vindt op basis van casuïstiek onderlinge consultatie plaats. Met deze doorverwijsservice creëert de ZorgInnovatieWijzer een betere bewegwijzering, wat meerwaarde heeft voor de innovatoren. 23

27 24

28 6. Conclusies en aanbevelingen De eerste ervaringen van de ZorgInnovatieWijzer met het gezamenlijk voorlichten en de weg wijzen aan innovatoren geven inzicht in het functioneren van de ZorgInnovatieWijzer en in de aanwezige knelpunten in de bestaande regelingen van de betrokken organisaties. Conclusies In het jaar van oprichting van de ZorgInnovatieWijzer is gebleken dat er behoefte is aan een verwijsportaal voor innovatoren in de gezondheidszorg. De vragenstellers hebben voornamelijk vragen over de werking van het zorgstelsel. Algemene voorlichting over de regelgeving van de financiering van de zorg, over de wettelijke zorgverzekeringen en over de mogelijkheden voor financiering van onderzoek is dan ook een belangrijk onderdeel van de werkzaamheden van de ZIW. Tegelijkertijd heeft de ZorgInnovatieWijzer een deel van de innovatoren op maat verwezen naar de geschikte regelingen van CVZ, NZa en ZonMw. Of er sprake is van voldoende ruimte en of dit ook daadwerkelijk tot een betere benutting van de regelingen leidt is nog niet duidelijk. Gelet op de lange doorlooptijden van de verschillende regelingen is het nog niet mogelijk hier een uitspraak over te doen. Ook de antwoorden op de vragenlijst (slechts 19 respondenten) illustreren dat het nog niet mogelijk is om een eenduidige conclusie te trekken over de effectiviteit van de ZorgInnovatieWijzer. De indruk ontstaat dat de verwachtingen van innovatoren veel hoger zijn dan de ZIW als voorlichtingsen verwijsinstrument kan waarmaken. Innovatoren hebben veel belemmeringen benoemd. De ZorgInnovatieWijzer erkent vier knelpunten in de bestaande regelingen, maar constateert tegelijkertijd dat er ook knelpunten buiten de reikwijdte van de wijzer vallen. Knelpunten binnen het domein van de ZIW-partijen zijn: 1. De beleidsregels van de NZa gericht op zorginnovatie, de programma s van ZonMw en de pakketbeoordeling door het CVZ zijn te weinig op elkaar afgestemd. 2. Bij innovaties die ingrijpen op de organisatie van zorg is de bekostiging vaak een probleem en zijn daarnaast, bijvoorbeeld bij ketenzorg, de schotten in de financiering problematisch. 3. Het huidige systeem biedt weinig ruimte voor arbeidsbesparende en e-health gerelateerde innovaties. Dit wordt deels veroorzaakt door de beperkte reikwijdte van de Wmg. 4. Procedures om toegang te krijgen tot de gezondheidszorg zijn voor innovatoren onduidelijk, langdurig en complex. Knelpunten buiten de reikwijdte van de ZorgInnovatieWijzer betreffen met name belemmeringen binnen de financierings- en verzekeringssystematiek van de zorg, en de schotten daarbinnen. Deze werken belemmerend voor innovaties, met name op het gebied van preventie, arbeidsbesparende technologie en e-health. 25

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 24 maart 2009 Betreft Innovaties en DBC s

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 24 maart 2009 Betreft Innovaties en DBC s > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 29 248 Invoering Diagnose Behandeling Combinaties (DBCs) Nr. 77 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van

Nadere informatie

Stappenplan realiseren structurele bekostiging innovatieve ouderenzorg

Stappenplan realiseren structurele bekostiging innovatieve ouderenzorg Stappenplan realiseren structurele bekostiging innovatieve ouderenzorg introductie Marc Soeters Gerrold Verhoeks 15 januari 2018 Inleiding Het Nationaal Programma Ouderenzorg (NPO) heeft de start van tal

Nadere informatie

Stappenplan realiseren structurele financiering innovatieve ouderenzorg

Stappenplan realiseren structurele financiering innovatieve ouderenzorg Stappenplan realiseren structurele financiering innovatieve ouderenzorg introductie Marc Soeters Gerrold Verhoeks Samenvatting Inleiding Het Nationaal Programma Ouderenzorg (NPO) heeft de start van tal

