EXTRA OEFENINGEN. Hoofdstuk 1 DE OPLOSSINGEN VAN DEZE OEFENINGEN VINDT U IN DE HANDLEIDING HET LEERWERKBOEK VAN KERN MATERIE, ENERGIE EN LEVEN.

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "EXTRA OEFENINGEN. Hoofdstuk 1 DE OPLOSSINGEN VAN DEZE OEFENINGEN VINDT U IN DE HANDLEIDING HET LEERWERKBOEK VAN KERN MATERIE, ENERGIE EN LEVEN."

Josephus Hermans
7 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 EXTRA OEFENINGEN DE OPLOSSINGEN VAN DEZE OEFENINGEN VINDT U IN DE HANDLEIDING HET LEERWERKBOEK VAN KERN MATERIE, ENERGIE EN LEVEN. Hoofdstuk 1 1 Welk celorganel zorgt voor het transport van stoffen naar buiten? mitochondrion ribosoom Golgi-apparaat 2 De grootste cel in het menselijk lichaam is de zaadcel eicel witte bloedcel 3 Benoem de onderdelen van een dierlijke cel.

2 4 Een klier is een orgaan dat stoffen produceert die afgescheiden worden en belangrijk zijn voor het lichaam. Verklaar waarom in kliercellen veel golgi-apparaten voorkomen. 5 Hoe komt het dat fruit malser wordt wanneer het rijpt?

3 Hoofdstuk 3 1 In de onderstaande tabel hebben we verschillende oplossingen opgesomd. Noteer bij elk handelsproduct welk oplosmiddel er gebruikt is. Vermeld ook de opgeloste stof(fen). bier oplossing oplosmiddel opgeloste stof(fen) spuitwater ammoniak zoutzuur ontstoppingsmiddel pekel azijn eau de cologne 2 Tetrachlooretheen is een apolair oplosmiddel, water is een polair oplosmiddel. In welke vloeistof zullen de volgende stoffen oplossen? HCl Cl 2 Propaan MgSO 4 3 Waarmee kan je vetvlekken het best verwijderen? azijn water ether Geef een verklaring.

4 Hoofdstuk 4 1 Wat zijn enzymen? 2 Zoek de naam en de functie van vier verschillende enzymen op. 3 Waaruit is een nucleotide opgebouwd? 4 Op welke manier zit de genetische code in onze cellen opgeslagen? 5 Glucose en fructose hebben dezelfde brutoformule. Noteer ze. Welk van de twee monosacchariden veroorzaakt suikerziekte. Geef uitleg.

5 6 Zal een sportman die veel krachtinspanning moet leveren bij voorkeur een voedsel rijk aan eiwitten, vetten of suikers moeten innemen? Waarom? 7 Dieetmargarine bevat onverzadigde vetzuren. Men zegt dat onverzadigde vetzuren het cholesterolgehalte in het bloed verlagen. Hierdoor zouden ze de kans op het ontstaan van hart- en vaatziekten verkleinen. Wat wordt bedoeld met de term onverzadigd? Hoe kan je gemakkelijk te weten komen of een margarine verzadigde vetzuren bevat? Waarom zijn de meeste plantaardige vetten vloeibaar bij kamertemperatuur? Wat is de functie van vetten in onze voeding?

6 Hoofdstuk 5 1 Wat gebeurt er met borden die vervaardigd zijn uit melamineformal-dehyd (thermoharder) als je er een brandende sigaret op uitduwt? 2 Hoe kun je een onderscheid maken tussen thermoplast en een thermoharder? 3 Waarom kunnen vlamtesten voor de identificatie van kunststoffen alleen uitgevoerd worden op thermoplasten? 4 Methylmetacrylaat polymeriseert tot polymethylmetacrylaat dat beter bekend is onder de naam plexiglas of kunstglas. Schrijf de polymerisatiereactie: 5 Butadieen kan polymeriseren tot polybutadieen (= normaal butadieenrubber of NBR). Schrijf de polymerisatiereactie.

7 Hoofdstuk 6 1 Bespreek de volgende reactie als redoxreactie: 2 Cu + + Sn 2+ 2 Cu + Sn 4+ oxidatiereactie reductie oxidator reductor 2 Bespreek de volgende reactie als redoxreactie: I 2 + Zn 2 I + Zn 2+ oxidatiereactie reductie oxidator reductor 3 De zilver-zink batterij werkt met volgende halfreacties: Zn Zn e - Ag 2 O + H 2 O + 2 e 2 Ag + 2 OH Wat is de oxidatiereactie? Wat is de reductiereactie? Wat is de netto-reactie?

