Het college van burgemeester en wethouders, Gelet op artikel 8 Wet inburgering (oud) en artikel 1.2 Verordening Inburgering Helmond 2013

Transcriptie

1 Jaar: 2013 Nummer: 69 B&W 10 september 2013 Gemeenteblad WIJZIGING BELEIDSREGELS WET INBURGERING RICHTLIJN A001 Informatieverstrekking aan inburgeringsplichtige Gelet op artikel 8 Wet inburgering (oud) en artikel 1.2 Verordening Inburgering Helmond 2013 Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn A001 Informatieverstrekking aan inburgeringsplichtige Richtlijn A001 wordt als volgt ingevuld: Het beleid is neergelegd in artikel 1.2 van de Verordening Inburgering Het college draagt er zorg voor dat de inburgeringsplichtigen op een doeltreffende en doelmatige wijze worden geïnformeerd over hun rechten en plichten uit hoofde van de wet en over het aanbod van en de toegang tot inburgeringsvoorzieningen. Het college maakt bij de informatieverstrekking aan de inburgeringsplichtigen in ieder geval gebruik van: a. het verstrekken van schriftelijk voorlichtingsmateriaal; b. een gemeentelijk informatiepunt; c. het geven van digitale informatie op de website van de gemeente Helmond. De gewijzigde richtlijn treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking daarvan in het Gemeenteblad. Met ingang van deze datum wordt de eerder op 26 mei 2009 vastgestelde richtlijn ingetrokken. Gemeenteblad van Helmond blz. 1

2 RICHTLIJN A002 Procedure; vaststelling passende voorziening verplichte inburgering Gelet op artikel 19 Wet inburgering (oud) en de artikelen 2.1, 2.2, 3.1 en 3.2 Verordening Inburgering Helmond 2013 Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn A002 Procedure; vaststelling passende voorziening verplichte inburgering Richtlijn A002 wordt als volgt ingevuld: Het beleid is neergelegd in de artikelen 2.1, 2.2, 3.1 en 3.2 van de Verordening Inburgering Helmond 2013, waarin het volgende is bepaald: Artikel 2.1 Inburgeringsaanbod Het college biedt een inburgeringsvoorziening aan de inburgeringsplichtige, te weten: a. de houder van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 28 van de Vreemdelingenwet 2000, en b. de geestelijke bedienaar, bedoeld in artikel 1, onderdeel g van de wet, die geen oudkomer is als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de wet, voor zover deze uiterlijk 31 december 2012 inburgeringsplichtig is geworden. Artikel 2.2 De samenstelling van de inburgeringsvoorziening 1. Het college stemt de inburgeringsvoorziening aan de inburgeringsplichtige bedoeld in artikel 2.1 onder a, af op het startniveau en de vaardigheden, de persoonlijke omstandigheden en de maatschappelijke positie van de inburgeringsplichtige. 2. Indien de inburgeringsplichtige bedoeld in artikel 2.1 onder a, een voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt aangeboden, draagt het college er zorg voor dat de inburgeringsvoorziening op de voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt afgestemd. 3. Aan de inburgeringsplichtige bedoeld in artikel 2.1 onder a, biedt het college maatschappelijke begeleiding aan. 4. Een inburgeringsvoorziening kan, naast datgene dat in de wet is geregeld, een of meer van de volgende onderdelen bevatten: a. NT-2 onderwijs (taalonderwijs); b. maatschappelijke oriëntatie; c. arbeidsmarktoriëntatie; d. kennis en oriëntatie met betrekking tot opvoeding, gezondheid en onderwijs; e. taalstage; f. profiel ondernemerschap; g. opvoedondersteuning; Gemeenteblad van Helmond blz. 2

3 h. voorzieningen zoals genoemd in de Re-integratieverordening WWB, IOAW en IOAZ Helmond; i. activiteiten of voorzieningen die in het kader van maatwerk bijdragen tot verbetering van het inburgeringsproces in het algemeen en in de lokale samenleving in het bijzonder. Artikel 3.1 De procedure van het doen van een aanbod Het college doet schriftelijk het aanbod, zoals bedoeld in artikel 19, eerste of tweede lid, van de wet. Het aanbod wordt gezonden naar het adres waar de inburgeringsplichtige, bedoeld in artikel 2.1, in de gemeentelijke basisadministratie is ingeschreven. 1. In het aanbod, opgenomen in een trajectplan, wordt een omschrijving gegeven van de inburgeringsvoorziening die wordt aangeboden en worden de rechten en verplichtingen vermeld die aan die voorziening worden verbonden. 2. De inburgeringsplichtige bedoeld in artikel 2.1 aan wie een aanbod wordt gedaan, deelt binnen vier weken het college mee of hij het aanbod al dan niet aanvaardt middels ondertekening van het trajectplan. 3. Wanneer de inburgeringsplichtige bedoeld in artikel 2.1 het trajectplan bedoeld in het tweede lid tekent, neemt het college binnen vier weken na die ondertekening het besluit tot vaststelling van de inburgeringsvoorziening overeenkomstig het gedane aanbod in het trajectplan. Artikel 3.2 De inhoud van de beschikking Het besluit tot vaststelling van de inburgeringsvoorziening bevat in ieder geval: a. een beschrijving van de inburgeringsvoorziening; b. een opgave van de rechten en verplichtingen van de inburgeringsplichtige bedoeld in artikel 2.1; c. de datum waarop het inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II moet zijn behaald; en d. de termijnen en wijze van betaling van de eigen bijdrage bedoeld in artikel 2.4. De gewijzigde richtlijn treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking daarvan in het Gemeenteblad. Met ingang van deze datum wordt de eerder op 26 mei 2009 vastgestelde richtlijn ingetrokken. Gemeenteblad van Helmond blz. 3