Nadere informatie

3.1 Experiment Een experiment op basis van een beleidsregel als bedoeld in artikel 58 Wmg.

3.1 Experiment Een experiment op basis van een beleidsregel als bedoeld in artikel 58 Wmg. BELEIDSREGEL AL-BR-0006 Tijdelijke instandlating gevolgen experimenten Op grond van artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse

Nadere informatie

Hand-out Toegang tot de Nederlandse zorgmarkt

Hand-out Toegang tot de Nederlandse zorgmarkt Hand-out Toegang tot de Nederlandse zorgmarkt Inleiding Dit document dient als ondersteuning van de presentatie van De Zorgontwikkelaar met als doel de deelnemers van ehealth: Opschalen in de praktijk

Nadere informatie

Overzicht Financiering eerste lijn

Overzicht Financiering eerste lijn Overzicht Financiering eerste lijn Wat gaan we doen? Terugblik inventarisatie ZonMw onder 22 praktijkprojecten Overzicht financieringsbronnen Goed voorbeeld In dialoog met Waarom deze workshop? Quickscan

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 18 december 2009 Betreft ziekenhuisverplaatste zorg

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 18 december 2009 Betreft ziekenhuisverplaatste zorg > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

BELEIDSREGEL AL/BR Overheveling GGZ budget AWBZ-Zvw

BELEIDSREGEL AL/BR Overheveling GGZ budget AWBZ-Zvw BELEIDSREGEL Overheveling GGZ budget AWBZ-Zvw Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

Voorwaarden voor vergoeding

Voorwaarden voor vergoeding Voorwaarden voor vergoeding Introductie in de procedures voor de aanvraag van een DBC. Mr. Ron de Graaff 12 maart 2008 Vergoeding medische technologie Extramuraal (Regeling Hulpmiddelen) AWBZ gefinancierde

Nadere informatie

Bezoekadres Kenmerk Bijlage(n) Samenvatting

Bezoekadres Kenmerk Bijlage(n) Samenvatting > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Bijlage(n)

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/REG-17150

BELEIDSREGEL BR/REG-17150 BELEIDSREGEL Prestatiebeschrijvingen voor logopedie Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

Dit wil overigens niet zeggen dat dit project volledig en definitief van tafel is. Met de ICF¹ in gedachten kan het nu eenmaal niet anders dat er een

Dit wil overigens niet zeggen dat dit project volledig en definitief van tafel is. Met de ICF¹ in gedachten kan het nu eenmaal niet anders dat er een Waarom CLIQ Mail Ron Legerstee Ik ga er vooralsnog vanuit dat de behoefte aan een classificatie van hulpmiddelen bestaat. Of CLIQ daarop hét antwoord is en zal blijven weet ik niet. Wel denk ik dat enige

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 7 september 2011 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 7 september 2011 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX DEN HAAG T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU Ketenzorg dementie Zvw

BELEIDSREGEL BR/CU Ketenzorg dementie Zvw BELEIDSREGEL Ketenzorg dementie Zvw Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/REG-17151

BELEIDSREGEL BR/REG-17151 BELEIDSREGEL Prestatiebeschrijvingen voor ergotherapie Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef, en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)

Nadere informatie

a. Deze beleidsregel is van toepassing op zorg als bedoeld in artikel 1 sub b van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg).

a. Deze beleidsregel is van toepassing op zorg als bedoeld in artikel 1 sub b van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg). BELEIDSREGEL Innovatie ten behoeve van nieuwe zorgprestaties 1. Algemeen a. Deze beleidsregel is van toepassing op zorg als bedoeld in artikel 1 sub b van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg). Dit

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-5094

BELEIDSREGEL BR/CU-5094 BELEIDSREGEL Dyslexiezorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met betrekking

Nadere informatie

Experiment bekostiging verpleging en verzorging

Experiment bekostiging verpleging en verzorging BELEIDSREGEL Experiment bekostiging verpleging en verzorging Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)