8 4 Kwikoxide knoopcellen werken op basis van onderstaande halfreacties: Zn Zn e - HgO + H 2 O + 2 e - Hg + 2 OH - Wat is de oxidatiereactie? Wat is de reductiereactie? Wat is de nettoreactie? Wat is hier het voornaamste milieuprobleem? Hoe voorkomt de Vlaamse Overheid dit probleem? 5 Als je naast een weideapparaat staat hoor je het voortdurend tikken. Wat heeft dat te maken met het feit dat zo'n apparaat ervoor zorgt dat je niet geëlektrocuteerd wordt wanneer je de schrikdraad aanraakt? 6 Een speciaal batterijblok bestaat uit twee parallel geschakelde groepen van telkens twee in serie geschakelde batterijen. Teken het schakelschema van dit blok. Schrijf ook wat informatie op over de spanning en de stroomsterkte die het kan leveren. 7 Vul in : 1 ma = µa.

9 Hoofdstuk 7 1 Schrijf de formule voor elektrisch vermogen en die voor de wet van Ohm. Leid uit beide een andere formule af voor vermogen waarin spanning niet voorkomt. 2 De twee weerstanden zijn gelijk en het lampje brandt. Wat gebeurt er als de schakelaar S wordt gesloten? 3 De weerstand van lamp L 1 is tweemaal zo groot dan die van lamp L 2. Welke uitspraak is dan juist? I 1 = I 2 I 1 = 2 I 2 I 1 = 0,5 I 2 I 1 = 3 I 2 4 Deze schakeling bestaat uit een batterij, 3 identieke gloeilampjes die even helder branden en 3 ampèremeters. Op de ampèremeter A 1 lees je 0,90 A af. Welke stroomsterkte lees je dan af op de ampèremeter A 2? 0,30 A 0,45 A 0,60 A 0,90 A 5 In een goed uitgeruste keuken zijn voldoende stopcontacten voorzien. Een waterkoker, een mixer en een wafelijzer zijn tegelijkertijd aangesloten. Deze drie toestellen zijn dan in SERIE/PARALLEL geschakeld. Doorstreep wat fout is.

10 6 Wat is het warmte-effect van een weerstand? 7 Geef de namen en de kenmerken van de twee belangrijkste veiligheidsapparaten waarmee de netspanning is uitgerust. 8 Een NiCd-batterij is heel geschikt voor handgereedschap. Waarom is dat? Waarom wordt die batterij stelselmatig minder gebruikt?

11 Hoofdstuk 8 1 De sterkste permanente magneten zijn opgebouwd uit drie atoomsoorten? Welke? 2 Een magneetnaald is draaibaar opgesteld nabij een staafmagneet. Is de volgende zin dan waar? De magneetnaald wijst met zijn N-pool altijd naar de S-pool van een staafmagneet. Maak een tekening bij het antwoord. 3 Twee spoelen zijn naast elkaar geplaatst. Ze stoten elkaar af. Duid in elke spoel de stroomzin aan. Er zijn twee mogelijkheden.

12 4 Een transformator bestaat uit een ijzeren kern met twee spoelen. De primaire spoel heeft 600 windingen, de secundaire 100. We sluiten de primaire spoel aan op een spanningsbron, eerst een met spanning 36 V DC, daarna een met spanning 36 V AC. Hoe groot is de spanning die ontstaat aan de secundaire spoel? Bij een spanning 36 V DC: Bij een spanning 36 V AC: 5 Gemiddeld is de spanning aan een stopcontact 230 V. Soms is ze echter 0 V! Maak dit duidelijk met een tekening. 6 Waaruit moet een transformator bestaan die aan zijn secundaire spoel een zeer hoge spanning levert? 7 Je beschikt over een staafmagneet en een spoel. Wat moet je doen om aan de klemmen van de spoel inductiespanning te doen ontstaan?

Vergelijkbare documenten

b. Bereken de vervangingsweerstand RV. c. Bereken de stroomsterkte door de apparaten.

b. Bereken de vervangingsweerstand RV. c. Bereken de stroomsterkte door de apparaten. Oefenopgaven vervangingsweerstand en transformator 1 Twee lampjes L1 en L2 staan in serie: R1 = 5,0 Ω en R2 = 9,0 Ω Bereken de vervangingsweerstand van de twee lampjes. 2 Twee apparaten, weerstand R1 =