4 RICHTLIJN A003 Rechten en plichten inburgeringsplichtige voor wie een voorziening is vastgesteld Gelet op artikel 23, derde lid, Wet inburgering (oud) en de artikelen 2.4 en 2.5 Verordening Inburgering Helmond 2013 Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn A003 Rechten en plichten inburgeringsplichtige voor wie een voorziening is vastgesteld Richtlijn A003 wordt als volgt ingevuld: Het beleid is neergelegd in de artikelen 2.4 en 2.5 van de Verordening Inburgering Helmond 2013, waarin het volgende is bepaald: Artikel 2.4 De inning van de eigen bijdrage 1. De eigen bijdrage, bedoeld in artikel 23, tweede lid, van de wet wordt in ten hoogste zes termijnen betaald. 2. Het college legt in de beschikking tot vaststelling van de inburgeringsvoorziening de betalingswijze en de termijnen van betaling vast. 3. De eigen bijdrage wordt niet opgelegd aan uitkeringsgerechtigde inburgeringsplichtigen met een arbeidsplicht wiens inburgeringstraject onderdeel uitmaakt van een re-integratietraject ofwel de gecombineerde voorziening. Artikel 2.5 Opleggen van verplichtingen Het college kan een inburgeringsplichtige bedoeld in artikel 2.1 bij beschikking een of meer van de volgende verplichtingen opleggen: a. het deelnemen aan de inburgeringsvoorziening; b. het deelnemen aan gesprekken met de trajectbegeleider; c. het deelnemen aan voortgangsgesprekken; d. voor de eerste keer deelnemen aan het inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II op een tijdstip dat door het college wordt bepaald; e. het melden indien door ziekte dan wel door andere relevante omstandigheden niet aan de verplichtingen in de beschikking kan worden voldaan; f. overige verplichtingen die het bereiken van het doel van de voorziening kunnen ondersteunen. De gewijzigde richtlijn treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking daarvan in het Gemeenteblad. Met ingang van deze datum wordt de eerder op 26 mei 2009 vastgestelde richtlijn ingetrokken. Gemeenteblad van Helmond blz. 4

5 RICHTLIJN A023 Boete bij geen medewerking verlenen aan uitvoering voorziening Gelet op de artikelen 30 en 34 onder b, Wet inburgering (oud) en de artikelen 4.1, tweede lid, en 4.2, tweede lid, Verordening Inburgering Helmond 2013 Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn A023 Boete bij geen medewerking verlenen aan uitvoering voorziening Richtlijn A023 wordt als volgt ingevuld: Het beleid is neergelegd in de artikelen 4.1, tweede lid, en 4.2, tweede lid, van de Verordening Inburgering Helmond De hoogte van de bestuurlijke boete De bestuurlijke boete bedraagt maximaal 250,-, indien de inburgeringsplichtige geen of onvoldoende medewerking verleent aan de uitvoering van de voor hem vastgestelde inburgeringvoorziening, bedoeld in artikel 23, eerste lid, Wet inburgering (oud), of aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 2.5 van de Verordening Inburgering Helmond Verhoging van de bestuurlijke boete bij herhaling van de overtreding De bestuurlijke boete voor overtredingen, als hierboven bedoeld, bedraagt maximaal 500,- indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding. Afstemming De bestuurlijke boete wordt in ieder geval afgestemd op de ernst van de overtreding en de mate waarin deze aan de overtreder kan worden verweten, waarbij rekening wordt gehouden met de omstandigheden waarin hij verkeert. Als daarvoor dringende redenen aanwezig zijn, kan afgezien worden van het opleggen van een bestuurlijke boete. Indien de inburgeringsplichtige een belanghebbende is in de zin van de Wet werk en bijstand (WWB) wordt geen bestuurlijke boete opgelegd, maar een maatregel in het kader van de WWB (artikel 37 WI oud). De gewijzigde richtlijn treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking daarvan in het Gemeenteblad. Met ingang van deze datum wordt de eerder op 26 mei 2009 vastgestelde richtlijn ingetrokken. Gemeenteblad van Helmond blz. 5