Nadere informatie

Actieplan wachttijden in de zorg 11 mei 2017

Actieplan wachttijden in de zorg 11 mei 2017 De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG Newtonlaan 1-41 3584 BX Utrecht Postbus 3017 3502 GA Utrecht T 030 296 81 11 F 030 296 82 96 E info@nza.nl I www.nza.nl

Nadere informatie

3.1 Experiment Een experiment op basis van een beleidsregel als bedoeld in artikel 58 Wmg.

3.1 Experiment Een experiment op basis van een beleidsregel als bedoeld in artikel 58 Wmg. Bijlage 28 bij circulaire Care/AWBZ/14/10c BELEIDSREGEL Tijdelijke instandlating gevolgen experimenten Op grond van artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

Nadere informatie

SGE70\'DHEID ^ SEP.20B SCANPLAZA

SGE70\'DHEID ^ SEP.20B SCANPLAZA Nederlandse Zorgautoriteit Aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport mevrouw drs. E.L Schippers Postbus 20350 W 0 L K SGE70\'DHEID ^ SEP.20B Newtonlaan 1-41 3584 BX Utrecht Postbus 3017 3502

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/REG-17106

BELEIDSREGEL BR/REG-17106 BELEIDSREGEL Prestatiebeschrijvingen voor logopedie Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/REG-18126

BELEIDSREGEL BR/REG-18126 BELEIDSREGEL Beleidsregel prestatiebeschrijvingen voor ergotherapie Gelet op artikel 57, eerste lid, onderdelen b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Datum 20 oktober 2015 Betreft Commissiebrief Tweede Kamer inzake PGB in de Zorgverzekeringswet in verhouding tot de Wet marktordening gezondheidszorg

Datum 20 oktober 2015 Betreft Commissiebrief Tweede Kamer inzake PGB in de Zorgverzekeringswet in verhouding tot de Wet marktordening gezondheidszorg > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Plan van aanpak ZorgInnovatieWijzer

Plan van aanpak ZorgInnovatieWijzer Plan van aanpak ZorgInnovatieWijzer Gemeenschappelijke notitie van NZa, ZonMw en CVZ als vervolg op het rapport Tijdelijke toelating van veelbelovende innovaties tot het pakket Versie: 18 april 2008 1.

Nadere informatie

NADERE REGEL NR/CU-531

NADERE REGEL NR/CU-531 NADERE REGEL Tijdelijke regeling dyslexiezorg Gelet op de artikelen 37, 38, 62 en 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de volgende regeling vastgesteld:

Nadere informatie

Nederlandse Zorgautoriteit

Nederlandse Zorgautoriteit Nederlandse Zorgautoriteit Aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG Newtonlaan 1-41 3584 BX Utrecht Postbus 3017 3502 GA Utrecht T 030 296 81 11 F 030 296 82

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 139 Besluit van 25 maart 2015, houdende wijziging van het Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG en van het Besluit uitbreiding en beperking werkingssfeer

Nadere informatie

BELEIDSREGEL AL/BR-0040

BELEIDSREGEL AL/BR-0040 BELEIDSREGEL Verpleging in de thuissituatie, noodzakelijk in verband met medisch specialistische zorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg

Nadere informatie

Beleidsregel Verpleging in de thuissituatie, noodzakelijk in verband met medisch specialistische zorg

Beleidsregel Verpleging in de thuissituatie, noodzakelijk in verband met medisch specialistische zorg Beleidsregel Verpleging in de thuissituatie, noodzakelijk in verband met medisch specialistische zorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-7073

BELEIDSREGEL BR/CU-7073 BELEIDSREGEL Stoppen-met-rokenprogramma Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 8 oktober 2015 Betreft Bekostiging intensieve kindzorg

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 8 oktober 2015 Betreft Bekostiging intensieve kindzorg > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Bijlage(n)

Nadere informatie

Ruud Janssen, Lectoraat ICT-innovaties in de Zorg, Hogeschool Windesheim

Ruud Janssen, Lectoraat ICT-innovaties in de Zorg, Hogeschool Windesheim Ruud Janssen, Lectoraat ICT-innovaties in de Zorg, Hogeschool Windesheim Netwerkbijeenkomst decentraliseren = innoveren, georganiseerd door Zorg voor Innoveren, Utrecht, 26 juni 2014 Zorgverzekeringswet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 186 Regels inzake marktordening, doelmatigheid en beheerste kostenontwikkeling op het gebied van de gezondheidszorg (Wet marktordening gezondheidszorg)

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR-REG-17107

BELEIDSREGEL BR-REG-17107 BELEIDSREGEL Prestatiebeschrijvingen voor ergotherapie j/( Nederlandse / Zorgautoriteit Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef, en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt

Nadere informatie

Deze beleidsregel regelt het aanvragen van een vergoeding voor kleinschalige experimenten met AWBZ-zorg gericht op ketenzorg dementie.

Deze beleidsregel regelt het aanvragen van een vergoeding voor kleinschalige experimenten met AWBZ-zorg gericht op ketenzorg dementie. Bijlage 10 bij circulaire AWBZ/CARE/11/9c BELEIDSREGEL Ketenzorg dementie Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 68712 20 december 2016 Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 6 december 2016, kenmerk

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 2515 XP Den Haag www.rijksoverheid.nl Bijlage(n)

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Macrobeheersinstrument verpleging en verzorging 2015

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Macrobeheersinstrument verpleging en verzorging 2015 STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 780 15 januari 2015 Macrobeheersinstrument verpleging en verzorging 2015 Vastgesteld op 16 december 2014 REGELING NR/CU-731

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 32 793 Preventief gezondheidsbeleid Nr. 255 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der

Nadere informatie

Zorgen over de voorgenomen overheveling van het kortdurend eerstelijnsverblijf naar de Zvw per 2017.

Zorgen over de voorgenomen overheveling van het kortdurend eerstelijnsverblijf naar de Zvw per 2017. Ministerie van VWS Mevrouw drs. E.I. Schippers Postbus 20350 2500 EJ 'S-GRAVENHAGE Sparrenheuvel 16 Postbus 520 3700 AM ZEIST Telefoon (030) 698 89 11 Telefax (030) 698 83 33 E-mail info@zn.nl Contactpersoon

Nadere informatie

Inhoud. Doel en uitgangspunten Aanpak en gegevensverzameling Resultaten Tot slot

Inhoud. Doel en uitgangspunten Aanpak en gegevensverzameling Resultaten Tot slot Onderzoek naar potentiële besparingen van innovatieve complexe wondzorg September 2014 Transform to the power of digital Inhoud Doel en uitgangspunten Aanpak en gegevensverzameling Resultaten Tot slot

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/REG-18125

BELEIDSREGEL BR/REG-18125 BELEIDSREGEL Beleidsregel prestatiebeschrijvingen voor fysiotherapie Gelet op artikel 57, eerste lid, onderdelen b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 5 september 2019 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 5 september 2019 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 25 VX Den Haag T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

Deze regeling is voorts van toepassing op zorgverzekeraars als bedoeld in artikel 3.10 hierna.

Deze regeling is voorts van toepassing op zorgverzekeraars als bedoeld in artikel 3.10 hierna. NADERE REGEL Macrobeheersinstrument verpleging en verzorging 2016 Gelet op de artikelen 36, 37, 62 en 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), besluit de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) tot

Nadere informatie

BELEIDSREGEL AL/BR-0021

BELEIDSREGEL AL/BR-0021 BELEIDSREGEL Verpleging in de thuissituatie, noodzakelijk in verband met medisch specialistische zorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/REG-17105

BELEIDSREGEL BR/REG-17105 BELEIDSREGEL Prestatiebeschrijvingen voor oefentherapie Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef, en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse zorgautoriteit (NZa)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 29 248 Invoering Diagnose Behandeling Combinaties (DBCs) Nr. 239 Ontvangen ter Griffie op 2 oktober 2012. Het besluit tot het doen van een aanwijzing

Nadere informatie

Datum 26 juni 2017 Betreft Advies Overige zorg voor cliënten met ADL assistentie en een zeer zware zorgvraag

Datum 26 juni 2017 Betreft Advies Overige zorg voor cliënten met ADL assistentie en een zeer zware zorgvraag > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Bijlage(n)