6 RICHTLIJN A024 Boete bij handelen in strijd met de regels uit de verordening Gelet op de artikelen 30 en 34 onder b, Wet inburgering (oud) en de artikelen 4.1, tweede lid, en 4.2, tweede lid, Verordening Inburgering Helmond 2013 Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn A024 Boete bij handelen in strijd met de regels uit de verordening Richtlijn A024 wordt als volgt ingevuld: Het beleid is neergelegd in de artikelen 4.1, tweede lid, en 4.2, tweede lid, van de Verordening Inburgering Helmond De hoogte van de bestuurlijke boete De bestuurlijke boete bedraagt maximaal 250,-, indien de inburgeringsplichtige geen of onvoldoende medewerking verleent aan de uitvoering van de voor hem vastgestelde inburgeringvoorziening, bedoeld in artikel 23, eerste lid, Wet inburgering (oud), of aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 2.5 van de Verordening Inburgering Helmond Verhoging van de bestuurlijke boete bij herhaling van de overtreding De bestuurlijke boete voor overtredingen, als hierboven bedoeld, bedraagt maximaal 500,- indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding. Afstemming De bestuurlijke boete wordt in ieder geval afgestemd op de ernst van de overtreding en de mate waarin deze aan de overtreder kan worden verweten, waarbij rekening wordt gehouden met de omstandigheden waarin hij verkeert. Als daarvoor dringende redenen aanwezig zijn, kan afgezien worden van het opleggen van een bestuurlijke boete. Indien de inburgeringsplichtige een belanghebbende is in de zin van de Wet werk en bijstand (WWB) wordt geen bestuurlijke boete opgelegd, maar een maatregel in het kader van de WWB (artikel 37 WI oud). De gewijzigde richtlijn treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking daarvan in het Gemeenteblad. Met ingang van deze datum wordt de eerder op 26 mei 2009 vastgestelde richtlijn ingetrokken. Gemeenteblad van Helmond blz. 6

7 RICHTLIJN A025 Boete bij verzuim tijdig examen te behalen Gelet op de artikelen 7, eerste lid, 31, tweede lid, onderdeel a, en 34 onder c, Wet inburgering (oud) en artikel 4.1, derde lid, Verordening Inburgering Helmond 2013 Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn A025 Boete bij verzuim tijdig examen te behalen Richtlijn A025 wordt als volgt ingevuld: Het beleid is neergelegd in artikel 4.1, derde lid, van de Verordening Inburgering Helmond De hoogte van de bestuurlijke boete De bestuurlijke boete bedraagt maximaal 300,-, indien de inburgeringsplichtige niet binnen de in artikel 7, eerste lid, Wet inburgering (oud) vastgestelde termijn of binnen de door het college op grond van artikel 31, tweede lid, onderdeel a, Wet inburgering (oud) verlengde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald. Afstemming De bestuurlijke boete wordt in ieder geval afgestemd op de ernst van de overtreding en de mate waarin deze aan de overtreder kan worden verweten, waarbij rekening wordt gehouden met de omstandigheden waarin hij verkeert. Als daarvoor dringende redenen aanwezig zijn, kan afgezien worden van het opleggen van een bestuurlijke boete. Indien de inburgeringsplichtige een belanghebbende is in de zin van de Wet werk en bijstand (WWB) wordt geen bestuurlijke boete opgelegd, maar een maatregel in het kader van de WWB (artikel 37 WI oud). De gewijzigde richtlijn treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking daarvan in het Gemeenteblad. Met ingang van deze datum wordt de eerder op 26 mei 2009 vastgestelde richtlijn ingetrokken. Gemeenteblad van Helmond blz. 7

8 RICHTLIJN A026 Boete bij verzuim examen binnen nieuwe termijn te behalen Gelet op de artikelen 32, 33, en 34 onder d, Wet inburgering (oud) en artikel 4.2, derde en vierde lid, Verordening Inburgering Helmond 2013 Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn A026 Boete bij verzuim examen binnen nieuwe termijn te behalen Richtlijn A026 wordt als volgt ingevuld: In artikel 4.2, derde en vierde lid, van de Verordening Inburgering Helmond 2013 is het volgende bepaald: Artikel 4.2 Verhoging van de bestuurlijke boete bij herhaling van de overtreding - De bestuurlijke boete bedraagt maximaal 600,- indien de inburgeringsplichtige niet binnen de door het college op grond van artikel 32 Wet inburgering (oud) vastgestelde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald. - De bestuurlijke boete bedraagt maximaal 1.000,- indien de inburgeringsplichtige niet binnen de door het college op grond van artikel 33 Wet inburgering (oud) vastgestelde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald. Afstemming De bestuurlijke boete wordt in ieder geval afgestemd op de ernst van de overtreding en de mate waarin deze aan de overtreder kan worden verweten, waarbij rekening wordt gehouden met de omstandigheden waarin hij verkeert. Als daarvoor dringende redenen aanwezig zijn, kan afgezien worden van het opleggen van een bestuurlijke boete. Indien de inburgeringsplichtige een belanghebbende is in de zin van de Wet werk en bijstand (WWB) wordt geen bestuurlijke boete opgelegd, maar een maatregel in het kader van de WWB (artikel 37 WI oud). De gewijzigde richtlijn treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking daarvan in het Gemeenteblad. Met ingang van deze datum wordt de eerder op 26 mei 2009 vastgestelde richtlijn ingetrokken. Gemeenteblad van Helmond blz. 8