Nadere informatie

Convenant NZa, CVZ en DBC-Onderhoud

Convenant NZa, CVZ en DBC-Onderhoud Convenant NZa, CVZ en DBC-Onderhoud De ondergetekenden, 1. De Nederlandse Zorgautoriteit, gevestigd te Utrecht, hierna te noemen NZa, vertegenwoordigd door de voorzitter van de Raad van Bestuur, de heer

Nadere informatie

jc Nederlandse / Zorgautoriteit

jc Nederlandse / Zorgautoriteit jc Nederlandse / Zorgautoriteit De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EJ DEN HA AG Newtonlaan 1-41 3584 BX Utrecht Postbus 3017 3502 GA Utrecht t 030 296 81 11 F 030 296

Nadere informatie

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk BCRG /

Behandeld door Telefoonnummer  adres Kenmerk BCRG / Aan de Minister van Volksgezondheid Welzijn en Sport Mevrouw drs. E.I. Schippers Postbus 20350 2500 EJ Den Haag Newtonlaan 1-41 3584 BX Utrecht Postbus 3017 3502 GA Utrecht T 030 296 81 11 F 030 296 82

Nadere informatie

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 29 september 2017 U Lbr: 17/054 (070) Regeling zorginfrastructuur.

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 29 september 2017 U Lbr: 17/054 (070) Regeling zorginfrastructuur. Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad Datum 29 september 2017 Ons kenmerk TIP/U201700697 Lbr: 17/054 Telefoon (070) 373 8421 Bijlage(n) - Onderwerp Regeling zorginfrastructuur Samenvatting De

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/REG-17104

BELEIDSREGEL BR/REG-17104 BELEIDSREGEL Prestatiebeschrijvingen voor fysiotherapie Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef, en onder b en c, van de Wet Kenmerk marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem

Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem Eind juli is de eerste ronde afgerond voor de besteding van het regionale Innovatiebudget Sociaal Domein. In deze ronde is niet het volledige beschikbare budget

Nadere informatie

Juridische aspecten van behandel- en vergoedingsbeslissingen

Juridische aspecten van behandel- en vergoedingsbeslissingen Juridische aspecten van behandel- en vergoedingsbeslissingen NVTAG Symposium Juridische kaders van HTA 7 juni 2007 Koosje van Lessen Kloeke k.vanlessenkloeke@leijnseartz.com 1 Inleiding -Welke partijen

Nadere informatie

Declaratievoorschrift multidisciplinaire zorgverlening chronische aandoeningen (DM type 2 1, CVR 2 )

Declaratievoorschrift multidisciplinaire zorgverlening chronische aandoeningen (DM type 2 1, CVR 2 ) REGELING CV/NR-100.106 Declaratievoorschrift multidisciplinaire zorgverlening chronische aandoeningen (DM type 2 1, CVR 2 ) Gelet op artikel 37 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft de

Nadere informatie

BELEIDSREGEL CA-BR-1508. Prestatiebeschrijvingen en tarieven ZZPmeerzorg. Bijlage 11 bij circulaire Care/AWBZ/14/04c

BELEIDSREGEL CA-BR-1508. Prestatiebeschrijvingen en tarieven ZZPmeerzorg. Bijlage 11 bij circulaire Care/AWBZ/14/04c Bijlage 11 bij circulaire Care/AWBZ/14/04c BELEIDSREGEL Prestatiebeschrijvingen en tarieven ZZPmeerzorg Wlz Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg

Nadere informatie

Beleidsregel experiment bekostiging verpleging en verzorging

Beleidsregel experiment bekostiging verpleging en verzorging Beleidsregel Beleidsregel experiment bekostiging verpleging en verzorging Gelet op artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Protocol. de Inspectie voor de Gezondheidszorg. de Nederlandse Zorgautoriteit

Protocol. de Inspectie voor de Gezondheidszorg. de Nederlandse Zorgautoriteit Protocol tussen de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de Nederlandse Zorgautoriteit inzake samenwerking en coördinatie op het gebied van beleid, regelgeving, toezicht & informatieverstrekking en andere

Nadere informatie

2. De dieetadvisering die vergoed wordt op basis van dit standpunt over artikel 2.6 lid 7 Bzv, valt onder het verplichte eigen risico binnen de Zvw.

2. De dieetadvisering die vergoed wordt op basis van dit standpunt over artikel 2.6 lid 7 Bzv, valt onder het verplichte eigen risico binnen de Zvw. 2012095565 DE UITVOERING VAN ARTIKEL 2.6 lid 7 Bzv In het bijgevoegde standpunt legt CVZ artikel 2.6 lid 7 Bzv uit. Op 1 januari 2012 is de omschrijving van de prestatie 'dieetadvisering' in het Besluit

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 24 oktober 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 24 oktober 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 255 XP DEN HAAG T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

Integrale bekostiging multidisciplinaire zorgverlening chronische aandoeningen (DM type 2, VRM, COPD)

Integrale bekostiging multidisciplinaire zorgverlening chronische aandoeningen (DM type 2, VRM, COPD) BELEIDSREGEL Integrale bekostiging multidisciplinaire zorgverlening chronische aandoeningen (DM type 2, VRM, COPD) Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 31 augustus 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 31 augustus 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

2.3 Ontwikkelingen mbt financiering, wet- en regelgeving

2.3 Ontwikkelingen mbt financiering, wet- en regelgeving Kennis over Ketenzorg Externe analyse, financiering 2.3 Ontwikkelingen mbt financiering, wet- en regelgeving In dit hoofdstuk verkennen we de externe omgeving die van invloed is op de vraag of het voor

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-7152

BELEIDSREGEL BR/CU-7152 BELEIDSREGEL Prestatiebeschrijvingen voor oefentherapie Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef, en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse zorgautoriteit (NZa)

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 27 januari 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 27 januari 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 25 VX Den Haag T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

Kostprijsberekening geriatrische revalidatiezorg

Kostprijsberekening geriatrische revalidatiezorg BELEIDSREGEL Kostprijsberekening geriatrische revalidatiezorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, sub b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

Behandeld door Telefoonnummer E-mailadres Kenmerk directie Zorgmarkten Care 0900 770 70 70 vragencare@nza.nl CARE/AWBZ/12/01c 12D0000176

Behandeld door Telefoonnummer E-mailadres Kenmerk directie Zorgmarkten Care 0900 770 70 70 vragencare@nza.nl CARE/AWBZ/12/01c 12D0000176 Aan de besturen van AWBZ-instellingen en de zorgkantoren Newtonlaan 1-41 3584 BX Utrecht Postbus 3017 3502 GA Utrecht T 030 296 81 11 F 030 296 82 96 E info@nza.nl I www.nza.nl Behandeld door Telefoonnummer

Nadere informatie

Ondernemerschap in de zorg. mr. drs. T.W. (Theo) Langejan Voorzitter Raad van Bestuur

Ondernemerschap in de zorg. mr. drs. T.W. (Theo) Langejan Voorzitter Raad van Bestuur Ondernemerschap in de zorg mr. drs. T.W. (Theo) Langejan Voorzitter Raad van Bestuur Ondernemen in de zorg: geven en nemen Wat is er nodig? 1. Nederlandse zorgstelsel is unieke combinatie publiek en privaat

Nadere informatie

Voorwaardelijke toelating tot het basispakket Zvw

Voorwaardelijke toelating tot het basispakket Zvw Voorwaardelijke toelating tot het basispakket Zvw Position paper Speerpunten Nefemed over voorwaardelijke toelating Innovatie is belangrijk voor verbetering van de kwaliteit van zorg in Nederland; De regeling

Nadere informatie

Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem

Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem Eind juli is de eerste ronde afgerond voor de besteding van het regionale Innovatiebudget Sociaal Domein. In deze ronde is niet het volledige beschikbare

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 30 mei 2012 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 30 mei 2012 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 25 VX DEN HAAG T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

NADERE REGEL NR/CU-540

NADERE REGEL NR/CU-540 NADERE REGEL Tijdelijke regeling dyslexiezorg Gelet op de artikelen 37, 38, 62 en 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de volgende regeling vastgesteld:

Nadere informatie

Tijdelijke instandlating gevolgen experimenten

Tijdelijke instandlating gevolgen experimenten BELEIDSREGEL Tijdelijke instandlating gevolgen experimenten Op grond van artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 31 augustus 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 31 augustus 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Langdurige ggz: De zorg geleverd aan verzekerden als bedoeld in artikel van de Wet langdurige zorg (Wlz).