9 RICHTLIJN G010 Maatschappelijke begeleiding bij verblijfsvergunning asiel Gelet op artikel 19, eerste lid, Wet inburgering (oud) en artikel X, derde lid, Wijzigingswet Wi Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn G010 Maatschappelijke begeleiding bij verblijfsvergunning asiel Richtlijn G010 wordt als volgt ingevuld: Ten aanzien van inburgeringsplichtigen met een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd asiel die vóór 1 januari 2013 inburgeringsplichtig zijn geworden en aan geestelijke bedienaren die geen oudkomer zijn en die vóór 2013 inburgeringsplichtig zijn geworden, wordt de maatschappelijke begeleiding verzorgd door een door het college aan te wijzen instelling. Vormen van begeleiding zijn: - algemene maatschappelijke begeleiding (reguliere begeleiding die met name gericht is op praktische hulp); en - specifieke extra begeleiding (in geval van trauma's of andere specifieke problemen). Maatschappelijke begeleiding wordt ingezet met als doel het behalen van het inburgeringsexamen. De gewijzigde richtlijn treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking daarvan in het Gemeenteblad. Met ingang van deze datum wordt de eerder op 26 mei 2009 vastgestelde richtlijn ingetrokken. Gemeenteblad van Helmond blz. 9

10 RICHTLIJN G011 Volgtijdelijk inzetten onderdelen gecombineerde voorziening verplichte inburgering Gelet op de artikelen 19, vierde lid, en 20, eerste lid, Wet inburgering (oud) en artikel 2.2, tweede lid, Verordening Inburgering Helmond 2013 Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn G011 Volgtijdelijk inzetten onderdelen gecombineerde voorziening verplichte inburgering Richtlijn G011 wordt als volgt ingevuld: Indien de inburgeringsplichtige een voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt aangeboden, draagt het college er zorg voor dat de inburgeringsvoorziening op de voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt afgestemd (artikel 2.2, tweede lid, Verordening Inburgering Helmond 2013). De gewijzigde richtlijn treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking daarvan in het Gemeenteblad. Met ingang van deze datum wordt de eerder op 26 mei 2009 vastgestelde richtlijn ingetrokken. Gemeenteblad van Helmond blz. 10

11 RICHTLIJN G012 Afstemming op werk verplichte inburgering Gelet op de artikelen 19, vierde lid, en 20, eerste lid, Wet inburgering (oud) en artikel 2.2, tweede lid, Verordening Inburgering Helmond 2013 Vast te stellen de invulling van richtlijn G012 Afstemming op werk verplichte inburgering Richtlijn G012 wordt als volgt ingevuld: Indien de inburgeringsplichtige een voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt aangeboden, draagt het college er zorg voor dat de inburgeringsvoorziening op de voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt afgestemd (artikel 2.2, tweede lid, Verordening Inburgering Helmond 2013). De richtlijn treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking daarvan in het Gemeenteblad. Gemeenteblad van Helmond blz. 11

12 RICHTLIJN G029 Uitstel van betaling eigen bijdrage inburgeringsplichtige Gelet op artikel 4:94 Algemene wet bestuursrecht (Awb) Vast te stellen de invulling van richtlijn G029 Uitstel van betaling eigen bijdrage inburgeringsplichtige Richtlijn G029 wordt als volgt ingevuld: Beleidsregel nr. 18 opgenomen in richtlijn B125 van de Beleidsregels WWB is van overeenkomstige toepassing. De richtlijn treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking daarvan in het Gemeenteblad. Gemeenteblad van Helmond blz. 12

13 RICHTLIJN G031 Wettelijke rente bij niet tijdig betalen eigen bijdrage Gelet op artikel 4:98 Algemene wet bestuursrecht (Awb) Vast te stellen de invulling van richtlijn G031 Wettelijke rente bij niet tijdig betalen eigen bijdrage Richtlijn G031 wordt als volgt ingevuld: Beleidsregel nr. 16 opgenomen in richtlijn B125 van de Beleidsregels WWB is van overeenkomstige toepassing. De richtlijn treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking daarvan in het Gemeenteblad. Gemeenteblad van Helmond blz. 13

14 RICHTLIJN G038 In rekening brengen kosten van aanmaning eigen bijdrage Gelet op artikel 4:113 Algemene wet bestuursrecht (Awb) Vast te stellen de invulling van richtlijn G038 In rekening brengen kosten van aanmaning eigen bijdrage Richtlijn G038 wordt als volgt ingevuld: Beleidsregel nr. 19 opgenomen in richtlijn B125 van de Beleidsregels WWB is van overeenkomstige toepassing. De richtlijn treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking daarvan in het Gemeenteblad. Gemeenteblad van Helmond blz. 14

15 RICHTLIJN G007 Gegevens aangewezen arts Gelet op artikel 6, eerste lid, Wet inburgering (oud) Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn G007 Gegevens aangewezen arts Richtlijn G007 wordt als volgt ingevuld: De GGD is aangewezen als onafhankelijk medisch adviseur in het kader van de Wet Inburgering. De gewijzigde richtlijn treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking daarvan in het Gemeenteblad. Met ingang van deze datum wordt de eerder op 26 mei 2009 vastgestelde richtlijn ingetrokken. Gemeenteblad van Helmond blz. 15

16 RICHTLIJN G008 Ontheffing bij belemmering of handicap Gelet op artikel 6, eerste lid, Wet inburgering (oud) en artikel 2.8 Besluit inburgering (oud) Vast te stellen de invulling van richtlijn G008 Ontheffing bij belemmering of handicap Richtlijn G008 wordt als volgt ingevuld: Het college kan op basis van psychische en/of lichamelijke belemmeringen of een verstandelijke handicap ontheffing van de inburgeringsplicht verlenen als de inburgeringsplichtige daarom verzoekt en dit heeft aangetoond. Het aantonen dient te gebeuren aan de hand van een medisch advies van de GGD. De inburgeringsplichtige moet het advies zelf aanvragen en is zelf verantwoordelijk voor de kosten van het onderzoek. Indien de inburgeringsplichtige daar voor in aanmerking komt, kan er een beroep worden gedaan op de bijzondere bijstand om het medisch advies te bekostigen (zie richtlijn G009). Alleen aanvragen waaraan een advies van de GGD is toegevoegd, worden in behandeling genomen. Als er geen medisch advies bij de aanvraag is gevoegd, wordt de behandeling van de aanvraag opgeschort en wordt de inburgeringsplichtige in de gelegenheid gesteld voor een bepaalde datum alsnog een medisch advies van de arts van de GGD te overleggen. Wordt dit advies niet overgelegd, dan wordt de aanvraag op grond van art. 4:5, eerste lid, Awb buiten behandeling gesteld. Het medisch advies moet beoordeeld worden. Het college dient zich er van te vergewissen dat het onderzoek op een zorgvuldige wijze heeft plaatsgevonden. Uit het advies moet tenminste blijken op basis van welke gegevens dit tot stand is gebracht en welke procedure bij het tot stand brengen van het advies is gevolgd. Het is niet mogelijk om een besluit te baseren op een zeer kort en onduidelijk geformuleerd advies. Wanneer de inburgeringsplichtige het niet eens is met een medisch advies dat aan de zorgvuldigheidseisen voldoet, moet hij zijn standpunt met concrete medische gegevens onderbouwen. Verkorte procedure In sommige gevallen, bijvoorbeeld bij bepaalde verstandelijke handicaps, kan er sprake zijn van 'evidente' gronden voor ontheffing. Er geldt een verkorte procedure voor inburgeringsplichtigen van wie evident vaststaat dat zij het inburgeringsexamen niet zullen kunnen behalen. Komt de aangewezen arts op grond van reeds aanwezige medische stukken, bekendheid bij de gemeente of eerdere sociaal-medische adviezen (bijvoorbeeld in het kader van de Wmo, de AWBZ, of de WWB) tot die conclusie, dan kan hij het medisch advies opstellen zonder de inburgeringsplichtige in persoon gezien te hebben. Gemeenteblad van Helmond blz. 16

17 Beperkt leervermogen, in de zin van beperkte studievaardigheden als gevolg van een gebrek aan educatie, is geen grond voor ontheffing als hier bedoeld. Een inburgeringsplichtige met een beperkt leervermogen, die zich aantoonbaar heeft ingespannen, kan een aanvraag indienen om te worden ontheven van de inburgeringsplicht op grond van die aantoonbare inspanningen (zie richtlijn G054). De richtlijn treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking daarvan in het Gemeenteblad. Gemeenteblad van Helmond blz. 17

18 RICHTLIJN G009 Bijzondere bijstand voor medisch advies Gelet op artikel 6, derde lid, Wet inburgering Vast te stellen de invulling van richtlijn G009 Bijzondere bijstand voor medisch advies Richtlijn G009 wordt als volgt ingevuld: Uit artikel 6 lid 3 Wet inburgering volgt dat de kosten van het medisch advies ten behoeve van een eventuele gemeentelijke ontheffing van de inburgeringsplicht voor rekening komen van de inburgeringsplichtige. Indien de inburgeringsplichtige daar voor in aanmerking komt, kan er een beroep worden gedaan op de bijzondere bijstand om het medisch advies te bekostigen. Voor de beantwoording van de vraag of er recht bestaat op bijzondere bijstand zullen telkens in het individuele geval de volgende vier vragen beantwoord moeten worden: 1. Doen de kosten zich voor? Zo ja, beoordeel dan vraag 2. Zo nee, wijs de aanvraag af. 2. Zijn de kosten in het individuele geval noodzakelijk? Zo ja, beoordeel dan vraag 3. Zo nee, wijs de aanvraag af. 3. Vloeien de kosten voort uit bijzondere individuele omstandigheden? Zo ja, beoordeel dan vraag 4, zo nee wijs de aanvraag af. 4. Kunnen de kosten worden voldaan uit de bijstandsnorm, de langdurigheidstoeslag, het vermogen en het inkomen voor zover dit meer bedraagt dan de bijstandsnorm? Zo nee, wijs de aanvraag toe. Zo ja, wijs de aanvraag af. Ad 1. Doen de kosten zich voor? Ja, indien de belanghebbende een ontheffing aan wil vragen, zal hij daarvoor een medisch advies moeten vragen bij de GGD. Ad 2. Zijn de kosten in het individuele geval noodzakelijk? Ja, de kosten van een medisch advies zijn noodzakelijk bij een aanvraag tot ontheffing. Ad 3. Vloeien de kosten voort uit bijzondere individuele omstandigheden? Dit is afhankelijk van het medisch advies: - Uit het advies blijkt dat betrokkene kan worden ontheven: ja, de bijzondere individuele omstandigheden van betrokkene hebben ertoe geleid dat hij wegens medische redenen niet aan zijn inburgeringsplicht kan voldoen en daartoe heeft hij een ontheffing aan moeten vragen. - Uit het advies blijkt dat betrokkene niet kan worden ontheven en er zijn ook anderszins geen bijzondere Gemeenteblad van Helmond blz. 18

19 omstandigheden. Er zijn geen bijzondere individuele omstandigheden. De aanvraag wordt afgewezen. - Betrokkene heeft op advies van het college een ontheffing gevraagd en heeft daarvoor een medisch advies gevraagd. Dat belanghebbende op advies van het college een ontheffing vraagt is een bijzondere individuele omstandigheid. Ad 4. Kunnen de kosten worden voldaan uit de bijstandsnorm, de langdurigheidstoeslag, het vermogen en het inkomen voor zover dit meer bedraagt dan de bijstandsnorm? Zie voor de gemeentelijke draagkrachtregels 7.2 van het handboek WWB. De richtlijn treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking daarvan in het Gemeenteblad. Gemeenteblad van Helmond blz. 19

20 RICHTLIJN G053 Ontheffing bij voldoende ingeburgerd zijn Gelet op artikel 6, tweede lid, onderdeel a Wet inburgering (oud), artikel 2.8a Besluit inburgering (oud) Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn W053 Ontheffing bij voldoende ingeburgerd zijn Richtlijn W053 wordt als volgt ingevuld: Ontheffing indien voldoende ingeburgerd. Vreemdelingen die aantoonbaar voldoende zijn ingeburgerd, kunnen op grond van artikel 2.8a Besluit inburgering (oud) in aanmerking komen voor ontheffing van de inburgeringsplicht. De belanghebbende zal aannemelijk moeten maken dat hij voldoende is ingeburgerd en het college zal toetsen of de belanghebbende voldoende is ingeburgerd. Er zijn geen temporale beperkingen: de belanghebbende kan op elk moment een ontheffing aanvragen bij het college. Deze ontheffing geldt als uitzondering op de algemene inburgeringsplicht. Hoewel alle inburgeringsplichtigen die van mening zijn dat zij voldoende ingeburgerd zijn een beroep kunnen doen op de ontheffing vanwege voldoende inburgering, zijn er criteria opgesteld wanneer een inburgeraar daadwerkelijk in aanmerking kan komen voor deze ontheffing. Doelgroep: - inburgeringsplichtigen die naar hun oordeel ingeburgerd zijn maar geen vrijstellend diploma/certificaat kunnen overleggen; - inburgeringsplichtigen die naar hun oordeel ingeburgerd zijn maar uit principiële overwegingen niet bereid zijn tot het afleggen van een inburgeringexamen of de Korte Vrijstellingstoets (KVT) bij DUO. Deze groep inburgeraars moet vervolgens aan alle onderstaande criteria voldoen om ontheven te kunnen worden van de inburgeringsplicht. Het college kan hierbij tevens besluiten, wanneer er naar haar oordeel sprake is van bijzondere omstandigheden, om de kosten van de door de inburgeringsplichtige verschuldigde eigen bijdrage van de inburgeringsvoorziening te vergoeden. Criteria: - Inburgeringsplichtige verklaart dat hij of zij 5 jaar verblijft in Nederland; en - Inburgeringsplichtige verklaart duurzaam in Nederland te participeren of te hebben geparticipeerd; en De inburgeringsplichtige dient dit te bewijzen. Denk aan: Gemeenteblad van Helmond blz. 20

21 - een arbeidscontract (minimaal duur van 1 jaar) in functie waarbij Nederlands gecommuniceerd moet worden; of - een verklaring van de werkgever met de duur van het dienstverband (minimaal 1 jaar) en de rol van de Nederlandse taal in de uitoefening van de werkzaamheden; of - bewijzen van publieke optredens of bestuurs- / vrijwilligersfuncties, etc., waaruit blijkt dat de aanvrager in zijn functie-uitoefening mondeling en schriftelijk in het Nederlands communiceert. - Inburgeringsplichtige hanteert de Nederlandse taal op tenminste A2-niveau voor alle vaardigheden (nieuwkomer) en voor een oudkomer A1 niveau op de onderdelen schrijven en lezen en A2-niveau voor de onderdelen spreken en luisteren, en onderbouwt dit met zo veel als mogelijk met documenten en referenties. (Het is mogelijk dat de inburgeraar documenten (die weliswaar niet als vrijstellingsgrond worden erkend) kan overleggen die aantonen dat hij met goed gevolg een opleiding/cursus heeft gevolgd, zoals vakopleidingen en bedrijfscursussen. Uit deze documenten kan namelijk wel een voldoende mate van ingeburgerdheid blijken.) Een mogelijke optie hierbij: betrokkene een TIWI-toets (taaltoets) laten afnemen op zijn kosten. Werkwijze / Stappenplan: 1. Inburgeraar geeft middels een schriftelijk verzoek aan voldoende te zijn ingeburgerd en in aanmerking te willen komen voor ontheffing. 2. Informatieplicht voor de klantbegeleider inburgering. De klantbegeleider geeft informatie aan de inburgeraar over de criteria voor de ontheffing en de eventuele consequenties. 3. Bewijslast voor de inburgeraar. De inburgeraar verzamelt zo veel mogelijk bewijzen. 4. Inburgeraar dient een aanvraag tot ontheffing op grond van artikel 2.8a Besluit inburgering (oud) in en levert de bijhorende relevante bewijsstukken in. 5. Toetsing klantbegeleider op de aanvraag van de inburgeraar. 6. Eindoordeel: de klantbegeleider stuurt de inburgeraar een beschikking. Indien de inburgeraar niet in aanmerking komt voor een ontheffing dient die beslissing goed gemotiveerd te worden. De gewijzigde richtlijn treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking daarvan in het Gemeenteblad. Met ingang van deze datum wordt de eerder op 14 juni 2011 vastgestelde richtlijn ingetrokken. Gemeenteblad van Helmond blz. 21

22 RICHTLIJN G054 Ontheffing na aantoonbare inspanningen Gelet op artikel 31, tweede lid, onderdeel c Wet inburgering (oud) Vast te stellen de invulling van richtlijn G054 Ontheffing na aantoonbare inspanningen Richtlijn G054 wordt als volgt ingevuld: Het college kan op aanvraag of ambtshalve ontheffing van de inburgeringsplicht verlenen als het college op grond van aangetoonde inspanningen oordeelt dat het voor een inburgeringsplichtige redelijkerwijs niet mogelijk is het inburgeringsexamen te behalen. Het college kan hierbij tevens besluiten, wanneer er naar haar oordeel sprake is van bijzondere omstandigheden, om de kosten van de door de inburgeringsplichtige verschuldigde eigen bijdrage van de inburgeringsvoorziening te vergoeden. Het college stelt onderstaande criteria vast voor de beoordeling of er sprake is van aantoonbare inspanningen en of iemand redelijkerwijs niet in staat is om het inburgeringsexamen te behalen. A. Analfabeten 1. Aantoonbare inspanning: - min. 80% aanwezigheid in de lessen - actieve inzet (in de les en huiswerk) - min. 1,5 jaar traject (min. 570 uur) 2. Redelijkerwijs niet in staat het inburgeringsexamen te halen: - geen of onvoldoende ontwikkeling van het Nederlands taalniveau - uitspraak over het leervermogen: zit iemand aan zijn/haar plafond of zijn er met meer investeringen nog ontwikkelingsmogelijkheden (bekeken over een termijn van 3,5 of 6 jaar)? - advies of de TGN (Toets Gesproken Nederlands) wel haalbaar is Deze voorwaarden moeten blijken uit een rapportage van de onderwijsinstelling. B. Gealfabetiseerden 1. Aantoonbare inspanning: - min. 80% aanwezigheid in de lessen - actieve inzet (in de les en huiswerk) - min. 1,5 jaar traject (min. 570 uur) Gemeenteblad van Helmond blz. 22