Langdurige ggz: De zorg geleverd aan verzekerden als bedoeld in artikel van de Wet langdurige zorg (Wlz). BELEIDSREGEL Overheveling ggz budget Wlz-Zvw Grondslag Gelet op artikel 57, eerste lid, onderdelen b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 maart 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 maart 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Regeling innovatie voor kleinschalige experimenten

Regeling innovatie voor kleinschalige experimenten REGELING Regeling innovatie voor kleinschalige experimenten Ingevolge de artikelen 36, derde lid, 37, 38 derde en zevende lid van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Deze regeling is van toepassing op zorgaanbieders die dyslexiezorg 1 als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet (Zvw) leveren.

Deze regeling is van toepassing op zorgaanbieders die dyslexiezorg 1 als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet (Zvw) leveren. REGELING Tijdelijke regeling dyslexiezorg Gelet op: de artikelen 37, 38, 62 en 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg); de beleidsregel Dyslexiezorg, kenmerk BR/CU-5076; de regeling Declaratiebepalingen

Nadere informatie

BELEIDSREGEL CA Nationaal Programma Ouderenzorg 2014

BELEIDSREGEL CA Nationaal Programma Ouderenzorg 2014 BELEIDSREGEL Nationaal Programma Ouderenzorg 2014 Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

Samenwerking en betaalbaarheid palliatieve zorg op maat

Samenwerking en betaalbaarheid palliatieve zorg op maat Uit een analyse van de NZa blijkt de regelgeving voor palliatieve zorg voor zorgaanbieders niet altijd helder te zijn. Hieronder geven we een toelichting op veel gestelde vragen. 1 Inzet specialistisch

Nadere informatie

Algemeen gegevensbeheer code (AGB-code) Unieke code die aan iedere zorgaanbieder wordt toegekend, waarmee deze kan worden geïdentificeerd.

Algemeen gegevensbeheer code (AGB-code) Unieke code die aan iedere zorgaanbieder wordt toegekend, waarmee deze kan worden geïdentificeerd. REGELING Regeling macrobeheersinstrument verpleging en verzorging 2018 Gelet op de artikelen 36, 37, 62 en 68 en 76 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), besluit de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/REG Beschikbaarheidbijdrage ambtshalve

BELEIDSREGEL BR/REG Beschikbaarheidbijdrage ambtshalve BELEIDSREGEL Beschikbaarheidbijdrage ambtshalve Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

3.1 Zorgaanbieder De zorgaanbieder als bedoeld in artikel 1 aanhef en onder c van de Wmg.

3.1 Zorgaanbieder De zorgaanbieder als bedoeld in artikel 1 aanhef en onder c van de Wmg. Bijlage 19 bij circulaire Care/AWBZ/14/04c REGELING Administratie- en declaratievoorschriften ZZP-meerzorg Wlz Ingevolge de artikelen 36, derde lid, 37, eerste lid en artikel 38 derde lid van de Wet marktordening

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 maart 2013 Betreft Stand-van-zakenbrief Europsyche

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 maart 2013 Betreft Stand-van-zakenbrief Europsyche > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Bijlage(n)

Nadere informatie

Subsidiebeleid Stichting Zorg en Zekerheid

Subsidiebeleid Stichting Zorg en Zekerheid SUBSIDIEBELEID 2014 oktober 2013 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Thema s... 4 2.1 Preventie... 4 2.2 Ouderenzorg... 5 2.3 Mantelzorg/vrijwilligerswerk... 5 2.4 Daarnaast kunnen projectvoorstellen ingestuurd

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-5105

BELEIDSREGEL BR/CU-5105 BELEIDSREGEL Beleidsregel Beschikbaarheidbijdrage curatieve zorgfuncties GGZ 2014 Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse

Nadere informatie

Op welke vragen geeft dit digitale kaartenboek antwoord?