23 2. Redelijkerwijs niet in staat het inburgeringsexamen te halen: - uitspraak over het leervermogen: zit iemand aan zijn/haar plafond of zijn er met meer investeringen nog ontwikkelingsmogelijkheden ( bekeken over een termijn van 3,5 jaar en 5 jaar)? Deze voorwaarden moeten blijken uit een rapportage van de onderwijsinstelling. 3. Half jaar voor het verlopen van de handhavingstermijn. Opm. De door het college verleende ontheffing geldt alleen in het kader van de Wet inburgering, en dus niet in het kader van naturalisatie. De richtlijn treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking daarvan in het Gemeenteblad. Gemeenteblad van Helmond blz. 23

24 RICHTLIJN G030 Uitstel van betaling bestuurlijke boete Gelet op artikel 4:94 Algemene wet bestuursrecht (Awb) Vast te stellen de invulling van richtlijn G030 Uitstel van betaling bestuurlijke boete Richtlijn G030 wordt als volgt ingevuld: Beleidsregel nr. 18 opgenomen in richtlijn B125 van de Beleidsregels WWB is van overeenkomstige toepassing. De richtlijn treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking daarvan in het Gemeenteblad. Gemeenteblad van Helmond blz. 24

25 RICHTLIJN G032 Wettelijke rente bij niet tijdig betalen bestuurlijke boete Gelet op artikel 4:98 Algemene wet bestuursrecht (Awb) Vast te stellen de invulling van richtlijn G032 Wettelijke rente bij niet tijdig betalen bestuurlijke boete Richtlijn G032 wordt als volgt ingevuld: Beleidsregel nr. 16 opgenomen in richtlijn B125 van de Beleidsregels WWB is van overeenkomstige toepassing. De richtlijn treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking daarvan in het Gemeenteblad. Gemeenteblad van Helmond blz. 25

26 RICHTLIJN G034 Methode van afstemming bij boete Gelet op artikel 5:46, tweede lid, Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de artikelen 4.1, vierde lid, en 4.2, zesde lid, Verordening Inburgering Helmond 2013 Vast te stellen de invulling van richtlijn G034 Methode van afstemming bij boete Richtlijn G034 wordt als volgt ingevuld: Het beleid is neergelegd in de artikelen 4.1, vierde lid, en 4.2, zesde lid, van de Verordening Inburgering Helmond Afstemming De bestuurlijke boete wordt in ieder geval afgestemd op de ernst van de overtreding en de mate waarin deze aan de overtreder kan worden verweten, waarbij rekening wordt gehouden met de omstandigheden waarin hij verkeert. Als daarvoor dringende redenen aanwezig zijn, kan afgezien worden van het opleggen van een bestuurlijke boete. De richtlijn treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking daarvan in het Gemeenteblad. Gemeenteblad van Helmond blz. 26

27 RICHTLIJN G035 Termijn voor betaling van de bestuurlijke boete Gelet op artikel 4:87 Algemene wet bestuursrecht (Awb) Vast te stellen de invulling van richtlijn G035 Termijn voor betaling van de bestuurlijke boete Richtlijn G035 wordt als volgt ingevuld: Beleidsregel nr. 17 opgenomen in richtlijn B125 van de Beleidsregels WWB is van overeenkomstige toepassing. De richtlijn treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking daarvan in het Gemeenteblad. Gemeenteblad van Helmond blz. 27

28 RICHTLIJN G039 In rekening brengen kosten van aanmaning boete Gelet op artikel 4:113 Algemene wet bestuursrecht (Awb) Vast te stellen de invulling van richtlijn G039 In rekening brengen kosten van aanmaning boete Richtlijn G039 wordt als volgt ingevuld: Beleidsregel nr. 19 opgenomen in richtlijn B125 van de Beleidsregels WWB is van overeenkomstige toepassing. De richtlijn treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking daarvan in het Gemeenteblad. Besloten in de vergadering van 10 september Burgemeester en wethouders van Helmond, De burgemeester, Mevr. P.J.G.M. Blanksma van den Heuvel De secretaris, Dhr. A.A.M. Marneffe RA Bekend gemaakt op: 13 september 2013 De gemeentesecretaris, Dhr. A.A.M. Marneffe RA Gemeenteblad van Helmond blz. 28