Op welke vragen geeft dit digitale kaartenboek antwoord? Op welke vragen geeft dit digitale kaartenboek antwoord? Wie doet wat in de bekostiging, verstrekking, financiering en het pakketbeheer van specialistische en? Hoe kan een specialistisch worden bekostigd?

Nadere informatie

Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG van 24 augustus 2012.

Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG van 24 augustus 2012. BELEIDSREGEL Beschikbaarheidbijdrage Cure - ambtshalve Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/REG-18128

BELEIDSREGEL BR/REG-18128 BELEIDSREGEL Beleidsregel prestatiebeschrijvingen voor logopedie Gelet op artikel 57, eerste lid, onderdelen b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Beschrijving ervaren knelpunt Er zijn dit jaar veel vragen binnengekomen over het heropenen van DBBC s.

Beschrijving ervaren knelpunt Er zijn dit jaar veel vragen binnengekomen over het heropenen van DBBC s. VERANTWOORDING RELEASE FZ 2016 In dit document geven wij per onderhoudspunt aan wat het knelpunt was, welke analyse en belangenafweging we hebben uitgevoerd en tot welke conclusie dit heeft geleid. De

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU 7167

BELEIDSREGEL BR/CU 7167 BELEIDSREGEL BR/CU 7167 Prestatiebeschrijvingen voor fysiotherapie Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef, en onder b en c, van de Wet Kenmerk marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse

Nadere informatie

Zorgautoriteit. Nederlandse. gereguleerde segment. Voor het overige deel, het vrije segment,

Zorgautoriteit. Nederlandse. gereguleerde segment. Voor het overige deel, het vrije segment, 770? /. Het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport Minister mr. drs. B.J. Bruins Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG Newtonlaan 1-41 3584 BX Utrecht Postbus 3017 3502 GA Utrecht T 030 296 81 11 F 030

Nadere informatie

Aan het bestuur van: - algemene ziekenhuizen (010); - ActiZ, Alzheimer NL, BTN, NPCF, VGVK, VNG, V&VN, ZN; - Zorgverzekeraars.

Aan het bestuur van: - algemene ziekenhuizen (010); - ActiZ, Alzheimer NL, BTN, NPCF, VGVK, VNG, V&VN, ZN; - Zorgverzekeraars. Aan het bestuur van: - algemene ziekenhuizen (010); - ActiZ, Alzheimer NL, BTN, NPCF, VGVK, VNG, V&VN, ZN; - Zorgverzekeraars. Newtonlaan 1-41 3584 BX Utrecht Postbus 3017 3502 GA Utrecht T 030 296 81

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 300 Besluit van 7 juli 2016, houdende wijziging van het Besluit uitbreiding en beperking werkingssfeer WMG in verband met de tarief- en prestatieregulering

Nadere informatie

WAT HELPT OM LANGER THUIS TE BLIJVEN WONEN

WAT HELPT OM LANGER THUIS TE BLIJVEN WONEN WAT HELPT OM LANGER THUIS TE BLIJVEN WONEN Lonneke Taks Annette de Boer Met stakeholders in gesprek over domotica Met stakeholders in gesprek over domotica 3 Wat helpt om langer thuis te blijven wonen

Nadere informatie

Transparantie-eisen aan apotheken

Transparantie-eisen aan apotheken Transparantie-eisen aan apotheken Toelichting bij de verplichte informatieverstrekking door apotheken aan consumenten Juni 2013 2 Inhoud 1. Vooraf 5 2. Transparantie-eisen voor apotheken en zorgverzekeraars

Nadere informatie

3.1 Algemeen gegevensbeheer code (AGB-code) Unieke code die aan iedere zorgaanbieder wordt toegekend, waarmee deze kan worden geïdentificeerd.

3.1 Algemeen gegevensbeheer code (AGB-code) Unieke code die aan iedere zorgaanbieder wordt toegekend, waarmee deze kan worden geïdentificeerd. BELEIDSREGEL Macrobeheersinstrument verpleging en verzorging 2016 Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder d van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie